W fttruittciale HP $££tzxtr0cfyv «c
MIDDELBURGSCHE COURANT
8.GOESCHE COURANT)
De tentoonstelling van
Zeeuwsche kleederdrachten.
Voor f 150 vier weken
de gevangenis in.
Hedenochtend geopend door den Commissaris der
Koningin, jhr. mr. J. W. Quarles van Ufford.
„Ik heb de Zeeuwsche
dracht zeer lief."
Hoe W. uit Goes den remplacant vond, en hoe deze
zich er in Scheveningen door heen sloeg. Maar
de verrader sliep niet.
Een oude bekende als
bewaarder
De kwestie-Dantzig.
Het zwaard zal moeten
beslechten!
Geen blokkade van Hongkong.
Dagblad. Uitg. N.V. De Middelburgsche Crt.
Bureaux: te MIDDELBURG: St. Pieterstr.28,
Telefoon Redactie 269, Administratie !39;
'■Je GOESTurfkade, Tel. 17. Postgiro 43255.
Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes
;ff 2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week
abonnementen in Middelburg en Goes 18 ct.
NUMMER 193. TWEE BLADEN. DONDERDAG
17 AUG. 1939. EERSTE BLAD. 182e JAAKG.
Advertentiën 30 ct per regel, ingezonden
mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager
Tarief op aanvraag. Familieberichten ere
dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine
Advertenties", max. 6 regels, 75 cent, bif
vooruitbetaling. Brieven, of adres bureaw
v. d. blad" 10 ct extra. Bewiisnummers 5
'Hedenmorgen had in de koffiekamer van
'.de Prov. Staten de opening plaats van de
tentoonstelling van Zeeuwsche Kleeder-
i drachten georganiseerd door de Vereeni-
,ging tot behoud van de Zeeuwsche kleedt-r-
drachten.
Onder de aanwezigen merkten wij op den
-Commissaris der Koningin, den griffier der
Staten en de leden van Ged. Staten met
uitzondering van den heer Van Bommel
van Vloten; den burgemeester en mevrouw
Van Walré de Bordes; den secretaris van
het Zeeuwsch Genootschap der Weten
schapen mr. A. Meerkamp van Embden;
den vertegenwoordiger van den A.N.W.B.
den heer jhr. P. J. Boogaert; bestuursleden
van de organiseerende vereeniging, leden
van de tentoonstellingscommissie, inzen
ders en verdere belangstellenden, verschil
lende met hun dames.
Rede van den heer Von
Bracken Fock.
De voorzitter der Vereeniging, de heer
B. F. S. von Brucken F o c k
heette alle welkom en dat in het bijzonder
den commissaris der Koningin als be
schermheer der vereeniging. Spr. wees er
op, dat als men alle mooie kleedingstukken
enz. aanschouwt, dat allen het wel met
hem eens zullen zijn, dat het een ramp voor
Zeeland zou zijn, een onherstelbaar verlies,
wanneer de interessante Zeeuwsche klee
derdrachten teloor gingen. Dit zoowel uit
artistiek en flokloristisch oogpunt, als be
zien van de commercieele zijde.
Spr. heeft echter het initiatief tot de op
richting der vereeniging uitsluitend geno
men uit artistieke overweging en men
werkt alleen op idealistische gronden. Zelfs
heeft het bestuur niets uitstaande met de
bevordering van het vreemdelingenverkeer.
Maar toch heeft de vreemdelingen industrie
in Zeeland en dus tal van personen en be
drijven groot belang bij de actie en daarom
is het spr. onbegrijpelijk, en teleurstellend,
dat de beweging door betrekkelijk weinigen
wordt gesteund.
Tot het bestrijden van het dreigend ge
vaar van de verdwijning der kleederdrach
ten in Zeeland, roept spr. aller medewer
king in. Spr. wijst er op, dat de actie reeds
heel wat heeft doen bereiken. Men heeft
den zeer gewaardeerden steun van den
Commissaris der Koningin, die o.a. aan de
gemeentebesturen er op wees, dat het niet
meer moest voorkomen, dat aan in dracht
gekleede gezinnen burgerkleedij wordt uit
gereikt ingevolge den B steun. Men heeft
ook het succes, dat de kleederdracht weder
in het middelpunt der belangstelling staat
en dat er nu personen, die haar aflegden, bij
de vereeniging komen om hun spijt daar
over te betuigen en te verzoeken subsidie
te krijgen om zich opnieuw in de mooie
provinciale dracht te kunnen tooien.
Naast de streken, waar de dracht nage
noeg is verdwenen zijn er nog waar de
prachtige onvervalschte Walchersche en
schitterende R.K. Zuid-Bevelandsehe dracht
nog te redden is. Het bestuur zal dit tot
het uiterste verdedigen om althans de eind-
catastrophe zoolang mogelijk uit te stel
len.
Spr. wees er vervolgens op dat ook in
landen als Hongarije en Zwitserland door
vereenigingen als de Zeeuwsche heel wat is
bereikt.
Spr. meent, dat het verdwijnen van de
kleederdracht veelal een kwestie van mode
is en de aangevoerde bezwaren grooten-
deels voorwendsels. Er is nog veel te red
den, maar dan moet men de actie moreel
en financieel steunen. Het opwekken van
belangstelling kan het best geschieden door
een tentoonstelling als deze, waarin al het
interessante sterk in waarde verhoogd
wordt door de aanwezigheid van levend ma
teriaal. Spr. eindigde met dank aan allen,
die op eenigerlei wijze hebben medegewerkt
om deze bescheiden tentoonstelling te kun-
nen houden. In de eerste plaats den Com
missaris der Koningin en den Griffier der
Staten, die welwillend de stemmingsvolle
zaal ter beschikking hebben gesteld. Ook
richtte spr. woorden van bijzonderen dank
tot de conservatrice van het Zeeuwsch Ge
nootschap, mevrouw FruinButeux, de le
den van het dag. bestuur, speciaal jhr.
Schor er en mr. Dieleman jr.; de schilders
Bergsma en Kimpe en last but not least de
leden van het damescomité de dames De
Casembroot, Cevaal, Cijsouw, Geluk, De
Jonge, Rijk en Roelse.
Spr. bood de dames bloemen aan.
Hierna nam mevrouw GelukDe Jonge,
bestuurslid der vereeniging, het woord. Zij
sprak ongeveer als volgt:
Dames en Heeren, Geachte aanwezigen.
Toen mij op de laatste vergadering ge
vraagd werd, om op de tentoonstelling
ook een woordje te spreken, heb ik be
loofd dit te doen.
En wat zal ik nu gaan zeggen? In de
eerste plaats moet u allen weten dat ik
de Zeeuwsche dracht zeer lief heb. En
haar nimmer zal afleggen, al was ik van
morgen af de eenige, die nog overbleef.
_De Zeeuwsche dracht is door alle tijden
geweest al heeft ook de mode
haar wel iets veranderd
Werden er vroeger keele kleine mut
sen en stukken gedragen ook de kuif was
zeer bescheiden. Dat alles is door de draag
ster zelf op eigen idee gewijzigd, het eene
zoo goed als het andere.
Ook de vele lange rokken van vroeger
zijn thans zeer matig en kort.
Dat de Zeeuwsche kleeding een goed-
koope dracht is zal ieder die haar afleg
de het beste weten. Het geeft niet al is
onze rok en schort doek en beuk twintig
jaren oud, men kan ze steeds nog aan
doen. En niemand zal zeggen wat is die
ouderwetsch gekleed.
Het goud en de koralen zijn wel in veel
families van de een op de andere over
gegaan, minder gegoeden hebben toch
steeds door eigen verdiensten en spaar
zaamheid hun spullen bij elkander gekre
gen. Nu gaat de laatste jaren al dat mooie
waar een Zeeuwsch meisje, vroeger zoo
blij mee was weg, en komt er een jurkje
voor in de plaats!
Maar Zeeuwsche meisjes en vrouwen,
legt uw kleeding niet af omdat ze u min
derwaardigheid zou opleggen ten opzichte
van de stedeling. Dat is mis!
Van mijn jeugd af aan, ben ik zeer
dikwijls in'vele hooge kringen geweest,
en nog nooit heb ik ondervonden dat men
mij om de Zeeuwsche kleeding minder
achtte. Ik heb er steeds veel aardigs door
gehad, en veel lof over de kleederdracht.
Wordt allen lid van de vereeniging, tot
behoud der Zeeuwsche kleederdrachten.
En dan eindig ik met de grootste eerbied
voor onze geliefde Koningin die zelf de
hoop uitgesproken heeft, dat Zeeland der
traditie getrouw haar schoone kleeding
zoo veel mogelijk in eere zal weten te
houden.
De openingsrede van den
Commissaris der Koningin.
Thans nam de Commissaris der Konin
gin, jhr. mr. J. W. Quarles van Uf
ford, het woord en getuigde van zijn
groot respect voor het werken van het vol
ijverige bestuur der Vereeniging en in het
bijzonder van den voorzitter. Sedert de op
richting der vereeniging, heeft zij reeds
op de bres gestaan voor haar mooie doel.
Dit o.a. door vele artikelen, waarin
zoo wel de bezwaren als de groote voor-
deelen der kleederdracht onder de oogen
werden gezien. Talrijk zijn ook de voor
beelden van elders, die de voorzitter naar
voren heeft gebracht. En thans geeft het
bestuur weer blijk van de groote arbeids
kracht door het houden van deze tentoon
stelling. Daarom brengt spr. alle hulde en
dan ook niet minder aan het damescomi
té, door wier werken men een goed beeld
krijgt van de costuums, die nog gedragen
worden en tevens een blik kan slaan in de
historie van de drachten. De vorige spreek
ster heeft reeds gewezen op de woorden
van H.M. de Koningin en als dienaar van
H.M. meent spr. dan ook dank te mogen
brengen aan aller spontane activiteit.
Spr. meent thans geen pleitrede te moe
ten houden, doch wil toch een argument
voor het behoud der kleederdracht naar
voren brengen. Spr. schetste dan hoe de
Zeeuwsche boer en boerin niet alleen wor
den geacht om hun kleeding, maar ook om
hun innerlijken aard.
Het prijsgeven van de dracht zou het ge
vaar doen ontstaan, dat ook de mentaliteit
achteruit gaat. Als spr. staat tegenover
een Zeeuwschen boer of een boerin, dan
staat hij tegenover iemand, die door zijn
of haar persoon eerbied afdwingt door
rechtschapenheid en stoere werkkracht.
Daarom roept spr. hen toe: Blijft U zelf,
blijft boer of boerin. Niet alleen in uiter
lijk maar ook in innerlijke eigenschappen.
Trouw aan den Zeeuwschen bodem en aan
Vorstin en Vaderland. Dit alles te samen
geeft volkomen reden om de dracht in
stand te houden.
Toen kort geleden Ged. Staten twee ge
meentebesturen in hun vergadering hadden,
waren er 2 burgemeesters en 3 wethouders
en alle in Zeeuwsche kleederdrachten, dit
imponeerde en de zaak was spoedig beslist.
Wijzende op de mooie collectie, hoopt spr.
dat de tentoonstelling druk zal worden be
zocht, in de eerste plaats door Zeeuwsche
boeren en boerinnen, maar ook door vele
stedelingen en vele vreemdelingen.
In dit laatste vindt spr. aanleiding er op
te wijzen, dat hij de Vereeniging
voor Vreemdelingenverkeer een zeer
goed hart toedraagt en er niet ge
noeg vreemdelingen kunnen komen kijken
naar het mooie Zeeuwsche land, naar de
oude gebouwen te Middelburg, maar daarbij
mogen de boerinnen en boeren geen lok
middelen zijn. Want velen der vreemdelin
gen, die naar de vrouwen en mannen in
kleederdracht loopen te kijken, zouden aan
vele dezer een voorbeeld kunnen nemen
wat betreft hun waarde „als mensch. Met
deze woorden verklaarde spr. de tentoon
stelling geopend.
Evenals de woorden van den voorzitter
en van mevrouw Geluk, werden die van
den Commissaris met krachtig applaus om
derstreept.
A
Van de gelegenheid thans geboden om
het geëxposeerde van naderbij te beschou
wen werd dankbaar gebruik gemaakt.
Midden 1937 verscheen in ons blad het
simpele bericht, dat A. W. te Goes, wegens
verzet en mishandeling, veroordeeld was
tot vier weken gevangenisstraf.
De lezer, die er verder niets mede te
maken heeft, neemt van zooiets nauwe
lijks notitie. Maar als men zélf slachtoffer
is, en men niet gewoon is met de politie
in aanraking te komen, men gevangenis
sen slechts bij naam kent, men ouders,
vrouw en kinderen heeft, en daarbij een
behoorlijk inkomen geniet, dan schuilt er
heel wat tragiek in een paar dergelijke
regels. Tragiek, die men zich bezorgt in
enkele onbezonnen oogenblikken, en men
dient het nu eenmaal te weten: als men
de hand opheft tegen een dienaar der
wet, gaan de gevangenisdeuren open
Het hielp A. W. niet, dat hij in hooger
beroep ging, hij hield vier weken gevan
genisstraf, moest die van 1 tot 26 Septem
ber 1938 te Scheveningen ondergaan,, en
zich daartoe aan het Gerechtshof te 's-
Gravenhage melden.
De man, die op hem leek en
ervaring had,
A. W. bleef naar een kans zoeken om
uit de gevangenis te blijven en zoo kwam
hij bij L. KT. te 's-Heer-Arendskerke te
recht. Hij kende L. K„ die had precies zijn
figuur., op 'n jaar na z'n eigen leeftijd, ze
„trokken" op elkaar, en L. K. zou niet
zoo tegen vier weken gevangenisstraf op
kijken, die had al eens zonden in de cel
geboet. Mogelijk was er een weg te vin
den, dat L. K. die vier weken uit zou
kunnen zitten!
En L. K., zoo vertelde hij ons gisteren
in een genoeglijk onderhoud, was wel wat
verrast door het voorstel, dat A. Wt. hem
kwam doen, en hij gevoelde wel iets voor
vier weken gratis logies en onderdak en
een belooning van 150 gulden voor zoo'n
vriendendienst, maar, als terzake-kundige
vreesde hij, dat het plan weinig kans van
slagen zou hebben. En dan waren ze mo
gelijk beiden de dupe! A. W. was echter
optimistischer gestemd en haalde L. K.
over den volgenden dag naar 't Goesche
Sas te komen. Daar konden ze het geval
dan eens grondig bespreken
En zoo geschiedde. Aan 't Goesche Sas, in
de nabijheid van zwemmers en zwemsters,
werd verder beraadslaagd, en daar begon
L. K. in de huid van A. W. te kruipen. Hij
heette A. W., was dan en dan en daar en
daar geboren; hij was getrouwd met die en
die, z'n vrouw was dan en dan geboren;
hij had zooveel kinderen; die kinderen
heetten zus en zoo en waren dan en dan ge
boren; hij was protestant (L. K. is katho-
liek)hij had nogal eens last van z'n maag,
enz. enz. Begrijpelijk moest er nog eens ge
repeteerd worden. Maar 150 gulden ver
dient men nu eenmaal niet zoo gemakke
lijk!
Maar tenslotte kende L. K. de les goed
van buiten en Donderdag 1 September reed
A. W. zijn remplacant L. K. in zijn auto
naar de residentie. De auto werd gepar
keerd, samen stapte men verder tot in de
buurt van het groote gerechtsgebouw, en
daar ging L. K. alleen verder. In hope en
vreeze.
K, slaagt er in de gevangenis
binnen te komen.
Hij meldde zich, werd toegelaten bij den
politie-autoriteit, en overhandigde dezen
zijn oproeping. Hij moest er zijn geheele
lesje zoowat opzeggen. Nadat de politie
autoriteit alles genoteerd en vergeleken
had, moest hij zich verder legitimeeren.
- H. deed wat verwonderd, als meende
hij dat die oproeping voldoende was, zocht
in zijn zakken, vond een cigarettenkoker
waarin „toevallig" zijn vollen naam stond
(dien van A. W. natuurlijk). Of hij verder
niets had? Er werd verder gezocht en er
kwamen uit zijn zakken nog wat van de
dingen die iedereen gewoon is bij zich te
dragen: een portefeuille, een paar brieven,
een paar betaalde nota's. Uit den aard der
zaak alles ten name van A. W.
De politie-autoriteit zei hem, nog even
bij den officier van justitie te zullen infor-
meeren... L. K. zat in angstige spanning
te wachten. Maar ook dit informeeren
scheen gunstig te verloopen, want L. K.
hoorde: dat het „in orde" was!
Per staatsauto werd L. K„ met 'nog
iemand die iets te goed had, naar de ge
vangenis te Scheveningen vervoerd. Daar
volgde voor den directeur der gevangenis,
dezelfde comedie. Dat het L,. K. met al die
vreemde namen en geboorte data, soms
even duizelde, valt te begrijpen, en zoo was
hij helaas 'n oogenblik zijn eigen geboorte
datum kwijt. Het was slechts een kwestie
van enkele seconden, maar dat was vol
doende voor den directeur hem eens onder
zoekend aan te kijken. L. K.. had toen da
delijk ook den datum te pakken,- maar
voegde er als verontschuldiging aan toe:
„ik ben ook uit 'n nest van veertien
En dat was fout, want dat was hij wel als
L. K. maar niet als A. W. Gelukkig schonk
de directeur verder geen aandacht aan de
ze foutieve opmerking.
Het ging goed verder. Hij kreeg een bad,
staatskleeren, en 'n schoone cel. De kost,
water en brood, viel niet mee. Het warme
eten ging er beter in.
En toen kwam de groote schrikdaar
ontmoette L. K. den oud-Middelburgschen
bewaarder Basting. En Basting kende L.
K. heel goed, want onder Basting had hij in
de gevangenis te Middelburg gelogeerd.
Er was bij deze ontmoeting één groot ge
luk: L. K. droeg zijn kap. Alle gevangenen
dragen namelijk als ze hun cel verlaten, een
kap die over hun geheele hoofd gaat, met
een paar gaten er in om door te kijken.
Zoo was bij deze ontmoeting de herkenning
dus nog „eenzijdig". Maar toch vormde die
Basting, zelfs al was hij bewaarder van een
andere afdeeling, een steeds dreigend ge
vaar. Want in hun eigen cel, in hun lucht-
cel, en in de kerk dragen de gevangenen
hun kap niet. En in beide cellen zijn kijk
gaten, waar bewaarders, en wie weet nog
meer, op de meest onverwachte oogenblik
ken door komen kijken. In den regel kon
digt het geluid van zachte voetstappen de
komst van een bewaker aan, of is er eenig
geluid als de klap, die het kijkgat bedekt,
verschoven wordt. Maar nu en dan gebeu
ren al deze handelingen zoo zacht, dat de
gevangene alleen bij uiterste inspanning
van zijn gehoor „iets verdachts" bespeuren
kan.
En altijd moest L. K. op een dergelijke
bedreiging bedacht zijn; altijd trachtte hij
ook bij het heen en weer loopen door zijn
cel, zijn gezicht zóó te wenden, dat hij niet
gemakkelijk te herkennen zou zijn. En
daarbij moest die verdraaide houding, en die
schuine wandeling, ook weer zoodanig zijn,
dat die op zichzelf niet verdacht was. Want
L. K. begreep wel, dat één fout de gevan
genisdeuren voor hem zou openen
(De lezer bedenke steeds, dat we hier de
gevoelens en woorden van een gevangene
wee rgeven, die graag vier weken in de ge
vangenis wilde verblijven, die zich het vei
ligst gevoelde in een hoek van zijn cel, en
die op 't laatst meende, dat de geheele bui
tenwereld hem belaagde).
Het was om zenuwziek te worden, ver
telde L. K. ons. „Eenmaal, toen Basting
weer langs me ging, keek hij zoo wantrou
wend naar me (dat wil zeggen: naar de
oogen van K. die door de gaten in de kap
te zien waren) dat ik dacht dat hij iets in
de gaten had".
L. K. overwoog daarbij, dat bewaarders
ook menschen zijn. Allicht zou zijn be
waarder tegen Basting gezegd hebben: ik
heb er een Zeeuw bij gekregen. En daar
Zeeuwen nogal aan elkaar hangen, zou
Basting dan allicht die Zeeuw eens wil
len zien. En wie weet kende Basting de
Goesenaar A. -W. niet! En dan zou hij
hem zéker willen zien! Er was nóg een
gevaar waar L. K. aan dacht. Ondanks
alle voorzorgsmaatregelen was er één ver
zuim geweest. Hij was in de gevangenis
gekomen met een jasje, dat hij van ze
keren K. L. gekregen had, en die letters
K. L. stonden in den binnenkant van een
der binnenzakken. Zou men dat jasje
schoonmaken, en zou men in dat jasje van
A. W. de letters K. L. vinden, dan zou
dat mogelijk verwondering en daarna
argwaan wekken.
Het werd nog erger. L. K. voelde zich
ziek- Hij kon het water en brood op ze
ker oogenblik niet meer verdragen. En hij
kon zich ook niet ziek melden, want op
de ziekenzaal draagt men geen kappen
en de bewaarder Basting was tevens
ziekenverpleger. En dus mocht K. zelfs
niet laten blijken dat hij niet in orde-, was,
moest "hij zijn water en brood trouw naar
binnen werken, en gezond en opgewekt
zijn!
Het ergste vond echter op een Zondag
plaats. K. zat in de kerk zonder kap dus.
De dienst was geëindigd,., en daar opeens
een paar meter voor hem verschijnt Bas
ting, die als koster fungeert!
Eén blik van Basting in zijn richting en
hij is verlorenMaar Basting kijkt toe
vallig niet in zijn richting en als K. zijn
kap dan weer op kan zetten is dit ge
vaar ook geweken
Het lukte, maar verraad
volgde.
En zoo bleef het geluk met K. tot op den
laatsten dag, toen hij van den directeur der
gevangenis zijn ontslagbrief kreeg, waaruit
zou blijken, dat A. W. aan zijn verplichtin
gen aan den Staat voldaan en vier weken
op zijn kosten gelogeerd had. Want hoewel
dit anders nooit gebeurd, vertelde L.K. ons,
plotseling vroeg de directeur aan me:
„wanneer ben je geboren?" „Maar het was,
of ik er een voorgevoel van had gehad, zei
K., ik had alles nog eens gerepeteerd en
prompt gaf ik nu den goeden datum op".
„Ik had er zoo 'n schik in, dat alles zoo
goed gegaan was, vertelde K. verder, dat
ik van Scheveningen naar Den Haag ben
gaan loopen en onderweg wel tien keer in
mijn handen geklapt heb. Omdat die vier
weken er opzaten en de honderdvijftig gul
den op me lagen te wachten
Maarde verrader slaapt niet.
Men heeft een familielid die er van weet,
of een zeer vertrouwden vriend. Mogelijk
zegt men zelf wel eens teveel tegen hen,
die het vertrouwen niet waard zijn. Onder
een glaasje bier. Hoe het ook zij, Zaterdag
12 Augustus 1938 wist de heer Reneman,
inspecteur van politie te Goes, óók van het
geval. Agent Louisse kwam L. K. halen
voor een bezoek aan het politiebureau te
Goes. De heer Reneman wilde eenige in
lichtingen van hem hebben. Het ging over
een kleine kwestie
„Maar ik gevoelde al dat het mis was,
zei K. ons. Wel probeerde ik het tegen
mijnheer Reneman te ontkennen, maar
toen deze het had over een bezoek dat hij,
met mij en A. W., aan de gevangenis te
Scheveningen zou brengen, begreep ik wel
dat het spel uit was. Men zou daar wel we
ten te vertellen wie er vier weken in de
cel gezeten had!"
WEERBERICHT.
Verwachting tot morgenavond:
DE BILT: des nachts iets minder koel,
plaatselijk ochtendmist, overdag helder tot
half bewolkt, droog warm weer, zwakke
tot matige N. tot O. wind.
UKKEL: Matige wind uit N.O. richtin
gen, lichtbewolkte hemel, vrij warm.
Do 17 Aug. Zon op: 5 h 46; onder: 20.04
h. Licht op: 21 h 22. Maan op: 9 h 01;
onder: 21 h 03. E.K. 21 Aug.
Hoog- en Laagwater te Vlissingen:
Augustus.
Hoogwater. Laagwater.
Donderdag 17 S 3.27 15.38 9.53 22.32
Vrijdag 18 4.11 16.27 10.38 23.21
Zaterdag 19 4.59 17.15 11.28 24.07
Westkapelle is 28 min. en Domburg 23
min. vroeger; Veere 38 min. later. (S
springtij.)
Hoog- en Laagwater te Wemeldinge:
Augustus.
Hoogwater. Laagwater.
Donderdag 17 5.29 17.47 10.57 23.25
Vrijdag 18 S 6.13 18.35 11.45 24.16
Zaterdag 19 6.59 19.17 12.37
De Italiaansche pers dringt
aan op directe Poolsch
Duitsche onderhandelingen.
Reuter meldt uit Rome: De Italiaan
sche pers pleit met een eenstemmigheid,
die officieele inspirate doet vermoeden,
voor directe Poolsch-Duitsche onderhan
delingen voor een vreedzame regeling van
het vraagstuk-Dantzig. De Giornale d'Ita-
lia" schrijft:
„Polen heeft bij onderhandelingen met
Duitschland niets te verliezen: het kan
door oplossing van het vraagstuk-Dant
zig tot vriendschappelijke betrekkingen
met den grooten buurstaat komen. 'Als
het echter oorlog prefereert, zal het zijn
geheele bestaan op het spel zetten. Polen
moet er aan denken, dat Italië in een al-
gemeenen Oorlog zijn plicht zal doen en dat
de spil onverwoestbaar als staal is. De
democratische per£ spreekt van mogelijke
conferenties en van compromis, doch er
zijn rechten, voor welker erkenning geen
conferentie noodig is en die geëerbiedigd
moeten worden. Dat zijn de Duitsche aan
spraken op Dantzig en de Italiaansche
aspiraties in de Middellandsche zee en
Afrika".
Dergelijke redeneerigen komen in alle
Italiaansche bladen voor. De „Lavoro
Fascista" schrijft boven zijn artikel: „De
eenige mogelijkheid: onderhandelingen
met Duitschland,
Geen vreedzame regeling meer
mogelijk tusschen Japan en
Rusland?
Het Japansche telegraaf agentschap Do
mei meldt uit Tokio, dat volgens den
correspondent te Hsinking (Mantsjoerije)
van het groote Japansche dagblad „Nitsji
Nitsji Sjimboen", de toestand tusschen
Japan en de Sovjet Unie thans dermate
gespannen is, dat er geen plaats is voor
vreedzame onderhandelingen. Deze cor
respondent verklaart, dat alle tusschen
de beide landen hangende kwesties door
het zwaard moeten worden beslecht.
De woordvoerder der Japansche admira
liteit te Tokio heeft verklaard, dat de Ja
pansche marine niet het voornemen heeft
Hongkong te blokkeeren. Er bestaat geen
reden voor een dergelijk optreden, zoo
voegde hij hieraan toe, en Japan heeft niet
de bedoeling nieuwe complicaties uit te
lokken met een buitenlandsche mogend
heid waarmede het op vriendschappelijken
voet staat.
DUITSCH MILITAIR VLIEGTUIG
LANDT IN ZWITSERLAND.
Gisteravond is een Duitsch militair vlieg
tuig geland te Fraubrunnen nabij Bern,
omdat zijn benzinevoorraad was uitgeput.
De bestuurder moet verdwaald zijn ge
raakt. Een onderzoek wordt ingesteld.
„Even later verscheen ook A. W. voor
den inspecteur, ik kou weer naar huis gaan,
maar A. W. moest blijven. Maandag is hij
naar Rotterdam gebracht om daar zijn vier
weken straf te ondergaan. Maarzei
L. K„ in Rotterdam is het beter dan in
Scheveningen
Een lacune?
Tot zoover het relaas van L. K. In welke
opzichten K. een strafbare handeling ge
pleegd heeft, is een vraag voor de Justitie.
Voor ons is het echter een vraag: of hier
geen groote lacune aan den dag getreden
is? Een vraag die o.i. door het bovenstaande
relaas voldoende beantwoord wordt. Het
moet toch niet mogelijk zijn, dat men ie
mand anders zijn straf uit kan laten zitten,
alleen door hem een cigarettenkoker, eeni
ge papieren, en wat gegevens te verschaf
fen!
En hoe gemakkelijk is dit niet te voor
komen? Door overlegging van behoorlijk
afgestempeld of op andere wijze gewaar
merkte foto's!'Door het nemen en verge
lijken van vingerafdrukken!
En dit temeer, omdat gevallen als hier
omschreven zelden aan het licht treden
maar in de kringen der politie wel vermoed
wordt, dat het nogal eens voorkomt.
Geen wonder!