W fttruittciale HP $££tzxtr0cfyv «c MIDDELBURGSCHE COURANT 8.GOESCHE COURANT) De tentoonstelling van Zeeuwsche kleederdrachten. Voor f 150 vier weken de gevangenis in. Hedenochtend geopend door den Commissaris der Koningin, jhr. mr. J. W. Quarles van Ufford. „Ik heb de Zeeuwsche dracht zeer lief." Hoe W. uit Goes den remplacant vond, en hoe deze zich er in Scheveningen door heen sloeg. Maar de verrader sliep niet. Een oude bekende als bewaarder De kwestie-Dantzig. Het zwaard zal moeten beslechten! Geen blokkade van Hongkong. Dagblad. Uitg. N.V. De Middelburgsche Crt. Bureaux: te MIDDELBURG: St. Pieterstr.28, Telefoon Redactie 269, Administratie !39; '■Je GOESTurfkade, Tel. 17. Postgiro 43255. Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes ;ff 2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week abonnementen in Middelburg en Goes 18 ct. NUMMER 193. TWEE BLADEN. DONDERDAG 17 AUG. 1939. EERSTE BLAD. 182e JAAKG. Advertentiën 30 ct per regel, ingezonden mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager Tarief op aanvraag. Familieberichten ere dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine Advertenties", max. 6 regels, 75 cent, bif vooruitbetaling. Brieven, of adres bureaw v. d. blad" 10 ct extra. Bewiisnummers 5 'Hedenmorgen had in de koffiekamer van '.de Prov. Staten de opening plaats van de tentoonstelling van Zeeuwsche Kleeder- i drachten georganiseerd door de Vereeni- ,ging tot behoud van de Zeeuwsche kleedt-r- drachten. Onder de aanwezigen merkten wij op den -Commissaris der Koningin, den griffier der Staten en de leden van Ged. Staten met uitzondering van den heer Van Bommel van Vloten; den burgemeester en mevrouw Van Walré de Bordes; den secretaris van het Zeeuwsch Genootschap der Weten schapen mr. A. Meerkamp van Embden; den vertegenwoordiger van den A.N.W.B. den heer jhr. P. J. Boogaert; bestuursleden van de organiseerende vereeniging, leden van de tentoonstellingscommissie, inzen ders en verdere belangstellenden, verschil lende met hun dames. Rede van den heer Von Bracken Fock. De voorzitter der Vereeniging, de heer B. F. S. von Brucken F o c k heette alle welkom en dat in het bijzonder den commissaris der Koningin als be schermheer der vereeniging. Spr. wees er op, dat als men alle mooie kleedingstukken enz. aanschouwt, dat allen het wel met hem eens zullen zijn, dat het een ramp voor Zeeland zou zijn, een onherstelbaar verlies, wanneer de interessante Zeeuwsche klee derdrachten teloor gingen. Dit zoowel uit artistiek en flokloristisch oogpunt, als be zien van de commercieele zijde. Spr. heeft echter het initiatief tot de op richting der vereeniging uitsluitend geno men uit artistieke overweging en men werkt alleen op idealistische gronden. Zelfs heeft het bestuur niets uitstaande met de bevordering van het vreemdelingenverkeer. Maar toch heeft de vreemdelingen industrie in Zeeland en dus tal van personen en be drijven groot belang bij de actie en daarom is het spr. onbegrijpelijk, en teleurstellend, dat de beweging door betrekkelijk weinigen wordt gesteund. Tot het bestrijden van het dreigend ge vaar van de verdwijning der kleederdrach ten in Zeeland, roept spr. aller medewer king in. Spr. wijst er op, dat de actie reeds heel wat heeft doen bereiken. Men heeft den zeer gewaardeerden steun van den Commissaris der Koningin, die o.a. aan de gemeentebesturen er op wees, dat het niet meer moest voorkomen, dat aan in dracht gekleede gezinnen burgerkleedij wordt uit gereikt ingevolge den B steun. Men heeft ook het succes, dat de kleederdracht weder in het middelpunt der belangstelling staat en dat er nu personen, die haar aflegden, bij de vereeniging komen om hun spijt daar over te betuigen en te verzoeken subsidie te krijgen om zich opnieuw in de mooie provinciale dracht te kunnen tooien. Naast de streken, waar de dracht nage noeg is verdwenen zijn er nog waar de prachtige onvervalschte Walchersche en schitterende R.K. Zuid-Bevelandsehe dracht nog te redden is. Het bestuur zal dit tot het uiterste verdedigen om althans de eind- catastrophe zoolang mogelijk uit te stel len. Spr. wees er vervolgens op dat ook in landen als Hongarije en Zwitserland door vereenigingen als de Zeeuwsche heel wat is bereikt. Spr. meent, dat het verdwijnen van de kleederdracht veelal een kwestie van mode is en de aangevoerde bezwaren grooten- deels voorwendsels. Er is nog veel te red den, maar dan moet men de actie moreel en financieel steunen. Het opwekken van belangstelling kan het best geschieden door een tentoonstelling als deze, waarin al het interessante sterk in waarde verhoogd wordt door de aanwezigheid van levend ma teriaal. Spr. eindigde met dank aan allen, die op eenigerlei wijze hebben medegewerkt om deze bescheiden tentoonstelling te kun- nen houden. In de eerste plaats den Com missaris der Koningin en den Griffier der Staten, die welwillend de stemmingsvolle zaal ter beschikking hebben gesteld. Ook richtte spr. woorden van bijzonderen dank tot de conservatrice van het Zeeuwsch Ge nootschap, mevrouw FruinButeux, de le den van het dag. bestuur, speciaal jhr. Schor er en mr. Dieleman jr.; de schilders Bergsma en Kimpe en last but not least de leden van het damescomité de dames De Casembroot, Cevaal, Cijsouw, Geluk, De Jonge, Rijk en Roelse. Spr. bood de dames bloemen aan. Hierna nam mevrouw GelukDe Jonge, bestuurslid der vereeniging, het woord. Zij sprak ongeveer als volgt: Dames en Heeren, Geachte aanwezigen. Toen mij op de laatste vergadering ge vraagd werd, om op de tentoonstelling ook een woordje te spreken, heb ik be loofd dit te doen. En wat zal ik nu gaan zeggen? In de eerste plaats moet u allen weten dat ik de Zeeuwsche dracht zeer lief heb. En haar nimmer zal afleggen, al was ik van morgen af de eenige, die nog overbleef. _De Zeeuwsche dracht is door alle tijden geweest al heeft ook de mode haar wel iets veranderd Werden er vroeger keele kleine mut sen en stukken gedragen ook de kuif was zeer bescheiden. Dat alles is door de draag ster zelf op eigen idee gewijzigd, het eene zoo goed als het andere. Ook de vele lange rokken van vroeger zijn thans zeer matig en kort. Dat de Zeeuwsche kleeding een goed- koope dracht is zal ieder die haar afleg de het beste weten. Het geeft niet al is onze rok en schort doek en beuk twintig jaren oud, men kan ze steeds nog aan doen. En niemand zal zeggen wat is die ouderwetsch gekleed. Het goud en de koralen zijn wel in veel families van de een op de andere over gegaan, minder gegoeden hebben toch steeds door eigen verdiensten en spaar zaamheid hun spullen bij elkander gekre gen. Nu gaat de laatste jaren al dat mooie waar een Zeeuwsch meisje, vroeger zoo blij mee was weg, en komt er een jurkje voor in de plaats! Maar Zeeuwsche meisjes en vrouwen, legt uw kleeding niet af omdat ze u min derwaardigheid zou opleggen ten opzichte van de stedeling. Dat is mis! Van mijn jeugd af aan, ben ik zeer dikwijls in'vele hooge kringen geweest, en nog nooit heb ik ondervonden dat men mij om de Zeeuwsche kleeding minder achtte. Ik heb er steeds veel aardigs door gehad, en veel lof over de kleederdracht. Wordt allen lid van de vereeniging, tot behoud der Zeeuwsche kleederdrachten. En dan eindig ik met de grootste eerbied voor onze geliefde Koningin die zelf de hoop uitgesproken heeft, dat Zeeland der traditie getrouw haar schoone kleeding zoo veel mogelijk in eere zal weten te houden. De openingsrede van den Commissaris der Koningin. Thans nam de Commissaris der Konin gin, jhr. mr. J. W. Quarles van Uf ford, het woord en getuigde van zijn groot respect voor het werken van het vol ijverige bestuur der Vereeniging en in het bijzonder van den voorzitter. Sedert de op richting der vereeniging, heeft zij reeds op de bres gestaan voor haar mooie doel. Dit o.a. door vele artikelen, waarin zoo wel de bezwaren als de groote voor- deelen der kleederdracht onder de oogen werden gezien. Talrijk zijn ook de voor beelden van elders, die de voorzitter naar voren heeft gebracht. En thans geeft het bestuur weer blijk van de groote arbeids kracht door het houden van deze tentoon stelling. Daarom brengt spr. alle hulde en dan ook niet minder aan het damescomi té, door wier werken men een goed beeld krijgt van de costuums, die nog gedragen worden en tevens een blik kan slaan in de historie van de drachten. De vorige spreek ster heeft reeds gewezen op de woorden van H.M. de Koningin en als dienaar van H.M. meent spr. dan ook dank te mogen brengen aan aller spontane activiteit. Spr. meent thans geen pleitrede te moe ten houden, doch wil toch een argument voor het behoud der kleederdracht naar voren brengen. Spr. schetste dan hoe de Zeeuwsche boer en boerin niet alleen wor den geacht om hun kleeding, maar ook om hun innerlijken aard. Het prijsgeven van de dracht zou het ge vaar doen ontstaan, dat ook de mentaliteit achteruit gaat. Als spr. staat tegenover een Zeeuwschen boer of een boerin, dan staat hij tegenover iemand, die door zijn of haar persoon eerbied afdwingt door rechtschapenheid en stoere werkkracht. Daarom roept spr. hen toe: Blijft U zelf, blijft boer of boerin. Niet alleen in uiter lijk maar ook in innerlijke eigenschappen. Trouw aan den Zeeuwschen bodem en aan Vorstin en Vaderland. Dit alles te samen geeft volkomen reden om de dracht in stand te houden. Toen kort geleden Ged. Staten twee ge meentebesturen in hun vergadering hadden, waren er 2 burgemeesters en 3 wethouders en alle in Zeeuwsche kleederdrachten, dit imponeerde en de zaak was spoedig beslist. Wijzende op de mooie collectie, hoopt spr. dat de tentoonstelling druk zal worden be zocht, in de eerste plaats door Zeeuwsche boeren en boerinnen, maar ook door vele stedelingen en vele vreemdelingen. In dit laatste vindt spr. aanleiding er op te wijzen, dat hij de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer een zeer goed hart toedraagt en er niet ge noeg vreemdelingen kunnen komen kijken naar het mooie Zeeuwsche land, naar de oude gebouwen te Middelburg, maar daarbij mogen de boerinnen en boeren geen lok middelen zijn. Want velen der vreemdelin gen, die naar de vrouwen en mannen in kleederdracht loopen te kijken, zouden aan vele dezer een voorbeeld kunnen nemen wat betreft hun waarde „als mensch. Met deze woorden verklaarde spr. de tentoon stelling geopend. Evenals de woorden van den voorzitter en van mevrouw Geluk, werden die van den Commissaris met krachtig applaus om derstreept. A Van de gelegenheid thans geboden om het geëxposeerde van naderbij te beschou wen werd dankbaar gebruik gemaakt. Midden 1937 verscheen in ons blad het simpele bericht, dat A. W. te Goes, wegens verzet en mishandeling, veroordeeld was tot vier weken gevangenisstraf. De lezer, die er verder niets mede te maken heeft, neemt van zooiets nauwe lijks notitie. Maar als men zélf slachtoffer is, en men niet gewoon is met de politie in aanraking te komen, men gevangenis sen slechts bij naam kent, men ouders, vrouw en kinderen heeft, en daarbij een behoorlijk inkomen geniet, dan schuilt er heel wat tragiek in een paar dergelijke regels. Tragiek, die men zich bezorgt in enkele onbezonnen oogenblikken, en men dient het nu eenmaal te weten: als men de hand opheft tegen een dienaar der wet, gaan de gevangenisdeuren open Het hielp A. W. niet, dat hij in hooger beroep ging, hij hield vier weken gevan genisstraf, moest die van 1 tot 26 Septem ber 1938 te Scheveningen ondergaan,, en zich daartoe aan het Gerechtshof te 's- Gravenhage melden. De man, die op hem leek en ervaring had, A. W. bleef naar een kans zoeken om uit de gevangenis te blijven en zoo kwam hij bij L. KT. te 's-Heer-Arendskerke te recht. Hij kende L. K„ die had precies zijn figuur., op 'n jaar na z'n eigen leeftijd, ze „trokken" op elkaar, en L. K. zou niet zoo tegen vier weken gevangenisstraf op kijken, die had al eens zonden in de cel geboet. Mogelijk was er een weg te vin den, dat L. K. die vier weken uit zou kunnen zitten! En L. K., zoo vertelde hij ons gisteren in een genoeglijk onderhoud, was wel wat verrast door het voorstel, dat A. Wt. hem kwam doen, en hij gevoelde wel iets voor vier weken gratis logies en onderdak en een belooning van 150 gulden voor zoo'n vriendendienst, maar, als terzake-kundige vreesde hij, dat het plan weinig kans van slagen zou hebben. En dan waren ze mo gelijk beiden de dupe! A. W. was echter optimistischer gestemd en haalde L. K. over den volgenden dag naar 't Goesche Sas te komen. Daar konden ze het geval dan eens grondig bespreken En zoo geschiedde. Aan 't Goesche Sas, in de nabijheid van zwemmers en zwemsters, werd verder beraadslaagd, en daar begon L. K. in de huid van A. W. te kruipen. Hij heette A. W., was dan en dan en daar en daar geboren; hij was getrouwd met die en die, z'n vrouw was dan en dan geboren; hij had zooveel kinderen; die kinderen heetten zus en zoo en waren dan en dan ge boren; hij was protestant (L. K. is katho- liek)hij had nogal eens last van z'n maag, enz. enz. Begrijpelijk moest er nog eens ge repeteerd worden. Maar 150 gulden ver dient men nu eenmaal niet zoo gemakke lijk! Maar tenslotte kende L. K. de les goed van buiten en Donderdag 1 September reed A. W. zijn remplacant L. K. in zijn auto naar de residentie. De auto werd gepar keerd, samen stapte men verder tot in de buurt van het groote gerechtsgebouw, en daar ging L. K. alleen verder. In hope en vreeze. K, slaagt er in de gevangenis binnen te komen. Hij meldde zich, werd toegelaten bij den politie-autoriteit, en overhandigde dezen zijn oproeping. Hij moest er zijn geheele lesje zoowat opzeggen. Nadat de politie autoriteit alles genoteerd en vergeleken had, moest hij zich verder legitimeeren. - H. deed wat verwonderd, als meende hij dat die oproeping voldoende was, zocht in zijn zakken, vond een cigarettenkoker waarin „toevallig" zijn vollen naam stond (dien van A. W. natuurlijk). Of hij verder niets had? Er werd verder gezocht en er kwamen uit zijn zakken nog wat van de dingen die iedereen gewoon is bij zich te dragen: een portefeuille, een paar brieven, een paar betaalde nota's. Uit den aard der zaak alles ten name van A. W. De politie-autoriteit zei hem, nog even bij den officier van justitie te zullen infor- meeren... L. K. zat in angstige spanning te wachten. Maar ook dit informeeren scheen gunstig te verloopen, want L. K. hoorde: dat het „in orde" was! Per staatsauto werd L. K„ met 'nog iemand die iets te goed had, naar de ge vangenis te Scheveningen vervoerd. Daar volgde voor den directeur der gevangenis, dezelfde comedie. Dat het L,. K. met al die vreemde namen en geboorte data, soms even duizelde, valt te begrijpen, en zoo was hij helaas 'n oogenblik zijn eigen geboorte datum kwijt. Het was slechts een kwestie van enkele seconden, maar dat was vol doende voor den directeur hem eens onder zoekend aan te kijken. L. K.. had toen da delijk ook den datum te pakken,- maar voegde er als verontschuldiging aan toe: „ik ben ook uit 'n nest van veertien En dat was fout, want dat was hij wel als L. K. maar niet als A. W. Gelukkig schonk de directeur verder geen aandacht aan de ze foutieve opmerking. Het ging goed verder. Hij kreeg een bad, staatskleeren, en 'n schoone cel. De kost, water en brood, viel niet mee. Het warme eten ging er beter in. En toen kwam de groote schrikdaar ontmoette L. K. den oud-Middelburgschen bewaarder Basting. En Basting kende L. K. heel goed, want onder Basting had hij in de gevangenis te Middelburg gelogeerd. Er was bij deze ontmoeting één groot ge luk: L. K. droeg zijn kap. Alle gevangenen dragen namelijk als ze hun cel verlaten, een kap die over hun geheele hoofd gaat, met een paar gaten er in om door te kijken. Zoo was bij deze ontmoeting de herkenning dus nog „eenzijdig". Maar toch vormde die Basting, zelfs al was hij bewaarder van een andere afdeeling, een steeds dreigend ge vaar. Want in hun eigen cel, in hun lucht- cel, en in de kerk dragen de gevangenen hun kap niet. En in beide cellen zijn kijk gaten, waar bewaarders, en wie weet nog meer, op de meest onverwachte oogenblik ken door komen kijken. In den regel kon digt het geluid van zachte voetstappen de komst van een bewaker aan, of is er eenig geluid als de klap, die het kijkgat bedekt, verschoven wordt. Maar nu en dan gebeu ren al deze handelingen zoo zacht, dat de gevangene alleen bij uiterste inspanning van zijn gehoor „iets verdachts" bespeuren kan. En altijd moest L. K. op een dergelijke bedreiging bedacht zijn; altijd trachtte hij ook bij het heen en weer loopen door zijn cel, zijn gezicht zóó te wenden, dat hij niet gemakkelijk te herkennen zou zijn. En daarbij moest die verdraaide houding, en die schuine wandeling, ook weer zoodanig zijn, dat die op zichzelf niet verdacht was. Want L. K. begreep wel, dat één fout de gevan genisdeuren voor hem zou openen (De lezer bedenke steeds, dat we hier de gevoelens en woorden van een gevangene wee rgeven, die graag vier weken in de ge vangenis wilde verblijven, die zich het vei ligst gevoelde in een hoek van zijn cel, en die op 't laatst meende, dat de geheele bui tenwereld hem belaagde). Het was om zenuwziek te worden, ver telde L. K. ons. „Eenmaal, toen Basting weer langs me ging, keek hij zoo wantrou wend naar me (dat wil zeggen: naar de oogen van K. die door de gaten in de kap te zien waren) dat ik dacht dat hij iets in de gaten had". L. K. overwoog daarbij, dat bewaarders ook menschen zijn. Allicht zou zijn be waarder tegen Basting gezegd hebben: ik heb er een Zeeuw bij gekregen. En daar Zeeuwen nogal aan elkaar hangen, zou Basting dan allicht die Zeeuw eens wil len zien. En wie weet kende Basting de Goesenaar A. -W. niet! En dan zou hij hem zéker willen zien! Er was nóg een gevaar waar L. K. aan dacht. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen was er één ver zuim geweest. Hij was in de gevangenis gekomen met een jasje, dat hij van ze keren K. L. gekregen had, en die letters K. L. stonden in den binnenkant van een der binnenzakken. Zou men dat jasje schoonmaken, en zou men in dat jasje van A. W. de letters K. L. vinden, dan zou dat mogelijk verwondering en daarna argwaan wekken. Het werd nog erger. L. K. voelde zich ziek- Hij kon het water en brood op ze ker oogenblik niet meer verdragen. En hij kon zich ook niet ziek melden, want op de ziekenzaal draagt men geen kappen en de bewaarder Basting was tevens ziekenverpleger. En dus mocht K. zelfs niet laten blijken dat hij niet in orde-, was, moest "hij zijn water en brood trouw naar binnen werken, en gezond en opgewekt zijn! Het ergste vond echter op een Zondag plaats. K. zat in de kerk zonder kap dus. De dienst was geëindigd,., en daar opeens een paar meter voor hem verschijnt Bas ting, die als koster fungeert! Eén blik van Basting in zijn richting en hij is verlorenMaar Basting kijkt toe vallig niet in zijn richting en als K. zijn kap dan weer op kan zetten is dit ge vaar ook geweken Het lukte, maar verraad volgde. En zoo bleef het geluk met K. tot op den laatsten dag, toen hij van den directeur der gevangenis zijn ontslagbrief kreeg, waaruit zou blijken, dat A. W. aan zijn verplichtin gen aan den Staat voldaan en vier weken op zijn kosten gelogeerd had. Want hoewel dit anders nooit gebeurd, vertelde L.K. ons, plotseling vroeg de directeur aan me: „wanneer ben je geboren?" „Maar het was, of ik er een voorgevoel van had gehad, zei K., ik had alles nog eens gerepeteerd en prompt gaf ik nu den goeden datum op". „Ik had er zoo 'n schik in, dat alles zoo goed gegaan was, vertelde K. verder, dat ik van Scheveningen naar Den Haag ben gaan loopen en onderweg wel tien keer in mijn handen geklapt heb. Omdat die vier weken er opzaten en de honderdvijftig gul den op me lagen te wachten Maarde verrader slaapt niet. Men heeft een familielid die er van weet, of een zeer vertrouwden vriend. Mogelijk zegt men zelf wel eens teveel tegen hen, die het vertrouwen niet waard zijn. Onder een glaasje bier. Hoe het ook zij, Zaterdag 12 Augustus 1938 wist de heer Reneman, inspecteur van politie te Goes, óók van het geval. Agent Louisse kwam L. K. halen voor een bezoek aan het politiebureau te Goes. De heer Reneman wilde eenige in lichtingen van hem hebben. Het ging over een kleine kwestie „Maar ik gevoelde al dat het mis was, zei K. ons. Wel probeerde ik het tegen mijnheer Reneman te ontkennen, maar toen deze het had over een bezoek dat hij, met mij en A. W., aan de gevangenis te Scheveningen zou brengen, begreep ik wel dat het spel uit was. Men zou daar wel we ten te vertellen wie er vier weken in de cel gezeten had!" WEERBERICHT. Verwachting tot morgenavond: DE BILT: des nachts iets minder koel, plaatselijk ochtendmist, overdag helder tot half bewolkt, droog warm weer, zwakke tot matige N. tot O. wind. UKKEL: Matige wind uit N.O. richtin gen, lichtbewolkte hemel, vrij warm. Do 17 Aug. Zon op: 5 h 46; onder: 20.04 h. Licht op: 21 h 22. Maan op: 9 h 01; onder: 21 h 03. E.K. 21 Aug. Hoog- en Laagwater te Vlissingen: Augustus. Hoogwater. Laagwater. Donderdag 17 S 3.27 15.38 9.53 22.32 Vrijdag 18 4.11 16.27 10.38 23.21 Zaterdag 19 4.59 17.15 11.28 24.07 Westkapelle is 28 min. en Domburg 23 min. vroeger; Veere 38 min. later. (S springtij.) Hoog- en Laagwater te Wemeldinge: Augustus. Hoogwater. Laagwater. Donderdag 17 5.29 17.47 10.57 23.25 Vrijdag 18 S 6.13 18.35 11.45 24.16 Zaterdag 19 6.59 19.17 12.37 De Italiaansche pers dringt aan op directe Poolsch Duitsche onderhandelingen. Reuter meldt uit Rome: De Italiaan sche pers pleit met een eenstemmigheid, die officieele inspirate doet vermoeden, voor directe Poolsch-Duitsche onderhan delingen voor een vreedzame regeling van het vraagstuk-Dantzig. De Giornale d'Ita- lia" schrijft: „Polen heeft bij onderhandelingen met Duitschland niets te verliezen: het kan door oplossing van het vraagstuk-Dant zig tot vriendschappelijke betrekkingen met den grooten buurstaat komen. 'Als het echter oorlog prefereert, zal het zijn geheele bestaan op het spel zetten. Polen moet er aan denken, dat Italië in een al- gemeenen Oorlog zijn plicht zal doen en dat de spil onverwoestbaar als staal is. De democratische per£ spreekt van mogelijke conferenties en van compromis, doch er zijn rechten, voor welker erkenning geen conferentie noodig is en die geëerbiedigd moeten worden. Dat zijn de Duitsche aan spraken op Dantzig en de Italiaansche aspiraties in de Middellandsche zee en Afrika". Dergelijke redeneerigen komen in alle Italiaansche bladen voor. De „Lavoro Fascista" schrijft boven zijn artikel: „De eenige mogelijkheid: onderhandelingen met Duitschland, Geen vreedzame regeling meer mogelijk tusschen Japan en Rusland? Het Japansche telegraaf agentschap Do mei meldt uit Tokio, dat volgens den correspondent te Hsinking (Mantsjoerije) van het groote Japansche dagblad „Nitsji Nitsji Sjimboen", de toestand tusschen Japan en de Sovjet Unie thans dermate gespannen is, dat er geen plaats is voor vreedzame onderhandelingen. Deze cor respondent verklaart, dat alle tusschen de beide landen hangende kwesties door het zwaard moeten worden beslecht. De woordvoerder der Japansche admira liteit te Tokio heeft verklaard, dat de Ja pansche marine niet het voornemen heeft Hongkong te blokkeeren. Er bestaat geen reden voor een dergelijk optreden, zoo voegde hij hieraan toe, en Japan heeft niet de bedoeling nieuwe complicaties uit te lokken met een buitenlandsche mogend heid waarmede het op vriendschappelijken voet staat. DUITSCH MILITAIR VLIEGTUIG LANDT IN ZWITSERLAND. Gisteravond is een Duitsch militair vlieg tuig geland te Fraubrunnen nabij Bern, omdat zijn benzinevoorraad was uitgeput. De bestuurder moet verdwaald zijn ge raakt. Een onderzoek wordt ingesteld. „Even later verscheen ook A. W. voor den inspecteur, ik kou weer naar huis gaan, maar A. W. moest blijven. Maandag is hij naar Rotterdam gebracht om daar zijn vier weken straf te ondergaan. Maarzei L. K„ in Rotterdam is het beter dan in Scheveningen Een lacune? Tot zoover het relaas van L. K. In welke opzichten K. een strafbare handeling ge pleegd heeft, is een vraag voor de Justitie. Voor ons is het echter een vraag: of hier geen groote lacune aan den dag getreden is? Een vraag die o.i. door het bovenstaande relaas voldoende beantwoord wordt. Het moet toch niet mogelijk zijn, dat men ie mand anders zijn straf uit kan laten zitten, alleen door hem een cigarettenkoker, eeni ge papieren, en wat gegevens te verschaf fen! En hoe gemakkelijk is dit niet te voor komen? Door overlegging van behoorlijk afgestempeld of op andere wijze gewaar merkte foto's!'Door het nemen en verge lijken van vingerafdrukken! En dit temeer, omdat gevallen als hier omschreven zelden aan het licht treden maar in de kringen der politie wel vermoed wordt, dat het nogal eens voorkomt. Geen wonder!

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 1