KRONIEK van den DAG.
BINNENLAND.
ZEELAND.
De S. D. A. P. en het
Kabinet-De Geer.
fWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 15 AUGUSTUS 1939. No. 191.
EEN ZOON VAN Z'H VADER.
MIDDELBURG.
De beide soc. dem. minis
ters spreken hun Amster-
damsche partijgenooten
toe.
Men spanne zijn verwach
tingen niet te hoog.
WALCHEREN.
Een denkbeeld van Mussolini!
Als men aan zekere geruchten geloof mag
slaan, is de Italiaansche minister van bui-
tenlandsche zaken, graaf Ciano, door zijn
schoonvader Mussolini naar Duitschland ge
stuurd, om een „matigenden invloed" op de
Duitsche staatslieden uit te oefenen. Thans,
achteraf, verneemt men dit. De besprekin
gen te Salzburg tusschen Ciano en Von Rib-
bentrop zouden op instigatie van den Duce
zijn tot stand gekomen. Dat Ciano ook nog
met Hitier contact zou hebben, was niet
voorzien. Vrijdag al dadelijk namen de be
sprekingen een wending, welke echter raad
pleging van den Führer noodzakelijk maak
te. Zoo kwam dan het bezoek der beide
ministers aan Berchtesgaden tot stand. En
Ciano zou vervolgens nog een langdurig te
lefoongesprek met den Duce hebben ge
had.
Al dit nieuws komt uit Engelsche bron.
De befaamde „welingelichte zijde" heeft het
den scribenten van John Bull in het oor ge
fluisterd.
De tijd, dat de berichtgeving der Engel-
schen zeer, zeer betrouwbaar was, ligt in
middels achter ons. De laatste jaren is ver
scheidene malen gebleken, dat de Engelsche
pers er niet meer voor terugschrikt om
„nieuws" op te disschen, waarvan het va
derschap aan zekere wenschen moest wor
den toegeschreven. Wij willen hiermede
uiteraard niet beweren, dat de merkwaar
dige informaties inzake de besprekingen te
Salzburg en Berchtesgaden dus uit den
duim gezogen zullen zijn; maar wel, dat
men ze met eenlge reserve moet bekijken.
Immers ze komen in de kraam der Engel-
schen te pas. Alle garanties aan Polen, Roe
menië enz ten spijt, hebben de Engelschen
een broertje dood aan de gedachte, dat ze
wellicht binnen afzienbaren tijd de wape
nen zullen moeten opnemen, omdat in dat
vermaledijde Oosten en Zuidoosten van ons
werelddeel de poppen aan het dansen zijn
geraakt. En het lijdt geen twijfel, dat ze
elke gelegenheid zullen aangrijpen, om
„minnelijke schikkingen" te bewerkstelli
gen. Het kan daarom niet toevallig zijn, dat
juist de Engelsche pers wist te vertellen
van den „matigenden invloed" van Musso
lini en zelfs zekere denkbeelden heeft ge
lanceerd, welke een compromis ten aan
zien van de kwestie-Dantzig behelzen. Deze
denkbeelden schijnen ook uit het brein van
den Duce te zijn ontsproten, en een deel
der Engelsche pers, de deftige „Times"
(blad, dat nauwe relaties met de Engelsche
regeering onderhoudt) voorop, maakt daar
nu op min of meer slinksche wijze een
beetje propaganda voor. Volgens de „Ti
mes" komt deze zaak in het kort op het
volgende neer:
De functie van volkenbondscommissaris
van Dantzig zou 31 December a.s. worden
afgeschaft. Polen zou zijn commissaris-ge
neraal vervangen door een speciale „diplo
matieke vertegenwoordiging" tot bescher
ming van de Poolsche oeconomische rech
ten in de Vrije stad. Het statuut van de
Vrije stad zou „op 'n speciale basis" uitge
breid worden. In de komende vijf jaar zou
de douanegrens tusschen Dantzig en het
Duitsche Rijk geleidelijk worden opgeheven.
Het Duitsche Rijk zou bij een internationale
overeenkomst de demilitarisatie van Dant
zig garandeeren, indien Polen zijn munitie
depot op de Westerplatte opheft. Het toe
zicht op de haven zou worden opgedragen
aan een „autonomen" raad, waarin Dantzig,
het Duitsche Rijk en Polen zouden zijn ver
tegenwoordigd.
Geheel anders dan de „Times" oordeelt
de Poolsche pers over dit denkbeeld. Ze
heeft het bereids rondweg van de hand ge
wezen, omdat het op de keper beschouwd
Duitschland het middel in handen zou ge
ven, Dantzig in een tijdsverloop van vijf
jaar kalmpjes binnen te halen. Hoewel aan
deze voorstelling van zaken eenige over
drijving niet vreemd is, zit er een kern van
nuchtere waarheid in: Polen zou het gevaar
loopen, zijn invloed in de vrije stad teloor
te zien gaan.
Intusschen zijn beschouwingen als deze
praematuur, nademaal geenszins vaststaat,
dat de Duce werkelijk het denkbeeld heeft
gelanceerd. Men dient rekening te houden
met de mogelijkheid, dat het een proef
ballonnetje is, dat de Engelschen maar eens
oplaten, omdat, nu ja omdat ze het toch
Naar het Engelsch
door
T. TEN HAVEv. d. MADE.
341.
Hoe heette hij! Van Henslaer? O ja. Een
stijfkop. Het wemelde in het land van zulke
lui- Hij moest plotseling lachen. Voor de
eerste maal schoot het hem te binnen, dat
deze kerel misschien zelf verliefd was op
Hazel. Hij had het tot nu toe zoo druk
met zijn eigen attenties voor haar gehad,
dat die gedachte nog nooit bij hem was op
gekomen, en gaf hem een nog aangenamer
sensatie. Het wierp een geheel nieuw licht
op y?.'1 Hens]aer's houding. Het was niet
moeilijk te raden, wie van hen beiden Hazel
had verloren. Uit Van Henslaer's houding
bleek, dat die was afgewezen.
Slosson vond, dat het er goed voor hem
uitzag. Hij zou Mallinsbee's ondergang be
werken en zijn maatschappij tevreden stel
len, zij het dan ook met eenig persoonlijk
verlies. Hij zou volledig triomfeeren tegen
over dat wezen in Mallinsbee's kantoor: ten
eerste door al Mallinsbee's plannen te ver
nietigen en ten tweede door hem alle kan
sen bij het meisje te ontnemen. Dat was
nog zoo kwaad niet. Hij had er graag nog
een schepje opgedaan, maar voorloopig was
het genoeg. Later, als zijn invloed in
Snake's Fall was gegroeid, zou hij wel weer
zien.
Hazel moest hem toebehooren geheel
en al. Dat had hij zich voorgenomen. Ze
was veel te aardig om zoo maar „los te
loopen", vond hij. Trouwen was uitgesloten,
tenzij hij bigamie pleegde. Trouwens, daar
zou hij toch niet aan gedacht hebben. Nee,
trouwen ging niet. Tot zijn eeuwige spijt
BRAND IN BENZINE- EN OLIE
OPSLAGPLAATS TE HOORN.
Gistermiddag ontstond door onbekende
oorzaak brand in de benzine- en olie-op-
slagplaats van de N.V. Sinfina vereenigde
petroleummaatschappijen, aan het stati
onsemplacement te Hoorn.
Voorbijgangers zagen hoe plotseling een
geweldige vlam uit het dak schoot, waar
na de opslagplaats direct in lichter laaie
stond. Een zware rookkolom leverde een
angstwekkend schouwspel op. Dadelijk
werden politie en brandweer gealarmeerd.
De politie hield het publiek op een afstand
met het oog op het gevaar van een ont
ploffing. Naast de opslagplaats is ril. een
groote benzinetank gelegen.
Het werk van de brandweer werd be
moeilijkt doordat de autospuit aanvanke
lijk weigerde water te geven. Men be
paalde zich tot het nathouden der aan
grenzende opslagplaatsen, waarvan die
van den machinehandel Fremeyer en Wijna
het meeste gevaar liep.
In het brandende pand sprongen af en
toe met een hevigen knal benzinevaten
uiteen, doch ongelukken bleven hierbij ge
lukkig achterwege.
De opslagplaats, welke van zink was op
getrokken, brandde geheel uit, terwijl de
belangrijke voorraad olie en benzine ver
loren ging.
De machine-opslagplaats van de firma
Fremeyer en Wijna brandde voor een ge
deelte uit. De waterschade is hier groot.
In beide gevallen wordt de schade door
verzekering gedekt.
MEISJE IN ZWEMBAD VERDRONKEN.
Gistermiddag is het veertienjarige meis
je M. Sijstermans in het zwembad de Hit
jesvijver te Heerlerheide verdronken. Het
meisje, dat niet zwemmen kon, wilde een
bal, die langs den kant van het bad
dreef, uit het water halen. Zij ging op de
gladde cementen glooiing staan, gleed uit
en kwam in het diepe water terecht. On
middellijk sprong haar tante, mejuffrouw
H. de drenkelinge na en het gelukte haar
het kind boven water te halen. Maar om
dat zij niet tegen de gladde helling op
kon, moest zij het kind weer loslaten. In
middels was de pachter van het bad met
een plank toegesneld, maar heb gelukte
hem niet, tante en nichtje uit het water
te halen. S. heeft toen een paal genomen
en mejuffrouw H. kon hiermede op het
droge komen. Zij sprong onmiddellijk weer
in het water, om haar nichtje boven te
brengen. Zij heeft het meisje opgehaald
en met behulp van de paal op den kant
gebracht. De levensgeesten waren reeds
geweken. Het zwembad, waar onvoldoen
de toezicht was, is gesloten.
VOOR 2000 AAN GOUDEN
SIERADEN ONTVREEMD,
Een oude dame, die in de Kinderdijk
straat te Amsterdam een kamer op de
vierde verdieping bewoont, heeft bij de
politie aangifte gedaan, dat haar gouden
sieraden, welke een waarde van ongeveer
tweeduizend gulden vertegenwoordigen,
uit die kamer zijn ontvreemd. De politie
staat tot heden voor een raadsel.
WIELRIJDER OP ONBEWAAKTEN
OVERWEG TE WOUW DOOR TREIN
GEGREPEN.
Slachtoffer was op slag doodi.
Gistermiddag omstreeks 5 uur is de 60-
jarige J. de Greef uit Wouw, toen hij per
rijwiel den onbewaakten overweg alhier
passeerde, door den trein uit Vlissingen
welke op weg was naar Roosendaal, ge
grepen.
Het slachtoffer werd omstreeks hon
derd meter meegesleurd en was op slag
dood.
Het uitzicht ter plaatse is slecht. Een
wachthuisje, dat' niet meer als zoodanig
dienst doet, doch hetwelk wel bewoond
wordt, beperkt het zicht aanzienlijk. Na
enkele oogenblikken vertraging heeft de
trein de reis voortgezet.
wel heel erg zouden vinden, in den oorlog
te moeten gaan om Dantzig. En wie zal hen
zonder meer ongelijk geven?
was hij al getrouwd.
Hazel was zeer aantrekkelijk. Hij kon
zich best indenken, dat mannen dwaasheden
voor haar begingen. Hem was zooiets ook
eens overkomen, en dientengevolge vond
hij trouwen iets onzinnigs. Vrouwen be
schouwde hij als een prooi, waar hij recht
op had. En behalve dat Hazel zeer aan
trekkelijk was, zou het allerprettigst zijn,
zich op die wijze op haar vader en dien
ander te wreken. Hij lachte weer. Het was
vreemd: hoe mooier een vrouw was, des
te dommer was ze ook.
Vervuld van zulke gedachten, reed hij
naar de kolengroeven.
Met zijn spleetoogen tuurde hij naar alle
zijden den horizon af. Hij zocht naar het
lichtbruine figuurtje op haar bruine mer
rie. Hij dacht nu nergens meer aan; al het
andere was op den achtergrond geschoven,
en hij gaf zich in gedachten geheel over aan
zijn verlangens.
Plotseling schoot het hem te binnen, dat
het nergens voor noodig was naar de kolen-
groeven te gaan. Zijn verlangens naar het
meisje overheerschte alles. Waarom zou hij
niet dwars oversteken naar het Westen en
haar opvangen, als ze van de boerderij
kwam? Ze moest zoo komen en hij kon
haar niet misloopen.
Hij keek op zijn horloge. Ze hadden over
een half uur afgesproken. In tien minuten
zou hij bij de groeven zijn, zoodat hij dan
twintig minuten zou moeten wachten.
Dit scheen hem in zijn huidige stemming
een onmogelijkheid. Dus keerde hij zijn
paard Westwaarts en keek nog scherper
naar het meisjesfiguurtje uit.
Misschien was Hazel laat, of misschien
reed Slossin sneller dan hij dacht. Hoe het
ook zjj, de grootere heuvels waren al in het
zicht, toen hij de bruine merrie met haar
kostbaren last ontdekte. Hazel zag hem ook
DE KANTOORHOUDER UIT IJZENDIJKE
IN VRIJHEID GESTELD.
Naar wij vernemen, is de kantoorhouder
der posterijen te IJzendijke, G., die eenigen
tijd geleden werd aangehouden als verdacht
van valschheid in geschrifte, in vrijheid ge
steld.
JUBILEUM VAN DEN HEER POTS.
Heden was er een feestelijke bijeenkomst
in het filiaal van de firma Kreijmborg
Co. in de Lange Delft alhier, ter gelegen
heid van het 40-jarig jubileum van den
heer U. J. Pots, chef van het filiaal.
Reeds vroeg in den morgen werden
bloemstukken gezonden van hen, die het
„met bloemen" wilden zeggen en later kwa
men de jubilaris en zijn familie samen met
het personeel.
Namens de leden van het personeel en
het oud-personeel van het filiaal te Mid
delburg en van dat te Vlissingen voerde
als oudste het woord de heer F. J. van Gie-
zen, die den heer Pots hartelijk geluk-
wenschte met zijn 40-jarig feest en er op
wees hoe men steeds aangenaam met en on
der hem heeft samengewerkt. Spr. hoopte,
dat de heer Pots nog vele jaren zijn arbeid
zal mogen voortzetten als chef van het fi
liaal.
De woorden gingen vergezeld van een
blijvend souvenir.
Ook van vele andere zijden mocht de ju
bilaris telegrafische, schriftelijke en mon
delinge gelukwenschen in ontvangst nemen.
DE ZEEUWEN NAAR HET ZUIDEN.
Het gezelschap van 18 dames en heeren, dat
Zaterdagmorgen naar de Rivièra vertrok
om op de folklorische feesten te Nice Zee
land te vertegenwoordigen, kwam des mid
dags na een reis in een gereserveerde coupé
van een stampvollen trein, te Parijs aan.
Men had gelegenheid een autotocht door
een deel van de Fransche hoofdstad te ma
ken. Meermalen werd het vroolijke gezel
schap vanwege de costuums door groepjes
nieuwsgierigen omringd.
Van Parijs af waren de Zeeuwen de gas
ten van het Comité voor de folklore en
met een der Nederlandsche dames van dat
Comité werd te ongeveer 9 uur Zaterdag
avond de reis naar Nice voortgezet, waar
men ongeveer 14 uur later aankwam.
DE STATIONSBRUG HAPERDE.
Toen de trein van 17.21 gisteren met
eenige minuten vertraging in de richting
Vlissingen was vertrokken, wilden de brug
wachters de Stationsbrug openen om en
kele vaartuigen door te laten. De boomen
gingen gewoon naar beneden, doch het
wilde niet lukken electrisch de brug los te
krijgen. Men moest na eenig sukkelen de
handkracht toepassen en daarbij bleek, hoe
mede door het schilderen de daartoe noo-
dige onderdeelen wat stroef waren gewor
den. Het duurde etfnige minuten voor de
brug kon gaan draaien. Dat ging verder
normaal, maar bij het dichtdraaien trad
weer een hapering op en het vastzetten
moest weer met de hand geschieden. Intus
schen verliep de tijd snel en naderde de
stationsklok steeds meer het uur van ver
trek van den sneltrein naar de richting
Goes. Zeer velen stonden daarop te wach
ten en werden zeer ongeduldig, toen ook
de boomen electrisch niet op te krijgen wa
ren. Er volgde, eerst door militairen, daar
na door burgers en tenslotte ook door ver
schillende leden van het zwakke geslacht
een klimpartij over de boomen. Eindelijk
lukte het de boomen te doen rijzen, nog
vóór de trein aankwam. Het was niet pre
cies verheffend, dat verschillende ongedul-
digen zich met minder vriendelijke woorden
tot de brugwachters wendden, die alles de
den om het oponthoud zoo kort mogelijk
te doen zijn. Intusschen waren aan beide
zijden van de brug heele lange rijen auto's
en andere voertuigen en tallooze rijwielen
samen gekomen, waarvan de bestuurders
wedijverden met de voetgangers in onge
duld. De politie had haar handen vol om
alles weer in goede banen te leiden.
Eenigen tijd later was de electrische be
weging van de brug weer in orde.
CONCERT OP DE MARKT.
Voor het concert dat het Middelburgsch
Muziekkorps morgenavond voor de buurt-
commissie-Markt geeft, tijdens de stadhuis
belichting, en beginnende te 9 uur, bevat
De slagen van het lot, waaraan wij
niets veranderen kunnen, laten zich
gemakkelifk dragen; maar wee den
mensch, die geheel door eigen schuld
zijn levensgeluk verstoort.
Wi
en hield het paard in om hem op te wach
ten. En even later hoorde ze zijn ruwen,
familiairen groet.
„Hallo! Er is nog nooit een vrouw ge
weest, die zich aan tijd kon houden. Ik
dacht, ik zal maar eens gaan kijken, mis
schien is ze wel verdwaald."
Hij was naderbij gekomen en met steel-
sche blikken nam hij haar van het hoofd
tot de voeten op.
„Maar u bent heelemaal niet bij de groe
ven geweest", protesteerde Hazel, zijn blik
ontwijkend. „U bent dwars door het land
gekomen. Het is nog niet zoo laat."
Ze trok haar handschoen uit en hield hem
haar horloge voor om het te bewijzen.
Hij greep haar hand en deed alsof hij
op haar horloge wou kijken. Zijn oogen
flikkerden gevaarlijk. Hazel bemerkte het
niet dadelijk. Toen trok ze haar hand met
een ruk terug en ze lachte niet meer.
Slosson keek op.
„Uw horloge gaat niet gelijk", verklaarde
hij grijnzend met een poging om grappig
te zijn; maar hij slaagde er niet in zijn ge
voelens te verbergen.
Hazel lachte weer en schudde haar hoofd.
„Het gaat wel goed", zei ze. „Maar kom
nu mee, anders is het te laat. Ik heb daar
ginds een jong paard, dat nog nooit ge
zadeld is geweest en dat tot nu toe nog
steeds heeft los geloopen. Als de jongens
met de andere klaar zijn, zal ik het berij
Naar aanleiding van het feit, dat voor het
eerst in de parlementaire geschiedenis van
ons land sociaal-democraten zitting hebben
in het kabinet, heeft gisteravond de federa
tie Amsterdam van de S.D.A.P. twee verga
deringen gehouden, waarin als sprekers zijn
opgetreden eerst de partij-voorzitter, de
heer K. Vorrink, en na hem de beide soci
aal-democratische ministers, ir. J. W. Al-
barda en dr. J. v. d. Tempel.
De heer K. Vorrink over: Nieuwe
perspectieven voor de Nederlandsche
politiek.
De heer Vorrink begroette in zijn rede
met vreugde en voldoening dit keerpunt in
de geschiedenis van ons land. De S.D.A.P.
zoo zeide hij, ontveinst zich niet dat zij
hiermede een zware verantwoordelijkheid
heeft aanvaard. Het politieke leven onder
leiding van dr. Colijn was hopeloos vastge-
loopen, nadat zijn opeenvolgende kabinetten
zich door telkens minder kracht geken
merkt hadden; het is, aldus spr., onze
hartstochtelijke wensch, dat de coalitie nu
voorgoed in ons land begraven zal zijn door
de scherpe tegenstellingen tusschen en in
de deelnemende partijen. De coalitie-poli
tiek vormde een beletsel voor het lenigen
van de nationale nooden van ons volk en
werkte het extremisme in de hand. Het
vijfde kabinet-Colijn vertegenwoordigde een
maatschappelijk systeem en een maatschap
pelijke denkwijze, waaraan alle perspectief
vreemd is.
Dat het voeren van den strijd voor een
nieuwe wereldorde in dezen tijd al buiten
gewoon moeilijk is, is allerminst reden om
hem op te geven of met minder kracht te
voeren. Deze strijd tusschen het conserva
tisme en het streven naar vooruitgang tee
kent zich in alle partijgroepeeringen af, bij
de r.k. staatspartij zoowel als in de Chr.
historische unie, bij de anti-revolutionnai-
ren en zelfs bij de liberalen. Dit groeiend
besef, dat in aanpassing en bezuiniging niet
de hoogste wijsheid gelegen is, moest aldus
spr. tot een breuk leiden. Het vierde kabi
net-Colijn heeft van den aanvang af ge
kraakt en is tenslotte aan zijn eigen tegen
stellingen bezweken.
Toen de breuk zich openbaarde, was de
S.D.A.P. gereed, zoowel wat betreft haar
oeconomisch program als politiek. Zij heeft
geleerd de verantwoordelijkheid voor de
toekomst te dragen, niet alleen voor haar
klasse maar voor het geheele Nederland
sche volk. Dat zij in het verleden loyale op
positie gevoerd heeft, berouwt haar thans
niet. Op de vraag, of thans, nu de S.D.A.P.
in de regeering treedt, het groote wonder
gebeuren zal, antwoordt spr.: Men heeft
geen wonder noodig om vast te staan in zijn
beginsel. Nederland is in de afgeloopen we
ken ontsnapt aan het gevaar van vernieti
ging van de politieke belangstelling van
ons volk en aan ltet gevaar van het zich
breed maken van een bijgeloof aan de on
misbaarheid van Colijn. Honderdduizenden
stemt ons deelnemen aan de regeering
hoopvol; gesteund door het groeiend ver
trouwen van ons volk zullen wij deze plaats
handhaven.
Minister Van den Tempel aan
het woord.
Na de pauze spraken in het Concertge
bouw de beide sociaal-democratische minis
ters, die, vergezeld van hunne echtgenoo-
ten, met opgeheven vuist de zaal betraden,
terwijl de vergadering hun de Internatio
nale toezong.
Dr. J. van den Tempel, de nieuwe minis
ter van sociale zaken, wijdde een kort
woord aan het aanvaarden van de minis
ter-zetels door de sociaal-democraten. In
een brandend Europa met het fascisme voor
de poort, aldus spr., mochten wij het dragen
van regeeringsverantwoordelijkheid niet af
wijzen. Onder den druk van den tijd staan
wij voor ontzettende problemen. De positie
van Nederland en zijn overzeesch gebied is
daarbij in het geding. Als voortrekkers naar
een betere toekomst konden de sociaal
democraten niet terzijde blijven. Over de
hoofden van deze vergadering heen deed
spr. een beroep op allen, die in den lande
van goeden wil zijn, om met de hulp van
staat en gemeente de werkloosheid, een der
groote problemen van onzen tijd, te bestrij
den. Als de basis van dit kabinet niet bree
der is, dan is dit niet onze schuld, aldus spr.
Immers zoo groot mogelijke samenwerking
van allen, die vooruitstrevende beginselen
zijn toegedaan.
Evenmin als zijn ambtgenoot, dr. Van
den Tempel, wilde minister Albarda, de
nieuwe bewindsman van waterstaat, een re-
geeringsprogram ontvouwen. Zijn bedoeling
was slechts afscheid te nemen als gekozen
vertegenwoordiger van Amsterdam in het
parlement. Spr. dankte voor het vertrou
wen en wenscht te deelen in aller blijdschap
nu de slagboom verdwenen is, welke de
arbeidersbeweging den weg versperde.
Nieuwe politieke toestanden zijn geschapen,
die schoone perspectieven openen. De laat
ste jaren waren voor de S.D.A.P. zeer zwaar,
doch de partij heeft zich gehandhaafd en
vernieuwd. Thans neemt zij een betere
plaats dan ooit in het politieke leven van
ons volk in.
Spr. bracht hulde aan de breede opvat
ting van de Koningin (teekenen van in
stemming) en aan de vasthoudendheid van
den formateur jhr. De Geer, die ondanks 'n
storm van critiek, de waarde der soc. dem.
arbeidersbeweging in deze moeilijke tijden
heeft erkend.
Minister Albarda waarschuwde tenslotte
voor te hoog gespannen verwachtingen, wel
ke op te grooter teleurstellingen zouden
uitloopen, maar gaf de verzekering, dat de
nieuwe regeerders hun uiterste best zullen
doen, daarbij niet allereerst een politiek,
maar vooral een psychologisch doel nastre
vend. Moedeloosheid en wanhoop dienen uit
ons volk te worden verbannen om weer
plaats te maken voor levensblijheid en ver
trouwen in de toekomst.
het programma weder verschillende gaarne
gehoorde nummers, o.a. Heinzelmannchen's
Wachtparade van K. Noack.
DOMBURG. Zaterdagavond is op het
Badpaviljoen gecollecteerd voor de Noord
en Zuid-Hollandsehe Reddingmaatschappij,
het z.g. Dorus Rijkersfonds.
De zee, die de badgasten zooveel genot
schenkt vraagt ook offers op haar tijd en
de aanwezigen offerden nu 84 ten behoe
ve van de sympathieke instelling die in dit
verband zoo dikwerf wordt genoemd.
GAPINGE. Zaterdagmiddag werd alhier
onder leiding van „de Oranjevereeniging"
en begunstigd door schitterend weer, in blij
de en opgewekte stemming de geboorte van
Prinses Irene gevierd. De feesten, welke
gehouden werden op een daartoe welwil
lend, door den heer M. Goedbloed, beschik
baar gestelde weide, gelegen in de kom
van het dorp, werden met een feestrede,
uitgesproken door den voorzitter der Oran
jevereeniging, den heer Jac. Suurmond, ge
opend. Direct daarna ving op een gedeelte
van het feestterrein de ringrijderij te paard
aan. Hiervoor hadden zich 16 ruiters opge
geven, terwijl op een ander gedeelte van
het terrein, diverse kinderspelen voor jon
gens en meisjes van 6 tot 14 jaar, werden
gehouden, o.m. bestaande uit blokjes rapen,
vlaggetje steken, zakloopen, roosje pluk
ken, koekhappen, hindernis loopen enz., ter
wijl daarna door ouderen deelgenomen
werd aan ring- en hindernisrijden per fiets.
Voor alle spelen bestond groote deelname,
terwijl ook de publieke belangstelling groot
was. De uitslag van ringrijden te paard
was als volgt: le prijs P. Langebeekè met
12 r., 2e pr. A. Goedbloed 12 r.; 3e pr. J.
Vos 10 r., 4e pr. C. Vos 8 r.; 5e pr. A. van
Tatenhove 8 r„ 6e pr. P. Vos, 8 r.; 7e pr.
B. Arendse 7 r.; 8e pr. L. Wondergem 7 r.;
9e pr. A. Wondergem 7 r.; 10e pr. A. Ver-
sluijs 7 r.; lie pr. P. Dekker 7 r.; 12e pr.
den om u een genoegen te doen. Gelieve
dit bewijs van mijn gunst wel te willen
waardeeren."
En in stevigen draf sloeg ze de richting
naar de heuvels in.
„U durft!" riep Slossen bewonderend.
„Is het nog nooit eerder gezadeld?"
„Nee en het heeft steeds los geloopen",
antwoordde Hazel, opdat haar avontuur
tot zijn volle recht zou komen. „Hij is van
morgen op mijn orders uitgezocht uit en
kele driejarige prairiepaardjes. U zult hem
eens zien springen niet steigeren", voeg
de ze er ondeugend aan toe.
„Dat kunt u maar niet vergeten, hè?"
vroeg de man met eenigen trots. „Ik had
het op dat paard kunnen uithouden, al
had het 'k weet niet hoe lang doorgestei-
gerd. Ik laat me niet door een meisje op
mijn kop zitten."
„Meisjes tellen voor u zeker niet? U be
schouwt hen zeker als onnoozele ganzen
zonder hersens? Zoo zijn sommige man
nen."
„Het hangt van het meisje af."
„U denkt misschien dat ik geen hersens
heb."
Slosson keek haar met een veelbeteeke-
nend lachje aan en zei speelsch: „Soms heb
ik er wel iets van gemerkt."
„Dank u. U ziet blijkbaar scherp. Zwarte
oogen zijn meestal scherp. Ik vraag me af,
hoeveel hersens ze mij toedenken."
„Ik zou zeggen, dat ik heb opgemerkt,
dat u David Slosson als gezelschap om u
heen duldt, als u uit rijden gaat. Dat ge
tuigt op zichzelf van hersens."
Hazel keek hem strak aan. Iemand, die
minder ijdel geweest was zou zich mis
schien hebben afgevraagd, wat haar eerste
blik beduidde. Doch Slosson lette alleen op
den lach, die daarop volgde.
„Duldt, inderdaad", riep ze op een toon,
die geen beleediging inhield. Daarop ver
anderde ze plotseling van onderwerp en
vroeg terloops: „Zijn de zaken op het kan
toor afgehandeld?"
Slosson's oogen wérden hard. Bij de her
innering aan Gordon joeg er weer een golf
van drift door hem heen.
„Dat is afgeloopen", zei hij schor.
Hazel keek verschrikt op, er was angst
in haar oogen. De man zag het en hij ver
gat alle voorzichtigheid. Hij maakte zich
weer kwaad en riep:
„Hazel, ik zal je eens wat vertellen. Je
vader is niet goed wijs. Nou ja, zoo erg
bedoel ik het niet. Ik bedoel, dat hij niet
wijs is, dien jongen zijn zaken te laten
beheeren. Hij heeft de kip met de gouden
eieren geslacht. We hebben de onderhan
delingen afgebroken. Dat is alles. De spoor
weg heeft Buffalo/ Point niet noodig."
Hazel was even niet op haar hoede. „Maar
wat heeft Gordon dan gedaan", riep ze uit.
„Vader had hem instructies gegeven. U
moest een voorstel doen en dat zou in over
weging worden genomen!"
„Wat Gordon gedaan heeft?" De oogen
van den man vonkten van woede. „Dus hij
heet Gordon. Hij is Gordon, hè?" Al zijn
gal kwam weer naar boven. Zijn ongezonde
gelaatstrekken waren vertrokken van drift.
„Hij heeft me uit het kantoor gestuurd
en gezegd, dat ik naar den bliksem kon
loopen. Die snotneus heeft alles voor je
vader bedorven. Zoo, dus 't is Gordon, hè.
Voor ieder ander heet hij Van Henslaer,
maar voor jou heet hij „Gordon". Daarom
was hij zoo tegen mij; dat dacht ik al.
Hij heeft de boel netjes verknoeid. Ik heb
er genoeg van en ik zweer je, dat de spoor
weg heusch geen verdere moeite voor Buf
falo Point zal doen."
(Wordt vervolgd)-