Hoofdpijn
Hartjes
ZEELAND.
KRONIEK van den DAG.
BINNENLAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCUE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCUE CRT.) VAN DINSDAG 1 AUGUSTUS 1939. No. 179.
EEN ZOON VAN Z'N VADER.
Herdenking van de
mobilisatie 1914.
VAN MIJNHARD!
MIDDELBURC.
VLISSINGEN.
WALCHEREN.
Militaire bedrijvigheid in
het protectoraat.
De politieke togstand in ons werelddeel
is de laatste weken kalm geweest, veel kal
mer dan ruim een maand geleden, toen er
weer eens onmiddellijk onheil scheen te
dreigen. Was dat dreigende onheil min of
meer schijn, op het oogenblik is de kalmte
meer schijn dan wezen. Onder het rustige
oppervlak van den politieken toestand
broeit feitelijk nog evenveel als in het laatst
van Juni. Op de keper beschouwd, veran
derde er vrijwel niets. Al de problemen wel
ke een bedreiging vormden van den vrede,
zijn blijven bestaan. Noch de kwestie Dant-
zig, noch de diverse vraagstukken in het
gebied der Middellaoïdsche Zee, kwamen
ook maar iets dichter bij een oplossing. En
de bewapeningswedloop c.a. duurt onver
minderd voort, evenals de militaire bedrij
vigheid in tal van landen.
Wat dit laatste betreft, trekken sinds eeni-
ge dagen zekere gebeurtenissen in Duitsch-
land en dan vooral in het protectoraat (Bo-
hemen en Moravië) de aandacht. Naar men
gister uit Praag aan de „N. R. C." meldde,
worden thans groote militaire voorberei
dingen getroffen in dat deel van het protec
toraat, dat aan Polen grenst. Zelfs heeft
men over een grooten afstand prikkel
draadversperringen langs de Poolsche grens
aangebracht.
Ook economische maatregelen worden op
uitgebreide schaal getroffen. Zoo hebben op
vele plaatsen de Duitsche autoriteiten den
boeren gelast, oogenblikkeljjk met het
maaien van het graan te beginnen, ook
dan, wanneer dit misschien nog niet rijp
mocht zjjn. Evenals naar de streken om
Brno, Jihlava en Olomouc, zijn ook naar
het gebied van Ostrava groepen Duitsche
studenten gedirigeerd, om bij den oogst te
helpen. Met het binnenhalen daarvan houdt
echter hun politieke taak niet op. Voor elk
dorp leggen zij een zoogenaamde „Dorf-
mappe" aan, in welke topografische schets
niet alleen de woonplaatsen van alle inge
zetenen, maar ook gegevens betreffende
hun herkomst zijn opgenomen. Naast deze
kaart wordt dan tevens een kadaster der
inwoners aangelegd, en wel aan de hand
van formulieren, die vragen behelzen aan
gaande het aantal stuks vee, omvang van
den oogst, aantal werkkrachten, machines,
etc. in elk boerenbedrijf afzonderlijk, maar
ook aangaande de richting, waarin de boer
belangstelling toont voor boeken en radio.
Met den aanleg van versterkingen heeft
men het het drukst in het gebied van Ostra-
va. Alle rijwegen naar de Poolsche grens
worden verbeterd en gerepareerd. In scho
len worden bedden opgeslagen en stroozak-
ken neergelegd, van de huizen, waar in
kwartiering mogelijk is, worden lijsten aan
gelegd. Daarnaast bereidt de Gestapo in alle
stilte de ontruiming van Centraal-Moravië
door de burgerbevolking voor.
Het hierop aansluitend deel van Ooste
lijk Moravië wemelt van Duitsche troepen
formaties, die nog voortdurend versterkt
worden. Ook de aanvoer van materiaal gaat
onafgebroken voort. Nog daargelaten aan
zienlijke nachtelijke troepenverplaatsingen
langs de wegen, passeerden alleen in twee
nachten 39 militaire treinen het station
Praag-Liben, en 14 het kruispunt Lysa.
Inmiddels trachten Gestapo en nationaal-
socialistische kringen aan den overkant der
Poolsche grens reeds een zekere stemming
te maken. Hiertoe worden Tsjechische ar
beiders gebruikt, die in het Protectoraat
wonen, doch in Poolsche mijnen of fabrie
ken werken. Met allerlei dreigementen
dwingt men hen, tegenover hun Poolsche
kameraden de meening uit te spreken, dat
Duitschland zeer binnenkort verandering
gaat brengen in den stand van zaken in het
gebied van Silezisch Teschen. Het vroegere
Tsjechoslovaaksche gebied, dat de Polen
konden bezetten door gebruik te maken
van den nood waarin Praag zich na het
vonnis van München bevond, zou slechts
„een geschenk van Hitier" geweest zijn,
aan een mogendheid, waarmee Duitschland
een vriendschapsverdrag had loopen. Nu
echter dit verdrag niet meer bestaat, zou er
ook geen reden voor een geschenk zijn, zoo
dat het onderhavige gebied zoo gauw mo
gelijk onder het gezag van het Rijk behoor
de te komen. Om de Tsjechen voor deze le
zing te winnen, wordt aanvullend het praat
je rondgestrooid, dat het gebied van Te
schen bij het Protectoraat zal worden ge
voegd.
Het spreekt welhaast vanzelf, dat al de
ze dingen vooral onder de Tsjechen groote
bezorgdheid baren, al mag er zeer zeker
Naar het Engelsch
door
T. TEN HAVE- v. d. MADE.
22).
Daarna werd hij weer ernstig, en ver
volgde:
„Weet u, ik ben in een soort broeikas
opgevoed, of liever gezegd ergens, waar de
ruwe wind van het moderne leven niet
door kan dringen en daardoor liet ik me
zoo makkelijk vangen door dien oplichter
in den trein. En daardoor kwam ik op mijn
hoofd in Snake's Fall terecht. Maar ik kan
u wel vertellen, dat ik in zes maanden hon
derd duizend dollar moet verdienen en dat
ik dat doen zal op welke manier dan ook.
Ik sta nergens voor. Het lukt me of ik
zie mijn vader nooit terug. Begrijpt u? En
u weet misschien, wat die jeugdige trots
en egoïsme van iemand van vier en twintig
zeggen wil. Kunt u zich indenken, wat het
voor een jochie beteekent om een waag-
halzentoer te doen, waarbij hij zijn nek kan
breken? Zoo sta ik er nu ook voor; het be
teekent voor mij erop of eronder".
Het meisje knikte en antwoordde niet
dadelijk. Ze staarde voor zich uit in de
verte naar een punt, waar het wemelde
van drukke figuurtjes. En dezelfde gedruk
te stemming van het begin van hun rit
scheen zich weer van haar te hebben mees
ter gemaakt. Gordon merkte het en het
speet hem. „Zeg eens, u piekert ergens
over", zei hij. „Ik zag het vanmorgen al,
toen ik kwam".
Het meisje probeerde zijn vraag luchtig
af te wimpelen.
„IN HET ZEEUWSCHE LAND.'
Op 12 en 26 Augustus a.s. zal de heer
G. Houtekamer te Kloetinge lid van het
hoofdbestuur der A.N.V.V. via de Phohi,
voor onze overzeesche gewesten voor
drachten houden, getiteld: „In het Zeeuw-
sche land."
PLEZIERVAARTUIG OVERVAREN EN
GEZONKEN.
Opvarenden gered.
Maandagmiddag omstreeks half een is
op het Sneekermeer een zeven-meter lange
motorboot, gehuurd van den heer Drijver
te Leeuwarden, door de stoomboot „Water
sport 2", eveneens thuisbehoorende te
Leeuwarden, overvaren.
In de motorboot zaten een dame, haar
echtgenoot en een vriend. De aanvaring ge>
scniedde met zulk een kracht, dat de boot
in zeer korten tijd zonk.
Met groote moeite werden de drie. op
varenden door personen op de stoomboot
gered.
Een deel van de boot steekt boven wa
ter uit. Van lichten was gisteren bij den
hrachtigen wind en den sterken golfslag
geen sprake. De boot ligt niet ver van het
groote scheepvaartwater.
Nadat de drie „schipbreukelingen" zich
in het paviljoen aan het Sneekermeer van
droge kleeren hadden voorzien, zijn zij
naar Leeuwarden teruggekeerd.
TWEE LANDBOUWSCHUREN EN EEN
WONING AFGEBRAND TE MIEKLO.
Gistermiddag heeft te Mierlo (N.B.) een
felle brand gewoed. Door onbekende oor
zaak ontstond bij den landbouwer V. brand
in de groote schuur, welke gevuld was met
stroo. In een oogwenk was de schuur een
brandende fakkel gelijk. Van hier sloeg 't
vuur over naar de woning van den arbei
der K. een vroegere boerderij aan de Markt
straat.
Het dak van stroo van deze woning vatte
eveneens vlam en in weinige oogenblikken
was de woning met de er achter gelegen
schuur een vuurzee. Aan redden viel niet te
denken en de geheele inboedel werd een
prooi der vlammen. Ternauwernood kon de
vrouw van K. een driejarig kind uit de
brandende woning redden.
De intusschen gerequireerde brandweer
moest zich tot nablussehing beperken. Zij
heeft een gedeelte van de muren der af
gebrande perceelen omvergehaald.
SCHEEPSJAGERTJE SLACHTOFFER VAN
ZIJN BEROEP.
Aan het ruiten A-kanaal onder de ge
meente Sellingen is gistermiddag een tra
gisch ongeluk gebeurd, waarbij een 14-ja-
rige scheepsjager is gedood. De jongen liep
achter zijn paard, dat een schip trok, toen
het tuig plotseling brak. De knuppelstok,
waaraan de jaaglijn was bevestigd, schoot
los en sloeg den jongen tegen de borst. De
jongeman was vrijwel onmiddellijk dood.
DE LKIDSCHK STADHUISSCHUTTING
BEGAF HET.
Man getroffen,
Gistermiddag is de schutting, welke sedert
den stadhuisbrand in 1929 langs de Bree-
straat te Leiden staat, tengevolge van een
rukwind over een lengte van ongeveer
twintig meter omvergewaaid.
In de drukke straat werd één voorbij
ganger, de 62-jarige gepensioneerde spoor
wegbeambte J. B„ door het vallende hout
getroffen. De man werd door den eersten
hulpdienst in bewusteloozen toestand naar
het St. Elisabethsziekerihuis overgebracht,
waar bleek, dat hij een hersenschudding en
een gecompliceerde beenbreuk had opgeloo-
pen. Zijn toestand baart zorg.
Op last van de gemeentelijke autoriteiten
zal de schutting rond het geheele stadhuis,
waarvan het exterieur nagenoeg geheel
voltooid is, worden verwijderd. Door de ra
vage moest het verkeer worden omgelegd.
Alleen het tramverkeer werd gehandhaafd.
niet zonder meer uit geconcludeerd wor
den, dat de Duitschers er steevast op re
kenen, dat binnenkort een oorlog zal uit
breken. Soortgelijke maatregelen als in Bo-
hemen en Moravië zjjn en worden tenslotte
ook in tal van andere landen genomen.
Overigens neemt dat weer niet weg, dat
het een met het ander maar griezelig is.
„Nee hoor", zei ze hoofdschuddend. „Va
der zal al gauw midden in de drukte zitten
en u ook".
Maar Gordon liet zich niet zoo gemak
kelijk afschepen. Hij kwam dichter naast
haar rijden en zei vastberaden:
„Er is wel iets, dat u hindert", en ver
volgde iets luchtiger: „Ik zal eens raden,
't Is een man, hij heeft een witgekalkt
gezicht en zwart glimmend haar. Hij heeft
een neus, waar je niet graag tegen op zou
botsen en wat zijn kleeren betreft nou,
daar zou een blindeman zelfs niet naar wil
len kijken".
Het meisje keek hem scherp aan.
„Waarom denkt u dat?"
Gordon lachte triomfantelijk.
„Dat weet ik zelf niet precies".
„U bedoelt David Slosson?", vroeg ze
uitdagend.
„Ja, die schurk van de spoorwegen".
„Een ellendig wezen".
„Ja, die u lastig heeft gevallen, vanaf
het moment, dat hij in Snake's Fall kwam".
Ze keek hem verbaasd aan en zei toen:
„Daar raadt u naar. Dat kunt u niet
weten".
„Misschien wel. Maar", vervolgde hij half
geamuseerd, „een meisje loopt zoomaar
niet weg, als iemand tegen haar praat,
tenzij ze aan hem een grooten hekel heeft".
„Dan hebt u dus gezien, dat hij me tegen
hield in de Hoofdstraat gisteren?"
„Ja", en na eenige oogenblikken ging hij
voort: „Vertel me alles eens. We varen im
mers toch in hetzelfde schuitje".
Een oogenblik keek Hazel hem recht in
de oogen. Ze dacht snel na. Ze had inge
zien, wat Gordon haar wou doen begrijpen,
n.l. dat hij geen dwaas was. Ze zag het
KAPITALE BOERDERIJ AFGEBRAND.
Gistermiddag was men op de boerderij
van den heer J. Lont in de Berkmeer te
Heer Hugowaard, bezig met het uithalen
van den hooiberg, daar het hooi broeide
Tjjdens dit werk vatte het hooi vlam en
weldra sloeg het vuur aan alle kanten uit
Daar het hier een Noordhollandsche boer
derij gold, waar woning en bedrijf onder
één kap liggen, werd ook het woonhuis
spoedig aangetast door vlammen. De ster
ke wind wakkerde het vuur hevig aan,
zoodat de brandweer, die met de motor
spuit uitrukte, voor een hopelooze taak
stond. De kapitale boerderij brandde .tot
den grond af.
BOERENHOFSTEDE DOOR BLIKSEM
GEROFFEN EN AFGEBRAND.
Zondagnacht is de bliksem geslagen in de
boerenhofstede Buitenhorst, gelegen aan 't
Boekend onder de gemeente Blerick.
Alhoewel de brandweer spoedig ter plaat
se was, kon zij wegens gebrek aan water
niets uitrichten. Huis en inboedel gingen
verloren. Alles was verzekerd.
VISSCHERSBOOT BIJ MARKEN
GEZONKEN.
i
Gistermorgen is een Harderwijker vis-
schersvaartuig, de HK 33 door een bui over
vallen en gezonken. De opvarenden werden
na een half uur gered door een andere Har
derwijker, die hen behouden aan wal
bracht.
Naar gissing ligt de botter op ongeveer
52 graden 31 minuten N.B. en 0 graden 33
minuten O.L. van Amsterdam.
De mast steekt boven water uit. Gister
avond werd een licht en vandaag een wrak-
boei geplaatst. Het wrak ligt gevaarlijk voor
de scheepvaart. Schepen, die bij Marken
varen, tusschen de visscherijpalen 8 en 9
zouden precies op het wrak loopen.
De „nationale bond" het mobilisatiekruis
herdenkt dezer dagen het feit, dat 25 jaar
geleden de mobilisatiein Nederland werd
afgekondigd. Gisteren is deze herdenking
die te Rotterdam door de afdeeling Rotter
dam van dezen bond is georganiseerd, be
gonnen met schietwedstrijden. Gisteravond
was men in een feestelijke samenkomst in
den grooten Schouwburg vereenigd. Onder
de aanwezigen bevonden zich de vertegen
woordiger van H. M. de Koningin, gene-
raal-majoor W. E. M. de Jonge van Elle
meet, en de commandant van het veldleger,
luitenant-generaal J. J. G. baron Van
Voorst tot Voorst.
De voorzitter der afdeeling Rotterdam,
mr. W. A. C. van Dam heette de talrijke
aanwezigen welkom, waarna allen het „Wil
helmus" zongen. Spreker herinnerde aan de
dagen van 1914 en schetste hoe het aan de
hechte samenwerking van regeering en
generalen staf is te dartken, dat Nederland
buiten den wereldoorlog bleef.
De administrateur van het damescomité,
de heer Jos. Bahnerth bood hierna den bond
een fraai vaandel aan.
De voorzitter van den bond, gep. luite
nant-generaal H. A. Kramer bracht hierna
in herinnering, hoe Nederland zich tijdens
de eerste mobilisatiedagen heeft gehouden.
Vooral stelde spr. in het licht, hoe de Ko
ningin een band smeedde tusschen haar en
haar weermacht waarvan men thans de
werking nog ondervindt.
„Het was", zoo zeide wijlen generaal Snij
ders, „een mobilisatie die voor Nederland
den vrede redde". Nadat spr. eenige woor
den aan de nagedachtenis van den oud
opperbevelhebber van land- en zeemacht
en oud-voorzitter van den bond, had ge-
wijd, zeide hij, dat H. M. de Koningin de
eerezuil van eerbied en dankbaarheid heeft
opgericht in de harten der toen gemobili-
seerden.
Na deze toespraak begon men aan het
niet-officieele gedeelte van den avond.
Hieraan werd medewerking verleend door
het Amsterdamsch mobilisatiekoor, den hr.
en mevrouw Speenhoff met eenige beken
de liederen uit den mobilisatietijd, en Cor-
rie Vonk en Wim Kan.
Heden wordt de jaarvergadering van den
bond gehouden. Op „Woudesteyn" is een
groot ruiterfeest georganiseerd.
Veel menschen verschijnen, evenals
vele hoeken, in twee uitgaven. Zij doen
zich voor als een prachtuitgaaf voor
de wereld en als een gewone uitgaaf
voor hun huisgenooten.
zelfde in hem, wat haar vader blijkbaar
dadelijk in hem opgevallen was. Ze merkte
ook, hoe hij direct en vastberaden op zijn
doel afging en onbewust mocht ze zijn
open, edel en vroolijk gezicht graag lijden.
Zijn prettige blauwe oogen waren stellig
de grootste aantrekkelijkheid van dit knap
pe gezicht. En ze besloot, dat ze hem voor
alles vertrouwde en graag mocht lijden.
Daarom vertelde ze hem haar zorgen.
„Ja," zei ze. „Het is David Slosson en
uw beschrijving van hem klopt. Hij is hier
twee dagen; hij kwam hier den dag voor
u. Hij moest vader spreken, maar zooals
u weet, was vader weg en zoodoende
moest ik hem te woord staan, hetgeen
heel onprettig was. U kunt zich zijn hou
ding waarschijnlijk wel voorstellen. Daar
over praat ik niet graag. Hij zag me voor
een onnoozel boerenkind aan, geloof ik.
Enfin, tenslotte raakte ik hem kwijt. Toen
zag hij me gisteren." Plotseling kleurde ze
en een booze schittering kwam in haar
oogen. „Zulke kerels moesten levend ge
vild worden."
Na een oogenblik bedaarde haar boos
heid. „Vanmorgen was er een briefje, dat
hij vanmiddag komt. Vader zal hem ont
vangen. En ik zat in doodsangst, dat u niet
op tijd zou komen. Daarom zat ik kant
en klaar op u te wachten en ben er van-
en alle andere pijnen
U. frl&t
(Ingez. Med.)
Rekening Burgerlijk Armbestuur.
B. en W. bieden den Raad ter goedkeu
ring aan de rekening'1938 van het Burger
lijk Armbestuur met een nadeelig saldo van
153.860.06.
Eervol ontslag.
B. en W. stellen den Raad voor overeen
komstig diens verzoek ingaande 1 October
eervol ontslag te verleenen aan den heer
H. A. Enkelaar als leeraar in het vaktee-
kenen aan de Gemeentelijke Avondschool
voor Nijverheidsonderwijs.
DE M. V. S.
Er heerschte hedenmorgen een groote
drukte aan de Loskade toen de ongeveer
500 kinderen, die dit jaar voor de tochten
van de M. V. S. zijn ingeschreven, voor de
eerste maal naar duin en strand vertrok
ken.
Tegen 9 uur reden 5 bussen van de
stoomtram Walcheren voor en hierin wer
den de kinderen van 10 jaar en ouder toe
gelaten. Met leidsters, leiders, leden van het
Roode Kruis enz. reden deze bussen te 9
uur weg naar het dorp Koudekerke van
waar deze kinderen te voet naar de duinen
gingen.
De bussen keerden onmiddellijk terug en
vervoerden nu de jongere kinderen, die tot
aan de duinen toe werden vervoerd.
Hedenavond komen deze kinderen het
eerst weer thuis en worden dan de ouderen
weer te Koudekerke afgehaald.
Onder het zingen van „de M. V. S. gaat
nooit verloren" werd de reis aanvaard.
DE KERMIS.
Nauwelijks waren de Rermisinrichtingen
gisteren geopend of de eerste kieine gast
jes kwamen opzetten en in den middag en
ook gedurende een klein deel van den
avond was het al vrij gezellig op de Markt,
doch wij gelooven niét dat de verschillende
exploitanten met voldoening naar de finan
cieele resultaten van dezen eersten dag zul
len hebben gekeken.
Als wij nu nog een kort overzicht geven
van wat op de Markt te zien is, dan zij op
gemerkt, dat het ons trof, dat er naar ver
houding veel kijktenten zijn.
Van de oude bekenden noemen wij het
wafelkraam van Martinus Visser en de
ook van jaren hier bekende suikerkramen
van Vinke en De Leeuw. In verschillende
café's zijn gezelschappen present, die zich
daar doen hooren en dan denken wij o.a.
aan Guust en zijn boys in „Suisse"; de Je-
sayes band in „De Eendracht" en de Volen-
dammers in „Terminus".
Er zijn dit jaar al heel weinig gelegenhe
den om zich een geheelen avond te amusee
ren. De Schouwburg is nog niet gereed, de
bekende Schouwburgtent op den Dam bleef
weg en naast de beide bioscopen is er al
leen het Schuttershof.
Hier heeft het tooneelgezelschap van Jan
de Nooy voor de eerste drie dagen van de
week zijn tenten opgeslagen en het is be
gonnen gisterenavond met „Blonde Marie".
Dit volksstuk werd gegeven in een goede
aankleeding van het tooneel en door perso
nen, die van de rollen maakten wat men
kan verwachten.
Het was echter zeer stil in de zaal;
slechts naar schatting 100 personen
trachten door een dankbaar applaus een
vergoeding te geven voor wat een lage re
cette voor onaangenaams heeft voor het
gezelschap.
Voor liefhebbers van dit genre van stuk
ken is een bezoek op hedenavond wel aan
door gegaan zonder' vader goeden dag te
zeggen. Ik wou weg zijn voor die kerel
kwam. Ik heb er geen woord over tegen
vader gezegd. Ziet u, die zou hem ver
moorden", besloot ze, met een schuchter
lachje.
Gordon keek voor zich uit, naar de be
drijvigheid van de kolenwerken, waar ze
naderbij kwamen. Hij zag een klein stadje
van allemaal gebouwtjes, waar een groote
drukte heerschte van menschen en ma
chines, maar op dit oogenblik interesseer
de het hem niet.
„Ik had dadelijk een hekel aan hem,
toen ik zag, hoe hij u nakeek in den win
kel", zei hij. „Miss Mallinshee, ik verzoek
u om een groote gunst. Wij drieën zullen
zes maanden lang samenwerken. Eiken
keer, als die kerel u hindert, ga dan niet
naar uw vader, maar kom naar mij. Ik
zal hem wel voor mijn rekening nemen.
We zullen er verder niet te veel over zeg
gen. Ik vraag u alleen me te waarschu
wen en me toe te staan dat ik een oogje
in 't zeil houd."
Hazel schudde echter haar hoofd en zei
ernstig:
„Ik geloof niet, dat ik u zooiets kan be-
looven. Maar desalniettemin dank ik u.
Een meisje moet zich hier zelf kunnen
behelpen en ik ben wat dat betreft aller
minst hulpeloos."
Daarna bracht ze het onderwerp op iets
anders en wees vooruit.
„Daar is het, wat denkt u ervan?"
„Wat ik ervan denk? Wel, hij is een
gemeene schurk!" riep Gordon heftig, niet
meer in staat zich nog langer te be
dwingen.
„Ik had het niet over hem", lachte het
meisje, „de kolenmijnen bedoelde ik".
te bevelen. Morgen wordt „De Voddenraper
van Parijs" gegeven.
Voor zoover wij weten, is deze eerste
avond rustig voorbij gegaan en ook het
Roode Kruis heeft geen werk gehad.
De Roode Kruispost is evenals verleden
jaar weer op het Stadhuis gevestigd, doch
is uitgebreider dan verleden jaar.
Toen beschikte men alleen over de voor
malige politiewacht, doch thans is ook het
lokaal daar achter voor het werk van het
Roode Kruis in gereedheid gebracht.
Nog een opmerking zij gemaakt. De si
rene van een der inrichtingen op de Markt
komt precies overeen met die van de
brandweer en gaf gisterenmiddag reeds
aanleiding tot eenige verwarring. Men
dacht aan brand, maar bjj onderzoek bleek
geen brandalarm te zijn gemaakt.
Koninklijke Militaire Kapel.
Ter ontspanning van de gemobiliseerde
militairen bracht de Koninklijke Militaire
Kapel Maandag een kortstondig bezoek
aan Vlissingert en gaf 's avonds van 6 tot
8 uur een concert op de tent aan den
Boulevard Evertsen. Werkte deze t\jd een
bezoek aan het concert niet in de hand,
ook het weer was verre van aanlokkelijk.
Er stond weer een flinke wind, zoodat
de muziek soms van de tent woei. In dén
aanvang was de belangstelling dan ook
niet bijzonder groot, uitgenomen een
flinke groep matrozen van de opleiding,
doch naarmate de tijd vorderde groeide
de luisterende schare, zoodat tenslotte
nog voor een duizendkoppige menigte werd
geconcerteerd. Indien het concert in het
Bellamypark gegeven was zou dit zoowel
voor uitvoerende als luisteraars aangena
mer zijn geweest.
Onder de eminente leiding van den
kapelmeester, kapitein dr. C. L. Walther
Boer, werd een mooi programma op bij
zonder voortreffelijke wijze ten gehoore
gebracht. Geopend werd met het „Wilhel-
musT, daarna volgden „Marche Höngroise"
en de ouverture „Le Carnaval Romain",
beide van Berlioz, de suite „De Speel
doos van Pandora" van F. A. E. Koeberg,
terwijl de suite „London" van E. Coates
het eerste programmadeel besloot.
Na de pauze werden gespeeld de ouver
ture „Guillaume Teil" van Rossmi, de
wals „Gesehichten aus dem Wienerwald"
van J. Strauss en een fantaisie „Lohen
grin!' van R. Wagner. Met de marsch
„Stars and Stripes" van J. Ph. Sousa werd
het concert besloten. Na elk nummer
laaide een welverdiend, spontaan applaus
uit de menigte op.
GAPINGE. Door den B. V. L. werd Vrij
dag j.l. een huishoudelijke schietwedstrijd
georganiseerd, waaraan van de 32 leden
door 25 personen werd deelgenomen. De
deelnemers bekwamen in de volgorde van
het aantal punten allen een prijs.
De uitslag was als volgt.:
le prijs M. Goedbloed 94 punten; 2e prijs
J. Looise 94 punten; 3e prijs W. Goedbloed
93 punten; 4e prijs B. Vérsluijs 93 punten;
5e prijs Johs. Huijbregtse 92 punten; 6e
prijs J. Brasser 92 punten; 7e prijs H. G.
Boer 91 punten; 8e prijs P. Suurmond 91
punten; 9e prijs C. Vos 90 punten; 10e prijs
A. P. Wouters 90 punten; 11e prijs J. Aar-
noutse 89 punten; 12e prijs J. van Keulen
89 punten; 13e prijs L. Sturm 89 punten;
14e prijs A. P. Pouwer 88 punten; 15e prijs
P. Dekker 88 punten; 16e prijs M. Arendse
88 punten; 17e prijs A. van Tatenhove 87
(Ingez. Med.)
„O". Maar Gordon lachte niet terug.
Dan voegde hij er quasi enthousiast aan
toe: „Prachtig!"
Bijna twee uur lang dwaalden ze in het
opkomende kolenstadje rond en bekeken
alles met de grootste belangstelling. Het
plaatsje, dat achter de hoogere heuvels
verscholen lag, leek op een industrieele
bijenkorf. Overal stonden groote machines
te wachten tot het hun beurt zou zijn
om te beginnen. Overal werden houten
loodsen opgetrokken. Verschillende mijn
werkers woonden er al met hun gezin en
de mannen waren met de machinisten bij
de boringen aan het werk.
Zelfs voor Gordon's ongeoefend oog was
het duidelijk, dat de inlichtingen, welke
hij over Snake's Fall had gekregen, juist
waren. Alles wees er hier op, dat een
„boom" niet kon uitblijven. Hij feliciteerde
zich zelf met het gelukkig toeval, dat hem
midden in deze onderneming had ge
plaatst en dankte zijn gesternte voor de
ontmoeting met dien valschen speler in
den trein en daardoor met Silas Mal-
linsbee.
Het was zoowat tegen etenstijd, toen ze
den omtrek van het huis in 't zicht kre
gen. Het huis deed prettig aan, zooals het
daar in zijn isolement stond met aan alle
kanten golvend grasland, wat het eerste
begin was van de heuvels. Het groen zag
er zoo prettig en frisch uit, dat Gordon
het een onprettige gedachte vond, dat dit
alles maar al te spoedig zoo goed als ge
heel zou verdwijnen om plaats te maken
voor de zwarte en grauwe gevaarten van
de menschelijke industrie.
(Wordt vervolgd)