Hoofdpijn Hartjes ZEELAND. KRONIEK van den DAG. BINNENLAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCUE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCUE CRT.) VAN DINSDAG 1 AUGUSTUS 1939. No. 179. EEN ZOON VAN Z'N VADER. Herdenking van de mobilisatie 1914. VAN MIJNHARD! MIDDELBURC. VLISSINGEN. WALCHEREN. Militaire bedrijvigheid in het protectoraat. De politieke togstand in ons werelddeel is de laatste weken kalm geweest, veel kal mer dan ruim een maand geleden, toen er weer eens onmiddellijk onheil scheen te dreigen. Was dat dreigende onheil min of meer schijn, op het oogenblik is de kalmte meer schijn dan wezen. Onder het rustige oppervlak van den politieken toestand broeit feitelijk nog evenveel als in het laatst van Juni. Op de keper beschouwd, veran derde er vrijwel niets. Al de problemen wel ke een bedreiging vormden van den vrede, zijn blijven bestaan. Noch de kwestie Dant- zig, noch de diverse vraagstukken in het gebied der Middellaoïdsche Zee, kwamen ook maar iets dichter bij een oplossing. En de bewapeningswedloop c.a. duurt onver minderd voort, evenals de militaire bedrij vigheid in tal van landen. Wat dit laatste betreft, trekken sinds eeni- ge dagen zekere gebeurtenissen in Duitsch- land en dan vooral in het protectoraat (Bo- hemen en Moravië) de aandacht. Naar men gister uit Praag aan de „N. R. C." meldde, worden thans groote militaire voorberei dingen getroffen in dat deel van het protec toraat, dat aan Polen grenst. Zelfs heeft men over een grooten afstand prikkel draadversperringen langs de Poolsche grens aangebracht. Ook economische maatregelen worden op uitgebreide schaal getroffen. Zoo hebben op vele plaatsen de Duitsche autoriteiten den boeren gelast, oogenblikkeljjk met het maaien van het graan te beginnen, ook dan, wanneer dit misschien nog niet rijp mocht zjjn. Evenals naar de streken om Brno, Jihlava en Olomouc, zijn ook naar het gebied van Ostrava groepen Duitsche studenten gedirigeerd, om bij den oogst te helpen. Met het binnenhalen daarvan houdt echter hun politieke taak niet op. Voor elk dorp leggen zij een zoogenaamde „Dorf- mappe" aan, in welke topografische schets niet alleen de woonplaatsen van alle inge zetenen, maar ook gegevens betreffende hun herkomst zijn opgenomen. Naast deze kaart wordt dan tevens een kadaster der inwoners aangelegd, en wel aan de hand van formulieren, die vragen behelzen aan gaande het aantal stuks vee, omvang van den oogst, aantal werkkrachten, machines, etc. in elk boerenbedrijf afzonderlijk, maar ook aangaande de richting, waarin de boer belangstelling toont voor boeken en radio. Met den aanleg van versterkingen heeft men het het drukst in het gebied van Ostra- va. Alle rijwegen naar de Poolsche grens worden verbeterd en gerepareerd. In scho len worden bedden opgeslagen en stroozak- ken neergelegd, van de huizen, waar in kwartiering mogelijk is, worden lijsten aan gelegd. Daarnaast bereidt de Gestapo in alle stilte de ontruiming van Centraal-Moravië door de burgerbevolking voor. Het hierop aansluitend deel van Ooste lijk Moravië wemelt van Duitsche troepen formaties, die nog voortdurend versterkt worden. Ook de aanvoer van materiaal gaat onafgebroken voort. Nog daargelaten aan zienlijke nachtelijke troepenverplaatsingen langs de wegen, passeerden alleen in twee nachten 39 militaire treinen het station Praag-Liben, en 14 het kruispunt Lysa. Inmiddels trachten Gestapo en nationaal- socialistische kringen aan den overkant der Poolsche grens reeds een zekere stemming te maken. Hiertoe worden Tsjechische ar beiders gebruikt, die in het Protectoraat wonen, doch in Poolsche mijnen of fabrie ken werken. Met allerlei dreigementen dwingt men hen, tegenover hun Poolsche kameraden de meening uit te spreken, dat Duitschland zeer binnenkort verandering gaat brengen in den stand van zaken in het gebied van Silezisch Teschen. Het vroegere Tsjechoslovaaksche gebied, dat de Polen konden bezetten door gebruik te maken van den nood waarin Praag zich na het vonnis van München bevond, zou slechts „een geschenk van Hitier" geweest zijn, aan een mogendheid, waarmee Duitschland een vriendschapsverdrag had loopen. Nu echter dit verdrag niet meer bestaat, zou er ook geen reden voor een geschenk zijn, zoo dat het onderhavige gebied zoo gauw mo gelijk onder het gezag van het Rijk behoor de te komen. Om de Tsjechen voor deze le zing te winnen, wordt aanvullend het praat je rondgestrooid, dat het gebied van Te schen bij het Protectoraat zal worden ge voegd. Het spreekt welhaast vanzelf, dat al de ze dingen vooral onder de Tsjechen groote bezorgdheid baren, al mag er zeer zeker Naar het Engelsch door T. TEN HAVE- v. d. MADE. 22). Daarna werd hij weer ernstig, en ver volgde: „Weet u, ik ben in een soort broeikas opgevoed, of liever gezegd ergens, waar de ruwe wind van het moderne leven niet door kan dringen en daardoor liet ik me zoo makkelijk vangen door dien oplichter in den trein. En daardoor kwam ik op mijn hoofd in Snake's Fall terecht. Maar ik kan u wel vertellen, dat ik in zes maanden hon derd duizend dollar moet verdienen en dat ik dat doen zal op welke manier dan ook. Ik sta nergens voor. Het lukt me of ik zie mijn vader nooit terug. Begrijpt u? En u weet misschien, wat die jeugdige trots en egoïsme van iemand van vier en twintig zeggen wil. Kunt u zich indenken, wat het voor een jochie beteekent om een waag- halzentoer te doen, waarbij hij zijn nek kan breken? Zoo sta ik er nu ook voor; het be teekent voor mij erop of eronder". Het meisje knikte en antwoordde niet dadelijk. Ze staarde voor zich uit in de verte naar een punt, waar het wemelde van drukke figuurtjes. En dezelfde gedruk te stemming van het begin van hun rit scheen zich weer van haar te hebben mees ter gemaakt. Gordon merkte het en het speet hem. „Zeg eens, u piekert ergens over", zei hij. „Ik zag het vanmorgen al, toen ik kwam". Het meisje probeerde zijn vraag luchtig af te wimpelen. „IN HET ZEEUWSCHE LAND.' Op 12 en 26 Augustus a.s. zal de heer G. Houtekamer te Kloetinge lid van het hoofdbestuur der A.N.V.V. via de Phohi, voor onze overzeesche gewesten voor drachten houden, getiteld: „In het Zeeuw- sche land." PLEZIERVAARTUIG OVERVAREN EN GEZONKEN. Opvarenden gered. Maandagmiddag omstreeks half een is op het Sneekermeer een zeven-meter lange motorboot, gehuurd van den heer Drijver te Leeuwarden, door de stoomboot „Water sport 2", eveneens thuisbehoorende te Leeuwarden, overvaren. In de motorboot zaten een dame, haar echtgenoot en een vriend. De aanvaring ge> scniedde met zulk een kracht, dat de boot in zeer korten tijd zonk. Met groote moeite werden de drie. op varenden door personen op de stoomboot gered. Een deel van de boot steekt boven wa ter uit. Van lichten was gisteren bij den hrachtigen wind en den sterken golfslag geen sprake. De boot ligt niet ver van het groote scheepvaartwater. Nadat de drie „schipbreukelingen" zich in het paviljoen aan het Sneekermeer van droge kleeren hadden voorzien, zijn zij naar Leeuwarden teruggekeerd. TWEE LANDBOUWSCHUREN EN EEN WONING AFGEBRAND TE MIEKLO. Gistermiddag heeft te Mierlo (N.B.) een felle brand gewoed. Door onbekende oor zaak ontstond bij den landbouwer V. brand in de groote schuur, welke gevuld was met stroo. In een oogwenk was de schuur een brandende fakkel gelijk. Van hier sloeg 't vuur over naar de woning van den arbei der K. een vroegere boerderij aan de Markt straat. Het dak van stroo van deze woning vatte eveneens vlam en in weinige oogenblikken was de woning met de er achter gelegen schuur een vuurzee. Aan redden viel niet te denken en de geheele inboedel werd een prooi der vlammen. Ternauwernood kon de vrouw van K. een driejarig kind uit de brandende woning redden. De intusschen gerequireerde brandweer moest zich tot nablussehing beperken. Zij heeft een gedeelte van de muren der af gebrande perceelen omvergehaald. SCHEEPSJAGERTJE SLACHTOFFER VAN ZIJN BEROEP. Aan het ruiten A-kanaal onder de ge meente Sellingen is gistermiddag een tra gisch ongeluk gebeurd, waarbij een 14-ja- rige scheepsjager is gedood. De jongen liep achter zijn paard, dat een schip trok, toen het tuig plotseling brak. De knuppelstok, waaraan de jaaglijn was bevestigd, schoot los en sloeg den jongen tegen de borst. De jongeman was vrijwel onmiddellijk dood. DE LKIDSCHK STADHUISSCHUTTING BEGAF HET. Man getroffen, Gistermiddag is de schutting, welke sedert den stadhuisbrand in 1929 langs de Bree- straat te Leiden staat, tengevolge van een rukwind over een lengte van ongeveer twintig meter omvergewaaid. In de drukke straat werd één voorbij ganger, de 62-jarige gepensioneerde spoor wegbeambte J. B„ door het vallende hout getroffen. De man werd door den eersten hulpdienst in bewusteloozen toestand naar het St. Elisabethsziekerihuis overgebracht, waar bleek, dat hij een hersenschudding en een gecompliceerde beenbreuk had opgeloo- pen. Zijn toestand baart zorg. Op last van de gemeentelijke autoriteiten zal de schutting rond het geheele stadhuis, waarvan het exterieur nagenoeg geheel voltooid is, worden verwijderd. Door de ra vage moest het verkeer worden omgelegd. Alleen het tramverkeer werd gehandhaafd. niet zonder meer uit geconcludeerd wor den, dat de Duitschers er steevast op re kenen, dat binnenkort een oorlog zal uit breken. Soortgelijke maatregelen als in Bo- hemen en Moravië zjjn en worden tenslotte ook in tal van andere landen genomen. Overigens neemt dat weer niet weg, dat het een met het ander maar griezelig is. „Nee hoor", zei ze hoofdschuddend. „Va der zal al gauw midden in de drukte zitten en u ook". Maar Gordon liet zich niet zoo gemak kelijk afschepen. Hij kwam dichter naast haar rijden en zei vastberaden: „Er is wel iets, dat u hindert", en ver volgde iets luchtiger: „Ik zal eens raden, 't Is een man, hij heeft een witgekalkt gezicht en zwart glimmend haar. Hij heeft een neus, waar je niet graag tegen op zou botsen en wat zijn kleeren betreft nou, daar zou een blindeman zelfs niet naar wil len kijken". Het meisje keek hem scherp aan. „Waarom denkt u dat?" Gordon lachte triomfantelijk. „Dat weet ik zelf niet precies". „U bedoelt David Slosson?", vroeg ze uitdagend. „Ja, die schurk van de spoorwegen". „Een ellendig wezen". „Ja, die u lastig heeft gevallen, vanaf het moment, dat hij in Snake's Fall kwam". Ze keek hem verbaasd aan en zei toen: „Daar raadt u naar. Dat kunt u niet weten". „Misschien wel. Maar", vervolgde hij half geamuseerd, „een meisje loopt zoomaar niet weg, als iemand tegen haar praat, tenzij ze aan hem een grooten hekel heeft". „Dan hebt u dus gezien, dat hij me tegen hield in de Hoofdstraat gisteren?" „Ja", en na eenige oogenblikken ging hij voort: „Vertel me alles eens. We varen im mers toch in hetzelfde schuitje". Een oogenblik keek Hazel hem recht in de oogen. Ze dacht snel na. Ze had inge zien, wat Gordon haar wou doen begrijpen, n.l. dat hij geen dwaas was. Ze zag het KAPITALE BOERDERIJ AFGEBRAND. Gistermiddag was men op de boerderij van den heer J. Lont in de Berkmeer te Heer Hugowaard, bezig met het uithalen van den hooiberg, daar het hooi broeide Tjjdens dit werk vatte het hooi vlam en weldra sloeg het vuur aan alle kanten uit Daar het hier een Noordhollandsche boer derij gold, waar woning en bedrijf onder één kap liggen, werd ook het woonhuis spoedig aangetast door vlammen. De ster ke wind wakkerde het vuur hevig aan, zoodat de brandweer, die met de motor spuit uitrukte, voor een hopelooze taak stond. De kapitale boerderij brandde .tot den grond af. BOERENHOFSTEDE DOOR BLIKSEM GEROFFEN EN AFGEBRAND. Zondagnacht is de bliksem geslagen in de boerenhofstede Buitenhorst, gelegen aan 't Boekend onder de gemeente Blerick. Alhoewel de brandweer spoedig ter plaat se was, kon zij wegens gebrek aan water niets uitrichten. Huis en inboedel gingen verloren. Alles was verzekerd. VISSCHERSBOOT BIJ MARKEN GEZONKEN. i Gistermorgen is een Harderwijker vis- schersvaartuig, de HK 33 door een bui over vallen en gezonken. De opvarenden werden na een half uur gered door een andere Har derwijker, die hen behouden aan wal bracht. Naar gissing ligt de botter op ongeveer 52 graden 31 minuten N.B. en 0 graden 33 minuten O.L. van Amsterdam. De mast steekt boven water uit. Gister avond werd een licht en vandaag een wrak- boei geplaatst. Het wrak ligt gevaarlijk voor de scheepvaart. Schepen, die bij Marken varen, tusschen de visscherijpalen 8 en 9 zouden precies op het wrak loopen. De „nationale bond" het mobilisatiekruis herdenkt dezer dagen het feit, dat 25 jaar geleden de mobilisatiein Nederland werd afgekondigd. Gisteren is deze herdenking die te Rotterdam door de afdeeling Rotter dam van dezen bond is georganiseerd, be gonnen met schietwedstrijden. Gisteravond was men in een feestelijke samenkomst in den grooten Schouwburg vereenigd. Onder de aanwezigen bevonden zich de vertegen woordiger van H. M. de Koningin, gene- raal-majoor W. E. M. de Jonge van Elle meet, en de commandant van het veldleger, luitenant-generaal J. J. G. baron Van Voorst tot Voorst. De voorzitter der afdeeling Rotterdam, mr. W. A. C. van Dam heette de talrijke aanwezigen welkom, waarna allen het „Wil helmus" zongen. Spreker herinnerde aan de dagen van 1914 en schetste hoe het aan de hechte samenwerking van regeering en generalen staf is te dartken, dat Nederland buiten den wereldoorlog bleef. De administrateur van het damescomité, de heer Jos. Bahnerth bood hierna den bond een fraai vaandel aan. De voorzitter van den bond, gep. luite nant-generaal H. A. Kramer bracht hierna in herinnering, hoe Nederland zich tijdens de eerste mobilisatiedagen heeft gehouden. Vooral stelde spr. in het licht, hoe de Ko ningin een band smeedde tusschen haar en haar weermacht waarvan men thans de werking nog ondervindt. „Het was", zoo zeide wijlen generaal Snij ders, „een mobilisatie die voor Nederland den vrede redde". Nadat spr. eenige woor den aan de nagedachtenis van den oud opperbevelhebber van land- en zeemacht en oud-voorzitter van den bond, had ge- wijd, zeide hij, dat H. M. de Koningin de eerezuil van eerbied en dankbaarheid heeft opgericht in de harten der toen gemobili- seerden. Na deze toespraak begon men aan het niet-officieele gedeelte van den avond. Hieraan werd medewerking verleend door het Amsterdamsch mobilisatiekoor, den hr. en mevrouw Speenhoff met eenige beken de liederen uit den mobilisatietijd, en Cor- rie Vonk en Wim Kan. Heden wordt de jaarvergadering van den bond gehouden. Op „Woudesteyn" is een groot ruiterfeest georganiseerd. Veel menschen verschijnen, evenals vele hoeken, in twee uitgaven. Zij doen zich voor als een prachtuitgaaf voor de wereld en als een gewone uitgaaf voor hun huisgenooten. zelfde in hem, wat haar vader blijkbaar dadelijk in hem opgevallen was. Ze merkte ook, hoe hij direct en vastberaden op zijn doel afging en onbewust mocht ze zijn open, edel en vroolijk gezicht graag lijden. Zijn prettige blauwe oogen waren stellig de grootste aantrekkelijkheid van dit knap pe gezicht. En ze besloot, dat ze hem voor alles vertrouwde en graag mocht lijden. Daarom vertelde ze hem haar zorgen. „Ja," zei ze. „Het is David Slosson en uw beschrijving van hem klopt. Hij is hier twee dagen; hij kwam hier den dag voor u. Hij moest vader spreken, maar zooals u weet, was vader weg en zoodoende moest ik hem te woord staan, hetgeen heel onprettig was. U kunt zich zijn hou ding waarschijnlijk wel voorstellen. Daar over praat ik niet graag. Hij zag me voor een onnoozel boerenkind aan, geloof ik. Enfin, tenslotte raakte ik hem kwijt. Toen zag hij me gisteren." Plotseling kleurde ze en een booze schittering kwam in haar oogen. „Zulke kerels moesten levend ge vild worden." Na een oogenblik bedaarde haar boos heid. „Vanmorgen was er een briefje, dat hij vanmiddag komt. Vader zal hem ont vangen. En ik zat in doodsangst, dat u niet op tijd zou komen. Daarom zat ik kant en klaar op u te wachten en ben er van- en alle andere pijnen U. frl&t (Ingez. Med.) Rekening Burgerlijk Armbestuur. B. en W. bieden den Raad ter goedkeu ring aan de rekening'1938 van het Burger lijk Armbestuur met een nadeelig saldo van 153.860.06. Eervol ontslag. B. en W. stellen den Raad voor overeen komstig diens verzoek ingaande 1 October eervol ontslag te verleenen aan den heer H. A. Enkelaar als leeraar in het vaktee- kenen aan de Gemeentelijke Avondschool voor Nijverheidsonderwijs. DE M. V. S. Er heerschte hedenmorgen een groote drukte aan de Loskade toen de ongeveer 500 kinderen, die dit jaar voor de tochten van de M. V. S. zijn ingeschreven, voor de eerste maal naar duin en strand vertrok ken. Tegen 9 uur reden 5 bussen van de stoomtram Walcheren voor en hierin wer den de kinderen van 10 jaar en ouder toe gelaten. Met leidsters, leiders, leden van het Roode Kruis enz. reden deze bussen te 9 uur weg naar het dorp Koudekerke van waar deze kinderen te voet naar de duinen gingen. De bussen keerden onmiddellijk terug en vervoerden nu de jongere kinderen, die tot aan de duinen toe werden vervoerd. Hedenavond komen deze kinderen het eerst weer thuis en worden dan de ouderen weer te Koudekerke afgehaald. Onder het zingen van „de M. V. S. gaat nooit verloren" werd de reis aanvaard. DE KERMIS. Nauwelijks waren de Rermisinrichtingen gisteren geopend of de eerste kieine gast jes kwamen opzetten en in den middag en ook gedurende een klein deel van den avond was het al vrij gezellig op de Markt, doch wij gelooven niét dat de verschillende exploitanten met voldoening naar de finan cieele resultaten van dezen eersten dag zul len hebben gekeken. Als wij nu nog een kort overzicht geven van wat op de Markt te zien is, dan zij op gemerkt, dat het ons trof, dat er naar ver houding veel kijktenten zijn. Van de oude bekenden noemen wij het wafelkraam van Martinus Visser en de ook van jaren hier bekende suikerkramen van Vinke en De Leeuw. In verschillende café's zijn gezelschappen present, die zich daar doen hooren en dan denken wij o.a. aan Guust en zijn boys in „Suisse"; de Je- sayes band in „De Eendracht" en de Volen- dammers in „Terminus". Er zijn dit jaar al heel weinig gelegenhe den om zich een geheelen avond te amusee ren. De Schouwburg is nog niet gereed, de bekende Schouwburgtent op den Dam bleef weg en naast de beide bioscopen is er al leen het Schuttershof. Hier heeft het tooneelgezelschap van Jan de Nooy voor de eerste drie dagen van de week zijn tenten opgeslagen en het is be gonnen gisterenavond met „Blonde Marie". Dit volksstuk werd gegeven in een goede aankleeding van het tooneel en door perso nen, die van de rollen maakten wat men kan verwachten. Het was echter zeer stil in de zaal; slechts naar schatting 100 personen trachten door een dankbaar applaus een vergoeding te geven voor wat een lage re cette voor onaangenaams heeft voor het gezelschap. Voor liefhebbers van dit genre van stuk ken is een bezoek op hedenavond wel aan door gegaan zonder' vader goeden dag te zeggen. Ik wou weg zijn voor die kerel kwam. Ik heb er geen woord over tegen vader gezegd. Ziet u, die zou hem ver moorden", besloot ze, met een schuchter lachje. Gordon keek voor zich uit, naar de be drijvigheid van de kolenwerken, waar ze naderbij kwamen. Hij zag een klein stadje van allemaal gebouwtjes, waar een groote drukte heerschte van menschen en ma chines, maar op dit oogenblik interesseer de het hem niet. „Ik had dadelijk een hekel aan hem, toen ik zag, hoe hij u nakeek in den win kel", zei hij. „Miss Mallinshee, ik verzoek u om een groote gunst. Wij drieën zullen zes maanden lang samenwerken. Eiken keer, als die kerel u hindert, ga dan niet naar uw vader, maar kom naar mij. Ik zal hem wel voor mijn rekening nemen. We zullen er verder niet te veel over zeg gen. Ik vraag u alleen me te waarschu wen en me toe te staan dat ik een oogje in 't zeil houd." Hazel schudde echter haar hoofd en zei ernstig: „Ik geloof niet, dat ik u zooiets kan be- looven. Maar desalniettemin dank ik u. Een meisje moet zich hier zelf kunnen behelpen en ik ben wat dat betreft aller minst hulpeloos." Daarna bracht ze het onderwerp op iets anders en wees vooruit. „Daar is het, wat denkt u ervan?" „Wat ik ervan denk? Wel, hij is een gemeene schurk!" riep Gordon heftig, niet meer in staat zich nog langer te be dwingen. „Ik had het niet over hem", lachte het meisje, „de kolenmijnen bedoelde ik". te bevelen. Morgen wordt „De Voddenraper van Parijs" gegeven. Voor zoover wij weten, is deze eerste avond rustig voorbij gegaan en ook het Roode Kruis heeft geen werk gehad. De Roode Kruispost is evenals verleden jaar weer op het Stadhuis gevestigd, doch is uitgebreider dan verleden jaar. Toen beschikte men alleen over de voor malige politiewacht, doch thans is ook het lokaal daar achter voor het werk van het Roode Kruis in gereedheid gebracht. Nog een opmerking zij gemaakt. De si rene van een der inrichtingen op de Markt komt precies overeen met die van de brandweer en gaf gisterenmiddag reeds aanleiding tot eenige verwarring. Men dacht aan brand, maar bjj onderzoek bleek geen brandalarm te zijn gemaakt. Koninklijke Militaire Kapel. Ter ontspanning van de gemobiliseerde militairen bracht de Koninklijke Militaire Kapel Maandag een kortstondig bezoek aan Vlissingert en gaf 's avonds van 6 tot 8 uur een concert op de tent aan den Boulevard Evertsen. Werkte deze t\jd een bezoek aan het concert niet in de hand, ook het weer was verre van aanlokkelijk. Er stond weer een flinke wind, zoodat de muziek soms van de tent woei. In dén aanvang was de belangstelling dan ook niet bijzonder groot, uitgenomen een flinke groep matrozen van de opleiding, doch naarmate de tijd vorderde groeide de luisterende schare, zoodat tenslotte nog voor een duizendkoppige menigte werd geconcerteerd. Indien het concert in het Bellamypark gegeven was zou dit zoowel voor uitvoerende als luisteraars aangena mer zijn geweest. Onder de eminente leiding van den kapelmeester, kapitein dr. C. L. Walther Boer, werd een mooi programma op bij zonder voortreffelijke wijze ten gehoore gebracht. Geopend werd met het „Wilhel- musT, daarna volgden „Marche Höngroise" en de ouverture „Le Carnaval Romain", beide van Berlioz, de suite „De Speel doos van Pandora" van F. A. E. Koeberg, terwijl de suite „London" van E. Coates het eerste programmadeel besloot. Na de pauze werden gespeeld de ouver ture „Guillaume Teil" van Rossmi, de wals „Gesehichten aus dem Wienerwald" van J. Strauss en een fantaisie „Lohen grin!' van R. Wagner. Met de marsch „Stars and Stripes" van J. Ph. Sousa werd het concert besloten. Na elk nummer laaide een welverdiend, spontaan applaus uit de menigte op. GAPINGE. Door den B. V. L. werd Vrij dag j.l. een huishoudelijke schietwedstrijd georganiseerd, waaraan van de 32 leden door 25 personen werd deelgenomen. De deelnemers bekwamen in de volgorde van het aantal punten allen een prijs. De uitslag was als volgt.: le prijs M. Goedbloed 94 punten; 2e prijs J. Looise 94 punten; 3e prijs W. Goedbloed 93 punten; 4e prijs B. Vérsluijs 93 punten; 5e prijs Johs. Huijbregtse 92 punten; 6e prijs J. Brasser 92 punten; 7e prijs H. G. Boer 91 punten; 8e prijs P. Suurmond 91 punten; 9e prijs C. Vos 90 punten; 10e prijs A. P. Wouters 90 punten; 11e prijs J. Aar- noutse 89 punten; 12e prijs J. van Keulen 89 punten; 13e prijs L. Sturm 89 punten; 14e prijs A. P. Pouwer 88 punten; 15e prijs P. Dekker 88 punten; 16e prijs M. Arendse 88 punten; 17e prijs A. van Tatenhove 87 (Ingez. Med.) „O". Maar Gordon lachte niet terug. Dan voegde hij er quasi enthousiast aan toe: „Prachtig!" Bijna twee uur lang dwaalden ze in het opkomende kolenstadje rond en bekeken alles met de grootste belangstelling. Het plaatsje, dat achter de hoogere heuvels verscholen lag, leek op een industrieele bijenkorf. Overal stonden groote machines te wachten tot het hun beurt zou zijn om te beginnen. Overal werden houten loodsen opgetrokken. Verschillende mijn werkers woonden er al met hun gezin en de mannen waren met de machinisten bij de boringen aan het werk. Zelfs voor Gordon's ongeoefend oog was het duidelijk, dat de inlichtingen, welke hij over Snake's Fall had gekregen, juist waren. Alles wees er hier op, dat een „boom" niet kon uitblijven. Hij feliciteerde zich zelf met het gelukkig toeval, dat hem midden in deze onderneming had ge plaatst en dankte zijn gesternte voor de ontmoeting met dien valschen speler in den trein en daardoor met Silas Mal- linsbee. Het was zoowat tegen etenstijd, toen ze den omtrek van het huis in 't zicht kre gen. Het huis deed prettig aan, zooals het daar in zijn isolement stond met aan alle kanten golvend grasland, wat het eerste begin was van de heuvels. Het groen zag er zoo prettig en frisch uit, dat Gordon het een onprettige gedachte vond, dat dit alles maar al te spoedig zoo goed als ge heel zou verdwijnen om plaats te maken voor de zwarte en grauwe gevaarten van de menschelijke industrie. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5