Het nieuwe kabinet-Colijn in de pers Regeeringsverklaring en R. K. Staatspartij. Het ongewisse. Minderheidskabinet, Parlementair zwak. Het hoofdpunt. RADIO-PROGRAMMA. MER DA. De VOORZITTER zeide, dat er kort ge leden een vraag uit Den Haag kwam hoe het stond met de luchtbescherming van de bedrijven. Toen is ter zake het maken van plannen opgedragen. Dinsdagmorgen kreeg de wethouder die, des middags werden zij in B. en W. behandeld en men meende niet tot September te mogen wachten met het in den raad te brengen. Spr. zegt nog dat de koppeling der gasbuizen geheel afge scheiden is van andere onderhandelingen met de ZEGAM, het betreft hier een kwes tie als die van de waterleiding. De heer BOASSON zeide hpt hier force majeure is. Zaterdag had hij een monde linge bespreking ter zake met den direc teur. De heer MONDEEL kan ook de urgentie nog niet inzien om nu maar f 25.000 zoo in eens te voteeren. Hij ziet geen bezwaar tegen een uitstel van 6 weken. Het is niet goed zoo overhaast te werk te gaan. De leveranciers zullen wel eenige consideratie gebruiken als zij weten dat het wachten is op een besluit van den Raad. Mevrouw WEIJL vroeg inlichting of ook de open waterreservoirs niet tegen schade lijken invloed van gassen enz. moeten wor den beschermd. De heer v. d. FELTZ meende, dat het optreden van B. en W. in dezen slechts lof Verdiént. Men zou het hen kwalijk moeten nemen als zij deze zaak niet met ernst aanpakken. Men moet nu eenmaal reke ning houden met de realiteit. Men moet in alle opzichten paraat zijn. Men zal toch tot een Diesel-motor moeten komen en dan mag men geen dag langer wachten dan on vermijdelijk is. <a De heer LAMBERMONT vroeg nog of men niet kan steunen op het verbonden zijn met de leiding van de W.M.Z. De heer DEN HOLLANDER vroeg of men zeker zal zijn olie reserve te hebben en of men niet veiliger is eigen product in casu steenkolen als brandstof aan te wenden. De heer JERONIMUS prees B. en W. en zeide, dat als men hen niet volgt, men de verantwoording van het college op den Raad afwenpeld. De heer SULKERS voelde ook bezwa ren inzake de olie voorziening. De VOORZITTER wilde beslissen met de toezegging dat de uitwerking der finesses met de commissie van bijstand zal worden behandeld. De heer BOASSON had intusschen den directeur laten waarschuwen en met toe stemming van den Raad werd deze in de vergadering toegelaten tot het geven van inlichtingen op technisch gebied. De heer ROETERS VAN LENNEP heeft op verschillende hem nu gestelde vragen o.a. geantwoord, dat het de bedoeling is een olietank te maken, waarin voor 4 maanden olie kan worden opgeslagen. Met de hulp van de W.M.Z. zal men er ook niet komen en het reservoir te Middelburg zal bij uit vallen van den stroom ook niet mede tellen. Daarom denkt men ook over een kleine benzinemotor daarop te slaan. Aan spreker zijn geen waterleidingbedrijven bekend waar men de open reservoirs e.d. afschermt. Hier vlak bij zee, zijn gasaanvallen bijna niet te verwachten en men heeft toch uit stekend werkende zuiveringsinstalaties. Men zal vooralsnog ook de stoominstallatie be houden en het is aan de andere zijde juist dat deze verouderd is en men toch tot den Dieselmotor had moeten komen al wordt het nu wellicht wat bespoedigd. Op een des betreffende vraag zeide spr. nog, dat de kosten van den motor met toebehooren op 12.000 zijn te ramen, dan zijn er werk zaamheden op het terrein en dan een 4000 voor de scherfvrije omgeving. Thans werd over het voorstel gestemd en werd het aangenomen met 9 tegen 3 stem men. Tegen stemden de heeren Lamber- mont, Sulkers en Mondeel. De heer Helder had de vergadering reeds verlaten. Erfpachtsuitgifte Besloten werd een wijziging te brengen in het besluit tot uitgifte van grond aan den Kinderdijk aan H. F. Mink. Gemeld was 56 c.a. voor 5.60, dit moet zijn 46 c.a. voor 4.60 per jaar. De a.s. blijde gebeurtenis. De VOORZITTER deelde mede, dat Ged. Staten bericht hebben, dat de minister van binnenlandsche zaken geen bezwaar heeft, dat de gemeente bij de a.s. blijde gebeur tenis in het Prinselijk gezin 25 cent per kind der openbare en bijzondere lager en uitgereid lagere scholen uitgeeft en boven dien nog 1 cent per inwoner voor feestelijk heden. De voorzitter vroeg daarop een cre- diet voor het eerste van 642 en voor het tweede van 183. Voor de kinderen zal een herinnering worden gezocht en voor het tweede zullen enkele kosten in verband me de feesten als een geluidinstallatie op de Markt worden bekostigd. Mevrouw WEIJL vroeg of het niet beter is het geld dat voor de kinderen bestemd is, bijv. aan het comité voor de vacantie- school te geven. De VOORZITTER meende, dat zulks niet zoo tot de kinderen spreekt. De heer BOASSON kan verzekeren, dat de geschenken bij vorige gelegenheden in den smaak vielen en men verbaasd staat wat men dan voor 25 cent krijgt. Men heeft reeds aanbiedingen en zal er gaarne nog meer van Middelburgsehe winkeliers ont vangen. Het abattoir. Tenslotte deelde de VOORZITTER mede, dat het goed gaat met de plannen voor het abattoir, ten eerste hebben Ged. Staten in gestemd met een regeling der aflossing, waarmede ook de Raad zich reeds ver- eenigde, althans die daaraan zeer ver te gemoet komt. Ten tweede is er een goede medewerking van de plattelandsgemeente besturen verkregen en zullen deze de zaak binnenkort in hun gemeenteraden behande len. Volgende week is er weer een samen komst met die gemeentebesturen. Ook van het Werkfonds is toezegging gedaan, maar onder voorwaarde, dat vóór 1 Januari de eerste spa in den grond moet worden ge stoken. Daarom moet met kracht worden voortgewerkt. Voor het maken van tee ke ningen enz. is op gemeentewerken geen tijd en er zal dan ook een speciale kracht moe ten worden aangesteld voor dat werk. B. en W. vroegen daarvoor een crediet van 2000. De Raad verleende dit z. h. s. De vertrekkende leden. Het vijfde voorstel was er een van in ternen aard. De VOORZITTER wees er ten slotte op, dat de heeren Heemskerk, die van 1931 zit ting had en lid was van de Commissie van De „Nieuwe Rott. Crt." (lib.) is zeer te vreden over de regeeringsverklaring van het nieuwe kabinet-Colijn. Het blad ver wacht, dat het den weg terug zal inslaan uit het moeras van protectionisme en or dening, waarin de vorige regeeringen door het toedoen der roomsch-katholieken te recht waren gekomen. „Wenscht de R.K. Staatspartij tegen de uitvoering van het nieuwe program oppo sitie te voeren, zoo vervolgt het blad dan, het is haar recht, mits zij haar verantwoor delijkheid voor eventueele gevolgen daar van en ook de mislukking van de forma tie-poging van mr. Kooien, aan wien alle vrijheid tot vorming van een Kabinet was gelaten, indachtig zij. Voor de wederzïjd- sche posities ten aanzien van de beginse len van staatsbeleid kan de nieuwe con stellatie slechts zuiverend werken. En wel moge de R.-K. Staatspartij bedenken, dat zij zich schromelijk vergist, indien zij meent, dat meer dan 75 pet. van de kie zers tegen de inzichten van het nieuwe Kabinet zal blijken gekant te zijn. Ovèrigens heeft de R.-K. Staatspartij altijd oppositie gevoerd. Zij deed het, toen zij alleen in de lusten doch niet in de las ten, in de verantwoordelijkheid, wenschte te deelen, gelijk van 19331937 het geval was; zij deed het ook in de periode van 19371939, toen zij tevens de lasten heet te mede te dragen doordat zij officieel in het Kabinet vertegenwoordgid was. Oppositioneele onrust baarde zij steeds en van constructief staatkundig vermogen was zij verstoken. Het is de noodlottige stempel, die in alle landen op deze, door speciale kerkelijke drijfveeren beheerseh- te partij heeft gedrukt. Dat de heer Co- lijn zijn vrijheid heeft herkregen ten aan zien van zooveel, dat wij in de laatste twee jaren in strijd met vroeger door hem beleden opvattingen hebben zien gebeuren, moet hem een „oef!"' hebben ontlokt. Dat hij er toe moge medewerken, alle boeien, voorzoover zij niet het karakter van een onvermijdelijken noodmaatregel dragen, te slaken! Op den grondslag van het nu ont vouwde program is dit mogelijk. En mogen ook de r.-k., die nog op zelfstandig inzicht prijs stellen, zich steeds meer afvragen, waarom de politieke vrijheid, welke den r.k. in andere landen gegund wordt, hun onder ons volk niet eveneens toekomt. Het is een vraag, waarop het antwoord voor het protestantsche vrije geweten wel ge makkelijker zal zijn te geven dan voor het katholieke gebondene, maar ook aan deze gebondenheid moeten tenslotte gren zen zijn. Want het onpolitieke accent in de sa menstelling van het nieuwe Kabinet aan gaat aldus de N.R.C. verder, hierin zijn, zoo wij het wel hebben, zes leden van po litieke partijen 2 a.r., 2 c.h. en 2 lib.) op genomen, terwijl de vijf overige ministers partijloos zijn, maar in het algemeen voor vrijzinnig hetzij meer libhetzij meer v.d. worden gehouden. Bij de zes eer sten bevinden zich er nog twee, die, hoe wel lid eener partij, geen rol in het groote politieke leven hebben gespeeld, slechts 3 van de 11 ministers hebben een parlementaire loopbaan achter zich; van de 7 nieuwe ministers slechts 1 Bij de bestaande onmacht en verdeeldheid der in het parlement vertegenwoordigde par tijen mogen wij daarom van deze com binatie een onbevangen kijk op de ver schillende vraagstukken van onzen tijd verwachten. Er zijn onder de nieuwe mannen, ook verscheidene, die op hun speciaal terrein hun sporen hebben ver diend. De Maasbode (r.k.) begint op te merken, dat het verwerpen van de centra lisatie juist beantwoordt aan het r.k. sub sidiariteitsbeginsel en dat meteen is, „alsof wede afgetreden „vier" hooren." (Be doeld worden de afgetreden 4 r.k. minis ters Red.) Alles wordt ook geprojecteerd tegen den achtergrond van den „smaad" aan het vierspan aangedaan! Tegen de sa neering van de gemeente-financiën en te gen de versterking van de Indische defensie zouden de „vier" ook geen bezwaar heb ben. Het r.k. blad vervolgt: Belangrijk is het op de derde plaats ge noemde punt: de werkloosheid. Aanstonds wordt veelbeteekenend gezegd: de opsom ming bedoelt niet het aangeven van een rangorde. De eerste kentering van dr. Co- lijn? Ietwat bedenkelijker zouden kunnen klinken de aanvulling en aanmaning, dat de vier genoemde onderwerpen „wederkee- rig remmend of bevorderend op elkander inwerken". Maar het kèn ook zeer onschuldig zijn. Er zijn werkelijk geen nieuwe mannen voor noodig om den volke kond te doen, dat fi nanciën, werkloosheidsbestrijding en defen sie wel eenigszins met elkaar samenhan gen! Dan rijst natuurlijk terstond het spook beeld van het budgetaire evenwicht en sterk geruststellend wordt al aanstonds ge sproken van een „zoo dicht mogelijke be nadering". Hier is natuurlijk gemakkelijker verschil van inzicht mogelijk, maar uit drukkelijk blijkt, dat een algeheel even wicht althans voorloopig niet bereikbaar wordt geacht, ook niet door deze nieuwe mannen. Bij de uitwerking van het punt: werk loosheidsbestrijding wordt de verklaring- concreter enbedenkelijker. Aanstonds wordt gesproken van „vermijding van aan- bijstand voor de bedrijven en van de Com missie voor de strafverordeningen, en lde heer Helder, die sedert 1935 lid was van den Raad en van de Commissie van bijstand voor de gemeentewerken, niet meer terug keeren. Spr. weet te spreken uit aller naam als hij dank brengt voor wat zij deden en hen het beste toewenscht in de toekomst. Van den heer Heemskerk was nog een schrijven ingekomen, waarin hij zijn spijt uitdrukt niet aanwezig te kunnen zijn, maar waarin hij allen dank brengt voor de aan gename samenwerking. Hierna sloot de voorzitter te elf uur de vergadering. zienlijke administratieve uitgaven en van kapitaalsinvestaties van oeconomischen aard". Dit slaat duidelijk allereerst op de methode-Romme voor de werkloosheidsre gistratie. Wij meenen intusschen met ze kerheid te weten, dat minister Romme te dezen dr. Colijn reeds tegemoet was geko men. Dr. Colijn zal toch ook wel niet denken, dat hij een uitvinding doet met de gedachte van: de geleidelijke inschakeling van de werkloozen in het normale bedrijfsleven? Wie wil anders? Als dit nieuwe kabinet zooals ook minister Romme wil waken tegen „uitwassen", heeft het natuurlijk een overmaat van gelijk, maar hier komt heel sterk de vraag naar voren, wat men onder „uitwassen" zal gelieven te verstaan. Mi nister Damme krijgt in ieder geval, door versobering van de taak van zijn departe ment de handen nog meer vrij. Hij moge van deze vrijheid een gunstig gebruik ma ken. Merkwaardig zijn de twee bijzondere pun ten, in de regeeringsverklaring genoemd. Ten eerste de zorg voor de ouden van da gen. Daarmede komt dr. Colijn handig te gemoet aan een verlangen, sterk levend zoowel te rechter als te linker zijde van de Kamer. Onzerzijds geen bezwaar, als mi nister Damme, eveneens bereid is, het ont- werp-kinderbijslag, door de Tweede Kamer aanvaard, zoo spoedig mogelijk naar het staatsblad te brengen. Wij hopen op dit punt spoedig de stellige uitlating te verne men, die wij in deze verklaring zeer noode missen. De toch al niet te glorierijk scheidende oud-minister van onderwijs, die met minis ter Van Buuren, zijn trouw aan dr. Colijn slechts zeer kwalijk beloond zag, krijgt een voudig een ezelstrap na door de, overigens verheugende aankondiging van maatrege len in verband met de leerlingenschaal en kweekelingen met acte. Reeds voordat de defensie-uitgaven plot seling zoo onrustbarend stegen, heeft de arme minister Sloteïnaker elk pogen in de zen moeten afwijzen met een onverbiddelijk, voor hem alleronaangenaamste kabinetspo- litiek. En nauwelijks is er een crisis uitge broken op het punt van vermindering van de kosten der werkloosheidsbestrijding ter wille van de steeds hoogere defensiekos- ten, ofde opvolger van Slotemaker krijgt aanstonds wat deze met geen moge lijkheid op financieelen grond kon loskrij gen. En dat van een kabinet, dat meteen voor Indië zware kruisers of slagschepen wil gaan bouwen, want daarop zullen de plannen wel uitloopen. Waarlijk, minister Schrieke schijnt te hebben geweten wat zijn toetreden na de weigering van De Kat Angelino voor Colijn waard was. Maararme en toch zoo trouwe Slote maker Alles bijeen: wat het kabinet op het hoofdpunt: de werkloosheid wil, blijft duis ter en onzeker en daarmedede toe komst van het kabirjet zelf! De Standaard (a.r.) acht het kabinet Krachtens zijn samenstelling een minder- neidskabinet. Het blad vervolgt: Op cle vraag, of dit ministerie, ook wat zijn program betreft, een minderheidskabi net moet worden genoemd, kan nog geen antwoord worden gegeven. Het program is, terwijl wij dit schrijven, nog niet gepubli ceerd. VVij verwachten, dat de regeering, heden of morgen, in de volksvertegenwoor diging een verklaring zal afleggen omtrent de hoofdpunten vah haar beleid, en dat daarover in den loop van deze week een gedachtenwisseling zajl plaats hebben in de Tweede Kamer Zoowel het een als het ander schijnt ons, gelet op de omstandigheden, zooal niet noodzakelijk, dan toch m ieder geval zeer wenschelfjk. Reeds vóór *het kabinet aan het bewind is gekomen, worden in de sociaal-democra tische en in verscheidene roomseh-katho- lieke persorganen beschouwingen over de voornemens van „het komende kabinet" ge geven, welke er op berekend zijn ons volk te verontrusten, en vertrouwd te maken met gedachten, welke geen steun vinden in de feiten, of in gemotiveerde verwachtin gen. Ook met het oog daarop verdienen een regeermgsmededeeling en een debat daar over aanbeveling. Wij gelooven intusschen, dat het regee- ringsprogram de bedoelde beschouwingen zal logenstraffen. Er zijn geen redenen om aan te nemen, dat het kabinet de politiek zal willen voeren, welke men het toedicht. In de omstandigheid, dat het, naar moet worden aangenomen, eenige wijzigingen wil aanbrengen in de werkloosheidspolitiek, kan toch waarlijk geen grond worden ge vonden, om zoo fel van wal te steken als in de genoemde persartikelen het geval is. Daarvoor heeft het complex van maatrege len ter bestrijding van de werkloosheid te vele kanten, welke telkens opnieuw in over weging behooren te worden genomen. Men dient althans de uiteenzetting van de voor nemens der regeering op dit gebied af te wachten, alvorens tot oordeelen, laat staan tot veroordeelen, over te gaan. Het program van het kabinet zal moeten leeren, welk karakter men daaraan mag toekennen, en op welke medewerking in de Staten-Generaal het zal kunnen rekenen. Een debat over de formatie van het ka binet kan tevens tot nadere opheldering leiden over het verloop van de crisis. Voor één punt vragen wij de aandacht. De tweede opdracht aan dr. Colijn ver leend, was gelijk aan de eerste. De vraag is opgekomen: waarom heeft hij, na het ontvangen van de eerste opdracht, niet ge tracht het kabinet saam te stellen, dat nu is gevormd? In dat geval was aan de crisis spoedig een einde gekomen, en het valt niet in te zien, dat de formatie van het thans opgetreden kabinet, eerst mogelijk was, nadat aan dr. Colijn voor de tweede maal een opdracht was gegeven. Ons antwoord op die vraag luidt voors hands als volgt: ongetwijfeld had dr. Colijn het nu opgetreden Kabinet reeds kunnen vormen, toen hij zijn eerste opdracht had ontvangen, maar dit zou onjuist zijn ge weest. De Roomsch-Katholieken waren niet bereid mede te werken aan de formatie van een kabinet onder zijn leiding, maar het was mogelijk, dat zij die medewerking wel wilden verleenen aan een anderen formateur. Die mogelijkheid diende in ieder geval te worden onder zocht, en daarvoor was het noodig, dat aan een ander een opdracht werd gege ven. Vandaar de opdracht tot vorming van een Kabinet aan mr. Kooien, een opdracht even ruim van strekking als die aan dr. Colijn gegeven. Eerst nadat deze ontheffing van de hem verleende op dracht had verzocht, stond vast, dat de Roomsch-Katholieken niet bereid waren tot medewerking, en kon een formatie zonder Roomsch-Katholieken in overwe: ging worden genomen. Wij vestigen op dit punt de aandacht, om te illustreeren, dat een discussie over de Kabinetsformatie verhelderend kan werken, en kan bijdragen tot opklaring van de verhoudingen. Het nieuwe Kabinet moet rekenen op sterken tegenstand. Het kan zich zeker nog niet vertrouwd maken met de - ge dachte, dat het kans heeft op een norma len levensduur. Dit is te betreuren. Wij wensehen het, vooral gelet op de uiterst moeilijke situatie, welwillend tege moet te treden, en hopen, dat het van onze zijde krachtig zal kunnen worden ge steund. De anti-revolutionnair is gouverne menteel gezind. Hij is dit te liever ten aan zien van een Kabinet, dat onder de leiding van dr;. iColijn optreedt. Blijkë uit het regeeringsprogram, dat het onzen mannen mogelijk zal zijn dit vijfde Kabinet-Colijn krachtdadigen steun te verleenen in zijn moeilijken strijd. Aan een artikel van de Nederlander (c.h.), wedlk artikel geschreven werd voordat de regeeringsverklaring bekend was, ontleenen wij het volgende: Overdenkt men de thans bekend gewor den samenstelling van het ministerie, dan komt zonder dat men daarbij nog maar eenigszins een eigen oordeel behoeft te geven allereerst de zuiver zakelijke vraag naar voren hoe. de positie van dit extra-parlementaire personen-kabinet in het parlement verwacht kan worden te zullen zijn. En dan kan de verwachting niet anders dan weinig hoopvol zijn. Zonder één vertegenwoordiger immers van de roomsch-katholieke staatkundige en sociale opvattingen!, zonder zoodanig vertegenwoordiger van de sociaal-democra tische denkwijze is het gevaar groot, dat binnen afzienbaren tijd ten aanzien van belangrijke punten van kabinetspolitiek botsingen zullen voorkomen. En zou dit het geval zijn, dan heeft het ministerie gesteld al, dat de overige groepen in het parlement in gesloten gelederen achter het kabinet zouden staan toch slechts een kleine minderheid achter zich. Welke wetenschap de positie 'van den beginne af wankel doet zijn. Natuurlijk kunnen die botsingen uitblij ven. Wanneer het nieuwe kabinet in be ginsel dezelfde politiek zal voeren als het heengegane. Maar in dat geval rijst toch de vraag of de heele crisis dan niet voor komen had kunnen en behooren te wor den. Hoe dit zij, parlementair moet de posi tie van het optredende ministerie ten zij zich op internationaal gebied verwik kelingen voordoen, die elke normale werk zaamheid omverwerpen zal zwak wor den beschouwd. Het is goed, dat wij ons rekenschap ge ven van het feit dat dit Kabinet in den meest eigenlijken zin van het woord een noodoplossing is. Dat blijft het ook wan neer er een normale levensduur voor weg gelegd zou zjjn en wanneer zijn beleid aan spraak zou kunnen maken op waardee ring. Het is immers wenschelijk, dat er een nauwe band is tusschen het regeeringsbe- leid en de politieke idealen en overtui gingen, die onder het volk leven. En nu is het karakter van dit Kabinet een ver loochening van deze wenschelijkheid, ver schuift het deze althans naar het tweede plan. Nu kunnen er omstandigheden zijn, waarin dit voor een oogenblik noodzakelijk in ieder geval onvermijdelijk is. Wij weten niet in hoeverre dit thans het geval is al vragen wij ons af of alle pogingen in het werk zijn gesteld om te trachten een Kabinet op parlementaire basis te vormen. Mocht dit laatste inderdaad tot de vol strekte onmogelijkheden hebben behoord, dan dient men er zich in ieder geval van bewust te zijn, dat zoodra dit maar even mogelijk is, weer hersteld moet worden een toestand, die meer beantwoordt aan de norm, dat de band tusschen het regee- ringsbeleid en de politieke idealen en over tuigingen van de geregeerden ook in de samenstelling van het Kabinet tot uit drukking behoort te komen. Het thans optredende Kabinet staat al leen dan zuiver wanneer het zijn taak in dit bewustzijn opneemt en wanneer zijn leden individueel bereid zjjn daaruit de consequenties te trekken. Zou dit be wustzijn in deze bereidheid niet -aanwe zig zijn, dan zou het optreden van dit ministerie een bedreiging voor het parle mentaire stelsel in zich sluiten. Wij willen dit ministerie onbevangen eiv objectief tegemoet treden, aldus het blad. Onder het hoofd: „Ons antwoord op de verklaring der regeering", schrijft „Het Volk" (s.d.) Het nieuwe kabinet-Colijn zal è.ls het daartoe de gelegenheid wordt gegeven de werkloozensteun verminderen en bezui nigen op de bestrijding van de werkloos heid door middel van de uitvoering van' groote werken en doelmatige werkverschaf fing. Dat is het hoofdpunt uit de regeerings verklaring, die gistermiddag in de Tweede Kamer is voorgelezen. Het hoofdpunt. Immers, over de werkloosheidspolitiek is het conflict uitge broken, dat tot de kabinetscrisis leidde. De geschiedenis van zijn ontstaan bepaalt het karakter van dit ministerie. Omdat er, volgens de opvatting van de minderheid, die nu de regeeringsmacht in handen heeft, o zoo noodig bezuinigd moet worden; omdat het geld, dat voor de lands verdediging noodig is, volgens de opvatting van deze minderheid dan maar op de werk loosheidsuitgaven moet worden gevonden; daaróm is de crisis uitgelokt. Een meerderheid van ons volk wil het anders; maar de minderheid kondigt in deze regeeringsverklaring aan, dat zooge zegde „uitwassen" in de steunregeling moe ten verdwijnen. Welke zijn die uitwassen, waarvan tot voor kort niemand had ge hoord? Het zou gaan, zoo zegt de verkla- ring, om de „begeerte tot arbeid" levend te houden! Het kapitalisme werpt de werkers op straat; er is geen werkgelegenheid voor honderdduizenden handen, die arbeid wil len. Daar helpt geen „begeerte tot arbeid". Een afschuwelijke redeneering, die als voor wendsel zal moeten dienen, om de steun- uitkeeringen aan te tasten. Niet beter is het gesteld met de werk loosheids bestrijding. Het nieuwe kabi net wil alles zetten op de ééne kaart: „in schakeling der werkloozen in het normale bedrijfsleven". Een gevaarlijke frase! Im mers, dit particuliere bedrijfsleven heeft juist de honderdduizenden op straat gezet. Volgens de regeeringsverklaring mogen an dere maatregelen slechts een „aanvullend" karakter hebben. Wat dat beteekent? Dat de groote werken en die werkverschaffing, die als redelijke arbeid moet worden toege juicht, naar het tweede plan worden ver wezen. Ook op de uitgaven voor werkver ruiming zal men dus bezuinigen! Hiermede is het kapitalistisch-reactionai- re karakter van het nieuwe ministerie ge- teekend. De zinsnede over een gedeeltelijke ver betering van de leerlingenschaal en een zéér vage toezegging inzake de ouderdoms voorziening kunnen hieraan niets verande ren. Evenmin kan de aankondiging dat men, al bezuinigend, tegelijkertijd het kunststuk je wil bestaan, de zelfstandigheid van de gemeenten te herstellen, vooralsnog grooten indruk maken. En over de verdediging van Indonesië zijn de heeren het zelfs onder el kaar nog niet eens. De meerderheid van ons volk wil een forschen strijd tegen den doodsvijand bin nen de grenzen: tegen de werkloosheid. Maar deze meerderheid heeft nog geen kans gekregen tot opbouwend werk. Dus moet de strijd voor werk en welvaart met verdubbelde kracht worden voortgezet voor dit oogenblik is dat de strijd tegen het kabinet-Colijn! DONDERDAG 27 JULI. HILVERSUM I 1875 en 414,4 M. AVRO-Uitz. 8.00 Gram. (ca. 8.15 Ber.). 10.00 Morgen wijding. 10,15 Gram. 10,30 Voor de vrouw. 10,35 Orgel en cello. 11,10 Declamatie. 11,30 AVRO-Aeolian-ork. 12,15 Ber. 12,17 De Stafmuziek 6e R.I. 1.00 Interview. 1,05 Gram. 1,30 Verv. conc. 2,15 Gram. 2,30 Voor de kinderen. 3,30 Viool en piano. 4.00 Voor zieken en thuiszittenden. 4,30 Gram. 5.00 Voor de jeugd. 5,30 AVRO-Amusementsork. en solisten. 6,28 Ber. 6,30 Sporthalfuur. 7,00 Zang en orgel. 7,30 Declamatie. 8.00 Ber. ANP., Radiojournaal. 8,20 Omroepork. en solisten. 9,05 Rep. 9,35 Verv. conc. 10.20 Disconieuws. 11,00 Ber. ANP., hierna: Gram 11,30—12.00 AVRO-Dance-Band. HILVERSUM H. 301,5 M. 8,00—9,15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00—12,00 NCRV. 8,00—9,15 Gram. (ca. 8,15 Ber.). 10.00 Gram. 10,15 Morgendienst. 10,45 Gram. 11,30 Godsdienstig halfuur. 12,00 Ber. 12,15 KRO-ork. (1.001,20 Gram. ca. 1,15 Ber.). 2,00 Handwerkuurtje. 2,55 Gram. 3,00 Vrou wenhalfuur. 3.30 Gram. 3,45 Bijbellezing. 4,45 Gram. 5.00 Handenarbeid voor de jeugd. 5.30 AU-Round-Sextet en gram. 7.00 Ber. 7,15 Journalistiek overz. 7,45—-7,55 Gram. 8.00 Ber. ANP. 8,15 Toespraak. 8,45 De Postillons en NCRV-kleinkoor. 10.00 Ber. APN., actueel halfuur. 10,30 Vede laars, NCRV.-kleinkoor en gram. 11,25 Gram. ca. 11,5012,00 Schriftlezing. DROITWICH 1500 M. 11,05 Northern- Ireland-ork. en solist. 12,05 Victor Fleming ork. 12,50 Gram. 1,20 Cabaret. 1,35 Evans Sextette intime", en solist. 2,05 Piano. 2,35 Dansmuz. (gr. pl.L 3.20 Vroolijke Voor dracht. 3,35 Sted. ork. van Bournemouth, en solist. 5,05 Gram. 5,20 Zang. 5,40 Walker octet. 6,20 Ber. 6,45 Causerie. 7,00 Piano. 7,35 Operette. 8,50 Millward's Nitwits, en solisten. 9,20 Ber. 9,50 Discussie. 10.20 Kerk dienst. 10,40 Harmonieork. 11,20 Grosvenor House dansork. en solisten. 11,50 Gram. 12,15—12,20 Ber. RADIO-PARIS 1648 M. 9,30—10.00 Gram. 12,35 Zang. 1,05 Van de Walle-ork. 2,35 Gram. 5,25 Zang, viool en piano. 6,05 Ra- diotooneel. 7,20 Cantrelle-ork. 8,25 Gram. 8,50 Piano. 9,20 Symphonieconc. m.m.v. so liste. 10,5011,05 Gram. KEULEN 456 M. 6,50 Gram. 7,35 Kur-ork. van Bad Driburg. 8,509,50 Ork. 12,20 en 1,35 Dansork. 2,303,20 Pop. conc. 4,20 Kurork. van Bad Oeyenhausen (5,205,30 Gram.) 6,50 Zang met piano. 7,30 Ork. 8,30 Radiotooneel met muz. 10.00 Dansmuz. (gr. pl.). 11,00 Strijkork. en solist. .11,20 12,20 Dansork. BRUSSEL 322 en 484 m 322 m: 12,20 Gram. 12,50 en 1,30 Dansork. 1,502,20, 5,20 en 6,50 Gram. 8,20 en 9,20 Felleman's ork. en soliste. (In een pauze: Gram. 10.10 Gram. 10,30—11,20 Dansork. 484 m: 12,20 Gram. 12,50 en 1,30 Sykes' ork. 1,50—2,20, 5,20, 6,35, 7,35 en 8,20 Gram 9,20 Symphonieconc. en soliste. 11,0011,20 Gram. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 8,35 Declamatie. 9,00 Ork. en soliste. 10,20 Ber. 10,40 Piano. 11,05 Ber. 11,20—12,20 Conc. (opn.). MIDDELBURG. WO 26 Jul. Jaarl. prop. tocht Gymnastiek Ver. „Achilles", adspir. afd. en sig- naalafd. Vertrek Abdij 20.30 h. DO 27 Jul. Jaarl. Ringrijderjj uitg. Vereen. Vreemdelingen Verkeer te Middel burg, Abdij 8,30 h—17,00 h.; Optocht 39 ruiters, vertrek Balans; 13.00 h. GOES WO 26 Jul DO 27 Jul. Openb. conc. „Hosanna", Schut tershof 20,30 h. bioscopen. CITY, Middelburg VR 21—DO 27 Jul.: „Een groot schandaal" en „Lucht- kasteelen", 20.00 h. ELECTRO, Middelburg VR 21-DO 27 JuL: „Oproer in Damascus" en „Bokser tegen wil en dank", 20.00 h. ALGEMÈENE. WO 26 Jul. Concert „Ons Genoegen" te Vliss. Boulev. Evertsen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 6