Het nieuwe kabinet-Colijn in de pers
Regeeringsverklaring en
R. K. Staatspartij.
Het ongewisse.
Minderheidskabinet,
Parlementair zwak.
Het hoofdpunt.
RADIO-PROGRAMMA.
MER DA.
De VOORZITTER zeide, dat er kort ge
leden een vraag uit Den Haag kwam hoe
het stond met de luchtbescherming van de
bedrijven. Toen is ter zake het maken van
plannen opgedragen. Dinsdagmorgen kreeg
de wethouder die, des middags werden zij
in B. en W. behandeld en men meende niet
tot September te mogen wachten met het
in den raad te brengen. Spr. zegt nog dat
de koppeling der gasbuizen geheel afge
scheiden is van andere onderhandelingen
met de ZEGAM, het betreft hier een kwes
tie als die van de waterleiding.
De heer BOASSON zeide hpt hier force
majeure is. Zaterdag had hij een monde
linge bespreking ter zake met den direc
teur.
De heer MONDEEL kan ook de urgentie
nog niet inzien om nu maar f 25.000 zoo
in eens te voteeren. Hij ziet geen bezwaar
tegen een uitstel van 6 weken. Het is niet
goed zoo overhaast te werk te gaan. De
leveranciers zullen wel eenige consideratie
gebruiken als zij weten dat het wachten is
op een besluit van den Raad.
Mevrouw WEIJL vroeg inlichting of ook
de open waterreservoirs niet tegen schade
lijken invloed van gassen enz. moeten wor
den beschermd.
De heer v. d. FELTZ meende, dat het
optreden van B. en W. in dezen slechts lof
Verdiént. Men zou het hen kwalijk moeten
nemen als zij deze zaak niet met ernst
aanpakken. Men moet nu eenmaal reke
ning houden met de realiteit. Men moet in
alle opzichten paraat zijn. Men zal toch tot
een Diesel-motor moeten komen en dan
mag men geen dag langer wachten dan on
vermijdelijk is. <a
De heer LAMBERMONT vroeg nog of men
niet kan steunen op het verbonden zijn met
de leiding van de W.M.Z.
De heer DEN HOLLANDER vroeg of men
zeker zal zijn olie reserve te hebben en of
men niet veiliger is eigen product in casu
steenkolen als brandstof aan te wenden.
De heer JERONIMUS prees B. en W.
en zeide, dat als men hen niet volgt, men
de verantwoording van het college op den
Raad afwenpeld.
De heer SULKERS voelde ook bezwa
ren inzake de olie voorziening.
De VOORZITTER wilde beslissen met de
toezegging dat de uitwerking der finesses
met de commissie van bijstand zal worden
behandeld.
De heer BOASSON had intusschen den
directeur laten waarschuwen en met toe
stemming van den Raad werd deze in de
vergadering toegelaten tot het geven van
inlichtingen op technisch gebied.
De heer ROETERS VAN LENNEP heeft
op verschillende hem nu gestelde vragen
o.a. geantwoord, dat het de bedoeling is een
olietank te maken, waarin voor 4 maanden
olie kan worden opgeslagen. Met de hulp
van de W.M.Z. zal men er ook niet komen
en het reservoir te Middelburg zal bij uit
vallen van den stroom ook niet mede tellen.
Daarom denkt men ook over een kleine
benzinemotor daarop te slaan. Aan spreker
zijn geen waterleidingbedrijven bekend
waar men de open reservoirs e.d. afschermt.
Hier vlak bij zee, zijn gasaanvallen bijna
niet te verwachten en men heeft toch uit
stekend werkende zuiveringsinstalaties. Men
zal vooralsnog ook de stoominstallatie be
houden en het is aan de andere zijde juist
dat deze verouderd is en men toch tot den
Dieselmotor had moeten komen al wordt
het nu wellicht wat bespoedigd. Op een des
betreffende vraag zeide spr. nog, dat de
kosten van den motor met toebehooren op
12.000 zijn te ramen, dan zijn er werk
zaamheden op het terrein en dan een 4000
voor de scherfvrije omgeving.
Thans werd over het voorstel gestemd en
werd het aangenomen met 9 tegen 3 stem
men. Tegen stemden de heeren Lamber-
mont, Sulkers en Mondeel. De heer Helder
had de vergadering reeds verlaten.
Erfpachtsuitgifte
Besloten werd een wijziging te brengen
in het besluit tot uitgifte van grond aan
den Kinderdijk aan H. F. Mink. Gemeld was
56 c.a. voor 5.60, dit moet zijn 46 c.a. voor
4.60 per jaar.
De a.s. blijde gebeurtenis.
De VOORZITTER deelde mede, dat Ged.
Staten bericht hebben, dat de minister van
binnenlandsche zaken geen bezwaar heeft,
dat de gemeente bij de a.s. blijde gebeur
tenis in het Prinselijk gezin 25 cent per
kind der openbare en bijzondere lager en
uitgereid lagere scholen uitgeeft en boven
dien nog 1 cent per inwoner voor feestelijk
heden. De voorzitter vroeg daarop een cre-
diet voor het eerste van 642 en voor het
tweede van 183. Voor de kinderen zal een
herinnering worden gezocht en voor het
tweede zullen enkele kosten in verband
me de feesten als een geluidinstallatie op de
Markt worden bekostigd.
Mevrouw WEIJL vroeg of het niet beter
is het geld dat voor de kinderen bestemd
is, bijv. aan het comité voor de vacantie-
school te geven.
De VOORZITTER meende, dat zulks niet
zoo tot de kinderen spreekt.
De heer BOASSON kan verzekeren, dat
de geschenken bij vorige gelegenheden in
den smaak vielen en men verbaasd staat
wat men dan voor 25 cent krijgt. Men heeft
reeds aanbiedingen en zal er gaarne nog
meer van Middelburgsehe winkeliers ont
vangen.
Het abattoir.
Tenslotte deelde de VOORZITTER mede,
dat het goed gaat met de plannen voor het
abattoir, ten eerste hebben Ged. Staten in
gestemd met een regeling der aflossing,
waarmede ook de Raad zich reeds ver-
eenigde, althans die daaraan zeer ver te
gemoet komt. Ten tweede is er een goede
medewerking van de plattelandsgemeente
besturen verkregen en zullen deze de zaak
binnenkort in hun gemeenteraden behande
len. Volgende week is er weer een samen
komst met die gemeentebesturen. Ook van
het Werkfonds is toezegging gedaan, maar
onder voorwaarde, dat vóór 1 Januari de
eerste spa in den grond moet worden ge
stoken. Daarom moet met kracht worden
voortgewerkt. Voor het maken van tee ke
ningen enz. is op gemeentewerken geen tijd
en er zal dan ook een speciale kracht moe
ten worden aangesteld voor dat werk. B.
en W. vroegen daarvoor een crediet van
2000. De Raad verleende dit z. h. s.
De vertrekkende leden.
Het vijfde voorstel was er een van in
ternen aard.
De VOORZITTER wees er ten slotte op,
dat de heeren Heemskerk, die van 1931 zit
ting had en lid was van de Commissie van
De „Nieuwe Rott. Crt." (lib.) is zeer te
vreden over de regeeringsverklaring van
het nieuwe kabinet-Colijn. Het blad ver
wacht, dat het den weg terug zal inslaan
uit het moeras van protectionisme en or
dening, waarin de vorige regeeringen door
het toedoen der roomsch-katholieken te
recht waren gekomen.
„Wenscht de R.K. Staatspartij tegen de
uitvoering van het nieuwe program oppo
sitie te voeren, zoo vervolgt het blad dan,
het is haar recht, mits zij haar verantwoor
delijkheid voor eventueele gevolgen daar
van en ook de mislukking van de forma
tie-poging van mr. Kooien, aan wien alle
vrijheid tot vorming van een Kabinet was
gelaten, indachtig zij. Voor de wederzïjd-
sche posities ten aanzien van de beginse
len van staatsbeleid kan de nieuwe con
stellatie slechts zuiverend werken. En wel
moge de R.-K. Staatspartij bedenken, dat
zij zich schromelijk vergist, indien zij
meent, dat meer dan 75 pet. van de kie
zers tegen de inzichten van het nieuwe
Kabinet zal blijken gekant te zijn.
Ovèrigens heeft de R.-K. Staatspartij
altijd oppositie gevoerd. Zij deed het, toen
zij alleen in de lusten doch niet in de las
ten, in de verantwoordelijkheid, wenschte
te deelen, gelijk van 19331937 het geval
was; zij deed het ook in de periode van
19371939, toen zij tevens de lasten heet
te mede te dragen doordat zij officieel
in het Kabinet vertegenwoordgid was.
Oppositioneele onrust baarde zij steeds en
van constructief staatkundig vermogen
was zij verstoken. Het is de noodlottige
stempel, die in alle landen op deze, door
speciale kerkelijke drijfveeren beheerseh-
te partij heeft gedrukt. Dat de heer Co-
lijn zijn vrijheid heeft herkregen ten aan
zien van zooveel, dat wij in de laatste
twee jaren in strijd met vroeger door hem
beleden opvattingen hebben zien gebeuren,
moet hem een „oef!"' hebben ontlokt. Dat
hij er toe moge medewerken, alle boeien,
voorzoover zij niet het karakter van een
onvermijdelijken noodmaatregel dragen, te
slaken! Op den grondslag van het nu ont
vouwde program is dit mogelijk. En mogen
ook de r.-k., die nog op zelfstandig inzicht
prijs stellen, zich steeds meer afvragen,
waarom de politieke vrijheid, welke den
r.k. in andere landen gegund wordt, hun
onder ons volk niet eveneens toekomt. Het
is een vraag, waarop het antwoord voor
het protestantsche vrije geweten wel ge
makkelijker zal zijn te geven dan voor
het katholieke gebondene, maar ook aan
deze gebondenheid moeten tenslotte gren
zen zijn.
Want het onpolitieke accent in de sa
menstelling van het nieuwe Kabinet aan
gaat aldus de N.R.C. verder, hierin zijn,
zoo wij het wel hebben, zes leden van po
litieke partijen 2 a.r., 2 c.h. en 2 lib.) op
genomen, terwijl de vijf overige ministers
partijloos zijn, maar in het algemeen voor
vrijzinnig hetzij meer libhetzij meer
v.d. worden gehouden. Bij de zes eer
sten bevinden zich er nog twee, die, hoe
wel lid eener partij, geen rol in het
groote politieke leven hebben gespeeld,
slechts 3 van de 11 ministers hebben een
parlementaire loopbaan achter zich; van
de 7 nieuwe ministers slechts 1 Bij de
bestaande onmacht en verdeeldheid der
in het parlement vertegenwoordigde par
tijen mogen wij daarom van deze com
binatie een onbevangen kijk op de ver
schillende vraagstukken van onzen tijd
verwachten. Er zijn onder de nieuwe
mannen, ook verscheidene, die op hun
speciaal terrein hun sporen hebben ver
diend.
De Maasbode (r.k.) begint op te
merken, dat het verwerpen van de centra
lisatie juist beantwoordt aan het r.k. sub
sidiariteitsbeginsel en dat meteen is, „alsof
wede afgetreden „vier" hooren." (Be
doeld worden de afgetreden 4 r.k. minis
ters Red.) Alles wordt ook geprojecteerd
tegen den achtergrond van den „smaad"
aan het vierspan aangedaan! Tegen de sa
neering van de gemeente-financiën en te
gen de versterking van de Indische defensie
zouden de „vier" ook geen bezwaar heb
ben. Het r.k. blad vervolgt:
Belangrijk is het op de derde plaats ge
noemde punt: de werkloosheid. Aanstonds
wordt veelbeteekenend gezegd: de opsom
ming bedoelt niet het aangeven van een
rangorde. De eerste kentering van dr. Co-
lijn? Ietwat bedenkelijker zouden kunnen
klinken de aanvulling en aanmaning, dat
de vier genoemde onderwerpen „wederkee-
rig remmend of bevorderend op elkander
inwerken".
Maar het kèn ook zeer onschuldig zijn.
Er zijn werkelijk geen nieuwe mannen voor
noodig om den volke kond te doen, dat fi
nanciën, werkloosheidsbestrijding en defen
sie wel eenigszins met elkaar samenhan
gen!
Dan rijst natuurlijk terstond het spook
beeld van het budgetaire evenwicht en
sterk geruststellend wordt al aanstonds ge
sproken van een „zoo dicht mogelijke be
nadering". Hier is natuurlijk gemakkelijker
verschil van inzicht mogelijk, maar uit
drukkelijk blijkt, dat een algeheel even
wicht althans voorloopig niet bereikbaar
wordt geacht, ook niet door deze nieuwe
mannen.
Bij de uitwerking van het punt: werk
loosheidsbestrijding wordt de verklaring-
concreter enbedenkelijker. Aanstonds
wordt gesproken van „vermijding van aan-
bijstand voor de bedrijven en van de Com
missie voor de strafverordeningen, en lde
heer Helder, die sedert 1935 lid was van
den Raad en van de Commissie van bijstand
voor de gemeentewerken, niet meer terug
keeren. Spr. weet te spreken uit aller naam
als hij dank brengt voor wat zij deden en
hen het beste toewenscht in de toekomst.
Van den heer Heemskerk was nog een
schrijven ingekomen, waarin hij zijn spijt
uitdrukt niet aanwezig te kunnen zijn, maar
waarin hij allen dank brengt voor de aan
gename samenwerking.
Hierna sloot de voorzitter te elf uur de
vergadering.
zienlijke administratieve uitgaven en van
kapitaalsinvestaties van oeconomischen
aard". Dit slaat duidelijk allereerst op de
methode-Romme voor de werkloosheidsre
gistratie. Wij meenen intusschen met ze
kerheid te weten, dat minister Romme te
dezen dr. Colijn reeds tegemoet was geko
men.
Dr. Colijn zal toch ook wel niet denken,
dat hij een uitvinding doet met de gedachte
van: de geleidelijke inschakeling van de
werkloozen in het normale bedrijfsleven?
Wie wil anders? Als dit nieuwe kabinet
zooals ook minister Romme wil waken
tegen „uitwassen", heeft het natuurlijk een
overmaat van gelijk, maar hier komt heel
sterk de vraag naar voren, wat men onder
„uitwassen" zal gelieven te verstaan. Mi
nister Damme krijgt in ieder geval, door
versobering van de taak van zijn departe
ment de handen nog meer vrij. Hij moge
van deze vrijheid een gunstig gebruik ma
ken.
Merkwaardig zijn de twee bijzondere pun
ten, in de regeeringsverklaring genoemd.
Ten eerste de zorg voor de ouden van da
gen. Daarmede komt dr. Colijn handig te
gemoet aan een verlangen, sterk levend
zoowel te rechter als te linker zijde van de
Kamer. Onzerzijds geen bezwaar, als mi
nister Damme, eveneens bereid is, het ont-
werp-kinderbijslag, door de Tweede Kamer
aanvaard, zoo spoedig mogelijk naar het
staatsblad te brengen. Wij hopen op dit
punt spoedig de stellige uitlating te verne
men, die wij in deze verklaring zeer noode
missen.
De toch al niet te glorierijk scheidende
oud-minister van onderwijs, die met minis
ter Van Buuren, zijn trouw aan dr. Colijn
slechts zeer kwalijk beloond zag, krijgt een
voudig een ezelstrap na door de, overigens
verheugende aankondiging van maatrege
len in verband met de leerlingenschaal en
kweekelingen met acte.
Reeds voordat de defensie-uitgaven plot
seling zoo onrustbarend stegen, heeft de
arme minister Sloteïnaker elk pogen in de
zen moeten afwijzen met een onverbiddelijk,
voor hem alleronaangenaamste kabinetspo-
litiek. En nauwelijks is er een crisis uitge
broken op het punt van vermindering van
de kosten der werkloosheidsbestrijding ter
wille van de steeds hoogere defensiekos-
ten, ofde opvolger van Slotemaker
krijgt aanstonds wat deze met geen moge
lijkheid op financieelen grond kon loskrij
gen. En dat van een kabinet, dat meteen
voor Indië zware kruisers of slagschepen
wil gaan bouwen, want daarop zullen de
plannen wel uitloopen. Waarlijk, minister
Schrieke schijnt te hebben geweten wat
zijn toetreden na de weigering van De
Kat Angelino voor Colijn waard was.
Maararme en toch zoo trouwe Slote
maker
Alles bijeen: wat het kabinet op het
hoofdpunt: de werkloosheid wil, blijft duis
ter en onzeker en daarmedede toe
komst van het kabirjet zelf!
De Standaard (a.r.) acht het kabinet
Krachtens zijn samenstelling een minder-
neidskabinet. Het blad vervolgt:
Op cle vraag, of dit ministerie, ook wat
zijn program betreft, een minderheidskabi
net moet worden genoemd, kan nog geen
antwoord worden gegeven. Het program is,
terwijl wij dit schrijven, nog niet gepubli
ceerd. VVij verwachten, dat de regeering,
heden of morgen, in de volksvertegenwoor
diging een verklaring zal afleggen omtrent
de hoofdpunten vah haar beleid, en dat
daarover in den loop van deze week een
gedachtenwisseling zajl plaats hebben in de
Tweede Kamer
Zoowel het een als het ander schijnt ons,
gelet op de omstandigheden, zooal niet
noodzakelijk, dan toch m ieder geval zeer
wenschelfjk.
Reeds vóór *het kabinet aan het bewind
is gekomen, worden in de sociaal-democra
tische en in verscheidene roomseh-katho-
lieke persorganen beschouwingen over de
voornemens van „het komende kabinet" ge
geven, welke er op berekend zijn ons volk
te verontrusten, en vertrouwd te maken
met gedachten, welke geen steun vinden in
de feiten, of in gemotiveerde verwachtin
gen. Ook met het oog daarop verdienen een
regeermgsmededeeling en een debat daar
over aanbeveling.
Wij gelooven intusschen, dat het regee-
ringsprogram de bedoelde beschouwingen
zal logenstraffen. Er zijn geen redenen om
aan te nemen, dat het kabinet de politiek
zal willen voeren, welke men het toedicht.
In de omstandigheid, dat het, naar moet
worden aangenomen, eenige wijzigingen
wil aanbrengen in de werkloosheidspolitiek,
kan toch waarlijk geen grond worden ge
vonden, om zoo fel van wal te steken als
in de genoemde persartikelen het geval is.
Daarvoor heeft het complex van maatrege
len ter bestrijding van de werkloosheid te
vele kanten, welke telkens opnieuw in over
weging behooren te worden genomen. Men
dient althans de uiteenzetting van de voor
nemens der regeering op dit gebied af te
wachten, alvorens tot oordeelen, laat staan
tot veroordeelen, over te gaan.
Het program van het kabinet zal moeten
leeren, welk karakter men daaraan mag
toekennen, en op welke medewerking in de
Staten-Generaal het zal kunnen rekenen.
Een debat over de formatie van het ka
binet kan tevens tot nadere opheldering
leiden over het verloop van de crisis.
Voor één punt vragen wij de aandacht.
De tweede opdracht aan dr. Colijn ver
leend, was gelijk aan de eerste. De vraag
is opgekomen: waarom heeft hij, na het
ontvangen van de eerste opdracht, niet ge
tracht het kabinet saam te stellen, dat nu
is gevormd? In dat geval was aan de crisis
spoedig een einde gekomen, en het valt niet
in te zien, dat de formatie van het thans
opgetreden kabinet, eerst mogelijk was,
nadat aan dr. Colijn voor de tweede maal
een opdracht was gegeven.
Ons antwoord op die vraag luidt voors
hands als volgt: ongetwijfeld had dr. Colijn
het nu opgetreden Kabinet reeds kunnen
vormen, toen hij zijn eerste opdracht had
ontvangen, maar dit zou onjuist zijn ge
weest. De Roomsch-Katholieken waren niet
bereid mede te werken aan de formatie
van een kabinet onder zijn leiding,
maar het was mogelijk, dat zij die
medewerking wel wilden verleenen aan
een anderen formateur. Die mogelijkheid
diende in ieder geval te worden onder
zocht, en daarvoor was het noodig, dat
aan een ander een opdracht werd gege
ven. Vandaar de opdracht tot vorming
van een Kabinet aan mr. Kooien, een
opdracht even ruim van strekking als die
aan dr. Colijn gegeven. Eerst nadat deze
ontheffing van de hem verleende op
dracht had verzocht, stond vast, dat de
Roomsch-Katholieken niet bereid waren
tot medewerking, en kon een formatie
zonder Roomsch-Katholieken in overwe:
ging worden genomen.
Wij vestigen op dit punt de aandacht,
om te illustreeren, dat een discussie over
de Kabinetsformatie verhelderend kan
werken, en kan bijdragen tot opklaring
van de verhoudingen.
Het nieuwe Kabinet moet rekenen op
sterken tegenstand. Het kan zich zeker
nog niet vertrouwd maken met de - ge
dachte, dat het kans heeft op een norma
len levensduur. Dit is te betreuren.
Wij wensehen het, vooral gelet op de
uiterst moeilijke situatie, welwillend tege
moet te treden, en hopen, dat het van
onze zijde krachtig zal kunnen worden ge
steund. De anti-revolutionnair is gouverne
menteel gezind. Hij is dit te liever ten aan
zien van een Kabinet, dat onder de leiding
van dr;. iColijn optreedt. Blijkë uit het
regeeringsprogram, dat het onzen mannen
mogelijk zal zijn dit vijfde Kabinet-Colijn
krachtdadigen steun te verleenen in zijn
moeilijken strijd.
Aan een artikel van de Nederlander
(c.h.), wedlk artikel geschreven werd
voordat de regeeringsverklaring bekend
was, ontleenen wij het volgende:
Overdenkt men de thans bekend gewor
den samenstelling van het ministerie, dan
komt zonder dat men daarbij nog maar
eenigszins een eigen oordeel behoeft te
geven allereerst de zuiver zakelijke
vraag naar voren hoe. de positie van dit
extra-parlementaire personen-kabinet in
het parlement verwacht kan worden te
zullen zijn. En dan kan de verwachting
niet anders dan weinig hoopvol zijn.
Zonder één vertegenwoordiger immers
van de roomsch-katholieke staatkundige
en sociale opvattingen!, zonder zoodanig
vertegenwoordiger van de sociaal-democra
tische denkwijze is het gevaar groot, dat
binnen afzienbaren tijd ten aanzien van
belangrijke punten van kabinetspolitiek
botsingen zullen voorkomen. En zou dit
het geval zijn, dan heeft het ministerie
gesteld al, dat de overige groepen in het
parlement in gesloten gelederen achter
het kabinet zouden staan toch slechts
een kleine minderheid achter zich. Welke
wetenschap de positie 'van den beginne
af wankel doet zijn.
Natuurlijk kunnen die botsingen uitblij
ven. Wanneer het nieuwe kabinet in be
ginsel dezelfde politiek zal voeren als het
heengegane. Maar in dat geval rijst toch
de vraag of de heele crisis dan niet voor
komen had kunnen en behooren te wor
den.
Hoe dit zij, parlementair moet de posi
tie van het optredende ministerie ten
zij zich op internationaal gebied verwik
kelingen voordoen, die elke normale werk
zaamheid omverwerpen zal zwak wor
den beschouwd.
Het is goed, dat wij ons rekenschap ge
ven van het feit dat dit Kabinet in den
meest eigenlijken zin van het woord een
noodoplossing is. Dat blijft het ook wan
neer er een normale levensduur voor weg
gelegd zou zjjn en wanneer zijn beleid aan
spraak zou kunnen maken op waardee
ring.
Het is immers wenschelijk, dat er een
nauwe band is tusschen het regeeringsbe-
leid en de politieke idealen en overtui
gingen, die onder het volk leven. En nu
is het karakter van dit Kabinet een ver
loochening van deze wenschelijkheid, ver
schuift het deze althans naar het tweede
plan.
Nu kunnen er omstandigheden zijn,
waarin dit voor een oogenblik noodzakelijk
in ieder geval onvermijdelijk is. Wij weten
niet in hoeverre dit thans het geval is
al vragen wij ons af of alle pogingen in
het werk zijn gesteld om te trachten een
Kabinet op parlementaire basis te vormen.
Mocht dit laatste inderdaad tot de vol
strekte onmogelijkheden hebben behoord,
dan dient men er zich in ieder geval van
bewust te zijn, dat zoodra dit maar even
mogelijk is, weer hersteld moet worden
een toestand, die meer beantwoordt aan
de norm, dat de band tusschen het regee-
ringsbeleid en de politieke idealen en over
tuigingen van de geregeerden ook in de
samenstelling van het Kabinet tot uit
drukking behoort te komen.
Het thans optredende Kabinet staat al
leen dan zuiver wanneer het zijn taak in
dit bewustzijn opneemt en wanneer
zijn leden individueel bereid zjjn daaruit
de consequenties te trekken. Zou dit be
wustzijn in deze bereidheid niet -aanwe
zig zijn, dan zou het optreden van dit
ministerie een bedreiging voor het parle
mentaire stelsel in zich sluiten.
Wij willen dit ministerie onbevangen eiv
objectief tegemoet treden, aldus het blad.
Onder het hoofd: „Ons antwoord op de
verklaring der regeering", schrijft „Het
Volk" (s.d.)
Het nieuwe kabinet-Colijn zal è.ls het
daartoe de gelegenheid wordt gegeven
de werkloozensteun verminderen en bezui
nigen op de bestrijding van de werkloos
heid door middel van de uitvoering van'
groote werken en doelmatige werkverschaf
fing.
Dat is het hoofdpunt uit de regeerings
verklaring, die gistermiddag in de Tweede
Kamer is voorgelezen.
Het hoofdpunt. Immers, over de
werkloosheidspolitiek is het conflict uitge
broken, dat tot de kabinetscrisis leidde.
De geschiedenis van zijn ontstaan bepaalt
het karakter van dit ministerie.
Omdat er, volgens de opvatting van de
minderheid, die nu de regeeringsmacht in
handen heeft, o zoo noodig bezuinigd moet
worden;
omdat het geld, dat voor de lands
verdediging noodig is, volgens de opvatting
van deze minderheid dan maar op de werk
loosheidsuitgaven moet worden gevonden;
daaróm is de crisis uitgelokt.
Een meerderheid van ons volk wil het
anders; maar de minderheid kondigt in
deze regeeringsverklaring aan, dat zooge
zegde „uitwassen" in de steunregeling moe
ten verdwijnen. Welke zijn die uitwassen,
waarvan tot voor kort niemand had ge
hoord? Het zou gaan, zoo zegt de verkla-
ring, om de „begeerte tot arbeid" levend te
houden! Het kapitalisme werpt de werkers
op straat; er is geen werkgelegenheid voor
honderdduizenden handen, die arbeid wil
len. Daar helpt geen „begeerte tot arbeid".
Een afschuwelijke redeneering, die als voor
wendsel zal moeten dienen, om de steun-
uitkeeringen aan te tasten.
Niet beter is het gesteld met de werk
loosheids bestrijding. Het nieuwe kabi
net wil alles zetten op de ééne kaart: „in
schakeling der werkloozen in het normale
bedrijfsleven". Een gevaarlijke frase! Im
mers, dit particuliere bedrijfsleven heeft
juist de honderdduizenden op straat gezet.
Volgens de regeeringsverklaring mogen an
dere maatregelen slechts een „aanvullend"
karakter hebben. Wat dat beteekent? Dat
de groote werken en die werkverschaffing,
die als redelijke arbeid moet worden toege
juicht, naar het tweede plan worden ver
wezen. Ook op de uitgaven voor werkver
ruiming zal men dus bezuinigen!
Hiermede is het kapitalistisch-reactionai-
re karakter van het nieuwe ministerie ge-
teekend.
De zinsnede over een gedeeltelijke ver
betering van de leerlingenschaal en een
zéér vage toezegging inzake de ouderdoms
voorziening kunnen hieraan niets verande
ren. Evenmin kan de aankondiging dat men,
al bezuinigend, tegelijkertijd het kunststuk
je wil bestaan, de zelfstandigheid van de
gemeenten te herstellen, vooralsnog grooten
indruk maken. En over de verdediging van
Indonesië zijn de heeren het zelfs onder el
kaar nog niet eens.
De meerderheid van ons volk wil een
forschen strijd tegen den doodsvijand bin
nen de grenzen: tegen de werkloosheid.
Maar deze meerderheid heeft nog geen kans
gekregen tot opbouwend werk.
Dus moet de strijd voor werk en welvaart
met verdubbelde kracht worden voortgezet
voor dit oogenblik is dat de strijd tegen
het kabinet-Colijn!
DONDERDAG 27 JULI.
HILVERSUM I 1875 en 414,4 M.
AVRO-Uitz.
8.00 Gram. (ca. 8.15 Ber.). 10.00 Morgen
wijding. 10,15 Gram. 10,30 Voor de vrouw.
10,35 Orgel en cello. 11,10 Declamatie. 11,30
AVRO-Aeolian-ork. 12,15 Ber. 12,17 De
Stafmuziek 6e R.I. 1.00 Interview. 1,05
Gram. 1,30 Verv. conc. 2,15 Gram. 2,30 Voor
de kinderen. 3,30 Viool en piano. 4.00 Voor
zieken en thuiszittenden. 4,30 Gram. 5.00
Voor de jeugd. 5,30 AVRO-Amusementsork.
en solisten. 6,28 Ber. 6,30 Sporthalfuur. 7,00
Zang en orgel. 7,30 Declamatie. 8.00 Ber.
ANP., Radiojournaal. 8,20 Omroepork. en
solisten. 9,05 Rep. 9,35 Verv. conc. 10.20
Disconieuws. 11,00 Ber. ANP., hierna: Gram
11,30—12.00 AVRO-Dance-Band.
HILVERSUM H. 301,5 M.
8,00—9,15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO.
2.00—12,00 NCRV.
8,00—9,15 Gram. (ca. 8,15 Ber.). 10.00
Gram. 10,15 Morgendienst. 10,45 Gram.
11,30 Godsdienstig halfuur. 12,00 Ber. 12,15
KRO-ork. (1.001,20 Gram. ca. 1,15 Ber.).
2,00 Handwerkuurtje. 2,55 Gram. 3,00 Vrou
wenhalfuur. 3.30 Gram. 3,45 Bijbellezing.
4,45 Gram. 5.00 Handenarbeid voor de
jeugd. 5.30 AU-Round-Sextet en gram. 7.00
Ber. 7,15 Journalistiek overz. 7,45—-7,55
Gram. 8.00 Ber. ANP. 8,15 Toespraak. 8,45
De Postillons en NCRV-kleinkoor. 10.00
Ber. APN., actueel halfuur. 10,30 Vede
laars, NCRV.-kleinkoor en gram. 11,25
Gram. ca. 11,5012,00 Schriftlezing.
DROITWICH 1500 M. 11,05 Northern-
Ireland-ork. en solist. 12,05 Victor Fleming
ork. 12,50 Gram. 1,20 Cabaret. 1,35 Evans
Sextette intime", en solist. 2,05 Piano. 2,35
Dansmuz. (gr. pl.L 3.20 Vroolijke Voor
dracht. 3,35 Sted. ork. van Bournemouth,
en solist. 5,05 Gram. 5,20 Zang. 5,40 Walker
octet. 6,20 Ber. 6,45 Causerie. 7,00 Piano.
7,35 Operette. 8,50 Millward's Nitwits, en
solisten. 9,20 Ber. 9,50 Discussie. 10.20 Kerk
dienst. 10,40 Harmonieork. 11,20 Grosvenor
House dansork. en solisten. 11,50 Gram.
12,15—12,20 Ber.
RADIO-PARIS 1648 M. 9,30—10.00 Gram.
12,35 Zang. 1,05 Van de Walle-ork. 2,35
Gram. 5,25 Zang, viool en piano. 6,05 Ra-
diotooneel. 7,20 Cantrelle-ork. 8,25 Gram.
8,50 Piano. 9,20 Symphonieconc. m.m.v. so
liste. 10,5011,05 Gram.
KEULEN 456 M. 6,50 Gram. 7,35 Kur-ork.
van Bad Driburg. 8,509,50 Ork. 12,20 en
1,35 Dansork. 2,303,20 Pop. conc. 4,20
Kurork. van Bad Oeyenhausen (5,205,30
Gram.) 6,50 Zang met piano. 7,30 Ork. 8,30
Radiotooneel met muz. 10.00 Dansmuz.
(gr. pl.). 11,00 Strijkork. en solist. .11,20
12,20 Dansork.
BRUSSEL 322 en 484 m 322 m: 12,20
Gram. 12,50 en 1,30 Dansork. 1,502,20,
5,20 en 6,50 Gram. 8,20 en 9,20 Felleman's
ork. en soliste. (In een pauze: Gram. 10.10
Gram. 10,30—11,20 Dansork.
484 m: 12,20 Gram. 12,50 en 1,30 Sykes'
ork. 1,50—2,20, 5,20, 6,35, 7,35 en 8,20 Gram
9,20 Symphonieconc. en soliste. 11,0011,20
Gram.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 8,35
Declamatie. 9,00 Ork. en soliste. 10,20 Ber.
10,40 Piano. 11,05 Ber. 11,20—12,20 Conc.
(opn.).
MIDDELBURG.
WO 26 Jul. Jaarl. prop. tocht Gymnastiek
Ver. „Achilles", adspir. afd. en sig-
naalafd. Vertrek Abdij 20.30 h.
DO 27 Jul. Jaarl. Ringrijderjj uitg. Vereen.
Vreemdelingen Verkeer te Middel
burg, Abdij 8,30 h—17,00 h.; Optocht
39 ruiters, vertrek Balans; 13.00 h.
GOES
WO 26 Jul
DO 27 Jul. Openb. conc. „Hosanna", Schut
tershof 20,30 h.
bioscopen.
CITY, Middelburg VR 21—DO 27 Jul.:
„Een groot schandaal" en „Lucht-
kasteelen", 20.00 h.
ELECTRO, Middelburg VR 21-DO 27 JuL:
„Oproer in Damascus" en „Bokser
tegen wil en dank", 20.00 h.
ALGEMÈENE.
WO 26 Jul. Concert „Ons Genoegen" te
Vliss. Boulev. Evertsen.