HIDDELBURGSCHE COURANT
Het nieuwe kabinet-Colijn.
GOESCHE COURANT)
Excursie naar het Zwin.
De installatie van J
als Burgemeestei
»r. mr. D._van Doorn
van Kattendijke.
De nieuwe ministers.
Weer een dronken auto
bestuurder op den weg.
Een vochtige tocht naar
Ihet paarse limoen-kruid.
Een merkwaardige ka
ravaan trok over de slik
ken
C. WBodenhausen.
C. van den Bussche.
Dr. ir. M. H. Damme.
Prof. dr. B. J. O. Schrieke,
Morgenochtend beëediging
der ministers.
Hij maait een gezin van
het fietspad. Meisje
om het leven gekomen.
de moeder levensge
vaarlijk gewond.
Mr. J. A. de Visser.
Prof. ir. LP, de Vooys.
«mv NUMMER 172. TWEE BLADEN. MAANDAG r^TT». 1 24 JULI 1939. EERSTE BLAD. 183e JAARG.
W fiWiuciVfc W &c«a*c*e»0
(Dagblad. Uitg. N.V. De Middelburgsche Crt.
Bureaux: te MIDDELBURG: St. Pieterstr.28,
Telefoon Redactie 269, Administratie 139;
te GOES Turfkade Tel. 17. Postgiro 43255.
Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes
J 2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week
abonnementen in Middelburg en Goes 18 ct.
((Van onzen specialen
medewerker).
Het was ongewoon druk Zaterdagmorgen
t op de ferryboot, die van Vlissingen naar
Breskens voer, en het was een niet alle-
daagsch gezelschap, dat aan deze ongewone
drukte in de eerste plaats bijdroeg.
Aan boord vertoefden n.l. de leden en de
genoodigden van de stichting het Zeeuw-
sche landschap, op weg naar het interes
sante landschap, dat ten Zuiden van Kad-
zand de grens tusschen Nederland en Bel
gië vormt: het Zwin.
Tot de een-daagsche Zwin-expeditie be
hoorden vele bekende inwoners uit onze
provincie. We zagen prominenten uit To-
len, uit Schouwen en Noord-Beveland, uit
Zuid-Beveland envooral uit Walche
ren. In het toeristisch uitgedoschte gezel
schap merkten we o.m. op den Commissa
ris der Koningin in Zeeland, jhr. mr. J. W.
Quarles van Ufford, dr. Teilegen, griffier
der Staten, en mevrouw Tellegen, mr. P.
Dieleman, lid van Ged. Staten, den bijna
op geen excursie in de provincie ontbre-
kenden hoofd-ingenieur van den Provincia
len Waterstaat, ir. Van Leeuwen, den bur
gemeester van Westkapelle en mevrouw De
Casembroot, dr. Gelderman uit Kortgene,
mr. v. d. Hoeven, burgemeester van Tolen,
en mej. dr. H.C. M. Ghijsen uit Domburg, den
bekenden Zeeuwschen schilder, den heer
Bergsma, den heer Von Brucken Fock,
voorzitter van de Zeeuwsche kleederdrach
ten, en mevrouw. Ook uit „Holland" zelfs
waren natuurliefhebers opgekomen om zich
in de schoonheid van het Zwin te verlusti
gen. O.a. de voorzitter van de vereeniging
tot behoud van natuurmonumenten in Ne
derland, de vitale mr. Van Tienhoven, ver
der de heeren Sprenger en Cleyndert.
In Breskens namen de excursisten plaats
in autobussen van de tram BreskensMal-
deghem, waarna in gezwinden spoed in de
richting van het Zwin werd gereden.
Het weer dat aanvankelijk tot optimisti
sche verwachtingen aanleiding had gege
ven, werd er tijdens den rit door het weel
derige Zeeuwsch-Vlaamsche land niet be
ter op. Toen de bussen ergens in de binnen
landen van Kadzand, bij een eenzame hoe
ve stopten, regende het baksteenen. Er lag
een lange, glibberige weg tusschen deze hal
teplaats en het voormalige hotel Baas,
waar de excursisten verwacht werden.
Manmoedig ondernamen de dames en hee
ren echter in den stroomenden regen den
tocht naar deze lonkende schuilplaats.
Drijvend, doorweekt, sijpelend en uiter
lijk in hevige mate misvormd, werd tenslot
te exit-Baas, het hotel, dat vele maanden
het middenpunt van zoovele vreemde ge
ruchten is geweest, maar waar thans het
Zwin-comité hoogst merkwaardige dingen
uit het Zwin bijeen heeft gebracht, bereikt.
De hartelijkheid, waarmee het Zwin-co
mité onder aanvoering van den gemeente
secretaris van Oostburg, den heer M. A.
Aalbregtse, de drijvende expeditie ontving,
deed de ontberingen tijdens het eerste ge
deelte van de Zwin-exploratie dra vergeten.
In het tentoonstellingsgebouw voegden
zich bij de uit Breskens gekomenen o.a. nog
mr. dr. J. van Walré de Bordes, burgemees
ter van Middelburg, baron Carton de Wi-
art, president van de koninklijke commis
sie voor monumenten en kunsten in België,
en prof. Van Straleen, directeur van het
natuurlijk historisch museum in België, in
ons land vooral bekend geworden als bege
leider van Kroonprins Leopold en Prinses
Astrid op hun reizen door den Congo en
Indië.
In een buitengewoon aardige rede, Zater
dag reeds in ons blad afgedrukt, heeft de
heer Aalbregtse de deelnemers aan de ex
cursie begroet.
De Commissaris der Koningin zei ver
heugd te zijn, dat mr. Van Tienhoven, de
geestelijke vader van de Stichting Het
Zeeuwsche Landschap, tot de deelnemers
aan de excursie behoorde. Spr. bracht hulde
aan degenen, die het initiatief tot deze ten
toonstelling hebben genomen en aan het
Zwincomité, dat zich zoo zeer heeft inge
spannen om het Zwin te redden.
De heer Quarles van Ufford verheugde
zich er over, dat het Zwin zoowel op Neder-
landsch als op Belgisch gebied, niet kan
worden aangetast. Het Nederlandsche ge
deelte is voor den tijd van 10 jaren door
het Rijk verhuurd aan Het Zeeuwsche
Landschap en het Belgische Zwin is voor
den tijd van 3 jaren geplaatst op de lijst
van natuurmonumenten.
Spr. noemde het een gelukkig verschijn
sel, dat de laatste jaren in ons land de be-
teekenïs van het natuurschoon meer en
meer wordt beseft en dat een kentering ten
goede duidelijk waarneembaar is. Alleen is
het jammer, dat van rijkswege nog geen
wet tot bescherming van natuurmonumen
ten tot stand is kunnen komen. Spr wees
vervolgens nog op de rijke historie van de
ze landstreek om het Zwin en verklaarde
de tentoonstelling voor geopend.
Met belangstelling namen de aanwezigen
kennis van het geëxposeerde.
Vervolgens werd naar een naburig hotel
gewandeld, waar een eenvoudige koffie
maaltijd kennelijk de bedoeling had de door
den regen geschokte krachten te restau-
reeren.
Tij'dens den zeer geanimeerden maaltijd
l> o rï.e heer Hoolhorst, leeraar aan de
H.B.S. te Oostburg, vermaard Zwin-onder
zoeker en kenner van fauna en flora in ge
heel V estelijk Zeeufwsch-Vlaanderen, en
kele typische bijzonderheden over het Zwin
medegedeeld.
De excursisten vingen daarop den tocht
Het staat thans zoo goed als vast, dat
het nieuwe kabinet, door dr. Colijn sa
mengesteld, er als volgt zal uitzien:
Voorzitter van den ministerraad en mi
nister van algemeene zaken: dr. H. Co-
lijn.
Buitenl. zaken: mr. J. A. N. Patijn,
Binnenl. zaken: H. van Boeyen.
Justitie: mr. J. A. de Visser.
Financiën: C. W. Bodenhausen.
Onderwijs K. en W.: prof. dr. B. J. O.
Schrieke.
Waterstaat: jhr. ir. O. C. A. van Lidth
de Jeude.
Defensie: dr. J. J. C. van Dijk.
Sociale zaken: ir. M. H. Damme.
Economische zaken: prof. ir. Is. P. de
Vooys.
Koloniën: C. Van den Bussche.
Nieuwe ministers zijn dus: de hrn. De Vis
ser, Bodenhausen, Schrieke, Van Lidth de
Jeude, Damme, Van den Bussche en De
Vooys. Geen dezer mannen, uitgezonderd
dan ir. Van Lidth de Jeude, heeft ooit veel
aan partijpolitiek gedaan. Ze zijn min of
meer kleurloos in politicis.
Uit het demissionaire kabinet komen
terug de heeren Colijn (ar.), Patijn
(kleurloos), Van Boeyen (c.h.) en Van
Dijk (a.r.)
De heer C. W. Bodenhausen is 24 Juni
1869 te Leeuwarden geboren en is dus
70 jaar oud.
Na eindexamen HBS te hebben gedaan
wijdde hij zich aan de studie van belas
tingambtenaar. In 1891 werd hij> surnume
rair der directe belastingen, invoerrech
ten en accijnzen, in 1895 ontvanger, jn
1896 adjunct-inspecteur en in 1899 inspec
teur.
Van den rijksdienst ging de heer Boden
hausen in 1914 over naar den gemeente
lijken dienst van de hoofdstad, want in
dat jaar werd hij benoemd tot directeur
der gemeente-belastingen te Amsterdam.
Tot 1921 bekleedde de heer Bodenhuasen
deze functie, waarna hij directeur van fi
nanciën in Nederlandsch-Indië werd. In
1929 benoemd tot lid van den Raad van
Nederlandsch-Indië was hij van 19311933
vice-president van dit hooge college. Na
zijn repatrieering vestigde de heer Boden
hausen zich te Baarn. Bij herhaling deed
de regeering een beroep op zijn kennis en
ervaring als belastingdeskundige door hem
tot voorzitter van verschillende ministe-
reele commissies te benoemen, o.a. leidde
hij de werkzaamheden van het commisso
riaal onderzoek in zake het complex van
nieuwe belastingontwerpen, die nog niet
door de Staten-Generaal zijn behandeld.
Toen nu ongeveer anderhalf jaar gele
den in het Vredespaleis de internationale
vereeniging voor financieele en fiscaal recht
werd opgericht aanvaardde de heer Bo
denhausen het voorzitterschap dier ver
eeniging. In die hoedanigheid opende hij
het congres voor belastingwetenschap, dat
zoo juist te Scheveningen, onder presi-
um van prof. Bruins, is gehouden.
De heer Bodenhausen is ridder in de
orde van den Nederlandschen Leeuw en
commandeur in de orde van Oranje-Nas-
sau.
door het Zwin aan. De regen had opgehou
den, en het wijde land, waarvan de zee zich
voor enkele uren had teruggetrokken, baad
de in het felle licht van de zomerzon.
Ondanks het feit, dat het eb was, was de
Zwin-bodem niet bepaald droog, hetgeen
weldra bleek toen de expeditie het beroem
de internationale kippebruggetje had ver
laten. De mannelijke leden van het gezel
schap sloegen de bloekspijpen om, en waad
den manmoedig tot de enkels in de sub
stantie, bestaande uit zand, klei en zee
water. De dames bleken practischer, al
thans zuiniger. Zij ontdeden zich van schoe
nen en zijden kousen.
Er trok een merkwaardig uitziende lange
karavaan van overigens respectabele lieden
door de kreeken en geulen van het Zwin.
De heer Hoolhorst heeft zijn gevolg op
vele merkwaardige verschijnselen in het
Zwin gewezen. Men speurde naar schelpen
en steenen, dat het een lust was, en er ont
stonden geanimeerde discussies over Ro-
meinsche steenen en Zeeuwsche moppen.
De feitelijke belooning voor het meeren-
deel der excursisten vormde echter stellig
het veld met het paarse limoenkruid, dat
zichtbaar werd toen het duin werd beklom
men, en dat een zeldzaam fraaie inleiding
geeft tot de villa van Koning Leopold, aan
den rand van het Zwin. De expeditie kon
moeilijk van dit uitzicht scheiden.
Weer op het vaste land van Zeeuwsch-
Vlaanderen teruggekeerd, hebben de ex
cursisten in Kadzand nog aangezeten aan
een thé, aangeboden door de directie van
de N.V. tot exploitatie van den Kievitt-
polder aldaar.
Tijdens deze bijeenkomst heeft de direc
teur der N.V., de heer v. d. Broecke, zijn
waardeering uitgesproken voor de komst
van de leden van het Zeeuwsche landschap.
De Commissaris der Koningin heeft na
mens de deelnemers dank gebracht aan den
heer v. d. Broecke voor de ontvangst.
Met autobussen begaf de Zwin-expeditie
zich wederom naar de provinciale boot.
Het Zeeuwsch landschap heeft zijn leden
een zeer merkwaardigen, belangwekkenden
dag bezorgd.
De heer C. van den Bussche, die 2
Maart 1884 te Bergen op Zoom is gebo
ren, heeft een merkwaardigen en eervol
len loopbaan gevolgd. Aanvankelijk voor
de houtvesterij bestemd, werd hij daartoe
te Wageningen opgeleid. In 1905 ging hij
als adspirant-houtvester naar Neder
landsch-Indië. Eerst in Semarang ge
plaatst, daarna te Cheribon, kwam hij in
Buitenzorg, waar hij in 1918 tijdelijk ter
beschikking werd gesteld van den direc
teur van landbouw, nijverheid en handel.
In 1919 kwam hij aan financiën. Na se
cretaris van de bezuinigingscommissie en
thesaurier te zijn geweest, werd hij in
1926 thesaurier-generaal en nog in het
zelfde jaar directeur van financiën. In
1933 werd hij lid van den Raad van Ne-
derlandsch-Indie en in 1936 vice-president
van dien Raad. Met ingang van 21 Novem
ber van het vorige jaar is hem, op zijn
verzoek eervol ontslag uit 's lands dienst
verleend, onder dankbetuiging voor de
zeer gewichtige gedurende vele jaren
aan den lande bewezen diensten.
Evenals de verdiensten van den heet
Bodenhausen zjjn ook de mérites van den
heer Van den Bussche, voornamelijk als
financier, alom erkend. De heer van den
Bussche is ridder in de orde van Oranje-
Nassau.
Verder is hij commandeur in de orde
yan den witten olifant van Siam en dra
ger van het kruis van verdienste met de
ster van de orde van den Duitsehen ade
laar.
Dr. Ir. M. H Damme is 16 November
1876 te Breda geboren. Na aan de H.B.S te
Arnhem eindexamen te hebben gedaan,
studeerde hij aan de polytechnische school te
Delft. Het diploma voor werktuigkundig
ingenieur behaalde de heer Damme in 1898,
waarna hij een aanstelling als ingenieur
bij de staatsspoorwegen op Java kreeg. Na
de verschillende rangen te hebben door-
loopen volgde de heer Damme in 1913 ir.
H. F. van Stipriaan Luiscius op als hoofd
van de staatsspoor- en tramwegen in Ned.-
Indië. Na een onderbreking van 2 jaar
(19191921), toen de heer Damme een
particulier bedrijf leidde, de oliefabriek
Insulinde, keerde hij in gouvernements
dienst terug en wel als gedelegeerd lid van
de Semarangsche spoorwegcommissie met
tot taak een oplossing te vinden voor het
vraagstuk der spoor- en tramlijnen te Se
marang, die aanvaardbaar zou zijn voor de
belangen van overheid en die van particu
lieren. De heer Damme vond de oplossing
en kreeg toen een nieuwe taak. Als voor
zitter van de salariscommissie voor burger
lijke landsdienaren ontwierp hij 'n herzie
ning dier bezoldigingen. Na een bespreking
in Nederland met den toenmaligen minis
ter van koloniën, den heer S. de Graaff,
keerde de heer Damme naar Indië terug
om het ontwerp als regeeringsgevolmach-
tigde in den Volksraad te verdedigen. De
Raad aanvaardde het ontwerp en de heer
Damme ging na 25 tropenjaren met
pensioen.
Lang heeft de heer Damme van zijn
otium niet genoten, want in 1925 werd hij
directeur-generaal der P.T.T., welke
staatsbedrijf hij tot heden met groote
energie en succes heeft geleid.
Sinds 1935 is de heer Damme eere-lid
en vice-president van het koninklijk insti
tuut voor ingenieurs en voorzitter van de
vereeniging Nederlandsch fabrikaat. In 1938
promoveerde hij tot doctor honoris causa
in de technische wetenschappten aan de
technische hoogeschool te Delft. Hij is lid
van den Raad van bestuur van de K.L.M.
De heer Damme is in het bezit van de
volgende onderscheidingen: hij is ridder in
de orde van den Nederlandschen Leeuw,
commandeur in de orde van Oranje Nassau,
commandeur in de orde van den N"1 en
groot officier in de Kroonorde van België.
Prof. dr. B. J. O. Schrieke is 18 Septem
ber 1890 te Zandvoort geboren. Hij genoot
gymnasiaal onderwijs te Kampen, waarna
hij in Leiden in de taal en letterkunde van
den Oosterschen archipel ging studeeren.
In 1916 is hij cum laude gepromoveerd
tot doctor in de Oostersche letteren op een
proefschrift, getiteld: het boek van Bovang.
In hetzelfde jaar werd hij taaiambtenaar
aan het kantoor voor inlandsche zaken te
Batavia, in 1920 adjunct-adviseur voor in
landsche zaken. Sinds 1917 was hij lid van
de directie van het Bataviaasch genoot
schap, hjj was toen reeds belast met het
toezicht op de ethnografische verzameling
van het museum van dit genootschap.
In 1924 is dr. Schrieke benoemd tot hoog
leeraar voor de volkenkunde en de sociolo
gie aan de in dit jaar opgerichte rechtshoo-
geséhool. In 1926 vertegenwoordigde hjj de
regeering op het panpacific congres te To
kio. In 1927 benoemde de regeering hem
in de commissie van onderzoek naar de
onrust onder de bevolking van Sumatra's
Westkust. In 1928 volgt zijn benoeming tot
directeur van het departement van onder
wijs en eeredienst, als hoedanig hij tot 1935
werkzaam is geweest.
Na zijn pensionneering in 1936 werd prof.
Schrieke op 12 November door den Amster-
damschen gemeenteraad benoemd tot bui
tengewoon hoogleeraar in de koloniale vol
kenkunde als opvolger van wijlen J. C. van
Eerde. Sinds 1938 is prof. Schrieke tevens
directeur van de afdeeling volkenkunde
van het koloniaal instituut.
Prof. Schrieke, die een broer is van den
Leidschen hoogleeraar mr. J. J. Schrieke, is
ridder in de orde van den Nederlandschen
Leeuw.
Naar wij vernemen, zal vanmiddag om
streeks half drie op het departement van
algemeene zaken de constitueerende ver
gadering worden gehouden van het nieuwe
kabinet.
Tevens vernemen wij, dat de beëediging
van de nieuwe ministers morgenochtend te
elf uur op het Paleis Noordeinde zal plaats
hebben.
Advertenfien 30 ct per regel, ingezonden
mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager
Tarief op aanvraag. Familieberichten eis
dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine
Advertenties", max. 6 regels, 75 cent, bij
vooruitbetaling. j,Brieven, of adres bureau
v. d. blad" 10 ct extra. Bewijsnummers 5 si
Hij is correspondeerend lid van Anthropo-
logische Gesellschaft te Weenen, correspon
dent voor de koninklijke academie voor we
tenschappen. Veel wetenschappelijke arbeid
is van zijn hand verschenen.
mr. J. A. de Visser is een zoon van wijlen
den oud-minister van onderwijs, dr. J. Th.
de Visser en is evenals zijn vader dit was,
de chr. hist, beginselen toegedaan. Hjj is te
Leusden geboren in 1883, bezocht de gym
nasia te Amsterdam en Tiel, studeerde aan
de Utrechtsche universiteit in de rechten
en promoveerde in 1909. Zijn ambtelijke
loopbaan begon hij als adjunct-commies aan
het departement van koloniën. Vervolgens
trad hij in rechterlijke loopbaan als amb
tenaar van het openbaar ministerie te As
sen. Na in die functie naar Amsterdam te
zijn overgeplaatst, kwam hij te Assen terug,
thans-als substituut officier van justitie.
Van 1920 af was hij gedurende tien jaren
substituut officier van justitie te Rotter
dam.
In 1930 werd hij benoemd tot advocaat-
generaal bij het gerechtshof te 's-Graven-
hage. Van 1935 af treedt hij op als procu
reur-generaal bij het Gerechtshof te Arn
hem. Ook in het politieke leven heeft mr.
De Visser een rol gespeeld. Gedurende ze
ven jaren was hij lid van den Raad van
Rotterdam, gedurende acht jaren lid van
de Provinciale Staten van Zuid-Holland en
korten tjjd lid van den Haagschen Raad.
Ook was hij voorzitter van den chr. hist,
kamerkieskring Rotterdam.
De heer De Visser is ridder in de orde
van den Nederlandschen Leeuw.
Prof. ir. I. P. de Vooys is 3 Februari 1875
te Gouda geboren. Na de hoogere burger
school in zijn geboorteplaats te hebben
doorloopen studeerde hij aan de polytechni
sche school te Delft. In 1896 verkreeg hij
het diploma van werktuigkundig ingenieur.
Van 18961899 was hij eerst adjunct-in
specteur en daarna inspecteur van den ar
beid achtereenvolgens te Breda, Arnhem,
Deventer en 's-Gravenhage.
Van 19091917 was hij gewoon hoog
leeraar en van 1918—1930 buitengewoon
hoogleeraar in de mechanische technologie
aan de technische hoogeschool te Delft. Van
19141923 was prof. De Vooys voorzitter
van het koninklijk nationaal steuncomité
en van 1917—1930 directeur der Nederland
sche Maatschappij tot ontginning van steen
kolenvelden, later de N.V. Mijnbouw ge
naamd.
Sinds 1930 is prof. De Vooys directeur
van de Algemeene Kunstzijde Unie te Arn
hem en sinds 1933 voorzitter van den eco-
nomischen Raad.
Van zijn publicaties kunnen genoemd
worden: leerboek der mecanische technolo
gie, geschreven in samenwerking met prof.
L. A. van Royen, dat in 1914 verscheen en
OP HET GEMEENTEHUIS.
Na de rede van jhr. mr. Van Doorn, welke
we in ons vorig nummer nog opnamen,
werd het woord gevoerd door den hr
Burger, den jongsten wethouder. Spr.
wees er op, dat Kattendijlce gene schoo-
ne gebouwen bezit, waar hij op kan wijzen,
doch hij kan wel wijzen op de innerlijke
waarde van de bewoners, die arbeidzaam
en nobel zijn. De taak die ze verrichten
verrichten ze als een eerezaak, bedenken
de, dat zelf de koning van het veld ge
diend wordt. We leven hier nog met en
voor elkaar, aldus spr. en we hopen dat
dit zoo zal blijven. Dat U dit zult weten
te behouden, dat U een meester zult zijn
die leidt en ook een vader voor Katten-
dijke.
Burgemeester Van Dusseldorp
zeide over deze benoeming verheugd te
zijn geweest, en dat hij zal trachten te
bewijzen, dat een goede buur beter is dar.
een verre vriend. U laat veel vrienden op
Walcheren achter, aldus spr., doch we
zullen trachten u dat verlies zoo dragelijk
mogelijk te maken. Vervolgens sprekende
ook namens den burgemeester van Wol-
faartsdijk en names de vereeniging van
burgemeesters en secretarissen in Zuid-
Beveland, uitte spr. zijn vertrouwen in
een aangename samenwerking. U zijt be
voorrecht, zeide spr. dan, U treft een ge
meente die zeer aangenaam is en zoo
werd hier een gelukkige combinatie ge
schapen. Spr. wees den hr Van Doorn dan,
op het goede voorbeeld, dat zijn vader
hem als burgemeester gaf, beval zich in
zijn vriendschap aan, en uitte zijn beste
wenschen voor de toekomst.
De hr. M i n d e r h o u d, directeur van
den Wilmelminapolder, wees er op hoe sinds
130 jaar de belangen van Kattendijke zeer
nauw met die van den Wilhelminapolder
verbonden zijn. Beurgemeester en di
recteur hebben zeer veel met elkaar te
maken. Behalve bekwaamheid voor hun
eigen functie, dienen ze ook de bekwaam-
Op den Geldropschen weg onder de ge
meente Eindhoven, is gisteravond te circa
half tien, een ontzettend verkeersongeluk
gebeurd.
Uit de richting Geldrop reed een perso
nenauto, bestuurd door een marktkoopman
uit Eindhoven, die het stuur blijkbaar niet
meester was. Hij reed zóó hard, dat de wa
gen bij het kasteel De Burgh de zich daar
bevindende S-bocht niet kon nemen, met
het gevolg, dat de auto over het fietspad
reed en daar de familie Van Eijk, wonende
aan den Boschdijk te Eindhoven, omver
reed.
De heer en mevrouw Van Eijk reden per
fiets. Mevrouw Van Eijk had een dochter
tje achter op haar rijwiel, terwijl bij den
heer Van Eijk, zoowel voor als achter op
het rijwiel, een dochtertje gezeten was. Al
len werden tegen den grond gesmakt en
gedeeltelijk omver gereden. Het zesjarig
dochtertje dat achter op moeders fiets zat,
was op slag dood. Mevrouw Van Eijk zelve
werd zeer ernstig gewond. Ook de heer Van
Eijk en diens beide dochtertjes werden ge
wond.
De slachtoffers zijn met twee ziekenauto's
naar het St. Josephziekenhuis overgebracht.
De autobestuurder verkeerde in zeer sterke
mate onder den invloed van Stérken drank.
Eerst honderd meter na de plaats van het
laatst aangeredene slachtoffer kwam de'
auto tot stilstand, waarbij bleek, dat de
automobilist zig-zag over het fietspad en
over den weg had gereden. De auto was
slechts licht beschadigd. De bestuurder
toonde zich vrij onverschillig en riep maar
steeds: ,ik kan er niets aan doen".
De politie, die onmiddellijk door de met
ontzetting vervulde omstanders gewaar
schuwd was, arresteerde hem en liet hem
per auto naar het hoofdbureau van politie
overbrengen, waar hij is opgesloten. Zijn
wagen is in beslag genomen.
Bij informatie in het ziekenhuis naar den
toestand der slachtoffers vernamen wij om
streeks middernacht, dat bij mevrouw Van
Eijk een schedelbasisfractuur is geconsta
teerd. Haar toestand is zóó ernstig, dat
voor haar leven wordt gevreesd. De heer
Van Eijk en de twee dochtertjes, die bij
hem op de fiets zaten, hebben lichte ver
wondingen gekregen.
m 1928 een 5en druk beleefde; socialisatie-
problemen in 1920; techniek en maatschap
pij 1921; duurte en duurte-bestrijding 1922;
technisch economische grondslagen der
steenkolenmijn-industrie 1926; de bloei
eener onderneming 1927; het sociaal karak
ter eener onderneming 1929 en redactionee-
le bijdragen, tusschen 1905 en 1920, in het
tijdschrift „de beweging".
Verder schreef prof. De Vooys verschil
lende gedichten: van de Armen 1903; ach
ter de taak 1928 en tijdschriftartikelen
deels onder het pseudoniem van J. Molen
maker of G. Burger.
Prof. De Vooys is ridder in de orde van
den Nederlandschen Leeuw en commandeur
in de orde van Oranje-Nassau.
heid te hébben om hun eigen plaats te
kunnen bepalen. Spr. drukte zijn vertrou
wen uit in een aangename samenwerking,
in het belang van polder en gemeente.
Burgemeester Stemerding van
Soeburg uitte er zijn blijdschap over, dat
jhr. Van Doorn juist deze gemeente trof,
waar hij van een aangename samenwer
king verzekerd is. Ge waart op mijn se
cretarie, aldus spr., een zeer gewaardeer-
den medewerker. Ge hebt voor de gemeen-
voor dit alles en sprak de overtuiging uit,
dat jhr. Van Doorn zeker de goede sfeer
in Kattendijke zou weten te bewaren.
Tenslotte wenschte de gemeente-veld
wachter Van der Hoeven jhr.
Van Doorn geluk met zijn benoeming er:
uitte de hoop op een samenwerking in
een sfeer van onderling begrijpen en
waardeeren, in overeenkomst met de sfeer
van het dorp.
Alle sprekers werden door burgemeester
Van Doorn op hartelijke wijze beantwoord
en dank gezegd voor hun goede wenschen.
Hierna volgde een receptie, waarvan nog
velen, o.m. burgemeester Zandee van
Kloetinge en ds. Odé te Goes, gebruik
maakten om burgemeester Van Doorn
geluk te wenschen.
Nadat nu burgemeester Van Doorn de
scholen te Wilhelminadorp bezocht had,
werd naar de kom van Kattendijke ge
reden, waar ds. Lammers, namens de
ingezetenen, den .nieuwen burgemeester
en zijn eehtgenoote welkom heette en hem
zegen op zijn arbeid toewenschte.
Ook hier werden door de kinderen lie
deren gezongen en werd een rondtocht
door het feestelijk versierde dorp gemaakt.
Na dit bezoek vertrok burgemeester
van Doorn over den Monnikkendijk naar
Goes, om daar den maaltijd te gebruiken.
Des avonds toen zoowel te Kattendijke
als te Wilhelminadorp, geconcerteerd en
gezongen werd, was burgemeester Van
Doorn en zijn familie er weer bij aanwe
zig.