HIDDELBURGSCHE COURANT Het nieuwe kabinet-Colijn. GOESCHE COURANT) Excursie naar het Zwin. De installatie van J als Burgemeestei »r. mr. D._van Doorn van Kattendijke. De nieuwe ministers. Weer een dronken auto bestuurder op den weg. Een vochtige tocht naar Ihet paarse limoen-kruid. Een merkwaardige ka ravaan trok over de slik ken C. WBodenhausen. C. van den Bussche. Dr. ir. M. H. Damme. Prof. dr. B. J. O. Schrieke, Morgenochtend beëediging der ministers. Hij maait een gezin van het fietspad. Meisje om het leven gekomen. de moeder levensge vaarlijk gewond. Mr. J. A. de Visser. Prof. ir. LP, de Vooys. «mv NUMMER 172. TWEE BLADEN. MAANDAG r^TT». 1 24 JULI 1939. EERSTE BLAD. 183e JAARG. W fiWiuciVfc W &c«a*c*e»0 (Dagblad. Uitg. N.V. De Middelburgsche Crt. Bureaux: te MIDDELBURG: St. Pieterstr.28, Telefoon Redactie 269, Administratie 139; te GOES Turfkade Tel. 17. Postgiro 43255. Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes J 2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week abonnementen in Middelburg en Goes 18 ct. ((Van onzen specialen medewerker). Het was ongewoon druk Zaterdagmorgen t op de ferryboot, die van Vlissingen naar Breskens voer, en het was een niet alle- daagsch gezelschap, dat aan deze ongewone drukte in de eerste plaats bijdroeg. Aan boord vertoefden n.l. de leden en de genoodigden van de stichting het Zeeuw- sche landschap, op weg naar het interes sante landschap, dat ten Zuiden van Kad- zand de grens tusschen Nederland en Bel gië vormt: het Zwin. Tot de een-daagsche Zwin-expeditie be hoorden vele bekende inwoners uit onze provincie. We zagen prominenten uit To- len, uit Schouwen en Noord-Beveland, uit Zuid-Beveland envooral uit Walche ren. In het toeristisch uitgedoschte gezel schap merkten we o.m. op den Commissa ris der Koningin in Zeeland, jhr. mr. J. W. Quarles van Ufford, dr. Teilegen, griffier der Staten, en mevrouw Tellegen, mr. P. Dieleman, lid van Ged. Staten, den bijna op geen excursie in de provincie ontbre- kenden hoofd-ingenieur van den Provincia len Waterstaat, ir. Van Leeuwen, den bur gemeester van Westkapelle en mevrouw De Casembroot, dr. Gelderman uit Kortgene, mr. v. d. Hoeven, burgemeester van Tolen, en mej. dr. H.C. M. Ghijsen uit Domburg, den bekenden Zeeuwschen schilder, den heer Bergsma, den heer Von Brucken Fock, voorzitter van de Zeeuwsche kleederdrach ten, en mevrouw. Ook uit „Holland" zelfs waren natuurliefhebers opgekomen om zich in de schoonheid van het Zwin te verlusti gen. O.a. de voorzitter van de vereeniging tot behoud van natuurmonumenten in Ne derland, de vitale mr. Van Tienhoven, ver der de heeren Sprenger en Cleyndert. In Breskens namen de excursisten plaats in autobussen van de tram BreskensMal- deghem, waarna in gezwinden spoed in de richting van het Zwin werd gereden. Het weer dat aanvankelijk tot optimisti sche verwachtingen aanleiding had gege ven, werd er tijdens den rit door het weel derige Zeeuwsch-Vlaamsche land niet be ter op. Toen de bussen ergens in de binnen landen van Kadzand, bij een eenzame hoe ve stopten, regende het baksteenen. Er lag een lange, glibberige weg tusschen deze hal teplaats en het voormalige hotel Baas, waar de excursisten verwacht werden. Manmoedig ondernamen de dames en hee ren echter in den stroomenden regen den tocht naar deze lonkende schuilplaats. Drijvend, doorweekt, sijpelend en uiter lijk in hevige mate misvormd, werd tenslot te exit-Baas, het hotel, dat vele maanden het middenpunt van zoovele vreemde ge ruchten is geweest, maar waar thans het Zwin-comité hoogst merkwaardige dingen uit het Zwin bijeen heeft gebracht, bereikt. De hartelijkheid, waarmee het Zwin-co mité onder aanvoering van den gemeente secretaris van Oostburg, den heer M. A. Aalbregtse, de drijvende expeditie ontving, deed de ontberingen tijdens het eerste ge deelte van de Zwin-exploratie dra vergeten. In het tentoonstellingsgebouw voegden zich bij de uit Breskens gekomenen o.a. nog mr. dr. J. van Walré de Bordes, burgemees ter van Middelburg, baron Carton de Wi- art, president van de koninklijke commis sie voor monumenten en kunsten in België, en prof. Van Straleen, directeur van het natuurlijk historisch museum in België, in ons land vooral bekend geworden als bege leider van Kroonprins Leopold en Prinses Astrid op hun reizen door den Congo en Indië. In een buitengewoon aardige rede, Zater dag reeds in ons blad afgedrukt, heeft de heer Aalbregtse de deelnemers aan de ex cursie begroet. De Commissaris der Koningin zei ver heugd te zijn, dat mr. Van Tienhoven, de geestelijke vader van de Stichting Het Zeeuwsche Landschap, tot de deelnemers aan de excursie behoorde. Spr. bracht hulde aan degenen, die het initiatief tot deze ten toonstelling hebben genomen en aan het Zwincomité, dat zich zoo zeer heeft inge spannen om het Zwin te redden. De heer Quarles van Ufford verheugde zich er over, dat het Zwin zoowel op Neder- landsch als op Belgisch gebied, niet kan worden aangetast. Het Nederlandsche ge deelte is voor den tijd van 10 jaren door het Rijk verhuurd aan Het Zeeuwsche Landschap en het Belgische Zwin is voor den tijd van 3 jaren geplaatst op de lijst van natuurmonumenten. Spr. noemde het een gelukkig verschijn sel, dat de laatste jaren in ons land de be- teekenïs van het natuurschoon meer en meer wordt beseft en dat een kentering ten goede duidelijk waarneembaar is. Alleen is het jammer, dat van rijkswege nog geen wet tot bescherming van natuurmonumen ten tot stand is kunnen komen. Spr wees vervolgens nog op de rijke historie van de ze landstreek om het Zwin en verklaarde de tentoonstelling voor geopend. Met belangstelling namen de aanwezigen kennis van het geëxposeerde. Vervolgens werd naar een naburig hotel gewandeld, waar een eenvoudige koffie maaltijd kennelijk de bedoeling had de door den regen geschokte krachten te restau- reeren. Tij'dens den zeer geanimeerden maaltijd l> o rï.e heer Hoolhorst, leeraar aan de H.B.S. te Oostburg, vermaard Zwin-onder zoeker en kenner van fauna en flora in ge heel V estelijk Zeeufwsch-Vlaanderen, en kele typische bijzonderheden over het Zwin medegedeeld. De excursisten vingen daarop den tocht Het staat thans zoo goed als vast, dat het nieuwe kabinet, door dr. Colijn sa mengesteld, er als volgt zal uitzien: Voorzitter van den ministerraad en mi nister van algemeene zaken: dr. H. Co- lijn. Buitenl. zaken: mr. J. A. N. Patijn, Binnenl. zaken: H. van Boeyen. Justitie: mr. J. A. de Visser. Financiën: C. W. Bodenhausen. Onderwijs K. en W.: prof. dr. B. J. O. Schrieke. Waterstaat: jhr. ir. O. C. A. van Lidth de Jeude. Defensie: dr. J. J. C. van Dijk. Sociale zaken: ir. M. H. Damme. Economische zaken: prof. ir. Is. P. de Vooys. Koloniën: C. Van den Bussche. Nieuwe ministers zijn dus: de hrn. De Vis ser, Bodenhausen, Schrieke, Van Lidth de Jeude, Damme, Van den Bussche en De Vooys. Geen dezer mannen, uitgezonderd dan ir. Van Lidth de Jeude, heeft ooit veel aan partijpolitiek gedaan. Ze zijn min of meer kleurloos in politicis. Uit het demissionaire kabinet komen terug de heeren Colijn (ar.), Patijn (kleurloos), Van Boeyen (c.h.) en Van Dijk (a.r.) De heer C. W. Bodenhausen is 24 Juni 1869 te Leeuwarden geboren en is dus 70 jaar oud. Na eindexamen HBS te hebben gedaan wijdde hij zich aan de studie van belas tingambtenaar. In 1891 werd hij> surnume rair der directe belastingen, invoerrech ten en accijnzen, in 1895 ontvanger, jn 1896 adjunct-inspecteur en in 1899 inspec teur. Van den rijksdienst ging de heer Boden hausen in 1914 over naar den gemeente lijken dienst van de hoofdstad, want in dat jaar werd hij benoemd tot directeur der gemeente-belastingen te Amsterdam. Tot 1921 bekleedde de heer Bodenhuasen deze functie, waarna hij directeur van fi nanciën in Nederlandsch-Indië werd. In 1929 benoemd tot lid van den Raad van Nederlandsch-Indië was hij van 19311933 vice-president van dit hooge college. Na zijn repatrieering vestigde de heer Boden hausen zich te Baarn. Bij herhaling deed de regeering een beroep op zijn kennis en ervaring als belastingdeskundige door hem tot voorzitter van verschillende ministe- reele commissies te benoemen, o.a. leidde hij de werkzaamheden van het commisso riaal onderzoek in zake het complex van nieuwe belastingontwerpen, die nog niet door de Staten-Generaal zijn behandeld. Toen nu ongeveer anderhalf jaar gele den in het Vredespaleis de internationale vereeniging voor financieele en fiscaal recht werd opgericht aanvaardde de heer Bo denhausen het voorzitterschap dier ver eeniging. In die hoedanigheid opende hij het congres voor belastingwetenschap, dat zoo juist te Scheveningen, onder presi- um van prof. Bruins, is gehouden. De heer Bodenhausen is ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw en commandeur in de orde van Oranje-Nas- sau. door het Zwin aan. De regen had opgehou den, en het wijde land, waarvan de zee zich voor enkele uren had teruggetrokken, baad de in het felle licht van de zomerzon. Ondanks het feit, dat het eb was, was de Zwin-bodem niet bepaald droog, hetgeen weldra bleek toen de expeditie het beroem de internationale kippebruggetje had ver laten. De mannelijke leden van het gezel schap sloegen de bloekspijpen om, en waad den manmoedig tot de enkels in de sub stantie, bestaande uit zand, klei en zee water. De dames bleken practischer, al thans zuiniger. Zij ontdeden zich van schoe nen en zijden kousen. Er trok een merkwaardig uitziende lange karavaan van overigens respectabele lieden door de kreeken en geulen van het Zwin. De heer Hoolhorst heeft zijn gevolg op vele merkwaardige verschijnselen in het Zwin gewezen. Men speurde naar schelpen en steenen, dat het een lust was, en er ont stonden geanimeerde discussies over Ro- meinsche steenen en Zeeuwsche moppen. De feitelijke belooning voor het meeren- deel der excursisten vormde echter stellig het veld met het paarse limoenkruid, dat zichtbaar werd toen het duin werd beklom men, en dat een zeldzaam fraaie inleiding geeft tot de villa van Koning Leopold, aan den rand van het Zwin. De expeditie kon moeilijk van dit uitzicht scheiden. Weer op het vaste land van Zeeuwsch- Vlaanderen teruggekeerd, hebben de ex cursisten in Kadzand nog aangezeten aan een thé, aangeboden door de directie van de N.V. tot exploitatie van den Kievitt- polder aldaar. Tijdens deze bijeenkomst heeft de direc teur der N.V., de heer v. d. Broecke, zijn waardeering uitgesproken voor de komst van de leden van het Zeeuwsche landschap. De Commissaris der Koningin heeft na mens de deelnemers dank gebracht aan den heer v. d. Broecke voor de ontvangst. Met autobussen begaf de Zwin-expeditie zich wederom naar de provinciale boot. Het Zeeuwsch landschap heeft zijn leden een zeer merkwaardigen, belangwekkenden dag bezorgd. De heer C. van den Bussche, die 2 Maart 1884 te Bergen op Zoom is gebo ren, heeft een merkwaardigen en eervol len loopbaan gevolgd. Aanvankelijk voor de houtvesterij bestemd, werd hij daartoe te Wageningen opgeleid. In 1905 ging hij als adspirant-houtvester naar Neder landsch-Indië. Eerst in Semarang ge plaatst, daarna te Cheribon, kwam hij in Buitenzorg, waar hij in 1918 tijdelijk ter beschikking werd gesteld van den direc teur van landbouw, nijverheid en handel. In 1919 kwam hij aan financiën. Na se cretaris van de bezuinigingscommissie en thesaurier te zijn geweest, werd hij in 1926 thesaurier-generaal en nog in het zelfde jaar directeur van financiën. In 1933 werd hij lid van den Raad van Ne- derlandsch-Indie en in 1936 vice-president van dien Raad. Met ingang van 21 Novem ber van het vorige jaar is hem, op zijn verzoek eervol ontslag uit 's lands dienst verleend, onder dankbetuiging voor de zeer gewichtige gedurende vele jaren aan den lande bewezen diensten. Evenals de verdiensten van den heet Bodenhausen zjjn ook de mérites van den heer Van den Bussche, voornamelijk als financier, alom erkend. De heer van den Bussche is ridder in de orde van Oranje- Nassau. Verder is hij commandeur in de orde yan den witten olifant van Siam en dra ger van het kruis van verdienste met de ster van de orde van den Duitsehen ade laar. Dr. Ir. M. H Damme is 16 November 1876 te Breda geboren. Na aan de H.B.S te Arnhem eindexamen te hebben gedaan, studeerde hij aan de polytechnische school te Delft. Het diploma voor werktuigkundig ingenieur behaalde de heer Damme in 1898, waarna hij een aanstelling als ingenieur bij de staatsspoorwegen op Java kreeg. Na de verschillende rangen te hebben door- loopen volgde de heer Damme in 1913 ir. H. F. van Stipriaan Luiscius op als hoofd van de staatsspoor- en tramwegen in Ned.- Indië. Na een onderbreking van 2 jaar (19191921), toen de heer Damme een particulier bedrijf leidde, de oliefabriek Insulinde, keerde hij in gouvernements dienst terug en wel als gedelegeerd lid van de Semarangsche spoorwegcommissie met tot taak een oplossing te vinden voor het vraagstuk der spoor- en tramlijnen te Se marang, die aanvaardbaar zou zijn voor de belangen van overheid en die van particu lieren. De heer Damme vond de oplossing en kreeg toen een nieuwe taak. Als voor zitter van de salariscommissie voor burger lijke landsdienaren ontwierp hij 'n herzie ning dier bezoldigingen. Na een bespreking in Nederland met den toenmaligen minis ter van koloniën, den heer S. de Graaff, keerde de heer Damme naar Indië terug om het ontwerp als regeeringsgevolmach- tigde in den Volksraad te verdedigen. De Raad aanvaardde het ontwerp en de heer Damme ging na 25 tropenjaren met pensioen. Lang heeft de heer Damme van zijn otium niet genoten, want in 1925 werd hij directeur-generaal der P.T.T., welke staatsbedrijf hij tot heden met groote energie en succes heeft geleid. Sinds 1935 is de heer Damme eere-lid en vice-president van het koninklijk insti tuut voor ingenieurs en voorzitter van de vereeniging Nederlandsch fabrikaat. In 1938 promoveerde hij tot doctor honoris causa in de technische wetenschappten aan de technische hoogeschool te Delft. Hij is lid van den Raad van bestuur van de K.L.M. De heer Damme is in het bezit van de volgende onderscheidingen: hij is ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw, commandeur in de orde van Oranje Nassau, commandeur in de orde van den N"1 en groot officier in de Kroonorde van België. Prof. dr. B. J. O. Schrieke is 18 Septem ber 1890 te Zandvoort geboren. Hij genoot gymnasiaal onderwijs te Kampen, waarna hij in Leiden in de taal en letterkunde van den Oosterschen archipel ging studeeren. In 1916 is hij cum laude gepromoveerd tot doctor in de Oostersche letteren op een proefschrift, getiteld: het boek van Bovang. In hetzelfde jaar werd hij taaiambtenaar aan het kantoor voor inlandsche zaken te Batavia, in 1920 adjunct-adviseur voor in landsche zaken. Sinds 1917 was hij lid van de directie van het Bataviaasch genoot schap, hjj was toen reeds belast met het toezicht op de ethnografische verzameling van het museum van dit genootschap. In 1924 is dr. Schrieke benoemd tot hoog leeraar voor de volkenkunde en de sociolo gie aan de in dit jaar opgerichte rechtshoo- geséhool. In 1926 vertegenwoordigde hjj de regeering op het panpacific congres te To kio. In 1927 benoemde de regeering hem in de commissie van onderzoek naar de onrust onder de bevolking van Sumatra's Westkust. In 1928 volgt zijn benoeming tot directeur van het departement van onder wijs en eeredienst, als hoedanig hij tot 1935 werkzaam is geweest. Na zijn pensionneering in 1936 werd prof. Schrieke op 12 November door den Amster- damschen gemeenteraad benoemd tot bui tengewoon hoogleeraar in de koloniale vol kenkunde als opvolger van wijlen J. C. van Eerde. Sinds 1938 is prof. Schrieke tevens directeur van de afdeeling volkenkunde van het koloniaal instituut. Prof. Schrieke, die een broer is van den Leidschen hoogleeraar mr. J. J. Schrieke, is ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. Naar wij vernemen, zal vanmiddag om streeks half drie op het departement van algemeene zaken de constitueerende ver gadering worden gehouden van het nieuwe kabinet. Tevens vernemen wij, dat de beëediging van de nieuwe ministers morgenochtend te elf uur op het Paleis Noordeinde zal plaats hebben. Advertenfien 30 ct per regel, ingezonden mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager Tarief op aanvraag. Familieberichten eis dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine Advertenties", max. 6 regels, 75 cent, bij vooruitbetaling. j,Brieven, of adres bureau v. d. blad" 10 ct extra. Bewijsnummers 5 si Hij is correspondeerend lid van Anthropo- logische Gesellschaft te Weenen, correspon dent voor de koninklijke academie voor we tenschappen. Veel wetenschappelijke arbeid is van zijn hand verschenen. mr. J. A. de Visser is een zoon van wijlen den oud-minister van onderwijs, dr. J. Th. de Visser en is evenals zijn vader dit was, de chr. hist, beginselen toegedaan. Hjj is te Leusden geboren in 1883, bezocht de gym nasia te Amsterdam en Tiel, studeerde aan de Utrechtsche universiteit in de rechten en promoveerde in 1909. Zijn ambtelijke loopbaan begon hij als adjunct-commies aan het departement van koloniën. Vervolgens trad hij in rechterlijke loopbaan als amb tenaar van het openbaar ministerie te As sen. Na in die functie naar Amsterdam te zijn overgeplaatst, kwam hij te Assen terug, thans-als substituut officier van justitie. Van 1920 af was hij gedurende tien jaren substituut officier van justitie te Rotter dam. In 1930 werd hij benoemd tot advocaat- generaal bij het gerechtshof te 's-Graven- hage. Van 1935 af treedt hij op als procu reur-generaal bij het Gerechtshof te Arn hem. Ook in het politieke leven heeft mr. De Visser een rol gespeeld. Gedurende ze ven jaren was hij lid van den Raad van Rotterdam, gedurende acht jaren lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland en korten tjjd lid van den Haagschen Raad. Ook was hij voorzitter van den chr. hist, kamerkieskring Rotterdam. De heer De Visser is ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. Prof. ir. I. P. de Vooys is 3 Februari 1875 te Gouda geboren. Na de hoogere burger school in zijn geboorteplaats te hebben doorloopen studeerde hij aan de polytechni sche school te Delft. In 1896 verkreeg hij het diploma van werktuigkundig ingenieur. Van 18961899 was hij eerst adjunct-in specteur en daarna inspecteur van den ar beid achtereenvolgens te Breda, Arnhem, Deventer en 's-Gravenhage. Van 19091917 was hij gewoon hoog leeraar en van 1918—1930 buitengewoon hoogleeraar in de mechanische technologie aan de technische hoogeschool te Delft. Van 19141923 was prof. De Vooys voorzitter van het koninklijk nationaal steuncomité en van 1917—1930 directeur der Nederland sche Maatschappij tot ontginning van steen kolenvelden, later de N.V. Mijnbouw ge naamd. Sinds 1930 is prof. De Vooys directeur van de Algemeene Kunstzijde Unie te Arn hem en sinds 1933 voorzitter van den eco- nomischen Raad. Van zijn publicaties kunnen genoemd worden: leerboek der mecanische technolo gie, geschreven in samenwerking met prof. L. A. van Royen, dat in 1914 verscheen en OP HET GEMEENTEHUIS. Na de rede van jhr. mr. Van Doorn, welke we in ons vorig nummer nog opnamen, werd het woord gevoerd door den hr Burger, den jongsten wethouder. Spr. wees er op, dat Kattendijlce gene schoo- ne gebouwen bezit, waar hij op kan wijzen, doch hij kan wel wijzen op de innerlijke waarde van de bewoners, die arbeidzaam en nobel zijn. De taak die ze verrichten verrichten ze als een eerezaak, bedenken de, dat zelf de koning van het veld ge diend wordt. We leven hier nog met en voor elkaar, aldus spr. en we hopen dat dit zoo zal blijven. Dat U dit zult weten te behouden, dat U een meester zult zijn die leidt en ook een vader voor Katten- dijke. Burgemeester Van Dusseldorp zeide over deze benoeming verheugd te zijn geweest, en dat hij zal trachten te bewijzen, dat een goede buur beter is dar. een verre vriend. U laat veel vrienden op Walcheren achter, aldus spr., doch we zullen trachten u dat verlies zoo dragelijk mogelijk te maken. Vervolgens sprekende ook namens den burgemeester van Wol- faartsdijk en names de vereeniging van burgemeesters en secretarissen in Zuid- Beveland, uitte spr. zijn vertrouwen in een aangename samenwerking. U zijt be voorrecht, zeide spr. dan, U treft een ge meente die zeer aangenaam is en zoo werd hier een gelukkige combinatie ge schapen. Spr. wees den hr Van Doorn dan, op het goede voorbeeld, dat zijn vader hem als burgemeester gaf, beval zich in zijn vriendschap aan, en uitte zijn beste wenschen voor de toekomst. De hr. M i n d e r h o u d, directeur van den Wilmelminapolder, wees er op hoe sinds 130 jaar de belangen van Kattendijke zeer nauw met die van den Wilhelminapolder verbonden zijn. Beurgemeester en di recteur hebben zeer veel met elkaar te maken. Behalve bekwaamheid voor hun eigen functie, dienen ze ook de bekwaam- Op den Geldropschen weg onder de ge meente Eindhoven, is gisteravond te circa half tien, een ontzettend verkeersongeluk gebeurd. Uit de richting Geldrop reed een perso nenauto, bestuurd door een marktkoopman uit Eindhoven, die het stuur blijkbaar niet meester was. Hij reed zóó hard, dat de wa gen bij het kasteel De Burgh de zich daar bevindende S-bocht niet kon nemen, met het gevolg, dat de auto over het fietspad reed en daar de familie Van Eijk, wonende aan den Boschdijk te Eindhoven, omver reed. De heer en mevrouw Van Eijk reden per fiets. Mevrouw Van Eijk had een dochter tje achter op haar rijwiel, terwijl bij den heer Van Eijk, zoowel voor als achter op het rijwiel, een dochtertje gezeten was. Al len werden tegen den grond gesmakt en gedeeltelijk omver gereden. Het zesjarig dochtertje dat achter op moeders fiets zat, was op slag dood. Mevrouw Van Eijk zelve werd zeer ernstig gewond. Ook de heer Van Eijk en diens beide dochtertjes werden ge wond. De slachtoffers zijn met twee ziekenauto's naar het St. Josephziekenhuis overgebracht. De autobestuurder verkeerde in zeer sterke mate onder den invloed van Stérken drank. Eerst honderd meter na de plaats van het laatst aangeredene slachtoffer kwam de' auto tot stilstand, waarbij bleek, dat de automobilist zig-zag over het fietspad en over den weg had gereden. De auto was slechts licht beschadigd. De bestuurder toonde zich vrij onverschillig en riep maar steeds: ,ik kan er niets aan doen". De politie, die onmiddellijk door de met ontzetting vervulde omstanders gewaar schuwd was, arresteerde hem en liet hem per auto naar het hoofdbureau van politie overbrengen, waar hij is opgesloten. Zijn wagen is in beslag genomen. Bij informatie in het ziekenhuis naar den toestand der slachtoffers vernamen wij om streeks middernacht, dat bij mevrouw Van Eijk een schedelbasisfractuur is geconsta teerd. Haar toestand is zóó ernstig, dat voor haar leven wordt gevreesd. De heer Van Eijk en de twee dochtertjes, die bij hem op de fiets zaten, hebben lichte ver wondingen gekregen. m 1928 een 5en druk beleefde; socialisatie- problemen in 1920; techniek en maatschap pij 1921; duurte en duurte-bestrijding 1922; technisch economische grondslagen der steenkolenmijn-industrie 1926; de bloei eener onderneming 1927; het sociaal karak ter eener onderneming 1929 en redactionee- le bijdragen, tusschen 1905 en 1920, in het tijdschrift „de beweging". Verder schreef prof. De Vooys verschil lende gedichten: van de Armen 1903; ach ter de taak 1928 en tijdschriftartikelen deels onder het pseudoniem van J. Molen maker of G. Burger. Prof. De Vooys is ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw en commandeur in de orde van Oranje-Nassau. heid te hébben om hun eigen plaats te kunnen bepalen. Spr. drukte zijn vertrou wen uit in een aangename samenwerking, in het belang van polder en gemeente. Burgemeester Stemerding van Soeburg uitte er zijn blijdschap over, dat jhr. Van Doorn juist deze gemeente trof, waar hij van een aangename samenwer king verzekerd is. Ge waart op mijn se cretarie, aldus spr., een zeer gewaardeer- den medewerker. Ge hebt voor de gemeen- voor dit alles en sprak de overtuiging uit, dat jhr. Van Doorn zeker de goede sfeer in Kattendijke zou weten te bewaren. Tenslotte wenschte de gemeente-veld wachter Van der Hoeven jhr. Van Doorn geluk met zijn benoeming er: uitte de hoop op een samenwerking in een sfeer van onderling begrijpen en waardeeren, in overeenkomst met de sfeer van het dorp. Alle sprekers werden door burgemeester Van Doorn op hartelijke wijze beantwoord en dank gezegd voor hun goede wenschen. Hierna volgde een receptie, waarvan nog velen, o.m. burgemeester Zandee van Kloetinge en ds. Odé te Goes, gebruik maakten om burgemeester Van Doorn geluk te wenschen. Nadat nu burgemeester Van Doorn de scholen te Wilhelminadorp bezocht had, werd naar de kom van Kattendijke ge reden, waar ds. Lammers, namens de ingezetenen, den .nieuwen burgemeester en zijn eehtgenoote welkom heette en hem zegen op zijn arbeid toewenschte. Ook hier werden door de kinderen lie deren gezongen en werd een rondtocht door het feestelijk versierde dorp gemaakt. Na dit bezoek vertrok burgemeester van Doorn over den Monnikkendijk naar Goes, om daar den maaltijd te gebruiken. Des avonds toen zoowel te Kattendijke als te Wilhelminadorp, geconcerteerd en gezongen werd, was burgemeester Van Doorn en zijn familie er weer bij aanwe zig.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 1