MKERMS Nehalennia KRONIEK van den DAG. Ik (W TOUL CL! Wuv\AA fjQ/YVC^ (SiL "UHbiV$l kfiAV- TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 18 JULI 1939. No. 167. Machtsvertoon om den vrede te redden. EEN ZOON VAN Z'N VADER. Een vaag dreigement van de „Giornale" Een eenigszins vinnige be spreking van een subsidie kwestie. koop SUNLIGHT ZEEP Het heeft lang geduurd, maar Engeland en Frankrijk zijn thans ook overgegaan tot de politiek van het groote rhetorisehe woord en de militaire demonstratie. Drei gement en machtsvertoon zijn er andere namen voor. In de afgeloopen jaren hebben Duitschland en Italië er heel wat mee ge presteerd. Engeland en Frankrijk willen nu probeeren er op hun beurt iets mede te presteeren: in casu een halt toe roepen aan het „dynamisme" der totalitairen. De viering, de vorige week, van den na- tionalen feestdag der Fransche republiek, bracht Londen en Parijs een uitgezochte ge legenheid voor het nieuwe politieke offen sief. Men heeft haar niet verzuimd: oefen- vluchten van Britsche bommenwerpers bo ven Frankrijk aan den vooravond; op den dag zelf een militair schouwspel te Parijs, dat bewees met welke formidabele afme tingen de uitbreiding van de bewapeningen der beide groote Westersche mogendheden heeft aangenomen. En dan de doelbewuste redevoeringen, der voornaamste Fransche staatslieden, culmineerend in het duidelijke woord van president Lebrun, die herin nerende aan den eed van den 14en Juli 1790, afgelegd op het Federatiefeest, opdat men „één van wil het vaderland zou ver dedigen, de vrijheid en gelijkheid, de on aantastbare rechten van mensch en bur ger zou handhaven en broederlijk vereend blijven in een groote, vrije, edelmoedige en sterke gemeenschap". Men weet het maar al te goed: aan die vrijheid en gelijkheid, aan de broederschap, waarop het staatshoofd zich beroept, heeft in den loop der jaren véél ontbroken. Ech ter,, de idealen zijn blijven voortleven en nu ze in dezen tijd bedreigd schijnen, moet het gevaar den Franschen nieuwe krachten schenken. Wanneer thans, op den te München ge houden „dag der Duitsche kunst", de rijks- perschef Dietrich verkondigt, dat het sym bool van 1789, ,,'t liberalisme", vijandig aan vrijheid en persoonlijkheid, in Duitschland is ten val gebracht en door een monument van „ware vrijheid" vervangen, zal de be- teekenis van zijn woorden voor ieder die na denkt duidelijk zijn. In Europa wordt op het oogenblik niet slechts een belangen strijd gestreden, maar staan tevens twee onvereenigbare ideologieën tegenover el kaar. Deze omstandigheid maakt den inter nationalen toestand er des te hachelijker op. Immers, zij belemmert het aanknoopen van op wederzijdsch vertrouwen berustende onderhandelingen, vergiftigt de politieke sfeer en drijft de wapeningen op tot een nimmer gekende hoogte, omdat van weers kanten de overtuiging heerscht, dat in laat ste instantie het zwaard door 's men- schen vindingrijkheid tot het uiterste ge perfectioneerd over oorlog of vrede zal moeten beslissen. Frankrijk wil den oorlog niet. 't Heeft er niets bij te winnen, kan er slechts in verliezen en weet, dat in elk geval de eer ste, heftigste stoot door zijn legers moet worden opgevangen. Maar 't beseft even zeer, dat zwichten voor de „aspiraties" der totalitairen het begin van 't einde zou be- teekenen, niet slechts in materieelen, doch vooral ook in ideëelen zin. Wordt eenmaal een autoritaire hegemonie over ons wereld deel gevestigd, dan zal de democratie zich nergens staande kunnen houden en zullen allen zich moeten scharen om 't „monu ment der ware vrijheid", waarvan hierbo ven sprake was. Ook in Engeland heeft men dit gevaar thans onderkend. De Brit sche democratie, van anderen huize dan de Fransche, waarop zij vroeger met eenig dédain neerzag, begrijpt nochtans, dat de gemeenschappelijke nood samenwerking tot afweer dringend gebiedt. Niet voor niet wordt bij onze overzeesche buren het jaar, dat de Onoverwinnelijke vloot Albion's kusten bedreigdej, met nadruk in herin nering gebracht. Nimmer sinds 1588 zag Engeland zich in zulk een moeilijke positie, nimmer gevoelde het zóó de noodzakelijk heid, alle krachten te verzamelen, alle zelf- behaaglijke rust, den eilandbewoners eigen, van zich af te schudden en het harnas aan te gorden. Er is geen ruimte meer voor „splendid isolation", voor vechten-op-een- afstand, zooals dat eertijds wel gebeurde. Zelfs ten tijde van Napoleon stond Groot- Brittannië er minder hachelijk voor dan op Naar het Engelseh door T. TEN HAVE— v. d. MADE. 10). Peter grinnikte voldaan en verklaarde breedvoerig: „U bent hier met uw neus in de boter gevallen, meneer, als ik dat zoo eens zeg gen mag, op een psychologisch moment in de geschiedenis. De sneeuw is weg en de aarde barst overal van nieuw leven. U rolt hier binnen op een moment, dat alles gaat bloeien en uitbotten en de fortuinen zullen toestroomen. Meneer, Snake's Fall zal de grootste bezitting in de Westersche Staten worden, en de menschen zullen er hun geld insteken. En naast u, meneer, aan uw rechterzijde, staat de man, wiens moed, on dernemingsgeest en verstand dat voor me kaar heeft gebracht. Mr. Silas Mallinsbee is de vader van dit plaatsje, meneer; wat zeg ik: hij is nog meer: hij is de stichter ervan. En ik feliciteer u, meneer, dat u zijn vriend bent en in dit opzicht kan ik mezelf ook feliciteeren". Hij nam een smerig stukje vloeipapier en veegde er Gondon's naam in het boek mee droog, terwijl laatstgenoemde bij zich zelf om het heele geval moest lachen. „Ik wist niet begon hij. Maar Mal linsbee viel hem in de rede en zei: „Peter is een bovenstbeste kerel, maar de een of andere halve gare heeft hem eens wijsge maakt, dat hij in het Congres moest gaan, en sindsdien doet hij niet anders dan klet sen. Er is maar één manier om hem zijn mond te snoeren en dat is door een borrel te bestellen, wat ik bij deze dan ook doe. het oogenblik, want de actie zijner tegen standers strekt zich nü tot ver buiten Euro pa uit wist zelfs in Oost-Azië krachtigen steun te vinden bij een land, dat mee door Engeland's toedoen tot groote mogendheid is opgeklommen. Lang, maar al te lang heeft Engelang geaarzeld. De vredespolitiek van een Cham berlain is er tot voor kort op gericht ge weest, een verzoening tusschen autoritairen en democratieën te bewerkstelligen, te trachten een compromis te vinden tusschen de eischen der z.g. „have-nots" en de be zwaren van hen, wien deze eischen golden. Ook thans zou de Britsche minister-presi dent nog gaarne de hand leenen tot het bereiken van overeenstemming, maar de re cente gebeurtenissen doen hem de moge lijkheid van een duurzaam accoord méér dan betwijfelen. Plij weet nu ongeveer waaraan zich te houden en van dit besef getuigde het meemarcheeren der Britsche troepen in de militaire revue te Parijs, 't Publiek heeft de beteekenis van dat feit ten volle begrepen: hier hadden niet alleen de strijdgenooten uit de jaren 1914'18 el kaar teruggevonden, maar trokken ook ver tegenwoordigers van een principieel gelijke wereldbeschouwing gezamenlijk op voor hetzelfde doel. Dit krachtsvertoon zal wel licht ter plaatse, waar men zichzelf alles, de „tegenpartij" niets veroorloofd acht, als uitdaging worden gekwalificeerd. In feite weet men ook daar heel goed, dat het even min een provocatie is als de vluchten der Britsche bommenwerpers over Frankrijk, als de gemeenschappelijke vlootoefeningen en de beraadslagingen der generale staven, 't Is alles afweer, machtsvertoon, een uiter ste poging om op die wijze den vrede nog te handhaven, een bij uitstek gevaarlijke pe riode heelhuids door te komen. Of dit ge lukken zal, is een andere vraag, maar men doet er zijn best voor! Opzegging van het Engelsch- Italiaansch accoord? Havas meldt uit Home: Sommige krin gen te Rome zien een opzegging van de Britsch-Italiaansche overeenkomst van 16 April 1938 onder de oogen. De „Giornale d'Italia" schijnt door een artikel van Gayda een zekere waarschijnlijkheid te verleenen aan dit gerucht. De officieuze publicist, die als aanleiding voor zijn beschouwmg com mentaren neemt, die verschenen zjjn in de buitenlandsche pers met betrekking tot de benoeming van Grandi tot minister van justitie, maakt toespelingen op de verkoe ling, die opgetreden is in de Italiaansch Engelsche betrekkingen. Hij verklaart, dat Rome de consequenties uit dezen toestand zal weten te trekken. „Men heeft gespro ken over een wijziging van de houding van Italië ten aanzien van Engeland, zoo schrijft hij. Dat is onjuist. Het is Engeland, dat in 1935 zijn politiek jegens Italië een omme keer heeft doen ondergaan en dat agressie ve vijandschap en onbegrip gesteld heeft in de plaats van vriendschap en begrip. Italië zal, op het geschikte oogenblik, de nood zakelijke consequenties uit een dergelijke wijziging van houding trekken. Italië is vastbesloten zijn recht te verdedigen en zjjn weg te vervolgen in gezelschap van veilige vriendenEr kome van wat kome". EEN AUTOSNELWEG OVER DEN BRENNER-PAS. Verbinding BerlijnRome. Havas meldt uit BerlijnMen is op 't oogen blik aan beide kanten van de Italiaansch- Duitsche grens bezig met den aanleg van een autosnelweg, die een directe ver binding zal vormen tusschen Rome en Ber lijn over den Brenner-Pas. Te Berlijn wordt vernomen, dat de noodige credieten voor 't Italiaansche gedeelte verleend zijn. Aan Duitsche zijde mankeert de verbinding van München naar den Brenner nog. De werk zaamheden zullen echter, zoo zegt men, zeer actief worden uitgevoerd. Nog dit jaar zullen prestatie-autoraces tusschen Berlijn en Rome worden georganiseerd, waaraan door Duitsche en Italiaansche wagens zal worden deelgenomen. Peter, geef ons twee cocktails van jouw speciaal brouwsel, en neem zelf waar je zin in hebt". Peter voerde het gevraagde vlug en op gewekt uit. Zjjn bewondering en vriend schap voor Mallinsbee bleek uit alles en Gordon vond dat een gunstig teeken. Na eenige oogenblikken kwam Peter terug met de cocktails en een glas Rye whisky voor zich zelf. „Ik ken wel wat beters, dan mijn eigen cocktail", zei hij met een geweldige knip oog, waarbjj hij zijn geheele gezicht ver trok. „Die zjjn goed voor de klanten, maar ik laat mijn lever niet bederven". „Laten we drinken op den ondergang van alle schoften", zei Mallinsbee met zijn die pe stem en een veelbeteekenenden blik in Gordon's richting. Gordon knikte. „En op den ondergang van alle bedrog en alle bedriegers". Alle drie dronken hun glas leeg en zetten het neer. „Bedrog", zei Mallinsbee in gedachten en haalde lachend zijn massieve schouders op. „Het geeft niets, of je die lui hun bedrog al kwalijk neemt, of niet. Ze kunnen er soms net zoo weinig aan doen als wij, wan neer we iemand een pak rammel zouden geven, die ons een tik op 't hoofd gaf. Be drog ik verafschuw de methodes. Maar toch kun je er in 't leven niet altijd bui ten; tenminste niet op deze aarde. Ik heb wel eens gedacht, dat bedrog en omkoo- perij speciaal in dit land voorkwamen, maar daarin heb ik me toch vergist. Daarin doet het eene land niet onder voor het andere. Het hoort nu eenmaal bij het leven ep de menschelyke beschaving. En dat komt, om dat het leven maar kort is. En we worden Gistermiddag werd in Sint Joris te Mid delburg een algemeene vergadering ge houden van Nehalennia, vereeniging tot instandhouding van Walchereh's natuur- en stedenschoon. De vergadering werd gepresideerd door het bestuurslid, den heer C. A. van Woel- deren, burgemeester van Vlissingen. Deze heeft allereerst, terwijl de aanwe zigen zich van hun zitplaatsen verhieven, woorden van groote waardeering geuit aan de nagedachtenis van wijlen den in 1937 overleden voorzitter der vereeniging, den heer L. J. van Voorthuysen uit Dom burg, die die functie van het begin der vereeniging af had bekleed. Spr. wees er op, dat mede in verband met het overlijden van den voorzitter se dert 1935 niet meer vergaderd was. Uit de notulen van dat jaar blijkt, dat men wacht op een rapport van den heer Van Doorninck over de Walchersche molens De daarvoor benoemde commissie, de hee- ren Meerkamp van Embden, Unger en de secretaris, hebben nu toezegging van spoe dige verschijning. De vereeniging heeft den laatsten tijd niet zooveel kunnen doen mede omdat de uitgaven van de tentoon stelling boven het budget uitgingen. Jaarverslag. De secretaris, de heer C. Barentsen, bracht vervolgens zijn verslag uit, waar in ook hij het eerst stil staat bij het ver lies, dat de vereeniging heeft geleden door het overlijden van den he.er Van Voort huysen. Allen, die met hem in de vereeni ging samen hebben gewerkt, weten met hoeveel liefde en toewijding hij de „Heem- schut/'-gedachte heeft gediend. De financieele toestand der vereeniging is gunstig ofschoon aanwerving van nieu we leden zeer gewenscht is. Verontrustende berichten over slooping van historische gebouwen of wijzigng van belangrijke punten op Walcheren kwamen in 1935 en 1936 niet bij de vereeniging in. De herdenking van het 25-jarig bestaan heeft op 11 Mei 1935 plaats gehad. Op dien dag heeft de heer Van Woelderen een overzicht over doel en streven en de werkzaamheden der vereeniging gegeven, waarna de Commissaris der Koningin dank bracht voor het hem aangeboden eere-voorztterschap der vereeniging en hij met een toespraak de jubileumtentoonstel ling van schilderijen van kerken en van buitenplaatsen op Walcheren opende. In 1937 is door de vereeniging een re quest gezonden aan B. en W. van Middel burg voor behoud van het mooie hoekje aan de Bleek te Middelburg, hetgeen even wel niet tot eenig succes heeft geleid. In samenwerkng met de vereeniging tot in standhouding van oude gebouwen werd een gevel aan de Pottenmarkt te Middel burg gerestaureerd, waarvoor 50 werd bijgedragen. Pogingen tot restauratie van de gevels in de Kuiperspoort te Middelburg zijn on dernomen, doch daar gemeentewerken hierbij betrokken zijn, heeft subsidie-ver leening hier geen invloed. In 1938 werd door den secretaris de ge vel van de VW aan de Markt te Middel burg gerestaureerd, en een bijdrage voor dat doel verleend groot 200. Deze om vangrijke restauratie, waaraan ook door de Vereeniging tot instandhouding van oude gebouwen wed bijgedragen en door de VVV zelve het grootste deel werd be taald heeft veel moeite en tijd in beslag genomen, mede omdat in het perceel de winkel der firma Den Boer gehuisvest is, wier bedrijf ongestoord door moest gaan, hetgeen gelukt is. Uit dit alles moge blij ken, dat ofschoon Nehalennia uit zuinig heidsoverwegingen enz. weinig van zich deed hooren er toch gewerkt is, in het ge passeerde tijdvak. Het verslag werd goedgekeurd met dank aan den secretaris voor alles wat hij voor de vereeniging doet. Ook zijn rekening als penningmeester aanwijzend een goed slot van 1184 tégen 1044 in 1935, werd goedgekeurd. Van den heer M. Fernhout was bericht ontvangen, dat hij wegens vertrek uit Zeeland, bedankte als bestuurslid. De Niets is voor dezulken moeilijker dan het centrum van hun eigen ziel te vinden. allemaal aangetast door de koorts van vlug-rijk-worden. Als we het leven begin nen, zijn we al lichtelijk getikt en dat wordt steeds erger. Dan krijgen we een jaartje of wat een beetje gezond verstand en daarna worden we weer net zoo getikt en dan krijgt het levenseinde ons te pak ken. En die jaartjes vdh het gezond ver stand zijn zoo schaarsch, dat we moeten zorgen rijk te zijn tegen den tijd dat we weer getikt raken. En bedrog, op welke wijze dan ook, is vaak noodzakelijk. Weet je, er zijn alle mogelijke manieren van bedriegen en omkoopen. Ons heele le ven lang zoeken we iets, dat we niet heb ben. Heb je wel eens op een kind bij zijn ouders gelet? Dat is enkel verlakkerij. Het kind is niet braaf, omdat hij dat zoo graag wil, nee, hij hoopt op iets, dat ie graag wil hebben, en zijn vader en moeder zijn dege nen, van wie hij 't hebben moet. Welk kind neemt een drankje in, zonder dat hem een snoepje beloofd is? Dat is bedrog. Nou, en is dan tenslotte het meisje-van-je-droomen niet het grootst denkbare bedrog? Ze zal alles aannemen, wat je haar aanbiedt, van af een vijf cent-snoepje tot auto's en ju- weelen toe. En dan, als je oud en ziek en weer getikt bent geworden en je bent rijk doordat je je leven lang den boel voor den mal hebt gehouden, dan komen al je ken nissen bij je huichelen en raden je medi cijnen aan en luisteren naar je seniele ge voorzitter sprak woorden van dank voor hetgeen de heer Fernhout voor Nehalennia heeft gedaan. Subsideering Ver. tot behoud der Zeeuwsche kleederdrachten. Van de vereeniging tot het behoud van de Zeeuwsche kleederdrachten was een schrijven ingekomen waarin verzocht wordt om toekenning van een jaarlijk- sche subsidie. De voorzitter stelde namens het bestuur voor 5 per jaar toe te kennen. De heer Von Brucken Fock was van meening, dat het bestuur wel wat pessi mistisch is en de vereeniging veel meer kan geven, temeer daar zij de laatste jaren weinig geageerd heeft. De voorzitter zeide, dat het bij de Ver eeniging tot behoud der kleederdrachten toch meer gaat om invloed uit te oefenen, dan wel om geld uit te geven. Nehalennia beschikt jaarlijks maar over f 110 aan in komsten en men moet nu niet alle bron nen in eens aftappen. <jMen mag niet 't ge heel financieel bestaan der vereeniging in de waagschaal leggen. Ook andere ver- eenigingen als Heemschut en De Holland- sche Molen krijgen maar 5 subsidie. De heer Von Brucken Fock meende, dat Nehalennia uit zijn potje wel eens 200 kan geven. De voorzitter zeide, dat het thans geen tijd is voor potverteren. De heer Von Brucken Fock had zich de vraag wel eens gesteld of, nu men de Ver eeniging tot behoud van de kleederdrach ten, het Zeeuwsch Landschap en de schoon heidscommissie heeft, er nog wel plaats voor Nehalennia is, dat al die zaken toch feitelijk ook omvat. De voorzitter meende, dat nu de aap pas uit de mouw kwam en dat hij den heer Von Brucken Fock moet waarschuwen niet zijn oudste geesteskind op te offeren voor het tweede. Mr. W. K. H. Dieleman, die secretaris is van de Vereeniging voor de kleeder drachten, waarvan de heer Von Brucken Fock voorzitter is, wees er op, dat die ver eeniging ook geld noodig heeft en reeds een paar maal bijdroeg om de kosten van de nationale kleeding te betalen, zulks in enkele gevallen en in overleg met den bur gemeester van de gemeente, waar zich een verzoek om hulp voordeed. De vereeniging beschikt over beperkte middelen en krijgt van den A.N.W.B. 25 of zoo noodig meer subsidie per jaar, van de Maatschappij Zee land 50 en dan vindt spr. voor Nehalennia 5 nog al heel weinig. Spr. stelde 25 voor. De voorzitter vond de toezegging van te veel subsidies te gevaarlijk en zeide, dat het te drukken verslag, waarvan een groote propaganda kan uitgaan, reeds meer zal kosten dan een jaarlijksche ontvangst. Zoowel de heer Von Brucken Fock als de heer Dieleman trokken hun voorstellen in en daarop werd dat van het bestuur om ƒ5 te geven z. h. s. aangenomen. Thans werd op voorstel van het bestuur het eerelid en oud-secretaris, de heer Von Brucken Fock, als lid in het bestuur opge nomen. In plaats van den heer Fernhout werd tot bestuurslid gekozen mr. dr. J. van Wal- ré de Bordes, burgemeester van Middel burg; en in plaats van wijlen den heer L. J. van Voorthuijsen gekozen jhr. mr. A. F. C. de Casembroot, burgemeester van West- kapelle. Herkozen werden de heeren dr. J. H. Vernhout en dr. W. S. Unger. Tot voorzitter werd benoemd jhr. mr. De Casembroot en tot vice-voorzitter de heer Van Woelderen. Bij de rondvraag stelde de heer Von Brucken" Fock enkele vragen, die aanlei- be derft het beste humeurI Maar de zwaarste hoofdpijn verdwijnt binnen een kwar tier met 'n "AKKERTJE", dat de nieuwste menging bevat tegen hoofd- en zenuwpijn. Vlugge, zekere werking bij alle pijnen, dat is 't geheim der "AKKERTJES", die door geen enkele imitatie wor den geëvenaard, nóch in hun bijzondere samenstel- I ling, nóch in hun gemakke- I lijk in te nemen ronden vorm. Op elk "AKKERTJE" staat 't "AKKER"-merk:Uwgarantiei tegen pijnen, nare dagen, koorts, kou. Doos13 stuks -12 stuivers2 stuks - 2 stuivers. (Ingez. Med.) ding gaven tot de opmerking, dat de be- bossching in de omgeving van Zoutelande meer een kwestie is van werkverschaffing en van het Zeeuwsche landschap; en dat de kwestie van het meer aansluiten van ge meentebesturen bij de schoonheidscommis sie, op den weg dier commissie ligt, al kan Nehalennia er steun aan verleenen. Tenslotte dat opneming van een kunst schilder in de provinciale schoonheidscom missie ook zijn bezwaren heeft en het min der op den weg der vereeniging ligt, dit te bevorderen. Besloten werd nog aan het gemeente bestuur van Middelburg te verzoeken de uitstekende midzaborden te doen verdwij nen en plaats te doen maken voor borden tegen den muur of in de etalages'. AMBTENAREN VAN IJSSELMUIDEN DOOR DEN RAAD GESCHORST. Gistermiddag heeft de Raad van de ge meente IJsselmuiden het verzoek om eervol ontslag met ingang van 15 Juli van den ambtenaar ter secretarie, die 7 Juli gear resteerd werd wegens fraude ter secretarie, in geheime zitting behandeld. Na afloop daarvan deelde de voorzitter, burgemeester jhr. mr. M. L. Quarles van Ufford, mede, dat dit verzoek was aangehouden totdat meer bekend zou zijn van het gerechtelijk on derzoek. Voorts zeide hij, dat deze ambte naar en de andere betrokken ambtenaren geschorst waren als ambtenaren van den burgerlijken stand en eerstgenoemde tevens als waarnemend secretaris. De schorsing als ambtenaar ter secretarie hadden, zooals reeds eerder gemeld, B. en W. onmiddellijk na het bekend worden van de fraude ver richt. Omtrent de verduisteringsaffaire zelf zijn tot nu toe geen nadere bijzonderheden be kend geworden. CLCCVU EM NOOIT ZEEP VAIM ONBEKENDE HERKOMST (Ingez. Med,) leuter, alsof je voor hen het meest betee- kende en het hun zoo'h verdriet deed, dat je zoo ziek bent! Dat is bedrog. Maar je hebt duiten en die hebben ze noodig". Het genoeglijke gezicht van den man was een weerspiegeling van dat van Gordon. Hij amuseerde zich kostelijk over diens wijze van spreken. Maar Peter Mc Swain was een en al ernst en keek met groote oogen vol bewondering naar Mallinsbee en hij riep verbaasd uit: „Gossie jij moet een boek schrijven!" HOOFDSTUK V. In het Hotel. Die badkamer leek wel een konijnenhol, maar 't was er schoon. Gordon verbaasde zich er over, dat hij het oude leven zoo mak kelijk achter zich had gelaten. Het kale kamertje hinderde hem niet in het minst. Hij waschte zich in de kuip en droogde zich af met een handhoek, die schooner tijden had gekend. Hij liet zich evenwel niet ver leiden om de vuile kam te gebruiken die stevig geklemd zat naast den kapotten spiegel in den gang naar de buitendeur, maar toen hij weer op zijn slaapkamertje terugkwam, kon hij die twijfelachtige luxe van zijn omgeving best waardeeren. Mallinsbee was weg gereden op een groot kastanjebruin paard. Pas toen Gordon hem te paard zag zitten, kreeg hij eenig idee tot welk type menschen deze vrien delijke vreemdeling behoorde. Hij zat in het zadel alsof hij erop geboren was en hij hanteerde zijn paard, zooals alleen menschen dat doen, die veel met dieren in aanraking komen. Aan den avondmaaltijd kreeg hij ge legenheid de andere gasten eens op te nemen Het was een gemengd gezelschap, maar elk tafeltje in de gelagkemer was tjokvol. Mc. Swain scheen inderdaad ge lijk te hebben, toen hij zei, dat de zaken goed liepen. Gordon zal al gauw, dat deze menschen geen inboorlingen van deze streek waren. De meeste waren ongetwijfeld zakenlui: slimme, scherpe mannen van het specu latieve soort, hetgeen Gordon opmaakte uit de gesprekken rondom hem. Voor zoo ver hij begreep, was het eenige belang van het plaatsje land- en nog eens landspecu- latie. Met het oog op de vriendschap met Malinsjbee,, jhad Peter Mc Swain hem verzocht aan zijn speciale tafel naast hem te komen zitten. En hij begon dadelijk zijn gajstheer te ondervragen. „Er schijnt hier enkel over land gespro ken te worden,'1 zei hij onder het eten van zijn macaronisoep. Peter slurpte een lange sliert macaroni naar binnen, waarin hij bijna bleef ste ken. „Zeker," zei hij met groote oogen, waarvan Gordon de uitdrukking niet recht begreep. Beteekende het enkel verwonde ring. Was hij' gekrenkt? „Natuurlijk gaat het over land. Waar zouden ze hier in Snake's Fall anders over praten, behalve dan over kolen en land? Al die lui, die je hier ziet zitten, zijn allemaal landhaaien, zooals Mallinsbee hen noemt; hetgeen beteekent," voegde hij er met een grijns aan toe, „dat ze er op uit zijn om land in den omtrek van Snake's Fall te koopen of te stelen. Ze stelen natuurlijk liever. Het zit hier vol met zulke kerels..'" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5