HIDDELBURGSCHE COURANT
GOESCHE COURANT)
Hf |ircrtrmciiile
Waarom is minister
De Wilde afgetreden
Hei beleid van Wethouder De Miranda gelaakt
Strang door
Molotof ontvangen.
Conden
Cngetcuid
t)e vragen van den heer
Wijnkoop bij zijn hedenmiddag
in de Tweede Kamer gehouden
[interpellatie.
Het antwoord van Dr, Colijn.
De heeren hebben 2Va
geconfereerd.
uur
ICAHT iftë KLAAR TOER
EEN EE1R1SIIE NAAR
MIDDELBURG -HARWICH en terug
naar
I
1
I
1
Duitsche wapenleveringen aan
Turkije stopgezet.
De Duitsche Rijksbank
onmiddellijk ondergeschikt
aan den Führer.
Stijgende ontvangsten
bij de spoorwegen.
Corruptie vond niet plaats
maar wat hij gedaan heeft]
is allesbehalve in den haak'
De heer Gulden moet den
Raad uit.
bagblad. Uitg. N.V. De Middelburgsche Crt.
Bureauxte MIDDELBURGSt. Pieterstr. 28,
Telefoon Redactie 269, Administratie 139;
te GOESTurfkade Tel. 17. Postgiro 43255.
Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes
2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week
abonnementen in Middelburg er» Goes 18 ct.
•WV NUMMER 140. TWEE BLADEN. VRIJDAG 1 16 JUNI 1939. EERSTE BLAD. 183e JAARG.
Advertentiën 30 ct per regel, ingezonden
mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager
Tarief op aanvraag. Familieberichten en
dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine
Advertenties", max. 6 regels, 75 cent, bif
vooruitbetaling. ^Brieven, of adres bureau
v. d. blad" 10 ct extra. Bewijsnummers 5 et»
In de vergadering van de Tweede Kamer
van heden was aan de orde de interpellatie
van den heer ff jnkoop (communist)
over het aftreden, onlangs, van den minis
ter van financiën, den heer De Wilde. Na
een breedvoerige uiteenzetting (men zie
de 3e pag.) stelde spr. de volgende vragen
aan den minister-president:
1. Wat z\jn de uitgaven, nieuwe en oude,
waartegen van de zijde van den ex-minister
van financiën De Wilde bij de samenstelling
van de ontwerp-begrooting voor 1940 be
zwaren zijn gerezen en die tot zijn aftreden
op 19 Mei j.l. aanleiding gaven?
2. Worden de nieuwe en andere uitgaven,
waartegen de afgetreden minister bezwaar
had, nu toch door- 't ministerie aanvaard?
3. Wat zijn de verdere verschillen in den
boezem der regeering, op grond waarvan
bet blijkbaar noodig werd dat de minister
van financiën ingevolge het financieel ver
schil thans aftrad? En was er ten dezen
eenig verschil van opvatting tusschen den
minister-president en den afgetreden mi
nister? En zoo ja, welk?
4. Heeft de behandeling van de zooge
naamde kwestie-Oss ook een rol gespeeld
bij de meeningsverschillen in den boezem
der regeering die op 19 Mei j.l. tot het af
treden van minister De Wilde hebben ge
leid? Zoo ja, in hoeverre?
5. Welke bezuinigingen heeft de minister
president, minister van algemeene zaken,
minister van financiën a.i. op het oog om
voor 1940 een zoogenaamd budgetaïr even
wicht te erlangen? En in hoeverre wijken
deze maatregelen eventueel af van die,
welke de afgetreden minister noodig oor
deelde
6. Wil de minister-president voorts tnede-
deelen de groote lijnen van zijn thans te
volgen financieele.. politiek, vooral met be
trekking tot sociale en economische zaken,
onderwijs en defensie? En in hoeverre is
daarbij afwijking dan wel overeenstemming
met het financieel beleid dat de afgetre
den minister voorstond?
7. Is thans nog de homogeniteit in het
kabinet aanwezig, noodig voor de moge
lijkheid van verder regeeren op de zooge
naamde smalle basis? Of moet niet thans
een zoodanige verandering in het kabinet
worden aangebracht dat het in overeen
stemming is met de democratische volks
uitspraak van 1937?
8. Waarom heeft de regeering niet uit
zichzelf de mogelijkheid gezocht, om de
Kamer zoo snel mogelijk te informeeren
omtrent de motieven van het aftreden van
den minister van financiën en is de regee-
ring bereid, ingeval een dergelijke situatie
zich weer mocht voordoen, harerzijds dat
gene te doen, wat tot snelle opheldering
van zaken in de volksvertegenwoordiging
kan leiden?
De minister-president heeft op deze vra
gen als volgt geantwoord:
1. Gelijk uit gedane inleidende mededee
lingen blijkt, golden de bezwaren van mi
nister De Wilde minder het doen van be
paalde uitgaven dan het ontbreken van de
noodige bezuinigingen, die het tegenwicht
hadden behooren te vormen van nieuwe
voor het eerst opgebrachte of uit het nor
maal accres voortvloeiende uitgaven. Zul
ke uitgaven kwamen bij meer "dan een de
partement voor, het meest i n-
tusschen bij defensie en
sociale zaken.
2. Deze vraag is niet voor beantwoording
vatbaar, omdat de afgetreden minister van
financiën niet zoozeer bezwaar had tegen
bepaalde uitgaven als tegen de verstoring
van het budgetair evenwicht in het alge
meen. Het onderzoek naar de mogelijkhe
den van herstel van dat evenwicht is nog
gaande en het is, daargelaten of zulks zou
moeten geschieden bij gelegenheid van een
interpellatie, niet mogelijk te zeggen wel
ke uitgaven gehandhaafd kunnen en welke
geschrapt dienen te worden.
3. Andere verschillen dan dat
over den budgetairen toe
stand zijn er in den boezem van
het kabinet nietgeweest. Dat
er ten aanzien van den budgetairen toe
stand in het algemeen ook geen verschil
van opvatting bestond tusschen mr. De
Wilde en den minister-president, blijkt met
genoegzame duidelijkheid uit het den 20-
sten Mei gepubliceerde bericht van den re-
geeringspersdienst. Dit bericht luidde als
volgt
De minister van algemeene zaken, dr. H.
Colijn, die ad interim is belast met het be
heer van het departement van financiën,
heeft op zich genomen voor bezuinigingen
de taak, die ook mr. De Wilde zich voor
oogen had gesteld, nl. om voor 1940 budge
tair evenwicht te bereiken, tot een goed
einde te brengen. Hieruit blijkt zonne-
zonneklaar, dat het streven van mr. De
van financien niet. Het budgetair even
wicht moet worden verkregen door de ge
zamenlijke inspanning van alle ministers,
die ieder voor hun eigen departement de
verantwoordelijheid voor de te nemen
maatregelen hebben te dragen.
Zoolang het onderling overleg niet tot
definitieve resultaten heeft geleid, kunnen,
gelijk reeds in het antwoord op vraag 2
werd opgemerkt, over de aan te brengen
bezuinigingen geen mededeelingen worden
gedaan.
6. De minister-president is niet bereid me
dedeelingen te doen over de groote lijnen
van de te volgen financieele politiek, voor
al met betrekking tot sociale en economi
sche zaken, onderwijs en defensie, al ware
het alleen maar omdat de regeering geen
opening van zaken kan doen over voorne
mens, die nog geen vasten vorm hebben
aangenomen.
De minister-president wil echter wel
zeggen, dat hij niet bereid is eene luchthar
tige financieele politiek, een politiek van
voortdurend regeeren met tekorten op den
gewonen dienst, zooals die in onze dagen
nog al eens aanbevolen wordt, met zijne
verantwoordelijkheid te dekken of zich
daarbij neer te leggen.
7. Op deze vraag kan geen antwoord wor
den gegeven. Eerst als het overleg over
den budgetairen toestand beëindigd is, zal
kunnen blijken, of het ka
binet voldoende homogeen
is om verder het bewindte
kunnen blijven voeren.
8. Uit de antwoorden op de vorige zeven
vragen gegeven blijkt afdoende, dat de be-
teekenis van de mededeelingen, die de re
geering in staat is te doen, niet zoo groot
is, dat er voor haar aanleiding bestond, zich
eigener beweging tot de Staten-Generaal te
richten en dit te eer, waar zulks bij het
heengaan van een minister, althans in de
latere jaren, nimmer geschied is.
Reuter meldt uit Moskou: Molotof, de
Russische volkscommissaris van buiten-
landsche zaken heeft gisteravond 2% uur
lang besprekingen gevoerd met den Brit-
schen- en den Franschen ambassadeur,
waarbij ook Strang, de buitengewone En-
gelsche afgezant, tegenwoordig was.
Na de besprekingen, die in het Kremlin
werden gehouden, weigerde Strang zich
over de conferentie, die de langste was se
dert het begin der onderhandelingen met
de Sovjet-Unie, uit te laten. Wel verklaar
de hij, dat de onderhandelingen werden
voortgezet en dat spoedig een nieuwe be
spreking met Molotof zou worden gehou
den. De conferentie werd ook bijgewoond
door Potemkin, den Russischen onder-mi-
nister van buitenlandsche zaken, die als
Fransch tolk fungeerde.
Niet geheel gunstig.
In een mededeeling van het Russische
Telegraafagentschap - omtrent het onder
houd tusschen Molotof eenerzjjds en den
Franschen en Britschen ambassadeur bene
vens Strang anderzijds, wordt gezegd, dat
de voornaamste punten van meeningsver-
schil besproken zijn. De teksten van de
EngelschFransche formuleeringen be
treffende de ter onderhandeling zijnde pro
blemen werden aan Molotof overhandigd.
Kringen van het volkscommissariaat van
buitenlandsche zaken waardeeren de re
sultaten yan dit eerste onderhoud en van
de bestudeering van de EngelschFransche
formuleeringen als niet geheel gun
stig.
I
1
1
i
'k
k
l
I
1
1
PER MAATSCHAPPIJ „ZEELAND"
{ien eenen dag heen, den daaropvolgenden
dag terug
III kl. treln/II kl. boot, Incl. logies fi 7.80
en ontbijt aan boord slechts/
Inlichtingen bij de Stations, Reisbureaux en Maatschappij Zeeland"te Vlisslngen
PER MAATSCHAPPIJ „ZEELAND"
eiken Donderdag in Juli en Augustus
STERK VERLAAGDE SP00RBILJETTEN
Reiskosten Vlisslngen - Londen v.v.; twee
nachten logies in goed hotel te Londen,
maaltijden, sightseeing, 9 A .50
ALLES INBEGREPEN: J
1
(Ingez. Meded.)
BRITSCH-
Havas meldt uit Berlijn: Uit over het al
gemeen welingelichte, particuliere bron
wordt vernomen, dat de Duitsche wapen
leveringen aan Turkije tot nader order zou
den zijn stopgezet.
-POOLSCHE BESPREKINGEN
TE LONDEN.
De diplomatieke medewerker van Reu
ter verneemt, dat onderhandelingen met 'n
Poolsche militaire en een economische
missie, welke zich op het oogenblik te Lon
den bevinden, in hoofdzaak op de drie vol
gende punten betrekking hebben:
1. De levering van oorlogsmateriaal uit
Engeland aan Polen, in het bijzonder zware
artillerie, alsmede vliegtuigen.
2. De levering van grondstoffen uit de
Britsche koloniën, welke Polen voor zijn
fabrieken noodig heeft.
3. De kwestie van financieele credieten,
deels ter financiering van de onder 1 en 2
genoemde leveranties deels door de eigen
economische behoeften van Polen.
De beide missies zullen haar werkzaam
heden coördineeren. De algemeene leiding
berust bij den Poolschen kolonel Koe, die
gister door Halifax en Simon is ontvangen.
De eerste vier maanden bijna
2% millioen meer ontvan
gen dan in dit tijdvak van het
vorig jaar.
Naar wij vernemen, heeft de toeneming
van de ontvangsten der spoorwegen, die de
laatste maanden viel waar te nemen, zich
gedurende April weten te handhaven.
Zoowel op het gebied van reizigers- als
van goederenvervoer doet zich deze stijging
voor, waarbij wat het personenverkeer aan
gaat in aanmerking moet worden genomen,
dat de inkomstenvermeerdering zich voor
deed ondanks het onbelemmerd rijden der
wilde bussen.
Toch zijn er wel bijzondere factoren, die
in de toeneming over April een rol hebben
gespeeld; in de eerste plaats de militaire
vervoeren, voorts de socialistische verkie
zingsdemonstratie in Den Haag en de vloot
revue te Rotterdam.
Het reizigers- en bagagevervoer steeg,
vergeleken met April 1938, met ruim twee
ton van 4.650.000 tot 4.852.000. De op
brengst van het vervoer van brief- en pak-
ketpost verminderde met 15.000, terwijl
daarentegen het goederenvervoer een aan
merkelijke toeneming toont van ruim vijf
ton van 2.917.000 tot f 3.481.000. Hierin
heeft het binnenlandsch verkeer verreweg
het grootste aandeel gehad.
Diverse ontvangsten tenslotte laten een
stijging zien van 22.431, vergeleken met
April 1938.
De totale toeneming in April 1939, verge
leken bij dezelfde maand van het vorige
jaar, bedraagt 773.476.
De totale ontvangsten van 1 Januari t.
m. ultimo April 1939 bedragen 32.578.000
tegen 30.103.000 in 1938, zoodat tot nu toe
2.475.000 meer ontvangen werd dan in de
correspondeerende vier maanden van het
vorig jaar. Dit wil echter geenszins zeggen,
dat ook de bedrijfsresultaten over deze pe
riode evenveel beter zijn dan in 1938, aan
gezien ook de exploitatie-kosten een zekere
stijging vertoonen, o.a. veroorzaakt door bij
zondere vervoeren, hierboven genoemd.
WEERBERICHT.
DE BELT: helder tot licht bewolkt, droog
warm weer, behoudens kans op onweer in
het Zuid Westen, zwakke tot matige wind
uit Z. richtingen.
UKKEL: Vrij sterke wind uit Z.W. rich
tingen, schoon weer, vrij warm, gedurende
den nacht betrokken hemel, regen met kans
op onweer.
ZA 17 Jun. Zon op: 4 h 39; onder: 21 h
22. Licht op: 21 h 52. Maan op: 4 h 50;
onder: 21 h 02. N.M.: 17 Jun.
Hoog- en Laagwater te Vlissingen:
Juni.
Hoogwater.
Vrijdag 16 1.05 13.32
Zaterdag 17 1.46 14.12
Zondag 18 2.30 14.52
Westkapelle is 28 min. en Domburg 23
min. vroeger, Veere 38 min. later. S
springtij.
Hoog- en Laagwater te Wemeldlnge:
Juni.
Hoogwater. Laagwator.
Vrijdag 16 2.51 15.23 8.33 2057
Zaterdag 17 3.39 16.11 9.13 2158
Zondag 18 4.26 16.56 9.53 22.23
Laagwater.
7.34 19.53
8.14 20.37
8.54 21.25
DOODENDAGBOEK
VAN HET VERKEER.
Capelle a. d. Ussel: 1 doode.
Gisteravond is de 63-jarige landbouwer
A. Hardijzer, uit Capelle aan den IJssel, die
per fiets den provincialen weg Rotterdam
Gouda wilde oversteken, door een vracht
auto gegrepen, en tegen den straatweg ge
worpen. De man was op slag dood.
Amsterdam: 1 doode.
Te Amsterdam is eergisteren een wiel
rijder tijdens een verkeersopstopping op
het Leidscheplein tusschen voor- en bijwa
gen van de tram terecht gekomen en ern
stig gewond in het Wilhelmina Gasthuis
is de man aan de gevolgen overleden.
op de
welke
Het D.N.B. meldt uit Berlijn:
De Führer heeft gister de „wet
Duitsche rijksbank" onderteekend,
heden met het publiceeren in de staatscou
rant in werking treedt.
In een persconferentie heeft de minister
van economische zaken en president van de
rijksbank Funk, een uiteenzetting van de
nieuwe wet gegeven, Bij deze wet wordt de
Rijksbank onmiddellijk ondergeschikt ge
maakt aan den Führer en wordt het onbe
perkt gezag van den staat over de circula
tiebank hersteld. Dit brengt mede, dat
alleen Hit Ier beslissingen
kan nemen over bijv. de
hoogte van het bedrijfs
cr e d i e t van de bank, het
bedrag van de schatkist
wissels e. d.
Voor het onderhouden van de betrekkin
gen tusschen de leidende persoonlijkheden
van het Duitsche economische leven en de
bank zal een „Beirat der Deutschen Reichs-
bank" worden opgericht.
De kapitaal-basis van de bank blijft als
tot nu toe. Slechts .Duitsche onderdanen
kunnen aandeelhouder zijn. De goudvoor
raad en de deviezenvoorraad van de bank
zullen op een dusdanige hoogte worden ge
houden, als noodig is voor de regeling van
het betalingsverkeer met het buitenland en
tot handhaving van den koers van de rijks
mark.
Het voorschrift, dat deze goud- en devie
zenvoorraad kan dienen tot dekking van de
bankbiljetten in omloop, is overeenkomstig
het door den Führer gestelde beginsel, dat
de stabiliteit van de Duitsche munt niet af
hangt van de voorraad goud en deviezen,
doch berust op het feit, dat de door de cir
culatiebank uitgegeven hoeveelheid goud
in een bepaalde verhouding wordt gehou
den met de omzet van de door Duitschen ar
beid tot stand gekomen levens- en gebruiks
goederen.
De aandeelen van de rijksbank worden
onttrokken aan de speculatie door de bepa
ling, dat zij niet meer dan vijf procent mo
gen opbrengen, de eventueele hoogere
winst komt het rijk ten goede.
De in omloop zijnde bankbiljetten moeten
gedekt zijn door wissels, chèques, schat
kistwissels, effecten en per dag op te
eischen vorderingen. Het grondkapitaal be
draagt 150 millioen mark.
In opdracht van de rijksbank doet de
Duitsche gouddiscontobank den buitenland-
J I UUHÖU1U gU UUU1ÖLUUIU UailXV UCJl ULHi-CJiiailU-
a om voor 1940 budgetair evenwicht te I schen houders van de rijksbankaandeelen
bereiken, de volle instemming van den
minister-president had. Anders zou deze
niet zelf gelijk doel nastreven
Deze vraag moet met stelligheid ont
kennend worden beantwoord. De Ossche
Zooals men zich zal herinneren, werd
enkele maanden geleden te Amsterdam
opzien gebaard door berichten, dat de so
ciaal-democratische wethouder van pu
blieke werken, De Miranda, zou hebben
geknoeid bij de uitgifte van erfpachtsgron-
den en dat het sd. raadslid Gulden ook
niet vrij uitging.
Op 11 Januari jl. werd in verband hier
mee een raadscommissie benoemd, welke
opdracht kreeg een onderzoek naar een
en ander in te stellen. De commissie
heeft thans een voorloopig rapport gepu
bliceerd, waarin de conclusies en bevin
dingen zijn opgenomen, welke zij tot dus
ver heeft vastgesteld. Later volgt dan nog
een tweede rapport.
Voor de commissie is komen vast 'te
staan, dat den wethouder
ernstige beleidsfouten
moeten worden aangere
kend en dat de wethouder in verschil
lende gevallen ernstig in verzuim is ge
bleven.
Het persoonlijk ingrijpen van den wet
houder in een aantal gevallen, zonder dat
hij, naar door hemzelf is verklaard wist,
wat er bij den dienst omging, moest
onvermijdelijk leiden tot
bevoorrechting van de
bouwers, die bij die geval
len betrokken waren
Dit was niet bevorderlijk voor den goe
den gang van zaken bij het grondbedrijf.
Het is de commissie niet
gebleken, dat overwegin
gen van corruptieven aard
den wethouder hebben ge
leid bij zijn doen enlaten
Ten aanzien van den heer Gulden is de
commissie gebleken, dat hij zijn beroep
van architect niet voldoende heeft ge
scheiden van zijn functie van lid van den
Gemeenteraad en van de commissie van
bijstand voor de publieke werken en de
volkshuisvesting.
Omtrent de gevallen, waarin de com
missie mededeelingen inzake beschulcligin
het volgende voorstel: De Duitsche goud
disconto-bank neemt de aandeelen over te
gen afgifte van een preferent aandeel zon
der stemrecht ten bedrage van twee hon-
derd mark voor elk aandeel van de rijks-
zaak ïstrjdens het financieele bank van honderd mark. Deze preferente gen tegen den heer Gulden heeft onder -
meeningsverschil zelfs met aandeelen geven een rente van vier pro- zocht, zal zij haar oordeel geven in het
geen woordter sprake geko- cent welke door de rijksbank wordt gega- gedeelte van het rapoprt, waarin die ge
men- randeerd. Bovendien wordt op deze aandee- vallen worden behandeld
5. De afgetreden minister van financiën len in eens een vergoeding van anderhalf Thans reeds wenscht zij echter het vol
heeft geen bepaalde bezuinigingen geëischt. I procent gegeven. Rente en vergoeding kun-l gende op te merken:
Dat doet ook de waarnemende minister I nen worden overgemaakt. 1 Hoewel de heer Gulden een welbekend
architectenbureau beheerde, waaruit hij
groote inkomsten trok, verkeerde hij
voortdurend in financieele moeilijkheden,
welke tenslotte In 1935 leidden tot een
surséance van betaling, welke eindigde
met een accoord van 8 pet., waartoe hij
mede door een financieel aanbod van den
heer Egeman in staat werd gesteld.
De lijst van crediteuren in de surséance
van betaliifg wijst erop, dat de heer Gul
den o.a. in zijn financieele nooden voor
zag, door op ruime schaal
geld te leenen van bou
wers en leveranciers van
bouwmaterialen. De heer
Gulden was daarmede zijn
vrijheid van handelen als
raadslid k w ij t.
Vooruitloopende op de behandeling van
de bovenbedoelde gevallen, meent de com
missie dan ook te mogen uitspreken, dat
de wijze waarop de heer Gulden in op
spraak is gekomen en de sfeer, die er om
hem is geschapen, hem voor de
uitoefening van het raad s-
lidmaatschap ongesqhikt
hebben gemaakt.
Nog een raadslid dat buiten zijn
boekje ging.
De -commissie heeft verder een onder
zoek ingesteld naar zekere handelingen
van het soc. dem. raadslid Matthijssen. Zij
is van oordeel, dat de heer Matthijssen
buitengewone bemoeiingen heeft gehad
met het verkoopen van scholen en door
hem pressie is uitgeoefend op den wet
houder voor de publieke werken, De Mi
randa, teneinde een school te verkoopen
aan den heer C. Elderenbos met uitscha
keling van andere gegadigden.
Deze handelingen moesten leiden tot
bevoordeeling en hebben geleid
tot bevoorrechting van
den heer C. Elderenbos,
waardoor het belang der gemeente niet
is gediend.
De commissie, acht deze
handelingen voor een
raadslid niet toelaatbaar
Geen corruptie bij publieke wer
ken.
Ten aanzien van den dienst der publie
ke werken wenscht de commissie er de
aandacht op te vestigen, dat zij geen en
kele aanwijzing heeft gekregen van eenige
corruptie bij dezen dienst.
De rol van Fuldauer en De
Miranda Jr.
De commissie meent tenslotte ook haar
oordeel te moeten geven over enkele door
den heer De Miranda in een communiqué
op 6 Januari jl. vermelde punten.
Zij is van oordeel:
le. Dat zij geen reden heeft, te twij
felen aan de juistheid van zijn mededee
ling, dat hem tot 6 Januari 1939 van een
justitieel onderzoek niets was gebleken.
2. a. Dat de mededeeling, dat noch
door den wethouder, noch door den dienst
van publieke werken den makelaar Ful
dauer grond is toegewezen, juist is.
b. Dat de mededeeling, dat de uitgifte
van bedoelde terreinen geschiedde op nor
male wijze tegen den normalen canon aan
de bona fide bouwers Venemans c.s. for
meel juist is, maar dat zoowel deze me
dedeeling als die vermeld onder 2a, gezien
dienen te worden in het licht van de
feiten en omstandigheden, vermeld in bij
lage 1. Hierin wordt o.m, vastgesteld, dat
de reserveering van een terrein be
stemd voor de Coöperatieve Algemeene
Joodsche Woningbouwvereeniging door
B. en W. niet op de gebruikelijke wijze
is opgeheven en het terrein niet op de
gebruikelijke wijze weder ter beschikking
van het grondbedrijf is gesteld.
Het feit, dat dit door vele bouwers be
geerde terrein werd uitgegeven door tus-
schenkomst van den makelaar Fuldauer.
die op zeer luidruchtige wijze reclame
maakte voor zijn bemiddeling en de waar
de van zijn relaties, deed in ongewoon
sterke mate bij de bouwers de meening
post -Vatten dat nieuwe wegen waren ont
sloten om erfpachtsgrond te bekomen,
wanneer men hem maar betalen wilde.
Den heer Fuldauerisvoor
zijn bemiddeling doorden
heer Venemans een som
van 3700 uitbetaald ge-
word e n,.
Door den heer Fuldauer is verder een
bedrag van 750 of van 600 aan mr.
De Miranda, zoon. van den wethouder,
betaald voor rechtskundige adviezen. Mr.
De Miranda had hiervoor geen declaratie
ingediend. Het honorarium voor de ad
viezen door hem aan den heer Fuldauer
gegeven, is op niet meer
dan 50 getaxeerd,.
3. Dat haar gebleken is, dat de mededee
ling, dat tusschen den wethouder en zijn
zoon nimmer eenige bespreking heeft
plaats gevonden omtrent uitgifte van
grond, naar de letter genomen juist is,
maar dat hierbij in acht
dient te worden genomen,
hetgeen omtrent de be
moeiingen van mr. De Mi
randa is vermeld.
4. Dat de mededeeling, dat de verhou
ding tusschen den wethouder en de hoofd
ambtenaren volkomen normaal is. ten tij
de van het uitgeven van het communiqué
juist was, gezien het feit, dat B en W.
bij schrijven van 30 December 1938 aan
de gerezen geschillen tus-
schen den wethouder en
den directeur der publie
ke werken formeel een
einde hadden gemaakt.