Raadsverkiezing Middelburg KRONIEK vaR den DAG. (Woensdag 14 Juni 1939) De Anti-Rev. verliezen een zetel aan de Staatk. Gereformeerden. BINNENLAND. (5) (4) (2) (2) (1) (0) tweede BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHt CRT.) VAN DONDERDAG 15 JUNI 1939. No. 139. P-- pp Totaal uitgebracht S.D.A.P. Anti-Rev. Christ.-Hist. Vrijz. Dem. Liberaal Roomsch-Kath. Anti-Fase. Staatsk. Geref. 9800 stemmen (1935: 9286) De zetelverdeeling luidt als volgt: zetels 2876 (2738) S.D.A.P. 5 1750 (1671) Anti-Rev. 3 1723 (1525) Christ, Hist. 3 1188 (1036) Vrijz. Dem. 2 927 (742) Liberalen 2 642 (552) Roomsch-Kath. 1 238 (179) Staatsk. Geref. 1 456 (405) 0) (In 1935 waren [bovendien nog ingediend een Communistische lijst, waarop 92 stemmen werden uitgebracht en een lijst Fin, econ. partij, welke 346 stemmen verwierf) De namen der gekozenen zijn S.D.A.P.J. Onderdijk, P. P. Paul, J. Mondeel, J. Wondergem, L. P. ,J. Sulkers. ANTI-REV.W. den Hollander, J. W. Kögeler, C. de Bruin. CHR. HIST.W. F. C. Baron van der Feltz, G. H. Luijendijk, A, Flipse. VRIJZ. DEM.Mevr. R. Weijl-Snuijf, M. H. Boasson, LIBERAALTh. Portheine, A. Jeronimus. R.-KATH.J. A. M. Lambermont STAATK.-GEREF.A. J. Schot. Het koninklijk bezoek aan de Ver, Staten. Het bezoek, dat Koning George van En geland en zijn gemalin, Koningin Elizabeth, aan de Ver. Staten hebben gebracht, is een eigenaardige manifestatie van Angel saksische „broederschap" geweest. Hoewel de Amerikanen een beetje raar met de eti quette moeten zijn omgesprogen, zullen de Koninklijke gasten een zeer gunstigen in druk van de hun bereide ontvangst heb ben overgehouden. Want al ging het hier en daar een beetje erg „democratisch", bij het lompe af, toe, de geestdrift welke het volk der Ver. Staten ten beste gaf, was echt en spontaan. Men heeft Koning George gehuldigd, alsof nimmer een andere George door zijn stijfhoofdigheid de voor malige Britsche kolonie, waaruit de Ver. Staten zijn ontstaan, naar de wapenen had doen grfj&en on den onafhankelijkheidsoor log beginnen. En mochten er nog Ameri kanen zijn, op wie het „oude veeten zijn vergeten" niet van toepassing is, dan vor men zij slechts een kleine minderheid, 't Is waar, dat een aantal senatoren en afge vaardigden niet op de officieele receptie te Washington is verschenen, maar verre weg de meesten, zoo niet allen, waren van Ierschen bloede of hadden met een sterk Iersch element onder hun kiezers rekening ,te houden. De relatie LondenDublin is, naar men weet, nog allesbehalve vriend schappelijk en de Ieren vormen een sterk bevolkingscontingent aan de overzijde van den oceaan. Hoe 't zij, de ontvangst van Koning en Koningin heeft voorzeker de banden tusschen de twee Engelschspreken- de naties nog nauwer aangehaald. Die banden zijn thans zoo nauw. omdat bij het Britsche Rijk en de Vereenigde Sta ten gelijkheid van opvattingen bestaat ten aanzien der wereldproblemen en der alge- meene politieke beginselen. Een overeen stemming van nog betrekkelijk jongen da tum, want ook na den wereldoorlog, waar in beide landen zij aan zij hadden gestre den, bleek op vele punten een diepgaand verschil van inzicht. Eerst de opkomst van de dictaturen en hun gezamenlijk streven naar een wereldbeheerschende machtsposi tie heeft de Amerikanen, voor zoover zij zich met internationale politiek bemoeien, tot de overtuiging gebracht, dat hun eigen land gevaar zou kunnen loopen, als Enge land ernstig zou worden bedreigd. En de op ruime schaal gevoerde propaganda der autoritaire staten, maar vooral zekere anti- Amerikaansche machinaties, waaraan zelfs officieele vertegenwoordigers dezer mo gendheden debet waren, hebben deze over tuiging nog versterkt. In die omstandigheden was de weg voor een hartelijke, ja geestdriftige begroeting van de koninklijke gasten gebaand. Het streelde den trots der Amerikaansche be volking, dat de Koning van het Britsche wereldrijk haar President in zijn ambts woning kwam bezoeken en daarmee de ge lijkwaardigheid van vroegere kolonie en moederland als 't ware proclameerde. Roo sevelt, na 's Konings vertrek te Westpoint het woord voerend, heeft het koninklijk bezoek geschetst als een „ridderlijke erken ning van de goede en hartelijke betrekkin gen tusschen de twee groote mogendheden". En de President voegde hieraan toe: „De beteekenis van dit bezoek ligt in het feit, dat vriendschap kan bestaan doordat beide landen zonder vrees zijn. Om dit te berei ken is kracht noodig, de kracht, welke niet alleen voortspruit uit wapenen, maar uit begrip en samenwerking die het gevolg zijn van een getrainden en gedisciplineerden geest. Deze eigenschappen: samenwerking, discipline, zelfbeheersching en zelfvertrou wen zouden, wanneer zij èn nationaal èn internationaal ontwikkeld werden, de hoop op vrede kunnen verlevendigen." Roosevelt weet natuurlijk heel goed, dat aan het door hem genoemde ideaal nog vrijwel alles hapert en dat de hooggeprezen discipline in tal van staten tot heel andere doeleinden wordt toegepast dan hij zich voor oogen stelt. Een en ander zal allicht ook bij de besprekingen, die Koning en Pre sident in hun weinig stille oogenblikken hebben gehouden, ter tafel zijn gekomen. Die besprekingen droegen geen officieel karakter, want Koning George had expres- selijk niemand zijner verantwoordelijke staatslieden meegebracht. Maar men heeft dan toch de wederzijdsche meeningen aan elkaar kunnen toetsen, terwijl naar buiten de Britsch-Amerikaansche belangengemeen schap op voor ieder duidelijke wijze is aan getoond. „Voor ieder duidelijk", die er van kennis heeft kunnen nemen. Dit voorbehoud is noodig; immers het wereldnieuws pleegt in autoritair bestuurde landen slechts moeilijk door te dringen. En zoo heeft ook in dit geval het Duitsche volk een reportage voor gezet gekregen, welke kant noch wal raak te. Op grond van de berichten in de Duit sche bladen kon men den indruk krijgen* dat het koningsbezoek aan New-York een totale mislukking is geworden en de betrek kingen tusschen Groot-Brittannië en de Ver. Staten heeft geschaad. En dan telkens maar weer in diezelfde Duitsche bladen te lezen, dat de buitenlandsche .democrati sche" pers zich zoo ongeveer permanent met volksmisleiding bezig houdt! DE NOORDOOST-POLDER. De Tweede Kamerleden Bakker en Alge- ra hebben aan de ministers van waterstaat en binnenlandsche zaken vragen gesteld over een besluit der regeering de directie van den Noordoostelijken polder te vestigen te Zwolle en den technischen dienst van dezen polder te Kampen. De provincie Overijssel, toch zal voor ver reweg het grootste deel door water van den N.O. polder blijven gescheiden. Zij zijn van oordeel dat in de provincie Friesland, die binnenkort direct, en wel met het eerst droogliggend gebied met den polder, ver bonden zal zijn en waar de landbouworga nisatie veel meer dan in Overijssel, van be teekenis zijn voor den N.O.-polder, komt hiervoor h.i. eerder in aanmerking. Ook vreezen zij, dat deze vestiging van de directie en den technischen dienst, resp. te Zwolle en te Kampen vooruitloopt op tijde lijke of definitieve indeeling bij gemeenten en provincies. In den Raad keeren niet terug de heeren J. F- Heemskerk en L. M. Helder, die bei den geen nieuwe candidatuur aanvaardden. Nieuwe gezichten zijn de heeren G. H. Luijendijk en A. J. Schot. Wij laten hier de stemmen uitgebracht op eiken candidaat afzonderlijk volgen: Lijst 1. S.D.A.P.: Onderdijk 2809; Paul 10, Mondeel 23, Wondergem 5, Sulkers 2, Bou- man 5, Berenpas nul, Geers 9, de Jonge Baas 3, Bos 1, v. d. Meer 4, Jellema 5, totaal 2876. Lijst 2. Anti. Rev.: den Hollander 1513, Kögeler 72, de Bruin 23, Rothuijzen 30, Hoek 6, Goedbloed 28, Meliefste 45, Lorier 7, v. d. Hooft 12, v. Sluijs 7, v. d. Berg 7, totaal 1750 Lijst 3. Christ. Hist.: v. d. Feltz 1623, Luijendijk 17, Flipse 27, Versluijs 10, Jonker 8, v. Sluijs 8, de Vos 10, Corstanje 4, de Jongh 2, Hoegen 13, totaal 1722. Lijst 4. Vrjjz. Dem.: mevrouw Weijl 989, Boasson 115, Schenk 49, de Blécourt 8, Ver- hage 12, Minderhout 6, Doorenbos 9, totaal 1188. Lijst 5. Liberalen: Portheine 725, Jeroni mus 87, de Veer 48, Louws 19, Everwijn 8, mevrouw van Ittersum 10, mevrouw v. d. Mijle 12, mevrouw Brevet 6, Moll 6, Smeding 6, totaal 927. Lijst 6. Roomsch Kath.: Lambermont 611, Everaard 7, Vriens 12, Scheers 12, totaal 642. Lijst 7. Anti-fascisten: den Engelsman 232, van Wijngen 2, Vogel 2, v. d. Berge 2, totaal 238. Lijst 8. Staatk. Geref.: Schot 434, Janse 15„ Jobse 4, Heijboer 3, totaal 456. DE BEREKENING VAN DEN UITSLAG. De kiesdeeler was 9800: 17 5768/i7. Bij de le verdeeling kregen: de S.D.A.P4 zetels, rest 5702/17 de Anti-Rev3 20io/i7 de Chr. Hist2 570i/i7 de Vrjjz.-Dem2 35Vi7 de Liberalen 1 3509/i7 de R. Kath1 659/n de Staatk. Geref. 0 456_ Bij de le verdeeling gingen dus 13 zetels weg. De resteerende 4 konden worden toe gewezen aan de 4 grootste resten, resp. van de S.D.A.P., de C.H., de Staatk. Geref. en de Liberalen. Het eigenaardige van den uitslag is op le gezicht, dat de Anti-Rev. ondanks een hooger stemcijfer een zetel verspelen. In 1935 kregen ze hun vierden zetel echter toegewezen op een rest van 32 stemmen; de Staatk. Geref. bleven toen 5 stemmen be neden van den toenmaligen kiesdeeler en vielen af. Thans kwamen de Staatk. Geref. met ruim 25 stemmen boven van den kiesdeeler (4326/17) uit, zoodat hun den derden restzetel moest worden toege wezen. RESULTATEN VAN DE DRIE LAA TST GEHOUDEN V ERKIE/JNGEN LEDEN VAN DEN GEMOEENT ERAAD VAN MIDDELBURG. Verkiezing 1937. Geldig uitgebracht 9020 stemmen, waar door de kiesdeeler 530io/17 was. Stemmen. Direct. Rest. Totaal. Lijst 1, Bezuinigingspartij 2 59W/I7 2 Lijst 2. S.D.A.P 2281 4 158"/I7 5 Ljjst 3. Kleine middenstand 138 Lijst 5. Roomsch Kath 523 523 1 Lijst 6. Staatk. Geref 231 Lijst 7, Christ. Hist 916 1 3857/i7 2 Ljjst 8. Antirev. Party 2011 3 4094/17 4 Lijst 9. Vrijheidsbond 576 1 45Vi7 1 Lijst 10. Vryz. Dem. 1162 2 100i4/17 2 Verkiezing 1931. Geldig uitgebracht 9104, waardoor de kiesdeeler 546*/17 was. 1 Lüst 1. Vrgz. Dem 1129 2 5716/I7 2 Lijst 2. Antirev. Party 1949 3 342" h-r 4 Lijst 3. Liberalen 630 1 948/17 1 Lost 4. Bezuinigers 701 1 1658/IT 1 Lyst 5. Roomsch Kath 634 1 988/17 1 Lijst 6. Communisten 74 Lp'st 7. Staatk. Geref 234 Lijst 8. S.D.A.P 2330 4 17616/17 5 Lijst 9. Chr. Historischen 1414 2 342i6/i7 5 Verkiezing 1935. Geldig uitgebracht 9286, waardoor de kiesdeeler 546i/i7 wa s. Lpst 1. Communisten 92 Lijst 2. Roomsch Kath 552 1 513/IT 1 Lyst 3. Christ. Hist 1525 2 432ii/i7 3 Lpst 4. Economische Partij 346 Lpst 5. Vrijz. Dem 1036 1 48913/I7 2 Lijst 6. Antirev. Party 1671 3 326/17 4 Lijst 7. Anti-fascisten 179 Lyst 8. Staatk. Geref 405 Lost 9. Liberalen 742 1 18513/17 2 Lijst 10. S.D.A.P 2738 5 614/17 5 SCHOUT BIJ NACHT C. E. L. HELFRICH COMMANDANT DER ZEEMACHT IN INDIë. De nieuw benoemde commandant der zeemacht en hoofd van het departement der marine in Nederlandsch Indië, schout bij nacht C. E. L. Helfrich, werd op 11 October 1886 te Semarang geboren. Hij ving zijn op leiding by het kon. instituut voor de ma rine te Willemsoord in 1903 aan, destijds een vierjarige opleiding, zoodat hij in 1907 benoemd werd tot adelborst eerste klasse, een rang welke gelijk staat met den tegen- woordigen rang van luitenant ter zee derde klasse. Met de Hr. Ms. „Noord-Brabant" vertrok hij naar Indië, op welk schip hij daar drie jaar diende. In 1910 keerde de hr Helfrich, die inmiddels bevorderd was tot luitenant ter zee tweede klasse naar het moederland terug en werd aangesteld bij den torpedo- dienst te Den Helder, later bij denzelfden dienst te Hellevoetsluis. In 1913 en 1914 diende hij op Hr. Ms. „Gelderland", welk schip als opleidingsschip voor adelborsten en matrozen bestemd was voor den buitenlandschen dienst. Na het uitbreken van den wereldoorlog kwam de heer Helfrich terug bij den tor- pedodienst en werd daarna aangesteld op de kannoneerboot „Thor" te Hellevoetsluis. In 1915 en 1916 vervulde hij de functie van adjudant van den commandant van Zeeland, viee-admiraal Hecking Colenbrander. In 1916 vertrok de heer Helfrich weer naar Indië, een reis, welke toen rond Kaap den Goeden Hoop moest worden afgelegd. De heer Helfrich diende daarna 3% jaar in Indië, eerst als oudste officier op de torpedobootjagers, later als commandant van den torpedodienst te Soerabaja. De laatste zes maanden werd hij tijdelijk ge plaatst op het departement van marine te Batavia, afdeeling materieel. In Indië volgde zijn benoeming tot luite nant ter zee eerste klasse. Met de Hr. Ms. „De Ruyter" voer hij weer thuis, en werd als officier bij den marinestaf geplaatst. In 1922 werd hjj leerling van de hoogere marine krijgsschool te 's Gravanhage, bij welke instelling hij van 1924 tot 1927 als leeraar fungeerde. In dat jaar werd de heer Helfrich ge plaatst als commandant bij den aanbouw van den torpedo-jager Hr. Ms. „Piet Hein", met welk vaartuig hij iri 1928 als comman dant naar Indië vertrok. Hij diende daar als jager-commandant bij het eskader der toen malige nieuwe jagers. In 1929 werd hij benoemd tot sous-chef van den marinestaf te Batavia. In 1930 volgde zijn benoeming tot kapitein-luitenant ter zee, waarna hij in de jaren 1932 en 1933 de functie van chef van den marine staf te Batavia vervulde. In 1933 keerde de heer Helfrich naar Nederland terug, waar hij benoemd werd tot lid van de commissie Idenburg. Hij werd in 1934 bevorderd tot kapittein ter zee en aangesteld als commandant van Hr. Ms. „Hertog Hendrik", welk schip als opleidingsschip voor adelborsten en matro zen voor den buitenlandschen dienst be stemd was. De heer Helfrich heeft als commandant met de Hertog Hendrik ver scheidene buitenlandsche reizen gemaakt en was o.a. commandant van het oefenings kader in de Oostzee. Midden 1935 werd hjj gedetacheerd bij den marinestaf voor speciale opdrachten en vertrok in November van dat jaar weer naar Indië, waar hij de functie vervulde van commandant van het eskader aldaar. In December 1937 keerde hij terug naar Nederland, waar hij benoemd werd tot di recteur van de hoogere marine-krijgs school, welke functie de heer Helfrich tot de benoeming tot commandant der zee macht, vervulde. Op 1 September werd de heer Helfrich bevorderd tot schout-bij-nacht. De nieuw benoemde commandant der zeemacht is officier der orde van Oranje- Nassau, en drager van het eereteeken voor belangrijke krijgsverrichtingen Kleine Soenda-eilanden 19051909. Schm-1 bij nacht Helfrich zal vermoede lijk in September van dit jaar naar Ned. Indië vertrekken. NIJPEND TEKORT AAN SCHEEPMACHINISTEN TE ROTTERDAM Het mag zeer merkwaardig genoemd worden, dat een stad als Rotterdam met haar groot aantal technische, bij de scheep vaart betrokken bedrijven, een tekort heeft aan scheepsmachinisten. Dit tekort is op het oogenblik werkelijk nijpend te noemen, hetgeen ten gevolge heeft dat door de scheepvaartmaatschappijen menigeen zon der behoorlijke opleiding wordt aangeno men. Daar deze menschen een stevige fun datie, waarop later de technische kennis verder moet worden ontplooid, missen, blij ven voor hen teleurstellingen bijna nimmer uit. Er zjjn voor het ontstaan van dit te kort verscheidene redenen aan te voeren. Een van de meest belangrijke factoren is de omstandigheid, dat de techniek van de laat ste jaren ook aan boord van het schip groo te vooruitgang gemaakt heeft. De sche pen zijn grooter en sneller geworden, zoo dat een krachtige voortstuwingsinstallatie noodig is. Bovendien hebben de schepen door de electriciteit veel aan comfort ge wonnen doch ook het gebruik van deze electriciteit veroorzaakt groote installaties. Deze installaties vragen op haar beurt een technisch en theoretisch goed geschoold en practisch goed onderlegd machinekamer- personeel. De eischen aan de kennis van dit personeel gesteld zjjn wel heel anders dan twintig jaar geleden. De tijd, dat men al leen met een goed verstand, een paar stevi ge vuisten en een sterk karakter tot de hoogste posten kon opklimmen, is voorbij. Toch is er voor de jongelui op verschillen de plaatsen in ons land gelegenheid om zich de noodige kennis te verwerven. Onvoldoen de bekendheid hiermede schijnt echter oor zaak te zjjn, dat hiervan niet voldoende ge bruik gemaakt wordt. In Rotterdam, waar nu een sterk tekort aan machinisten heerscht, bestaat reeds sedert 1893 de ge legenheid om opgei eid te worden voor de diploma's als machinist ter koopvaardij. Zccwel leerlingen, d:e de practische oplei ding van een ambachtsschool hebben gehad, als leerlingen met alleen een theoretische vooropleiding, Mulo A of B, 2, 3, of 5 jarige H.B.S., kunnen worden opgeleid. Echter is de belangstelling van den Rotterdammer voor de machinistenschool niet voldoende, hetgeen moge blijken uit de volgende cij fers. De avondschool telt ca. 50, de dag opleiding voor het eerste getuigschrift even eens 50 leerlingen, het grootste deel is af komstig van buiten Rotterdam. Van hen, die zich voor de eerste klasse van de dag school hadden aangemeld, kwamen uit Rot terdam in 1936: 13 van de 23, in 1937: 9 van de 21 en in 1938: 12 van de 30 leerlingen. Na het doorloopen van den 2-jarigen dag- cursus en na 1 jaar fabriekspraktijk te heb ben behaald (de leerlingen van den 3-jari- gen avondcursus werken overdag op een passende fabriek) kan als assitent-scheep- vaartwerlrtuigkundige worden begonnen op een gage, die normaal vjjf en zestig tot vijf cn zeventig gulden bedraagt. Door het ge ilek aan aanbod is deze gage op het oogen blik tot honderd gulden, buiten kost en in woning, opgeloopen. Vorig jaar hebben in ons land ongeveer 350 personen het voor- loopig diploma behaald. Er werden echter 200 assistent-machinisten meer gevraagd. Voor velen is er op dit gebied dus zeker nog iets behoorlijks te bereiken. DOODELIJKE VAL VAN EEN SCHILDER Gistermorgen was een 32-jarige schilder bezig werkzaamheden te verrichten aan de achterzijde van een huis aan de Stadhou derskade te Amsterdam. Om de raamko- zjjnen op de derde verdieping te schilderen, had hij tusschen twee haaks op elkaar staande ramen 'n plank gelegd. Met den eenen voet stond hjj op de vensterbank, met de andere op de plank. Vermoedelijk is op een gegeven oogen blik de plank losgeschoten, waardoor de man zijn evenwicht verloor en viel. Het slachtoffer kwam op een binnenplaatsje te recht en werd zoo ernstig gewond, dat hij vrijwel onmiddellijk overleed. De man was gehuwd en had een kind.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5