«L 1 ROOK TRIUMPH DE BESTE 1 CENT SIGARET Ier KRONIEK van den DAG. Nieuwe beweging tegen den gulden. BINNENLAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEDWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHt CRT.) VAN ZATERDDAG 10 JUNI 1939. No. 135. son. VORST COBRA Vr«es voor economische en financieele experimenten hier te lande. „Inflatie stemming" op de aandee- lenmarkt. id en Lende 17639. |ANT. ver- i za- Te- Spanje en Portugal in den politieken maalstroom. Rome heeft deze week ook zijn parade van uit Spanje teruggekeerde krijslieden ge had. In gezelschap van 3000 Spaansehe sol daten trokken de Italiaansche „vrijwilli gers" langs de Via Nazionale naar het Piaz za Venetia, waar Mussolini hen, in gezel schap van den Spaanschen minister van bin- nenlandsche zaken, Serrano Suner, op wachtte. De Duce riep „leve Spanje" toen de troepen voorbijtrokken, Serrano Suner liet een „leve Italië" hooren. Naar verluidt heerschte er bij deze para de heel wat meer echte geestdrift dan bij die te Berlijn, waar alles volgens de aan- Finantieel economisch wijzingen van den heer Goebbels was geor ganiseerd. Overigens zal het Zuidelijk tem perament der juichende menigte te Rome ten deze ook van invloer zijn geweest. De Italianen geven gemakkelijker en luider uiting aan hun gevoelens dan de Duitschers en zijn veel minder stram. In politicis was intusschen het belang rijkst (naar buiten dan) de maaltijd, welke Mussolini aan «ijn hoogen gast Serrano Suner, mitgaders een aantal militaire Spaansehe autoriteiten heeft aangeboden. Want in de tafelrede des Duces trokken een paar zinnen de algemeene opmerkzaamheid. Na uiteengezet te hebben, dat Italianen en Duitschers nooit aan Franco's volledige ze ge hebben getwijfeld, zei Mussolini: „Italië wenscht een moreel en militair machtig Spanje. Daarom zal Spanje steeds kunnen rekenen op Italië's concrete, handelende vriendschap". Serrano Suner, die veel gene genheid voor de „as" moet hebben, ging in zijn antwoord op Mussolini's toespraak nog verder. Na een uitval tegen de naties, „die zich humanitair achtten en toch zonder aarzelen de verwoestingen en slachtingen in Spanje hadden bevorderd, de Spanjaarden en Italianen hadden belasterd", beloofde hij Italië de eeuwige vriendschap van zijn land. 't Ideaal der Spanjaarden is vrede, maar een vrede in rechtvaardigheid, in sterkte niet in slavernij. De minister bad God, dat de Italiaansche en Spaanshe volken geza menlijk hun groote, gemeenschappelijke lotsbestemming mogen dienen. Het is nauwelijks twijfelachtig, wat met deze „bede" en met die lotsbestemming be doeld werd. Serrano Suner is voorstander van een innig bondgenootschap van Spanje met Italië en Duitschland. Hij zou zulk een triple alliantie tegen Engeland en Frank rijk willen sluiten, doch er moeten andere vooraanstaande Spanjaarden zijn, die daar voor veel minder voelen. Er is de laatste dagen in de Fransche pers nogal wat over deze aangelegenheid geschreven. Men schijnt zich te Parijs geen illusies over Franco's gezindheid te maken maar hoopt nog, dat Spanje's binnenland- sche toestand en geldnood hem van een avontuurlijke grootheidspolitiek zullen af houden. Aan oorlogsmateriaal ontbreekt het den caudillo niet; zoowel Duitschland als Italië lieten hem de- beschikking over artil lerie, vliegtuigen en andere strijdmiddelen, die hun hulptroepen hadden gebezigd. Chamberlain, de Britsche premier, in 't La gerhuis erover gepolst, of de Italiaansche regeering daarmee niet het z.g. April-ac- coord had geschonden, heeft ontkennend ge antwoord. Een vraag over bedreiging van Gibraltar door vroeger aan Italië behooren- de kanonnen werd met verwijzing naar Spanje's recht om op eigen grond geschut te plaatsen afgedaan. Echter, ook de Engelsche regeering zai zich voorshands niet veel illusies maken. In een Italiaansch blad werd gister, gelijk ge meld, te verstaan gegeven, dat Franco nog eenige onaangename verrassingen voor Frankrijk en Engeland in petto heeft. Al hoeft dit niet te beteekenen, dat Spanje mee zal gaan doen aan het Duitsch-Italiaansche militaire bondgenootschap, een Londen en Parijs welgezinde politiek kan men voors hands allerminst van de nieuwe Spaansehe heersehers verwachten. Een geluk voor Engeland, is het daarom, dat Portugal, dat belangrijke strategische posities in den Zuidelijken Atlantischen Door MARK CHANNING 60). Toen het Georgiaansche meisje gevon den was, als een afgeknakte lelie in een plas wijn, had de Cobra zich in het eerst noch om het lot van het kind, noch om de droefheid van Chirine bekommerd; razende woede had zich van hem meester gemaakt bij het vernemen van de tijding, dat de tij gerin, alsof ze de portée van haar moord dadig bedrijf begreep, de bergen was inge vlucht, na eerst twee paleiswachten, die hadden getracht haar tegen te houden, ter wijl ze over den tuinmuur sprong, gedood te hebben. Arme Gulbunduneen weerloos kind Diana beefde, 't Was Chirine, die de woorden mompelde. Zij liefkoosde de met henné gekleurde vingers, die rusten op haar schoot, maar ze kon geen troostwoorden vinden. Achter de toppen der boomen in een gloed van purper begon de zon te dalen; het oogenblik van scheiden was gekomen. „Jij en je sahib zijn ook weerloos, net als zij", vervolgde de Perzische ernstig, Diana aankijkend met haar donkere oogen. Deze probeerde haar wat op te beuren. „Je weet toch, dat we hen, die we heb ben liefgehad hier namaals zullen terug vinden", zei ze zacht. „Gulbundun zal je weerzien, daarvan ben ik zeker". „En ik ben er zeker van, dat wie een verdwenen geluk betreurt, bedroefd is", antwoordde Chirine bitterZe zal over al bij me zijn, daarvan ben ik overtuigd; weekoverzicht. Een tijd lang heeft het er naar uitge zien, alsof met het verdwijnen vanhet acute oorlogsgevaar de onrust op valuta- gebied eveneens tot het verleden zou gaan behooren. Men weet immers, dat de druk, waaraan de Europeesche ruilmidde len in het algemeen en de gulden meer in het bijzonder tijdens de periode van politieke spanning hebben bloot gestaan, uitsluitend het gevolg was van de over brenging van kapitaal van Europa naar de overzijde van den Oceaan uit vrees voor een oorlog of voor een nieuwe „po litieke verrassing", die dan speciaal tegen ons land gericht zou kunnen zijn. Toen deze bezorgdheid door den loop der ge beurtenissen niet gerechtvaardigd bleek te worden, kwam de „kapitaalvlucht" au tomatisch tot staan; het internationale aanbod van guldens verminderde en maak te zelfs plaats voor vraag naar het Ne- derlandsche devies, dat als zoodanig, politieke overwegingen buiten beschou wing latend, geen aanleiding tot wan trouwen gaf. En nu hebben we in de af- geloopen week, opnieuw een koersdaling van den gulden meegemaakt, die ditmaal niet kan worden verklaard door den in ternationalen politieken toestand en waar aan dus andere motieven ten grondslag moeten liggen. Dit is inderdaad het geval. De beweging tegen den gulden vindt haar oorsprong in overwegingen, die de posi tie van den gulden op zich zelf raken; Zij draagt derhalve een gevaarlijker ka rakter dan de door internationaal-politie- ke factoren veroorzaakte druk, welke slechts van tijdelijken aard pleegt te zijn. De directe oorzaak van de flauwe stem ming van den gulden vormt het aftreden van minister De Wilde en de hiermede gepaard gaande geruchten over een reorga nisatie van het Kabinet en zelfs over een regeeringscrisis. Men beschouwt het a'ls een veeg teeken voor de financieele po sitie des lands, als de beheerder van 's Lands financiën niet de verantwoordelijk heid wenscht te dragen voor uitgaven, die de meerderheid van het Kabinet wil doen Zijn heengaan' zal, naar men vreest, den invloed dergenen, die de regeering stuwen in de richting van een „wat gemakkelij ker financieele politiek" doen toenemen en het wordt geenszins uitgesloten geacht, dat diezelfde experimenten op economisch en financieel gebied, welke andere landen hoe langer hoe dieper in het moeras heb ben gebracht, binnenkort ook hier aan oceaan bezit, er den laatsten tijd meer en meer blijk van geeft, Duitschland en Italië te wantrouwen. Reeds jarenlang staat Por tugal onder Engeland's hooge bescherming. Tijdens den Spaanschen burgeroorlog zag het er een tijdlang naar uit, dat het niet meer boterde tusschen Londen en Lissabon. Op het oogenblik echter schijnt er geen vuiltje meer aan de lucht. Gedurende de laatste weken is eenige malen door Por- tugeesche staatslieden en hooggeplaatste militairen op opvallende wijze van de hech te vriendschapsbanden met Engeland ge rept. Blijkbaar is men te Lissabon tot de overtuiging gekomen, dat het ook in het huidige tijdsbestek het beste voor Portugal is, om op het Engelsche politieke kompas te zeilen. Dit is van groot belang voor Groot-Brittannië. Portugal moge op zichzelf geen belangrijke mogendheid zijn, het heeft bezittingen (de Canarische en Kaapverdi- sche eilanden etc.) welke het tot een be geerd bondgenoot maken. en zelfs, wanneer mijn oogen haar niet meer zullen zoeken en mijn ooren haar stem niet langer beluisteren, dan zal me toch immer het tafreel voor oogen staan, dat ik in de kamer van mijn Heer gezien heb". „Ik zou willen Chirine, dat ik bij je blij ven kon, om je te troosten", fluisterde Diana een arm om het jonge vrouwtje heen slaand. Ze had medelijden met de Perzische in haar droefheid, en ze vergat een oogenblik hoezeer ze zelf hulp' behoefde. Toen Colin Gray haar op den dag van dat gedenkwaardig, door den Cobra voorbe reid, onderhoud verteld had, dat haar va der vermoord was, had ze het in 't eerst niet kunnen aannemen, en hieraan alleen was 't te danken geweest, dat ze op de been was gebleven. En nu werd de man, dien het lot haar gezonden had, om een geliefd we zen te vervangen, door dienzelfden Cobra met den dood bedreigd. Wat zou het einde zijn van dit alles? „Soms vraag ik mezelf ook af, waarom God dergelijke dingen toelaat". Ze sprak half voor zich zelf, half voor Chirine. 1 De Perzische keek op. Ze onderging den geheimzinnigen, wonderbaren invloed van sympathie. „Allah weet alles het best! Wanneer je in je eigen land in veiligheid zult zijn, Diana, schrijf je me dan eens? Een kara vaan, die langs komt, bezorgt me wel den brief". „Misschien kom jij nog eens bij ons", ant woordde Diana, die trachtte het gevoel van doodsangst, dat haar evenals dien nacht van haar ontvoering overrompelde, van zich af te zetten. de orde worden gesteld. Gelukkig is het nog niet zoo ver en men mag zelfs hopen, dat onder de beproefde leiding van on zen Minister-President de gevaren, die 's Lands financiën en daarmede ons ruilmid delbedreigen, tijdig gekeerd zullen worden. Het jaarverslag van den president van de Nederlandsche Bank, waarin deze nog maals krachtig stelling neemt tegen de economische, financieele en monetaire regeeringsmaatregelèn, die thans in de meeste landen als „de hoogste wisheid" gelden, had niet op een geschikter oogen blik gepubliceerd kunnen worden. ZStfn klemmend betoog zal hopelijk velen er toe brengen, zich rekenschap te geven van de positie, waarin ook ons land is komen te verkeeren, doordien men ook hier reeds in sterke mate is afgeweken van de grond slagen eener gezonde financieele en eco nomische politiek. De beweging tegen den gulden heeft zich voornamelijk tot de wisselmarkt zelf beperkt en heeft niet tot belangrijke ver dere kapitaal-onttrekkingen aan ons land geleid. Ook de geldmarkt heeft er wei nig invloed van ondervonden; alleen het particuliere disconto is een kleinigheid op- geloopen, maar het beweegt zich nog op het abnormaal lage niveau van ca. In het jaarverslag der Ned. Bank heeft mr. Trip de mogelijkheid onder de oogen gezien, dat de interne situatie afge scheiden van het wegtrekken van het vreemde geld, aanleiding zou geven tot een verkrapping van de geldmarkt. Mocht dit inderdaad geschieden dan zullen daar uit z.i. de consequenties voor de* ontwik keling van den rentevoet getrokken moe ten worden, al zal het aanbeveling ver dienen, een zekere geleidelijkheid bij de ontwikkeling te bevorderen. Een streven, om door kunstmatig ingrijpen den abnor maal langen rentestand van den laatsten tijd te handhaven, moet als ongezond wor den verworpen en is op den duur tot mis lukking gedoemd. Hiermede verklaart mr. Trip zich dus een tegenstander van de „politiek van goedkoop geld", die in ver schillende andere landen Engeland, Frankrijk, wordt aangeprezen en toe gepast, als middel tot stimuleering van de conjunctuur entot goedkoope finan ciering van de geweldige staatsuitgaven. Meer dan het wantrouwen tegen den gulden is het vermoedelijk de vrees voor stijging der geld- en kapitaalrente, wel ke tot een verdere inkrimping van zaken op de binnenlandsche obligatie- en pand- briefmarkt heeft geleid. Van de 2)'jde van het publiek worden slechts weinig or ders geplaatst en aanvankelijk over- heerschte het aanbod, hoewel de Rijksfond sen en de groote instellingen, die voort durend behoefte aan beleggingsmateriaal hebben, a'ls gegadigden bleven optreden Per saldo trad dientengevolge een lichte koersverbetering in. Voor tie nieuwe Fransche staatsleening, waarop de inschrij ving deze week openstond, was de be langstelling maar matig. De omstandigheid dat de obligatiën in drie valuta's luiden: guldens, Zwitsersche francs en Amerikaan- sche dollars, tezamen met de clausules in het leenings-contract, welke beoogen, het politieke en transfer risico voor houders zooveel mogelijk te beperken, werden blijkbaar geen voldoerde compensatie geacht voor het betrekkelijk lage rende ment van 4% op deze 3% zesjarige leening, die a 97% werd aangeboden In het buitenland wordt het crediet van den Fransehen staat nog altijd minder hoog aangeslagen dan in Frankrijk ielf en men mag dan ook aannemen, dat het grootste deel der hier uitgegeven tran che in Fransche handen komt. Op de aandeelenmarkt heerschte in de eerste dagen der week nog een soort van „inflatie-stemming". Nadat de koersen wa ren opgeloopen, kromp de handel echter aanmerkelijk in. Toen de gulden een her stel aantoonde en tegelijkertijd de poli tieke situatie wat minder gunstig beoor deeld werd, kreeg een flauwe tendenz de overhand. De suikerafdeeling ondervond nog slechts tijdelijk den gunstigen invloed van de vas te stemming op de suikermarkt; later sloot zij zich bij de algemeen zwakkere houding der beurs aan. Het dezer dagen gepubli ceerde jaarverslag van de Handelsver. „Amsterdam" was ongeveer in overeen stemming met de verwachtingen, die niet al te hoog gespannen waren, in verband met de aanzienlijke prijsdaling van ver schillende producten, waarbij deze maat schappij betrokken is. Inderdaad heeft de winst op „diverse cultuurondernemingen" slechts 7,10 millioen bedragen tegen 15,25 millioen vorig jaar. Ook de winst op de suikerondernemingen is gedaald, en wel van 2,36 tot 1,45 millioen. Even als het vorige jaar Wordt een reserve voor het nieuwe boekjaar gevormd van 5 millioen, terwijl de „reserve voor be- drijfsuitbreiding" ad 2,3 millioen, waaruit de kapitaalsuitgaven der diverse cultuurondernemingen van 1,9 millioen gedekt waren, uit de winst wordt aan gevuld tot 2,7 millioen. Het dividend bedraagt 17 tegen 25 over 1937. Een koersstijging van aandeelen Ver. Vor stenlanden ging gepaard met geruchten over een op handen zijnde emissie, die het noodig zou maken, dat de aandeelen den parikoers bereiken. In den tabakshoek was de stemming over het geheel gedrukt en de noteeringen lie pen vrij scherp terug. De vooruitzichten voor het loopende boekjaar zijn dan ook bi trage, die in de vastere stemming van den gulden aanleiding vonden, mate riaal af te geven. In de industrieele afdeeling deden zich geen bijzondere factoren gelden. Hieronder volgt het overzicht van het koersverloop: 3%3 Nederland 96%96%96% Koloniale Bank 168%—174—173% Ned. Handel Mij. 130%—133% H.V. „Amsterdam" 433%440429 Javasche Cult. 206209208 Deli Batavia 156146% Deli Mij. 214—220—206—207 Senembah 179%—182—179 A'dam Rubber 195%199%193% Serbadjadi 89%91%90 Ned. Scheepv. U. 119—122%—118% Kon. Petroleum 316%321313% Unilever 136%140%135% Philips' 201—208—196 Bethlehem Steel 43%44%43% U. S. Steel 36%—38—37% niet bijster gunstig, nu de inschrijvingen voor Sumatra-tabak aanmerkelijk lagere prijzen dan het vorige jaar hebben opge leverd. Na afloop van de vierde inschrij ving waren in totaal 69,065 pakken ver kocht tot een gemiddelden prijs van 130 cent per kg, terwijl 76,932 pakken van dezelfde merken het vorige jaar 151 ceni dooreen bedongen. Alle maatschappijen boekten tot dusverre een lageren door- snêeprijs, maar bijzonder slecht is de Senem bah Mij. er aan toe, met een gemiddelde opbrengst van 108 tegen 140 cent. Reeds thans moet worden aangenomen, dat er van eenige winst op dezen oogst voor de Senembah wel geen sprake zal zijn. De Deli Mij. maakte een gemiddelden prijs van 164 cent, tegen 173 cent voor dezelfde merken vorig jaar, de Deli Batavia 101 tegen 125 vent. Voor rubberaandeelen waren de koers fluctuaties tamelijk beperkt, '"maar de stemming was ook hier in de tweede helft der week weinig opgewekt. Aandeelen Koninklijke Petroleum trok ken aanvankelijk groote belangstelling, dank zij gunstige berichten betreffende de ontwikkeling der Amerikaanscne petrole- ummarkt. De groothandelsprijzen voor petroleum zijn er voor de vijfde keer bin nen drie maanden tijds verhoogd en men neemt aan, dat de petroleuminldustrie thans in staat is, weer met eenige winst te werken. Voor het tweede kwartaal zul len de winsten vermoedelijk nog wel aan merkelijk lager zijn dan voor dezelfde periode van 1938, maar voor de tweede helft van het jaar zullen de resultaten, naar men verwacht, beter uitvallen. De koersstijging voor Koninklijke! kon al; evenmin gehandhaafd blijven als voor de meeste andere fondsen; het aanbod in dit fonds was echter voornamelijk, afkom stig van de Parijsche en Londensche ar- DE VERVANGING VAN DIENST PLICHTIGEN. Vragen van den heer Van Vessem. Het lid der Eerste Kamer, Van Vessem (n.s.b.) heeft aan den minister van defen sie de volgende vragen gesteld: Is de minister bereid uiteen te zetten in hoeverre de vervanging van werkende dienstplichtigen door tot deze vervanging gedwongen werkloozen in overeenstemming is met letter en geest van de dienstplicht wet, speciaal met letter en geest van art. 34 dier wet? Is de minister niet van meening, dat het opdragen van de verdediging der grenzen in de eerste plaats aa» werkloozen in zoo verre een discriminatie van deze taak be- teekent, als daardoor wordt te kennen ge geven, dat elke andere arbeid boven deze militaire taak voorrang heeft? Is de minister voorts niet van meening, dat de hierboven bedoelde regeling, waar door de verdediging der landsgrenzen in de (Ingez. Med.) eerste plaats wordt opgedragen aan de min der bedeelden, geen juiste verdeeling der in het algemeen belang te dragen lasten beteekent, en gelijkenis vertoont met het vroegere remplacantenstelsel Is de minister bereid een regeling te ont werpen, die, zonder de bovenaangeduide be zwaren mede te brengen, aan de ernstige moeilijkheden voor de werkende dienst plichtigen tegemoetkomt, welke regeling zou moeten omvatten o.a. wettelijke waar borgen voor het behouden hunner betrek king en maatregelen tot instandhouding van hun bedrijf? GEEN TEKORT AAN HITSBRANDKOLEN Op de vragen van het Tweede Kamerlid Wijnkoop (communist) in verband met den te verwachten achterstand in den aanvoer van huisbrandkolen heeft de minister van economische zaken als volgt geantwoord: Het is den minister niet gebleken, dat de handel voor het nieuwe kolen-jaar (1 April 1939 tot 1 April 1940) bij de Limburgsche steenkolen-mijnen in het algemeen belang rijk kleinere hoeveelheden zou kunnen be trekken dan in het vorige kolenjaar. Wel bestaan er moeilijkheden ten aanzien van de levering van enkele soorten huisbrand- kolen, omdat de vraag naar deze soorten in den laatsten tijd sterk is toegenomen, doch de levering van huisbrand" als geheel geno men heeft, naar den minister is gebleken, tot nog toe een normaal verloop. Hierbij dient in aanmerking te worden genomen, dat de vraag naar deze brandstof bij het TiHI§@ doetje qoed! (Ingez. Med.) Innerlijke goedheid brengt een in- nemenden glimlach, een vriendelijk gelaat en meevoelende woorden voort. „Misschien", antwoordde de Perzische. Bij het hooren van de regelmatige voet stappen van een patrouille, die in den tuin de ronde deed, herkreeg Chirine haar geestkracht. Het was tijd voor Diana om zich klaar te maken. „Kom Diana", zei ze beslist. „Trek dat bergbewonerspak aan, dat ik voor je neer gelegd heb. Je bent toch niet bang? Ze had haar niet verteld, dat Gray ver oordeeld was, om bij het opgaan van de zon te sterven. Dit zou volgens haar idee onnoodig wreed en gevaarlijk geweest zijn. Diana schudde ontkennend haar hoofd. Voor zich zelf had ze geen angst, maar ze vreesde alleen, dat iets tusschenbeide zou komen, waardoor ze verhinderd werd hulp voor Colin Gray te halen. Elke seconde uit stel was een marteling. „Allah verhoede, dat Firoz belet zou wor den te komen!" zei ze bezorgd. Het gezicht van Chirine betrok. Als dat gebeurde! „Ik heb het kruidenvrouwtje gesproken, Diana", zei !ze fluisterend. Firoz Khan heeft zijn kameelen vastgezet vlak bij een bron, niet ver van het poortje. Hij is daar den afgeloopen nacht ook geweest. Tot dusver maakt je sahib het goed, en zijn cipier is gunstig gestemdVrees niets! Trek nu je bergbewonerspak aan". En opstaande wendde Chirine zich naar den stapel zijde kussens, waarop een boek met Perzische sprookjes opengeslagen was blij ven liggen; zij ging zitten en weer staarden haar zwarte oogen in den tuin, zonder iets te zien Een kwartier later kwam een jonge, slanke bergbewoner binnen, 't Was Diana. „Ik ben klaar, Chirine". Even trilde de diepe stem. „Bij Allah, je bent een knap jongmensch!" riep Chirine bewonderend uit. Voor haar staande legde ze haar beide kleine handen op de schouders van het Engelsche meisje. „Ik zal de vrouw roepen, die je den weg naar de grot zal wijzen, waar je je ver bergen kunt", zei ze, zich afwendend. Een dikke negerin vertoonde zich op den drempel. „Heb je de patrouilles gewaarschuwd niet bij de fontein bij het poortje te komen, omdat ik er ga baden?" vroeg haar mees teres. „Ja", antwoordde de Nubische, met ang stig rollende oogen. „Ik heb het bevel over gebracht". Zwijgend overhandigde zij een sleutel. „Diana, 't is tijd. Doe deze bourka om - een soort domino, in het Oosten door ge sluierde vrouwen gedragen uit vrees, dat iemand je in den tuin in manskieeren zou zien. Wanneer je deze vrouw hoort roepen: „Dilkoosh!", loop dan zoo hard je kunt naar het poortje tegenover de grot. Beide jonge vrouwen omhelsden elkaar. Een oogenblik later was het groote vertrek verlaten. Chirine was gaan zorgen voor de voorbereidselen van de nautch, die ze tij dens de vlucht van Diana voor Alam Khan wilde laten dansen. Eenmaal in de grot trachtte Diana haar zenuwen, die tot barstten toe gespannen waren, de baas te blijven. Haar liefde en een gebed kwamen haar te hulp. Opeens onderscheidde ze vlak bij haar in het kille schemerdonker een zittende ge daante, in het wit gekleed, 't Was de Sadhu van de Swastika. Elk oogenblik werd hij duidelijker zichtbaar. „Heb ik dien nacht op den pas van 'den Maha Gunj niet gezegd, dat ge vrienden had? En had ik geen gelijk?" vroeg hij fluisterend, met zijn verre stem, die klonk als klokgelui. „Ja", antwoordde Diana, die opnieuw moed putte uit de reine verschijning. „Maar waarom is u hier gekomen?'. „Om u aan te sporen moedig te blijven bij de beproevingen, die u wachten". Diana had nooit van de Yoga of van zijn geheimen gehoord. Ze was nog nieuwsgieri ger dan Colin Gray den eersten keer, toen de Sadhu hem verschenen was. Waarom, zoo yroeg hij zich af, stelde dit geheimzin nig wezen belang in haar en openbaarde hij zich in de critieke oogenblikken van het ongelooflijke avontuur, dat bij beleefde? Oogenschijnlijk was zijn eenige bedoeling haar troost en opbeuring te geven. Tot dusver had haar geest voor realisme geen bovennatuurlijk karakter aan de verschij ning toegeschreven: ze had aan een hallu cinatie geloofd, tengevolge van haar over spanning; maar nu deden plaats, omstan digheden en het onstoffelijk voorkomen van de witte gedaante haar denken aan de woorden van haar vader, die beweerde, dat Indië veel meer van het zoogenaamde bo vennatuurlijke doordrongen was, dan eenig land van de wereld. De Hindoes waren in dezen gedachtenkring dichter bij de waar heid dan wij Westerlingen (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5