«L
1
ROOK
TRIUMPH
DE BESTE
1 CENT
SIGARET
Ier
KRONIEK van den DAG.
Nieuwe beweging
tegen den gulden.
BINNENLAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEDWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHt CRT.) VAN ZATERDDAG 10 JUNI 1939. No. 135.
son.
VORST COBRA
Vr«es voor economische en
financieele experimenten
hier te lande. „Inflatie
stemming" op de aandee-
lenmarkt.
id en
Lende
17639.
|ANT.
ver-
i za-
Te-
Spanje en Portugal in den
politieken maalstroom.
Rome heeft deze week ook zijn parade
van uit Spanje teruggekeerde krijslieden ge
had. In gezelschap van 3000 Spaansehe sol
daten trokken de Italiaansche „vrijwilli
gers" langs de Via Nazionale naar het Piaz
za Venetia, waar Mussolini hen, in gezel
schap van den Spaanschen minister van bin-
nenlandsche zaken, Serrano Suner, op
wachtte. De Duce riep „leve Spanje" toen
de troepen voorbijtrokken, Serrano Suner
liet een „leve Italië" hooren.
Naar verluidt heerschte er bij deze para
de heel wat meer echte geestdrift dan bij
die te Berlijn, waar alles volgens de aan-
Finantieel economisch
wijzingen van den heer Goebbels was geor
ganiseerd. Overigens zal het Zuidelijk tem
perament der juichende menigte te Rome
ten deze ook van invloer zijn geweest. De
Italianen geven gemakkelijker en luider
uiting aan hun gevoelens dan de Duitschers
en zijn veel minder stram.
In politicis was intusschen het belang
rijkst (naar buiten dan) de maaltijd, welke
Mussolini aan «ijn hoogen gast Serrano
Suner, mitgaders een aantal militaire
Spaansehe autoriteiten heeft aangeboden.
Want in de tafelrede des Duces trokken een
paar zinnen de algemeene opmerkzaamheid.
Na uiteengezet te hebben, dat Italianen en
Duitschers nooit aan Franco's volledige ze
ge hebben getwijfeld, zei Mussolini: „Italië
wenscht een moreel en militair machtig
Spanje. Daarom zal Spanje steeds kunnen
rekenen op Italië's concrete, handelende
vriendschap". Serrano Suner, die veel gene
genheid voor de „as" moet hebben, ging in
zijn antwoord op Mussolini's toespraak nog
verder. Na een uitval tegen de naties, „die
zich humanitair achtten en toch zonder
aarzelen de verwoestingen en slachtingen in
Spanje hadden bevorderd, de Spanjaarden
en Italianen hadden belasterd", beloofde hij
Italië de eeuwige vriendschap van zijn land.
't Ideaal der Spanjaarden is vrede, maar
een vrede in rechtvaardigheid, in sterkte
niet in slavernij. De minister bad God, dat
de Italiaansche en Spaanshe volken geza
menlijk hun groote, gemeenschappelijke
lotsbestemming mogen dienen.
Het is nauwelijks twijfelachtig, wat met
deze „bede" en met die lotsbestemming be
doeld werd. Serrano Suner is voorstander
van een innig bondgenootschap van Spanje
met Italië en Duitschland. Hij zou zulk een
triple alliantie tegen Engeland en Frank
rijk willen sluiten, doch er moeten andere
vooraanstaande Spanjaarden zijn, die daar
voor veel minder voelen.
Er is de laatste dagen in de Fransche
pers nogal wat over deze aangelegenheid
geschreven. Men schijnt zich te Parijs geen
illusies over Franco's gezindheid te maken
maar hoopt nog, dat Spanje's binnenland-
sche toestand en geldnood hem van een
avontuurlijke grootheidspolitiek zullen af
houden. Aan oorlogsmateriaal ontbreekt het
den caudillo niet; zoowel Duitschland als
Italië lieten hem de- beschikking over artil
lerie, vliegtuigen en andere strijdmiddelen,
die hun hulptroepen hadden gebezigd.
Chamberlain, de Britsche premier, in 't La
gerhuis erover gepolst, of de Italiaansche
regeering daarmee niet het z.g. April-ac-
coord had geschonden, heeft ontkennend ge
antwoord. Een vraag over bedreiging van
Gibraltar door vroeger aan Italië behooren-
de kanonnen werd met verwijzing naar
Spanje's recht om op eigen grond geschut te
plaatsen afgedaan.
Echter, ook de Engelsche regeering zai
zich voorshands niet veel illusies maken. In
een Italiaansch blad werd gister, gelijk ge
meld, te verstaan gegeven, dat Franco nog
eenige onaangename verrassingen voor
Frankrijk en Engeland in petto heeft. Al
hoeft dit niet te beteekenen, dat Spanje mee
zal gaan doen aan het Duitsch-Italiaansche
militaire bondgenootschap, een Londen en
Parijs welgezinde politiek kan men voors
hands allerminst van de nieuwe Spaansehe
heersehers verwachten.
Een geluk voor Engeland, is het daarom,
dat Portugal, dat belangrijke strategische
posities in den Zuidelijken Atlantischen
Door MARK CHANNING
60).
Toen het Georgiaansche meisje gevon
den was, als een afgeknakte lelie in een
plas wijn, had de Cobra zich in het eerst
noch om het lot van het kind, noch om de
droefheid van Chirine bekommerd; razende
woede had zich van hem meester gemaakt
bij het vernemen van de tijding, dat de tij
gerin, alsof ze de portée van haar moord
dadig bedrijf begreep, de bergen was inge
vlucht, na eerst twee paleiswachten, die
hadden getracht haar tegen te houden, ter
wijl ze over den tuinmuur sprong, gedood
te hebben.
Arme Gulbunduneen weerloos
kind
Diana beefde, 't Was Chirine, die de
woorden mompelde.
Zij liefkoosde de met henné gekleurde
vingers, die rusten op haar schoot, maar
ze kon geen troostwoorden vinden. Achter
de toppen der boomen in een gloed van
purper begon de zon te dalen; het oogenblik
van scheiden was gekomen.
„Jij en je sahib zijn ook weerloos, net
als zij", vervolgde de Perzische ernstig,
Diana aankijkend met haar donkere oogen.
Deze probeerde haar wat op te beuren.
„Je weet toch, dat we hen, die we heb
ben liefgehad hier namaals zullen terug
vinden", zei ze zacht. „Gulbundun zal je
weerzien, daarvan ben ik zeker".
„En ik ben er zeker van, dat wie een
verdwenen geluk betreurt, bedroefd is",
antwoordde Chirine bitterZe zal over
al bij me zijn, daarvan ben ik overtuigd;
weekoverzicht.
Een tijd lang heeft het er naar uitge
zien, alsof met het verdwijnen vanhet
acute oorlogsgevaar de onrust op valuta-
gebied eveneens tot het verleden zou
gaan behooren. Men weet immers, dat de
druk, waaraan de Europeesche ruilmidde
len in het algemeen en de gulden meer
in het bijzonder tijdens de periode van
politieke spanning hebben bloot gestaan,
uitsluitend het gevolg was van de over
brenging van kapitaal van Europa naar
de overzijde van den Oceaan uit vrees
voor een oorlog of voor een nieuwe „po
litieke verrassing", die dan speciaal tegen
ons land gericht zou kunnen zijn. Toen
deze bezorgdheid door den loop der ge
beurtenissen niet gerechtvaardigd bleek
te worden, kwam de „kapitaalvlucht" au
tomatisch tot staan; het internationale
aanbod van guldens verminderde en maak
te zelfs plaats voor vraag naar het Ne-
derlandsche devies, dat als zoodanig,
politieke overwegingen buiten beschou
wing latend, geen aanleiding tot wan
trouwen gaf. En nu hebben we in de af-
geloopen week, opnieuw een koersdaling
van den gulden meegemaakt, die ditmaal
niet kan worden verklaard door den in
ternationalen politieken toestand en waar
aan dus andere motieven ten grondslag
moeten liggen. Dit is inderdaad het geval.
De beweging tegen den gulden vindt haar
oorsprong in overwegingen, die de posi
tie van den gulden op zich zelf raken;
Zij draagt derhalve een gevaarlijker ka
rakter dan de door internationaal-politie-
ke factoren veroorzaakte druk, welke
slechts van tijdelijken aard pleegt te zijn.
De directe oorzaak van de flauwe stem
ming van den gulden vormt het aftreden
van minister De Wilde en de hiermede
gepaard gaande geruchten over een reorga
nisatie van het Kabinet en zelfs over een
regeeringscrisis. Men beschouwt het a'ls
een veeg teeken voor de financieele po
sitie des lands, als de beheerder van 's
Lands financiën niet de verantwoordelijk
heid wenscht te dragen voor uitgaven, die
de meerderheid van het Kabinet wil doen
Zijn heengaan' zal, naar men vreest, den
invloed dergenen, die de regeering stuwen
in de richting van een „wat gemakkelij
ker financieele politiek" doen toenemen
en het wordt geenszins uitgesloten geacht,
dat diezelfde experimenten op economisch
en financieel gebied, welke andere landen
hoe langer hoe dieper in het moeras heb
ben gebracht, binnenkort ook hier aan
oceaan bezit, er den laatsten tijd meer en
meer blijk van geeft, Duitschland en Italië
te wantrouwen. Reeds jarenlang staat Por
tugal onder Engeland's hooge bescherming.
Tijdens den Spaanschen burgeroorlog zag
het er een tijdlang naar uit, dat het niet
meer boterde tusschen Londen en Lissabon.
Op het oogenblik echter schijnt er geen
vuiltje meer aan de lucht. Gedurende de
laatste weken is eenige malen door Por-
tugeesche staatslieden en hooggeplaatste
militairen op opvallende wijze van de hech
te vriendschapsbanden met Engeland ge
rept. Blijkbaar is men te Lissabon tot de
overtuiging gekomen, dat het ook in het
huidige tijdsbestek het beste voor Portugal
is, om op het Engelsche politieke kompas
te zeilen. Dit is van groot belang voor
Groot-Brittannië. Portugal moge op zichzelf
geen belangrijke mogendheid zijn, het heeft
bezittingen (de Canarische en Kaapverdi-
sche eilanden etc.) welke het tot een be
geerd bondgenoot maken.
en zelfs, wanneer mijn oogen haar niet
meer zullen zoeken en mijn ooren haar
stem niet langer beluisteren, dan zal me
toch immer het tafreel voor oogen staan,
dat ik in de kamer van mijn Heer gezien
heb".
„Ik zou willen Chirine, dat ik bij je blij
ven kon, om je te troosten", fluisterde
Diana een arm om het jonge vrouwtje heen
slaand.
Ze had medelijden met de Perzische in
haar droefheid, en ze vergat een oogenblik
hoezeer ze zelf hulp' behoefde.
Toen Colin Gray haar op den dag van
dat gedenkwaardig, door den Cobra voorbe
reid, onderhoud verteld had, dat haar va
der vermoord was, had ze het in 't eerst
niet kunnen aannemen, en hieraan alleen
was 't te danken geweest, dat ze op de been
was gebleven. En nu werd de man, dien het
lot haar gezonden had, om een geliefd we
zen te vervangen, door dienzelfden Cobra
met den dood bedreigd.
Wat zou het einde zijn van dit alles?
„Soms vraag ik mezelf ook af, waarom
God dergelijke dingen toelaat". Ze sprak
half voor zich zelf, half voor Chirine. 1
De Perzische keek op. Ze onderging den
geheimzinnigen, wonderbaren invloed van
sympathie.
„Allah weet alles het best! Wanneer
je in je eigen land in veiligheid zult zijn,
Diana, schrijf je me dan eens? Een kara
vaan, die langs komt, bezorgt me wel den
brief".
„Misschien kom jij nog eens bij ons", ant
woordde Diana, die trachtte het gevoel van
doodsangst, dat haar evenals dien nacht van
haar ontvoering overrompelde, van zich af
te zetten.
de orde worden gesteld. Gelukkig is het
nog niet zoo ver en men mag zelfs hopen,
dat onder de beproefde leiding van on
zen Minister-President de gevaren, die 's
Lands financiën en daarmede ons ruilmid
delbedreigen, tijdig gekeerd zullen worden.
Het jaarverslag van den president van de
Nederlandsche Bank, waarin deze nog
maals krachtig stelling neemt tegen de
economische, financieele en monetaire
regeeringsmaatregelèn, die thans in de
meeste landen als „de hoogste wisheid"
gelden, had niet op een geschikter oogen
blik gepubliceerd kunnen worden. ZStfn
klemmend betoog zal hopelijk velen er toe
brengen, zich rekenschap te geven van de
positie, waarin ook ons land is komen te
verkeeren, doordien men ook hier reeds
in sterke mate is afgeweken van de grond
slagen eener gezonde financieele en eco
nomische politiek.
De beweging tegen den gulden heeft
zich voornamelijk tot de wisselmarkt zelf
beperkt en heeft niet tot belangrijke ver
dere kapitaal-onttrekkingen aan ons land
geleid. Ook de geldmarkt heeft er wei
nig invloed van ondervonden; alleen het
particuliere disconto is een kleinigheid op-
geloopen, maar het beweegt zich nog op
het abnormaal lage niveau van ca.
In het jaarverslag der Ned. Bank heeft
mr. Trip de mogelijkheid onder de oogen
gezien, dat de interne situatie afge
scheiden van het wegtrekken van het
vreemde geld, aanleiding zou geven tot
een verkrapping van de geldmarkt. Mocht
dit inderdaad geschieden dan zullen daar
uit z.i. de consequenties voor de* ontwik
keling van den rentevoet getrokken moe
ten worden, al zal het aanbeveling ver
dienen, een zekere geleidelijkheid bij de
ontwikkeling te bevorderen. Een streven,
om door kunstmatig ingrijpen den abnor
maal langen rentestand van den laatsten
tijd te handhaven, moet als ongezond wor
den verworpen en is op den duur tot mis
lukking gedoemd. Hiermede verklaart mr.
Trip zich dus een tegenstander van de
„politiek van goedkoop geld", die in ver
schillende andere landen Engeland,
Frankrijk, wordt aangeprezen en toe
gepast, als middel tot stimuleering van de
conjunctuur entot goedkoope finan
ciering van de geweldige staatsuitgaven.
Meer dan het wantrouwen tegen den
gulden is het vermoedelijk de vrees voor
stijging der geld- en kapitaalrente, wel
ke tot een verdere inkrimping van zaken
op de binnenlandsche obligatie- en pand-
briefmarkt heeft geleid. Van de 2)'jde
van het publiek worden slechts weinig or
ders geplaatst en aanvankelijk over-
heerschte het aanbod, hoewel de Rijksfond
sen en de groote instellingen, die voort
durend behoefte aan beleggingsmateriaal
hebben, a'ls gegadigden bleven optreden
Per saldo trad dientengevolge een lichte
koersverbetering in. Voor tie nieuwe
Fransche staatsleening, waarop de inschrij
ving deze week openstond, was de be
langstelling maar matig. De omstandigheid
dat de obligatiën in drie valuta's luiden:
guldens, Zwitsersche francs en Amerikaan-
sche dollars, tezamen met de clausules in
het leenings-contract, welke beoogen, het
politieke en transfer risico voor houders
zooveel mogelijk te beperken, werden
blijkbaar geen voldoerde compensatie
geacht voor het betrekkelijk lage rende
ment van 4% op deze 3% zesjarige
leening, die a 97% werd aangeboden
In het buitenland wordt het crediet van
den Fransehen staat nog altijd minder
hoog aangeslagen dan in Frankrijk ielf
en men mag dan ook aannemen, dat het
grootste deel der hier uitgegeven tran
che in Fransche handen komt.
Op de aandeelenmarkt heerschte in de
eerste dagen der week nog een soort van
„inflatie-stemming". Nadat de koersen wa
ren opgeloopen, kromp de handel echter
aanmerkelijk in. Toen de gulden een her
stel aantoonde en tegelijkertijd de poli
tieke situatie wat minder gunstig beoor
deeld werd, kreeg een flauwe tendenz de
overhand.
De suikerafdeeling ondervond nog slechts
tijdelijk den gunstigen invloed van de vas
te stemming op de suikermarkt; later sloot
zij zich bij de algemeen zwakkere houding
der beurs aan. Het dezer dagen gepubli
ceerde jaarverslag van de Handelsver.
„Amsterdam" was ongeveer in overeen
stemming met de verwachtingen, die niet
al te hoog gespannen waren, in verband
met de aanzienlijke prijsdaling van ver
schillende producten, waarbij deze maat
schappij betrokken is. Inderdaad heeft de
winst op „diverse cultuurondernemingen"
slechts 7,10 millioen bedragen tegen
15,25 millioen vorig jaar. Ook de winst
op de suikerondernemingen is gedaald, en
wel van 2,36 tot 1,45 millioen. Even
als het vorige jaar Wordt een reserve
voor het nieuwe boekjaar gevormd van
5 millioen, terwijl de „reserve voor be-
drijfsuitbreiding" ad 2,3 millioen,
waaruit de kapitaalsuitgaven der diverse
cultuurondernemingen van 1,9 millioen
gedekt waren, uit de winst wordt aan
gevuld tot 2,7 millioen. Het dividend
bedraagt 17 tegen 25 over 1937.
Een koersstijging van aandeelen Ver. Vor
stenlanden ging gepaard met geruchten
over een op handen zijnde emissie, die het
noodig zou maken, dat de aandeelen den
parikoers bereiken.
In den tabakshoek was de stemming over
het geheel gedrukt en de noteeringen lie
pen vrij scherp terug. De vooruitzichten
voor het loopende boekjaar zijn dan ook
bi trage, die in de vastere stemming
van den gulden aanleiding vonden, mate
riaal af te geven.
In de industrieele afdeeling deden zich
geen bijzondere factoren gelden.
Hieronder volgt het overzicht van het
koersverloop:
3%3 Nederland 96%96%96%
Koloniale Bank 168%—174—173%
Ned. Handel Mij. 130%—133%
H.V. „Amsterdam" 433%440429
Javasche Cult. 206209208
Deli Batavia 156146%
Deli Mij. 214—220—206—207
Senembah 179%—182—179
A'dam Rubber 195%199%193%
Serbadjadi 89%91%90
Ned. Scheepv. U. 119—122%—118%
Kon. Petroleum 316%321313%
Unilever 136%140%135%
Philips' 201—208—196
Bethlehem Steel 43%44%43%
U. S. Steel 36%—38—37%
niet bijster gunstig, nu de inschrijvingen
voor Sumatra-tabak aanmerkelijk lagere
prijzen dan het vorige jaar hebben opge
leverd. Na afloop van de vierde inschrij
ving waren in totaal 69,065 pakken ver
kocht tot een gemiddelden prijs van 130
cent per kg, terwijl 76,932 pakken van
dezelfde merken het vorige jaar 151 ceni
dooreen bedongen. Alle maatschappijen
boekten tot dusverre een lageren door-
snêeprijs, maar bijzonder slecht is de Senem
bah Mij. er aan toe, met een gemiddelde
opbrengst van 108 tegen 140 cent. Reeds
thans moet worden aangenomen, dat er
van eenige winst op dezen oogst voor de
Senembah wel geen sprake zal zijn. De
Deli Mij. maakte een gemiddelden prijs
van 164 cent, tegen 173 cent voor dezelfde
merken vorig jaar, de Deli Batavia 101
tegen 125 vent.
Voor rubberaandeelen waren de koers
fluctuaties tamelijk beperkt, '"maar de
stemming was ook hier in de tweede helft
der week weinig opgewekt.
Aandeelen Koninklijke Petroleum trok
ken aanvankelijk groote belangstelling,
dank zij gunstige berichten betreffende de
ontwikkeling der Amerikaanscne petrole-
ummarkt. De groothandelsprijzen voor
petroleum zijn er voor de vijfde keer bin
nen drie maanden tijds verhoogd en men
neemt aan, dat de petroleuminldustrie
thans in staat is, weer met eenige winst
te werken. Voor het tweede kwartaal zul
len de winsten vermoedelijk nog wel aan
merkelijk lager zijn dan voor dezelfde
periode van 1938, maar voor de tweede
helft van het jaar zullen de resultaten,
naar men verwacht, beter uitvallen. De
koersstijging voor Koninklijke! kon al;
evenmin gehandhaafd blijven als voor de
meeste andere fondsen; het aanbod in
dit fonds was echter voornamelijk, afkom
stig van de Parijsche en Londensche ar-
DE VERVANGING VAN DIENST
PLICHTIGEN.
Vragen van den heer Van Vessem.
Het lid der Eerste Kamer, Van Vessem
(n.s.b.) heeft aan den minister van defen
sie de volgende vragen gesteld:
Is de minister bereid uiteen te zetten in
hoeverre de vervanging van werkende
dienstplichtigen door tot deze vervanging
gedwongen werkloozen in overeenstemming
is met letter en geest van de dienstplicht
wet, speciaal met letter en geest van art.
34 dier wet?
Is de minister niet van meening, dat het
opdragen van de verdediging der grenzen
in de eerste plaats aa» werkloozen in zoo
verre een discriminatie van deze taak be-
teekent, als daardoor wordt te kennen ge
geven, dat elke andere arbeid boven deze
militaire taak voorrang heeft?
Is de minister voorts niet van meening,
dat de hierboven bedoelde regeling, waar
door de verdediging der landsgrenzen in de
(Ingez. Med.)
eerste plaats wordt opgedragen aan de min
der bedeelden, geen juiste verdeeling der
in het algemeen belang te dragen lasten
beteekent, en gelijkenis vertoont met het
vroegere remplacantenstelsel
Is de minister bereid een regeling te ont
werpen, die, zonder de bovenaangeduide be
zwaren mede te brengen, aan de ernstige
moeilijkheden voor de werkende dienst
plichtigen tegemoetkomt, welke regeling
zou moeten omvatten o.a. wettelijke waar
borgen voor het behouden hunner betrek
king en maatregelen tot instandhouding
van hun bedrijf?
GEEN TEKORT AAN HITSBRANDKOLEN
Op de vragen van het Tweede Kamerlid
Wijnkoop (communist) in verband met den
te verwachten achterstand in den aanvoer
van huisbrandkolen heeft de minister van
economische zaken als volgt geantwoord:
Het is den minister niet gebleken, dat de
handel voor het nieuwe kolen-jaar (1 April
1939 tot 1 April 1940) bij de Limburgsche
steenkolen-mijnen in het algemeen belang
rijk kleinere hoeveelheden zou kunnen be
trekken dan in het vorige kolenjaar. Wel
bestaan er moeilijkheden ten aanzien van
de levering van enkele soorten huisbrand-
kolen, omdat de vraag naar deze soorten in
den laatsten tijd sterk is toegenomen, doch
de levering van huisbrand" als geheel geno
men heeft, naar den minister is gebleken,
tot nog toe een normaal verloop. Hierbij
dient in aanmerking te worden genomen,
dat de vraag naar deze brandstof bij het
TiHI§@ doetje qoed!
(Ingez. Med.)
Innerlijke goedheid brengt een in-
nemenden glimlach, een vriendelijk
gelaat en meevoelende woorden voort.
„Misschien", antwoordde de Perzische.
Bij het hooren van de regelmatige voet
stappen van een patrouille, die in den tuin
de ronde deed, herkreeg Chirine haar
geestkracht. Het was tijd voor Diana om
zich klaar te maken.
„Kom Diana", zei ze beslist. „Trek dat
bergbewonerspak aan, dat ik voor je neer
gelegd heb. Je bent toch niet bang?
Ze had haar niet verteld, dat Gray ver
oordeeld was, om bij het opgaan van de
zon te sterven. Dit zou volgens haar idee
onnoodig wreed en gevaarlijk geweest zijn.
Diana schudde ontkennend haar hoofd.
Voor zich zelf had ze geen angst, maar ze
vreesde alleen, dat iets tusschenbeide zou
komen, waardoor ze verhinderd werd hulp
voor Colin Gray te halen. Elke seconde uit
stel was een marteling.
„Allah verhoede, dat Firoz belet zou wor
den te komen!" zei ze bezorgd.
Het gezicht van Chirine betrok. Als dat
gebeurde!
„Ik heb het kruidenvrouwtje gesproken,
Diana", zei !ze fluisterend. Firoz Khan
heeft zijn kameelen vastgezet vlak bij een
bron, niet ver van het poortje. Hij is daar
den afgeloopen nacht ook geweest.
Tot dusver maakt je sahib het goed, en
zijn cipier is gunstig gestemdVrees
niets! Trek nu je bergbewonerspak aan".
En opstaande wendde Chirine zich naar den
stapel zijde kussens, waarop een boek met
Perzische sprookjes opengeslagen was blij
ven liggen; zij ging zitten en weer staarden
haar zwarte oogen in den tuin, zonder iets
te zien
Een kwartier later kwam een jonge,
slanke bergbewoner binnen, 't Was Diana.
„Ik ben klaar, Chirine". Even trilde de
diepe stem.
„Bij Allah, je bent een knap jongmensch!"
riep Chirine bewonderend uit. Voor haar
staande legde ze haar beide kleine handen
op de schouders van het Engelsche meisje.
„Ik zal de vrouw roepen, die je den weg
naar de grot zal wijzen, waar je je ver
bergen kunt", zei ze, zich afwendend.
Een dikke negerin vertoonde zich op den
drempel.
„Heb je de patrouilles gewaarschuwd
niet bij de fontein bij het poortje te komen,
omdat ik er ga baden?" vroeg haar mees
teres.
„Ja", antwoordde de Nubische, met ang
stig rollende oogen. „Ik heb het bevel over
gebracht". Zwijgend overhandigde zij een
sleutel.
„Diana, 't is tijd. Doe deze bourka om -
een soort domino, in het Oosten door ge
sluierde vrouwen gedragen uit vrees,
dat iemand je in den tuin in manskieeren
zou zien. Wanneer je deze vrouw hoort
roepen: „Dilkoosh!", loop dan zoo hard je
kunt naar het poortje tegenover de grot.
Beide jonge vrouwen omhelsden elkaar.
Een oogenblik later was het groote vertrek
verlaten. Chirine was gaan zorgen voor de
voorbereidselen van de nautch, die ze tij
dens de vlucht van Diana voor Alam Khan
wilde laten dansen.
Eenmaal in de grot trachtte Diana haar
zenuwen, die tot barstten toe gespannen
waren, de baas te blijven. Haar liefde en
een gebed kwamen haar te hulp.
Opeens onderscheidde ze vlak bij haar in
het kille schemerdonker een zittende ge
daante, in het wit gekleed, 't Was de Sadhu
van de Swastika. Elk oogenblik werd hij
duidelijker zichtbaar.
„Heb ik dien nacht op den pas van 'den
Maha Gunj niet gezegd, dat ge vrienden
had? En had ik geen gelijk?" vroeg hij
fluisterend, met zijn verre stem, die klonk
als klokgelui.
„Ja", antwoordde Diana, die opnieuw
moed putte uit de reine verschijning. „Maar
waarom is u hier gekomen?'.
„Om u aan te sporen moedig te blijven
bij de beproevingen, die u wachten".
Diana had nooit van de Yoga of van zijn
geheimen gehoord. Ze was nog nieuwsgieri
ger dan Colin Gray den eersten keer, toen
de Sadhu hem verschenen was. Waarom,
zoo yroeg hij zich af, stelde dit geheimzin
nig wezen belang in haar en openbaarde
hij zich in de critieke oogenblikken van het
ongelooflijke avontuur, dat bij beleefde?
Oogenschijnlijk was zijn eenige bedoeling
haar troost en opbeuring te geven. Tot
dusver had haar geest voor realisme geen
bovennatuurlijk karakter aan de verschij
ning toegeschreven: ze had aan een hallu
cinatie geloofd, tengevolge van haar over
spanning; maar nu deden plaats, omstan
digheden en het onstoffelijk voorkomen van
de witte gedaante haar denken aan de
woorden van haar vader, die beweerde, dat
Indië veel meer van het zoogenaamde bo
vennatuurlijke doordrongen was, dan eenig
land van de wereld. De Hindoes waren in
dezen gedachtenkring dichter bij de waar
heid dan wij Westerlingen
(Wordt vervolgd).