firvtrtnciuIeW $eetttir0chf£ HIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) Mr. dr. van Walré de Bordes geïnstalleerd. Als burgemeester van Zeeland's hoofdstad. Rede wethouder Onderdijk. Rede van den nieuwen burgemeester. WEERBERICHT. bagblod. Uitg. N.V. De Middelburgsche Crt. bureauxte MIDDELBURG: St. Pieterstr. 28, telefoon Redactie 269, Administratie 139; te GOESTurfkade Tel. 17. Postgiro 43255. Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes 5 2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week abonnementen in Middelburg er> Goes 18 ct. NUMMER 128. VRIJDAG 2 JUNI 1939. EERSTE BLAD. 182e JAARG. in.: :o", iin.: |,,De ZO J.V. »fw.- QOh. trg. IgAgLL - - Advertentiën 30 ct per regel, ingezonden? mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager. Tarief op aanvraag. Familieberichten en dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine Advertenties", max. 6 regels, 75 cent, bij vooruitbetaling. ^Brieven, of adres bureau v. d. blad" 10 ct extra. Bewijsnummers 5 ct, Hedenmiddag te drie uur kwam de Mid delburgsche Raad bijeen voor de installatie van mr. dr. J. van Walré de Bordes als burgemeester van Middelburg. De raadzaal had ditmaal een zeer bij zonder aanzien. Aan de tafel van het dage- Hjksch bestuur stond een stoel meer dan anders. De tafel die midden tusschen de tafels van de Raadsleden pleegt te staan was weg, evenals de ballustraden, die de publiek tribune afsluiten. Al deze ruimte stond nu vol stoelen voor hen, die de in stallatie van mr. dr. Van Walré de Bordes ais burgemeester wilden bijwonen. Tegen drie uur kwamen hun plaatsen in nemen: vele familieleden en bekenden van onzen nieuwen burgervader, burgemeesters van vele gemeenten op Walcheren, bij wie zich ook onze oud-burgemeester, de heer M. Fernhout, had gevoegd; verder de gar nizoenscommandant, majoor Kamm; de in- deelingscommandant, overste Van Woer den; verschillende hoofdambtenaren der gemeente; de kantonrechter, een vertegen woordiging van de afdeeling Zeeland van de vereeniging van Nederlandsche gemeenten, de heer C. v. d. Weel, oud-lid van den Raad, de heer H. de Bordes, oud-burgemeester van Bussum en vele anderen. Tegenover de tafel van B. en W. namen plaats mevrouw Van Walré de Bordes Grothe van Schellach met haar moeder en haar oudste twee dochters. Onder de ver dere aanwezige dames waren mevrouw Quarles van Ufford—baronesse Mülert tot de Leemcule, mevrouw Boasson—Sanders en mevrouw v. d. Veurvan Wijk. Toen allen gezeten waren en mr. dr. Van Walré de Bordes was binnengeleid, opende de loco-burgemeester, de heer J. Onderdijk, de vergadering en verzocht spr. den secre taris voorlezing te doen van het besluit tot benoeming en het bericht van beëediging. De loco-burgemeester sprak daarna als volgt: Mijnheer de Burgemeester, Het oogenblik is thans aangebroken, waarop U de plaats zult gaan innemen van Uwen voorganger burgemeester Fern hout wegens diens eervolle benoeming te Bussum. Terecht of ten onrechte zijn sedert diens vertrek, verschillende meer of minder bekende namen in onze omge.ving ge noemd, voor wie het eerste burgerschap dezer gemeente een eervolle belooning zou zijn geweest, wegens de wijze waarop zij hun ambt in hun respectieve gemeenten hebben vervuld. Toen dan ook tenslotte Uwe benoeming tot burgemeester van Middelburg, het eerst langs den weg der Pers tot ons kwam wie zou het in dezen tijd anders verwachten kostte het eenige moeite, ik zou haast zeggen eenige zelfoverwin ning, daarmee vertrouwd te geraken. De Pers heeft U daarop verder bij ons geïntroduceerd, en daarbij mochten wij vernemen dat U reeds op 43-jarigen leef tijd een langdurige eervolle loopbaan achter den rug hadt, een werkkring van internationalen aard, meestal op finan cieel gebied, die voor de toekomst onzer gemeente veel doet verwachten van Uw groote kennis en gaven op dit terrein. Zulks was voor het College van Burge meester en Wethouders een geruststelling tegenover het feit dat U Uwe ambtelijke kennis nimmer op gemeentelijk terrein hadt kunnen ontplooien en ook het bur gemeestersambt U volkomen vreemd was. Immers dit was zoo heel anders bij den heer Fernhout, die zijn benoeming te Mid delburg aanvaardend, welhaast zijn zil veren Burgemeestersjubileum'zou vieren. Uit een gemeente komend van ongeveer gelijken omvang als deze, was het geen vraag of hij het gemeentelijk beleid ken de, hoogstens was het de vraag hoe Bur gemeester Fernhout, krachtens zijn gods dienstige en politieke overtuiging, de zich aan ons voordoende vraagstukken zou be zien. Onder bovenstaande overwegingen was het, dat wij niettemin U onze medewer king gaarne aanboden, daarbij te kennen gevend alleszins prijs te stellen op een hartelijke samenwerking, gegrond op we- derzijdsche waardeering van elkanders overtuiging. Wij herhalen het hier in deze raadsver gadering. waarin gij het ambt aan het welk gij U op middelbaren leeftijd gaat geven, aanvaardt: dat dit moge zijn in het besef van het volle gewicht van het verantwoordelijke doch hoogstt eervolle ambt van eersten burger onzer goede stad. Wij reiken U daarbij van ganscher har te de hand en bieden U onze hulp aan, omdat wij beseffen dat Uwe groote ga ven en kennis op financieel gebied, zich kunnen paren aan onze practische erva- ring en kennis der plaatselijke toestanden Gelijk ik ook reeds bij de installatie van den heer Fernhout heb gezegd is de eco nomische toestand der Gemeente ongunstig, doch de financieele toestand is de nood lijdendheid nabij. Al moge dan sinds dien tijd de werkloosheid afgenomen zijn, de financieele positie is steeds moeilijker ge worden. men zou bijna zeggen: het water is tot aan de lippen gestegen. Een goed financieel beheer is het fundament eener organisatie, het is dit ook van Staat en Gemeente. De laatste kan echter als zoodanig niet veel tot stand brengen in een tijd waarin de autonomie juist dooi de ontreddering, veroorzaakt door de eco nomische omstandigheden, werd aangetast. Dit neemt niet weg dat wij allen heb ben. te werken aan den wederopbouw van datgene wat onder deze crisisomstandig heden heeft geleden of teloor is gegaan. De uitvoering van belangrijke zaken wachten U, het zou teveel tijd vergen ze afzonderlijk te noemen. Wij zullen deze hopelijk in goede samenwerking onder de oogen zien en daarbij is een burge meester wiens belangstelling ligt op finan cieel gebied zeker welkom. In een interview, dat U dezer dagen één onzer journalisten toestond, verklaar de U: „Ik ben een bepaald tegenstander van wat ons volk verdeelt en wil alles doen om te bevorderen wat het vereent. Niet echter door de oprichting van een partij die alle andere partijen wil opheffen." Als wij deze gedachte ook mogen toe passelijk verklaren op gemeentelijk ter rein, dan zal Middelburg zich" gelukkig kunnen prijzen zulk een burgemeester te bezitten en al zijt gij dan geen Zeeuw van geboorte, zoo zult gij ongetwijfeld de har ten der Zeeuwen en in het bijzonder die der ingezetenen dezer stad voor U winnen. In dit vertrouwen geloof ik, zonder eenig voorbehoud, namens den geheelen Raad, het College van B. en W. en den Secreta ris te spreken, wanneer ik U onzen vol len steun en krachtige medewerking toe zeg bij het vervullen van Uw moeilijke taak. Tijdens het aangenaam onderhoud, dat ons College kort na Uwe benoeming, met U mocht voeren, vernamen we tot onze vreugde dat ook Mevrouw Van Walré de Bordes zich aangetrokken gevoelt tot maatschappelijk werk. Dit stemde ons daarom tot verheuging wijl onze gemeente tal van vereenigingen telt, welke op dit gebied werkzaam zijn en daadwerkelijke hulp en steun hooge- lijk zullen waar deer en. Zoo moge het werk op maatschappelijk terrein in een gemeente van kleinen om vang, het vertrouwen waarmee men U daar ontvangt en de waardeering van de zijde der burgerij voor het zich geven aan die taak, U een vergoeding zijn voor het gemis van het wonen in een zooveel groo- tere stad in het centrum van het land. In de hoop dat het U gegeven moge zijn vele jaren Uw taak als burgemeester on zer gemeente te vervullen in eendracht! ge samenwerking met allen, die hoewel verschillend van overtuiging, toch ieder naar beste weten arbeiden aan het welzijn onzer goede stad en haar inwoners, ver klaar ik U mr. dr. Jan van Walré de Bordes geïnstalleerd als burgemeester de zer gemeente en verzoek ik U wel den voor U bestemden zetel te willen innemen. Hierop nam de nieuwe burgemeester het woord voor het uitspreken van de volgende rede: Mevrouw en Heeren, leden van den Raad, Bij het aanvaarden van het ambt van Burgemeester van Middelburg, dank ik voor alles God dat Hij mij op deze plaats heeft gebracht. Ik ben mij bewust, dat slechts indien Hij mij kracht geeft en ik voortdurend Zijn leiding zoek en volg, ik dit ambt op de juiste wijze zal kunnen ver vullen. Ik zeg deze woorden mede namens mjjn vrouw. Wij aanvaarden samen met Gods hulp onze nieuwe taak. Vervolgens spreek ik mijn groote dank baarheid uit aan H. M. onze geliefde en diep geëerbiedigde Koningin aan Wie het behaagd heeft mjj tot Burgemeester van Middelburg te benoemen. En evenzeer gaat mijn dank uit tot Hare Ministers en Haren Commissaris in de Provincie Zeeland, die mijn benoeming hebben voorgedragen en bevorderd. Ik zal al mijn krachten inspan nen om het vertrouwen waardig te blij ken, dat zij in mij hebben gesteld. U, Wethouder Onderdijk, die mij zoo juist in Uwe kwaliteit van waarnemend Burgemeester hebt geïnstalleerd, dank ik voor de vriendelijke woorden, welke gij tot mijn vrouw en mij hebt gesproken. Gij hebt Uw sporen verdiend op het gebied der ge meente-administratie en ik hoop als vierde Burgemeester met wien gij samenwerkt van Uw rijke ervaring ten volle te profi- teeren. Moge het U gegeven zijn nog vele jaren Uw bijzondere krachten aan onze ge meente te kunnen wijden. Onze arbeid in het college van Burgemeester en Wethou ders begint onder gunstige auspiciën en het verheugt mij, met U en met Wethouder Boasson te mogen samenwerken. Doordat de werkkring, die voor mij ligt, voor mij geheel nieuw is, zal ik nog meer dan an ders het geval mocht zijn, een beroep moe ten doen op de medewerking van U, Mijne Heeren Wethouders, evenals op die van den Secretaris onzer Stad, mr. Van der Veur, en die van de overige gemeente-ambtena ren. Ik hoop, dat gij allen te allen tijde mij met raad en daad zult willen bijstaan. Mij nerzijds zal ik altijd voor U open staan en U allen dankbaar zijn voor alles, wat gij zult willen doen om mij te helpen. Mevrouw en Heeren Raadsleden, ook U dank ik voor deze vriendelijke ontvangst, Ik hoop met U in eendracht en harmonie samen te mogen werken tot heil en voor den bloei der stad Middelburg, ik mag nu zeggen van onze stad Middelburg. De burgers onzer stad hebben aan U de behartiging hunner belangen opgedragen, evenals de Kroon aan mij de zorg voor be paalde openbare belangeft heeft toever trouwd. Deze combinatie van zelfbestuur en centralisatie, één der historisch gegroei de bolwerken van ons staatsrecht, kan slechts vollen zegen afwerpen, indien bij alle instanties het verlangen en de bereid heid tot samenwerking aanwezig is. Ik koester den wensch hiertoe en spreek de hoop uit, dat wij samen veel zullen mogen doen, zoowel op finantieel als op ander ge bied, in het belang en voor den bloei van deze prachtige stad. Ik ben mjj bewust, dat de wetgever aan een stad als Middelburg op finantieel terrein tegenwoordig niet veel armslag laat, maar er zijn andere gebieden, op welke de mogelijkheden om zoo te zeg gen vrjjwel onbeperkt zijn en het in de eerste plaats van onszelf afhangt, waar wij de grenzen van onze activiteit willen trek ken. Het doet mijn vrouw en mjj genoegen, dat er na deze plechtigheid gelegenheid zal zijn om persoonlijk met U kennis te maken en wij zijn overtuigd, dat er ook buiten de officieele raadszittingen mogelijkheid tot samenwerking gegeven zal zijn. Mogen de betrekkingen tusschen Raad en Burgemeester even aangenaam en hartelijk bljjven, als zij dit geweest zijn tijdens het bewind van mijn voorganger. Ik ben bijzon der blij hem en zijn echtgenoote hier aan wezig te zien en maak van deze gelegenheid gebruik, om hem nog eens te danken voor wat zij gedaan hebben en nog steeds doen om ons bij onze komst hierheen behulp zaam te zijn. Het doet mij eveneens groot genoe gen, dat vele Burgemeesters van Walche ren en het overige Zeeland deze plechtig heid met hunne tegenwoordigheid hebben willen vereeren. Ik dank U allen zeer voor Uw komst en hoop, dat gij Uw jongsten collega met de schatten Uwer kennis en ervaring zult willen bijstaan. Ik verheug er mij op met U te mogen samenwerken in het belang van dit eiland en deze provincie. Tenslotte wil ik hier van deze plaats nog eens allen danken, in Middelburg en in Utrecht, in de rest van het land en in het buitenland, voor alle gelukwenschen en andere bewijzen van medeleven, voor alle hartelijkheid, welke mjjn vrouw en ik in den laatsten tijd hebben mogen ontvangen In het bijzonder zijn wij getroffen door de hartelijkheid, waarmede wij als onbekenden van het eerste oogenblik af hier in Mid delburg zijn ontvangen en waarmede alles wordt gedaan om ons het beginnen in deze voor ons nieuwe omgeving te vergemak kelijken. Wij zijn zeer gelukkig, dat wij naar deze schoone, traditierijke stad en dit roman- tisch-mooie eiland mogen komen. Wie veel in de wereld heeft rondgekeken, weet, dat er niets eentoniger of geestdoodender is, dan een land, een stad, dan menschen, die al het eigene en karakteristieke verloren hebben. Onze Oostelijke naburen hebben voor zulke menschen de plastische uitdruk king „Asphaltmensehen" gevormd. Geluk kig kan niemand Zeeland daarvan beschul digen. Integendeel, het heerlijke is, dat hier in zoo ruime mate het karakteristieke en eigene bewaard is gebleven. Laten wij al het schoone, wat het voorgeslacht ons na gelaten heeft, in hooge eere houden: de ge bouwen, waaraan Middelburg zoo rijk is, in de eerste plaats ons schitterende stadhuis; dan het natuurschoon, hier nog in zoo groo te mate voorhanden. En evenzeer de ge bruiken en tradities en de kleederdrachten Bewaren wij dit alles, in dankbaarheid aan onze vaderen, als één van onze grootste schatten. Maar bovenal, laat ons geen gees telijke asphaltmensehen worden. Laten wij de historische geestelijke tradities van Zee land handhaven. Laat ons eigen overtuigin gen hebben en daarvoor uit durven ko men. Ik ben blij Burgemeester geworden te zijn en zal alles doen dit ambt zoo goed mogelijk te vervullen. Drie maanden gele den, toen eenige goede vrienden er bij mij op aandrongen, dat ik naar het Burgemees terschap van Middelburg zou solliciteeren heb ik in het begin niet gezien, dat hier mijn weg lag. Maar hoe meer ik er over na dacht en er anderen over raadpleegde, des te meer ging ik inzien, welke groote moge lijkheden er open liggen om als Burgemees ter en in het bijzonder als Burgemeester van een stad als Middelburg, actief te wer ken voor den opbouw van ons land. De eerste maal dat ik iets ben gaan be grijpen van wat een Burgemeester voor zijn gemeente kan zijn, was in Januari van dit jaar bij het aftreden van mijn Oom De Bor des als Burgemeester van Bussum. Ik werd getroffen door die plechtigheid, waar eerst de aftredende Burgemeester sprak en uit eenzette, in welken geest hij gewerkt en zijn ambt bekleed had en vervolgens spre ker na spreker hem bedankte voor al het gene wat hij in den loop van vele jaren in zijn gemeente en daarbuiten had gedaan. Het is een wondere schikking, dat nadat mijn Oom ontslag had gevraagd, de Burge meester van Middelburg in Bussum be noemd werd en ik daarna weer in diens plaats in Middelburg. Het is als het ware. alsof mijn Oom, die na het overlijden van mijn vader, de oudste van onze familie in Nederland is, voor mij plaats heeft ge maakt. Oom Hugo, gij weet het, het heeft ons nauwer dan ooit verbonden. De tweede factor, welke van grooten in vloed is geweest op mijn besluit, is de ra diorede, waarbij H. M. de Koningin op 27 Januari ons Nederlandsche volk opriep tot Moreele en Geestelijke Herbewapening. Ve len van U zullen die rede persoonlijk be luisterd hebben en zich nog duidelijk den in druk herinneren, die zij op hen maakte. Ik zelf was dien dag in Londen en eenige En gelsche journalisten vroegen mij, hen be hulpzaam te willen zijn om snel van de woorden van H. M. een overzicht in het Engelsch op te stellen. Het was een merk waardige sensatie daar in de hoofdstad van het groote Britsche wereldrijk te luisteren naar de woorden, die H. M. tot Haar volk en dus ook tot ons sprak. Wij had den het gevoel, aanwezig te zijn bij een groote historische gebeurtenis. Dit werd ons bevestigd na afloop, toen een der Engel- sche journalisten, die vervolgens lange tele grammen uitzonden naar alle hemelstreken om H. M.'s woorden den volkeren kond te doen, uitriep: „Men moet eeuwen in de geschiedenis teruggaan om een precedent te vinden dat een vorst in dezen geest tot Zijn volk heeft gesproken." Het is uit de pers bekend, dat veertien dagen nadat Zij Haar rede voor de radio had gehouden, H. M. in tegenwoordigheid van den Minister van Binnenlandsche Za ken de Commissarissen der Koningin in de elf provinciën bij Zich heeft ontboden en hen heeft geraadpleegd over wat er in ons land op hét gebied der Moreele en Geeste lijke Herbewapening gebeurde en diende te gebeuren. Daarmede heeft ons binnen- landsch bestuur een prachtige nieuwe taak gekregen. Het is U allen bekend, hoe in vele gemeenten de Burgemeesters zich aan het hoofd van de beweging hebben gesteld. Bevordering van Moreele en Geestelijke Herbewapening, is m.i. des Burgemeester's voornaamste taak, omdat zij de kern der problemen raakt en de werkelijke oplossing brengt. Alle moeilijkheden in het maat schappelijk en staatkundig leven, waar wij mee worstelen zpn in laatste analyse pro blemen tusschen menschen en gevolgen van zelfzucht. Wanneer die menschen tot een andere instelling tegenover elkaar komen, en van hun zelfzucht bevrijd worden, krij gen plotseling hun moeilijkheden een ander aspect en kunnen oplossingen gevonden worden, die te voren ondenkbaar waren. Dit geldt van moeilijkheden in een ge meente evengoed als van moeilijkheden in een gezin. Evenzeer is het waar voor moei lijkheden tusschen volkeren. Wat kan het voor een gemeente beteeke- nen? Een groot aantal Canadeesche Burge meesters de vertegenwoordigers van 800 gemeenten heeft onlangs een resolutie aangenomen waarin zij verklaren: „Moree le Herbewapening zal een geheel nieuwe doelmatigheid aan het gemeentelijk leven geven. Wij weten allen uit ervaring hoe de zelfzuchtige belangen van een kleine min derheid of zelfs van een enkelen persoon in onze gemeenteraden eindelooze moeilijk heden en tijdverlies kunnen veroorzaken. Het behoort tot onzen taak als Burgemees ters om het peil van alle vergaderingen en van de geheele politiek boven de persoon lijke ambities, de vooroordeelen en de par tijbelangen uit te heffen. Geschiedt dat, dan kunnen gemeentebestuur en ambtena ren al hun krachten wijden aan construc tief, opbouwend werk. Een geest van Mo reele en Geestelijke Herbewapening in den gemeenteraad zal op zijn beurt tot een geest van onderling vertrouwen en begrijpen in de geheele gemeente leiden. Behoef ik U te zeggen, dat ik deze resolutie als aanstaand Burgemeester met zeer bijzondere belang stelling las? Twee andere recente uitspraken van Bur gemeesters wil ik nog citeeren. De Burge meester van New-York verklaarde voor eenige dagen, ter gelegenheid van een reus achtige bijeenkomst in zijn stad: „In het le ven van deze stad is een nieuwe vastbera denheid gekomen, tengevolge van het ver langen naar Moreele en Geestelijke Herbe wapening, naar eerlijker en onzelfzuchtiger verhoudingen, naar grooter bereidheid om samen te werken voor het algemeen wel zijn, zonder partjj-vooroordeelen en met vaster geloof in ons aller God." En bij diezelfde gelegenheid telegrafeerde de Lord Mayor van Londen: „Mogen de grootste steden der wereld voorgaan in Mo reele Herbewapening om de nieuwe wereld van morgen te grondvesten." Maar waarom alleen de grootste steden, zou ik willen vragen. Elke stad, elke ge meente kan in Moreele en Geestelijke Her bewapening de eerste van Nederland, ja van de wereld, zijn. Welk een invloed zal Middelburg, zal Zee land, daardoor niet op de wereld kunnen uitoefenen? In het verleden hebben deze stad en deze provincie op velerlei vaak ingrijpende wijzen de wereld beïnvloed Ik denk aan den ouden overzeeschen han del; aan den strijd tegen de Armada; aan de groote zeehelden hier geboren; aöm het jaar 1672, toen de bevrijding van ons vader land van uit Zeeland een aanvang nam; aan dat land aan de andere zijde van den aardbol, thans een trotsch Britsch Domi nion, waarvan de naam Nieuw-Zeeland er aan herinnert, dat het ontdekt werd door zonen van deze stranden. Ik herhaal, welk een invloed zal Zeeland niet in Nederland en in de wereld kunnen hebben, indien het vooraan gaat in Moreele en Geestelijke Herbewapening en werkelijk wordt naar de woorden van zijne fiere volkslied: „het land waar d'aloude eendracht woont"? Want Moreele en Geestelijke Herbewa pening beteekent eenheid. Door Haar rede en door Haar persoonlijk woord eenige maanden te voren heeft de Koningin voor ons volk de mogelijkheid geopend tot een nieuwe eenheid te komen en heeft daar mede ons land een dienst bewezen', welke door ons, tijdgenooten, nog moeilijk op de juiste waarde is te schatten. Welk een kracht, vooral welk een moreele en gees teljjke kracht, zal er niet van Nederland uitgaan, wanneer wij Nederlanders werke lijk één zijn? Ik behoor tot het groeiende leger van Nederlanders, welke naar deze eenheid hunkeren en wien de verdeeldheid van ons Nederlandsche volk een gruwel is. Herhaaldelijk hebben wij ons in de laatste jaren als Nederlanders één gevoeld: Bij de verschillende hoogtijdagen van ons Vorsten huis en evenzeer in September van verle den jaar en onlangs met Paschen, toen ons vaderland in gevaar scheen. Maar om die eenheid te beleven en door te voeren van dag tot dag, daar is meer voor vereischt dan feestjubel of angst. Daarvoor is noo Verwachting tot morgenavond: DE BLLT: Droog, vrij warm weer, hel der tot half bewolkt, zwakke tot matige, N O. tot Z.O. wind. UKKEL: Mooi warm weer bij matige tot vrij sterke wind uit N.O. tot O. richtingen. ZA 3 Jun. Zon op: 4 h 45; onder: 21 h. 12. Licht op: 21 h 42. Maan op: 22 h 16; onder: 6 h 00. L.K. 10 Juni. Hoog- en Laagwater te VUssingen: Juni. Hoogwater. Laagwater. Vrijdag 2 2.18 14.40 8.45 21.08 Zatrdage 3 3.00 15.19 9.24 21.49 Zondag 4 3.40 15.56 10.01 22.27 Westkapeile is 28 min. en Domburg 23 min. vroeger, Veere 38 min. later. S springtij. Hoog- en Laagwater te Wemeldinge: Juni. Hoogwater. Laagwater. Vrijdag 2 4.09 16.36 9.46 22.10 Zaterdag 3 4.52 17.18 10.27 22.49 Zondag 4 5.33 17.55 11.06 23.28 dig een hoog gemeenschappelijk doel, dat ons opheft boven onszelf en aan al ons den ken en handelen een nieuwen inslag geeft. Dat doel, noodzakelijk voor de nieuwe een heid van Nederland, heeft de Koningin ons in Haar oproep tot Moreele en Geestelijke Herbewapening gegeven. Een doel, waar iedereen zich achter kan scharen, welke ook zijn grondslag zij en met behoud van dien eigen grondslag. Zulk een eenheid kan slechts ontstaan, wanneer er van binnen uit een nieuwe geest komt in de verschillende partijen en andere groepeeringen van ons volk. Zien wij niet de aanvangen van zulk een nieuwe eenheid, wanneer spontaan den dag nadat de Koningin op 10 October Haar persoon lijk woord gepubliceerd heeft, warm waar- deerende artikelen verschijnen in „Het Volk" en in „De Maasbode", wanneer Libe ralen en Vrijzinnig-Democraten als oud- Minister Van Lldt de Jeude en Burgemees ter Oud, Anti-revolutionairen als prof. Hepp van de Vrije Universiteit en Christelijk Historischen als minister De Geer de groepen in onzen gemeenteraad verte genwoordigd hun volle instemming be tuigen? Ik zou hen allen, en nog vele an deren, willen aanhalen, maar moet mij tot enkelen beperken. Zoo schreef „Het Volk", dat de Koningin van een andere gezichts hoek uit, dezelfde gedachte benaderde als Troelstra, toen hij na den oorlog, zijn par- tijgenooten toeriep: „Socialiseert eerst U zelf!" Prof. Hepp verklaarde dat in den strijd voor de Moreele en Geestelijke Her bewapening „de geloovigen, inzonderheid de Calvinisten, bereid moeten zijn, de kern van de troepen uit te maken en zich aan hebben te melden voor de vuurlinie". En de heer De Geer, de Voorzitter van de Chr.- Historische Unie, sprak nog onlangs op de jaarvergadering der Unie, naar aanleiding van den oproep van H. M„ deze woorden: „Laat ons elk, voor onze persoon, maar ook voor den engeren of breederen kring, waarin wij staan, en ook voor ons volks leven, die roepstem volgen en pogen daar aan een levenden en daadkrachtigen inhoud te geven. Als de Christelijk-Historische Unie in dat teeken dit nieuwe jaar intreedt en daarbij volhardt, dan zal zij, wat de toe komst ook brengen moge, een zegen zijn voor ons Volk". Mogen de leiders van alle partijen en groepeeringen zich zóó positief uitspreken. Het blijkt duidelijk uit zulke citaten, wel ke met vele anderen te vermeerderen zou den zijn, dat iedereen in de woorden van de Koningin een appèl heeft gevoeld aan zijn eigen hoogste beginselen en idealen. Zij heeft woorden weten te kiezen en uitdruk kingen te formuleeren, vrij van vroegere associaties en waar iedereen zich bij kan aansluiten. En toch heeft zij reeds in Haar persoonlijk woord heel duidelijk gemaakt waar het bij de Moreele en Geestelijke Her bewapening om gaat: „die innerlijke drang, welke ook uitwendigen ommekeer teweeg brengt en tot gevolg heeft, dat eerlijkheid, vertrouwen en liefde richtsnoer worden tusschen personen en volken". Dus „een innerlijke drang". In Haar ra diorede spreekt H. M.-in denzelfden zin, en noemt zij, wat wij noodig hebben een „in nerlijke vernieuwing", „een geheel nieuwe instelling", „een geheel gewijzigde, nieuwe geestesgesteldheid". Moreele en Geestelijke Herbewapening is dus in de eerste plaats een innerlijk proces. Het moet beginnen in de ziel van de menschen, in ons eigen hart. Wij hebben allen het gevoel, met onze we reld volkomen vastgeloopen te zijn. Zooals ik op Pinkstermorgen een predikant in zijn prediking hoorde uitroepen: „Zoo gaat het niet langer! Er moet óf een geweldige cata strophe óf een geweldige vernieuwing ko men!" Daar tusschen hebben wij allen te kiezen. Ieder van ons is er persoonlijk voor verantwoordelijk of hij door zijn geheele levenshouding en door zijn daden tot de catastrophe of tot de vernieuwing van de wereld bijdraagt. De oplossing van al onze problemen moet bevochten worden in de harten van de menschen. Laat mij trachten U dit duidelijk te maken 'aan één der grootste problemen van onzen tijd: dat van den wereldvrede. Ik heb persoonlijk vele jaren lang als ambte naar van den Volkenbond getracht mee të helpen den wereldvrede te organiseeren van bovenaf. Zulk werk is noodzakelijk. Maar in de laatste jaren is het mij, even als vele andere menschen, steeds duidelijker geworden, dat oorlog en vrede voortkomen uit de harten der menschen en dat de wer kelijke wereldvrede opgebouwd moet wor den van onderen op. Werkelijke wereldvre de kan slechts het eindresultaat zijn, de hoogste top van een berg, welke als elke berg alleen beklommen kan worden stap na stap. Vrede in het hart van den enke-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 1