PINKSTERVREUGDE IN LENTELAND Luilakmorgen op Heuvelland Een vrolijk begin van de Pinkstervacantie Alles moet schoon en fris zijn PINKSTERSTEMMING BUITEN Pinkstergebruiken in ons land MARIETJE EN HAAR VRIENDJE Straks moet het huis vol bloemen staan Heel zacht liep hij naar boven en maakte de deur van Opa's kamer open, en.... tot zijn grote verwondering zat grootvader rus tig bij de tafel te lezen. Hij begon te lachen, toen hij Hansje's verbouwereerde gezicht zag. „Wat is er Hans?" vroeg grootvader. „Ik kom u roepen, anders bent u Lui lak! Ik was bang, dat Bob eerder zou ko men en dat ze u zouden uitlachen!" Toen trok grootvader zijn jongsten klein zoon naar zich toe en zei: „Jij bent een lie ve jongen, Hans! Ik had heus vergeten, dat het Luilak was vandaag. We zullen nu vlug naar beneden gaan." Toen ze samen beneden kwamen, ging er een luid gelach op en iedereen riep door elkaar: „Luilak, Luilak!" want Bob was in tussen ook al beneden gekomen. „Ja, jongens, ik heb verloren", zei groot vader. „En als Hans me niet was komen halen, zat ik nu nóg boven, dus Hans krijgt iets extra lekkers van me!" Toen Hans zag, dat Opa het niet verve lend vond om Luilak te zijn, begon hij te lachen. Grootvader streek hem over zijn haar en dacht: „Je bent ook nog te klein om te weten, dat ik met opzet boven was ge bleven. Ik kan beter de hele familie trac- teren dan een van de kinderen!" EEN KAARS VAN DERTIEN METER. door Lies Helgers. Ze vonden het altijd allemaal even pret tig om naar Heuvelland te gaan. Al weken van te voren verheugden ze zich op dat jaarlijks bezoek aan grootvader en groot- moeder. Alle neven, nichten, ooms en tan tes kwamen dan en het was altijd een van de leukste vacanties van het hele jaar. Al leen jammer, dat het zo kort duurde, maar de Pinkstervacantie duurt nu eenmaal al tijd kort. Hansje kon de dag bijna niet af wachten, tot ze zouden gaan en hij liep al door om moeder heen en vroeg: „Komt Jo- pie ook, moeder? En komt oom Hans ook?" Oom Hans was zijn lievelingsoom, dat kwam misschien wel omdat hij naar dien oom was genoemd. Bob en Jetteke verheugden zich ook erg op de vacantie. Ze hadden de laatste weken Pinksteren is weer in 't land Het feest van zon en blijheid! Daarom Zusje, maak wat voort Want we hebben niet veel tijd. Alles moet toch met dat feest Zo mooi zijn als 't maar kan. Als we nu niet voortmaken Dan komt daar niets meer van! Een kaars is het eigenlijk niet, die op eerste Pinksterdag naar de Bodenberg wordt gedragen. In Zuid-Beieren bestaat al meer dan negenhonderd jaar de gewoonte om op eerste Pinksterdag een bedevaart te houden naar de Bodenberg in de buurt van Strauding. Ongeveer 70 kilometer daarvandaan ligt Holzkirchen en van dat plaatsje af trekken de gelovigen naar het kerkje op den berg. In de stoet wordt de „kaars" meegedragen. Het is een houten paal van dertien meter, die aan alle kan ten goed met was is ingesmeerd. Ieder jaar wordt een dergelijke „kaars" naar de Bo denberg gedragen en al dagen van te vo ren wordt de paal met was ingesmeerd. Er is misschien wel geen feest, waarbij zoveel verschillende volksgebruiken zijn als bij Pinksteren. Ook in ons land bestaan veel verschillende gebruiken, hoewel er al veel langzamerhand in het vergeetboek ge raken. Het is niet te verwonderen, dat men juisi met Pinksteren overal feest viert. Pinkste- ren, dat altijd op de vijftigste dag na Pasen valt, is het feest van de vervulling en alles helpt buiten mee om ons daaraan te herin neren. Overal bloeien de bloemen in hun mooiste kleuren. De Pinksterbruid. Brooduitcleling in de Ageler-Es. Ook al eeuwenoud is het Twentse ge bruik van de brooduitdeling in de Ageler- Es. Ieder jaar heeft deze uitdeling plaats op Pinkstermaandag ongeveer om 2 uur 's mid dags. Deze Ageler Es ligt ten Zuiden van Ootmarsum en de boeren uit Groot en Klein Agelo komen op die Maandagmiddag langs verschillende kleine paadjes naar een Een van de heel oude gebruiken, die in verschillende streken van ons land nog steeds erg in trek is, is de „Pinksterbloem" of zoals ze op sommige plaatsen wordt ge- I noemd, de „Pinksterbruid". Het liefste en mooiste meisje uit het dorp wordt uitgeko- zen om Pinksterbruid te zijn. Ze krijgt een krans van bloemen in het haar en wordt j helemaal met bloemen versierd. Zelfs de deur van haar huis wordt versierd. Ieder een brengt zijn hulde aan de Pinksterbruid en het spreekt vanzelf, dat ieder meisje er erg trots op is, als ze tot de schoonste van het dorp wordt uitgekozen. Nuskolopon in Rolde. In Rolde, het dorp van de hunnebedden, bestaat een heel oud gebïuik op Pinkster maandag, het Nuskolopen. Dan lopen de jongens, die nog op school zijn, met bloeien de bremstruiken behangen door het dorp en zingen: „Nusko zit zo diep in de veren, Kan niet roepen, kan niet reren, Nusko hier, Nuska daar Nusko zit op de bloemkoar." Zo gaan ze van het ene huis naar het andere en halen een paar centen op. Het gebruik stamt van vroeger, toen de koeien in de zomer nog 's morgens vroeg naar het land werden gebracht. De koejongen, die nu op Pinkstermaandag het laatst met zijn koeien kwam was Nusko, omdat hij telang in het „nust" (bed) had gelegen. Hij werd dan op een kruiwagen gezet en door het dorp gereden, terwijl de anderen dat Nus- kolied zongen. Met de roggebroden op weg naar de Ageler-Es. open plek midden in de rogge-es. Ze dra gen grote roggebroden aan stokken ge prikt over hun schouders. De armen uit Ootmarsum komen ook op die plaats en krijgen ieder een brood. Moeders met veel kinderen brengen al hun kinderen mee, want niemand gaat daar met lege handen vandaan. Als er te weinig broden zijn, worden ze in stukken gesneden, zodat toch ieder zijn deel krijgt. De oudste boer heeft de leiding. Eerst wordt er gebeden en daarna worden de broden uitgedeeld. De bedoeling van deze uitdeling is om een goede roggeoogst te verkrijgen door het liefdadig werk. OVER „PINKSTERLUMMELS" EN „WATERVOGELS." Pinkstergebruiken uit het buiten land. Behalve de Pinksterbruid, die niet alleen in ons land, maar ook in andere landen is, wordt ook in vele streken een Pinkster lummel gekozen. Dat is de luiste knecht uit het dorp, en het is dus niet prettig om in dit geval de „held" te zijn. Vroeger trokken de jongens op Luilakmorgen naar buiten en maakten van takken en brandnetelgroen een luilak, die ze dan voor het huis van den Pinkster lummel neerzetten. In sommige streken schenen de jongens het toch niet zo erg vervelend te vinden om zo in het middelpunt van de belangstel ling te staan, want ze gaven zich wel eens vrijwillig voor het baantje op. Ze werden dan helemaal met klissen en groen behan gen en in Haarlem werd de jongen dan ook „Klissenboer" genoemd. In Engeland heeft men hetzelfde gebruik en hier wordt de Pinksterlummel „Jack in the Green" genoemd, wat betekent „Jaap in het groen." In Rusland kent men het gebruik van de „Groene Week" of „Takweek" met Pink steren. In die week worden alle huizen van buiten met groen versierd en overal staan bloemen voor de ramen en bij de deuren. De meisjes dragen korenbloemen in hun haar en iedereen doet zijn best om de mooiste bloemen te dragen. De Groene Week is dan ook de feestelijkste week van het hele jaar. De mensen voelen zich door al het groen en de bloemen vanzelf in een goede Pinksterfeeststemming en dat is best te begrijpen! morgen Luilak is!" Meteen riepen ze alle maal door elkaar en begonnen hard te lachen: „Ja, weet je nog wel, het vorig jaar was oom Hans het!" „Ik denk, dat jij het bent, Mieke!" riep Bep, „jij kan 's morgens nooit uit je bed ko men!" „Dat zal je eens zien, ik denk, dat Ruut het is, die is zo'n langslaper!" „Wat is Luilak?" vroeg Hansje nu zacht aan grootvader. „Ach jij lieve dreumes, dat weet je nog niet, dat is waar. Luilak is degene, die de Zaterdagmorgen voor Pinksteren het laat ste beneden komt. Dat is al een heel oud gebruik. De Luilak moet tracteren!" „Opa, ik denk dat u Luilak wordt mor gen!" zei Bob nu. flink moeten werken op school en op Heu velland zouden ze weer tijd hebben voor andere dingen. Het was de gewoonte onder de kinderen en kleinkinderen van de fa milie Bachtel om elk jaar met Pinksteren bij de oude meneer en mevrouw Bachtel te gaan logeren. Het grote landhuis, „Heuvel land", lag helemaal buiten en er was een heel grote tuin bij, waar de kinderen ver stoppertje in konden spelen en waar ze net zo hard in mochten hollen, als ze maar wil den. Moeder had nog veel klaar te maken, maar eindelijk was het dan toch zo ver en op Vrijdagmorgen vertrok het hele stel naar Heuvelland. Alleen vader zou pas Za terdagmiddag komen. De ooms kwamen ook allemaal dan pas, want die moesten Zater dagmorgen nog werken. Op Heuvelland. Zij waren de eersten, die op Heuvelland aankwamen. Tante Gerda was er nog niet met Ruut en Mieke. De kinderen holden door het huis en door de tuin. Ze moesten iedereen goedendag zeggen en kijken of er niets veranderd was. Moeder was al bang, dat ze te druk waren voor grootmoeder, maar die zei: „Welnee! Ik ben blij, dat die druktemakers er weer zijn. En als dit al te druk is, hoe moet het dan worden, als di rect Gerda met de kinderen komt en Truus met Bep!" En grootmoeder had gelijk. Toen de an deren ook kwamen, was het een geroep en geschreeuw in huis, dat horen en zien je verging. De nerven en nichten moesten alles van elkaar weten, want ze hadden elkaar alweer in lang niet gezien. Ruut en Bob gingen samen naar het dorp om een paar boodschappen te doen en de anderen had den ook allerlei in orde te maken en te be spreken. Ze waren weer echt allemaal in de goede Pinksterstemming! Een vrolijke maaltijd. Die avond aan tafel zei Grootvader: „Nu zal het my toch benieuwen, wie van ons er „Ik zal mijn best doen, om op tijd bene den te zijn," lachte Opa, „maar het is wel jammer, dat mijn wekker het tegenwoordig niet goed meer doet. Stel je voor, dat Oma en ik ons verslapen!" „Dan moet u ons tracteren", riepen ze toen allemaal en ze praatten en lachten al van pret. Iedereen nam zich voor om te zorgen vroeg beneden te zijn. „Maar als Opa's wekker kapot is, is het toch gemeen, dan kan hij het niet helpen!" zei Hansje nu. „Trek jij maar partij voor je ouden grootvader, hoor jongen", zei Opa. „Ik zal wel proberen op tijd te komen!" Hansje bleef verder heel stil. Hij scheen er maar steeds over te denken, dat Opa geen wekker meer had en dat hij nu mis schien Luilak zou worden. En Hansje hield erg veel van zijn grootvader. Hij was bang, dat de anderen om hem zouden lachen. De kinderen praatten nog een tijdje door over de Luilak en grootvader plaagde: „Jul lie mogen je hele spaarpot wel omkeren, als jullie Luilak worden, want we willen iets lekkers hebben!" Luilakmorgen. De volgende morgen werden er al heel vroeg allerlei geluiden in Heuvelland ge hoord. Boven, op de kamer, waar de meis jes sliepen, werd zacht gepraat en wie goed luisterde, hoorde de kinderen heel voor zichtig lopen. Op de jongenskamer bleef het nog even stil, maar na een kwartier schenen zij ook wakker te zijn, want er werd gepraat en gelachen. De jongens deden het niet zo zacht, als de meisjes. Om half 8 waren alle meisjes al beneden en de jongens kwamen ook. Bob, die in een kamertje apart sliep, was er alleen nog niet. De tantes waren er ook nog niet en Opa en Oma ook niet. Maar de tantes lieten niet lang op zich wachten en ook Oma kwam beneden. „Ik heb jullie nog nooit zo vroeg al bij elkaar gezien," lachte Oma. „Ik zou bijna zeggen, dat er iets aan de hand is!" Ze be gonnen allemaal te lachen en keken naar de deur. Wie zou nu het eerste komen, Opa of Bob. Plotseling sloop Hansje de kamer uit. door Lisette Teulings. Marietje had een Pinksterlam Als sneeuw zo blank en rein. En waar Marietje ging of stond, Daar wilde 't lam ook zijn. Het liefste ging zij naar het bos En naar de groene wei; Daar sprong het kleine dier bi 't rond Zo dartel en so biy. En had het zich dan moe gespeeld Dan huppelde het ras, Al blatend naar Marietje toe En vlyde zich in 't gras. Het dier was voor het blonde ldnd Een lieve kameraad; Paarom hield ieder van haar lam En niemand deed het kwaad.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 10