Garden party in het park van Laeken. KRONIEK van den DAC. Gala-voorstelling in den Muntschouwburg BINNENLAND. LUIK 1939 TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEIJWSCHE MUWELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 25 MEI 1939. No. 122. Het sprookje van de beau monde. SLUIS EEN GIFT VAN H.M. DE KONINGIN VOOR DE ARMEN VAN BRUSSEL. INTERNATIONALE WATERTENTOONSTELLING MEI - NOVEMBER FELLE BRAND IN HET MAASSTATION TE ROTTERDAM, ,A- - Levensruimte en levensruimte. De Portugeesche minister-president Sala- zar (in feite is hij dictator van Portugal) heeft dezer dagen ^en redevoering gehou den, welke meer aandacht verdient dan haar werd geschonken. „Wanneer Europa te kennen geeft, zoo zei hij, dat er politieke régimes zijn die in wezen agressief zijn, en andere, die begiftigd zjjn met een evange lische zachtmoedigheid en een onbegrens- den eerbied voor de rechten van buiten landers, begaat het niet alleen een vergis sing die door de feiten wordt weerlegd, doch lokt het de vorming van ideologische blok ken uit en van vraagstukken van binnen- landschen aard, welke den weg naar een goede verstandhouding verre van verge makkelijken". Salazar sloeg hier den spijker op den kop. Men kan zich alleen afvragen of er tegen de geschetste ontwikkeling nog veel te doen valt. Het nu juist in kalk en cement ge zette ideologische blok van as-mogendhe- den is al zoo ver, dat het den aanval gaat voorstellen als de eenig practische vorm van verdediging. De redeneering is: „ik heb ruimte noodig, en als ge me die niet geven wilt, valt ge me aan en moet ik me ver dedigen door u aan te vallen". Er is in de ze redeneering sprake van actieve verdedi ging tegen passieve aanvallen. Men kan deze beschouwingswijze niet eens in absolu- ten zin veroordeelen. Inderdaad kan een land zóó in de verdrukking worden gebracht dat het, om lucht te krijgen, om zich heen moet slaan. Andere staten zouden het kun nen vermijden, door die slagen getroffen te worden, indien ze een eindje op zij gingen, maar ongelukkigerwijs is dat in Europa onmogelijk. Intusschen, hoe staat het met die ver drukking van de as; is die alleen aan boos opzet van de anderen te wijten? Men zou zeggen, dat één der asgenooten er toch al aardig in geslaagd is, zich wat „levens ruimte" te verschaffen; Abessynië is een terrein waar Italië geslachten lang arbeid voor zijn kolonisators kan vinden. Niette min roept Italië even hard om „levens ruimte" als Duitschland het doet, dat zich nog geen koloniën kon verwerven, en dus een slag achter is. Maar Italië maakt, dus doende, meteen duidelijk, waarom het zoo moeilijk is, aan de voor een deel gerecht vaardigde aspiraties van het Derde Rijk toe te geven. De totalitaire staten zijn onver zadigbaar; geeft men hun iets toe, dan vra gen zij onmiddellijk om meer, en geeft men hun dat ook, dan gaan zij eerst recht om nóg meer vragen, en inmiddels hebben zij kans gekregen zich zoo te versterken, dat zij dit meerdere kunnen trachten af te dwin gen. De staat, de staatsmacht, is er tot af god verheven en deze afgod heeft, reeds om redenen van prestige, behoefte aan steeds meer machtsvertoon, teneinde het ontzag van zijn onderdanen te behouden. De staatsmacht eischt uitdrukking in regel rechte souvereiniteit over de gebieden waarin de staat zijn levensruimte zoekt; in onderdrukking van vreemde gebieden dus. Duitschland heeft dat gedemonstreerd in Bohemen en Moravië; Italië deed het pas geleden door de verovering van het econo misch reeds geheel van dat land afhanke lijke Albanië. Deze dingen zijn het, die on derhandelen met de „as" zoo uiterst moei lijk en gevaarlijk maken. Iedere toegevend heid wordt daar als een bewijs van zwakte beschouwd, dat nieuwe eischen uitlokt. Italië heeft hetzelfde in 1915 vertoond, toen Bülow onderhandelde teneinde Italië te be wegen, zich niet aan de zijde der geallieer den in den wereldoorlog te scharen De eene eisch van de Italiaansche regeering was nog niet ingewilligd, of een nieuwe volgde; Bü low sprak van een „schroef zonder eind" en het is dan ook niet mogelijk gebleken, de Italianen met toezeggingen van stukken Oostenrijksch gebied te bevredigen. Erkend zij, dat Italië door den oorlog het geeischte en meer nog verkreeg, maar nu, twintig jaar later, is het weer niet tevreden. Het heeft zich thans vastgeketend aan Duitsch land en beide landen voeren op het oogen- blik een soort bluf-politiek, waarbij de ont zaglijke reclame, voor de onderteekening van het Duitsch-Italiaansche verdrag gemaakt, het voornaamste propaganda-middel vormt. Het ziet er echter naar uit, dat men met deze politiek niet op zijn kosten zal komen. Indien de Engelsch-Russische onderhande lingen slagen, komt er een „anti-agressie front", dat in kracht en macht de spil- mogendheden en haar satellieten ver over treft, een dat voor bluf vermoedelijk niet zal wijken. Wat dan evenwel? Zal er dan schieten moeten volgen? Duitschland en Italië hebben zich voor een groot deel in hun benarde economische positie gebracht door hun ontzaglijke bewa pening. Men heeft zich vele opofferingen getroost omdat men rekende, er iets mee te winnen. Blijft die winst uit, dan doen zich de binnenlandsche vraagstukken voor, die den weg naar een goede verstandhou ding geenszins vergemakkelijken", en deze vraagstukken zouden de dictators tot een vlucht in den oorlog kunnen brengen. De aanleiding Dantzig, ligt gereed. Maar te Dantzig bindt men in. De Polen 7ijn er weer in de gelegenheid gesteld, hun rechtmatige douane-controle uit te oefenen. Wel constateerde een communiqué van den Senaat van Dantzig, dat het statuut in zijn huidigen vorm niet gehandhaafd kan blij ven, maar men onthoudt zich vooralsnog van dreigementen. De Duitsche pers heeft zóó veel ruimte noodig gehad voor de ver heerlijking van het verdrag van Berlijn dat ze zich nog niet veel met de incidenten van Dantzig heeft kunnen occupeeren. Voor- loopig ziet het er naar uit, dat de even- tueele lust der asgenooten om „het zwaard te trekken, teneinde hun aanspraken op le vensruimte te verdedigen" door de vrees voor de gevolgen wordt overtroffen. En men mag hopen, dat dat zoo zal blijven; opdat er dan een anderen weg betreden kan worden, een weg, welke minister Salazar in zijn opgemelde rede typisch als volgt schet ste. „Europa kan geraken tot geleidelijke rationalisatie van zijn algemeene economie, wanneer het spreekt van levensruimte als v an een feit of een aspiratie, die nauwe economische betrekkingen weergeven; verder wanneer het spreekt Brussel, 24 Mei. In de verbeelding van alle volkeren en rassen is het hoogste ge luk der menschheid steeds verbonden ge weest met de voorstelling van een schoonen tuin, waar bloemen bloeien en de mensche- lijke wezens zich vermeien, aan niets an ders denkend dan aan gratie en schoonheid. De beau monde van Brussel vereenigde zich gistermiddag in het park van Laeken. De schoone wereld, hoe goed is deze uit drukking. Neen, een volledig beeld van het leven zag men niet in deze onwezelijke sfeer van bloeiende bloemen, tropische plantenweelde warme lentezon en betooverende toiletten. Het was eerder de eenzijdige voorstelling van de wereld op zijn mooist, met alle lacunes der eenzijdigheid maar met alle klem en charme van het toppunt. Hier werkte alles mee om een feest te maken: over de golvende parken van Lae ken, die zich over een heuvelland nabij Brussel uitstrekken en over uitgestrekte gazons en droomende vijvers den -blik op de in de diepte liggende huizenzee van Brussel vrij laten, scheen een warme lente zon. De weidebloemen bloeiden in het gras. De rhododendronperken waren dikke bloe- mentrossen. Tegen een smetteloos blauwen hemel stegen de glazen koepels van de op den heuveltop gelegen koninklijke serres omhoog. Het oude hout van het park pronk te met jong groen. In de serres ging eerst recht een sprookjeswereld open: onder pal men en andere tropische boomen bloeiden de zeldzaamste bloemensoorten. En te midden van dit paradijs bewoog zich de chic van België. Tweeduizend ge- noodigden. Vele mannelijke autoriteiten. Daarover echter spreken wij in de tweede plaats. Wat is er te zeggen van het man nelijke toilet? Een uniform ofeen ja- quette, uniformer dan dan uniform. Des te meer vond het oog te zien in hetgeen de vrouwelijke sekse aan fleur aanbracht. Wat deden zij hier, de zwevendschrijdende schoo nen, op de garden-party? Genieten van den tuin, van de eer der uitnoodiging en van de beoefening der elegantie Zeg wandeltoilet, en gij weet hoe een man er uit ziet. Doch wat is een middag toilet voor een vrouw? Als zij jong en frisch is, is het wellicht een teer spel van lichte kleuren en stoffen, dat iets engel achtigs moeten suggereeren. Is zij een don kerder en feller type, dan wellicht een combinatie van gloeidende donkere kleu ren, die het mysterie oproepen. Is zij al wat meer matrone, dan is het waardigheid en statie, welke langs de leden ten gronde plooit. Telkens is het iets anders, telkens een andere poging om de eigen persoonlijk heid te doen spreken uit het feestgewaad. En bij dit alles de elegante conversatie, de hoffelijke begroetingen de charmante gesprekken. Le beau monde En de jaquettes en andere uniformen? Ofschoon minder belangrijk op een tuin feest, waren het geenszins quantités négli- geables, die zich daarin verhulden, integen deel. Het waren allen „personnaliteiten" de presidenten der Kamers, de ministers, de gouverneurs der provinciën, burgemees- sters, hoofdofficieren, vertegenwoordigers van de zakenwereld en van de kunstwereld. Gedurende bijna twee uur had dit bonte gezelschap door den lusthof van Laeken ge flaneerd, toen, tegen half vier, de genoo- digden werden gemaand zich te verzamelen rond de groote rotonde, een der grootste palmenserres, die op zeer gelukkige wijze versierd was. Granaatkleurige velums, van het centrum van den koepel in golvingen nederhangend, temperden de zonnestralen. Achter de palmen speelde een militaire kapel zachte muziek. Het was over half vier, toen het Wilhel mus weerklonk. Koningin Wilhelmina en Koning Leopold verschenen in de rotonde, vergezeld van Prinses Josephine Charlotte, Prins Boudewijn en Prins Albert. De Ko ningin droeg een wit zomertoilet van lichte stof, met blauw-paarse bloemmotieven ver sierd en gegarneerd met een ceintuur n dezelfde kleur. Ook de band om haar lich ten stroohoed en haar handschoenen waren blauw-paars. De genoodigden hadden zich in twee ha gen geschaard en waar de vorsten passeer den, werden buigingen en révérences ge maakt. In het midden der rotonde waren de hoogstgeplaatste autoriteiten opgesteld, van wie er verschillende aan H.M. de Ko ningin werden voorgesteld. Vrij spoedig trokken de Koning en de Koningin zich weder terug. Twee buffetten in de hoofdserres werden toen open gesteld. Nog geruimen tijd bleven de gasten de wonderen van flora in de ser res en tui hén bewonderen. Eenige oogenblikken kon men de Konin gin-moeder Elisabeth, die zich zonder op zien te baren onder de gasten had gemengd, zich met eenige autoriteiten zien onderhou den. De zon begon reeds schuiner haar licht te werpen over het paradijs van Laeken, toen langzaam aan de auto's den uitgang van het park begonnen op te zoeken en ge- geleidelijk de gasten afscheid begonnen te nemen. Het sprookje was teneinde. van het bestaan of de vorming van staats huishoudingen, die door natuurlijke belending of geschiktheid een natuurlijke onderlinge aanvulling vorme n". Indien men nu maar eens zou ophouden met dreigen en zich bereid verklaarde tot praten. En voor al: indien er nu maar eens een duidelijk on miskenbaar gebaar van de zijde der drei- gers kwam. Er is immers heel wat noodig om het geschokte vertrouwen in de moge lijkheid om met hen tot een redelijk over leg te komen, te herstellen. Salazar wees een weg: deugdelijke herziening van het begrip „levensruimte". Zullen we het beleven, voor het te laat is? EEN RECEPTIE. Omstreeks zes uur hield H.M. de Konin gin receptie voor de Nederlandsche autori teiten en genoodigden in België in het ge zantschap van Hare Majesteit aan de Re gentslaan. In een der zalen op de eerste étage van hét gezantschapsgebouw hebben hier een twee honderd genoodigden, waar onder de consuls van Nederland in België, de vertegenwoordigers van Nederlandsche vereenigingen en Nederlandsche autoritei ten, langs de Koningin gecirculeerd, en hebben het genoegen mogen beleven dat de Koningin zich eenige oogenblikken met ieder van hen onderhield. Ongeveer een uur duurde deze receptie. Ten besluite van den tweeden glorierijken dag van het verblijf van H.M. de Koningin in België, heeft gisteravond in den Munt schouwburg te Brussel een gala-uitvoering plaats gehad, welke in twee beteekenissen bijzonder was. Vanzelfsprekend had deze avond een apart cachet door de aanwezigheid van Ko ningin Wilheimina en Koning Leopold, als mede van alle leden van het corps diplo matique, van de Belgische regeering, van de Kamer van afgevaardigden, van de se natoren en van een groot aantal militaire en civiele autoriteiten, maar ook door het feit dat er artistiek gesproken tijdens deze gala-uitvoering het beste is gepresteerd van wat Belgische kunstzin in deze dagen kan brengen. Om acht uur was het koninklijk theater, de Muntschouwburg reeds tot in de uiter ste hoeken gevuld met een uitgelezen scha re publiek, terwijl slechts de zetels van de beide vorsten en van hun onmiddellijk ge volg ledig bleven, omdat na de garden party van dezen middag allereerst een ren ceptie werd gehouden in het Nederlandsche gezantschapsgebouw, terwijl daarna de Ko ningin en de Koning aanzaten aan een in tiem diner in het paleis te Brussel. Het eerste gedeelte van het programma, bestaande uit de eerste acte van Beetho- vens „Fidelio", werd derhalve uitgevoerd zonder de aanwezigheid van hun majestei ten. Onder leiding van den dirigent René Defossez speelde het orkest allereerst de ouverture Leonara no 3 van Ludwich van Beethoven, daaraan aansluitend volgde de uitvoering van het gedeelte van een der opera's van den grooten componist. Na dit eerste gedeelte van het program ma werd eenige oogenblikken gepauzeerd, omdat men de komst van Koningin Wilhel mina en Koning Leopold thans ieder mo ment kon verwachten. Het geduld van de vele aanwezigen in de zaal en van hen die een plaatsje hadden weten te bemach tigen in de couloirs werd nog eenïgen tijd op de proef gesteld. Langs de statietrap, welke leidde naar het balcon, waar de plaatsen voor hunne majesteiten waren ge reserveerd, was een eerewacht gevormd door de vaandrigs van de Belgische militai re academie. De koninklijke loge was prachtig versierd met een bed van roode azalea's en behan gen met karmijnroode draperieën met goud-brokaat bestikt. Om tien minuten voor tien brachten de militairen van de eerewacht hun saluut, een gesloten auto reed voor en de beide vorsten traden de hall van den Munt schouwburg binnen. H.M. de Koningin droeg een wij de avondrobe, waarover heen een lange hermelijnen mantel, terwijl een schitterende diadeem haar hoofd sierde. In de vestibule van het theater werden de heeren Corneil de Thoran en Van Glab- beke. directeuren van den schouwburg aan Koningin Wilhelmina voorgesteld. Bij hun entrée in de theaterzaal werden dg beide vor sten langdurig door het publiek toegejuicht. Neerlands landsvrouwe dankte voor de hul de door telkens opnieuw het hoofd te nel gen. Het gejuich hield evenwel eerst op, toen het orkest het Nederlandsche volkslied inzette. Alle aanwezigen, ook de vele Bel gen, zongen het Wilhelmus uit volle borst mede. Hierna werd de Brabangonne ge speeld, waarna ook Koning Leopold lang durige ovaties in ontvangst had te nemen. Oogenblikkelijk daarna begon de voor stelling opnieuw met het ballet „Orphee", voor dans, tenor en sopraan, bewerkt door den heer Paul Vidal. Het orkest werd nu gedirigeerd door Corneil de Thoran. Tot slot van deze gala-uitvoering werd het superbe ballet „Contes de Fees", mu ziek van Tchaikowsky, choregraphie van Leonid Katchourowsky, op inderdaad on verbeterlijke wijze voor het voetlicht ge bracht. Het was een artistiek spel van kleur en lijn, een genot van muzikale en rhythmi- sche schoonheid, dat den aanwezigen werd geboden. Te tien over elf was de gala-voorstelling ten einde. Wederom werden de beide volks liederen gespeeld, alle aanwezigen verhie ven zich van hunne plaatsen en keerden zich naar de beide vorsten die beminnelijk dankend, deze laatste hulde van dezen dag in ontvangst namen. Koningin Wilhelmina en Koning Leopold namen plaats in een gesloten automobiel, waarmede zij, geëscorteerd door officieren- motorrijders van het regiment der „guides" en van het tweede regiment lanciers naar het koninklijk paleis terugkeerden onder luide toejuichtingen van het publiek, dat zich ook thans niet onbetuigd liet en in grooten getale op het plein voor den Munt schouwburg aanwezig was. Het was een schoon einde van een schoo nen dag. Abonnementen en Advertentiën voor dit blad worden aangenomen door den Agent P. A. SOMEBS, Bij gelegenheid van haar officieel bezoek aan België heeft H.M. Koningin Wilhelmi na den burgemeester van Brussel een gift van 30.000 franken doen toekomen voor de armen van de stad. CHRISTEN VROUWEN GETUIGEN IN DE HOOFDSTAD. Tweeduizend belangstellenden in ,het Concertgebouw bijeen. Op den tweeden dag van de vierde lustrumherdenking van den Nederland- schen Christenvrouwenbond, die het karak ter droeg van een toogdag en die circa 2200 leden van den bond naar Amsterdam had gevoerd, waar zij in het Concertgebouw bij eenkwamen, sprak gister de presidente, me vr. A. Knoppers Valkenier in de ochtend zitting over „de branding om den toren". Zij schetste in haar toespraak de tot standkoming van den bond in de jaren 1918 1919, toen de branding rond den toren sloeg, welk beeld ook op den tijd, waarin wij thans leven, kan worden toegepast. Tweemaal sedert de laatste bondsvergade ring werd een catastrophe gevreesd. In het vervolg van haar rede verheerlijkte zij het koningschap van Christus, op welken grondslag de bond en zijn arbeid zijn ge bouwd. Het werk in de afgeloopen 20 jaar is zegenrijk geweest en de bond zal er met veel toewijding en liefde mee verder gaan, want de geestelijke en stoffelijke nooden zijn nog steeds heel groot. Met het uitspre ken van de hoop, dat God het werk tot ze gen van de gemeenschap zal doen zijn, be sloot de presidente haar openingserde. De middagvergadering werd o.m. ook bij gewoond door mevr. RoëllDe Vos van Steenwijk, de echtgenoote van den Com missaris der Koningin in Noord-Holland en door talrijke afgevaardigden van vrouwen en meisjesvereenigingen op christelijken grondslag. Mevr. KammeraatBekker, die als penningmeesteresse, welke functie zij meer dan achttien jaar lang heeft vervuld, aftrad, werd ook in deze bijeenkomst hulde gebracht. Zij ontving als stoffelijk blijk van waardeering een aquarel. Staande zong de vergadering haar de zegenbede uit psalm 134 toe. Nadat besloten was aan H. M. de Konin gin en aan het prinselijk gezin telegram men van hulde en trouw te zenden, sprak het lid der Tweede Kamer, mevr. mr. C. F. barones MackayKatz over „Heroriënta tie", waarna de bijeenkomst werd gesloten met een opwekkende toespraak van mr. H. Bijleveld. Na het staande zingen van het eerste en zesde couplet van het Te De am en dankge led is de vergadering uiteen gegaan. REGELING VOOR HET STEMMEN DOOR TEWERKGESTELDEN. De minister van sociale zaken heeft aan de inspecties der werkverschaffing 'n rond schrijven gericht, waarin hij de aandacht vestigt op de regeling voor tëwërkgeslel- den die hun stemplicht moeten vervullen. Zij luidt als volgt: a. Voor zoover de werkverschaffing ligt in de, gemeente, waar de tewerkgestelden hun stemplicht moeten vervullen, vangen de werkzaamheden op den dag van de stem ming aan uiterlijk om 10 uur v.m. Vergoed worden twee uren, berekend naar de voor die gemeente geldende loonnorm (en). b. Indieh de werkverschaffing buiten de gemeente ligt en de arbeiders eiken dag op en neer gaan, wordt door de inspectie in overleg met het gemeentebestuur in elk voorkomend geval vastgesteld, hoe laat de arbeiders op den dag der verkiezing uiter lijk op het werk moeten zijn. Slechts het aantal verzuimuren, door de inspectie be paald, mag worden vergoed en wel op de basis van de voor de gemeente geldende loonnorm (en). HEYMANS EN ROUS TE AKYAB. De Nederlandsche sportvliegers Heymans en Rous hebben op hun terugreis van E}a- tavia naar Amsterdam Alor Star gistermor gen om zes uur verlaten. Zij maakten een tutschenlanding te Tavoy en vlogen ver volgens tegen den krachtigen West moes son naar Akyab, dat zij om half zeven be reikten. ONTSPANNING VOOR DE GRENSTROEPEN. Waarheen boeken enz. te zenden? Het hoofdbestuur van den nationalen bond „Het Mobilisatiekruis" vraagt ons be kendheid te willen geven aan het verzoek van den bond aan hen, die boeken, tijd schriften, spelen wenschen te schenken, om deze voortaan te willen zenden naar het dichtstbij gelegen adres van de contactof ficieren voor de ontwikkeling en ontspan ning, dan wel ter zake met die officieren in contact te willen treden. Het adres voor geldelijke bijdragen blijft het hoofdbestuur van gemelden bond te 's- Gravenhage, gironummer 25424. Voor Zeeland zijn de geschikte adressen: kapitein J. van Engelenburg, Vincentius- straat 68, Roosendaal en kapitein Sliepen- beek, Wachtschip Vlissingen. ONGELUK OP ONRE WA AKTEN OVERWEG TE BARNEVELD. Vrachtauto versplinterd. Be stuurder ongedeerd. Op den onbewaakten overweg aan den Nijkerkerweg te Barneveld is gister een vrachtauto, bestuurd door J. W. Klaren- beek uit Barneveld aangereden door een locomotor, komende uit de richting Amers foort. De wagen werd op het afgaande spoor gedrongen, doch bleef onbeschadigd. De chauffeur, die geen letsel had gekre gen, bleef eenigen tijd versuft in de auto zitten. Plotseling zag hij uit de richting Amster dam twee aaneengekoppelde locomotieven i:i snelle vaart naderen. Hij had nog juist den tijd uit de auto te springen en zich langs de spoorlijn in veiligheid te stellen. Onmiddellijk daarop werd zijn auto door de locomotieven totaal versplinterd. De brok stukken versperden het ter plaatse zeer drukke treinverkeer, doch zij werden spoe dig door het baanpersoneel, met behulp gwreaöBBp r|iihte j»»» Watersport-liefhebben komt naar Luikl De groote Internationale Water- Tentoonstelling biedt U sensatto- neele attracties wedstrijden, acrobatie, het wondere Goud- Paviljoen enz... Het geheel een grootsch en origineel schouwspel. (Ingez. Medea.) van een kraanwagen van een garagehou der, opgeruimd. KLOPPARTIJ IN EEN IJSSALON. Tien personen naar het politie bureau. Gisteravond om tien uur zijn in een ijs- salon in de Rijnstraat te Amsterdam ernsti ge ongeregeldheden voorgevallen. In de ijssalon, welke vrij veel wordt be zocht door Joden, bevond zich een dertig tal personen. Op een gegeven oogenblik ontstond in de salon een woordenwisseling, welke een twistgesprek werd, dat in een vechtpartij ontaardde. Van buiten drong daarop een groep van twintig mannen binnen, die tafels en stoe len omver wierpen en het glaswerk stuk sloegen. Bij de uitroepen, waarmee deze inval ge paard ging werd het woord Jood gebezigd. De aanwezigen werden met boksbeugels en gummistokken mishandeld, ten gevolge waarvan zij verschillende kleine verwon dingen aan het hoofd kregen. Een bezoek ster kreeg een tafel tegen het hoofd, waar door zij een lichte hersenschudding opliep. De geneeskundige dienst vervoerde haar via een der ziekenhuizen naar huis. Op aanwijzing van getuigen hield de po litie een tiental personen aan en bracht hen, onder verdenking van „openlijke ge weldpleging met vereende krachten" over naar het politiebureau. De aangehoudenen erkenden op hun terugtocht van het kring huis aan de Amstelkade langs de ijssalon te zjjn gekomen, doch zij ontkenden aan de kloppartij te hebben deelgenomen. Daartegenover staan verklaringen van getuigen, die hen erkennen als behoorende tot degenen, die aan den overval deelna men. Vannacht omstreeks half drie is brand uitgebroken in de woning van den restau rateur van het station Maas-aan de Ooster kade te Rotterdam. Deze woning maakt deel uit van het stationscomplex en is ge heel van hout opgetrokken met een steenen onderbouw. De restaurateur J. Sier, hoorde een hevigen slag en toen hij 'n onderzoek instelde, ervoer hij dat zijn voorkamer in lichter laaie stond. Terstond waarschuwde hij zijn echtgenoote en twee buffetjuf frouwen die eveneens in het huis sliepen en die in allerijl in nachtgewaad de straat opvluchtten. De brandweer bestreed het vuur, dat fel naar alle zijden uitsloeg, met twintig stra len. Door het vele oude hout was de rook ontwikkeling enorm, zoodat personeel van de afdeeling brandbluschmiddelen voorzien van rookmaskers assistentie moesten ver- leenen. De geheele eerste verdieping stond wel dra in volle vlam, terwijl het snel voort schrijdende vuur zich ook mededeelde aan de zolderverdieping, waarvan het dak door brandde. Een vonkenregen daalde neer op de omliggende stationsgebouwen maar de brandweer wist deze in den kiem te smo ren. Het heeft echter danig gespannen. De perronsoverkapping die ten deele van hout is en ten deele uit ijzeren pijlers is opge trokken, loopt vlak achter de woning langs en omstreeks kwart over drie deelde het vuur zich ook hieraan mede. Een gelukkige omstandigheid was, dat tusschen de woning en de overkapping een smalle ruimte was, waardoor men een slang kon leggen en zoo kon men het ge vaar spoedig bezweren. Na eenige uren van inspannend werk slaagde men erin het vuur te bedwingen. Omtrent de oorzaak staat nog niets vast, wel heeft de restaurateur verklaard, dat hij des namiddags met terpentijn had gewerkt. De geheele woning welke de afsluiting vormt van het stationscomplex en acht kamers bevatte, is volledig uitgebrand, ter wijl ook het perron schade heeft geleden. De ruimte, die onder de woning op den beganen grond gelegen is, diende als baga gedepot en derde klasse wachtkamer. Beide hebben veel waterschade opgeloopen, ter wijl de keuken buiten bedrijf is gesteld. De

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5