Steradent, 00DE ITER KRONIEK van den DAG. BINNENLAND. ZEALAND. RECHTSZAKEN. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN MAANDAG 15 MEI 1939. N». 114. VORST COBRA VLISSINGEN. WAL0HIREN. ZUIDBEVELAND. ZEEUWSCH-VLAAHDEREN W.D. Altijd een schoon Kunstgebit NIEMEIJER'S V" Turkije heeft partij gekozen De Duitsche pers is uiteraard niet in staatneeweest, de Engelsch-Turksche over- eenkSmst van militairen bijstand met by val te begroeten. De Engelschen lijden aan „pactomanie" zegt men te Berlijn, aan een ziekte dus, om tegen de klippen op verdra gen te sluiten. Maar men zou er zich te Berlijn vermoedelijk weinig van aantrek ken, indien deze „pactomanie" niet een lee- lyke rém op de Duitsche buitenlandsche politiek beteekende. Een officieus Duitsch orgaan, de „Deutscher Dienst", maakt zich zelfs bezorgd over de geestesgesteldheid der Britsche staatslieden en spreekt van een „oorlogspsychose" als Britsch oerproduct. „Met een ijver, die volgens den „D.D. een blinde ziende zou kunnen maken, wordt aan alle hoeken en kanten der wereld het geschenk der Britsche bescherming tegen oorlogsverwikkelingen aangeboden en wie niet wil gelooven, dat hij in gevaar ver keert, wordt verschrikt en met geld ge stopt. Deze middelen, waarmee men be proeft andere volken geneigd te maken, zich te leenen voor louter Engelsch-strate- gische belangen of mee te doen aan den strijd tegen de autoritaire statenwereld, kennen wij heden niet voor het eerst." Op dit thema voortgaand, vraagt het semi- officieele orgaan, wat de leiders van de Turksche politiek toch hopen, wanneer zij zich van de veilige basis der neutraliteit verwijderen en den weg van Groot-Brittan- nië inslaan, dat nog nooit dan voor eigen belangen heeft gestreden en niet in de laatste plaats door het goed en bloed van andere volken op te offeren. Gelooven die leiders een voordeeligen ruil te doen, als zij instede van Kemal Ataturk's politieke concepties te handhaven, thans Turkije tot Engeland's degen en vazal degradeeren? Na deze vragen, waaruit de te Berlijn heerschende ontstemming ten duidelijkste blijkt, komt de „D.D." met een ernstige waarschuwing: Engeland en Turkije moe ten weten, dat Duitschland en Italië niet alleen twee onafscheidelijke strijdmakkers zijn, maar ook een onoverwinnelijk bolwerk en dat er noch op het oogenblik, noch in de toekomst een machtscombinatie zal be staan, in staat, nadeeligen invloed op de politiek van de „as" uit te oefenen. Men begrijpt maar al te goed, waarom de Wilhelmstrasse zoo verontwaardigd is. Turkije, dat den weg naar het Nabije Oosten beheerscht, is sinds lang het doel wit van de Duitsche politiek geweest, maar was den laatsten tijd min of meer ver waarloosd, omdat er zoo vele andere „kar weitjes", dichter bij huis, waren op te knap pen. Men vertrouwde, dat de staatslieden te Ankara, ondanks de financieele hulp, die Londen, uiteraard niet belangeloos, hun land verleende, toch geen partij zouden kiezen tusschen de beide mogendheden- combinaties en zich liever tot een politiek van voorzichtig afwachten bepalen. Boven dien speculeerde Berlijn min of meer op het geschil inzake Alexandrette, dat de be trekkingen tusschen Frankrijk en Turkije, hoe schijnbaar vriendschappelijk ook, nog altijd min of meer vertroebelde. Wanneer, zoo redeneerde men, maar eenmaal de Duit sche invloed op den Balkan domineert, zal ook het Turksche rijk zich daaraan niet kunnen onttrekken en bestaat er geen en kele hinderpaal meer, die ons belet, den Engelschen rivaal tot in het hart van Azië te bedreigen. Gebleken is nu echter, dat men zich ver giste te Berlijn. Londen gaf zich reken schap van het gevaar en verdubbelde zijn afweerpogingen na den val van Albanië, welke geen twijfel meer liet omtrent de bedoelingen der „as" ten opzichte van den Balkan. Om zijn positie in het Oostelijk deel der Middellandsche Zee veilig te stel len, had Engeland dringend behoefte aan de Turksche vriendschap en de Turken hadden tijdens den wereldoorlog te veel leergeld betaald, dan dat zij andermaal „op het verkeerde paard" zouden wedden. Zelfs schijnen zij het te zijn geweest, die een openlijke verklaring omtrent de Britsch-Turksche onderhandelingen hebben begeerd. Men zou zich hierover kunnen verwonderen, omdat Duitschland de groot ste klant van Turkije is, maar wellicht moet Berlijn het zichzelf verwijten, dat de sinds lang begonnen onderhandelingen thans ineens zijn bespoedigd en door de er aan gegeven openbaarheid onherroepe- pelijk geworden. Al te veel ijver kan scha den en naar verduidt zou de onlangs An- kara-waarts gezonden Duitsche ambassade Door MARK CHANNING. 39). Hij fronste de wenkbrauwen en deed als of hij misnoegd was. „Was 't doel daarmee uw vrijheid te koopen?" (Hij zou haar, het koste wat het wil uit deze hel verlossen). Zij knikte toestemmend. ,,'t Is geen kleinigheid, wat u vraagt. Daarvan hebt u zich zeker wel rekenschap gegeven? (Alsof zij ooit te veel zou kunnen vragen). „Ja, dat heb ik", antwoordde ze op jjzi- gen toon, maar in de oogen, die zij naar Gray opsloeg, las hij teederheid. „En indien ik weigerde?" (Hij wist dat zij zijn glimlach begrijpen zou). „U zoudt het niet geweigerd hebben aan dievrouw, met wie u gisteravond hier was".- (Ze verfoeide in haar hart deze schijnbare beleediging aan zijn liefde voor haar). Boven hun hoofden hoorden ze iets, wat op hoongelach leek. „Mogelijk wel en mogelijk niet. Dat is niyn zaak", antwoordde hij. (Zijn oogen zeiden: ik hóud van je, ik houd van je). „Ik had u deze gunst gevraagd, omdat u de vriend was van mijn vader... vader". Thans was de aandoening in haar stem niet langer voorgewend. „Wilt u me dezen dienst niet bewijzen?" „Hoe kunt u een Engelsche mij een dergelijke vraag doen?" „Omdat de zaak voor mij van het hoog ste belang is", hernam ze. „u vroeg of ik de bedoeling had door dat bewuste boek AANLEG VAN VRIJLIGGENDE RIJWIELPADEN LANGS DE „RIJKSPLAN-WEGEN". Uit de statistiek der ongevallen op de rijkswegen 1937 blijkt, dat de ongevallen dichtheid op wegvakken met aanliggende of zonder rijwielpaden 32 hooger is dan die op wegvakken met vrijliggende rijwiel paden, terwijl de verkeersdichtheid 12 lager is, zoodat volgens den A.N.W.B. hier mede wel op zeer treffende wijze de juist heid wordt geïllustreerd van de overigens wel bekende stelling, dat door scheiding van het rijwiel- en autoverkeer de veilig heid van het verkeer in hooge mate wordt bevorderd. Terwijl in 1932 bij een totaal bedrag van rond 18 millioen aan uitgaven voor aanleg en verbetering van de rijkswegen (zonder de bruggen), voor aanleg van afzonderlijke rijwielpaden rond 1.5 millioen was uitge trokken, bedraagt op de begrooting van 1939, waarbij voor aanleg en verbetering bijna het dubbele is uitgetrokken (rond 34 millioen), het voor afzonderlijke rijwiel paden uitgetrokken bedrag maar 1.4 mil lioen. Op deze verhoudingen is uiteraard van invloed, dat thans- groote bedragen worden verwerkt aan speciale autowegen, waar langs niet altijd rijwielpaden worden aan gelegd, maar ook hiermede rekening hou dende, moet het 'voor afzonderlijke rijwiel paden uitgetrokken bedrag volgens den A.N.W.B. toch niet in overeenstemming worden geacht met de totaal voor de we genverbetering beschikbaar gestelde gelden. Aangezien bij de wegenverbetering de veiligheid van de weggebruikers primair behoort te zijn, heeft de A.N.W.B. aan den minister van waterstaat verzocht bij de sa menstelling van de verkeersfondsbegrooting voor de eerstkomende jaren rekening te willen houden met de noodzakelijkheid, dat in den kortst mogelijken tijd langs alle niet voor wielrijders te sluiten, op het rijkswe genplan 1938 voorkomende wegen, één of twee vrijliggende rijwielpaden worden aan gelegd. ARBEIDERS BOTSTEN MET DE HOOFDEN TEGEN ELKAAR. Eén hunner overleden! Zaterdagmorgen gebeurde er bij de stoomzuivelfabriek van de firma Van den Ende te -Vlaardingen een oogenschijnlijk niet ernstig ongeluk. Des middags echter is een der betrokkenen aan de gevolgen overleden. Twee jonge arbeiders waren bezig aan het laden van kisten flesschen melk op een vrachtauto, toen op een gegeven moment de hoofden tegen elkaar botsten. Aanvan kelijk voelden geen van beiden pijn, doch later werd de eene, de 15-jarige Th. G. J. Kloosterman, onwel en kreeg hij hevige pij nen in het hoofd. De jongeman werd op ad vies van een dokter naar huis gebracht, waar hij 's middags is overleden. GEEN TSJECHISCHE OFFICIEREN IN HET INDISCHE LEGER. Dezer dagen is een bericht gepubliceerd betreffende dienstneming van Tsjechische officieren in het Kon. Kon. Ned.-Indische leger. Naar aanleiding daarvan wordt van be voegde zijde medegedeeld, dat dienstneming van vreemdelingen in het Indische leger door het Indische legerbestuur niet wordt overwogen. Von Papen deze waarheid niet voldoende in 't oog hebben gehouden. Von Papen, laatste gezant te Weenen vóór den Ansch luss, heeft al meer delicate missies vervuld, maar is daarmee niet steeds even gelukkig gebleken; ook was hij juist vanwege zijn antecedenten misschien niet de meest ge schikte persoon om de reeds druk aan den gang zijnde besprekingen der Turksche re geering met Engeland en Frankrijk alsnog te doen mislukken. Zijn optreden schijnt al thans van dien aard te zijn geweest, dat precies het omgekeerde resultaat werd be reikt en als deze veronderstelling juist is, wordt de verontwaardiging, waarvan de Duitsche pers thans blijk geeft, er des te begrijpelijker om. Maar verder moet óók niet worden vergeten, dat de Turken oude grieven hebben tegen Italië, in de eerste plaats wegens de annexatie van Lybië en ook uithoofde der Italiaansehe machtspoli tiek in de Middellandsche Zee, welke zich tot de kusten van Klein-Azië doet gelden. mijn vrijheid te herkrijgen? Ja. En mogelijk is 't tevens de prijs voor uw eigen leven". Voorovergebogen liet Gray zijn handen tusschen zijn knieën hangen. Zijn leven? Even te voren kon zijn lot hem weinig schelen, als zij maar veilig was. En het eenige middel om haar dierbaar lichaam tegen folteren te vrijwaren was den sleu tel van het cijferschrift te geven. Zou ze het weten? Hij hoopte van niet. „De sirdar Alam Khan had 't me ook al gevraagd en ik had geweigerd", zei hij den nadruk leggend op elk woord. „Misschien was zijn prijs niet hoog ge noeg?" opperde zij, terwijl ze den klank van haar stem verafschuwde. „En de uwe?" (In stilte dacht hij: wat een hel voor dat arme kind.) „Dat heb ik al gezegd: ons beider vrij heid". Een karavaan den volgen den avondDe woorden van Chirine ha merden in Gray's slapen. „Welke waarborg hebt u?' (Haar vader is dood. Ze heeft niemand). „Het woord van den sirdar Alam Khan". „Zou hierop te vertrouwen zijn? (Stel je voor, dat ze weer van me weggehaald werd). „Hij heeft het beloofd. U moet hem ver trouwen evenals ik. Een klein stukje kalk, losgelaten van het plafond viel op den rug van haar hand. Onwillekeurig keek ze naar boven. En daar ontdekte ze nu, bijna onzichtbaar in het halve licht van het hooge plafond een nog duisterder vierkantdat was het kijkgat. Haar hart verstijfde van schrik en zij meende de vurige blikken van den Cobra op hen te voelen. Een Zeeuw over Zeeland in een Amerikaansclie Courant. In The Christian Science Monitor, een voortreffelijk en anti-sensationeel Ameri- kaansch dagblad, troffen wij een goed ge schreven en fraai geïllustreerd artikel aan van onzen stadgenoot den heer Meulenbelt, over Zeeland. Het vangt aan, de onvolprezen schoonheid van de Zeeuwsche eilanden te roemen, wel ke op een eeuwen oude en zeer interessante geschiedenis rijk aan groote traditiën kun nen terugzien. „Het gebeurt dikwijls", zoo lezen wij ver der, dat toeristen in hun haast, Zeeland niet in hun reisplan hebben opgenomen en daardoor juist een der schoonste gedeelten van Nederland missen, want nergens ter wereld vindt men zulk een uniek en fasci- neerend landschap. Nadat de beroemde dijk te West-Kapelle is besproken, worden de schilderachtige kleeding zeden en gewoonten boerde rijen- huizen van de Walchersche boeren bevolking nader beschreven; er is zelfs niet vergeten te melden, waarom de West- Kapellaar zijn pet op een oor zet! Toeristen worden er opgewezen, dat zij te Middelburg des Donderdags op de markt niet alleen de verschillende kleederdrach ten in oogenschouw kunnen nemen, doch ook de fraaie p aarden, waarvoor Zee land terecht beroemd is, en de zeldzaam wordende huifkarren kunnen bewonderen. Het spreekt vanzelf, dat Vere bijzondere attentie geniet; ook van de vruchtbaarheid van den bodem en het schoone Zeeuwsche vee worden waardeerende woorden .gewijd. Ten slotte wordt er, onder meer, opgewe zen, dat in oud-Middelburg geen deur of deurknop gelijk is, en daar de schrijver een enthousiast golfer is, behoeft het geen ver wondering te baren, dat, wanneer Domburg ter sprake komt, de golflinks niet worden vergeten; hij noemt die het lieflijkste plekje van Zeeland. Paviljoen „Wandelpier". Het paviljoen „Wandelpier", een van de voornaamste attracties van de badplaats Vlissingen, heeft Zaterdagavond zijn poor ten weder geopend. Er bestond voor dezen eersten avond in het nieuwe seizoen een buitengewoon groo te belangstelling, zooals we die in het hoofdseizoen mede maken, wel een bewijs, dat „De Pier" in de harten der bewoners van Walcheren in het algemeen en van Vlissingen in het bijzonder, een ruime plaats inneemt. De volijverige gérant, de heer Nachbahr, had eenige nieuwe voorzieningen getroffen, waardoor de indirecte en van kleur wisse lende verlichting het gezellig interieur in een feeëriek schijnsel hulde. Teneinde het amusement, zooals dit in een badplaats noodzakelijk is, afdoende te verzekeren, is een orkest onder leiding van Ellen Barlay geëngageerd. Dit orkest, bestaande uit ze ven dames en een heer, heeft met zijn „mu sical singing girls" een voortreffelijken indruk gemaakt. Eén der dames is een uit stekende operette-zangeres, die met haar nummers terecht daverend succes verwierf. Het ensemble telt trouwens uitsluitend bij zondere krachten, die gezamenlijk of in verschillende kleinere combinaties op een afwisselend en suggestief programma ont halen. DOMBURG. Woensdag a.s. komt de Raad in openbare vergadering bijeen. Agenda: Aansluiting der gemeente bij de Ned. Heide Mij.; beschikbaarstelling gelden voor B- steun; opheffing zekerheidstelling van amb tenaren; aangaan kasgeldleening; vaststel ling overeenkomst met „Gekro"; capitulan- ten-verordening; verzekering personeel luchtbescherming; bijdrage luchtbescher mingshulp-ziekenhuis Westhove; overne ming grond St. Jan ten Heere; idem in de Ooststraat, Weststraat en Markt; verhu ring volkswoningen. SERGOSKERKE. Bij de reeds vroeger vermelde lijsten der candidaten voor den Gemeenteraad, Anti-rev. en Chr. Hist., werd nog een lijst ingezonden en wel van de Staatk. Geref. Partij, vermeldende: 1. C. de Visser; 2. J. v. d. Putte; 3. S. Min- derhoud. Alle lijsten zijn geldig verklaard. SOEBURG. De Ver. „Het Groene Kruis" alhier heeft reeds langen tijd de behoefte gevoeld om haar materiaal uit te breiden met een sponsbed. De finantiën evenwel lie ten een uitgaaf daarvoor niet toe. Groot was dan ook de dankbaarheid toen dezer dagen zuster Meijer in die behoefte tege moet kwam en het zoozeer begeerde bed in het bezit der Ver. stelde. Zuster Meijer heeft dit kunnen doen uit de opbrengst van duizenden gebruikte postzegels, die ze met taaie volharding bijeen heeft weten te krij gen. Met niet minder liefde voor de zaak heeft mej. Kasse, Braamstraat, de duizen den postzegels gesorteerd en schoonge maakt. WESTKAPELLE. Dank zij de bemoeiing van ds. Reus en het op zijn initiatief opge richt comité, is ook alhier voor de mili tairen een plaats van samenkomst bereid in de consistoriekamer van de Ned. Hërv. Kerk. Dezer dagen werd de consistorie kamer voor dit doel door ds. Reus geopend met een toepasselijk woord naar aanleiding van een tekst „Ver geet de herbergzaamheid niet", waarbij o.a. tegenwoordig waren de burgemeester en de officieren. De militairen kunnen in hun vrijen tijd zich hier onledig houden met lectuur en allerhande spelen. Teneinde in de noodige kosten te voor zien is een collecte langs de huizen gehou den, welke een bedrag van 109 opleverde. KATTENDIJKE. Voor de verkiezing van de leden van den Raad zijn twee lijsten in geleverd. Op de eene lijst komen voor: 1. G. Lindenbergh. 2. C. Burger. 3. C. Molhoek. 4. A. de Groene. 5. Adr. Provoost. 6. N. J. Meijer. 7. H. van Belois. En op de andere: 1. M. Wisse. 2. J. Dagevos. 3. J. van de Velde. 4. P. van Waarde. 5. J. W. Gebraad. SINT-KRUIS. Vrijdagmiddag vergaderden de stembevoegde ingelanden van den Bie- zenpolder in café „De Zwaan" alhier. Besloten werd toe te treden lot den Bond van Polders en Waterschappen voor Zeeuwsch-Vlaanderen Westelijk Deel. De heer E. Lippens werd aangewezen als ver tegenwoordiger. Aan het r.k schoolbestuur werd een stuk je poldergrond in gebruik gegeven tegen een jaarlijksche recognitie van f 50. De rekening over 1938|1939 werd vastge steld in ontvangst op 23772 en in uitgaaf op 23058, dus met een goed slot groot 714. Aan den heer J. J. van der Hooft te Aar denburg werd eervol ontslag verleend als ontvanger-griffier met ingang van 1 Juli a.s. Genoemde functionaris was op den dag der vergadering juist 34 jaar in dienst van den Biezenpolder. De jaarwedde van een eventueel nieuw te benoemen ontvanger-griffier werd bepaald op 110. De begrooting voor 1939|1940 bedraagt zoowel in ontvang als in uitgaaf 3679, met een post voor onvoorziene uitgaven van 405. Het dijkgeschot zal evenals over het afgeloopen jaar 6 per ha bedragen. SCHOONDIJKE. Ofschoon de vereeni- ging voor luchtbescherming alhier 95 leden telt, was de opkomst Vrijdag maar matig, toen de jaarvergadering werd gehouden. Na afdoening van de agenda hield de heer Wildschut, die een leiderscursus had mee gemaakt te Oostburg, een interessante le zing. Er zal getracht worden meer contact te krijgen met de bevolking door lezingen voor de buurten te houden. (Ingez. Med.) Vergeet voor een aanzienlijker vriend niet de diensten u door een minderen vriend bewezen. „Om 's hemels wil", hijgde ze bleek en bevend, „neem het voorstel, dat ik deed, aan". Gray was thans oprecht verbaasd door den wanhopigen ernst in haar stem, maar tevens had hij een gevoel van opluchting: zij wenschte dus werkelijk, dat hij het By- zantijnsch geheimschrift zou verraden? Dit vergemakkelijkte den toestand. „Ik neem het aan", zei hij plechtig. „Maar ik zal de code op schrift moeten stellen. Ze is lang en ingewikkeld. Indien ik 't uitleg de, zou u het toch niet onthouden. Ik zal vragen om schrijfbenoodigdheden. Morgen ochtend kan ik er mee klaar zijn". „Is dit uw vast besluit?" „Dit is mijn besluit. Alam Khan heeft mij in zijn macht en 't was dom van me dit niet eerder begrepen te hebben. We zijn zijn gevangenen en waar ook uw vrijheid ervan afhangt, zal ik aan zijn verlangen voldoen". Ze deed dem een stomme vraag. Hij boog zijn hoofd als teeken van instemming. „Wat gebeuren moet, gebeure, Kismet". „Geve de hemel, dat de karavaan komt vóór je klaar bent", zei Diana impulsief. Ze had het bevel van den Cobra even vergeten en Engelsch gesproken. Nauwelijk had ze de woorden geuit of Jaffir kwam binnen. „De Khan heeft last gegeven, dat zoodra u onze taal niet meer gelieft te spreken, u den sahib moet verlaten", zei hij aanma tigend. „Volg me". Zjj en Gray gaven er zich rekenschap van, dat deze ontmoeting hun laatste zou kunnen wezen. Zij drukte kramphaftig de handen, die hjj haar toestak en zonder te rughouding hief zij haar gezichtje naar hem op, opdat hij er een kus op kon druk ken. „Wat er ook gebeure, Diana, wij weten althans, dat we van elkaar houden", zei hij, en zich bukkend kuste hij haar lang en teeder. Op den drempel van de deur keerde zij zich nog eens om en wilde zeggen: „Ik houd van je", maar tranen verstikten haar stem. HOOFDSTUK XXII. Chirine smeedt voor de tweede maal een complot, en de „Man met den Sluier" spreekt met Simla. Toen Jaffir, de eunuch, Diana kwam ha len, om haar naar Colin Gray te geleiden, was de zon nauwelijks op. Zoet vogelge- kweel vervulde de boomen van den tuin, en een zwak briesje speelde door de frissche morgenlucht. Diana had Chirine, die nog rustig sliep, niet willen wekken, maar terugkomende vond zij de Perzische wakker en vol onge duld om te hooren, wat de ander te ver tellen zou hebben. ,,'t Verwondert me niets, Chirine, dat je er down van bent", merkte Diana op, na verslag van haar onderhoud met Gray te hebben gedaan. „Ik voor mij heb oneindig vertrouwen in de vindingrijkheid van mijn sahib". „Liefde is de oudste zuster van hoop, Dina. Ik heb ook hoop, omdat ik liefheb. Ik ben blij, dat die Galcha me op de hoogte Zoojuist nog stak dc chef zijn pijpje Roode Ster er bij op een paar trekjes - en „wèg" is hij van dit heerlijk aroma, dezen fijnen smaak van Niemeijer's alom-geliefde Roode Ster Tabak l 6, 10 en 13 et. per half ons ZELDZAAM. ZACHL EN LICHT IN DE PIJP! (Ingez. Med.) Kantongerecht te Middelburg. De kantonrechter te Middelburg heeft veroordeeld wegens: Overtreding van de Motor- en Rijwielwet en/of het Motor- en Rijwielreglement en andere verkeersverordeningen: L. de L., Koudekerke, W- J- S„ Vlissingen, ieder 0.50 of 1 d. h.; C. de K., Middelburg, C. J. K., M. K., Wolfaartsdijk, F. J., P. C., Vlis singen, M. G. V„ Ellewoudsdijk, D. v. S., Goes, J. W., Ierseke, A. R., s H. Arends- kerke, ieder 1 of 1 d. h.; J. V., Heinkens- zand, J. D., Ierseke, ieder 1 of 1 w. tucht- sch.; J. V., Zoutelande, 2 of 1 d. h.; G. B., Rittem, J. S. Soeburg, ieder 3 of 1 w. tuchtsch.; H. P., Nieuwdorp, 3 en 1 of 2 x 1 d. h.; C. A. P., Ierseke, 5 of 3 d. h.; J. v. d. B., Middelburg, 5 of 5 d. h.; W. J. S„ Vlissingen, 7.50 of 5 d. h.; G. M. K„ Goes, geen straf. Niet zorgen voor het onschadelijk hou den van een onder zijn hoede staand ge vaarlijk dier: S. J., Grijpskerke, vrijspraak. Openbare dronkencshapG. C. J. F., Kruiningen, 15 of 15 d. h. Zonder verlof van het bevoegd gezag het verkeer op een openbaren landweg be lemmeren: S. de V., Serooskerke. 5 of 3 d. h. Overtreding Drankwet: H. J. v. d. S., Vlissingen, 20 of 10 d. h. Overtr. Bevrachtingsreglement: Th. R., Ossenisse, 3 of 3 d. h. Iepenhout op zijn erf laten liggen en daarna vervoeren: J. P., Meliskerke, 2 of 2 d. h. Te Wolfaartsdijk venten zonder vergun ning: I. F., Breskens, 2 of 2 d. h. Een vuurwapen voorhanden hebben: G. P., Zoutelande, 3 of 3 d. h. met verb, verkl. van het in beslag genomen geweer. Als schipper niet onverwijld gehoorza men aan een bevel, hetwelk hem door een ambtenaar van den Waterstaat in het be lang van de vaart wordt gegeven: J. A., St. Philipsland, 5 of 5 d. h. heeft gebracht van het complot van Jaffir en van Khoon. Want die ellendige hond, die een vijand is van het sahib-log, heeft me in verdenking „In verdenking, van wat?" vroeg Diana angstig. „Van jou te helpen. Luister: gisteravond, toen ik majoor Gray in zijn gevangenis ging opzoeken, ben ik Jaffir tegengekomen, 't Was al laat en ik las de achterdocht in zijn oogen. Ik verlang vurig naar den dag, waarop ik hem op het marktplein door woeste stieren uit elkaar zal zien scheuren. En die dag zal komen, want ik bid er eiken avond voor. „Heeft Colinmajoor Gray je ook 'n boodschap voor mij gegeven? Heeft hij je ook gesproken over een hulp-expeditie?" vroeg Diana, die te veel vervuld van haar zelf was om te letten op de toespeling op Jaffir en de samenzweerders. „Je zult alles hooren, Diana. De eunuch zeide, dat mijn Heer door alles heen woe dend was en naar mij gevraagd had. Dezen keer sprak dat vette varken de waarheid. Toen ik kwam luchtte de Khan zijn hart met allerlei vervloekingen, en beloften van wraak op den Man-met-den-Sluier". De uitdrukking van haar oogen werd somber. „Ik heb getracht hem te stuiten: het is ge vaarlijk iets van hem te zeggen, want al is hjj op mijlen afstand, hij gist ieders ge dachten en vooral indien het hem vijan dige personen betreft. Maar ik praatte voor doove ooren". (Wordt vervolgd.);

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5