Steradent,
00DE ITER
KRONIEK van den DAG.
BINNENLAND.
ZEALAND.
RECHTSZAKEN.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN MAANDAG 15 MEI 1939. N». 114.
VORST COBRA
VLISSINGEN.
WAL0HIREN.
ZUIDBEVELAND.
ZEEUWSCH-VLAAHDEREN W.D.
Altijd een schoon Kunstgebit
NIEMEIJER'S
V"
Turkije heeft partij gekozen
De Duitsche pers is uiteraard niet in
staatneeweest, de Engelsch-Turksche over-
eenkSmst van militairen bijstand met by val
te begroeten. De Engelschen lijden aan
„pactomanie" zegt men te Berlijn, aan een
ziekte dus, om tegen de klippen op verdra
gen te sluiten. Maar men zou er zich te
Berlijn vermoedelijk weinig van aantrek
ken, indien deze „pactomanie" niet een lee-
lyke rém op de Duitsche buitenlandsche
politiek beteekende. Een officieus Duitsch
orgaan, de „Deutscher Dienst", maakt zich
zelfs bezorgd over de geestesgesteldheid der
Britsche staatslieden en spreekt van een
„oorlogspsychose" als Britsch oerproduct.
„Met een ijver, die volgens den „D.D. een
blinde ziende zou kunnen maken, wordt
aan alle hoeken en kanten der wereld het
geschenk der Britsche bescherming tegen
oorlogsverwikkelingen aangeboden en wie
niet wil gelooven, dat hij in gevaar ver
keert, wordt verschrikt en met geld ge
stopt. Deze middelen, waarmee men be
proeft andere volken geneigd te maken,
zich te leenen voor louter Engelsch-strate-
gische belangen of mee te doen aan den
strijd tegen de autoritaire statenwereld,
kennen wij heden niet voor het eerst." Op
dit thema voortgaand, vraagt het semi-
officieele orgaan, wat de leiders van de
Turksche politiek toch hopen, wanneer zij
zich van de veilige basis der neutraliteit
verwijderen en den weg van Groot-Brittan-
nië inslaan, dat nog nooit dan voor
eigen belangen heeft gestreden en niet in de
laatste plaats door het goed en bloed van
andere volken op te offeren. Gelooven die
leiders een voordeeligen ruil te doen, als
zij instede van Kemal Ataturk's politieke
concepties te handhaven, thans Turkije tot
Engeland's degen en vazal degradeeren?
Na deze vragen, waaruit de te Berlijn
heerschende ontstemming ten duidelijkste
blijkt, komt de „D.D." met een ernstige
waarschuwing: Engeland en Turkije moe
ten weten, dat Duitschland en Italië niet
alleen twee onafscheidelijke strijdmakkers
zijn, maar ook een onoverwinnelijk bolwerk
en dat er noch op het oogenblik, noch in
de toekomst een machtscombinatie zal be
staan, in staat, nadeeligen invloed op de
politiek van de „as" uit te oefenen.
Men begrijpt maar al te goed, waarom
de Wilhelmstrasse zoo verontwaardigd is.
Turkije, dat den weg naar het Nabije
Oosten beheerscht, is sinds lang het doel
wit van de Duitsche politiek geweest, maar
was den laatsten tijd min of meer ver
waarloosd, omdat er zoo vele andere „kar
weitjes", dichter bij huis, waren op te knap
pen. Men vertrouwde, dat de staatslieden
te Ankara, ondanks de financieele hulp,
die Londen, uiteraard niet belangeloos, hun
land verleende, toch geen partij zouden
kiezen tusschen de beide mogendheden-
combinaties en zich liever tot een politiek
van voorzichtig afwachten bepalen. Boven
dien speculeerde Berlijn min of meer op
het geschil inzake Alexandrette, dat de be
trekkingen tusschen Frankrijk en Turkije,
hoe schijnbaar vriendschappelijk ook, nog
altijd min of meer vertroebelde. Wanneer,
zoo redeneerde men, maar eenmaal de Duit
sche invloed op den Balkan domineert, zal
ook het Turksche rijk zich daaraan niet
kunnen onttrekken en bestaat er geen en
kele hinderpaal meer, die ons belet, den
Engelschen rivaal tot in het hart van Azië
te bedreigen.
Gebleken is nu echter, dat men zich ver
giste te Berlijn. Londen gaf zich reken
schap van het gevaar en verdubbelde zijn
afweerpogingen na den val van Albanië,
welke geen twijfel meer liet omtrent de
bedoelingen der „as" ten opzichte van den
Balkan. Om zijn positie in het Oostelijk
deel der Middellandsche Zee veilig te stel
len, had Engeland dringend behoefte aan
de Turksche vriendschap en de Turken
hadden tijdens den wereldoorlog te veel
leergeld betaald, dan dat zij andermaal
„op het verkeerde paard" zouden wedden.
Zelfs schijnen zij het te zijn geweest, die
een openlijke verklaring omtrent de
Britsch-Turksche onderhandelingen hebben
begeerd. Men zou zich hierover kunnen
verwonderen, omdat Duitschland de groot
ste klant van Turkije is, maar wellicht
moet Berlijn het zichzelf verwijten, dat de
sinds lang begonnen onderhandelingen
thans ineens zijn bespoedigd en door de
er aan gegeven openbaarheid onherroepe-
pelijk geworden. Al te veel ijver kan scha
den en naar verduidt zou de onlangs An-
kara-waarts gezonden Duitsche ambassade
Door MARK CHANNING.
39).
Hij fronste de wenkbrauwen en deed als
of hij misnoegd was.
„Was 't doel daarmee uw vrijheid te
koopen?" (Hij zou haar, het koste wat het
wil uit deze hel verlossen).
Zij knikte toestemmend.
,,'t Is geen kleinigheid, wat u vraagt.
Daarvan hebt u zich zeker wel rekenschap
gegeven? (Alsof zij ooit te veel zou kunnen
vragen).
„Ja, dat heb ik", antwoordde ze op jjzi-
gen toon, maar in de oogen, die zij naar
Gray opsloeg, las hij teederheid.
„En indien ik weigerde?" (Hij wist dat
zij zijn glimlach begrijpen zou).
„U zoudt het niet geweigerd hebben aan
dievrouw, met wie u gisteravond hier
was".- (Ze verfoeide in haar hart deze
schijnbare beleediging aan zijn liefde voor
haar).
Boven hun hoofden hoorden ze iets, wat
op hoongelach leek.
„Mogelijk wel en mogelijk niet. Dat is
niyn zaak", antwoordde hij. (Zijn oogen
zeiden: ik hóud van je, ik houd van je).
„Ik had u deze gunst gevraagd, omdat u
de vriend was van mijn vader... vader".
Thans was de aandoening in haar stem
niet langer voorgewend.
„Wilt u me dezen dienst niet bewijzen?"
„Hoe kunt u een Engelsche mij een
dergelijke vraag doen?"
„Omdat de zaak voor mij van het hoog
ste belang is", hernam ze. „u vroeg of ik
de bedoeling had door dat bewuste boek
AANLEG VAN VRIJLIGGENDE
RIJWIELPADEN LANGS DE
„RIJKSPLAN-WEGEN".
Uit de statistiek der ongevallen op de
rijkswegen 1937 blijkt, dat de ongevallen
dichtheid op wegvakken met aanliggende
of zonder rijwielpaden 32 hooger is dan
die op wegvakken met vrijliggende rijwiel
paden, terwijl de verkeersdichtheid 12
lager is, zoodat volgens den A.N.W.B. hier
mede wel op zeer treffende wijze de juist
heid wordt geïllustreerd van de overigens
wel bekende stelling, dat door scheiding
van het rijwiel- en autoverkeer de veilig
heid van het verkeer in hooge mate wordt
bevorderd.
Terwijl in 1932 bij een totaal bedrag van
rond 18 millioen aan uitgaven voor aanleg
en verbetering van de rijkswegen (zonder
de bruggen), voor aanleg van afzonderlijke
rijwielpaden rond 1.5 millioen was uitge
trokken, bedraagt op de begrooting van
1939, waarbij voor aanleg en verbetering
bijna het dubbele is uitgetrokken (rond 34
millioen), het voor afzonderlijke rijwiel
paden uitgetrokken bedrag maar 1.4 mil
lioen.
Op deze verhoudingen is uiteraard van
invloed, dat thans- groote bedragen worden
verwerkt aan speciale autowegen, waar
langs niet altijd rijwielpaden worden aan
gelegd, maar ook hiermede rekening hou
dende, moet het 'voor afzonderlijke rijwiel
paden uitgetrokken bedrag volgens den
A.N.W.B. toch niet in overeenstemming
worden geacht met de totaal voor de we
genverbetering beschikbaar gestelde gelden.
Aangezien bij de wegenverbetering de
veiligheid van de weggebruikers primair
behoort te zijn, heeft de A.N.W.B. aan den
minister van waterstaat verzocht bij de sa
menstelling van de verkeersfondsbegrooting
voor de eerstkomende jaren rekening te
willen houden met de noodzakelijkheid, dat
in den kortst mogelijken tijd langs alle niet
voor wielrijders te sluiten, op het rijkswe
genplan 1938 voorkomende wegen, één of
twee vrijliggende rijwielpaden worden aan
gelegd.
ARBEIDERS BOTSTEN MET DE
HOOFDEN TEGEN ELKAAR.
Eén hunner overleden!
Zaterdagmorgen gebeurde er bij de
stoomzuivelfabriek van de firma Van den
Ende te -Vlaardingen een oogenschijnlijk
niet ernstig ongeluk. Des middags echter
is een der betrokkenen aan de gevolgen
overleden.
Twee jonge arbeiders waren bezig aan
het laden van kisten flesschen melk op een
vrachtauto, toen op een gegeven moment
de hoofden tegen elkaar botsten. Aanvan
kelijk voelden geen van beiden pijn, doch
later werd de eene, de 15-jarige Th. G. J.
Kloosterman, onwel en kreeg hij hevige pij
nen in het hoofd. De jongeman werd op ad
vies van een dokter naar huis gebracht,
waar hij 's middags is overleden.
GEEN TSJECHISCHE OFFICIEREN IN
HET INDISCHE LEGER.
Dezer dagen is een bericht gepubliceerd
betreffende dienstneming van Tsjechische
officieren in het Kon. Kon. Ned.-Indische
leger.
Naar aanleiding daarvan wordt van be
voegde zijde medegedeeld, dat dienstneming
van vreemdelingen in het Indische leger
door het Indische legerbestuur niet wordt
overwogen.
Von Papen deze waarheid niet voldoende
in 't oog hebben gehouden. Von Papen,
laatste gezant te Weenen vóór den Ansch
luss, heeft al meer delicate missies vervuld,
maar is daarmee niet steeds even gelukkig
gebleken; ook was hij juist vanwege zijn
antecedenten misschien niet de meest ge
schikte persoon om de reeds druk aan den
gang zijnde besprekingen der Turksche re
geering met Engeland en Frankrijk alsnog
te doen mislukken. Zijn optreden schijnt al
thans van dien aard te zijn geweest, dat
precies het omgekeerde resultaat werd be
reikt en als deze veronderstelling juist is,
wordt de verontwaardiging, waarvan de
Duitsche pers thans blijk geeft, er des te
begrijpelijker om. Maar verder moet óók
niet worden vergeten, dat de Turken oude
grieven hebben tegen Italië, in de eerste
plaats wegens de annexatie van Lybië en
ook uithoofde der Italiaansehe machtspoli
tiek in de Middellandsche Zee, welke zich
tot de kusten van Klein-Azië doet gelden.
mijn vrijheid te herkrijgen? Ja. En mogelijk
is 't tevens de prijs voor uw eigen leven".
Voorovergebogen liet Gray zijn handen
tusschen zijn knieën hangen. Zijn leven?
Even te voren kon zijn lot hem weinig
schelen, als zij maar veilig was. En het
eenige middel om haar dierbaar lichaam
tegen folteren te vrijwaren was den sleu
tel van het cijferschrift te geven. Zou ze
het weten? Hij hoopte van niet.
„De sirdar Alam Khan had 't me ook al
gevraagd en ik had geweigerd", zei hij den
nadruk leggend op elk woord.
„Misschien was zijn prijs niet hoog ge
noeg?" opperde zij, terwijl ze den klank
van haar stem verafschuwde.
„En de uwe?" (In stilte dacht hij: wat
een hel voor dat arme kind.)
„Dat heb ik al gezegd: ons beider vrij
heid".
Een karavaan den volgen
den avondDe woorden van Chirine ha
merden in Gray's slapen.
„Welke waarborg hebt u?' (Haar vader
is dood. Ze heeft niemand).
„Het woord van den sirdar Alam Khan".
„Zou hierop te vertrouwen zijn? (Stel je
voor, dat ze weer van me weggehaald
werd).
„Hij heeft het beloofd. U moet hem ver
trouwen evenals ik.
Een klein stukje kalk, losgelaten van het
plafond viel op den rug van haar hand.
Onwillekeurig keek ze naar boven. En daar
ontdekte ze nu, bijna onzichtbaar in het
halve licht van het hooge plafond een nog
duisterder vierkantdat was het kijkgat.
Haar hart verstijfde van schrik en zij
meende de vurige blikken van den Cobra
op hen te voelen.
Een Zeeuw over Zeeland in een
Amerikaansclie Courant.
In The Christian Science Monitor, een
voortreffelijk en anti-sensationeel Ameri-
kaansch dagblad, troffen wij een goed ge
schreven en fraai geïllustreerd artikel aan
van onzen stadgenoot den heer Meulenbelt,
over Zeeland.
Het vangt aan, de onvolprezen schoonheid
van de Zeeuwsche eilanden te roemen, wel
ke op een eeuwen oude en zeer interessante
geschiedenis rijk aan groote traditiën kun
nen terugzien.
„Het gebeurt dikwijls", zoo lezen wij ver
der, dat toeristen in hun haast, Zeeland
niet in hun reisplan hebben opgenomen en
daardoor juist een der schoonste gedeelten
van Nederland missen, want nergens ter
wereld vindt men zulk een uniek en fasci-
neerend landschap.
Nadat de beroemde dijk te West-Kapelle
is besproken, worden de schilderachtige
kleeding zeden en gewoonten boerde
rijen- huizen van de Walchersche boeren
bevolking nader beschreven; er is zelfs niet
vergeten te melden, waarom de West-
Kapellaar zijn pet op een oor zet!
Toeristen worden er opgewezen, dat zij te
Middelburg des Donderdags op de markt
niet alleen de verschillende kleederdrach
ten in oogenschouw kunnen nemen, doch
ook de fraaie p aarden, waarvoor Zee
land terecht beroemd is, en de zeldzaam
wordende huifkarren kunnen bewonderen.
Het spreekt vanzelf, dat Vere bijzondere
attentie geniet; ook van de vruchtbaarheid
van den bodem en het schoone Zeeuwsche
vee worden waardeerende woorden .gewijd.
Ten slotte wordt er, onder meer, opgewe
zen, dat in oud-Middelburg geen deur of
deurknop gelijk is, en daar de schrijver een
enthousiast golfer is, behoeft het geen ver
wondering te baren, dat, wanneer Domburg
ter sprake komt, de golflinks niet worden
vergeten; hij noemt die het lieflijkste plekje
van Zeeland.
Paviljoen „Wandelpier".
Het paviljoen „Wandelpier", een van de
voornaamste attracties van de badplaats
Vlissingen, heeft Zaterdagavond zijn poor
ten weder geopend.
Er bestond voor dezen eersten avond in
het nieuwe seizoen een buitengewoon groo
te belangstelling, zooals we die in het
hoofdseizoen mede maken, wel een bewijs,
dat „De Pier" in de harten der bewoners
van Walcheren in het algemeen en van
Vlissingen in het bijzonder, een ruime
plaats inneemt.
De volijverige gérant, de heer Nachbahr,
had eenige nieuwe voorzieningen getroffen,
waardoor de indirecte en van kleur wisse
lende verlichting het gezellig interieur in
een feeëriek schijnsel hulde. Teneinde het
amusement, zooals dit in een badplaats
noodzakelijk is, afdoende te verzekeren, is
een orkest onder leiding van Ellen Barlay
geëngageerd. Dit orkest, bestaande uit ze
ven dames en een heer, heeft met zijn „mu
sical singing girls" een voortreffelijken
indruk gemaakt. Eén der dames is een uit
stekende operette-zangeres, die met haar
nummers terecht daverend succes verwierf.
Het ensemble telt trouwens uitsluitend bij
zondere krachten, die gezamenlijk of in
verschillende kleinere combinaties op een
afwisselend en suggestief programma ont
halen.
DOMBURG. Woensdag a.s. komt de Raad
in openbare vergadering bijeen. Agenda:
Aansluiting der gemeente bij de Ned. Heide
Mij.; beschikbaarstelling gelden voor B-
steun; opheffing zekerheidstelling van amb
tenaren; aangaan kasgeldleening; vaststel
ling overeenkomst met „Gekro"; capitulan-
ten-verordening; verzekering personeel
luchtbescherming; bijdrage luchtbescher
mingshulp-ziekenhuis Westhove; overne
ming grond St. Jan ten Heere; idem in
de Ooststraat, Weststraat en Markt; verhu
ring volkswoningen.
SERGOSKERKE. Bij de reeds vroeger
vermelde lijsten der candidaten voor den
Gemeenteraad, Anti-rev. en Chr. Hist.,
werd nog een lijst ingezonden en wel van
de Staatk. Geref. Partij, vermeldende: 1.
C. de Visser; 2. J. v. d. Putte; 3. S. Min-
derhoud. Alle lijsten zijn geldig verklaard.
SOEBURG. De Ver. „Het Groene Kruis"
alhier heeft reeds langen tijd de behoefte
gevoeld om haar materiaal uit te breiden
met een sponsbed. De finantiën evenwel lie
ten een uitgaaf daarvoor niet toe. Groot
was dan ook de dankbaarheid toen dezer
dagen zuster Meijer in die behoefte tege
moet kwam en het zoozeer begeerde bed
in het bezit der Ver. stelde. Zuster Meijer
heeft dit kunnen doen uit de opbrengst van
duizenden gebruikte postzegels, die ze met
taaie volharding bijeen heeft weten te krij
gen. Met niet minder liefde voor de zaak
heeft mej. Kasse, Braamstraat, de duizen
den postzegels gesorteerd en schoonge
maakt.
WESTKAPELLE. Dank zij de bemoeiing
van ds. Reus en het op zijn initiatief opge
richt comité, is ook alhier voor de mili
tairen een plaats van samenkomst bereid
in de consistoriekamer van de Ned. Hërv.
Kerk. Dezer dagen werd de consistorie
kamer voor dit doel door ds. Reus
geopend met een toepasselijk woord
naar aanleiding van een tekst „Ver
geet de herbergzaamheid niet", waarbij o.a.
tegenwoordig waren de burgemeester en de
officieren. De militairen kunnen in hun
vrijen tijd zich hier onledig houden met
lectuur en allerhande spelen.
Teneinde in de noodige kosten te voor
zien is een collecte langs de huizen gehou
den, welke een bedrag van 109 opleverde.
KATTENDIJKE. Voor de verkiezing van
de leden van den Raad zijn twee lijsten in
geleverd. Op de eene lijst komen voor: 1.
G. Lindenbergh. 2. C. Burger. 3. C. Molhoek.
4. A. de Groene. 5. Adr. Provoost. 6. N. J.
Meijer. 7. H. van Belois. En op de andere:
1. M. Wisse. 2. J. Dagevos. 3. J. van de
Velde. 4. P. van Waarde. 5. J. W. Gebraad.
SINT-KRUIS. Vrijdagmiddag vergaderden
de stembevoegde ingelanden van den Bie-
zenpolder in café „De Zwaan" alhier.
Besloten werd toe te treden lot den Bond
van Polders en Waterschappen voor
Zeeuwsch-Vlaanderen Westelijk Deel. De
heer E. Lippens werd aangewezen als ver
tegenwoordiger.
Aan het r.k schoolbestuur werd een stuk
je poldergrond in gebruik gegeven tegen
een jaarlijksche recognitie van f 50.
De rekening over 1938|1939 werd vastge
steld in ontvangst op 23772 en in uitgaaf
op 23058, dus met een goed slot groot
714.
Aan den heer J. J. van der Hooft te Aar
denburg werd eervol ontslag verleend als
ontvanger-griffier met ingang van 1 Juli
a.s. Genoemde functionaris was op den dag
der vergadering juist 34 jaar in dienst van
den Biezenpolder.
De jaarwedde van een eventueel nieuw te
benoemen ontvanger-griffier werd bepaald
op 110.
De begrooting voor 1939|1940 bedraagt
zoowel in ontvang als in uitgaaf 3679, met
een post voor onvoorziene uitgaven van
405. Het dijkgeschot zal evenals over het
afgeloopen jaar 6 per ha bedragen.
SCHOONDIJKE. Ofschoon de vereeni-
ging voor luchtbescherming alhier 95 leden
telt, was de opkomst Vrijdag maar matig,
toen de jaarvergadering werd gehouden. Na
afdoening van de agenda hield de heer
Wildschut, die een leiderscursus had mee
gemaakt te Oostburg, een interessante le
zing. Er zal getracht worden meer contact
te krijgen met de bevolking door lezingen
voor de buurten te houden.
(Ingez. Med.)
Vergeet voor een aanzienlijker
vriend niet de diensten u door een
minderen vriend bewezen.
„Om 's hemels wil", hijgde ze bleek en
bevend, „neem het voorstel, dat ik deed,
aan".
Gray was thans oprecht verbaasd door
den wanhopigen ernst in haar stem, maar
tevens had hij een gevoel van opluchting:
zij wenschte dus werkelijk, dat hij het By-
zantijnsch geheimschrift zou verraden? Dit
vergemakkelijkte den toestand.
„Ik neem het aan", zei hij plechtig. „Maar
ik zal de code op schrift moeten stellen. Ze
is lang en ingewikkeld. Indien ik 't uitleg
de, zou u het toch niet onthouden. Ik zal
vragen om schrijfbenoodigdheden. Morgen
ochtend kan ik er mee klaar zijn".
„Is dit uw vast besluit?"
„Dit is mijn besluit. Alam Khan heeft
mij in zijn macht en 't was dom van me dit
niet eerder begrepen te hebben. We zijn
zijn gevangenen en waar ook uw vrijheid
ervan afhangt, zal ik aan zijn verlangen
voldoen".
Ze deed dem een stomme vraag. Hij boog
zijn hoofd als teeken van instemming.
„Wat gebeuren moet, gebeure, Kismet".
„Geve de hemel, dat de karavaan komt
vóór je klaar bent", zei Diana impulsief. Ze
had het bevel van den Cobra even vergeten
en Engelsch gesproken.
Nauwelijk had ze de woorden geuit of
Jaffir kwam binnen.
„De Khan heeft last gegeven, dat zoodra
u onze taal niet meer gelieft te spreken,
u den sahib moet verlaten", zei hij aanma
tigend. „Volg me".
Zjj en Gray gaven er zich rekenschap
van, dat deze ontmoeting hun laatste zou
kunnen wezen. Zij drukte kramphaftig de
handen, die hjj haar toestak en zonder te
rughouding hief zij haar gezichtje naar
hem op, opdat hij er een kus op kon druk
ken.
„Wat er ook gebeure, Diana, wij weten
althans, dat we van elkaar houden", zei
hij, en zich bukkend kuste hij haar lang en
teeder.
Op den drempel van de deur keerde zij
zich nog eens om en wilde zeggen: „Ik houd
van je", maar tranen verstikten haar stem.
HOOFDSTUK XXII.
Chirine smeedt voor de tweede maal een
complot, en de „Man met den Sluier"
spreekt met Simla.
Toen Jaffir, de eunuch, Diana kwam ha
len, om haar naar Colin Gray te geleiden,
was de zon nauwelijks op. Zoet vogelge-
kweel vervulde de boomen van den tuin, en
een zwak briesje speelde door de frissche
morgenlucht.
Diana had Chirine, die nog rustig sliep,
niet willen wekken, maar terugkomende
vond zij de Perzische wakker en vol onge
duld om te hooren, wat de ander te ver
tellen zou hebben.
,,'t Verwondert me niets, Chirine, dat je
er down van bent", merkte Diana op, na
verslag van haar onderhoud met Gray te
hebben gedaan. „Ik voor mij heb oneindig
vertrouwen in de vindingrijkheid van mijn
sahib".
„Liefde is de oudste zuster van hoop,
Dina. Ik heb ook hoop, omdat ik liefheb.
Ik ben blij, dat die Galcha me op de hoogte
Zoojuist nog stak dc chef zijn pijpje
Roode Ster er bij op een paar
trekjes - en „wèg" is hij van dit
heerlijk aroma, dezen fijnen smaak
van Niemeijer's alom-geliefde
Roode Ster Tabak l
6, 10 en
13 et.
per
half ons
ZELDZAAM. ZACHL EN LICHT IN DE PIJP!
(Ingez. Med.)
Kantongerecht te Middelburg.
De kantonrechter te Middelburg heeft
veroordeeld wegens:
Overtreding van de Motor- en Rijwielwet
en/of het Motor- en Rijwielreglement en
andere verkeersverordeningen: L. de L.,
Koudekerke, W- J- S„ Vlissingen, ieder
0.50 of 1 d. h.; C. de K., Middelburg, C. J.
K., M. K., Wolfaartsdijk, F. J., P. C., Vlis
singen, M. G. V„ Ellewoudsdijk, D. v. S.,
Goes, J. W., Ierseke, A. R., s H. Arends-
kerke, ieder 1 of 1 d. h.; J. V., Heinkens-
zand, J. D., Ierseke, ieder 1 of 1 w. tucht-
sch.; J. V., Zoutelande, 2 of 1 d. h.; G. B.,
Rittem, J. S. Soeburg, ieder 3 of 1 w.
tuchtsch.; H. P., Nieuwdorp, 3 en 1 of
2 x 1 d. h.; C. A. P., Ierseke, 5 of 3 d. h.;
J. v. d. B., Middelburg, 5 of 5 d. h.; W.
J. S„ Vlissingen, 7.50 of 5 d. h.; G. M. K„
Goes, geen straf.
Niet zorgen voor het onschadelijk hou
den van een onder zijn hoede staand ge
vaarlijk dier: S. J., Grijpskerke, vrijspraak.
Openbare dronkencshapG. C. J. F.,
Kruiningen, 15 of 15 d. h.
Zonder verlof van het bevoegd gezag
het verkeer op een openbaren landweg be
lemmeren: S. de V., Serooskerke. 5 of
3 d. h.
Overtreding Drankwet: H. J. v. d. S.,
Vlissingen, 20 of 10 d. h.
Overtr. Bevrachtingsreglement: Th. R.,
Ossenisse, 3 of 3 d. h.
Iepenhout op zijn erf laten liggen en
daarna vervoeren: J. P., Meliskerke, 2
of 2 d. h.
Te Wolfaartsdijk venten zonder vergun
ning: I. F., Breskens, 2 of 2 d. h.
Een vuurwapen voorhanden hebben: G.
P., Zoutelande, 3 of 3 d. h. met verb,
verkl. van het in beslag genomen geweer.
Als schipper niet onverwijld gehoorza
men aan een bevel, hetwelk hem door een
ambtenaar van den Waterstaat in het be
lang van de vaart wordt gegeven: J. A., St.
Philipsland, 5 of 5 d. h.
heeft gebracht van het complot van Jaffir
en van Khoon. Want die ellendige hond,
die een vijand is van het sahib-log, heeft
me in verdenking
„In verdenking, van wat?" vroeg Diana
angstig.
„Van jou te helpen. Luister: gisteravond,
toen ik majoor Gray in zijn gevangenis ging
opzoeken, ben ik Jaffir tegengekomen,
't Was al laat en ik las de achterdocht in
zijn oogen. Ik verlang vurig naar den dag,
waarop ik hem op het marktplein door
woeste stieren uit elkaar zal zien scheuren.
En die dag zal komen, want ik bid er eiken
avond voor.
„Heeft Colinmajoor Gray je ook 'n
boodschap voor mij gegeven? Heeft hij je
ook gesproken over een hulp-expeditie?"
vroeg Diana, die te veel vervuld van haar
zelf was om te letten op de toespeling op
Jaffir en de samenzweerders.
„Je zult alles hooren, Diana. De eunuch
zeide, dat mijn Heer door alles heen woe
dend was en naar mij gevraagd had. Dezen
keer sprak dat vette varken de waarheid.
Toen ik kwam luchtte de Khan zijn hart
met allerlei vervloekingen, en beloften van
wraak op den Man-met-den-Sluier". De
uitdrukking van haar oogen werd somber.
„Ik heb getracht hem te stuiten: het is ge
vaarlijk iets van hem te zeggen, want al
is hjj op mijlen afstand, hij gist ieders ge
dachten en vooral indien het hem vijan
dige personen betreft. Maar ik praatte voor
doove ooren".
(Wordt vervolgd.);