MIDDELBURGSCHE COURANT
Polen is bereid tot iedere bespreking.
f 15.15
CGOESCHE COURANT)
SWAGGERS
S. WIENER 8. Co.
Hits de Duitsche regeering zich door twee
beginselen laat leidenIe vreedzame bedoelin
gen; 2 e vreedzame methoden van optreden.
Beek dient Hitier op vrij
scherpe wijze van repliek.
De kwestie Dantzig.
De Engelsch-Russische on
derhandelingen duren voort.
Verduistering in West
Zeeuwsch-Vlaanderen,
Het accoord tusschen de
Serven en Kroaten verworpen
De overeenkomst
Engeland.
met
De betrekkingen met
Duitschland.
Geen vrede tot eiken prijs
Door den ontvanger-griffier
van het waterschap Groede
en Baansteen andere polders
De inbraken te Koudekerke,
Wolfaartsdijk, Schore etc.
Zeeuwsch-Vlaamsche elftallen
samengesteld.
MIDDELBURG
Kleeren
Kleeren
J. Hooftman Jr.,
Vlasmarkt - Middelburg
HILDE ANNE DE VRIES
Bespoediging van de
onteigeningsprocedure,
'Dagblad. Uitg. N.V. De Middetburgsche Crt.
Bureauxte MIDDELBURG: St. Pieterstr. 28,
Telefoon Redactie 269, Administratie 139;
te GOESTurfkade Tel. 17. Postgiro 43255.
.Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes
f 2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week
abonnementen in Middelburg en Goes 18 ct.
5 MEI 1939. EERSTE BLAD. 182e JAABG.
M<»f
Advèrtentiën 30 ct per regel, ingezonden
mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager.
Tarief op aanvraag. Familieberichten en
dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine
Advertenties", max. 6 regels, 75 cent, bij
vooruitbetaling. „Brieven, of adres bureau
v. d. blad" 10 ct extra. Bewijsnummers 5 eL
Hedenmorgen om 11 uur plaatselijke tijd
heeft de Poolsche minister van buiten-
landsche zaken, Beck, in de Poolsche Ka
mer van Afgevaardigden te Warschau, zijn
met zooveel spanning verbeide verklaring
inzake de buitenlandsche politiek afgelegd.
Deze verklaring was in hoofdzaak een
antwoord op de rede van Hitier, verleden
week Vrijdag in den Duitschen Rijksdag
gehouden. Zooals men zich zal herinneren
deelde Hitier mede, aan Polen te hebben
voorgesteld, dat Dantzig in het Duitsche
Rijk zou terugkeeren en een onder Duit
sche souvereiniteit staandejn weg dwars
door den Corridor tusschen het eigenlijke
Duitschland en de geisoleerde Duitsche
provincie Oost-Pruisen zou worden aange
legd. Als tegenprestatie! was hij bereid
een niet-aanvalsverdrag voor den tijd van
25 jaar met Polen te sluiten en de onaf
hankelijkheid van Slovakije te garandeeren,
gezamenlijk met Polen en Hongarije. De
Poolsche regeering, aldus de Führer, wees
dit aanbod echter zonder meer van de
hand.
Hitier zegde verder o.m., het Poolsch-
Duitsche vriendschapsverdrag van 1934 en
het vlootverdrag met Engeland op.
Beek begon zijn rede vanochtend met
op dit alles doelend te constateeren,
„dat zich den laatsten tijd zeer ernstige
gebeurtenissen hebben voorgedaan. Ons
contact met sommige landen is dieper ge
worden en heeft zich op gemakkelijker
wijze ontplooid, in andere gevallen daar
entegen zijn ernstige moeilijkheden ont
staan."
De ?aken handelend in chronologische
volgorde, zal ik, aldus Beck, in de eerste
plaats onze overeenkomst met Groot-Brit-
tarmië vermelden. Na een voelingname
langs diplomatieken weg, welke ten doel
had het terrein te verkennen en het doel
van onze toekomstige betrekkingen vast
te stellen, hebben wij ter gelegenheid van
mijn bezoek aan Londen, een recht-
streeksch accoord gesloten, gebaseerd op
het beginsel van wederkeerigen bijstand
in geval eener rechtstreeksche of niet-
rechtstreeksche bedreiging der onafhanke
lijkheid van een onzer beide landen. Ge
kent den tekst van dit accoord, volgens
de verklaring van minister-president
Chamberlain dd. 6 April, omtrent welker
bewoording wij het eens zijn geworden,
en welke beschouwd moet worden als een
accoord, dat gesloten is tusschen de twee
regeeringen. Ik zou wenschen, dat de
Poolsche openbare meening weet, dat ik
van de zijde der Engelsche staatslieden
niet slechts een diep begrip ontmoet heb
voor de algemeene vraagstukken der Eu-
ropeesche politiek doefcr ook een zoodanige
houding jegens land, dat ik met de
grootstfü openhartigheid en in volkomen
vertrouwen alle essentieele kwesties zon
der eenige reserve en zonder eenige twij
fel open te laten, heb kunnen bespreken.
Indien het mogelijk geweest is, snel en
tot een definitie der beginselen van de
Engelseh-Poolsche samenwerking te ko
men, is dit vooral omdat wij duidelijk ge
constateerd hebben, dat beide regeeringen,
wat betreft de groote Europeesche vraag
stukken, dezelfde inzichten hebben.
Het staat vast, dat noch
Engeland, noch Polen
eenige agressieve bedoe
ling hebben jegens wie
ook, doch aan den anderen kant blij
ven zij zich stevig bewegen op het gebied
van eerbiediging van bepaalde fundamen-
teele beginselen in het internationale le
ven.
De minister besprak vervolgens de be
trekkingen met het Duitsche rijk en gaf
een historisch overzicht van de totstand
koming van het acoord van 1934. Het ver
drag van 1934 was een poging om aan de
geschiedenis der betrekkingen tusscher
twee groote volken een gunstiger wending
te geven. Uit dit oogpunt bezien, is de
verbreking van dit accoord iets van niet
geringe beteekenis. Elke overeenkomst is
slechts waard wat haar gevolgen waard
zjjn. Het Poolsch-Duitsche accoord van
1934 was een overeenkomst van weder-
zijdsche eerbiediging en van goede nabuur
schap, doch het verloor zijn werkelijk ka
rakter van het oogenblik af, waarop
de neiging zich openbaar
de om het zoodanig te in
terpreteeren, cEat de vrij-
heid van onze politiek
beperkt werd, of als mo
tief te gebruiken om van
ons eenzijdige concessies
te eischen, welke onver-
eenigbaar zijn met onze V i-
tale belangen
Zooals blijkt uit de tekst van het Duit
sche memorandum, waarin de overeen-
eenkomst van 1934 werd opgezegd, heeft
de Duitsche regeering bij het nemen van
haar besluit zich gebaseerd op persberich
ten, zonder de meening na te gaan
van de Britsche regeering of van de Pool
sche regeering, wat het karakter van de
gesloten overeenkomst betreft. Evenwel
bracht dit geen moeilijkheden omdat ik mij
terstond na mijn terugkeer uit Londen
bereid had verklaard, den Duitschen am
bassadeur te ontvangen, die tot op heden
gemeend heeft hiervan geen gebruik te
moeten maken. Waarom is dit feit van be
lang? Het is duidelijk, voor iemand die
logisch redeneert, dat het geenszins het
karakter, het doel of de omraming van
het Poolsch-Britsche accoord waren, wel
ke tot dit besluit geleid hebben, doch
wel het feit zelf, dat de
overeenkomst gefloten
was. En datis op zijn
beurt van betee k-enis om
de bedoelingen v a( n, de
Duitsche politiek te be
oorde e 1 e n. Als namelijk de Duitsche
regeering de non-agressieverklaring welke
tusschen Polen en Duitschland in 1934 ge
sloten is, in tegenstelling tot haar vorige
verklaring, zoodanig interpreteert als te
zijn geïnspireerjti door de wenseh Polen te
isoleeren en aan onzen staat een normale
en vriendschappelijke samenwerking met
de Westelijke mogendheden onmogelijk te
maken, dan zouden wij altijd zelf die in
terpretatie van de hand hebben gewezen.
Wat Dantzig betreft, aldus vervolgde
Beek, zal ik met eenige algemeene opmer
kingen beginnen. De vrije stad Dantzig is
geen uitvinding van het verdrag van Ver
sailles. Zij is een verschijnsel, dat sinds
eeuwen bestaat. Zij is een voortvloeisel van
een positieve mengeling van Poolsche en
Duitsche belangen. De Duitsche kooplieden
in Dantzig hebben de ontwikkeling en den
bloei van die stad verzekerd, dank zij den
overzeeschen handel van Polen. Niet slechts
de ontwikkeling maar de bestaansgrond
van die stad vloeiden voort uit het feit, dat
zij gelegen is aan de monding van de Weich-
sel, de eenige groote Poolsche rivier en aan
den voornaamsten spoorweg, welke op het
oogenblik onze verbinding vormt met de
Oostzee. De overwegende meerderheid der
bevolking van Dantzig is thans Duitsch,
maar haar bestaan en welzijn hangen af
van het economische potentieel van Polen.
Wij hebben ons altijd geplaatst en plaat
sen ons op het oogenblik vastberaden op het
standpunt der rechten en belangen van on
zen zeehandel en van onze maritieme poli
tiek te Dantzig.
Wij hebben niet gewild eenigen stelsel-
matigen druk uit te oefenen op de vrije na
tionale, ideologische en cultureele ontwik
keling der Duitsche meerderheid in de vrije
stad. Ik verneem, dat men de annexatie
van Dantzig bij het Duitsche rijk opeischt.
Nu een voorstel van ons, gedaan op 26
Maart om gemeenschappelijk het bestaan
en de rechten van de vrije stad te waarbor
gen zonder antwoord is gebleven en ik in
tegendeel verneem, dat men in dit voorstel
een weigering ziet om te onderhandelen,
ben ik wel verplicht mij af te vragen, waar
om het in werkelijkheid gaat. Gaat het om
de vrijheden van de Duitsche bevolking van
Dantzig, die niet bedreigd worden, om een
prestige kwestie of gaat het om een voor
nemen, Polen van de Oostzee terug te drin
gen?
„Welnu, Polen zal zich niet van de
Oostzee laten terugdringen. Dezelfde
overwegingen zijn van toepassing op de
verbindingen door onze provincie Pom-
meren. Ik leg den nadruk op die woor
den „provincie Pommeren". Want de
uitdrukking „Corridor" is een kunst
matige uitvinding, omdat het hier im
mers een provincie betreft, welke van
alle tijden Poolsch is geweest en slechts
een uiterst klein percentage aan Duit
sche kolonisten bezit.
Wij hebben aan het Duitsche rijk alle
faciliteiten in de spoorwegverbindingen
verleend, wij hebben aan de burgers
van dien staat toegestaan, om uit het
Duitsche rijk naar Oost-Pruisen te rei
zen zonder zich te behoeven onderwer
pen aan douane- of pasformaliteiten,
Wij hebben voorgesteld analoge facili
teiten te onderzoeken voor het auto-
mobielverkeer en hier ziet men opnieuw
de vraag verschijnen: waarom gaat het
in werkelijkheid?
Wij hebben er geen enkel belang bij
de Duitsche burgers te hinderen in hun
verbindingen met hun Oostelijke pro
vincies. Wij hebben echter geen enkele
beweegreden, onze souvereiniteit op
ons eigen grondgebied te beperken
Wat de eerste en de tweede kwestie be
treft, t.w. die der toekomst van Dant
zig en der verbinding door Pommeren,
gaat het steeds om eenzijdige concessies
welke de Duitsche regeering van ons
schijnt op te eischen,
Een staat, die zichzelf respecteert, doet
geen eenzijdige concessies. Waar blijft dus
die wederkeerigheid? In dat opzicht ont
breekt den Duitschen voorstellen elke dui
delijkheid. In zijn jongste redevoering sprak
de Duitsche rijkskanselier van een drie
voudig condominium voor Slovakije. Ik ben
verplicht te verklaren, dat ik dat voorstel
voor het eerst vernomen heb uit de rede
van den rijkskanselier van 28 April!
Tijdens zekere voorafgaande besprekin
gen, had men zich beperkt tot zinspelingen
over de mogelijkheid om de kwestie van
Slovakije te bespreken in geval een alge
meen accoord tot stand zou komen, Wij
hebben niet getracht dieper in te gaan op
dit soort besprekingen, daar hetniet
onze gewoonte is om van
de belangen van anderen
een voorwerp van o'nder-
handeling te maken.
Eveneens is ons het voor
stel om het no n-a g r ei ssie-
pact met 25 jaar te ver
lengen in geen enkelencon-
creten vorm tijdens dejong-
ste besprekingen voorge
legd. In dit opzicht werden eveneens
niet-officieele zinspelingen gedaan, zij het
ook, dat deze afkomstig waren van voor
aanstaande vertegenwoordigers der Duit
sche regeering. Maar in die be
sprekingen kwamen ook an
dere zinspelingen tevoor-
schijn, welke veel verder
gingen dan de behandelde
onderwerpen. Ik houd mij het recht
voor, om zoonoodig op deze kwestie terug te
komen.
In zijn rede stélt de Duitsche rijkskanse
lier als 'n concessie zijnerzijds voor, de tus
schen Polen en Duitschland bestaande grens
te erkennen en definitief te aanvaarden. Ik
moet vaststellen, dat het er hier om zou
gaan ons onbetwistbaar eigendom de jure
en de facto te erkennen. Hieruit volgt dus,
dat dit voorstel evenmin mijn standpunt
kan wijzigen, dat de Duitsche eischen in de
kwestie Dantzig en een weg door den „Cor
ridor" eenzijdig blijven.
In het licht van die overwegingen ver
wacht gij van mij en terecht een antwoord
op de laatste passage van het Duitsche me
morandum: indien de Poolsche regeering er
belang aanhecht, dat de Poolsch-Duitsche
betrekkingen opnieuw bij verdrag geregeld
worden, is de Duitsche regeering daartoe
bereid".
Het komt mij voor, dat ik in beginsel on
ze houding heb uiteengezet.
Thans duidelijkheidshalve nog een sa
menvatting van mijn uiteenzetting. De be
weegreden voor het sluiten van zulk een
accoord zou zijn „de vrede". Een woord, dat
de Duitsche rijkskanselier in zijn rede met
nadruk heeft genoemd.
De vrede is ongetvvijfeïl het doel der
Poolsche diplomatie. Twee voorwaarden
moeten vervuld worden wil dit woord zijn
werkelijke waarde hebben:
le. vreedzame bedoelingen, 2e. vreedzame
methoden van optreden.
Indien de Duitsche regeering zich in
haar betrekkingen met ons land door deze
twee beginselen laat leiden, is iedere be
spreking mogelijk mits hierbij natuurlijk
de beginselen welke ik zoo juist heb uit
eengezet, in acht worden genomen.
De vrede is een kostbaar en begeerens-
waardig iets. Onze generatie welke den
oorlog heeft gekend, verdient stellig een
tijdperk van vrede. Doch de vrede, zooais
vrijwel alle dingen op deze wereld, heeft
een hoogen prijs welke evenwel begrensd
is. Voor ons, Polen, bestaat het begrip van
een vrerie tot eiken prijs niet.
Er is in hef leven der menschen, der vol
keren en der staten slechts een ding dat
geen prijs kent: dat ding is de eer.
Reuter meldt uit Londen: In het Lager
huis heeft Chamberlain vanmiddag mede
gedeeld, dat met de Sovjet-Unie en andere
belanghebbende regeeringen nog steeds
voorstellen en tegenvoorstellen worden be
sproken. Omtrent de Sovjetvoorstellen is
van gedachten gewisseld met de Fransche
regeeringen, waarvan gisteren een mede-
deeling is ontvangen, en hopelijk zal het
mogelijk zijn zeer binnenkort het stand
punt der Britsche regeeringen verder aan
Moskou uiteen te zetten.
Voorts zeide de premier, dat hij geen
reden had, te veronderstel
len, dat men niet tot een
bevredigend resultaat zal
komen, doch hij kon onmogelijk een da
tum noemen, waarop hij zou kunnen zeg
gen, dat resultaat is bereikt. Hij achtte het
"niet gewenscht, iets te zeggen omtrent den
aard der voorstellen, die van beide zijden
zijn gedaan.
(Uit dit bericht krijgt men dus den in
druk, dat het ontslag van Litwinof geen
afbreking der Engelsch-Russische onder
handelingen tengevolge heeft.)
OOSTBURG. In het begin dezer week is
de ontvanger-griffier, o.a. van het water
schap Groede en Baanst, J. Ph. C„
plotseling verdwenen. Men vermoedde, dat
dit vertrek met de Noorderzon verband zou
houden met een door Ged. Staten van Zee
land aan een accountant opgedragen on
derzoek in de boeken van dien polder.
De officier van justitie heeft de maré-
chaussée te Oostburg bevel gegeven, den
voortvluchtige op te sporen, en deze heeft
hem toen op Belgisch grondgebied, namelijk
te Gent, achterhaald. Op aandrang van de
maréchaussée heeft hij zich toen over de
Nederlandsche grens begeven, waar hij in
arrest is gesteld en naar de Maréchaussée-
kazerne te Oostburg werd overgebracht.
Hoewel het accountants-onderzoek nog
niet beëindigd werd, moet reeds komen zijn
vast te staan, dat de betrokkene zich be
langrijke bedragen uit de polderkassen
heeft toegeëigend. Morgen zal hij ter be
schikking van den officier van justitie wor
den gesteld.
Behalve van Groede en Baanst is de ge
arresteerde ook nog ontvanger van de Groo
te en de Kleine Corneliapolder en van de
Magdalenapolder Schoondijke; tevens oefent
hij het beroep van verzekeringsinspecteur
uit.
Het waterschap Groede en Baanst is 207G
ha groot; de Groote Corneliapolder 50 ha,
de Kleine Cornelia 9 ha en de Magdalena
polder (Schoondijke) 74 ha.
Het vonnis.
De Middelburgsche rechtbank deed he
den uitspraak in de strafzaak tegen J. V.,
30 jaar, werkman te Vere; A. S„ 34 jaar,
transportondernemer te Brussel, beiden
thans gedetineerd, en tegen J. v. S„ 24
jaar, reiziger, wonende te Oostburg, des
tijds eveneens gedetineerd, doch die bij de
eerste behandeling in vrijheid werd gesteld.
Zooals men weet worden genoemde per
sonen verdacht van diversee diefstallen met
braak, gepleegd in den loop van het vorige
jaar, in de gemeenten Koudekerke, Wol
faartsdijk, 's-Heer Arendskerke, Schore,
Middelburg en Vlissingen.
De rechtbank veroordeelde J. V. thans
tot 2 jaar en 8 maanden gevangenisstraf
met aftrek van het voorarrest, en A. S. tot
2 jaar gevangenisstraf met aftrek van het
voorarrest. J. v. S. werd vrijgesproken.
Uit Zegreb wordt gemeld: De Hrvatski
Dnevnik, het orgaan van de Kroatische boe
renpartij, meldt in een speciale editie, dat
het accoord tusschen Serven en Kroaten is
verworpen.
Matsjek, de leider der Kroatische boeren
partij, zal de afgevaardigden van het Kro
atische volk bijeenroepen, om hun reken
schap te geven van het mislukken der se
dert 3 April gevoerde onderhandelingen en
met hen de gevolgen van deze mislukking
te bestudeeren
Op Donderdag 18 Mei a.s. (Hemelvaarts
dag) wordt te Biervliet de jaarlijksche
voetbalwedstrijd om den wisselbeker, tus
schen West- en Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen
gespeeld. Twee sterke elftallen zijn voor
deze ontmoeting samengesteld.
Het elftal van West-Zeeuwsch-
Vlaanderen.
In het elftal van West-Zeeuwsch-Vlaan-
deren zijn de volgende spelers gekozen:
Doel: A. Thomaes (Hoofdplaat) aan
voerder.
Achter: J. van der Plank en A. Brak
man (beiden Oostburg).
Midden E. Cornells (Hoofdplaat), A.
van Looy (IJzendijke), J. Verplanke (Oost
burg).
Voor: H. van Weijnsbergen (Hoofdplaat)
F. de Lijser (Biervliet), J. Hesseling (IJzen
dijke), C. de Ruysscher (Hoofdplaat) en I.
de Lijser (Biervliet).
Reserves: J. Aarnouts (IJzendijke), N.
Wijffels (IJzendijke), A. Lijbaart (Bier
vliet) en G. de Smet (IJzendijke.
Het elftal van Oost-Zeeuwsch-
Vlaanderen.
Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen zal met het
volgende elftal uitkomen:
Doel: H. Dieleman (Axel).
Achter: F. van der Hooft (Terneuzen)
aanvoerder en A. van Pienbruek (Sluiskil).
Midden: W. Pienbroek (Ternei.zen), W.
Jansen (Sluiskil) en W. Buijze (Tern.
Boys).
Voor: A. Cortvriendt (Sluiskil), L. Dob-
belaer (Terneuzen), F. van Tatenhove
(Sluiskil), R. Heijnsdijk (Sluiskil) en A.
Koster (Axel).
Reserves: J. de Jonge (Tern. Boys), J.
Roose (Sluiskil), A. Geensen (Terneuzen),
J. Ringelenberg (Terneuzen).
Scheidsrechter is de heer A. le Due uit
Middelburg, terwijl grensrechters zijn: A.
J. Hubregsen en P. A. Kouwijzer.
in de nieuwe kleuren
grijs, beige en marine
vanaf
(Ingez. Med.)
WEERBERICHT.
Verwachting tot morgenavond:
DE BILT: Gedeeltelijk bewolkt, geen re
gen van beteekenis, meest matige Z.O. tot
Z. wind, zelfde temperatuur.
UKKEL: Lichte tot matige wind uit Z.
richtingen, over het algemeen zwaar be
wolkte hemel, lichte regenbuien, vrij zachte
temperatuur.
Za 6 Mei. Zon op: 4 h 23; onder: 14 h 31.
Licht op: 20 h 01. Maan op: 21 h 36; onder:
6 h 18. L.K. 11 Mei.
Hoog- en Laagwater te Vlissingen:
Mei.
Hoogwater. Laagwater.
Vrijdag 5 2.12 14.37 8.45 21.04
Zaterdag 6 2.55 15.16 9.23 21.43
Zondag 7 3.35 15.55 9.58 22.22
Hoog- en Laagwater te Wemeldinge:
Mei.
Hoogwater. Laagwater.
Vrijdag 5 4.09 16.36 9.45 22.0?
Zaterdag 6S 4.50 17.15 10.25 22.45
Zondag 7 5.28 17.52 11.03 23.24
maken de n n
Voor
voor den man naar
(Ingez. Med.;
FS GE B.
to 2.90
(Ingez. Med.)
In verband met werkloos
heidsbestrijding of werk
verruiming.
Bij de Tweede Kamer is een wetsont
werp ingediend, houdende nadere wijziging
van de onteigeningswet. In de toelichting
bij dit wetsontwerp schrijven de ministers
van waterstaat, van justitie en van so
ciale zaken, o.m dat de regeering het
vraagstuk in studie heeft genomen, of het
tempo van de uitvoering van werken,
ondernomen in verband met de werkloos
heidsbestrijding of de werkverruiming, niet
kan worden bespoedigd door het verkorten
van het tijdsverloop, waarin door onteige
ning de beschikking over de noodige on
roerende goedèren kan worden verkregen.
In het wetsontwerp is thans een denk
beeld uitgewerkt, dat de mogelijkheid opent
om een belangrijk gedeelte van de onteige
ningsprocedure, het deskundigenonderzoek,
te doen plaats vinden, voordat de dag
vaarding tot onteigening is uitgebracht.
Met het geven van de gelegenheid tot
het inbrengen van bezwaren tegen de
voorgenomen onteigening en het onder
zoek van die bezwaren is vaak een niet
onaanzienlijk tijdvak gemoeid. Een aan
merkelijke verkorting kan nu verkregen
worden door dezen tijd dienstbaar te ma
ken aan de voorbereiding van het gewich
tigste moment in het te verwachten rechts
geding: de bepaling van de schadevergoe
ding.
In de gevallen, waarin de ondernemer
van het voorgenomen werk dit wenscht,
ware hem de bevoegdheid te geven om
het gerechtelijk onderzoek door deskundi
gen ter begrooting van de schade reeds
aanstonds in te leiden, nadat uit de ter
visielegging der stukken zal zijn gebleken,
welke perceelen naar aanvankelijk oordeel
ten behoeve van het werk verkregen
moeten worden.
Het belangrijkste voordeel, bestaat hier
in, dat de onteigenende partij veel eerder
dan thans mogelijk is, de beschikking over
de noodige terreinen zal kunnen verkrijgen
door voorloopige inbezitneming overeen
komstig de artikelen 54a en volgende der
onteigeningswet.
Aan de voorloopige inbezitneming, die
dient om aan het goed zijn nieuwe be
stemming te kunnen geven, behoort een
deugdelijk onderzoek door deskundigen
vooraf te gaan.
Wellicht kan dit onderzoek reeds heb
ben plaats gevonden op het tijdstip, waar
op het besluit tot aanwijzing der percee
len ter onteigening afkomt. Dan kan de
onteigenende partij reeds zeer spoedig
de beschikking over de noodige terreinen
verkrijgen. Maar in ieder geval wordt
door de voorgestelde methode tijd gewon
nen.