SCHUDT UW LEVER WAKKER De heffing op het gebouwd van den polder Walcheren. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN MAANDAG 1 MEI 1939. No. 102. KRONIEK vaa dea DAR. VORST COBRA Scherpe bestrijding van het voorstel, om het gebouwd ook te laten meebetalen tin de kosten van herstel van stormschaden. De commissa rissen voor het gebouwd hebben bij voorbaat maar een adres aan de Staten ontworpen De heer Jeronimus trekt van leer. alle De gevaarlijke kwestieDantzig Het ziet er reeds naar uit, dat zich in de naaste toekomst een telle politieke en di plomatieke strijd inzake Dantzig zal ont wikkelen. En ais het daar dan maar bij blijft Hitier heeft in zijn rede van Vrijdag j.l. over Dantzig gesproken in bewoordingen, die verrieden dat nij de verwerping van zijn voorstellen aan Polen niet op zich zal laten zitten, hoe veel grooter de gevaren van een „dynamische" politiek op het oogenblik ook zijn dan verleden zomer, toen de actie tegen Tsjechoslovakije op touw werd gezet. Bij die actie was de voornaamste speculatie des Führers, dat Engeland in geen geval het zwaard uit de scheede zou trekken ten behoeve van de Tsjechen. Deze speculatie, die nem kolossale winst opleverde, zal naar alle waarschijnlijkheid echter „einmalig" moeten heeten. Engeland heeft Polen een onvoorwaardelijke belofte van hulp gedaan voor het geval van een politieke ontwikke ling, welke Polen zou noodzaken zich met de wapenen te verdedigen. Zooals wij Za terdag op deze plaats schreven, moet aan genomen worden, dat de Polen zich niet gelijk de Tsjechen bij een gewelddadige ac tie zullen neerleggen, ook niet indien deze louter de inlijving van de vrije stad Dant zig (Dantzig is geen Poolsche stad) ten doel heeft en Polen's grondgebied ongerept laat. Volgens het Fransche persagentschap Ha- vas verwacht men in politieke kringen te Berlijn, dat de beweging, welke Duitschland voor den terugkeer van Dantzig bij het Duitsche rijk wil ontketenen, op de gebrui kelijke manier zal beginnen: met een pers campagne tegen Warschau. Ook, aldus Havas, beschouwt men in de Duitsche hoofdstad het bezoek van de Hon- gaarsehe staatslieden als een waarschuwing aan Polen, dat het geenszins moet rekenen op Hongaarsche of Italiaansche sympathie- en. Sommige berichten, die. niet gecontro leerd konden worden, zouden er toe strek ken te doen gelooven, dat Hongarije, ge steund door Italië, misschien Siovakije toe gewezen zou krijgen, op voorwaarde dat het de Duitsche aspiraties jegens Polen zou steunen. Bovendien wordt een Duitsche ac tie in het Noorden jegens Litauen ontwik keld, dat het voorwerp is van dringende stappen, op economisch gebied. Te Berlyn, vervolgt Havas, wendt men voor een gunstig antwoord te verwachten van Polen op de „einmalige" voorstellen van Hitier en een antwoord op wat men niet de opzegging van het vlootverdrag van 1935 wil noemen, maar „het openen van be sprekingen van het Britsche rijk en Groot- Duitschiand". Intusschen heeft men alle reden om te gelooven, dat de nationaal- sociahstische leiders vrijwel niet rekenen op een antwoord van Londen of War schau. De Duitsche 'propaganda houdt echter vast aan deze fictie, teneinde, wanneer het oogenblik gekomen is, aan het Duitsche volk te kunnen verklaren, dat „de edel moedige voorstellen" van den Führer ver onachtzaamd zijn door de betrokkenen en dat de geheele verantwoordelijkheid er voor op hen rust. Reeds thans wordt een begin gemaakt met deze manoeuvre in de nationaal-socialistische pers. Het spreekt vanzelf, dat men er bij deze voorstelling van zaken rekening mee moet houden, dat het een Fransch persagent schap is, dat ze geeft. Voor het overige ech ter staat als een paal boven water, dat Bel lijn het een en ander zal ondernemen. Het is zelfs zoo, dat Hitier zijn prestige min of meer op het spel gezet heeft. Door over Dantzig te spreken als hij deed, heeft het Duitsche volk den indruk gekregen, dat de terugkeer van de vrije stad binnen de Duitsche grenzen nog maar een kwestie van tijd zal zijn. De Dantzigers zelf hebben reeds onomwonden te kennen gegeven, dat ook zjj deze opvatting koesteren. Te Warschau begrijpt men natuurlijk ook drommels goed, dat Berlijn zich niet bij de verwerping van Hitler's voorstel zal neer leggen. Men is daar alvast een tegenbewe ging begonnen tegen de verwachte Duit sche actie. Zoo publiceerden de Poolsche bladen van Zaterdagavond een artikel, dat zeer waarschijnlijk van hoogerhand was in gegeven. Polen heeft kennis genomen, aldus dit artikel, van de opzegging van het niet- aanvalspact. Het is bereid te onderhande len over een nieuwe regeling van de Poolsch-Duitsche betrekkingen, w a a r b ij het echter de tegenpartij wijst op het principieel e, onwrikbare standpunt van Polen. Wij twijfelen er echter aan, of de Door MARK CHANNING. 28). Het oudje ging aan het werk. „Ik weet wat te vertellen van den Engel- schen gevangene", snaterde ze, intusschen droge kruiden afristend in een kop. ,,'t Is een officier en hij zit opgesloten in een cachot, vlak bij dat van den blinden fakir, van wien ze vertellen, dat 't ook een sahib ismaar die is gek". „Zie je kans een brief aan dien nieuwen gevangene over te brengen?" informeerde Chirine nadenkend. Het kruiden-vrouwtje keek haar sluw aan. „Daar waar geld rollen kan, kan een brief volgen". „Wie zal je boodschapper zijn?" „Degeen, die dienst doet als hulp van den dierenoppasser". „Kim je op hem vertrouwen?" Er kwam een flauw glimlachje om den gerimpelden mond. ..Vijftien jaar geleden", zei het vrouwtje met toonlooze stem, steeds roerende in den inhoud van den kop, „was wie mijn bood schapper zijn zal, een jonge slanke man met een knap uiterlijk; hij was hier, in deze tuinen tuinman. Een van de vrouwen van den Cobra had eens tegen hem geglimlacht de vrouwen zijn nu eenmaal zoo. Hij plukte een roos en bood haar die aan als hulde. Daarvoor veroordeelde de Khan haar om levend begraven te worden. Den jon gen liet hij vervolgens al zijn ribben bre huidige staat van zaken, die gekenmerkt wordt door de geschoktheid van het ver trouwen tusschen Polen en Duitschland, ge schikt zou zijn voor onderhandelingen tus schen beide landen. Wanneer de gemid delde Poolsche burger het voorstel ver neemt betreffende een nietaanvalsverdrag voor 25 jaar, kan hij niet nalaten zich af te vragen wat de waarde is van dat tijdperk, wanneer het tijdvak van 10 jaar niet ge ëerbiedigd is. En wat is de waar de van pacten, die van kracht blijven zoolang dat een der onderteekenaars convenieert en die plotse ling opgezegd worden, zoo dra zjj hinderlijk geacht worden. Wij zijn bereid te trachten pro blemen, die moeilijk op te lossen zijn, op te lossen, maar er zijn gren zen, waarbuiten Polen niet zal gaan, en methoden, die het zonder aarzelen ver werpt. Tot zoo ver het Poolsche artikel. Wij gelooven, dat de vastberadenheid, welke hieruit spreekt, allesbehalve een fic tie is. Als boven gezegd: de Polen verkeeren in een veel gunstiger positie dan verleden jaar de Tsjechen. Niet alleen hebben ze En- geland's steun, maar ze kunnen er boven dien met groote zekerheid staat op maken, dat ze in uitersten nood door Rusland ge steund zullen worden. Een bezetting van Polen door Duitschland is voor de Sovjet- Unie ontoelaatbaar. In de Zaterdagmorgen in het Polderhuis in de Abdij te Middelburg gehouden ver gadering van het bestuur van den Polder Walcheren, waren met kennisgeving afwe zig de heeren jhr. Van Doorn en Hoegen van Hoogelande en zonder kennisgeving de heer Maljaars. Bij de installatie van de nieuwe commis sarissen de heeren mr. P. Loeff en P. Ce- vaal heeft de voorzitter, mr. H. F. Lants- heer, ook dank gebracht voor hetgeen de afgetreden commissaris, de heer Jasperse, voor den polder heeft gedaan. Het jaarverslag 1938 gaf geen aanleiding tot besprekingen, doch dit was geheel an ders met het voorstel tot wijziging van het dijkgeschot. Voorgesteld werd om te komen tot wijzi ging in de regeling van het dijkgeschot voor de gebouwde eigendommen en wel door deze ook te laten medebetalen in de kosten van herstel van stormschaden. De VOORZITTER bracht een kleine her stelling aan in het voorstel naar aanlei ding van een aanwijzing ter zake van den heer Jeronimus aan het dag. bestuur. Thans vroeg en verkreeg de heer JE RONIMUS het woord. Spr. noemde het voorstel een brutaal voorstel. De commis sarissen voor het gebouwd hebben verga derd en begrepen, kennende den geest der vergadering, dat het voorstel zou worden aangenomen, en daarom reeds een adres ontworpen om dit te gebruiken bij een ac tie bij Ged. Staten, Prov. Staten en zoo noodig het rijk om de goedkeuring van een besluit in dezen geest te voorkomen. Spr. vond het daarom het beste dit ontwerp- adres voor te lezen. De commissarissen voor het gebouwd hebben tegen het voorstel tal van bezwa ren zoo van prinicipieelen als van feite lijken aard en wel: le. De gebouwde eigendom is van ouds her nimmer belast met de kosten van zee- weringswerken. Ten deele werden gebouw de eigendommen in het geheel niet be schermd door de zeeweringen van den Pol der doch wel op andere wijze; 2e. De strekking van het voorstel is, de gebouwde eigendommen verder te be lasten tot ontlasting van den grondeigen dom; 3e. Nadat de gebouwde eigendom reeds tweemaal is belast, ter ontlasting van het ongebouwd, is er nog een derde poging, die door verdere pogingen staat gevolgd te worden. 4e. De toelichting op het voorstel, geeft in strijd met de werkelijkheid, een onschul diger voorstelling, als overeenkomstig de feiten moet worden verwacht. 5e. Het is onjuist dat de gebouwde ei gendom gelijk belang heeft bij het herstel van stormschaden als de ongebouwde ei gendom. Ter toelichting van het eerste bezwaar wees spr. er o.a. op, dat de eigendom binnen de oude wallen der steden Arne- muiden, Middelburg, Vere en Vlissingen vroeger zelfs niet geacht werd tot den ken, opdat hij nooit meer aan eenige vrouw behagen zouJa zeker, ik kan vertrou wen op mijn zoonbesloot ze verwoed. „Dus hij kan den brief, waarover ik sprak, overhandigen? Het Engelsche meis je zal hem schrijven Ze gingen naar het rustbed toe, waarop Diana in diepen slaap verzonken was, haar vlammend rosse krullen op het witte hoofd kussen. Een paar uur later redigeerde Diana Lindsay, bleek en met loodzware oogleden, bij het flikkerende licht der lampen een briefje aan Colin Gray, die op dit moment niets meer voor haar was dan een Engel sche gevangene, wiens naam ze niet kende. „Van Diana Lindsay, dochter van den Engelschen resident te Labak. Ik verkeer in groot gevaar. Heeft men hulptroepen gezonden? Wie is u? D.L." Met oogen, dof van tranen, las ze het briefje eenige malen aandachtig over. Daarop reikte ze het bijna angstig aan Chi rine. Met een zilveren mes maakte deze een insnijding in een sinaasappel, rolde het pa pier dun op en duwde het in de vrucht, welke zij met een som gelds aan het krui denvrouwtje ter hand stelde. Zoodra deze het vertrek verlaten had, kwam een lawine van vragen, welke Diana op verlangen van Chirine had moeten uit stellen tot het briefje verzonden zou zijn: Hoe zag de gevangene er uit? Was hij ge wond? Zou ze hem ook kunnen zien? enz. enz. Chirine sloeg haar arm om de schouders van het afgematte meisje. polder te behooren en dus z.i. de instelling van de heffing van den gebouwden eigen dom, te beginnen met 1926 op een grond slag van 1,70 in strijd was met de his torie. Waar art. 1 van het huidige regle ment vermeldt, dat de polder Walcheren bestaat uit de voormalige polders Wal cheren, Beekshoek enz. meent spr., dat de genoemde steden ook op dit oogenblik niet tot den polder behooren. Voor den tuingrond binnen de oude wallen wordt géén dijkgeschot geheven. Ook zijn er vol gens spr. allerlei aanwijzingen, dat voor vele gebouwde perceelen niet de waterkee- ringen van den polder hare diensten bewij zen. Dit blijkt uit het soms onderloopen van de huizen aan de kade te Vere; het bleek in 1906 bij den watervloed te Vlis singen en in Middelburg zijn er nog over blijfselen van de voormalige stadswater- keering te zien de sleuven bij Molstraat, Bellinkstraat en Nieuwstraat en de peil schaal bij de Stadsschuur met een stand van 63 cm boven de straat. Ten opzichte van het tweede bezwaar zegt spr. o.a., dat gebouwen 1 tot_2 ge tijen onder water kunnen staan, maar daarvan minder voortdurende schade on dervinden dan met zout water bespoeld land. Wat het derde bezwaar betreft wees spr. er o.a. op dat ditmaal een verzet ten princi- pieele moet volgen, omdat het dagelijksch bestuur laat volgen, dat „het eerst in aan merking komt, de helft van de stormscha den". In de bedoeling ligt dus „meer" voor later. Betreffende het vierde bezwaar, wees spr. er op dat een gemiddelde belasting van 34.500 te mooi is voorgesteld. Spr. komt tot een jaargemiddelde van 66.000. Verzuimd wordt de consequentie te trekken van de verhoogde bijdragen en een wijzi ging te brengen in het verhoudingsgetal van Commissarissen van de gebouwde en de ongebouwde eigendom en een vertegen woordiging in het dag. bestuur te verzeke ren. Tenslotte zeide spr. naar aanleiding van het vijfde bezwaar dat het voor hem een raadsel is op welken rechtsgrond men den ongebouwden eigendom gedeeltelijk en ge leidelijk gaat ontlasten, en anderen belas ten. Aan Ged. Staten zal bij aanneming van het voorstel dan ook verzocht worden geen voorstel terzake aan de Prov. Staten te doen, subs, zoodanige wijziging in het regle ment te brengen, dat het aantal commis sarissen van het gebouw van 6 op 9 worde gebracht en van het ongebouwd vermin derd van 18 op 15; en dat twee der leden en de voorzitter zullen worden benoemd uit een aanbeveling van de Commissarissen van het ongebouwd en de beide andere ra den op aanbeveling van de Commissarissen van het gebouwd. Hiermede was de heer Jeronimus aan het einde van het adres, zooals het voor de hoogere colleges is ontworpen en deed hij Wijsheid zonder daden is als een wolk zonder regen. „Dina, je weet er evenveel van als ik. Hij is knap, lang en heel sterk, net als mijn HeerEen gedachte viel haar in. „Zeg, degeen, van wien je houdt, is dat een ma joor sahib? De vrouw zegt, dat de gevan gene dien rang heeft". Diana beefde. Een hevige aandoening maakte zich van haar meester. Geheel ver loren in droomerjjen, was het niet langer Chirine, die ze hoorde, doch een stem uit de verte, gelijk aan klokgelui en zoo dui delijk, dat het was alsof ze uit de kamer zelf kwam. 't Was de stem, welke ze den eersten nacht van haar gevangenschap ge hoord had, toen ze, gerold in een deken, haar oogen naar de sterren opsloeg. Met nadruk herhaalde deze stem, dat de gevan gene Colin Gray was. „Dina!" riep Chirine, haar zacht heen en weer schuddend. „Wat scheelt je? Ant woord dan toch. Is de man, van wien je houdt, een majoor sahib?" Diana knikte van ja met een gezicht, stra lend van geluk. Daar haar gemoed te vol was om te spreken, nam ze één der handen van Chirine in de hare en drukte er een kus op. Vervolgens verdwenen de heerlijke droom beelden, welke hoop haar voor oogen ge- tooverd had, om plaats te maken voor zwarte wanhoop; panische angst greep haar aan, angst voor hem, dien ze liever had dan haar eigen leven. Hoe zou zij hem kun nen helpen, of hoe zou hij haar kunnen helpen? Hij was nog machteloozer dan zij in zijn onderaardschen kerker, waarvan Chirine haar met afkeer verteld had. Vrij het voorstel om het punt aan te houden, om eerst te kunnen nagaan welke tege moetkoming ten opzichte der vertegenwoor diging moet worden ingelascht. Spr. ver wacht niet veel van het agrarisch dage lijksch bestuur en ook niet van het agrari sche georienteerde college van Ged. Staten. Spr. ziet verband tusschen het tijdstip van publiceeren van dit voorstel en de Provin ciale statenverkiezing. Men kon het nu niet meer aanroeren, maar zij, die er eventueel in de Staten voor mochten stemmen, moe ten weten, dat wat in het vat ligt, niet ver zuurt. Als men de kwestie niet aanhoudt, dan zal spr. zijn steun aan de begrooting moeten onthouden, opdat z.i. de heffing op het gebouwd niet op juridischen grond steunt. Om dit te beslissen is het noodig be taling van dijkgeschot voor gebouwd te wei geren, en dan door een executie vordering de kwestie te doen uitmaken, dan wel aan den polder betaald dijkgeschot voor ge bouwd geheel terug te vorderen, wat voor den polder 3 tot 4 ton zou beteekenen. De VOORZITTER zeide, dat de heer Je ronimus weder zeer strijdlustig is. De heer v. d. HARST zeide dat de een meer belang heeft bij het werk van den polder dan de ander. De VOORZITTER zeide, dat spr. moet bedenken niet voor de huiseigenaren, doch voor de belangen van den polder te moe ten spreken. De heer v. d. HARST wees er op, dat door allerlei lasten, o.a. de waterleiding, die een verkapte gemeentelijke heffing is, de kosten tot 49,2 van de belastbare op brengst klimmen. Spr. zeide, dat waar dit voorstel geheel is voorbereid zonder medewerking van de vertegenwoordigers van den gebouwden eigendom de vraag bij hem opkwam, wan neer de Polder inderdaad meer inkomsten behoeft, waarom dan altijd naar de gebouw de eigendommen wordt gekeken, en hoe het komt dat nooit het verschil in de heffing der lasten op vrijland aan de orde komt. Dit verschil bestond reeds in 1295 onder Graaf Floris V, mogelijk nog vroeger. Aan de hand van een uittreksel uit de geschie denis, wees spr. er op, dat men op het laatst van de zeventiende eeuw het er ook al niet over eens was wat schotbaar en wat vrijland moest zijn. Spr. meent ook te mo gen concludeeren, dat niet veel waarde kan gehecht worden aan de overloopers, de voorloopers van onze kadastrale boekhou ding. De ligging der oude vrije landen is bij het kadaster niet bekend. Het is vermoede lijk ondoenlijk historisch vast te stellen of alle perceelen, die als schotbaar of als vrij land staan aangemerkt, het ook werkelijk zijn. Waar het verschil enkel maar een historischen ondergrond heeft en oude heer lijke rechten als tiendrecht en jachtrecht zijn verdwenen acht spr. het verschil in hef fing niet meer gerechtvaardigd. Spr. vraagt zich af, of de tijd thans ge zien de behoefte van de Polderkas niet ge komen is om dit verschil in heffing af te schaffen en spr. zou dit eventueel aan het adres aan Ged. Statqn willen toevoegen. Ten slotte had spr. nog groot bezwaar te gen de vaststelling van de huidige belastba re opbrengst door de wijze, waarop deze gebeurt, spr. kent verschillende gevallen, waarin de kadastrale belastbare opbrengst 50 hooger is dan de werkelijke huur waarde. Een dergelijk systeem leidt tot groote onbillijkheden, en spr. acht daarop voortwerken een verkeerde daad. De VOORZITTER bracht nu in stemming het voorstel-Jeronimus tot aanhouding van deze materie. Dit werd verworpen met 20 tegen 6 stemmen, namelijk ongebouwd te gen gebouwd. De heer BOSSELAAR zeide, dat men pal moet staan zoowel voor de belangen van het gebouwd als van het ongebouwd. Bij overstroomingen zijn toch ook wel huizen en schuren ingestort en ook Middelburg heeft last gehad van water bij grooten vloed. Wat jarenlang verkeerd was, be hoeft men toch niet langer te bestendigen. Al dachten sommige jongelui vrij te zijn van den dienstplicht, zoo kunnen andere omstandigheden toch maken, dat dit ver andert. Het gebouwd heeft maar steeds toe gekeken en het is een billijkheid, dat het ook gaat mede betalen. De heer OSTé zegt, dat men niet moet blijven staan bij het gebouwd, doch dat men ook roerende goederen en dieren enz. zou kunnen doen betalen, want, die worden tcch ook beschermd. De heer FRANSE heeft met genoegen het voorstel van het dag. bestuur gelezen, maar voelt ook wel iets voor gelijkstelling van vrijland en schotbaar land. toe ook overschaduwd worden door stroo men bloed en moorden, ze vormden voor het jonge vrouwtje een onontbeerlijke at mosfeer. „Zou ik hem niet kunnen zien en spre ken?" herhaalde Diana, in wanhoop haar handen wringend. „Luister nu eens, Dina", zei de Perzische met nadruk, „mijn boodschapper kan zelfs niet bij hem komen. Laten we nu gaan slapen, 't is al bijna dag". „Mijn brief „Dien krijgt hij. De vrouw kende iemand, die hem eiken dag ,zieten een sinaas appel is niet veel". „Wanneer denk je, dat ik antwoord kan hebben?" hield Diana aan, vergeefs pogend haar tranen terug te dringen. „GauwMaar er is nog iets anders. Chirine besloot nu maar flink te zijn en direct te zeggen, waartoe ze eerst niet had kunnen komen, nl. dat de Khan besloten was met Diana te trouwen. „Weet je, dat je zeer behaagt aan mijn Heer?" begon ze langzaam. Diana hoorde de woorden, doch ze waren voor haar als een droom zonder beteekenis. „Wanneer zou het antwoord van den sa hib kunnen komen?" herhaalde ze koppig, zich tot Chirine wendend. „Ik zeg je, dat mijn Heer je héél aardig vindt", vervolgde koel de Perzische zonder acht te slaan op de woorden van de ander, terwijl haar oogen vonken schoten. ,,Hij is vast besloten met je te trouwen". Diana Lindsay antwoordde niet. Hoe zou het beeld van Alam Khan plaats in haar heid en zonneschijn, al moesten ze af en verbeelding moeten vinden, terwijl deze ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN en U zult 's morgéns „kiplekker" uit bed springen. ^ierfn <dag moei Vw,lever minstens een liter gal in Uw Ingewanden doen stroomen. Wanneer deze stroom van gal onvoldoende Is, verteert en ziet a^somber^r^' VOe" U ellendig ai?amTe,esteleermiddelenzlinslechts lapmid delen. U moet CARTER'S LEVERPILLETJES enmTin O? een liter gal vrtJ te doen stroomen en U zult weer geheel fit zijn. Onschadelijk plantaardig, zacht, onovertroffen om de gal té hSe? s&°?men. Eischt Carter's LeverpiUetjes bö apothekers en drogisten, f, 0,76 (Ingez, Med.) De heer JERONIMUS wees er in zijn re pliek o.a. op, dat de eigenaars van lande rijen bij het koopen reeds wisten, dat er lasten opstonden, doch die van huizen enz. niet. De polder zou het recht hebben de steden, bijv. Vlissingen geheel door dijken in te sluiten. Dat hij van dit recht geen ge bruik maakt, geeft nog geen recht tot het opleggen van lasten aan het gebouwd. De VOORZITTER zeide, dat uitvoerige stukken als die van de heeren Jeronimus en v. d. Harst niet in eens te overzien zijn en bovendien dreigt men reeds met hoogere instanties, die dan zeker weer wel om ad vies bij het bestuur zullen komen. Daarom bepaalde spr. er zich toe te zeggen, dat de kwestie van geen onderscheid tusschen schotbaar en vrijland zeker eens kan wor den onderzocht. Men moest met de gebouw de eigendommen op bescheiden wijze begin nen, want het was destijds een nieuw systeem. Men moest het geleidelijk laten voortwerken of het systeem verlaten en de verantwoordelijkheid geheel aan Ged. Sta ten overlaten. De heer PORTHEINE meende, dat de aanval van de heeren Jeronimus en v. d. Harst te fel was en niet geheel terecht. Men valt het geheele stelsel van belasting van het gebouwd aan, terwijl het nu hoog stens gaat om de uitbreiding van hetgeen ten deele voor het gebouwd komt. Spr. meende echter dat de berekening van de stormschaden enz. te beperkt was. Men kan toch ook ernstige calamiteiten krijgen. De VOORZITTER deelt mede, dat van 19061915 herstel van stormschaden ge middeld 25000 bedroeg, van 1916 tot 1925 32350; van 1926—1935 63.250 (hieronder valt de groote calamiteit van 1928 tot een bedrag van ruim 500.000). De eigenaren van het gebouwd moesten dankbaar zijn, dat zij er aan mede mogen betalen. De heer JERONIMUS wijst ook op de kwestie van de samenvoeging van polders in Zeeuwsch Vlaanderen, waarbij men ook het gebouwd er in zal moeten betrekken. De commissarissen voor het gebouwd heb ben niet gevraagd om in de vergadering te mogen komen, maar nu zij er zijn zullen zij de belangen behartigen zooals zij die zien. De lasten zullen op den duur te hoog wor den. Het voorstel werd tenslotte met 20 te gen 6 stemmen aangenomen, ook nu stem den alleen de commissarissen voor het ge bouwd tegen. Centrale verwarming Polderhuis Bij het voorstel tot het verleenen van een crediet van 6200 voor de Centrale ver warming van het polderhuis, zeide de heer JERONIMUS geen bezwaar te hebben te gen den aanleg maar wel tegen de wijze van uitvoering. Dit gaat voornamelijk tegen het zonder meer geven van het werk aan. de firma Braat voor 4625. De gemeente Middel burg had ook een aanbieding van 3300 alleen voor het politiebureau en nu is door een andere firma voor hetzelfde bedrag ook het gebouw voor de luchtbescherming voorzien. Spr. wil het gevraagde crediet toestaan, als het dag. bestuur toezegt, dat het ook nog bij anderen opgaven zal vra gen. De VOORZITTER zeide, dat het bestuur in dit geval gemeend had, zoo te kunnen handelen. Wel zijn er na het bekend wor den van het plan vele aanbiedingen inge komen. Ook de firma Braat zal het werk wel voor minder kunnen doen, maar dan is men niet zeker van het materiaal en de capaciteit. De heer v. d. HARST wijst er op, dat dan een eventueele andere uitvoerder 100 geheel vervuld was van de gedachte, dat Colin Gray zich in het „Paleis van den Spiegel" bevond. Jaloezie, na liefde het sterkste gevoelen, kreeg bij Chirine de overhand; weer vroeg ze zich af wat er gebeuren zou, indien de poging om Diana te doen ontvluchten, mislekte. „Waar is 't vergif, dat ik je gegeven heb?" „Dat heb ik", antwoordde Diana, met af gewend gezicht. „GoedGeve Allah, dat het niet noo dig zal zijnDina, herinner je je den jongen bergbewoner wiens kleeren je op bevel van mijn Heer hebt moeten aantrek ken?" Diana zweeg nog steeds. Ze hield maar niet op zich dezelfde vraag te stellen: Zou die gevangene wel werkelijk Colin Gray zijn? „Diezelfde Firoz", vervolgde Chirine een beetje ongeduldig, probeert je vlucht voor elkaar te krijgen. Op denzelfden avond, waarop mijn Heer plan heeft met je te trouwen, komt hier een karavaan langs op weg naar Yanistan. Zoodra het donker is, ga je naar het kruidenvrouwtje en in haar woning wacht je de komst van deze kara vaan af. Daarmee keer je terug naar La- bak, verborgen in een mand. 't Zal niet zonder gevaar zijn, en indien je ontdekt werd, dan zou je moeten innemenwat ik je gegeven hebt". (Wordt vervolgd). Boer.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5