Het vraagstuk van den arbeidsdienst Vereeniging voor Nationale Veiligheid ZEELAND. België, Nederland en Het Zwin. De burgerdienstplichtigen dienen jaarlijks in twee groepen van 30.000 jonge mannen op te komen. De kosten zullen per jaar maximum f 50.750.000 bedragen. Spoedige invoering van den bur gerdienstplicht voorniet-dienstplichtigen en jeug dige werkloozen zeer gewencht geacht. Rapport van de Ned. Mij. voor Nijverheid en Handel burgerdienstplicht voor meisjes. STATEH-GENERAAL, Redevoering van prof. De Quay. WALCHEREN. ZUIDBEVELAND. Verschenen is een rapport over het vraagstuk van den arbeidsdienst, dat is uit gebracht op verzoek van het hoofdbestuur van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel door een commissie, geïnstalleerd door 't departement 's Gra- venhage dier maatschappij en dat op de al- gemeene vergadering van de maatschappij (van 2224 Juni te Maastricht) aan de or- <Je zal komen. De commissie zegt in haar rapport den arbeidsdienst te willen zien als een arbeids dienstplicht. Zij behandelt in de eerste plaats den „burgerdienstplicht voor jonge ren" (B.V.J.). Burgerdienstplicht voor jongeren. De commissie meent dat met een dienst tijd van 5 a 5% maand kan worden vol staan. In verband met den eisch om den B.V.J. algemeen te maken, meent de com missie dat alle jongelingen gedurende een periode van 5% maand hun burgerdienst plicht moeten verrichten en wel in een tijd vak voorafgaande aan dat van den militai ren dienst. Het aantal personen dat per jaar voor den B.V.J. in aanmerking komt, wordt ge schat op 75.000. De commissie stelt zich voor, dat de burgerdienstplichtigen jaar lijks in 2 groepen opkomen, waarvan elke groep 5VS maand verbonden is, zoodat met leiding, huisvesting, werkverschaffing ge rekend moet worden op een contingent van 30.000 jongemannen. Dit aantal van 30.000 resulteert in 60.000 B.V.J.-dienstplichti- gen per jaar. De organisatie denkt de commissie zich als volgt: de legering zal plaats vinden in groepsverband of groepskampen, elk voor 200 a 300 jongelingen. In elke provincie wordt een aantal groepskampen ingericht en een provinciaal hoofdkamp. De commissie is van oordeel dat de groepskampen behooren te staan onder niet te straffe, doch in elk geval duidelijk merk bare, discipline, zoodat het vraagstuk van de keuze van leiders van het allergrootste belang is. In dit verband is de commissie van meening dat een centrale organisatie gewenscht is, echter niet te bureaucratisch- zwaarwichtig. Zij denkt zich o.a. een organisatie in den zin van de Nederlandsche Padvinders Be weging; dus een hoofdleider met een cen traal bureau, gevestigd in Den Haag, in vérband met het noodzakelijke contact met regeeringsorganen. Voor elk provinciaal district is een gewestelijk leider noodig en vóór elk kamp een kampleider. De kosten. Ieder jaar komen 75.000 personen wat de leeftijd betreft in aanmerking voor den dienstplicht. Wanneer wij berekenen, dat 20 pet. afvalt wegens ongeschiktheid, ko men er dus vrij voor den dienst 60.000. Op deze basis zal voor 30.000 personen het eer ste half jaar moeten worden uitgegeven een bedrag van 30.000 x 175 x 2.50 13.125.000,Na het eerste half jaar zal een groep niet-dienstplichtigen voor den mi litairen dienst, die ongeveer 14.000 perso nen omvat, achterblijven, (het jaarlijksche contingent militairen bedraagt 32.000). Het tweede half jaar zullen de kosten dan be- loopen 44.000 X 175 x 2.50 19.250.000. Het daarop volgende half jaar wordt dan het maximum bereikt, n.l. 30.000 plus 14.000 plus 14.000, totaal dus 58.000 jonge mannen. Per half jaar zullen de kosten daarvoor be dragen 58.000 x 175 X 2.50 - 25.375.000 derhalve per jaar 50.7500.000. Dit bedrag kan als maximum beschouwd worden. Hoe groot ook het bedrag moge zijn, dat aan de invoering van den B.V.J. op de wij ze alS in het voorgaande geschetste, ten kos te moet worden gelegd, is de commissie toch eenparig van oordeel, dat, waar met deze groote uitgaven in dé allereerste plaats wordt beoogd het moreele peil en de physieke waarde van de Nederlandsche jongelingschap te verhoogen, de voordeelen van den B.V.J. ruimschoots opwegen tegen het geldelijke offer. De commissie over weegt daarbij dat de millioenen, die thans worden uitgegeven tot verzachting van de gevolgen van de werkloosheid niet ten ge volge hebben gehad, dat de daling van het moreele peil is voorkomen. Met het oog op deze overweging, spreekt de commissie zich dan ook znoder restrictie voor invoering uit. De commissie acht het gewenscht, dat de meisjes gedurende een termijn van on- geveer 6 maanden in groepsverband wor den samengebracht en onderricht ontvan gen :n huishoudelijken arbeid, als bv. ko- ,Va,n eenvoudige burgernjaaltijden, waschbehandeling, onderhoud van klee ding, kinderverpleging, eenvoudige huis- houd-administratie, opleiding luchtbescher- mingstaak voor vrouwen, eerste hulp èn aanwijzingen omtrent taken, die door vrou wen en meisjes verricht zouden moeten worden in tijd van oorlog enz. De commisise stelt zich niet voor, dat een b.v.j. voor jongemannen en voor jon ge meisjes gelijktijdig ingevoerd zou kun nen Worden en zij onthoudt er zich dan ook van om een kostenberekening voor den b.v j. voor meisjes op te stellen, aan gezien zij van oordeel is, dat vóór alles een b.v.j. voor jongemannen tot stand moet worden gebracht. Burgerdienstplicht voor niet-mili- tieplichtigen. Volgens de in de beschrijving van den algemeenen burgerdienstplicht gemaakte berekening, zou een burgerdienstplicht yoor niet-militieplichtigen circa 28,000 per sonen kunnen omvatten Denkt men zich een zelfde regeling als bij het algemeene plan, dus een opkomst in twee groepen elk gedurende 5% maand, dan zullen dé kosten- bedragen voor 14,000 jongelingen gedurende 5% maand 6,125,000; en voor 28,000 per jaar 12,250,000. Een spoedige invoering van den b.v.j. voor niet-dienstplichtigen acht de commis sie zeer gewenscht, hetzij als doel op zich zelf, hetzij wat haar liever is als eerste étappe op den weg naar geleidelijke invoering van een algemeenen b.v.j. Burgerdienstplicht voor jeugdige werkloozen. De commissie heeft ernstige beschouwin gen gewijd aan de vraag of in elk geval binnen den kortst' mogelijken tijd niet een burgerdienstplicht voor jeugdige werkloo zen zou moeten worden ingesteld. Hierbij is in beschouwing genomen of het billijk te achten is, dat aan jonge werkloozen, ondanks hun werkloosheid nog een be paalde plicht mag worden opgelegd. Na rijp beraad meende de commissie deze vraag in het belang van individu en maat schappij bevestigend te moeten beantwoor den en zij stelt daarom de volgende rege len voor: Ihdien jeugdige werkloozen van 18 tot 20 jaar 6 maanden ononderbroken werk loos zijn geweest, zouden ze onderworpén gesteld moeten worden aan een burger dienstplicht en een periode van 5 a 6 maan den volgens het systeem van den b.v.j. tewerkgesteld moeten worden. Als maat staf voor de tewerkstelling van volgende groepen jeugdige werkloozen zal de pe riode in arbeidsdienstplicht doorgebracht niet meer als werkloosheid worden aan gemerkt. Na het verstrijken van dien tijd zullen ze allen mogelijken steun moeten krijgen om zoo spoedig mogelijk een plaats in de maatschapij te verwerven. Gedurende den burgerdienstjplicht-tijd zal getracht moeten worden hen zoo veel mogelijk in de reeds beoefende vakken te werk te stellen. Burgerdienstpïicht voor oudere werkloozen. De commissie meent, dat deze groep niet onder den burgerdienst moet worden gerangschikt, aangezien voor deze perso nen eerder sprake moet zijn van een stel sel van werkverschaffing dan van arbeids dienstplicht. EEN KORTE VERGADERING DER EERSTE KAMER. Valsche vermogensaangifte door buitenlander, die genaturaliseerd wenschte te worden? De Eerste Kamer kwam gisteravond voor het eerst na het Paaschreces bijeen. Be handeld werden verschillende kleinere wetsontwerpen. Bij een naturalisatie-ont werp sprak de heer Van Vessem (n.s.b.) Spr. zeide, dat bij de behandeling in de afdeelingen de nationaal-socialistische frac tie heeft gevraagd het wetsontwerp in te trekken, daar bij een der te naturaliseeren personen ontoelaatbare verschillen tus- schen zijn vermogensopgave aan de be lastingadministratie en den werkelijken toestand aan den dag zijn getreden. Spr. lichtte dit verzoek nader toe. De man zou zijn inkomen ruim 50.000 gulden te laag hebben opgegeven. Bovendien gaf hij zijn vermogen ongeveer acht ton te laag op. Spr. toonde diti met cijfers aan. De minister ,van justitie, de heer Go- seling, achtte het een zware beschuldiging, dat de man te kwader trouw heeft gehan deld. Bovendien was 's mans vermogen ne gatief. Daarvoor wordt nooit belasting be taald. En tenslotte heeft de man later de aangifte zelf verbeterd. Spr. zag geen re den om den man het Nederlanderschap te onthouden. De heer Van Vessem (n.s.b.) zeide, de kwade trouw bewezen te achten. Hier is geen sprake van een vergissing. Spr. ver zocht het wetsontwerp in stemming te brengen. De minister zeide, van oordeel te zijn, dat hier geen sprake was van een val sche belastingaangifte, doch van een on juiste. Heti ontwerp werd aangenomen met 32 tegen 11 stemmen. Tegen stemden de c.h., de heeren Van Asch van Wijck, Briet en Van Citters (alle a.r.) en de n.s.b. Nadat verschillende andere wetsontwer pen zonder debat en zonder hoofdelijke stemming waren aangenomen, werd de vergadering na een half uur, verdaagd tot hedenmorgen. DE TWEEDE KAMER MET HET WETSONTWERP AUTOVERVOER PERSONEN BEGONNEN. De Tweede Kamer kwam gisteren voor het eerst na het Paaschreces weder bijeen. Bij den aanvang der vergadering herdacht de voorzitter, mr. J. R. H. van Schaik, met een korte rede het tijdens het reces overle den lid, den heer W. Drop. Namens de re geering sloot zich minister De Wilde hierbij aan. Vervolgens werd overgegaan tot de in stallatie van den heer dr. H. Brugmans ter voorziening in de vacature, ontstaan door het overlijden van den heer Drop. De heer L. de Visser (comm.) vroeg ver lof om eenige vragen tot de regeering te mogen richten naar aanleiding van de ge nomen maatregelen en het door de regee ring gevoerde beleid in verband met den huidigen internationalen toestand. Deze in terpellatie-aanvrage zou hedenmiddag bij den aanvang der vergadering worden be handeld. De heer Van der Waerden (s.d.) was de eenige spreker bjj de behandeling van het ontwerp tot deelneming door de regeering in het preferent kapitaal van de koninklijke hoogovens te IJmuiden met zeven ton. Naar zijn oordeel had de regeering van de ze gelegenheid gebruik moeten maken om meer invloed op dit basisbedrijf te verkrij gen. Dit ontwerp werd overigens zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Nadat een wetsontwerp tot naasting van Dinsdagavond sprak voor een geheel met belangstellenden gevulde voorzaal van het gebouw Sint Joris te Middelburg prof. J E. de Quay, voorzitter van de Vereeni ging voor Nationale veiligheid, voor het comité Middelburg. De voorzitter van dat comité, jhr. F. Beelaerts van Blokland, heette de aanwezigen welkom en dit in het bijzonder den Commissaris der Konin gin, wethouder Boasson als vertegenwoor diger van het gemeentebestuur, burge meesters van omliggende gemeenten en vele officieren en onderofficieren van land en zeemacht o.w. de commandant van Zee land en de Garnizoenscommandant. De spreker, prof. De Quay, zei de wel wat huiverig te zijn geweest in deze tijden te spreken over wat na München is geschied. Hij heeft eerst getracht een an deren spreker te vinden, maar meende ten slotte als voorzitter van de Vereeniging verplicht te zijn aan de uitnoodiging te voldoen. Spr. wees er op, dat thans nog de geza menlijke diplomaten volop in actie zijn, maar als er een conflict mocht komen, dan zijn het de strategen, die aan het woord zijn en treedt het militaire apparaat in werking. Spr. zegt, dat sedert 17 Maart jl. een zeer sterke kentering gekomen is in de Engelsche politiek. Dit zal toch niet alleen het gevolg zijn van de inlijving van Tsjechoslovakije, dat toch niet viel onder de landen met een bevolking die op het gebied van bloed en bodem met Duitsch- land gelijk staan. Spr. wijst op de verschillende daden van Duitschland, als invoering van de algemee ne dienstplicht, de bezetting van het Rijn land, waarna Hitier steeds verzekerde geen uitbreiding van grondgebied in Europa meer te wenschen. Steeds zijn die verze keringen later weer te niet gedaan Bij zijn beschouwingen op 17 Maart heèft Chamberlain nog weer eens met' klem aan de verzekeringen van München herin nerd en ook aan de toezegging, dat ver dere territoriale eischen van Duitschland niet aanwezig waren. Toch heeft het nog andere landen ingenomen en het vertrou wen misbruikt, eigen recht in handen ge nomen. Het heeft zich schuldig gemaakt aan woordbreuk tegenover Chamberlain. Spr. wijst er dan op, dat Engeland ook andere moeilijkheden heeft als in Pales tina en in de Middel'landsche Zee. Hij zegt ook, dat men er rekening mede moet hou den, dat wat in de Pacific geschiedt ook voor Nederland van groot belang is Het Duitsch-Roemeensche handelsver drag is voor Duitschland van groote betee- kenis voor import en export. Engeland vent nog met zijn omsingelings- politiek en spr. meent, dat men van Polen wel mag rekenen dat het mede doet, maar voor Roemenië en Griekenland zet hij nog vraagteekens en intüsschen nam Italië Albanië en Zuidslavie za'l wel niet anders kunnen doen dan zien bij den as aanslui ten. Roosevelt's boodschap doet zien. dat men in Amerika niet geheel op de hoogte is van de toestanden in Europa, gezien den onbegrijpelijken vorm waarop hii zich tot de dictatoren heeft gericht. De diplomatie ke werkzaamheden worden intüsschen nog voortgezet en het is dan ook niet' goed mogelijk een diagnose te stellen Er is geen enkele zekerheid over de wiize, waarop de toestand zich zal ont wikkelen, doch men weet wel hoe men er nu voorstaat. Men kent de bedoelingen der dictatoren niet en wellicht kennen deze zelf ze alleen. Maar als deze een doel be reikt hebben, willen zij toch weer verder gaan. Er heerscht naar de meening van spr. een heel ernstige interne spanning in Duitschland zelf wegens voedselnood en dit kan leiden tot een onverwachten sprong. Is dit een oorlog, dan staan de Duitschers weer als een man gereed voor hun vaderland en nog meer als van 1914— 1918 zal dan de geheele bevolking mede betrokken worden in den oorlog. Spr. acht het intüsschen zeer wel mogelijk, dat men in Duitschland ook op voedingsgebied groo te voorraden heeft gemaakt voor oorlogs tijden en ten slotte moet men rekening houden met de psyche van de dictatoren, die ook in de geschiedenis zeer dikwijls met plotselinge, plannen kwamen. Komende tot den medespeler van Duitsch land, zegt spr., dat Italië zich op den duur niet makkelijk zal voelen De situatie van dit land in de Middellandsche zee is moei lijk te overzien. Wat de vloten van Engeland en Frankrijk aangaat deze zijn wat slagschepen betreft, sterker dan die van Duitschland en Italië, maar overigens acht spr. beide krachten ongeveer gelijk. Van Spanje verwacht hij, dat dit land, al was het alleen maar uit dankbaarheid, zeker de zijde van de totali taire staten zal kiezen. In Engeland maakt het gevoel van angst twee locaalspoorwegen en een tramweg in het Noorden van ons land na eenig debat was goedgekeurd, werd aan het eind der vergadering nog een aanvang gemaakt met het ontwerp van wet autovervoer perso nen. De heer Bongaerts (r.k.) juichte het voorgestelde vergunningsstelsel toe en ver wachtte veel van de bedrijfscommissie als adviseerende instantie uit het bedrijfsleven, speciaal ten aanzien van het verleenen van concessies. De heer Van Lidth de Jeude (lib.) kon in het vergunningsstelsel, dat hij aanvaardbaar noemde, geen grond zien voor de verwachting van goede samenwer king tusschen de verschillende onderne mers. Naar sprekers meening hangt de coordineerende werking van het ontwerp grootendeels af van de wijze van hantee ring der bevoegdheden. Richtlijnen hiervoor zijn naar zijn oordeel niet in de wet aan te geven. Spreker zeide, dat de vrees, dat dit ontwerp zal leiden tot subordinatie van het wegvervoer aan het railverkeer en niet tpt coördinatie, niet zoo gemakkelijk wordt weggenomen. Hedenmiddag zal de behandeling van dit ontwerp worden voortgezet. en onzekerheid langzamerhand plaats voor vechtlust. De economische toestand is ér zeker beter dan in Duitschland. Over Frankrijk meent ,spr. n'.et veel te behoeven te zeggen en wat Rusland betreft meent hij, dat het niet zeker is, dat het eefi greote kracht naar buiten zal kunnen ontwikke len, gezien de binnenlandsche toestanden. Komende tot ons eigen land, Nederland zelf, wijst spr. er op, dat dit steeds een zelf- standigheidspolitiek heeft gevoerd en goede vrienden wil blijven met al onze naburen. Wij hebben ons zelf willen blijven, dit toon den de regeering van thans en ook de vo rige regeeringen. Ook nu is het standpunt zuivere neutraliteit en ieder, die onze gren zen overschrijdt is onze vijand. Men weet niet hoe zich deze. onafhankelijkheid verder bij een werkelijk conflict zal ont wikkelen. Er zijn twee kansen, en wel, dat Duitschland, overtuigd, dat Engeland Ne derland zal binnen rukken, het zelf maar al vast tracht te bezetten of wel dat het ons voorloopig met rust zal laten, omdat de Nederlandsch-Duitsche grens bijna even lang is als de grens tusschen Duitschland en Frankrijk en deze laatste met de zware bewapening al zéér groote inspanning zal vragen. Er is dus zeker een kans, dat Ne derland, tenminste in de eerste phase van een oorlog er buiten zal blijven. Maar dit kan alleen onder een voorwaarde en wel dat men geheel bereid is zoonoodig het grondgebied te verdedigen. Het is daarom goed, dat het Comité voor nationale veilig heid een vergadering houdt als deze, al be grijpt het overgroote deel der Nederlanders nu wel duidelijk, dat men zoo noodig be reid moet zijn, zijn leven te geven voor het vaderland. Het gaat niet alleen over den duur van het verblijf onder de wapenen, niet allen om het materiaal, maar ook om het volle bewustzijn, wat onder plicht moet worden verstaan als het moet. Zooals het er nu in Europa uitziet, lijkt een conflict aan spr. bijna onvermijdelijk, doch juist daarom moet ook Nederland paraat zijn en moet het, de groote verscheidenheid erken nende, zoeken naar wat tot éénheid leidt. Ten slotte moet men bedenken, dat er ook hulp van boven verwacht mag worden en er op hopen, dat God medelijden met het menschdom zal hebben. (Applaus). De voorzitter wees er op, dat de in leider wel een zeer ernstig beeld van den toestand heeft gegeven, en hij is overtuigd, dat het Nederlandsch volk één zei zijn als het onverhoopt noodig mocht zijn. Na de pauze hebben enkele der aanwezigen ge bruik gemaakt van de gelegenheid om vra gen te stellen en naar aanleiding daarvan heeft prof. de Quay er o.a. opgewezen, dat z.i. de as Duitschland-Italië vooralsnog een zeer soliede zal zijn, en hij gelooft niet, dat de bezetting van Albanië was om Duitsch land wat in de hand te krijgen. Op een tweede vraag zegt spr. te meenen, dat Bel gië en Nederland vooralsnog wel beide on aangetast zouden kunnen blijven, maar vooral ook met het oog op de vliegvelden zal Nederland eerder gevaar loopen dan België, de situatie is anders dan in 1914. Een derde spreker kreeg tot antwoord, dat als er werkelijk slagschepen noodig zijn vooral voor het behoud van onze Oost, men daarvoor alles moet opofferen. Een vierde vragensteller vernam nog, dat volgens de inleider Duitschland niet zeker zal helpen, als Italië om de eischen, waarover thans meermalen is geschreven, oorlog met Frankrijk zou krijgen; terwijl den voorzit ter werd toegegeven, dat als Frankrijk en Engeland de oostelijke landen te hulp zou den moeten komen, er zeker ook voor de schending van ons grondgebied van die zij de gevaar dreigt. De voorz. heeft ten slotte den inleider nogmaals dank gebracht, en de aanwezigen opgewekt tijdschriften enz. niet weg te werpen, maar te bewaren omdat daarom gevraagd zal kunnen worden voor de mili tairen, die veelal op eenzame posten pal staan voor het Vaderland. (Vervolg van pagina 2.) ARNEMUIDEN.' Toen de zoon van den vrachtrijder S. Dinsdagnamiddag met een met twee paarden bespannen geladen grintwagen de afrit bij de Molenstraat af reed, schoot het voorbord los. Hierdoor schrokken de paarden en zij versnelden hun stap, doch de voerman kon ze blijven be- heerschen. Een circa 6-jarig zoontje van den heer C., dat op den wagen zat is ver moedelijk door den schok veroorzaakt door 't versnellen van de paarden, van den wa gen gevallen en kwam zoodanig met het achterwiel in aanraking, dat het linker dijbeentje gebroken is. Daar het juist bij de dokterswoning geschiedde werd de klei ne door omstanders daar binnen gebracht Nadat de eerste hulp "verricht was door dokter P. de Haas werd de ongelukkige naar het Gasthuis te Middelburg vervoerd- ter verdere behandeling. Door de Staatkundig Gereformeerde Kiesvereeniging werden voor de aanstaan de Gemeenteraadsverkiezing candidaat ge steld de heeren: 1 Johannes van Belzen Daniëlzoon, 2 M. de Ridder JPzn., 3 C. J. Baak, 4 Lieven v. d. Gruiter en 5 Klaas Schuit. WESTKAPELLE. Benoemd met ingang van 1 Mei tot tijdelijk opzichter bij de Zuiderzeewerken, standplaats Genemuiden, de heer K. Minderhoud alhier. KRUININGEN. Dinsdag vierde het echt paar E. de BelKrijger zijn 50-jarig hu welijksfeest. Het muziekgezelschap EMM bracht 's avonds een serenade. IERSEKE. De vangst van zeekrabben is dit seizoen zeer meegevallen., Door den strengen winter was men van meening dat de vangst zeer gering zou zijn, daar de zeekrab uiterst gevoelig is voor lage tem peratuur en dan geheel afsterft. Er zijn schippers die iederen dag een 150 tot 200 kg zeekrabben vangen die te gen een marktprijs van 20 ct. de kg ver handeld worden. De vraag naar Antwer pen en Brussel is momenteel voldoende om 'n voltten handel te waarborgen. Naar het binnenland gaat weinig van dit pro- Een medewerker uit Brussel schrijft ons: Het stemt in de belanghebbende Belgi sche kringen tot levendige voldoening, dat het natuurmonument „Het Zwin" aan de Zeeuwsch-Vlaamsche kust, ten deele op Nederlandsch en grootendeels op Belgisch grondgebied, thans veilig gesteld is, in Ne derland door de overdracht van het beheer van het Nederlandsche stuk aan de stich ting „Het Zeeuwsche Landschap", in België door de aanstaande zgn. „klasseering" van het Belgische deel. Ten aanzien van dit laatste ware nog het volgende op te merken. De op handen zijnde klasseering is een maatregel welke geheel valt binnen het ka der van het praktische beleid dat de Naam- looze Vennootschap van het Zoute in ver band met de urbanisatie van dit prachtige gedeelte der kust volgt, want dat omvatte steeds, dat het Zwin ongeschonden moest worden bewaard. Het werd trouwens reeds praktisch als reservaat beschouwd, toen er van klasseering sprake begon te zijn; het kwam er slechts op aan juist de voorwaar den te bepalen, waarin deze kon gebeuren. In Zeeuwsch-Vlaanderen zouden sommigen gaarne zien, dat de Zeeuwsche kust tot Breskens de verlenging zou zijn van de Bel gische. Dat is overigens begrijpelijk: ver betering van de verkeerswegen tusschen Zeeuwsch-Vlaanderen en Knokke is het be lang van iedereen. Doch het zou verkeerd geweest zijn indien aan een betere verbin ding het Zwin werd opgeofferd. De Maatschappij van het Zoute heeft zich daar steeds krachtig tegen verzet. Eerst waren er, zooals onze lezers maar al te goed weten uit de zeer gedocumenteerde artikelenserie, welke de „Middelburgsche Courant" destijds aan deze zaak gewijd heeft, en die ook in Belgische kringen zeer de aandacht heeft getrokken, Nederland sche plannen om, na bedijking, een weg door het Zwin aan te leggen; toen om den internationalen dijk aan te leggen als auto weg. Al deze plannen moesten worden afge wezen, omdat zij het karakter van de streek zouden wijzigen en het is thans wel voldoende bekend, dat de Nederlandsche staat om meer dan een reden er steeds afwijzend tegenover heeft gestaan. Op een vergadering welke reeds jaren ge leden te Retranchement heeft plaats ge had, heeft graaf Lippens duidelijk te ken nen gegeven, dat nooit iets zou worden ge duld hetwelk 't aanzicht van de streek zou veranderen. Wat den verbindingsweg met Zeeuwsch-Vlaanderen betreft kon slechts één plan goedkeuring vinden, namelijk de verbetering van den bestaanden weg via het Hazegras en Retranchement naar Kad- zand, dorp en haven. De heer Lippens heeft steeds op de bres gestaan voor de handhaving van het na tuurschoon in de streek van Knokke en toen het er om ging tot de klasseering van het Zwin over te gaan, heeft hij er voor gewaakt dat de bevolking geen nadeel zou ondervinden bv. door maatregelen die het vrij verkeer het genot van wandelingen in het Zwin zouden verhinderen. De heer Lippens heeft toen de laatste Ne derlandsche plannen voor de bedijking wer den gemaakt zelf een vereeniging gevormd voor vrijwaring van de streek, waarvan ook Nederlanders lid werden, onder meer de Commissaris der Koningin in Zeeland en de heer Van Thienhoven, in Nederland voor zitter van de Vereeniging tot behoud van natuurmonumenten.*) Alle handelsbelangen werden hier ondergeschikt gemaakt aan de belangen van de algemeenheid, en daarbij heeft men tevens het oog op de noodzake lijkheid aan de koninklijke villa „Roemah Laoet" de rust te verzekeren, welke ge wenscht is. "I Men kan dus gerust besluiten dat de klas seering van het Zwin in België slechts de bekrachtiging is van een praktisch reeds bestaanden toestand. Nopens de houding van de Nederlandsche regeering, waarvan verwacht wordt, vol gens de overeenkomst, dat zij voor 31 De cember 1941 dezelfde maatregelen zou ne men, en de mededeeling van dr. B. D. H. Teilegen, in uw blad, waarin naar aanlei ding van onze mededeelingen, bevestigd wordt dat de Nederlandsche regeering met ingang van 1 November 1938 en voor den tijd van tien achtereenvolgende jaren, dus tot 31 October 1948, het op Nederlandsch grondgebied gelegen gedeelte van het Zwin heeft verhuurd aan de stichting „Het Zeeuwsche Landschap", uitsluitend met het doel het gehuurde als natuurmonument in stand te houden kan, en met vreugde, ge constateerd worden, dat het lot van het Zwin in al zijn ongereptheid dus niet al leen tot 1941 maar tot 1948 is verzekerd, zij het dan, dat de vorm die daarvoor ge kozen werd een andere is dan die in Bel gië. Deze Nederlandsche maatregelen, waar van men in België officieel tot voor kort geen kennis droeg, bevesti gen, dat in de streek zelf aan de zaak aan weerskanten een goede richting werd gegeven en dat niet is gewacht op offici- eele tusschenkomst om de algemeene be langen te vrijwaren. Bedoeld zal hier zijn „Le Zwijn", as sociation sans but lucratif, Knocke Le Zoute, opgericht 23 Februari 1938 te Brus sel,w aarvan graaf Lippens voorzitter is. Van den Conseil scientifique van dit lichaam maken o.m. deel uit jhr. mr. J. W. Queries van Ufford, 'de heer Van Thienhoven en dr. B. D. H. Teilegen Hzn. Red. duet; "alleen voor Noord-Brabant en Lim- bifrg is een weinig vraag. WOLFAARTSDIJK. In de vergadering van de Vrijzinnige Kiesvereeniging „Ge meentebelang" werden als candidaten ge steld voor den gemeenteraad: 1 A M. Boot (aftr.), 2 P. Lindenbergh, 3 Antonie Koert, 4 M. Janse, 5 Johannes van den Berge. De heer J. Lindenbergh die 30 jaar zit ting had voor de vrijzinnige partij wenschte met het oog op zijn doofheid niet meer in aanmerking te komen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 7