Hf ffir&trïttcïuïe
MIDDELBURGSCHE COURANT
GOESCHE COURANT)
De strijd in de Middelburgsche
slagerswereld.
De restauratie van den
Lange Jan.
De koning van Irak om het
leven gekomen.
Geen omsingelingspolitiek,
zegt Chamberlain.
Inzake dsmr. Ekering
Saneeringsperikelen. Een kort geding tegen
een slager, die van de prijsregeling afweek.
Er zal alsnog f 47000 noo
dig zijn, Nadat reeds
f 74000 is besteed,
Hij reed vannacht rnet^z n
auto tegen een paal.
Maar zelfverdediging.
Dagblad. Uitg. N.V. De Middelburgsche Crt.
Bureaux: te MIDDELBURG: St. Pieterstr.28,
Telefoon Redactie 269, Administratie 139;
te GOESTurf kade Tel. 17. Postgiro 43255.
Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes
f 2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week
abonnementen in Middelburg en Goes 18 ct.
NUMMER 80. TWEE BLADEN. DINSDAG 1 4 APHIL 1939. EERSTE BLAD. 182e JAARG. nsoTOi
Advertentiën 30 ct per regel, ingezoncicr
mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager
Tarief op aanvraag. Familieberichten en
dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine
Advertenties", max:. 6 regels, 75 cent, bij
vooruitbetaling. „Brieven, of adres bureau
v. d. blad" 10 ct extra. Bewijsnummers 5 et-
Al geruimen tijd houdt een vrij groot deel
van de Nederlandsehe publieke meening
zich bezig met het geval-Ekering.
Het ligt zoo: de Avro, een a 1 g e m e e -
ne en neutrale omroepvereeniging,
heeft destijds de zgn. „morgenwijding" in
gesteld of overgenomen. Dit is geen kerk
dienst, en er wordt niet in „gepreekt" of
gesproken, maar, voorzoover onze inlichtin
gen ter zake strekken, bestaat deze mor
genwijding uit: bijbellezing, koorzang (psal
men) en gebed. Meer niet.
De leider van deze morgenwijding is sinds
vele jaren een zekere ds. E k e r i n g, Ned.
Herv. predikant te Amsterdam.
Deze ds. Ekering is, in den tijd dat hij
leider-verzorger dezer godsdienstige kwar
tiertjes was, toegetreden tot de N.S.B. Dat
niet alleen: hij is een der groote, althans
der vooraanstaande, mannen in deze bewe
ging geworden. Aanstaande Woensdag
avond bv. treedt hij, in de verkiezingscam
pagne voor de Prov. Staten van Zeeland,
als spreker voor de N.S.B. in Middelburg
op.
De vraag, die velen bezig houdt, die de
Avro zelfs op onderscheidene bedankjes als
Luistervink is komen te staan, is deze: kan
de Algemeene Vereeniging Radio
Omroep als leider van een godsdien
stige morgenwijding een militant
nationaalsoeialistische dominee handhaven?
Bij de beantwoording van deze vraag
moet eenige omzichtigheid betracht wor
den. Het gaat niet aan, te zeggen: het
meerendeel der Avro-leden staat in den po-
litieken strijd dezer dagen een strijd die
binnen de Avro niet aan de orde komt
zeker niet aan de zijde der N.S.B. en
dus moet die dominee er uit gezet wor
den. Redeneerde men zóó, dan zou het in
derdaad gaan lijken op de „terreur" waar
mede men in meer dan één zin in dat
kamp „werkt".
Als ds. Ekering dirigent van het omroep
orkest was; als ds. Ekering omroeper-aan
kondiger was; als ds. Ekering het land-
bouwhalfuurtje verzorgde Thij moet, naar
men ons eens vertelde, veel verstand van
kippen hebben, of gehad hebben]; als ds.
Ekering hoofd van de afdeeling boekhou
ding der Avro was, of hoofdingenieur der
geluidsinstallatiesmen zou kunnen zeg
gen: wat doet dat er toe, of die man na-
tionaalsocialist, roomsch-katholiek, buddhist
of atheïst is, in de algemeene ver
eeniging zal slechts op zijn prestatie gelet
worden, en indien en voorzoover hij de ver
eeniging geen schade jdoet, zijn particulie
re opvatting niet dooreenmengt met zijn
werk voor de Avro, heeft men met die op
vattingen niets te maken.
Maar ds. Ekering is leider van een
godsdienstig kwartiertje.
Het kan niet anders, of dit is niet enkel
technisch-reproductief werk. Dit moet
zal het goed zijn geschieden met
hart en ziel, het moet spreken tot
hart en ziel zijner hoorders ook.
Dit hart en die ziel van ds. Ekering zijn
hoe kan het anders bij een oprecht en
overtuigd aanhanger van het nationaalsoci-
alisme tot in ïederen vezel doordrenkt
met dat nationaalsocialisme. Ware het an
ders, men zou aan ds. Ekerings oprechtheid
moeten twijfelen.
Hier nu vinden wij twee ernstige bezwa
ren.
Het eerste: dat, zelfs al n r e e k t ds.
Ekering niet in die morgenwijdingen, al kan
hij dus zijn eigen gedachten zij 't
gecontroleerd door de omroepcontróle
niet den vrijen Iood laten, het desalniette
min zijn nationaalsocialistisch gerichte
geest is, die het gebed formuleert, die de
te lezen bijbelgedeelten uitzoekt, en wat
dies meer zïi.
Het tweede, en het ernstigste, bezwaar is
ovenwei dit: het nationaal-socialisme is. zal
net een dien-innerliike overtuiging zijn
wf ^atmjNijk, naar men moet aannemen,
f1 g6st-udeerd man als ds. Ekering het
vezelen" van hetwelk tot in ^^ste
Jhleie nds wezen doordringt, zijn
Ditzelfde nationaalsocialisme vindt bij
aZZt™ ga00Vir stenen zoowel als
S» V f" nde scher0 verzet: zijn
daden, zpn uitingen en zijn grondstellingen
wekken veler afkeer en weerzin op
Mag nu een radio-omroenvereeniling die
door de luidsorekers in veler huizen door
dringt, het intiemste en innigste deel harer
uitzending, nl. dat, waarin een geestelijk
voorganger den hoorders voorgaat in het
gebed, dit is in uitstorting des harten voor
den Allerhoogste, laten verzorgen door een
man die beginselen is toegedaan, en die be
ginselen in den politieken strijd dezer dagen
fel nronageert. welke met de dienste over
tuiging van het meerendeel zijner hoorders
volkomen onvereenigbaar is?
Ons dunkt: neen, dat kan en mag niet.
5jt
Men kan zeggen: zoolang de Kerk ds.
Ekering handhaagt, mag de Avro hem niet
laten vallen.
Wij achten dat een uitvlucht, een zich
verschuilen achter iemand anders. De Avro
heeft met de Kerk niets te maken, zoomin
als met een bisschop of een opperrabijn of
een voorzitter eener politieke partij.
.He Avro draagt een eigen verantwoorde
lijkheid tegenover haar leden en aanhan
gers, haar luisteraars.
Die verantwoordelijkheid legt haar, on-
zes bedunkens, de vernlichting on aan den
dominee, leider van haar godsdien
stige morgenwijding, den eisch te stel
len, niet alleen dat hij zich in dat werk
rechtstreeks onthoude van propa
geering zijner politieke opvattingen (in dit
opzicht moet er niets op hem aan te mer-
Het mag algemeen bekend worden ge
acht, dat het slagersgilde het tegenwoordig
verre van makkelijk heeft en dat daarvan
onderlinge Concurrentie vooral enkele jaren
geleden een der grootste oorzaken was. Men
is toen in tal van plaatsen en deelen van
het land gekomen 'tot pogingen, om door
saneering daaraan paal en perk te stellen
en zoo kwamen ook de slagersvereemgin
gen te Middelburg en te Viissingen en de
kring Walcheren, omvattende de siagers
op de dorpen, tot samenwerking. Zij vorm
den een saneeringscommissie, waarin
ieder drie leden aanwees.
De slagers konden zich nu daarbij aan
sluiten en namen dan de verplichting op
zich de te stellen regelen in acht te nemen.
Thans is er te Middelburg een drietal sla
gers, die afweken van de prijsregeling en
daarom door de saneeringscommissie be
boet zijn met 50 per dag.
Om de rechtsgeldigheid van dit optreden
te doen vastleggen zal binnenkort een pro
cedure voor de rechtbank aanhangig wor
den gemaakt, maar daaraan voorafgaande
werd den president verzocht in kort geding
een der slagers, M. uit Middelburg, op te
dragen zich van afwijking van de prijsre
geling te onthouden totdat de procedure
heeft plaats gehad.
In dit kort geding, waarbij de voorzitter
van de saneeringscommissie als eischer en
bedoelde M. gedaagde was, hebben gisteren
middag de pleidooien plaats gehad.
Pleidooi mr. Kuipers.
Het eerst verkreeg mr. A. H. Kuipers,
advocaat van M., het woord, die er op wees,
dat naast de saneeringsregelingen van de
regeering, ook de slagers zelf meenden
maatregelen te moeten nemen voor het
zieke slagersbedrijf. Er werd een propagan
da ondernomen door betaalde propagandis
ten van de slagersbonden en deze wekten
onder voorstelling van allerlei zegeningen,
de slagers op formulieren te teekenen en
velen deden dit, nl. zij, aldus spr., die hun
hersenen niet gebruikten. En dat op for
mulieren, waarvan zij den inhoud niet eens
kenden. In de door spr. bedoelde propagan-
da-samenkomst, die plaats had op 7 Juli
1937, zijn verschillende vragen gesteld, te
meer omdat men terecht meende, dat toch
ook volksslagerijen alle reden van bestaan
hebben. Men is toen vrij gelaten in den
prijs en er werd toegezegd, dat als men tot
een prijsregeling zou overgaan, met de
kwaliteiten rekening zou worden gehouden.
Er bleven echter enkele slagers buiten de
saneeringsregelen en daarom was de sa
neering een dood-geboren kindje. Men had
trouwens ook toegezegd alleen prijsrege-
lend te zullen optreden, als alle slagers zich
aansloten. Gedaagde M. teekende eerst in
Januari 1938. Dat zooals de dagvaarding het
zegt, allen 7 Juli 1937 teekenden, is dus
onjuist. Men zeide, dat iemand, die niet als
lid toetrad, ook niet onder de saneering
zou vallen. Dat men er ook af zou zijn door
het lidmaatschap op te zeggen,- is eerst la
ter ontkend. De gedaagde heeft later weer
bedankt en toen hij toch met dieren aan de
centrale slachtplaats kwam, werd hij te
ruggewezen; toen was hij wel gedwongen
weer lid te worden.
Eerst na de vergadering is bekend ge
maakt wie de saneeringscommissie zou
den vormen en deze bestaat volgens pleiter
rechtskundig nog niet. Toen de commissie
uit de verschillende vereenigingen was sa
mengesteld, kwam zij met een werkregle-
ment, een erkenningsreglement en een
strafreglement. Spr. critiseerde vooral het
strafreglement en ook de bepaling, dat de
handteekeningen onder de saneeringsfor-
mulieren zoolang van kracht blijven als de
drie bonden de saneering noodig achten.
Spr. wees ook op de z.i. af te keuren be
paling, dat men zich zonder meer bij alle
straffen heeft neer te leggen tot wellicht
de doodstraf toe Maar juist daarom alleen
reeds is z.i. de overeenkomst onrechtmatig.
Nu is er te Middelburg o.a. de slager L.,
die nooit geteekend heeft en behalve hem
nog enkele maar die zijn van minder be
lang. Over L. zal pleiter het nog nader heb
ben. De saneeringscommissie nam verder
geen besluiten behalve dat inzake de prijs
regeling en juist daartegen gaat het verzet
van M. en de andere twee slagers.
Men kreeg maar één minimumprijs in
tegenstelling met Viissingen, waar de sla
gers zich in drie klassen verdeelen en voor
ieder dier klassen minimumprijzen werden
vastgesteld. Volgens pleiter zijn de prijzen
te Middelburg voor eerste klassezaken be
rekend en kunnen andere slagers hun za
ken niet rendabel drijven. Toen, terwijl de
varkensprijzen daalden, op een vergadering
met 16 tegen 9 stemmen besloten werd toch
het varkensvleesch juist, met 10 cent te ver-
hoogen, meenden de drie betrokken slagers,
dat het zoo niet langer kon en trokken zij
zich van de regeling niets meer aan. Daarop
kwamen de boeten los, van niet minder van
50 per dag. Toen men weigerde te betalen,
wilde de commissie wel tevreden zijn met
ken zijn), maar bovendien dat hij ook daar
buiten niet op den voorgrond trede als
propagandist van beginselen, die strijdig
zijn met de opvattingen van het overgroote
meerendeel des Nederlandschen volks.
Men zou van N.S.B.-zijde zeker niet nala
ten een herrie van je welste te schoppen
als de leider dezer „algemeene" morgenwij
ding een notoire figuur-propagandist der
Communisten was.
Welaan: mutatis mutandis geldt voor ons
hetzelfde, nu het een N.S.B.-er betreft!
25 van een der betrokken overtreders.
Spr. is van meening, dat de geheele sa-
neeringsovereenkomst rechtsgrond mist.
Toch hebben de menschen aanvankelijk ge
tracht zich daaraan te houden, tot het wa
ter hun aan de lippen kwam. Het resultaat
is nu reeds, dat M. niet meer slachten kan
maar zijn vleesch van grossiers moet be
trekken en ook de andere twee zitten in
groote moeilijkheden. Alle clandisie wordt
overgeheveld op L., die wel 60 tot 80 die
ren in de week slacht. Het koopman zijn
moet toch inhouden dat men vrij handel
mag drijven en dat is hier niet meer het
geval, het gaat voor M. en de anderen om
een levensbelang. De heer Weemaes c.s. tre
den op voor de saneeringscommissie en dit
is volgens pleiter niet rechtsgeldig, temeer
daar de onderteekenaars de commissie niet
zelf kozen en er dus ook geen invloed op
hebben. Alleen als het een koninklijk goed
gekeurde commissie was, zouden de boeten
in te vorderen zijn.
Zijn pleitnota nader toelichtende zeide mr.
Kuipers nog, dat er geen machtiging is na
mens de onderteekenaars en daarom de
commissie onverbindend moet worden ver
klaard. De saneering kan van groote be-
teekenis zijn, maar niet zoolang iemand op
treedt als de slager L. al is er dan ook spra
ke van déloyale concurrentie. Als de uit
spraak is zooals de eischers het willen, dan
zal dit beteekenen, dat de president de zaak
van L. in bescherming neemt. Men vraagt
een onbeperkt verbod voor M. om te ver-
koopen beneden den vastgestelden mini
mumprijs, maar dit had toch zeker moeten
zijn totdat in dit geval uitspraak is gedaan
door den rechter.
Pleidooi mr. Cremer.
Als pleiter voor de eischers verkreeg ver
volgens het woord mr. P. C. J. C r e m e r
uit Utrecht, die mr. F. W. Adriaanse als
procureur had. Deze pleiter beriep zich o.a.
op een vonnis van de rechtbank te Den
Haag, om aan te toonen, dat saneering
burgerrecht heeft verkregen. De Neder
landsehe slagershond ziet in, dat men alles
moet doen om de slagers op den been te
houden en het eerste is dan het behoorlijk
maken van den prijs. Uit een rapport ter
zake blijkt, dat men voor den nu gestelden
minimumprijs aan een varken van 130 kg
4 kan verdienen. Ook de eigenaars van
volkszaken moeten kunnen leven en de an
dere zaken gaan boven deze prijzen. Als
men deze overtreders der bepaling laat
loopen, waar blijven dan zij, die er zich wel
aan houden. Moeten die dan niet blijven le
ven? Iedere volkszaak kan zich aan den mi
nimumprijs houden. De slagers staan aan
den rand van den ondergang en daarom
moeten zij elkaar beschermen met redelijke
prijzen, die nog een boterham overlaten.
Voor het geheele land heeft men een zelf
de soort afspraak, een zelfde organisatie.
De saneeringscommissie op Walcheren be
stond reeds voor de bedoelde vergadering
van 7 Juli 1937. De leden er van treden nu
individueel op, doch als lid der commissie,
zeker had men er ook alle onderteekenaars
als eischers kunnen opzetten. Het gaat om
de belangen vanh en allen. Het is juist,
dat de commissie als zoodanig niet als
rechtspersoonlijkheid kan optreden. Dat
men op 7 Juli 1937 niet over de prijsrege
ling gesproken zou hebben, lijkt spr. onge
looflijk. Het gaat juist om prijzen, die als
gevolg hebben, dat er nog iets in 't laatje
blijft. Dat men alleen als allen aansloten
verder zou willen gaan is te gek om los te
loopen, omdat de Nederlandsehe slagers-
bond zeer goed weet, dat er alom slagers
buiten blijven en spr. vraagt of dit niet
gaat ten koste van hun crediteuren.
Dat men gebonden is, is volgens spr. geen
vraag en het is te begrijpen, dat men ge
bonden is zoolang het noodig wordt geacht,
want anders zou ieder toch weer voor zich
zelf beslissen.
De gedaagde heeft de overeenkomst ge
schonden ten nadeele van zijn collega's. Het
gaat niet in de eerste plaats om de prij
zen, maar ook om de behandeling in een
winkel.
De overtreders waren toch met het straf
reglement bekend.
Na een korte repliek van mr. Kuipers,
bepaalde de president, mr. M. G. W. Jolles,
de uitspraak in dit kort geding op Donder
dag a.s. te 10 uur.
DE ZEEUWSCHE
KREEFTENVISSCHERTJ DREIGT TE
VERDWIJNEN,
Men meldt ons uit Ierseke:
De kreeftenvisscherij is wederom begon
nen, al hebben slechts enkelen Zaterdag 1.1.
hun korven uitgezet. De meeste visschers
wachten op beter weer, terwijl weer ande
ren heelemaal geen korven uitzetten, om
dat de vangst de laatste jaren niet meer
loonend is.
De vangst van Maandag (dus van twee
dagen visschen) was zeer slecht, terwijl bo
vendien de prijs niet hooger ging dan 1,30
toa 1.50 per kg al naar gelang van de
kwaliteit. Dit is te wijten aan den import
van Noorsche kreeften, welke toch niet ver
boden kan worden, daar anders de kreeften
handelaren hun klanten niet kunnen be
dienen. Als het niet zeer spoedig verandert,
gaat de kreeftenvischerij verdwijnen van
de Zeeuwsche Stroomen. De laatste jaren is
door de kreeftenvisschers gemiddeld geen
brood te verdienen geweest. Menigmaal is
gebeurd dat een kreeftenvisscher na aftrek
van materiaal en aas niet meer dan 2.50
per week overhield.
(Ingez. Med.)
In de vergadering van den Middelburg-
schen Raad van 27 Juli 1938 werd een
nieuw crediet van 37.000 verleend ter
voortzetting van de werkzaamheden voor
restauratie van den Abdijtoren. Bij de be
raadslagingen deelde de betrokken wethou
der mede, dat het te vreezen was, dat dit
crediet nog niet toereikend zou zijn. Helaas
moeten B. en W. nu melden, dat bedoelde
vrees in werkelijkheid is verkeerd. Nadat in
het voorjaar 1938 rond het bovengedeelte
van den Abdijtoren steigers waren gebouwd,
werd een grondig onderzoek van de ver
schillende onderdeelen mogelijk. Daarbij
bleek een deel der koper- en lood-beklee-
ding alsmede een groot gedeelte van de
houtwerken, tegen de aanvaiïkélijke veron
derstelling in, niet in stand te kunnen blij
ven. Dientengevolge moest het geheele bo
vendeel van den toren vernieuwd worden
en kon het voor 1938 opgemaakte werk
plan slechts ten deele worden uitgevoerd.
Een en ander brengt mede, dat het voor
de restauratie, beschikbare crediet aller
minst toereikend zal zijn. Ofschoon als be
kend mag worden aangenomen, dat restau
raties van dezen aard bijna steeds van groo
teren omvang worden dan waarop tevoren
was gerekend, hebben B. en W. thans ge-
dracht een zoo betrouwbaar mogelijke kos-
tenbegröoting voor de nog te verrichten
werkzaamheden samen te stellen. Daaruit
blijkt, dat in ed jaren 1937, 1938 en 1939
totaal 74000 zal zijn besteed en voor 1940
nog misschien 42000 noodig wordt geacht,
goeddeels voor het steenen gedeelte van
den toren, waaraan verschillende inwendi
ge scheuren zijn ontdekt, zoodat belangrijke
stukken zullen moeten worden afgebroken
en weder opgemetseld, met bijvoeging van
tamelijk veel zandsteen en andere natuur
steen. In dezen geest schreven B. en W. op
25 November jl. aan den Minister van O., K.
en W Zij verzochten hem een zoo groot
mogelijke rijksbijdrage in de geraamde som
van 42000 te bevorderen.
In overleg met de Rijkscommissie voor
de Monumentenzorg is het totaal bedrag
nader vastgesteld op 47000 en er is reden
aan te nemen, dat het Rijk bereid is voor
41 -% bij te dragen of 19270, terwijl aan
de provincie Zeeland weder om 5 zal
worden gevraagd of 2350. Voor het dan
nog resteerende zal de gemeente een geld-
leening moeten aangaan.
Havas meldt uit Bagdad:
Koning Ghazi van Irak is vannacht ten
gevolge van een auto-ongeval om het leven
gekomen.
De Koning reed zelf en keerde naar zijn
paleis terug, toen hij te half twaalf in den
avond in volle vaart tegen een paal van het
electrische net op reed.
De Koning verloor onmiddellijk het be
wustzijn en overleed te veertig minuten na
middernacht tengevolge van een schedel
fractuur en een hersenschudding.
De datum van begraven zal vanochtend
worden vastgesteld.
De kroonprins van Irak, Emir Faycal is
pas vier jaar oud.
Koning Ghazi I van Irak is geboren in
Mekka op 12 Maart 1912. Hij studeerde op
de Engelsche kostschool Harrow en aan het
koninklijk Iraksch militair college te Bag
dad. In 1933 volgde hjj zijn vader Koning
Faical Ibn Hussein, den eersten Koning van
Irak, op. Den 25sten Januari 1934 trad hij
in het huwelijk met zijn nicht Emire Alia.
Uit dit huwelijk werd in 1935 kroonprins
Faical geboren.
Gistermiddag is in het Engelsche Lager
huis gedebatteerd over den nieuwen koers
van Engeland's buitenlandsche politiek, de
vorige week tot uitdrukking gebracht in
de onvoorwaardelijke garantie aan Polen.
Minister-president Chamberlain hield een
redevoering, waarin hij dien nieuwen koers
verduidelijkte, o.a. reageerende op de rede,
welke Hitier Zaterdag te Wilhelmshaven
heeft gehouden. Zooals men zich herinnert,
zeide de Führer o.a., dat Duitschland zich
op den duur geen omsingelingspolitiek kan
laten welgevallen.
Chamberlain nu verklaarde, dat Engeland
er niet aan denkt een omsingelingspolitiek
na te streven. „Die gedachte is fantastisch",
zoo riep hij uit. „Wat wij voeren is een po
litiek van zelfverdediging."
Opnieuw zette hij uiteen, dat Hitier zijn
verzekeringen, geen andere rassen te willen
overheersehen, met de annexatie van Tsje-
choslovakije had gebroken. „Het is geen
overdrijving, zoo vervolgde hij, wanneer
men zegt, dat de openbare meening in de
geheele wereld diep geschokt en veront
rust is. Dit land is geheel vereenigd door
de overtuiging, dat wij ons standpunt dui
delijk moeten uiteenzetten, wat ook het
gevolg mag zijn. (Toejuichingen.)
Niemand kan meer dan ik betreuren, dat
het noodzakelijk is dergelijke woorden te
spreken. Evenmin als in September ben ik
thans een man van den oorlog. Ik heb noch
de bedoeling, noch den wensch het groote
Duitsche volk anders te behandelen, dan ik
mijn eigen volk behandeld wil zien. Met
groote verwachtingen zag ik uit naar het
resultaat der reeds in Duitschland begonnen
handelsbesprekingen, die, naar ik dacht,
onzen beiden landen en velen anderen sta
ten, van oordeel zouden zijn geweest,
doch het vertrouwen, dat zoo deerlijk ge
schokt is, wordt niet gemakkelijk hersteld.
Wij waren daardoor genoodzaakt den toe
stand opnieuw te beschouwen
De premier herinnerde er aan, dat hij
onlangs gezegd heeft, dat Engeland geen
vage verplichtingen, die bij onvoorziene
omstandigheden van kracht zouden worden,
op zich moest nemen, doch wat wij thans op
ons nemen is een vast omlijnde verplichting,
geldende voor een zekere omstandigheid,
n.l. dat een poging gedaan zou worden de
wereld door geweld te overheersehen. Zoo
als Greenwood gezegd heeft, kan de zaak
niet ophouden op het punt, waar zij thans
staat. Als deze politiek de politiek der Duit
sche regeering zou zijn, is het duidelijk, dat
Polen niet het eenige land zou zijn dat ge
vaar loopt, en de politiek, die ons gebracht
heeft tot onze verzekering voor Polen, kan
natuurlijk niet bevredigd of ten uitvoer ge
legd worden, indien wij ons moeten beper
ken tot een enkel geval, dat tenslotte mis
schien niet(Het einde van dezen zin
ging in de toejuichingen verloren.)
De laatste gebeurtenissen hebben terecht
of ten onrechte alle staten, die aan Duitsch
land grenzen, ongelukkig, bezorgd, en on
zeker ten aanzien van Duitschland's toe
komstige plannen gemaakt. Indien dit aan
een misverstand zou moeten worden gewe
ten, en de Duitsche regeering nooit een der
gelijke gedachte zou hebben, dan zouden
de overeenkomsten ter verzekering' van de
onafhankelijkheid dezer landen nooit in
werking treden, en Europa zal geleidelijk
in een toestand van rust komen, waarin het
bestaan der overeenkomsten wellicht zelfs
vergeten zou worden.
Laat mij hierop den nadruk leggen: wat
ook het resultaat mag zijn van de bespre
kingen, thans tusschen Engeland en andere
landen gevoerd, zij houden geen bedreiging
voor Duitschland in, zoolang Duitschland
een goede buur zal zijn.
Het koninkrijk Irak. werd na den oorlog
gevormd uit de vroegere Turksche distric
ten Mosoel, Bagdad en Basra.
Emir Faical tot Koning uitgeroepen.
Dc kroonprins van Irak, Errür Faical,
is hedenmorgen tot koning uitgeroepen.
Aangezien de kroonprins eerst vier jaren
oud is, in een regentschap ingesteld.