Hf ffir&trïttcïuïe MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) De strijd in de Middelburgsche slagerswereld. De restauratie van den Lange Jan. De koning van Irak om het leven gekomen. Geen omsingelingspolitiek, zegt Chamberlain. Inzake dsmr. Ekering Saneeringsperikelen. Een kort geding tegen een slager, die van de prijsregeling afweek. Er zal alsnog f 47000 noo dig zijn, Nadat reeds f 74000 is besteed, Hij reed vannacht rnet^z n auto tegen een paal. Maar zelfverdediging. Dagblad. Uitg. N.V. De Middelburgsche Crt. Bureaux: te MIDDELBURG: St. Pieterstr.28, Telefoon Redactie 269, Administratie 139; te GOESTurf kade Tel. 17. Postgiro 43255. Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes f 2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week abonnementen in Middelburg en Goes 18 ct. NUMMER 80. TWEE BLADEN. DINSDAG 1 4 APHIL 1939. EERSTE BLAD. 182e JAARG. nsoTOi Advertentiën 30 ct per regel, ingezoncicr mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager Tarief op aanvraag. Familieberichten en dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine Advertenties", max:. 6 regels, 75 cent, bij vooruitbetaling. „Brieven, of adres bureau v. d. blad" 10 ct extra. Bewijsnummers 5 et- Al geruimen tijd houdt een vrij groot deel van de Nederlandsehe publieke meening zich bezig met het geval-Ekering. Het ligt zoo: de Avro, een a 1 g e m e e - ne en neutrale omroepvereeniging, heeft destijds de zgn. „morgenwijding" in gesteld of overgenomen. Dit is geen kerk dienst, en er wordt niet in „gepreekt" of gesproken, maar, voorzoover onze inlichtin gen ter zake strekken, bestaat deze mor genwijding uit: bijbellezing, koorzang (psal men) en gebed. Meer niet. De leider van deze morgenwijding is sinds vele jaren een zekere ds. E k e r i n g, Ned. Herv. predikant te Amsterdam. Deze ds. Ekering is, in den tijd dat hij leider-verzorger dezer godsdienstige kwar tiertjes was, toegetreden tot de N.S.B. Dat niet alleen: hij is een der groote, althans der vooraanstaande, mannen in deze bewe ging geworden. Aanstaande Woensdag avond bv. treedt hij, in de verkiezingscam pagne voor de Prov. Staten van Zeeland, als spreker voor de N.S.B. in Middelburg op. De vraag, die velen bezig houdt, die de Avro zelfs op onderscheidene bedankjes als Luistervink is komen te staan, is deze: kan de Algemeene Vereeniging Radio Omroep als leider van een godsdien stige morgenwijding een militant nationaalsoeialistische dominee handhaven? Bij de beantwoording van deze vraag moet eenige omzichtigheid betracht wor den. Het gaat niet aan, te zeggen: het meerendeel der Avro-leden staat in den po- litieken strijd dezer dagen een strijd die binnen de Avro niet aan de orde komt zeker niet aan de zijde der N.S.B. en dus moet die dominee er uit gezet wor den. Redeneerde men zóó, dan zou het in derdaad gaan lijken op de „terreur" waar mede men in meer dan één zin in dat kamp „werkt". Als ds. Ekering dirigent van het omroep orkest was; als ds. Ekering omroeper-aan kondiger was; als ds. Ekering het land- bouwhalfuurtje verzorgde Thij moet, naar men ons eens vertelde, veel verstand van kippen hebben, of gehad hebben]; als ds. Ekering hoofd van de afdeeling boekhou ding der Avro was, of hoofdingenieur der geluidsinstallatiesmen zou kunnen zeg gen: wat doet dat er toe, of die man na- tionaalsocialist, roomsch-katholiek, buddhist of atheïst is, in de algemeene ver eeniging zal slechts op zijn prestatie gelet worden, en indien en voorzoover hij de ver eeniging geen schade jdoet, zijn particulie re opvatting niet dooreenmengt met zijn werk voor de Avro, heeft men met die op vattingen niets te maken. Maar ds. Ekering is leider van een godsdienstig kwartiertje. Het kan niet anders, of dit is niet enkel technisch-reproductief werk. Dit moet zal het goed zijn geschieden met hart en ziel, het moet spreken tot hart en ziel zijner hoorders ook. Dit hart en die ziel van ds. Ekering zijn hoe kan het anders bij een oprecht en overtuigd aanhanger van het nationaalsoci- alisme tot in ïederen vezel doordrenkt met dat nationaalsocialisme. Ware het an ders, men zou aan ds. Ekerings oprechtheid moeten twijfelen. Hier nu vinden wij twee ernstige bezwa ren. Het eerste: dat, zelfs al n r e e k t ds. Ekering niet in die morgenwijdingen, al kan hij dus zijn eigen gedachten zij 't gecontroleerd door de omroepcontróle niet den vrijen Iood laten, het desalniette min zijn nationaalsocialistisch gerichte geest is, die het gebed formuleert, die de te lezen bijbelgedeelten uitzoekt, en wat dies meer zïi. Het tweede, en het ernstigste, bezwaar is ovenwei dit: het nationaal-socialisme is. zal net een dien-innerliike overtuiging zijn wf ^atmjNijk, naar men moet aannemen, f1 g6st-udeerd man als ds. Ekering het vezelen" van hetwelk tot in ^^ste Jhleie nds wezen doordringt, zijn Ditzelfde nationaalsocialisme vindt bij aZZt™ ga00Vir stenen zoowel als S» V f" nde scher0 verzet: zijn daden, zpn uitingen en zijn grondstellingen wekken veler afkeer en weerzin op Mag nu een radio-omroenvereeniling die door de luidsorekers in veler huizen door dringt, het intiemste en innigste deel harer uitzending, nl. dat, waarin een geestelijk voorganger den hoorders voorgaat in het gebed, dit is in uitstorting des harten voor den Allerhoogste, laten verzorgen door een man die beginselen is toegedaan, en die be ginselen in den politieken strijd dezer dagen fel nronageert. welke met de dienste over tuiging van het meerendeel zijner hoorders volkomen onvereenigbaar is? Ons dunkt: neen, dat kan en mag niet. 5jt Men kan zeggen: zoolang de Kerk ds. Ekering handhaagt, mag de Avro hem niet laten vallen. Wij achten dat een uitvlucht, een zich verschuilen achter iemand anders. De Avro heeft met de Kerk niets te maken, zoomin als met een bisschop of een opperrabijn of een voorzitter eener politieke partij. .He Avro draagt een eigen verantwoorde lijkheid tegenover haar leden en aanhan gers, haar luisteraars. Die verantwoordelijkheid legt haar, on- zes bedunkens, de vernlichting on aan den dominee, leider van haar godsdien stige morgenwijding, den eisch te stel len, niet alleen dat hij zich in dat werk rechtstreeks onthoude van propa geering zijner politieke opvattingen (in dit opzicht moet er niets op hem aan te mer- Het mag algemeen bekend worden ge acht, dat het slagersgilde het tegenwoordig verre van makkelijk heeft en dat daarvan onderlinge Concurrentie vooral enkele jaren geleden een der grootste oorzaken was. Men is toen in tal van plaatsen en deelen van het land gekomen 'tot pogingen, om door saneering daaraan paal en perk te stellen en zoo kwamen ook de slagersvereemgin gen te Middelburg en te Viissingen en de kring Walcheren, omvattende de siagers op de dorpen, tot samenwerking. Zij vorm den een saneeringscommissie, waarin ieder drie leden aanwees. De slagers konden zich nu daarbij aan sluiten en namen dan de verplichting op zich de te stellen regelen in acht te nemen. Thans is er te Middelburg een drietal sla gers, die afweken van de prijsregeling en daarom door de saneeringscommissie be boet zijn met 50 per dag. Om de rechtsgeldigheid van dit optreden te doen vastleggen zal binnenkort een pro cedure voor de rechtbank aanhangig wor den gemaakt, maar daaraan voorafgaande werd den president verzocht in kort geding een der slagers, M. uit Middelburg, op te dragen zich van afwijking van de prijsre geling te onthouden totdat de procedure heeft plaats gehad. In dit kort geding, waarbij de voorzitter van de saneeringscommissie als eischer en bedoelde M. gedaagde was, hebben gisteren middag de pleidooien plaats gehad. Pleidooi mr. Kuipers. Het eerst verkreeg mr. A. H. Kuipers, advocaat van M., het woord, die er op wees, dat naast de saneeringsregelingen van de regeering, ook de slagers zelf meenden maatregelen te moeten nemen voor het zieke slagersbedrijf. Er werd een propagan da ondernomen door betaalde propagandis ten van de slagersbonden en deze wekten onder voorstelling van allerlei zegeningen, de slagers op formulieren te teekenen en velen deden dit, nl. zij, aldus spr., die hun hersenen niet gebruikten. En dat op for mulieren, waarvan zij den inhoud niet eens kenden. In de door spr. bedoelde propagan- da-samenkomst, die plaats had op 7 Juli 1937, zijn verschillende vragen gesteld, te meer omdat men terecht meende, dat toch ook volksslagerijen alle reden van bestaan hebben. Men is toen vrij gelaten in den prijs en er werd toegezegd, dat als men tot een prijsregeling zou overgaan, met de kwaliteiten rekening zou worden gehouden. Er bleven echter enkele slagers buiten de saneeringsregelen en daarom was de sa neering een dood-geboren kindje. Men had trouwens ook toegezegd alleen prijsrege- lend te zullen optreden, als alle slagers zich aansloten. Gedaagde M. teekende eerst in Januari 1938. Dat zooals de dagvaarding het zegt, allen 7 Juli 1937 teekenden, is dus onjuist. Men zeide, dat iemand, die niet als lid toetrad, ook niet onder de saneering zou vallen. Dat men er ook af zou zijn door het lidmaatschap op te zeggen,- is eerst la ter ontkend. De gedaagde heeft later weer bedankt en toen hij toch met dieren aan de centrale slachtplaats kwam, werd hij te ruggewezen; toen was hij wel gedwongen weer lid te worden. Eerst na de vergadering is bekend ge maakt wie de saneeringscommissie zou den vormen en deze bestaat volgens pleiter rechtskundig nog niet. Toen de commissie uit de verschillende vereenigingen was sa mengesteld, kwam zij met een werkregle- ment, een erkenningsreglement en een strafreglement. Spr. critiseerde vooral het strafreglement en ook de bepaling, dat de handteekeningen onder de saneeringsfor- mulieren zoolang van kracht blijven als de drie bonden de saneering noodig achten. Spr. wees ook op de z.i. af te keuren be paling, dat men zich zonder meer bij alle straffen heeft neer te leggen tot wellicht de doodstraf toe Maar juist daarom alleen reeds is z.i. de overeenkomst onrechtmatig. Nu is er te Middelburg o.a. de slager L., die nooit geteekend heeft en behalve hem nog enkele maar die zijn van minder be lang. Over L. zal pleiter het nog nader heb ben. De saneeringscommissie nam verder geen besluiten behalve dat inzake de prijs regeling en juist daartegen gaat het verzet van M. en de andere twee slagers. Men kreeg maar één minimumprijs in tegenstelling met Viissingen, waar de sla gers zich in drie klassen verdeelen en voor ieder dier klassen minimumprijzen werden vastgesteld. Volgens pleiter zijn de prijzen te Middelburg voor eerste klassezaken be rekend en kunnen andere slagers hun za ken niet rendabel drijven. Toen, terwijl de varkensprijzen daalden, op een vergadering met 16 tegen 9 stemmen besloten werd toch het varkensvleesch juist, met 10 cent te ver- hoogen, meenden de drie betrokken slagers, dat het zoo niet langer kon en trokken zij zich van de regeling niets meer aan. Daarop kwamen de boeten los, van niet minder van 50 per dag. Toen men weigerde te betalen, wilde de commissie wel tevreden zijn met ken zijn), maar bovendien dat hij ook daar buiten niet op den voorgrond trede als propagandist van beginselen, die strijdig zijn met de opvattingen van het overgroote meerendeel des Nederlandschen volks. Men zou van N.S.B.-zijde zeker niet nala ten een herrie van je welste te schoppen als de leider dezer „algemeene" morgenwij ding een notoire figuur-propagandist der Communisten was. Welaan: mutatis mutandis geldt voor ons hetzelfde, nu het een N.S.B.-er betreft! 25 van een der betrokken overtreders. Spr. is van meening, dat de geheele sa- neeringsovereenkomst rechtsgrond mist. Toch hebben de menschen aanvankelijk ge tracht zich daaraan te houden, tot het wa ter hun aan de lippen kwam. Het resultaat is nu reeds, dat M. niet meer slachten kan maar zijn vleesch van grossiers moet be trekken en ook de andere twee zitten in groote moeilijkheden. Alle clandisie wordt overgeheveld op L., die wel 60 tot 80 die ren in de week slacht. Het koopman zijn moet toch inhouden dat men vrij handel mag drijven en dat is hier niet meer het geval, het gaat voor M. en de anderen om een levensbelang. De heer Weemaes c.s. tre den op voor de saneeringscommissie en dit is volgens pleiter niet rechtsgeldig, temeer daar de onderteekenaars de commissie niet zelf kozen en er dus ook geen invloed op hebben. Alleen als het een koninklijk goed gekeurde commissie was, zouden de boeten in te vorderen zijn. Zijn pleitnota nader toelichtende zeide mr. Kuipers nog, dat er geen machtiging is na mens de onderteekenaars en daarom de commissie onverbindend moet worden ver klaard. De saneering kan van groote be- teekenis zijn, maar niet zoolang iemand op treedt als de slager L. al is er dan ook spra ke van déloyale concurrentie. Als de uit spraak is zooals de eischers het willen, dan zal dit beteekenen, dat de president de zaak van L. in bescherming neemt. Men vraagt een onbeperkt verbod voor M. om te ver- koopen beneden den vastgestelden mini mumprijs, maar dit had toch zeker moeten zijn totdat in dit geval uitspraak is gedaan door den rechter. Pleidooi mr. Cremer. Als pleiter voor de eischers verkreeg ver volgens het woord mr. P. C. J. C r e m e r uit Utrecht, die mr. F. W. Adriaanse als procureur had. Deze pleiter beriep zich o.a. op een vonnis van de rechtbank te Den Haag, om aan te toonen, dat saneering burgerrecht heeft verkregen. De Neder landsehe slagershond ziet in, dat men alles moet doen om de slagers op den been te houden en het eerste is dan het behoorlijk maken van den prijs. Uit een rapport ter zake blijkt, dat men voor den nu gestelden minimumprijs aan een varken van 130 kg 4 kan verdienen. Ook de eigenaars van volkszaken moeten kunnen leven en de an dere zaken gaan boven deze prijzen. Als men deze overtreders der bepaling laat loopen, waar blijven dan zij, die er zich wel aan houden. Moeten die dan niet blijven le ven? Iedere volkszaak kan zich aan den mi nimumprijs houden. De slagers staan aan den rand van den ondergang en daarom moeten zij elkaar beschermen met redelijke prijzen, die nog een boterham overlaten. Voor het geheele land heeft men een zelf de soort afspraak, een zelfde organisatie. De saneeringscommissie op Walcheren be stond reeds voor de bedoelde vergadering van 7 Juli 1937. De leden er van treden nu individueel op, doch als lid der commissie, zeker had men er ook alle onderteekenaars als eischers kunnen opzetten. Het gaat om de belangen vanh en allen. Het is juist, dat de commissie als zoodanig niet als rechtspersoonlijkheid kan optreden. Dat men op 7 Juli 1937 niet over de prijsrege ling gesproken zou hebben, lijkt spr. onge looflijk. Het gaat juist om prijzen, die als gevolg hebben, dat er nog iets in 't laatje blijft. Dat men alleen als allen aansloten verder zou willen gaan is te gek om los te loopen, omdat de Nederlandsehe slagers- bond zeer goed weet, dat er alom slagers buiten blijven en spr. vraagt of dit niet gaat ten koste van hun crediteuren. Dat men gebonden is, is volgens spr. geen vraag en het is te begrijpen, dat men ge bonden is zoolang het noodig wordt geacht, want anders zou ieder toch weer voor zich zelf beslissen. De gedaagde heeft de overeenkomst ge schonden ten nadeele van zijn collega's. Het gaat niet in de eerste plaats om de prij zen, maar ook om de behandeling in een winkel. De overtreders waren toch met het straf reglement bekend. Na een korte repliek van mr. Kuipers, bepaalde de president, mr. M. G. W. Jolles, de uitspraak in dit kort geding op Donder dag a.s. te 10 uur. DE ZEEUWSCHE KREEFTENVISSCHERTJ DREIGT TE VERDWIJNEN, Men meldt ons uit Ierseke: De kreeftenvisscherij is wederom begon nen, al hebben slechts enkelen Zaterdag 1.1. hun korven uitgezet. De meeste visschers wachten op beter weer, terwijl weer ande ren heelemaal geen korven uitzetten, om dat de vangst de laatste jaren niet meer loonend is. De vangst van Maandag (dus van twee dagen visschen) was zeer slecht, terwijl bo vendien de prijs niet hooger ging dan 1,30 toa 1.50 per kg al naar gelang van de kwaliteit. Dit is te wijten aan den import van Noorsche kreeften, welke toch niet ver boden kan worden, daar anders de kreeften handelaren hun klanten niet kunnen be dienen. Als het niet zeer spoedig verandert, gaat de kreeftenvischerij verdwijnen van de Zeeuwsche Stroomen. De laatste jaren is door de kreeftenvisschers gemiddeld geen brood te verdienen geweest. Menigmaal is gebeurd dat een kreeftenvisscher na aftrek van materiaal en aas niet meer dan 2.50 per week overhield. (Ingez. Med.) In de vergadering van den Middelburg- schen Raad van 27 Juli 1938 werd een nieuw crediet van 37.000 verleend ter voortzetting van de werkzaamheden voor restauratie van den Abdijtoren. Bij de be raadslagingen deelde de betrokken wethou der mede, dat het te vreezen was, dat dit crediet nog niet toereikend zou zijn. Helaas moeten B. en W. nu melden, dat bedoelde vrees in werkelijkheid is verkeerd. Nadat in het voorjaar 1938 rond het bovengedeelte van den Abdijtoren steigers waren gebouwd, werd een grondig onderzoek van de ver schillende onderdeelen mogelijk. Daarbij bleek een deel der koper- en lood-beklee- ding alsmede een groot gedeelte van de houtwerken, tegen de aanvaiïkélijke veron derstelling in, niet in stand te kunnen blij ven. Dientengevolge moest het geheele bo vendeel van den toren vernieuwd worden en kon het voor 1938 opgemaakte werk plan slechts ten deele worden uitgevoerd. Een en ander brengt mede, dat het voor de restauratie, beschikbare crediet aller minst toereikend zal zijn. Ofschoon als be kend mag worden aangenomen, dat restau raties van dezen aard bijna steeds van groo teren omvang worden dan waarop tevoren was gerekend, hebben B. en W. thans ge- dracht een zoo betrouwbaar mogelijke kos- tenbegröoting voor de nog te verrichten werkzaamheden samen te stellen. Daaruit blijkt, dat in ed jaren 1937, 1938 en 1939 totaal 74000 zal zijn besteed en voor 1940 nog misschien 42000 noodig wordt geacht, goeddeels voor het steenen gedeelte van den toren, waaraan verschillende inwendi ge scheuren zijn ontdekt, zoodat belangrijke stukken zullen moeten worden afgebroken en weder opgemetseld, met bijvoeging van tamelijk veel zandsteen en andere natuur steen. In dezen geest schreven B. en W. op 25 November jl. aan den Minister van O., K. en W Zij verzochten hem een zoo groot mogelijke rijksbijdrage in de geraamde som van 42000 te bevorderen. In overleg met de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg is het totaal bedrag nader vastgesteld op 47000 en er is reden aan te nemen, dat het Rijk bereid is voor 41 -% bij te dragen of 19270, terwijl aan de provincie Zeeland weder om 5 zal worden gevraagd of 2350. Voor het dan nog resteerende zal de gemeente een geld- leening moeten aangaan. Havas meldt uit Bagdad: Koning Ghazi van Irak is vannacht ten gevolge van een auto-ongeval om het leven gekomen. De Koning reed zelf en keerde naar zijn paleis terug, toen hij te half twaalf in den avond in volle vaart tegen een paal van het electrische net op reed. De Koning verloor onmiddellijk het be wustzijn en overleed te veertig minuten na middernacht tengevolge van een schedel fractuur en een hersenschudding. De datum van begraven zal vanochtend worden vastgesteld. De kroonprins van Irak, Emir Faycal is pas vier jaar oud. Koning Ghazi I van Irak is geboren in Mekka op 12 Maart 1912. Hij studeerde op de Engelsche kostschool Harrow en aan het koninklijk Iraksch militair college te Bag dad. In 1933 volgde hjj zijn vader Koning Faical Ibn Hussein, den eersten Koning van Irak, op. Den 25sten Januari 1934 trad hij in het huwelijk met zijn nicht Emire Alia. Uit dit huwelijk werd in 1935 kroonprins Faical geboren. Gistermiddag is in het Engelsche Lager huis gedebatteerd over den nieuwen koers van Engeland's buitenlandsche politiek, de vorige week tot uitdrukking gebracht in de onvoorwaardelijke garantie aan Polen. Minister-president Chamberlain hield een redevoering, waarin hij dien nieuwen koers verduidelijkte, o.a. reageerende op de rede, welke Hitier Zaterdag te Wilhelmshaven heeft gehouden. Zooals men zich herinnert, zeide de Führer o.a., dat Duitschland zich op den duur geen omsingelingspolitiek kan laten welgevallen. Chamberlain nu verklaarde, dat Engeland er niet aan denkt een omsingelingspolitiek na te streven. „Die gedachte is fantastisch", zoo riep hij uit. „Wat wij voeren is een po litiek van zelfverdediging." Opnieuw zette hij uiteen, dat Hitier zijn verzekeringen, geen andere rassen te willen overheersehen, met de annexatie van Tsje- choslovakije had gebroken. „Het is geen overdrijving, zoo vervolgde hij, wanneer men zegt, dat de openbare meening in de geheele wereld diep geschokt en veront rust is. Dit land is geheel vereenigd door de overtuiging, dat wij ons standpunt dui delijk moeten uiteenzetten, wat ook het gevolg mag zijn. (Toejuichingen.) Niemand kan meer dan ik betreuren, dat het noodzakelijk is dergelijke woorden te spreken. Evenmin als in September ben ik thans een man van den oorlog. Ik heb noch de bedoeling, noch den wensch het groote Duitsche volk anders te behandelen, dan ik mijn eigen volk behandeld wil zien. Met groote verwachtingen zag ik uit naar het resultaat der reeds in Duitschland begonnen handelsbesprekingen, die, naar ik dacht, onzen beiden landen en velen anderen sta ten, van oordeel zouden zijn geweest, doch het vertrouwen, dat zoo deerlijk ge schokt is, wordt niet gemakkelijk hersteld. Wij waren daardoor genoodzaakt den toe stand opnieuw te beschouwen De premier herinnerde er aan, dat hij onlangs gezegd heeft, dat Engeland geen vage verplichtingen, die bij onvoorziene omstandigheden van kracht zouden worden, op zich moest nemen, doch wat wij thans op ons nemen is een vast omlijnde verplichting, geldende voor een zekere omstandigheid, n.l. dat een poging gedaan zou worden de wereld door geweld te overheersehen. Zoo als Greenwood gezegd heeft, kan de zaak niet ophouden op het punt, waar zij thans staat. Als deze politiek de politiek der Duit sche regeering zou zijn, is het duidelijk, dat Polen niet het eenige land zou zijn dat ge vaar loopt, en de politiek, die ons gebracht heeft tot onze verzekering voor Polen, kan natuurlijk niet bevredigd of ten uitvoer ge legd worden, indien wij ons moeten beper ken tot een enkel geval, dat tenslotte mis schien niet(Het einde van dezen zin ging in de toejuichingen verloren.) De laatste gebeurtenissen hebben terecht of ten onrechte alle staten, die aan Duitsch land grenzen, ongelukkig, bezorgd, en on zeker ten aanzien van Duitschland's toe komstige plannen gemaakt. Indien dit aan een misverstand zou moeten worden gewe ten, en de Duitsche regeering nooit een der gelijke gedachte zou hebben, dan zouden de overeenkomsten ter verzekering' van de onafhankelijkheid dezer landen nooit in werking treden, en Europa zal geleidelijk in een toestand van rust komen, waarin het bestaan der overeenkomsten wellicht zelfs vergeten zou worden. Laat mij hierop den nadruk leggen: wat ook het resultaat mag zijn van de bespre kingen, thans tusschen Engeland en andere landen gevoerd, zij houden geen bedreiging voor Duitschland in, zoolang Duitschland een goede buur zal zijn. Het koninkrijk Irak. werd na den oorlog gevormd uit de vroegere Turksche distric ten Mosoel, Bagdad en Basra. Emir Faical tot Koning uitgeroepen. Dc kroonprins van Irak, Errür Faical, is hedenmorgen tot koning uitgeroepen. Aangezien de kroonprins eerst vier jaren oud is, in een regentschap ingesteld.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 1