KI NG
KRONIEK van dm DAG.
DINNENLAND.
ZEELAND.
rWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MffiDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN VRIJDAG 24 MAART 1939.
No. 71.
FA.
ter opwekking
en verkwikking
PEPERMUNT
ONNEMA Cie. SNEEK
(Ingez. Med.)
tfUSSlRGEIi.
HALCHtftÊMi
iUID-BEVELAND.
MARCO POLO
DALENDE WERKLOOSHEID,
MIDDELBURG.
als met de heeren leiders van de cursussen.
Spr. vond ook gelegenheid speciaal den
voorzitter te danken voor den grooten steun
dien hij in den afgeloopen winter van den
voorzitter mocht hebben tijdens zijn huise
lijke droevige omstandigheden.
De heer Harf heeft er op gewezen, dat de
Z.L.M. haar sociale taak in den tegenwoor-
digen tijd goed volbrengt en daaronder be
hoort het bijbrengen van kennis bij de jeugd.
Vooral ook voor hetgeen de Z.L.M. doet
voor de Nieuwlander, bracht spr. dank.
Hierna kon de voorzitter overgaan tot
de uitreiking van de diploma's aan:
le de volgende deelnemers aan den cur
sus in hoefbeslag: P. van Sighem, A. van
Sighem en L. A. van Sighem allen West-
kapelle; G. van Eijzeren, Domburg; J. de
Bruijn, Middelburg; W. Leijnse, Zoutelan-
de en W. van Biesen Geensen te Heinkens-
zand.
2de de volgende deelnemers aan den cur
sus in paardenkennis: B. C. Janse, Arne
muiden; D. A. van Nieuwenhuijzen, P. de
Visser Az.; J. Verhulst, J. Baas, G. Janse,
J. K. Crucq, G. Reijnoudt, W. J. Dinge-
manse, M. T. de Dreu Cz., J. J. Kwekke-
boom, S. Janse allen Nieuw- en Sint-Joos-
land, J. de Groote, J. Kwekkeboom, P. de
Visser, I. Ovaa en W. Cevaal allen Rittem.
3de de volgende deelnemers aan den cur
sus in rundveekennis: I. J. Cevaal, J. J. Ce-
vaal Az., beide Grijpskerke; R. Wouterse en
P. Rooze, Sint-Laurens; A. Maljaars, J.
Christiaanse, C. Kluyfhout, I. L. Francke,
C. Langebeeke, J. Francke, allen Seroos-
kerke; A. Maljaars en D. Wiskerke, beide
Middelburg; W. Besuijen en A. Vos, Soe-
burg; A. Gideonse en J. Gideonse, beide
Vere, J. Breel en P. Dieleman, beide Vrou
wenpolder en A. Janse, Koudekerke.
Van de drie afdeelingen hebben resp. W.
van Biesen Geensen; D. A. van Nieuwen-
huijse en D. Wiskerke den betrokken
leeraar dank gebracht naast de Z.L.M. voor
hetgeen geleerd is en voor de prettige wijze
van omgang. De beide laatste deden dit
vergezeld gaan van een stoffelijk bewijs
van waardeering.
De heer De Waardt heeft er evenals de
heer Hoogstra voor dank gebracht en
heeft zich toen mede namens zjjn collega
gewend tot den heer Kleinepier en hem
grooten dank gebracht voor zijn hulp en
steun. Ook deze woorden gingen gepaard
met een stoffelijk blijk van waardeering.
De heer Harf heeft hierna de aanwezigen
vergast op verschillende van zijn door hem
zelf opgenomen films. Na een gekleurde fo
to over Nieuw- en Sint-Joosland, voerde de
plaatjes door Zweden en Lapland met te
rugtocht langs de Noorsche Fjorden.
Een vroolijk filmpje besloot de serie,
waarvan de jongelui volop hebben genoten.
De voorzitter heeft burgemeester Harf
hartelijk dank gebracht voor het gebodene.
Uitvoering „Looft den Heer".
Het is een erkend feit, dat een goed ge
vulde zaal stimuleerend werkt op de pres
taties van een uitvoerende vereeniging. De
ciir. (jemengae Zangvereemgiug „j_,ooft
den Heer" van 't Zand, die gisteravond in
het gebouw St. Joris een uitvoering gaf,
kan dan ook tevreden zijn over het vrij
groote bezoek en te oordeelen naar het
elan waarmede dit koor zong, mag aange
nomen worden, dat de bijval van het audi
torium zijn invloed heeft doen gelden op
koor en dirigent.
Het programma bestond uit een twintig
tal liederen, waarvan die welke door het
volle koor gezongen werden, getuigenis af
legden van de toewijding waarmede zij in
gestudeerd waren. Onder de goede leiding
vcui aen directeur den neer Bommeljê, wist
men bjj momenten een klankrijk geheel te
verkrijgen. Zuiver en bijzonder mooi werd
het „Geef ons vrede" van Mendelssohn ten
gehoore gebracht, doch ook bij de andere
liederen viel er veel te waardeeren.
Het is een uitstekende gedachte geweest
naast de koorliederen, ook een plaats op
het programma in te ruimen voor enkele
soli en duetten. Daardoor werd de noodige
variatie gebracht, die zeer op prijs werd
gesteld. Natuurlijk mag hier geen strenge
maatstaf gelegd worden aan deze solistiscne
bijdragen. Te meer niet omdat de vereeni
ging gehandicapt was door ziekte en ver
koudheid van enkele harer leden. Deson-
uaiiKS uogsuen de plaatsvervangsters en ook
de overigen terecht een levendig applaus
voor nun vocaxe prestaties. Het „wiege
lied" van Brahms b.v. viel zeer in den
smaak. Daarnaast mag dan nog even ge
noemd worden het driestemmig dameskoor
en net duooei kwartet dat ennele liederen
ten beste gaf.
Op deze wijze was het een genoegen naar
het gebodene te luisteren. „Looft den
Heer" heeft dan ook met deze uitvoering
bewezen dat zij in vele opzichten met suc
ces naar buiten op kan treden.
iuu personeel loodswezen.
Met ingang van i April a.s. is de 2e ma
troos G. Lagendijk bevorderd tot le ma
troos aan noord van een stoomnetonnings-
en verlichtingsvaartuig.
De minister van defen
sie heeft aan den dienstphcntige J. kweKxe-
ooom van de lichting 1939 uitstel van eer
ste oefening verleend voor den tijd van 1
jaar.
RITTEM. De coöp. Boerenleenbank hield
Donderdagavond naar algemeene jaarver
gadering. De rekening sluitende met een
«ndoearag van 111029 en de balans met
een oedrag van 96712 werden guedge-
neurd. De winst over 't jaar 1938 werd Dy
t reservefonds gevoegd, waardoor dit steeg
cot 3841. Het aantal leden bedraagt 92.
De heer P. J. de Pagter werd als be
stuurslid herkozen en de heer W. Boogaard
als lid van den Raad van Toezicht. Tot
plaatsvervangende bestuursleden werden
gekozen de heeren J. Cevaal en A. Tange.
De rente voor spaargelden werd vastge
steld op 2% pet. voor leden en 2% pet.
voor met-leden voor bedragen tot 2000.
Voor hoogere bedragen is zij eenigszins ge
wijzigd.
De rente voor voorschotten en provisie
oleef ongewijzigd.
KAAI» VAN DRIEWEGEN.
DRIEWEGEN. Woensdag vergaderde de
Raad onder voorzitterschap van burge
meester Ort.
Afwezig met kennisgeving wethouder De
Jager.
De v o o r z deelde mee, dat de Raadsver
kiezingen op Woensdag 14 Juni a.s. gehou
den zullen worden en dat van de Coöp.
Boerenleenbank bericht is ontvangen dat
een loopende 3% pet. leening veranderd is
.n 3% pet. De zekerheidstelling van den
secretaris-penningmeester van het Burger
lijk Armbestuur werd opgeheven, daar de
gelden thans verzekerd zijn tegen fraude.
Daarna werd een huis, eigendom van de ge
meente, aangewezen als ambtswoning voor
het nieuwe hoofd der openbare school te
gen een huur van 272.50 per jaar met
vrij gebruik van water. Een voorstel om
over te gaan tot benoeming van een ambte
naar ter secretarie werd verworpen met
De inlijving van Memel.
De inlijving van Memel bij het Derde Rijk
heeft heel wat minder beroering in de we
reld veroorzaakt dan de overweldiging van
Tsjechoslovakije. Dat moet toegeschreven
worden aan het feit, dat Memel een Du.t-
sche stad is en men dus van een hereeni-
ging met Duitschland kan spreken, ook
al vertoonde de wijze, waarop die hereeni-
ging zich voltrok overeenstemming met de
wijze, waarop Bohemen en Moravië zijn
geannexeerd. Gelijk Hacha werd de Litau-
sche minister van buitenlandsche zaken,
Urbsys, te Berlijn voor een eisch gesteld:
sta het Memelgebied vrijwillig af, dat zal
het beste voor Litauen zijn, want anders
wordt geweld gebruikt.
Memel, de oude stad der Duitsche Orde
en sinds eeuwen deel van Pruisen; was na
den wereldoorlog Duitschland ontnomen,
dat ook een strook gronds er om heen,
waar een plattelandsbevolking van Litau-
sche afkomst was gevestigd, aan de gealli
eerden had moeten afstaan. Men had Li
tauen een vrije stad als haven willen ver
schaffen, zooals Polen er een in Dantzig
had verkregen. Voorloopig bleef het terri
torium onder beheer der groote mogendhe
den, met een klein Fransch bezettingscorps
en een eveneens Franschen hoogen commis
saris. In 1923 achtte Kaunas echter het
oogenblik gekomen, om Memelland in te
lijven en aldus het verlies van Wilna
kort te voren door de Polen bezet eeni-
germate te com penseeren. Nadat z.g. vrij-
scharen het landje waren binnengevallen,
trokken de zwakke Fransche troepen zich
terug en werd te Parijs een gezantencon
ferentie der groote mogendheden belegd,
die een z.g. Memelstatuut uitvaardigde,
waarbij het gebied in kwestie autonomie
kreeg onder Litausch opperbestuur. Van
meet af aan heeft dit statuut uiterst gebrek
kig gefunctionneerd; herhaaldelijk is de
volksvertegenwoordiging door den gouver
neur ontbonden en een dictatoriaal beheer
ingevoerd; ja, het kwam zelfs zóóver, dat
de onderteekenaars van het statuut (Enge
land, Frankrijk, Italië, Japan) in 1932 de
tusschenkomst van het Haagsche Hof inrie
pen. Toen dit college de beperking der auto
nomie en de Landdagontbinding onwettig
verklaarde, werd het régime iets gematigd,
maar na den nationaal-socialistischen
staatsgreep in Duitschland namen de tegen
stellingen onmiddellijk weer een scherp ka
rakter aan. De Litauers beschuldigden de
„nazi's", dat zij ten behoeve der opstan
dige elementen geld en wapenen binnen
smokkelden en vaardigden een strenge „Wet
tot bescherming van den Staat" uit, welke
drastische bepalingen bevatte. Vermaningen
van Londen, Parijs en Rome baatten niets;
zelfs liet de gouverneur den leider der Me-
mellandsehe Hitler-vereerders, Neumann ar
resteeren. In 1935 volgde een opzienbarend
proces met niet minder dan 126 van „veem
moorden" beschuldigde verdachten. Vier
hunner werden ter dood en de meeste ove
rigen tot langdurige gevangenisstraffen ver
oordeeld. Intusschen bleek bij nieuwe ver
kiezingen, dat het draconisch optreden des
gouverneurs niets had geholpen, want op
nieuw werden 24 Duitschers en 5 Litauers
gekozen.
Door de jaren heen was de toestand dus
eer verergerd dan verbeterd en de con
cessies, die Kaunas te elfder ure nog heeft
gedaan, konden den gang van zaken niet
meer veranderen. Neumann, met andere
veroordeelen geamnestieerd, stelde zich on
middellijk weer aan het hoofd der Memel-
duitschers, wist onder Bertuleit een geheel
Duitsch directorium te doen benoemen en
bereidde den „Anschluss" bij het Derde Rijk
uiterst zorgvuldig voor. Thans zijn stad en
land, tezamen pl.m. 150.000 inwoners tel
lend, ook officieel weer Duitsch geworden.
Afgezien van de daartoe gebezigde metho
den, mag dit feit zeker niet als een on
recht worden beschouwd. Onmiddellijk over
stroomden geestdriftige bewoners van Oost-
Pruisen het land der „weergevonden broe
ders". Anderen daarentegen, Joden, maar
ook Litauers, moesten haastig de wijk ne
men, bevreesd voor wat komen zou.
Ontegenzeggelijk is de „bevrijding" van
Memel, juist op dit oogenblik, een bij uit
stek handige manoeuvre. Het buitenland
kan er weinig van zeggen, omdat Litauen
immers „uit vrijen wil" stad en gebied uit
levert, terwijl de eigen natie, door de am
nestie van „Tsjechië" misschien wat veront
rust, nu weer van ganscher harte mag jui
chen over den zonder slag of stoot verkre
gen terugkeer van „volksgenooten" binnen
de rijksgrenzen. Artikel 99 van „Versailles"
is thans definitief uitgewischt! Zóó wordt
een stemming geschapen, die straks, op cri-
tieke oogenblikken, den machthebbers zeer
te stade kan komen.
Uit het Amerikaanseh
van DONN BYRNE.
14).
„Maar je luistert niet, klein Goud
klokje!"
„Zeker luister ik, Marco Polo, ja zeker;
ik hoor je stem zoo graag, je bent zoo ern
stig en er is zulk een gloed in je oog en.
Luister, Marco Polo, Li Po heeft eens een
gedicht geschreven: „Wit glinsteren de
meeuwen" en het is dat gedicht, waardoor
hjj het meest bekend is en eiken keer, als
ik het hoor, is er weerklank in mijn hart.
Maar, Marco, ik heb nooit zoo begeerig
naar Li Po's gedicht geluisterd als naar
jouw stem".
„Maar je neemt het niet in je op, klein
Goudklokje".
„Het is erg moeilijk om op te nemen,
Marco Polo; het gebeurde zoo lang gele
den. Het is moeilijk om te denken aan een
tragedie in een vreemd land, terwijl wij in
dezen tuin zitten in de tweede maan der
lente. En het is zoo lang geleden! Hoor je
de bijen, Marco Polo de bijen tusschen
de amandelbloesems? En zie je den blau
wen reiger bij de lotusbloemen? En zie je
de kleine schildpad, die zich op een blad in
de zon koestert? Als ik een kiezelsteen
werp, zal hij onderduiken en hij is zulk een
onhandig duiker".
„Maar je moet luisteren. Goudklokje en
mij gelooven".
..Ik geloof je, Marco Polo, ik geloof je
heusch. Wist je niet, dat ik je geloofde?
Belangrijke gift van H. M. de Koningin.
Het bestuur van de federatie van in
stellingen voor kinderbescherming te Am
sterdam (F.I.K.A.) deelt met vreugde me
de, dat het van H. M. de Koningin we
derom een belangrijke gift mocht ontvan
gen als blijk van waardeering voor den
gezamenlijken arbeid der Amsterdamsche
kinderbeschermings-instellingen.
Prins Bernhard beschermheer der H. L. O.
Naar wij vernemen heeft het hoofdbe
stuur van de nationale vereeniging ter
bevordering der harmonische lichaamsont
wikkeling, de H. L. O., bericht ontvan
gen, dat Prins Bernhard het beschermheer
schap der vereeniging heeft willen aan
vaarden.
HB. MS. „TROMP" TE BORDEAUX.
De bladen van Bordeaux wijden artike
len aan de komst van den Nederlandschen
flottieljeleider „Tromp" te Bordeaux.
De „France de Bordeaux et Sudouest"
reproduceert een fraaie foto van deze Ne-
derlandsche vlooteenheid met een inter
view met de Nederlandsche officieren, die
de journalisten met de grootste hoffelijk
heid ontvingen en hun verhaalden van de
onderscheiden plaatsen, welke de „Tromp"
op zijn kruistocht deed.
Men denkt Maandag Bordeaux te ver
laten om naar Nederland terug te keeren.
In den morgen maakte de commandant
van de „Tromp", kapitein ter zee L. C.
A. M. Doorman, zijn opwachting bij den
prefect van het departement van de Gi-
ronde, den burgemeester van Bordeaux
en den generaal-commandant van de acht
tiende militaire afdeeling, alsmede bij den
commandant der marine, Vittu. Deze
bracht daarna een tegenbezoek aan boord
van de „Tromp".
Ook de prefect van de Gironde heeft
zich vergezeld van zijn kabinetschef, aan
boord van de flottieljeleider „Tromp" be
geven, waar hij met het gebruikelijke ce
remonieel werd ontvangen.
Gisteravond om zes uur werd in den ma
rinekring een receptie gehouden onder
voorzitterschap van commandant Salles
Daarna bood de commandant der marine
een officieel diner aan den état major
van de „Tromp.'.
Vrijdag en Zaterdag zullen de Neder
landsche officieren de wijngaarden be
zoeken.
EEN MERKWAARDIGE UITSLAG VAN
EEN AANBESTEDING.
Het gemeentebestuur van 's-Gravenhage
heeft gisteren aanbesteed het verbreeden
van de Boschlaan en het maken van een
brug over de Boschsloot c a. De laagste
inschrijver was M. P. Bruinooge te
K a d z a n d voor 19,450. De op een
na laagste inschrijfster was de N.V. Ne
derlandsche Basalt Maatschappij te Zaan
dam voor 43,400.
De directeur van den rijksdienst der
werkloosheidsverzekering en arbeidsbemid
deling deelt mede, dat blijkens door het
centraal bureau voor de statistiek ver
strekte voorloopige gegevens in de week
6 tot en met 11 Maart 1939 bij gesubsidi
eerde vereenigingen, met werkloozenkas
waren aangesloten 577,538 personen (waar
onder 75.702 landarbeiders.)
Van de 501.836 verzekerden, buiten de
landarbeiders, was het werkloosheidsper
centage 22,8 (in de vorige verslagweek,
20 tot en met 25 Februari 1939, wat dit
percentage 24,6).
Van de 577,538 verzekerden, met inbe
grip van de landarbeiders was het werk
loosheidspercentage 21.9 (vórige verslag
week 23.8).
In de overeenkomstige verslagweek van
Maart was het werkloosheidspercentage
voor alle verzekerden in de laatste jaren
als volgt (tusschen haakjes zjjn vermeld
de percentages, indien de landarbeiders bui
ten beschouwing worden gelaten)
1932: 26,5 (25,9); 1933: 30,3 (30.7);
1934: 25.4 (27,0); 1935: 30,6 (33,0); 1936:
32,0 (34,1); 1937: 29.6 (30.6); 1938: 25.8
(27.1); 1939 21.9 (22.8).
Men zou tot 1931 terug moeten gaan
om in dezen tijd van het jaar een lager
werkloosheidspercentage aan te treffen
dan het thans bereikte.
Op 11 Maart 1939 waren bjj de organen
der openbare arbeidsbemiddeling inge
schreven 378.407 werkzoekenden waarvan
er 360.731 werkloos waren (nl. 346.462
manenn en 14.269 vrouwen).
Alles wat je zegt, geloof ik. Je zoudt toch
niet den langen weg over de wereld geko
men zijn om mij een leugen te vertellen!
Natuurlijk geloof ik je".
„En maakt het je gelukkig. Goudklokje?"
„Eens was ik ongelukkig, Marco Polo, ik
placht hier te zitten en op mijn luit het
Lied van de Wilgentakken te spelen, dat
het treurigste lied ter wereld is. Onder de
maan was ik dan eenzaam en het zoemen
der bijen zeide mij niets en nu is het een
zoet, dapper geluid. Ik kan de Wilgentak
ken nu niet meer spelen, zoo vreemd is mij
de treurigheid geworden. En de maan glim
lacht. Ik ben heel gelukkig, Marco Polo".
„Het is dit ware geloof, klein Goud
klokje, dat je gelukkig maakt".
„Is dat het, Marco Polo, is dat het? Het
moet wel, denk ik, ik weet niet wat het is,
maar ik ben heel gelukkig."
XVIII.
En hij vertelde haar van Paulus, die een
visioen gehad had en door de wereld trok
om te prediken, die vervolgd werd en schip
breuk leed, die gebeten werd door een slang
en die alles overleefde opdat hij den Heere
Jezus mocht prediken. Hij was een driftig
haveloos man met fonkelende oogen
En hij vertelde haar van Paulus' woorden
aan de vrouwen
„Je kijkt mij niet aan als je spreekt,
Marco Polo, alleen je stem komt tot mij,
niet je blik. Is dat om Paulus?"
Marco Polo voelde zich bezwaard, want
hij kon het niet verklaren. Maar Goud
klokje ging voort: „Er is weinig in je ge
loof over vrouwen, Marco Polo, is het dan
DE STATIONSBRUG.
Nadat gistermiddag het draaiend deel
van de Stationsbrug op zijn plaats was
gebracht zijn de sleepbooten naar Vlis-
singen teruggekeerd om het vaste deel,
dat des morgens reeds op twee zolderschui
ten was neergelegd, naar Middelburg over-
te brengen. Hier is dit, toch ook niet lichte,
stuk in de takels van een der bokken ge
hangen en onder groote belangstelling van
oud en jong met overleg en na het weg
werken van enkele niet passende stukjes
op de plaats gebracht, waar dit deel nu
wel weder tientallen jaren zal rusten,
totdat weder nieuwe plannen er mede wor
den beoogd.
Dit deel was nu ook van den wal af
goed in oogenschouw te nemen. Wij kon
den vaststellen, dat de trottoirs een groo
te verbetering hebben ondergaan. Er zijn
nu geen reten waarin dameshakken of
wel wandelstokken of parapluies hun ein
de kunnen vinden. Men zal zich er nu
rustiger op kunnen bewegen. Op het rij-
vlak moet de bovenbedekking nog worden
aangebracht.
Waar ook aan de walkanten en voor de
montage, verlichting enz. nog heel wat
moet worden gedaan, kan men zijn be
langstelling voor dit zoo voorname Wal-
chersche verkeersobjeet nog enkele we
ken bljjven toonen.
Bij de slechthoorenden.
De maandelijksche bijeenkomst van de
afdeeling Middelburg en omstreken van
de Vereeniging tot Bevordering der belan
gen van Slechthoorenden, gehouden in
een der zalen van de Eendracht, werd ge
opend door den afdeelingsvoorzitter, mr.
M. G. W. van der Veur, die o.a. mededeelde
dat mevrouw Verheijden met haar dochter
en nog een jeugdige kracht zich bereid
heeft verklaard in de April bijeenkomst de
dan aanwezigen van haar muziek te doen
genieten.
Na de onler leiding van mej. Bok gehou
den lipleesoefening, kreeg dé heer L. A.
Stofkoper gelegenheid enkele van zijn
schetsen van den Waterkant en uit ande
re bundels voor te dragen en dank zij
de groepstelefoon hebben de aanwezigen
het gebrachte goed kunnen vólgen. Er is
vaak smakelijk gelachen om vrooljjke pas
sages, maar ook meer ernstige schetsen
werden met belangstelling gevolgd.
De voorzitter was zeker aller tolk, toen
hy den heer Stofkoper dank bracht voor
het gebodene.
UITREIKING DIPLOMA'S
LANDBOUWCURSUSSEN.
Het was gisteravond in de bovenvoorzaal
van „De Eendracht" druk, toen de jongelui,
die deelgenomen hebben aan de door den
kring Walcheren der Z.L.M. gehouden cur
sussen in paardenkennis, rundveekennis en
hoefbeslag, waren opgeroepen om de hen
toegedachte getuigschriften in ontvangst te
nemen.
De kringvoorzitter, mr. M. C. van der
Minne, kon ten eerste verwelkomen den
heer C. Zwagerman, den Rijksveeteeltcon-
sulent; de heer De Waardt en Hoogstra,
de leiders der cursussen, den burgemeester
van Nieuw- en Sint-Joosland, den heer
Harf, de leden van de Commissie van Toe
zicht, om vooral dank te brengen aan den
kringsecretaris, den heer M. Kleinepier,
wien spr. speciaal hulde bracht voor zijn
arbeid in het belang van de cursussen. Tot
de cursisten zich wendend, wees spr. er op,
dat dit alles uitgaat van de Z.L.M., en hjj
daarom hoopt, dat de cursisten deze maat
schappij zullen steunen.
De heer Zwagerman wees er op, dat de
Z.L.M. goed haar taak verstaat, en nu na
een beperking van enkele jaren, weer geld
beschikbaar is, verschillende cursussen or
ganiseert. Ook deze spreker brengt dank
aan de heeren Hoogstra en De Waardt. Spr.
wees aan de hand van cijfers er op, welke
groote beteekenis ook voor de landbouwers
de ontwikkeling is, want kennis is macht.
De hr. De Waardt sprake mede namens
den heer Hoogstra en wees ook hunnerzijds
op de hooge waarde van de theoretische en
practische kennis over paarden en rundvee
en ook het goede van grondig onderlegd
zijn van de smeden.
De heer Verlare bepleitte in het bijzonder
de rationalisatie in het landbouwbedrijf en
vroeg of er ook niet een cursus in de hy
giëne kan worden gegeven.
De secretaris, de heer M. Kleinepier,
dankte voor de vriendelijke woorden door
verschillende sprekers tot hem gericht en de
jongelui voor den prettigen omgang, even
een geloof alleen voor mannen? Is het te
gen vrouwen? Mogen jonge mannen niet
naar jonge vrouwen kijken?"
„Neen, Goudklokje, jonge mannen moeten
niet te veel naar jonge vrouwen kijken"..
„Maar dat is heel dwaas, Marco Polo. Is
het verkeerd om naar de schoonheid van de
amandelbloesems te zien, verkeerd om den
welriekenden wind te proeven? Is het ver
keerd om naar den ijsvogel te zien, die
zijn nest zoekt? Is het verkeerd om naar
de maan en de sterren te kijken? Dat alles
is heel mooi, Marco Polo, zoo mooi, dat het
mij doet weenen. Is het verkeerd ernaar te
kijken?"
„Het is niet verkeerd,, Goudklokje, de
eere Gods is in de schoonheid van Zijn
maaksel".
„Li Po is oud en wijs en hij is een groot
dichter en Li Po zegt, dat er schoonheid
is in een rennend paard en schoonheid in
een stroomende rivier, maar er is geen
schoonheid gelijk de schoonheid van een
jong meisje, dat heur haar los maakt. God
schiep de schoonheid van vrouwen ook,
Marco Polo, even goed als de schoonheid
der sterren. Wil je mij verklaren, Marco
Polo, waarom Li Po het eene zegt en Pau
lus het andere?"
„Maar, Goudklokje, Paulus werd door
God geïnspireerd."
„Maar Li Po wordt ook door God ge
ïnspireerd, Marco Polo. Je moet niet te licht
over Li Po oordeelen, hij is dik en oud en
dronken, maar als hjj zingt is het een ge
zang als van de dwalende sterren. Maar
waarom mogen jonge mannen niet naar
jonge vrouwen kijken, Marco Polo? Waar
om mogen zij niet met de oogen kijken?"
„Het zal moeilijk zijn je dat te zeggen,
Goudklokje".
„Kijk mij eens aan Marco Polo, hef de
oogen op en kijk mij in de oogen.
Er is slechtheid in mij, Marco Polo, dat
je oogen mij zouden mijden als de vos den
hond mijdt? Of misschien ben ik niet
schoon; misschien heeft men mij iets ver
keerds verteld omdat ik de dochter van 'n
vorst ben of omdat zij niet wilden hebben,
dat ik te weinig dunk van mijzelf had. Mis
schien ben ik niet mooi, Marco Polo, mis
schien beleedig ik je oogen
„O, Goudklokje, de kleine maansikkel is
niet schooner!"
„Waarom mogen jonge mannen dan niet
naar jonge vrouwen kijken?. Je bent hier
om mij te leeren, Marco Polo, wil je mij
niet vertellen waarom?"
„Misschien, misschien misschien is het
uit vrees voor zonde, Goudklokje".
„Zonde? Zonde? Waarom zou er zonde
zijn? Ik ken de zonde, Marco Polo, men
heeft mij ervoor gewaarschuwd sedert ik
over den vloer kroop. Er zijn twee zonden,
er is laagheid en er is wreedheid en dat
zijn de eenige zonden. Ik ken je hart, Marco
Polo, er is geen laagheid daar; je zoudt
hier niet gekomen zijn, als je laag waart;
de laaghartigen reizen niet zoo ver voor
andere menschen. En wreedheid? Je zoudt
stellig niet wreed voor mij zijn; je zoudt
voor niemand wreed zijn, mijn beste Marco
Polo. Zou je wreed voor mij kunnen zijn?"
„Wreed voor jou, klein Goudklokje? Hoe
zou ik wreed voor je kunnen zijn?"
„Maar de zonde, Marco Polo?"
„Ik weet het niet, Goudklokje, ik weet
het niet!"
XIX.
En op een avond rees de maan boven den
Chineeschen tuin en Marco Polo beëindigde
zijn verhaal van wat Johannes op Patmos
zag, toen hij een oud man was
„Veni, Domine Jesu.
„Gratia Domini nostri Jesu Christi cum
omnibus vobis, Amen!"
„Het is erg moeilijk, Marco Polo, ik be
grijp het niet heelemaal."
„Ikzelf begrijp het ook niet geheel,
Goudklokje, maar dat is alles, wat ik zeg
gen kan. Maar je zult later wel meer be
grijpen; mijn zending is nu afgeloopen en
ik ga terug. Ik zal halt houden aan het hof
van Prester Johannes en hij zal stellig een
bisschop of een igroot kardinaal zenden
om je te doopen en je de rest te leeren".
„Wil je terugkeeren?" Een hevige pijn
beving haar. „Ik heb nooit aan je terugkeer
gedacht."
„Ik ben met een zending gekomen, Goud
klokje en ik moet terugkeeren".
„Misschien is er een meisje in Venetië..."
En zij wendde het hoofd van hem en van de
maan af.
„Zooiets moet je niet denken, Goudklok
je, er is niemand in Venetië, aan wie ik
verplichting heb. En al ware de koningin
der aarde daar, met mij verloofd, dan nog
zou ik haar nooit kunnen aanzien, nu ik
Goudklokje heb leeren kennen".
(Wordt vervolgd).