KRONIEK vai den DAG.
BINNENLAND.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 22 MAART 1939. No. 69.
MARCO POLO
Intrede van Burgemeester
Fernhout te Bussum.
MIDDELBURG.
WALCHEREN.
Het Italiaansche vraagteeken.
Een zeer belangrijke vraag, welke in de
huidige politieke omstandigheden vele ge-
moederen bezig houdt, is wat tenslotte de
reactie van Italië zal zon op de Duitsche
overweldiging van Tsjechoslovakije^ Het
lijdt geen twijfel, dat ook de Italiaansche
reeeering door deze gebeurtenissen werd
verrast, dat Hitier zijn vriend Mussolini dus
niet bjjtüds van zijn voornemen m kennis
had gesteld. Hoewel men om zeer begrijpe
lijke redenen te Rome bonne mine a mau-
vais jeu moest maken, heeft men allerminst
kunnen verhelen, het geval onaangenaam
te vinden. De zaak is voor Italië ook inder
daad allerbedenkelijkst. Zooveel machtsuit
breiding van het Derde Rijk als nu in een
jaar tijds plaats vond, moet de Italianen
tot nadenken stemmen. Alle politieke boe
zemvriendschap ten spijt, berust de hecht
heid van de spil Rome-Berlijn op een op
portunistische belangengemeenschap. We
derzijds hebben Duitschland en Italië van
hun politiek bondgenootschap profijt ge
trokken; in den beginne min of meer gelijk
op. Thans echter slaat de schaal geheel naar
Duitsche zijde door. Mussolini hielp Hitier
verleden jaar op handige wijze het Sude-
tenland c.a. annexeeren. Hitier heeft den
Duce echter nauwelijks gesteund in zijn nog
steeds niet officieel geformuleerde eischen
aan Frankrijk. In plaats dat Italië daarmee
aan bod kwam, overrompelde Duitschland
Bohemen en Moravië.
De vraag, wat Italië nu zal doen, is van
het allergrootste belang voor de politieke
ontwikkeling in de naaste toekomst. Im
mers indien het zich van Duitschland af zou
wenden, kwam er opeens een geweldige om
mekeer in de Europeesche machtsverhou
dingen. Duitschland zou dan opnieuw aan
alle kanten als Het ware omsingeld worden.
Het hoeft geen betoog, dat men te Berlijn
het groote gevaar van een dergelijke situ
atie maar al te goed bevroedt en daarmee
zal men dan ook in verband moeten bren
gen, dat de heer Goering gister reeds naar
San Remo is teruggekeerd om „zijn vacan-
tie te hervatten". Veel vacantie wordt hem
vast niet gegund. Hij zal voor de Italiaan
sche staatslieden, wellicht Mussolini zelf,
Hitler's jongste coup de théatre moeten
goed praten en wellicht heeft hij den Duce
ook het een en ander aan te bieden: voor
stel van de een of andere buit, waarvan
Italië zich met Duitschland's hulp zou kun
nen meester maken?
Tal van geruchten doen overigens in ver
band met dit alles de ronde. Zoo meldde
de N.R.C. gisteravond, dat men te Londen
het volgende nieuws uit Parijs heeft ont
vangen:
Mussolini zou onlangs een afgevaardigde
naar den Franschen ex-premier Laval heb
ben gestuurd met de Italiaansche eischen
inzake Dzjiboeti en Tunis. Laval, die het
Fransch-Italiaansche accoord van 1935 be
werkstelligde, en de voornaamste apostel
van de Fransch-Italiaansche vriendschap is,
verklaarde daarop, dat hjj in vier en twin
tig uur het heele geschil tusschen de twee
landen uit de wereld zou kunnen helpen.
Hy achtte de eischen gematigd genoeg en
de standing van den tusschenpersoon vol
doende bewijs voor een officieel karakter,
om het geval aan Daladier voor te leggen.
De eischen zouden niet verder gaan dan
zekere „amenagements" bij den Dzjiboeti-
spoorweg, die echter, voor zoover hij door
Fransch Somaliland loopt, in Fransche han
den zou blijven, een vrijhaven in Dzjiboeti
en een matige verbetering in de status van
de Italiaansche minderheid in Tunis.
Tenslotte zou te verwachten zijn, dat Bon
net, die gister met Lebrun naar Londen is
gekomen, de gelegenheid zou gebruiken om
met de Engelsche ministers na te gaan in
hoever de aan Laval voorgelegde eischen
als een basis voor onderhandelingen kun
nen worden beschouwd.
Het is in dit verband verder nog vermel
denswaard, dat er te Londen sinds eenige
dagen een hardnekkig gerucht loopt, dat
Ciano als (Italiaansch) minister van bui-
tenlandsche zaken zou aftreden, om plaats
te maken voor Grandi, nu Italiaansch ge
zant te Londen. Ciano staat bekend als een
radicale voorstander van de aggressieve
spilpolitiek, terwijl Grandi geacht kan wor
den een meer tegemoetkomende houding te
genover de westelijke democratieën te wil
len innemen.
Het spreekt welhaast vanzelf, dat men
al deze geruchten met eenigen sceptis moet
beschouwen. De wensch speelt er als vader
van de gedachte een voorname rol in.
12).
Uit het Amerikaansch
van DONN BYRNE.
En zij lieten den bewaarder komen en
Sanang gaf hem een bericht om met de
sprekende trommen te verzenden. Toen
zeide hij tot zijn helper: „Geef mij de
Verre Ooren!"
De helper bracht hem de Gouden
Ooren, die gelijk de vleugels van een groo-
ten vogel waren en hij zette die op zijn
hoofd en luisterde.
„Ik hoor de trommen van de tinnen",
zeide hij, „en de trommen van den Heu
vel der Graven
En hij luisterde weer een poos en Goud
klokje werd bleek.
„Ik hoor de Trommen van den Nevel-
berg"en gedurende eenigen tijd zeide
hij niets.
„Dit zullen de trommen van Yung
Chang zijn
„Ik hoor de trommen van Kai Yu
Kwan", zeide hij toen.
„Ja Sanang, Ja?" Goudklokje trilde van
angst.
"lkD h°or de trommen van het klooster
it V, Monniken", zeide Sanang. En
k noor de trommen de Tartaarsche stam-
roepenik hoor het flappen
'tn 6n ^et r'n^e^en van gebitten
-hoor het galoppeeren van pony's.
iw Sanang? O, vlug, Sanang, vlug!"
±iy luisterde een wijle langer en nam
toen de Verre Ooren af.
„De man is gered", zeide hij.
loen lachte Goudklokje en daarop
Men meldt ons uit Bussum:
Gisteren, op den eersten lentedag, terwijl
in de gemeente vele vlaggen vroolijk in den
feilen wind wapperden, is onze nieuwe bur
gemeester, de heer M. Fernhout, plechtig
geïnstalleerd. Hij is met vele hartelijke
woorden op zijn post van eersten burger en
bestuurder verwelkomd.
Te ruim half twee werd de heer Fernhout
met vrouw en kinderen door het oudste
raadslid, mevr. C. Edelmann-Van Dijk en
wethouder P. N. de Lange afgehaald van
het hotel Beerenstein, waar de familie sinds
Maandag vertoefde. Een stoet van vier
automobielen begaf zich daarna naar het
versierde raadhuis, waarvan driekleur en
gemeentevlag wapperden.
De plechtige installatie.
In de feestelijk versierde raadzaal begon
om twee uur de buitengewone installatie
vergadering, welke door vele autoriteiten
werd bijgewoond. Aanwezig waren o.m. de
raadsleden, velen vergezeld van hun echt-
genoote, oud-burgemeester en mevrouw De
Bordes, de burgemeester der bij de Gooische
Belangen-commissie aangesloten gemeen
ten, n.l. die van Hilversum, Laren, Blari-
cum, Huizen, Naarden en 's-Graveland, de
voorzitter van Stad en Lande van Gooiland,
de heer E. Luden, de militaire autoriteiten
uit Bussum, Naarden en Huizen, de wet
houder van Middelburg, den heer M. H.
Boasson en ook de heer Th. C. A. Coops,
burgemeester van Muiden, vroeger secre
taris te Vere.
De loco-burgemeester, wethouder Kruis
weg, hield de installatietoespraak, waarop
burgemeester Fernhout antwoordde met
een rede, waarin hij o.m. hulde bracht aan
zijn voorganger, den hr. De Bordes, die naar
hij 't uitdrukte, ongeveer 20 jaren van dezen
Raad een voortreffelijk voorzitter, van deze
gemeente een veelszins eminent burgemees
ter is geweest.
De heer Fernhout zeide voorts met eeni
ge verontrusting gezien te hebben, hoe hoog
de verwachtingen omtrent hem gespannen
zijn, maar toch aanvaardt hij met vertrou
wen en opgewektheid de taak, waartoe hij
zich geroepen ziet, hopend op Gods bijstand.
De burgemeester herinnerde voorts aan
zijn beide vorige gemeenten Kampen en
Middelburg, twee steden van historische
vermaardheid, terwijl hij zich nu ziet toe
gewezen de met natuurschoon overvloedig
bedeelde gemeente Bussum, gezegend met
gunstige levensvoorwaarden, die, mede door
goed beleid, bevestigd werden.
Bussum's vitaliteit trekt spr. aan en hij
wil er ernstig en krachtig naar streven, wat
gezond bleef, voorzoover van het gemeente
bestuur afhangt, gezond te houden.
Wijze woorden tot den Raad.
Spr. wendde zich vervolgens meer speci
aal tot den Raad, hij beloofde en verwacht
te eerlijke en loyale samenwerking met ver
loochening van persoonlijke eerzucht. Een
waarborg daarvoor zag spr. o.a. in de van
vele zijden ontvangen gunstige recensie van
den toon der gevoerde raadsdiscussies, van
het niveau der beraadslagingen en van het
decorum der vergaderingen.
De burgemeester wees er op, dat men
vooral in dezen tijd van geestelijke verwar
ring en stoffelijken nood is aangewezen op
elkanders hulp in vele opzichten.
Er mogen zeer belangrijke en diepgaande
verschillen bestaan, men moet den strijd ge
dragen willen zien door liefde tot wat men-
schen als het hoogste en heiligste geldt en
door liefde tot het gemeenebest.
Spr. vertrouwt dat de raadsleden, naar
mate de tijden ernstiger en hachelijker wor
den, te vastbeslotener bereid te vinden tot
concentratie van kracht, wat evenwel
slechts met ongerept gehoud van eigen
overtuiging mogelijk is.
Namens den Raad.
Vervolgens sprak mevr. C. Edelmann
Van Dijk als oudste lid namens den Raad
een korte, hartelijke redevoering uit.
Hartelijke woorden en receptie.
In een daarna volgende bijeenkomst wer
den uit den breeden kring van het Gooische
leven nog woorden van welkom tot burge
meester Fernhout gericht. Ook kwamen la
ter op den middag velen tijdens de receptie
hun opwachting bij den nieuwen burgemees
ter maken.
Gisteravond vond als hulde en verwelko
ming van de burgerij een défilé plaats voor
den nieuwen burgemeester.
weende zij: zij greep Li Po's hand en
lachte weer en weer weende zij. Sanang
schudde het hoofd om de verdoovendt
geluiden van de wereld uit zijn ooren te
krijgen en Li Po glimlachte met zijn treu
rige oogen.
„Ik denk, dat ik nu heen zal gaan en
een bruilofslied zal schrijven, Goud
klokje."
„Voor wie zul je het bruilofstlied maken
Li Po?"
„Ik zal het voor Goudklokje schrijven"
„Maar ik ga niet trouwen, Li Po, er is
niemand, werkelijk niemand."
„Neem dan de luit en zing voor mij het
Lied van de Wilgentakken, dat het treu
rigste lied ter wereld is."
Maar zij schudde het hoofd en bloosde.
„Ik kan dat lied niet zingen, Li Po, ik
ben niet in de stemming om dat lied te
zingen."
„Dan moet ik een ander lied voor je
schrijven, klein Goudklokje."
XIII.
Toen Marco Polo nu uitgerust en her
steld was, brachten zij hme van het kloos
ter der Roode Monniken naar waar de
Khan was in de stad Chandu. Nu waren
er twee paleizen in Chandu, er was een
winterpaleis, dat van marmer was en een
zomerpaleis, dat gebouwd was van verguld
bamboe. Om deze paleizen heen was een
muur gebouwd, zestien mijlen in omvang
en daarbinnen was een park met fonteinen
en rivieren en beken met gevlekte snoek
er in en weiden, waar de leeuwerik in het
gras rustte en boomen van alle soorten,
waar de kleine volgels bouwden en niemand
WERKLOOSHEID.
Vermindering van ongeveer 13.95
in Februari, of sedert 1 Janu
ari ruim 36.8
De stand der werkloosheid in het district
der Arbeidsbeurs te Middelburg op 28 Fe
bruari luidt:
Middelburg 766 (827); Vlissingen 433
(443); Goes 181 (191); Aagtekerke 17
(17); Arnemuiden 182 (199); Baarland 42
(59)Biggekerke 21 (22)Borsele 92 (95)
Brouwershaven 60 (66)Bruinisse 123 (146)
Burg 3 (7)Kolijnsplaat 93 (93)Domburg
54 (76)Driewegen 22 (17)Dreischor 6
(7)Duivendijke 10 (9)Eikerzee 3 (2)El-
lemeet 3 (2); Ellewoudsdijk 14 (20); 's-
Gravenpolder 30 (50); Grijpskerke 7 (20);
Haamstede 17 (9); 's-Heer-Abtskerke 9
(9)'s-Heer-Arendskerke 109 (195)'s-
Heerenhoek 99 (94)Heinkenszand 58 (71)
Hoedekenskerke 80 (96); Ierseke 88 (112);
Kapelle 76 (92); Kats 34 (44); Katten-
dijke 17 (18); Kerkwerve 18 (23); Kloetin-
ge 30 (54); Kortgene 24 (34); Koudekerke
63 (78); Krabbendijke 47 (51); Kruiningen
91 (132); Meliskerke 16 (19); Nieuwerkerk
72 (75); Nieuwland 47 (44); Nisse 8 (10);
Noordgouwe 47 (46)Noordwelle 5 (13)
Oosterland 85 (120); Oostkapelle 27 (33);
Oudelande 38 (57); Ouwerkerk 53 (53);
Ovezand 70 (103)Renesse (6)Rilland-
Bath 63 (93); Rittem 15 (15); Schore 18
(46); Serooskerke (W.) 35 (50); Seroos-
kerke (S.) 8 (7); Sint-Laurens 10 (17);
Soeburg 97 (129)Vere 20 (26)Vrouwen
polder 28 (27), Waarde 41 (60), Wemeldmge
56 (77); Westkapelle 166 (168); Wissen-
kerke 134 (106)Wolfaartsdijk 76 (95)Zie-
riksee 233 (243); Zonnemaire 2 (6); Zoute-
lande 37 (44).
Totaal stonden per 28 Februari 1939 4529
personen als werkzoekenden ingeschreven
tegen 5263 op 31 Januari en 6461 op 31 De
cember. Een flinke daling weer, doch is het
aantal nog ver boven 30 November toen
het getal 3533 was.
Benoemd bij den provincialen water
staat te Haarlem als opzichter de heer J.
Hoogesteger te Rittem en de heer C. J
Goeree te Oudelande.
FRANSCH STOOMSCHIP GESTRAND
OP DE ZEEUWSCH VLAAMSCHE
KUST.
Het schip in een hachelijke positie.
De hevige Noordwesterstorm heeft in
den nacht van Maandag op Dinsdag aan
de kust van Zeeuwsch Vlaanderen, ter
hoogte van den Verklikker, op circa 4 km
ten Westen van de vuurtoren van Nieu-
wersluis, een heele consternatie verwekt.
De weinige bewoners aldaar, uit den slaap
gehouden door den bulderenden wind en
het geluid van de woedende golven die
tegen de duinen stuksloegen, hoorden plot
seling, boven dit geluid uit, de angstige
kreten van menschen.
Voortgestuwd door de hooge golven na
derde het Fransche stoomschip „Fort de
Souville" de kust. Eerst werd een licht
boei gegrepen en vernield, waardoor het
roer onklaar geraakte. Het schip geraak
te daarop meer en meer aan lager wal
om ten slotte aan den grond te loopen.
Het was toen half twee in den nacht en
hoog water. De zee was door den storm
zoodanig opgestuwd, dat er 1% meter
meer water stond dan normaal. Aan boord
van het Fransche schip, dat niet geladen
was en dus zeer hoog lag, heerschte op
dat moment een ware angststemming;
doch zoodra men bemerkte dat men kort
onder de duinen zat, bleek, dat er geen
gevaar voor de opvarenden dreigde.
Het uitgeworpen anker hield niet, waar
door het schip tegen een paalhoofd terecht
kwam en zoodanig door de woeste zee
werd verder geslingerd, dat over een 100
meter de palen als luciferhoutjes afknap
ten. Tenslotte bleef het schip midden op
een steenen berm vastzitten.
Op de radioseinen van het schip, voer
van de haven van Vlissingen de Belgische
sleepboot „Goliath" ter assistentie uit
terwijl later ook de „Man" volgde. De
sleepbooten konden het schip echter niet
bereiken.
Toen het water was gezakt, bleek het
schip droog op het zand te zitten, zoodat
de vele belangstellenden uit geheel de om
trek, rond het schip konden loopen. Van
vlotkomen zal voorloopig nog wel geen
sprake zijn.
In den loop van den morgen werd de
belangstelling voor deze stranding steeds
hun een woning ontzegde. En al de wilde
dieren waren er in overvloegd, de schuwe
haas en het wilde hert en de kleine kwa
kende kikkers, langbeenige veulens met
hun witte moeders en kleine honden, die
over elkander heen vielen bij het spelen
in de lente; en bruine bijen gonsden tus
schen de klaver; aardbeien waren er in
menigte en boomen, die het oog streelden
met bruine, zwarte en gevlekte koeien on
der hun zwaar gebladerte en lammeren
met vachten als sneeuw. En al de bloemen
van de wereld waren er; het was een pa
radijs voor het vrije leven, dat park van
Kublai Khan.
Ik zal u nu verhalen van Marco Polo,
toen hij in de tegenwoordigheid van den
Grooten Khan kwam
XIV.
Marco Polo nu werd in de tegenwoordig
heid van den Grooten Khan gebracht en
temidden van alle aanwezigen zou men een
speld hebben hooren vallen.
Aan het noordelijk einde van de groote
zaal zat de Khan zelf en Marco Polo dui
zelde bijkans van verwondering, want waar
hij een grooten, prachtigen man verwacht
had, wien de majesteit uit de oogen straal
de, daar zag hij slechts een aangenaam, ge
baard man, niet half zoo goed gekleed als
de minste onderdaan in de zaal en met een
prettigen, uitnoodigenden glimlach op het
gelaat. Zijn troon was verhoogd, zoodat zijn
voeten ter hoogte waren van de hoofden
der Verwanten van het Koninklijk Bloed
onder hem, die gekleed waren in zijde en
hermelijn, fijn brokaat en juweelen. En la
ger dan dezen zaten de baronnen, hertogen
en ridders en lager dan dezen de oversten
de krijgslieden, drieduizend en drie.
grooter. Naarmate het water hooger
kwam, steeg de spanning. Al striemden de
regen en hagel in het gelaat van de toe
schouwers die op de duinen het imposante
en ongewone schouwspel dat het gestrande
schip bood, gadesloegen, doch dit alles
kon hen niet verdrijven. Het schouwspel
was te interessant.
Het water stijgt inmiddels hooger en
hooger. Weldra wordt het "schip om
spoeld. Aan boord is alle hens in de weer.
Naarmate het water stijgt, komt er meer
én meer beweging in het schip, dat tot
nu toe rotsvast op den berm zat. Den
ankerketting wordt meer speling gegeven
en zoo gelukt het om het schip wat ach
teruit te halen, zoodat het los van de
berm komt te zitten. Nu bestaat echter
het gevaar dat het achterschip op het
volgende paalhoofd zal slaan. Zoover komt
het intusschen niet.
De wit-schuimende golven worden steeds
wilder en spoeaig slaan de eerste zeetjes
over het schip heen, dat steeds verder
naar de kust wordt gedreven. Het schijnt
dat de sleepbooten geen verbinding tot
stand kunnen brengen, althans er wordt
naartoe geen enkele poging gedaan. Onder
steeds toenemende spanning wordt de
strjjd tusschen het schip en de woedende
zee gadegeslagen.
Het wordt echter spoedig duidelijk dat
de zee zijn prooi ditmaal met zal loslaten
Van tijd tot tijd komt de schoef van het
schip in werking, doch zichtbaar resultaat
levert dit niet op. Het schip wordt inte
gendeel steeds hooger op het strand gezet
en wanneer om 2 uur het hoogste tij is
bereikt, staat het wel vast, dat verdere
pogingen wel gestaakt kunnen worden.
Bij beschikking van den directeur-
generaal der P.T.T. is met ingang van 1
Juni 1939 aangewezen als adjunct-inspec
teur (inspectie bureel) alhier de referenda
ris der P.T.T. J. Mastenbroek thans te Rot
terdam (postkantoor).
RAAD VAN DOMBURG.
DOMBURG. Dinsdagavond vergaderde de
Raad, onder voorzitterschap van burge
meester mr. F. L. S. F. baron van Tuyll
van Serooskerken. Afwezig de hr J. de Pag-
ter. Op de begrooting 1939 was geen post
meer uitgetrokken voor kosten van de
commissie van toezicht op het Lager On
derwijs. Het definitieve opheffingsbesluit
werd nu genomen. Den leden werd eervol
ontslag verleend.
Een schenking van grond, onder de be
zwarende voorwaarde van betaling der ver-
bouwingskosten, van de Coöp. Verbruiks-
Vereen. ten behoeve van de verbetering der
traverse door de gemeente, werd aanvaard.
Intertijd was besloten om, in plaats van
het nu geldende Parkeerverbod van de
„Tol" tot de Markt, een parkeerverbod in
te stellen voor de Ooststraat van de Coö
peratieve winkel tot de Markt, op dat het
plaatsen van te veel borden daardoor zou
kunnen worden vermeden. Zulks zou im
mers moeten ingevolge arrest van den
Hoogen Raad. Dit nieuwe parkeerverbod
werd officieel vastgesteld. Ingevolge een
verzoek van den minister van binnenland-
sche zaken werd een wijziging gebracht in
de Politieverordening ten aanzien van het
houden, vervoeren, enz. van wilde dieren.
Waar zij zelve hiertoe finantieel niet in
staat is verzoekt V.V.V. het verlengde van
de Duinstraat tot aan den Boulevard te ver
beteren. Deze weg is eigendom van „Het
Ambacht Domburg". Deze eigenaar heeft
natuurlijk geen belang bij verbetering, daar
om meenden B. en W. dat overdracht van
dezen weg aan de gemeente, gelijk inter
tijd is gebeurd met de wegen in het Vroon
ten Oosten van het Badpaviljoen, een goede
oplossing zou zijn. Onderhandelingen dien
aangaande zijn loopende. B. en W. vroegen
den Raad zich in principe uit te willen spre
ken voor eventueele overname van dezen
weg. Zulks geschiedde. Eveneens sprak de
Raad zich uit voor het nemen van maat
regelen ter afdoende verbetering, indien de
weg kan worden overgenomen. De be
doeling zou zijn dezen weg en met klinkers
te bestraten over een breedte van 2 meter
met een keerplaats voor de auto's aan het
eind van de Duinstraat. Van de N.V. Stoom
tram Walcheren werden eenige stukjes
grond en een gedeelte weg liggende op St
Jan ten Heere overgenomen. De gemeente
zal de weg aldaar eerder gemeld, in orde
En onder dezen zaten de muzikanten en
toovenaars. En achter Kublai Khan, heel
groot, heel recht, stonden' zijn drie voor
naamste dienaren, de Bewaarder van de
Jachtluipaarden, de Bewaarder van de
Sprekende Trommen en de Bewaarder van
de Zwaarden.
En naast Kublai Khan zat op een kleinen
troon, Goudklokjeen het was meer de
aanblik van haar dan de aanblik van de
groote verzameling, wat de woorden in zijn
mond deed verstommen. En Kublai Khan
glimlachte tot hem en zij glimlachte ook.
Kublai Khan zag, dat hem iets scheelde,
dat hij verlegen was en hij rees op van zijn
troon. „Marco Polo", zeide hij, „er is hier
een welkom voor je en geen vijandschap,
Er is belangstelling voor je boodschap en
verlangen dien te hooren. Niemand hier zal
je hekelen of het je moeilijk maken, laat er
dus geen bedeesdheid in je zijn om te spre
ken voor zooveel menschen. Zeg wat je te
zeggen hebt, alsof er niemand hier was, als
dat je helpen zal, behalve ikzelf en mijn
kleine dochter naast mij
„O, Keizer", de woorden kwamen Marco
Polo weer te binnen, „en Gij, machtige vor
sten, hertogen en markiezen, graven, rid
ders en burgers en personen van alle ran
gen, genade zij u en vrede, van God onzen
Vader en van den Heere Jezus Christus!
De boodschap, die ik voor u heb, zal ik
geven in de woorden van Hem, Wiens
Evangelie zij zijn:
„Beati pauperes spiritu Zalig zijn de
armen van geest.
„Quoniam ipsorum est regnum caelorum
want hunner is het koninkrijk der he
melen.
maken en de onderhoudsplicht overnemen.
De N.V. zal het materiaal benoodigd voor
de verbetering en gebruikt op de over te
nemen grond vergoeden. De kosten van de
zen grond bedragen voor de gemeente één
gulden.
Waar de Weststraat, Ooststraat en de
Markt verbeterd worden (de traverse)
werden enkele straatjes grond van particu
lieren, tot deze straten behoorende, overge
nomen tegen 0.25 per m2.
Een verzoek van Jac. Brouwer tot ont
heffing van den aanslag hondenbelasting
voor een hond werd afgewezen.
Een schrijven van P. Kesteloo, inzake
last die hij ondervindt van rioolwater en
afgewerkte olie in de sloot bij zijn woning
werd aangehouden. Een onderzoek zal, ter
plaatse worden ingesteld. De voorz. deed
mededeeling, dat de verdeeling der werk
zaamheden tusschen de leden van B. en W.
zoodanig is gewijzigd dat het bouw- en wo
ningtoezicht onder zijn leiding is gekomen.
Rondvraag.
Op een vraag van den heer D e V i s-
s e r wordt geantwoord, dat 75 der kos
ten van de traverse komen voor rekening
der provincie. De uitkomende steen kan
gekocht worden door de gemeente van de
combinatie Provincie-gemeente.
De heer G e 1 d o f wilde de trottoirband
in de Weststraat aan de zuidzijde doortrek
ken. De Raad had daar groote bezwaren te
gen.
Verder vroeg hij naar een verzoek aan
den Raad gericht door de afd. Domburg
van den Ned. Bouwvakarbeidersbond in No
vember j.l. waarop antwoord van B. en W.
was gezonden. Het bleek dat het schrijven
aanving met „Geacht College" en derhalve
door B. en W. was behandeld. Ten slotte
vroeg spr. de aandacht te wijden aan het al
of niet bewoonbaar zijn van de woning E
148.
DOMBURG. Gevonden voorwerpen: Rlj-
wielbelastingmerk te bevragen W. J. Job-
se E 37. Wandelstok, J. Passenier A 91.
Handschoen, J. van Eyzeren E 125. Hee
rensok, gem. veldwachter.
RITTEM. Door zijn eenzaamheid is het
fort een geschikte broedplaats geworden
van vele watervogels, die in het gras bo
ven op het fort en in het riet der binnen
gracht daarvoor een goede plaats vinden.
Om de vogels te beschermen is daarom
van rijkswege bepaald, dat het fort van af
1 April tot en met 30 Juni niet door het
publiek mag worden bezocht.
Deze maatregel is met het oog op de be
scherming dier vogels zeker toe te juichen,
daar door het afnemen van de nabijgelegen
schorgronden aan het Sloe de gelegenheid
tot broeden sterk is verminderd.
GEBREK AAN VEEVOER.
Men schrijft ons uit Rittem:
De kalender geeft aan, dat de lente is be
gonnen. Er is echter van den zoo gepre
zen schoonen lentetijd nog niets te merken,
integendeel; alle dagen is het guur en
koud.
Maar vele landbouwers op verschillende
plaatsen van Walcheren zijn reeds genood
zaakt hun koeien over dag in de weide te
laten grazen. Niet om dat er zooveel gras
is, want door de strenge vorst hebben ook
de weiden veel geleden. Maar in de schuur
begint er bij velen gebrek aan veevoeder te
komen. De hooioogst was in 't afgeloopen
jaar niet groot en in dezen winter zijn er
vele mangels bevroren.
SOEBURG. Dinsdagmiddag is door onbe
kende oorzaak brand ontstaan in een
schoorsteen van de hofstede Duinvliet al-
V 107- 0311
(Ingez. Meded.)
„Beati mites zalig zijn de zachtmoedi-
gen
En Marco Polo ging voort en haalde voor
hen de woorden aan, die gesproken werden
op den Berg in Galilea. En zij luisterden
met veel hoffelijkheid en oplettendheid en
het kleine Goudklokje boog zich voorover
met haar kin in de handen en Kublai leun
de achter over op zijn troon met halfgeslo
ten oogen.
„Maar ik zeg u, dat gij den booze niet
wederstaat; maar zoo wie u op de rechter
wang slaat, keer hem ook de andere toe".
En bij deze woorden keek de Groote
Khan verwonderd op en er ging beweging
door de krijgslieden in de zaal; maar het
kleine Goudklokje bewoog zich niet en
Marco Polo ging verder:
„Et factum est: cum consummasset Je
sus verba haec. En het is geschied als
Jesus deze woorden beëindigd had, dat de
scharen zich ontzetteden over zijn leer".
Nu zal ik u vertellen over het leven en
den dood van den Heere Jezus:
Hij vertelde hen van de geboorte in
Bethlehem en van de prediking op de heu
velen en de dichters knikten met het hoofd;
hij vertelde hen van de reiniging der me-
laatschen en het uitwerpen van den dui
vel en de opwekking van Lazarus uit den
dood en de toovenaars waren verwonderd.
En hij vertelde hun van het verraad van
Judas met een kus en de krijgsoversten
schoven onrustig op hun zetels en hij ver
telde van de bespotting en van de kroning
met den doornenkroon en de Groote Khan
schoof zijn dolk in en uit de schede en een
mist van tranen kwam in de oogen van
Goudklokje. (Wordt vervolgd).