Inkomens en vermogens in Zeeland
KRONIEK van den DAG.
>E BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 21 MAART 1939. No. 68.
LEGER EN VLOOT.
MARCO POLO
Het gemiddelde inkomen
bedraagt 1939.
MIDDELBURG.
VLISSINGEN.
WALCHEREN.
ZUID-BEVELAND.
Omwenteling in de Engelsche
buiteniandsche politiek.
Indien Hitier het er op aangelegd zou
hebbénj Engeland, d.w.z, het geheele En
gelsche volk tegen zich in het harnas te ja
gen, zou hij geen beter middel hebben kun
nen bedenken dan de annexatie van Tsje-
choslovaküe. Men kan, gelijk de Londen-
sche correspondent van de N.R.C. gister
avond aan zijn blad schreef, ten deze van
een omwenteling spreken. Een week gele
den was de idee, dat Engeland het leider
schap van een coalitie op zich zou nemen,
nog volkomen belachelijk. Zelfs de oppo
sitie-partijen, die daar al jaar en dag op
aandringen, wisten dat zij een hopelooze
zaak bepleitten. Niemand dacht er aan en
het grootste deel van de pers vond het niet
eens de moeite waard het idee te verwer
pen. Er werd eenvoudig niet over gepraat,
behalve door de kleine groep Churchilli-
anen, die zich, zooals het verachtelijk werd
genoemd, nog niet van het hersenschim
mige denkbeeld uit het volkenbondstijdperk
hadden kunnen losmaken.
Zoo stonden de zaken tot het midden van
de vorige week. Nu vijf k zes dagen later,
schrijven bladen als de Times, die zich altijd
ten sterkste tégen de z.g. omsingeiingspoii-
tiek hebben verzet, over „het natuurlijke
bondgenootschap" van alle vredelievende
landen, alsof zij nooit beter geweten had
den. De Daily Telegraph gaat nog verder
en verklaart, dat Engeland onmiddellijk
overleg met de vredelievende mogendheden
moet plegen, om een politiek te formulee
ren, die ten alle tijde ten uitvoer kan wor
den gebracht. Natuurlijk, gaat het blad door,
daarbij stilzwijgend critiek uitoefenend op
Chamberlain's rede van Vrijdagavond,
brengt een dergelijke politiek mede, dat
Engeland nieuwe verplichtingen op zich
moer nemen en dat is het „Leitmotiv" van
vrijwel alle hoofdartikelen. Engeland, zoo
luidt het, moet ten spoedigste een gezamen
lijk front tegen de Duitsche veroverings
politiek tot stand brengen. Kortom, wij zijn
na drie jaar realiteitspolitiek, zooals het
trotsch genoemd placht te worden, weer te
ruggekeerd tot het collectieve stelsel, dat
in 1936 als volkomen „onpraetisch" en „ide
alistisch" zijnde, met zooveel zelfverzekerd
heid opzij werd geschoven. Dat Engeland's
positie er door die twee jaar „reëele" po
litiek er niet bepaald vooruit op is gegaan,
zal wel geen nader betoog behoeven.
Op welke wijze de regeering toe zal ge
ven aan den algemeenen aandrang om te
rug te keeren tot een politiek van collec
tief verzet tegen het Duitsche expansionis
me, zal nog moeten worden afgewacht,
schrijft de correspondent der N.R.C. Maar
dat zjj in principe reeds heeft besloten den
zoo onmiskenbaren wil van de publieke opi
nie te gehoorzamen, kan als zeker worden
beschouwd. Zij zal ook moeilijk anders kun
nen doen. Chamberlain en zjjn regeering
kunnen het vertrouwen in hun leiding
slechts herwinnen door nu en spoedigst blijk
te geven dat zij hun les hebben geleerd en
in staat zijn een nieuwe politiek te formu
leeren en uit te voeren.
Chamberlain's te vage verklaring van
Vrijdagavond, dat overleg zal worden ge
pleegd met andere landen, is niet genoeg.
De regeering moet nu nog toonen, dat zij
in staat is te handelen, besluiten te nemen
en maatregelen te treffen om het Duitsche
gevaar te stuiten voor het te laat is en
iedereen schijnt het er over eens te zijn,
dat dat slechts mogelijk is door de vorming
van een of ander defensief verbond met alle
zich bedreigd voelende mogendheden.
Eén ding springt hierbij in het bijzonder
in het oog. De Engelsche regeering is in
principe bereid, thans ook Sovjet-Rusland
in zulk een formatie te betrekken. Tot dus
ver moest de deftige Engelschman van iets
dat voor een bondgenootschap met die Rus
sische bolsjewieken zweemde, niets hebben.
De overwegingen, welke aan deze afwijzing
ten grondslag lagen, zijn thans echter als
sneeuw voor een heete zon weggesmolten.
Duidelijker bewijs, dat de annexatie van
Tsjechoslovakije een verschrikkebjken in
druk op het Engelsche gemoed heeft ge
maakt, is nauwelijks denkbaar.
Bij Kon. besluit is met ingang van den
1 Mei a.s.: Ie. bevorderd tot hoofdofficier
van den marinestoomvaartdienst der 2e
kl., de officier van den marinestoomvaart
dienst der le kl. H. Dollekamp, en is hem
op zijn verzoek, ter zake van langdurigen
dienst, eervol ontslag uit den zeedienst ver
leend.
Uit het Amerikaansch
van DONN BYRNE.
11).
En op den laatsten dag van de maan wa
ren zij bijna in het zicht van den rand der
woestijn, hoewel zij het niet wisten en de
duivels en kwelgeesten overlegden met el
kander, want zjj waren nu bang, dat Marco
en zijn weinige metgezellen hun zouden
ontsnappen. Dus kwamen zij tezamen en
schreven de runen van het Vloeiende Zand.
En plotseling draafden de kameelen
schreeuwend in panischen schrik de woestijn
in en een brandende wind stak op en het
zand rees en de woestijn helde als een schip
en de dag werd nacht.
En de jonge Marco Polo kon niet meer
verdragen, dat was het einde, het einde van
hem en van de wereld en het einde van al
les! Overal was roode duisternis en hij kon
niemand zien. „O, mijn Heere Jezus!" riep
hij uit. „O, klein Goudklokje!" De wind
brulde als een orgel, het zand gierde. „O,
mijn Heere Jezus! O, klein Goudklokje!"
En de stemmen van zijn vader en zijn
oom klonken als het piepen van vogels.
„Waar is de jongen, Mattheus? Waar is
onze jongen?" „Marco, Marco, waar ben je
gebleven, kind van mijn hart, waar ben
je?"
Maar zij konden elkander niet vinden, 't
zand geeselde hen als kiezelsteenen. „Mar
co, mijn jongen!" Het zand gromde als een
hond, de wind hamerde als trommen. „O,
Goudklokje! O, klein Goudklokje! O, mijn
Heere Jezus, moet het hier eindigen?" En
Na de publicatie van cijfers over de in
komens en vermogens in Nederland kun
nen wij thans verschillende cijfers betref
fende de provincie Zeeland en de Zeeuw-
sche gemeenten mededeelen.
Wat betareft de geheele provincie kan
worden gemeld, dat er over het belasting
jaar 19371938 34.709 aangeslagenen in
de inkomstenbelasting waren met
67.297.000 zuivere inkomsten, of gemid
deld inkomen per aangeslagene 1939 en
per inwoner 265. Er waren 7308 aan
slagen in de vermogensbelasting met
350.355.000 vermogen, of per aangesla
gen 48.000 en per inwoner 1380.
Alleen de provincie Drenthe geeft in al
ueze rubrieken lagere cijfers.
Komende tot de gemeenten nemen wij
eerst de grootere en dan wel de grootste
het eerst. Vlissingen had 4640 aangeslage
nen met 8.656.000 inkomen, per aange
slagene 1866, per inwoner 395; 345
aangeslagenen met 16.083.000 vermogen,
per aangeslagene 47.000, per inwoner
733; voor Middelburg gelden de volgen
de cijfers:: 3538 met 7.261.000, 2052 en
395; 511 met 29.002.000 p.a. 57.000,
p.i. 1578; voor Goes: 1660 met
j 3.685.000, 2220 en 381; 308 met
j 15.224.000, 49.000 en 572; voor Ter-
neuzen. 1916 met 3.586.000, 1872 en
j 316; 274 met 12.742.000, 47.000 en
1122; voor Zieriksee: 1023 met 2.165.000,
j 2116 en 316; 252 met 12.203.000,
48.000 en 1780; voor Tolen: 386 met
J 778.000; 2015, 255; 96 met 5.215.000,
54.000 en 1711.
Van de gemeenten op Walcheren noe
men wij verder: Aagtekerke: 81, 164,000
j 2022, 225; 49 2.385.000, 49000 en
f 3272; Arnemuiden: 178 316.000,
1776, 129; 38 1.478.000, 39000 en
j 608; Biggekerke: 104, 163.000, 1659,
j 170; 36, 1.391.000, 39.000 en 1452;
Domburg: 176, 331.000, 1878, en 254;
46, 2.566.000, 56.000 en 1975; Grijps-
kerke: 78, 143.000, 1831 en 153; 27,
1.274.000, 47.000 en 1367; Koudeker-
ke: 757, 1.425.000, 1882, 332; 221,
9.497.000, 43.000 en 225; Sint-Lau-
rens: 248, 438.000, 1767, 322; 71,
2.476.000, 35.000, en 1821; Melisker-
ke: 71, 124.000, 1747, 162; 27,
1.255.000, 46.000 en 1641; Nieuw- en
Sint-Joosiand: 128, 258.000, 2016, 211;
52, 1.961.000, 38.000 en 1607; Soe-
burg: 908, 1.397.000, 1539, 266; 97,
3.290.000, 34.000 en 627; Oostkapel
ie: 199, 465.000, 2339, 308; 77,
6.092.000, 79.000 en 4037; Rittem:
88, 131.000, 1485, 194; 20, 552.000,
28.000 en 821; Serooskerke: 165,
306.000, 1856, 179; 57, 2.399.000,
42.000 en 1401; Vere: 158, 271.000,
1717, 279; 30, 1.609.000, 54.000 en
1654; Vrouwenpolder: 99, 155.000,
1562, 147; 22, 920.000, 42.000 en
875; Westkapelle: 186, 277.000, 1491,
123; 51, 1.527.000, 30.000 en 675;
Zoutelande: 87, 142.000, 1636, 153;
31, 1.013.000, 33.000 en 1087.
Van Noord-Beveland volgen thans de
cijfers: Kolijnsplaat: 224, 448.000 1999,
236; 60, 2.730.000, 45.000 en 1440;
Kats: 78, 167.000, 2144, 277; 19,
877.000, 46.000 en 1452; Kortgene:
212, 404.000, 1903, 293; 52, 2.629.000,
51.000, en 1909; Wissekerke: 436,
953.000, 2186, 267; 118, 5.649.000,
48.000 en 1582.
Zuid-Beveland: Baarland: 55, 102.000,
1848, 133; 29, 1.287.000, 44.000 en
1680; Borsele127, 252.000, 1984,
172; 53, 2.225.000, 42.000 en 1521;
Driewegen: 58, 104.000, 1799, 169; 25,
908.000, 36.000 en 1467; Ellewouds-
dijk: 47, 75.000, 1593, 147; (vermo
gensbelasting niet opgegeven wegens ge
ring aantal aangeslagenen); 's-Graven-
polder: 97, 184.000, 1899, 157; 38,
1.695.000, 45.000 en 1444; 's-Heer-
Abtskerke: 42, 66.000, 1577, 148; 11,
318.000, 29000 en 715; 's-Heer-Arends-
kerke: 380, 773.000, 2033, 179; 1£2,
6.634.000, 50.000 en 1540; 's-Heeren-
hoek: 89, 183.000, 2057, 134; 33,
1.606.000, f 49.000 en f 1179; Heinkens-
zand: 178, 320.000, 1795, 169; 68,
2.445.000, 36.000 en 1296; Hoedekens-
kerke: 100, 228.000, 2281, 157; 35,
2..412000, 69.000 en 1657; Kapelle:
zijn weerstand brak en een diepe snik ont
snapte hem en hij legde zich neer om te
sterven
XI.
Nu zal ik vertellen van Goudklokje in
haar Chineeschen tuin.
XII.
Ik wenschte, dat ge haar zien kondt,
zooals ik haar zie, staande voor Li Po, den
grooten dichter, in haar groen kleed. En
Li Po, groot, dik «net droeve oogen en
een scheevén mond ziet er mistroostig
uit, alsof hij verdoemd was. De zon scheen
in den tuin en de vlinders, de rood-zwart-
gouden vlinders fladderen van bloesem
tot bloesem. En de bijen gonsden en aan
de oevers van het groene meer boorde de
ijsvogel zijn nest en de wind blies de
bloesems van de appelboomen. Li Po zat
op de marmeren bank en was heel be
droefd en in het donkere priëel zat Sa-
nang, de toovenaar, peinzend als een uil.
Goudklokje stond voor Li Po en er
waren tranen van verdriet in haar oogen.
„Hebben mijn vader of ik je ooit iets
gedaan, Li Po, dat je een lied moest ma
ken, zooals men nu op de marktplaats
zingt?"
„Welk lied?"
„Het lied van de Kakatoe."
„Ik herinner het mij niet."
„Dan zal ik je het helpen herinneren,
Li Po. Het is zoo: Een roode kakatoe
streek neer op het balkon van den koning
van Annam. Zij was gekleurd als een per
zikenboom en sprak de taal der menschen.
En de koning van Annam behandelde
haar, zooals geleerden en weisprekenden
steeds behandeld worden: hij nam een
kooi met sterke tralies en sloot den vogel
317, 666 000, 2101, 224; 81, 4.654.000,
57.000 en 1567.
Kattendijke: 107, 191.000, 1783, 154;
17, 586.000, 34.00, 472. Kloetinge: 307,
692.000, 2256, 325; 98, 7159,.000,
73.000, 3359. Krabbendijke: 199, 381.000
1916, 154; 47, 2856.000, 61000, 1151.
Kruiningen: 514, 938.000, 1824, 231;
102, 3869.000, 38.000, 953. Nisse.: 51,
89.000, 1736, 140; 20, 892.000, 45.000
1409. Oudelande: 74, 123.000, 1667;
160; 21, 909.000, 43.000, 1176. Ove-
zande: 90, 191.000, 2117, 140; 45,
2202.000, 49.000 en 1619. Rilland-Bath
218, 443.000, 2032, 218; 63, 3153.000,
50.000, 1550. Schore: 89, 150.000,
1688, 167; 21, 772.000, 37.000, 859.
Waarde: 90, 178.000, 1974, 172; 34,
1494.000, 44.000, 1443.
Wemeldinge: 221, 405.000, 1831, 170;
57, 3145.000, 55.000, 1324. Wolfaarts-
dijk: 235, 468.000, 1991, 184; 70, 3425,
49.000, 1349. Ierseke402: 824.000,
2049, 194; 105, 5819.000, 35.000, 1368.
West Zeeuwsch-Vlaanderen:
Aardenburg: 295, 538.000, 1824, 260;
81, 3082.000, 37.000, 1468. Biervliet:
271, 554.000, 2043, 248; 65, 2911.000,
45.000, 1305. Breskens: 499, 938.000,
1880, 282; 82, 2800.000, 34.000, 841.
Kadzand: 169, 381.000, I960, 330; 54,
3269.000, 61.000, 3349. Eede: 136,
212.000, 1556, 187; 10, 339.000,
34.000, 299. Groede: 318, 594.000,
1869, 260; 109, 4429.000, 41.000, 1938.
Hoofdplaat: 121, 244.000, 2014, 186; 34,
1555.000, 46.000, 1187. IJzendijke: 393,
848.000, 2157, 304; 116. 5536.000,
48.000, 1988. Sint-Kruis: 75, 163.000,
2171, 258; 21, 851.000, 41.000, 1349.
Nieuwvliet: 92, 145.000, 1580, 309; 38,
1389.000, 37.000, 2955. Oostburg: 484,
1043.000, 2156, 380; 154, 7644.000,
50.000, 2784. Retranchement103,
173.000, 1682, 267; 33, 1083.000,
33.000, 1671. Schoondijke: 283, 623.000,
2200, 315; 111, 5514.000, 50.000,
2790. Sluis: 304, 578.000, 1902, 205;
61, 2384.000, 38.000, 826. Waterland
kerkje: 51, 124.000, 2432, 237; (geen
vermogensbelasting). Zuidzande: 147,
295.000, 2008, 330; 62, 3213,000,
52.000, 3594.
Oost Zeeuwsch-Vlaanderen: Aksel: 842,
1684.000, 2000, 260; 157, 8184.000,
f 52.000, f 1263. Klinge: 319, f 580.000, f 1819,
159; 35, 1517.000, 43.000, 416. Grauw:
138, 253.000, 1823, 135; 20, 745.000,
37.000, 398. Hoek: 321, 538.000,
1675, 201; 80, 4044.000, 51.000, 1512.
Hontenisse: 520, 1012.000, 1946, 184;
120, 4951.000, 41.000, 902. Hulst: 548,
1192.000, 2175, 294; 140, 7493.000,
54.000, 1849. Sint-Janssteen: 305,
732.000, 1854, 1203; 58, 2957.000,
51.000, 818. Koewacht: 295, 598.000,
2026, 233; 42, 1472.000, 35.000, 573.
Overslag: 31, 48.000, 514, 159 (geen
vermogensbel.Filippine: 184, 294.000,
1597, 248; 17, 514.000, 30.000, 434.
Sas van Gent: 699, 1356.000, 1940, 411;
84, 4443.000, 47.000, 1346. Westdorpe:
375, 658.000, 1755, 313; 57, 2965.000,
52.000, 1411. Zaamslag: 459, 889.000,
1937, 245; 131, 6700.000, 52.000,
1873. Zuiddorpe: 98, 182.000, 1862,
187; 72, 994.000, 45.000, 1018.
Schouwen en Duiveland: Brouwershaven:
149, 249.000, 1672, 205; 36, 1761.000,
49.000, 1447. Bruinisse: 296, 477.000,
1611, 197; 82, 2721.000, 33.000, 1122;
Burgh: 100, 177.000, 1772; 273; 31,
1579.000, 51.000, 2433. Dreischor: 172,
338.000, 1966, 318; 59, 2677.000,
45.000, 2514. Duivendijke: 45, 81.000,
1790, 159; 13, 497.000, 38.000, 982.
Eikerzee: 65, 102.000, 1563, 180; 11,
309.000, 28.000, 547. Ellemeet: 43,
87.000, 2016, 162; 14, 733.000, 52.000,
1368. Haamstede: 214, 455.000, 2127,
303; 80, 3639.000, 45.000, 2421. Kerk-
werve: 78, 133.000, 1709, 162; 19,
680.000, 36.000, 824. Nieuwer kerk: 183,
383.000, 2086, 197; 54, 2481.000,
46.000, 1280. Noordgouwe: 121, 309.000,
2553, 374; 43, 4386.000, 102.000, 5310.
Noordwelle: 53, 97.000, 1833, 218; 11,
598.000, 54.000, 1341; Oosterland: 162,
273.000, 1683, 145; 47, 2003.000,
43.000, 1063. Ouwerkerk: 55, 112.000,
2034, 169; 15, 630.000, 42.000, 955.
Renesse: 111, 278.000, 2508, 439; 40,
3438.000, 86.000, 5423. Serooskerke:
31, 57.000, 1850, 235 (geen vermogens
belasting). Zonnemaire: 101, 260.000,
25731, 309; 33, 2142.000, 65.000, 2550.
Toten en örnt-J? ïhpsland:
S.nt-Annaland200, 370.000, 1849,
138; 75, 3197.000, 43.000, 1193. Sint-
Maartensdijk: 220, 406.000, 1844, 147;
83, 3324.000, 40.000, 1202. Oud-Vos
meer: 184, 373.000, 2030, 166; 57,
2471.000, 43.000, 1099. Sint-Filipsland:
193, 402.000, 2198, 188; 36, 2255.000,
63.000, 1053. Poortvliet: 150, 254.000,
1813, 152; 37, 1885.000, 51.000, 1132.
Scherpenisse: 126, 224.000, 1778, 177;
57, 2404.000, 42.000, 1900. Stavenisse:
133, 222,000, 1668, 121; 48, 1681.000,
25.000, 917.
ZEEÜWSCHE VEREENIGING
„LUCTOK ET EMERGO"
TE LEEUWARDEN.
De Zeeuwsche Vereeniging „Luctor et
Emergo" hield Vrijdag jl. in hotel „De
Phoenix" te Leeuwarden een gewone leden
vergadering. In zijn openingswoord kon de
voorzitter een flink aantal leden en enkele
gasten welkom heeten. Na afdoening van
enkele huishoudelijke zaken, werd de aan
dacht der aanwezigen gevraagd voor twee
lezingen over het prachtige eiland Walche
ren. Allereerst sprak de heer Verhage die
op prettige wijze vele bijzonderheden van
„de tuin van Zeeland" vertelde.
De heer Anker hield vervolgens een vlot
te en vaak leutige inleiding over „folklore
op Walcheren". Beide inleidingen welke
met plaatjes verduidelijkt werden vielen
zeer in den smaak der aanwezigen, wat zoo
wel bleek uit het dankwoord van den voor
zitter als uit het applaus na elk der lezin
gen. Op 4 Mei a.s. wordt de volgende ver
gadering gehouden waarbij dan het eiland
Schouwen-Duiveland aan de beurt is.
DE ZEEUWSCHE LUCHTLIJN.
Het gaat niet best.
Onder presidium van den burgemeester
van Goes mr. R. M. van Dusseidorp, zou
Zaterdagmiddag in „Britannia" te Vlissin
gen, naar de Zierikzeesche Nieuwsbode
meldt, een vergadering bijeenkomen van uit
verschillende deelen der provincie gefor
meerde commissies, opgericht na een alge-
meene bespreking op Schiphol, ter stimu-
leeding van de Zeeuwsche Luchtvaart, voort
komende uit het bedrijfs- en middenstands
leven. Door het zoo goed als ontbreken van
daadwerkelijke belangstelling, kon de ver
gadering niets uitrichten. Men zal 26 April
weer bijeenkomen.
CONTRACTEN OVER LEVERING
ELECTRISCHEN STROOM.
B. en W. hebben den Raad overgelegd
afschriften van contracten over de stroom
levering aan de gemeente Vlissingen voor
de gemeentelijke waterleiding, firma G. W.
den Boer, firma Bosman en Van Goozen,
firma J. Goedbloed en Zonen, firma A. Je-
ronimus, N.V. Zeeuwsche Confectiefabriek
en N.V. Zeeuwsche Meelmolen allen Mid
delburg en wel:
a. naar de maximale belasting in kilo
watts, welke in de hierna te noemen avond
uren is opgetreden: in Januari en Novem
ber tusschen half vijf en 9 uur, in Febr.
tusschen 5 en 9 uur en in December tus
schen 4 en 9 uur n.m. voor de eerste 50 kw.
in een kalender jaar 45 per kw., voor alle
volgende kw. 40.
b. voor de maximale belasting in kw.
welke buiten in sub a genoemde uren is op
gebruikt.
Indien alleen buiten deze uren stroom
wordt betrokken en als de hoogste belasting
buiten deze uren hooger is dan in genoem
de uren wordt het verschil berekend:
voor de eerste kw. in eenig kalenderjaar
f 15, tweede 25 kw. 12.50; derde 25 kw.
10; alle volgende kw. 7.50;
c. naar de eerste 25.000 kWh. 2.7; tweede
2,6; derde 2.5 en alle volgende 2 c. per kWh
met kolentoeslag.
De kolentoeslag bedraagt c. per kWh
en per gulden, Welke het bedrag dat de ge
middelde opbrengst per ton steenkolen vol
gens het jaarverslag der staatsmijnen in
Limburg, vermenigvuldigd met 1.4 en daar
na verhoogd met 2 in het onmiddellijk
voorafgaande kalenderjaar hooger is dan
10.'
Voor de Coöp. Ijsfabriek „Walcheren"
zijn geen speruren vastgesteld, maar gelden
wel de onder b en c genoemde tarieven.
Voor het Dorus Rijkersfonds.
De bruto opbrengst van den Zaterdag al
hier gehouden speldjesdag ten bate van het
„Dorus Rijkersfonds" bedraagt 332.81.
Van een steiger gevallen.
Gistermorgen is de arbeider S. tijdens
werkzaamheden op het bouwwerk „Goed
Wonen", van een bouwstelling gevallen.
Dokter Detmar verleende de eerste hulp
waarna de man naar het St. Joseph-zieken-
huis ter observatie is overgebracht. Zijn
toestand moet bevredigend zjjn.
OOSTKAPELLE. Gevonden voorwerpen:
gouden zegelring door L. Tavenier, bosch
wachter „Duinbeek"; vulpotlood door J.
Jobse, Molenweg A 163.
De N.S.B.-üjst.
Aangezien het velen lezers wel eens in
teresseert te weten wie tot de aanhangers
dezer partij behooren, publiceeren wij de
namen der onderteekenaars van de Sta
tenlijsten in sommige kieskringen. Voor
Z.-Beveland luidt die als volgt:
G. Burger, C. L. Burgerv. d. Kreeke;
C. den Toonder; S. Koets; M. Dafebout;
A. Dalebout; P. Saaman; J. Saaman—
Verschrage; F. Veerhoek; J. F. Florein;
M. Goetheer; A. J. Tazelaar; L. Holle-
stelle; C. de Smit; J. Verstellede Smit;
W. Steenbakker; J. Steenbakker—Castel;
L. Saaman; D. SaalmanMeulblok; J.
Saaman; A. Walhout; C. M. Nysse; M.
NvsseKorstanje; C. van Strien; J. van
Strien—Boot; E. J. Koert—Lindenbergh;
A. Florijn; M. Florijn—Walhout; H. Flip-
se—Saaman; S. KoertTak; F. Verstel
le; C. Steenbakker; J. Dalebout—Van
Wyngen; L. Bakker, C. Bakker-Verburg; A.
Tramper-Saaman; M. Kallemein-de Kuyper,
M. v. d. KreekeAllemekinders; C. Koole;
D. J. Lindenbergh, allen te Wolfaartsdtjk.
Tot zoover de indieners. Er is echter
nog een merkwaardigheid bij. Want er
zijn niet alleen lijsten ingediend, maar; ook
formulieren van „gemachtigden" tot het
verbinden der lijsten, gelijk wel alle par
tijen zullen doen. Daarvan nu bericht
onze Goesche redacteur ons dat als ge
machtigden tot het verbinden der groe
pen, waren aangegeven J. A. Dekker en
A. J. Kloot(man). De eerste naam was
gedrukt in kapitale letters, met
den anderen naam was echter geknoeid.
D.w.z. er was gedrukt geweest „A. J.
Klooté", de was echter met inkt door-
geklad en daar achter was het woord
„man" met inkt geschreven, zoodat het
„A. J. Klootm an" geworden was.
Tot de conclusie gekomen dat er waar
schijnlijk geen „A. J. Klootman" be
staat, bleek ons op de griffie, waar
toe wij ons om informatie wendden, dat
ook daar geen A. J. Kloot man bekend
was. Men had er daar reeds over opge
beld, doch van N.S.B.-zijde kon en wensch
te men daar geen verklaring van te ge
ven, noch te zeggen wie en wat die my-
TfOee doetje qoecLi
t
(Ingez. Meded.)
er in op. „Is het nu niet wreed om zooiets
te schrijven? Ben je hier dan zoo opge
sloten, Li Po? En, Li Po, ifc ben boos op
je, ja, heel boos."
„Welnu, Goudklokje, om de waarheid te
zeggen, is er geen verontschuldiging voor,
maar vaak ben ik treurig als ik denk aan
de vrienden van mijn jeugd die zjjn heen
gegaan, Yuan Chen, die een beter dichter
had kunnen zijn dan ik, als hij gespaard
gebleven was en H'sieng-Yang en Li Chien
ook. Ach, zij waren groote dichters, Goud
klokje en zij zouden prachtige kleeren ge
dragen hebben. En zjj zouden geschreven
hebben wat waarheid was, kleine mees
teres, al had de geheele wereld zich van
hen afgewend. En nu ben ik hofdichter en'
ik leef met mijn roem en zij, die dood
zijn, met hun droomen. Ik ben de laatste
van de zeven minstreels en, klein Goud
klokje, ik heb veel gedachten."
„En soms heft een oude vrouw op straat
of een man met grijze haren een lied aan
en voordat ik mij de woorden herinner, is
er droefheid in mijn hart."
„En dan ga ik naar de drankhuizen als
de hartstocht van drinken mij bevangt
razernij tegen mijzelf en tegen de wereld
en de menschen volgen mij om te zien
of ik misschien niet een juweel van een
vers laat vallen, en zij hun kleinkinderen
kunnen vertellen, dat zij het van de lip
pen van Li Po gehoord hebben. En als dan
mijn hart verheugd is van het drinken,
neem ik de luit van een rondreizend
poëet en niet wetend wat ik zeg, compo
neer ik een lied. Uit het omgeploegde
verdriet bloesemen de liederen. Je moet
niet hard zijn voor een oud man. Goud
klokje, als hij diep nadenkt over zijn
doode vrienden".
„O, arme Li Po", zeide zij, nu weer
weekhartig. „Is het zoo vreeselijk om oud
te zijn?"
„Nu stelt ge mij een vraag, Goudklokje
en ik zal die beantwoorden; het behoort
ook tot mijn plichten om je wijsheid te
leeren. Welnu, het is niet vreeselijk om
oud te zijn, in het geheel niet, in het ge
heel niet. Ik zie de jonge menschen het
leven beginnen en voor hen zjjn de buien
van April, er is wind en hitte, donder en
weerlicht. Maar ik leef in de warme
bruine October en dat alles is aan mij
voorbij gegaan. En binnen korten tijd zal
ik slapen en ik heb dat noodig, God helpe
mij! De ouden slapen niet veel, klein
Goudklokje, zoodat het een troost is rust
te kunnen verwachten na de hardheid
van de wereld. En na honderd of vijfhon
derd jaar, al naar mjjn luim, zal ik voor
een poos wakker worden en over de aar
de dwalen om de menschen mijn liederen
te hooren zingen en dan ga ik weer terug
in mijn slaap."
Goudklokje stond op het punt hem nog
een vraag te stellen, toen de Sanang bjj
hen kwam, de toovenaar was een dikke
man met vroolijke oogen en een wreeden
mond. „Goudklokje", zeide hij, „er is zeld
zaam vermaak in het kristal."
„Wat is het, Sanang?"
„De kwelgeesten van de Gobi hebben
een jongen man gevangen en zjj wachten
nu tot de ziel uit zijn lichaam zal komen.
Ik zal het je laten zien."
En in het kristal toonde hij haar Marco
Polo, wiens knieën zich onder hem bega
ven in het razende zand; zjj gaf een drif
tige gil van medelijden.
„O, arme jongen!"
Sanang grinnikte. „Hij trok uit met een
groote karavaan om in China te preeken
wat hij meende, dat een waarheid was; ik
heb hem den geheelen weg gevolgd en
het is een zeldzaam genoegen geweest. Ik
wist wel, dat het zoo zou loopen."
„Zoudt ge hem niet kunnen redden,
Sanang?" riep zij uit. „O, Sanang, hij is
zoo jong nog en hij ging op weg om tot
ons te komen, zoudt ge hem niet kunnen
redden?"
„Ach, misschien wel". Sanang voelde er
niet veel voor. „Het zal wel een wijle
duren, voordat de schaduw hem verlaat.
Maar het zou iets buitengewoons zijn om
te zien, hoe de kwelgeesten en heksen
meesters op zijn ziel aanvallen, zooals ter
riers op een otter."
„O, red hem, Sanang, red hem!"
„Ach, Goudklokje, ik zou misschien in
staat zijn hem te redden en misschien
ook weer niet".
„Red hem, Sanang!" viel Li Po hem
in de rede, „red hem, zooals de kleine
wenscht. Als je het niet doet, Sanang, zal
ik een lied op je maken, dat generaties
lang zal bewaard blijven en ze zullen je
kleinkinderen en de kleinkinderen van je
kleinkinderen nawijzen en ze zullen lachen
en Li Po's lied zingen: „Er was eens een
dikke wurm, die zichzelf een slang waan
de
„O, Li Po, om 's hemels wil, maak geen
gedichten op mij, want je hebt zoo'n
scherpe tong. Beloof mij het nu en ik zal
hem redden; we zullen den Bewaarder van
de Trommen van den Khan ontbieden."
(Wordt vervolgd).