sinnenlanr. KRSHK van den DAG. De wegenverkeersbeschikking verschenen. fWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 16 MAART 1939. No. 64. MARCO POLO De laatste uitvoerings bepalingen van de nieu we wet op het wegver keer. De werkloosheid. In het orkest Speel ik zoo best, En daarbij heb ik ook 'n Bijzonderheid: Gelijkertijd Te blazen en te rooken. Verslagenheid. De Tsjechoslovaaksche staat heeft opge houden te bestaan. Zelfs de drie deelen, waarin het uiteen viel, zullen feitelijk niet zelfstandig meer zijn. Alleen Slovakije mag vermoedelijk een schijn van zelfstandigheid behouden, De ontwikkeling is mih of méér duizeling wekkend geweest; terwijl eergister nog niet eens vaststond, of de Slovaken er wel in zouden slagen, om zich los van de Tsjechen te rukken, marcheerden gister Duitsche troepen van alle kanten Bohemen en Mora- vië binnen, om de Tsjechen zelf onder Duit sche voogdij te brengen. De toestand is ook op het oogenblik nog zoo „ongelooflijk", dat men vergeefs poogt orde te brengen in den chaos van vragen, welke om antwoord roepen, teneinde klaarheid te krijgen over den achtergrond van het nieuwe midden- Europeesche drama. Voorshands speelt men dit niet verder klaar dan tot de erkenning van het feit, dat Hitier de wereld voor de zooveelste maal voor een voldongen feit heeft gesteld, dat in zooverre van al de vorige afwijkt en die vorige daarom in be- teekenis overtreft, dat niet een Duitsche volksgroep maar een vreemd volk, het volk der Tsjechen, practisch bij Duitschland wordt ingelijfd. Het kan welhaast niet anders, of die omstandigheid baart overal in Europa groo- te onrust, en dan wel in het bijzonder in de aan Duitschland grenzende landen. In Engeland en Frankrijk uit de pers zich nog op verontrustenden toon. Overal elders echter komt een stemming van verslagen heid en vrees tot uiting. Treffend vonden we deze weergegeven in een hoofdartikel van de Nw. Rott. Crt. „In deze uren, aldus dit blad, denken wij terug aan de woorden, die Hitler in de spannende Septemberdagen heeft gespro ken. Toen verklaarde de Duitsche Führer, dat er voor Duitschland in Europa geen territoriaal vraagstuk meer bestond; toen ook zeide hij in het geheel geen Tsjechen te willen, geen Tsjech in te zullen lijven in het Duitsche leger. De omstandigheden zijn uiterlijk op nog onbegrijpelijke wijze ver anderd. Toen stonden Duitschers en Tsje chen tegenover elkaar; nu zouden de Tsje chen hun eigen volksbestaan zoozeer ver loochend hebben, dat hun leiders vroegen het lot van het Tsjechische volk formeel in de handen der Duitschers te mogen leg gen. Geen weerstand hebben de Duitsche troepen op hun weg ontmoet. Hetzij uit gehoorzaamheid aan zijn leiders, hetzij uit moedeloosheid, heeft het geheele Tsjechi sche volk zich geschikt in de gebeurtenis sen, heeft het zijn onafhankelijkheid prijs gegeven om zich te scharen stil, maar ongetwijfeld met verbitterd gemoed on der de vanen van de macht. Wat de toekomst ons brengen zal, ligt nog in haar schoot verborgen. Zullen de Duitschers volken van andere afstamming op dezelfde wijze behandelen als zij tot hun gerechte verontwaardiging eens door het verdrag van Versailles behandeld wer den, ja, zullen zij aan die volken nog min der vrijheid schenken dan aan Duitschland door dat vredesverdrag gelaten was? Zul len zij hetzelfde doen tegenover de Tsje chen, wat zij in dit volk gezegd hebben zoozeer te verfoeien? Voor de rust van Europa dreigt „Versailles" weer in andere gedaante hèrboren te worden. Want zullen de bewoners van het voor malige Tsjeehoslovakije de eenigen zijn, die, voortaan aangehecht aan het Duitsche Rijk, in zijn „Lebensraum" zullen leven? Ook dit is nog niet zeker: In Midden- en Zuid- Oost-Europa kan, als men de verklaringen van Berlijn zou willen volgen, óók een grootere levensruimte geconstrueerd wor den. Een opvatting, waarin ook de verkla ring zou passen, welke Hitier eergisteren in zijn proclamatie heeft afgelegd, n.l. dat dit gebied meer dan duizend jaar deel heeft uitgemaakt van het Duitsche Rijk. Op de wijze, waarop Bohemen en Slovakije heb ben behoord tot het rijk der Habsburgers, hebben nog meer gebieden in Europa daar van deel uitgemaakt. De geschiedenis staat niet stil. Succes op succes heeft de Duitsche politiek geboekt, sedert zrj door macht wordt gesteund. Nu zij voor het eerst de hand heeft gelegd op wat geen Duitsch volkseigen is, heeft die dynamiek een richting ingeslagen, die Europa met onrust zal vervullen. Uit het Amerikaansch van DONN BYRNE. 7). En zij bracht vervreemding tusschen hem en de vrouwen, die hij kende, de voorname, ernstige dame met den grooten bleeken mond, zij die in zijn gedachten geweest was en de kleine costuumnaaister met den vu- rigen rooden mond, die hem nader was dan hoofd en hart, zoodat de eerste ontevre den werd met zijn dichtkunst. „Ik weet niet, wat over je gekomen is, Marco Polo", en er was iets driftigs in haar stem, „maar die gedichten van je toonen mij, dat je je gedachten niet bij je onderwerp hebt. Zou je mij eens willen vertellen, wanneer ik zwart opgebonden haar gehad heb? En je zegt, dat mijn boezem is als twee rose ap pelen.' Welnu, een echt poëet heeft ze eens vergeleken met twee zilveren bekers en dat was een goede vergelijking, hoewel hij er in werkelijkheid even weinig van wist als jij. En mijn handen zijn niet als zachte Oostersche bloemen, zij zijn als lelies. Ik weet niet, waar je die Oostersche vergelij kingen vandaan haalt, maar ik houd er niet van en" zij keek achterdochtig, „je gebruikt toch niet van die vreemde Egyptische ver- doovingsmiddelen, die de zwarte mannen in de donkere winkeltjes aan de stille kanalen verkoopen? Pas op, lieve jongen, pas op!" Sn de kleine costuumnaaister mopperde, als hij weg was. „Ik weet niet wat hem scheelt, of misschien ligt het aan mij, maar die heerlijke liefde is niet, zooals het steeds wordt voorgesteld. In boeken is het alles zoo prettig en het is heerlijk om te zien, Nadat in September 1935 een nieuwe wet inzake het verkeer op den weg, de zg. we genverkeerswet tot stand was gebracht, dienden nog de uitvoeringsbepalingen te worden vastgesteld, alvorens de wet ook in werking zou kunnen treden. Van deze uitvoeringsbepalingen, resp. ge naamd het wegenverkeersreglement en de wegenverkeersbeschikking verscheen de eerste in September 1938 in het staatsblad. Thans is ook de wegenverkeersbeschikking als bijlage tot de staatscourant verschenen, waarin nog nadere details worden gegeven. De datum van het in werking treden der nieuwe verkeersregels is nog niet bekend gemaakt. Enkele der belangrijkste nieuwe bepalin gen laat de K.N.A.C. in 't kort hieronder volgen Koplampen. Alle koplampen moe ten direct worden voorzien van gloeipeer- tjes met hulpspiraal, welke door een napje is afgeschermd. Met ingang van 1 Januari 1943 moeten alle koplampen van een goed gekeurd soort zijn (met rijkskeur) behal ve de koplampen van auto's die na 31 De cember 1938 zijn ingevoerd of hier te lande worden vervaardigd. Deze moeten direct van een goedgekeurde soort (met rijks- keur) zijn. Na 1 Januari 1942 mogen ook alleen goed gekeurde gloeilampjes in de koplichten wor den gebruikt. Motorrijwielen met een cylinderinhour1 van 60 cm3 of minder behoeven geen goed gekeurde koplampen of gloeilampen te ge bruiken. Motorcarriers mogen twee koplichte- van ongelijke verlichtingssterkte hebber Het licht met de grootste verlichtingssterk te moet met ingang van 1 Januari 1942 va' een goedgekeurde soort zijn en met ee- goedgekeurde gloeilamp worden gebruikt Ook hier geldt, dat na 31 December 193 ingevoerde of hier vervaardigde motorrij tuigen reeds terstond van een goedgekeur de soort moeten zijn. Richtingwijzers. Als tweede ste' richtingaanwijzers mag in den vervolge ooi gebruik worden gemaakt van vaste, te ver lichten, pijlen aan de achterzijde of knipper lichten. Nummers. De kenteekens der motor rijtuigen zullen bestaan uit twee letters er ten hoogste vier cijfers. De cijfers in groe pen van twee. Geluidssignalen. De minimurr sterkte van geluidssignalen is gebracht va' 75 op 70 decibel. Het maximum van 95 o' 90 decibel. Het maximaal geluid dat een rij dend of met werkenden motor stilstaand motorrijtuig mag voortbrengen is gekomer van 85 op 80 decibel. Kenteeken r ij den met aan hang w a g e n(s). Motorrijtuigen die een aanhangwagen voorttrekken moeten zoo mogelijk bovenop en anders aan de voorzij de van het trekvoertuig een bij avond ver licht kenteeken hebben, bestaande uit een gelen driehoek op een blauw veld. Ontheffing maximum snel heid. Wegen binnen bebouwde kommen, waarvoor het algemeene maximum snel heidsgebod van 45 km niet geldt, worden aangeduid door vierkante blauwe borden met in witte letters het woord „bebouwde kom". Aanduiding „einde voorra n g". Het einde van een voorrangsweg wordt aan geduid door het vierkante bordje met oran je middenveld als in gebruik om een voor rangsweg aan te duiden, doch thans met een zwarte balk er doorheen. Aanduiding „autoweg". Er komt een nieuw bord „autoweg" bestaande uit een rond blauw bord met een wit figuurtje van een auto. De beteekenis van dit bord is, dat de betreffende weg gesloten is voor rij wielen, wagens, rij- en trekdieren en vee en dat voor de hoofdrijbaan een stopverbod geldt. Halve stationneer- en stop verboden. De wet kent reeds borden, zooals de tooneelspelers het doen, maar ik houd van een omhelzing die je den adem beneemt en een kus, die je in de zolen van je voeten voelt". En zij bleef wakker liggen en mopperde. „Laat hem zijn la-di-da hof makerij bewijzen aan wie ervan houdt, het is niet mijn genre" en zij pruttelde den ge- heelen eenzamen nacht lang. „Ik ben be nieuwd, waar mijn echtgenoot is, en wat was ik een dom kind om hem weg te zen den! Ja, hij dronk als een visch en sloeg mij wreed, maar hij was een zeldzame hof maker als hij een goede bui had. Ja, een vrouw weet nooit wanneer zij het goed heeft". Marco Polo miste hen even weinig als gij een oude overjas zoudt missen als de win ter voorbij is; al wat hij dacht was Goud klokje van China, en hij dacht aan haar totdat zijn vader en zijn oom terug kwa men, zoodat hij met hen mee kon gaan naar het vreemde Chineesche land. „Maar het heeft geen zin om daarheen te gaan", dacht hij. „Ik zou haar niet kun nen trouwen, zij zou mij uitlachen, zij, die den zoon van den koning van Siam weiger de, met zijn honderd prinsen op honderd olifanten. Wat zin zou het voor mij hebben, die niet beter is dan een venter met zijn mars? Maar het zou toch de moeite waard zijn de wereld blootsvoets te doorkruisen om dat kleine schoone gelaat te zien, om de diepe zachte stem te hooren, waarom zij ham goudklokje noemen". Eindelijk kwamen zij terug, zijn oom Matt,heus, de roode, behaarde man en zijn vader, de magere, donkere man, die edel- steenen kende en hij zeide hen, dat h'j met hen wilde meegaan, als zij hun vol genden tocht naar China zouden maken. waarbij het parkeeren voor slechts een zijde van den weg verboden werd. Overeen komstige borden komen er thans voor de stationneer- en stopverboden. Parallelwegen in 2 richtin ge n berijdbaar. Om onnoodig overste ken van snelverkeerswegen te voorkomen, zullen verschillende parallelwegen en rij wielpaden ook al zijn ter weerszijden van de hoofdverkeersbaan zulke wegen gele gen voor het verkeer in twee richtingen worden opengesteld. Zulks wordt dan aan geduid door rechthoekige blauwe borden met in witte letters het opschrift „inrijden toegestaan" (voor alle verkeer) of „inrij den voor wielrijders toegestaan" (alleen voor rijwielen). R ij b e w ij z e n. Er komen 8 soorten rijbewijzen t.w. 1. Voor motorrijwielen zonder zijspan. 2. Voor motorrijwielen met of zonder zij span. 3. Voor motorrijtuigen op 3 wielen, uit gezonderd motorrijwielen met zijspan en motorrijtuigen: a. ingericht voor het ver voer van meer dan 7 personen; b. bestemd of gebezigd voor het vervoer van personen tegen vergoeding; c. ingericht voor het vervoer van goederen; d. waardoor een aanhangwagen, geen kampeer- of koffer wagen zijnde, wordt voortbewogen. 4. Voor motorrijtuigen op 3 wielen, an ders dan genoemd onder 2 en 3. 5. Voor motorrijtuigen op 4 of meer wielen met een eigen gewicht van ten hoogste 3500 kg, voorzien van luchtbanden en niet behoorende tot de onder 2 van ad genoemde motorrijtuigen. 6. Voor motorrijtuigen op 4 of meer wie- 'en met een eigen gewicht van ten hoog de 3500 kg, voorzien van luchtbanden, net uitzondering van voertuigen ingericht 'oor vervoer van meer dan 7 personen, ■an samenstellen van trekker en oplegger m van voertuigen die een aanhangwagen /oorttrekken (geen kampeer- of kofferwa- ;ens zijnde). 7. Voor motorrijtuigen op 4 of meer vielen, voor zoover niet genoemd onder 5 en 6. 8 Voor motorrijtuigen, die aan bepaal- le, in verband met een lichamelijk gebrek ran den bestuurder, noodzakelijke in het lewijs omschreven, eischen voldoen. Ingevolge de wegenverkeerswet zijn de ■ijbewijzen 5 jaar geldig. Medische keuring Voor het /erkrijgen van een rijbewijs is een medi- ;che keuring vereischt, door een anderen 'rts dan den huisarts. Er is een uitgebrei- ie lijst samengesteld van minimum eischen ->p medisch terrein Men moet o.a, een 'luisterstem kunnen hooren op 4 m afstand door de beide ooren samen; eenzijdige to- ale doofheid veroorzaakt geen ongeschikt heid mits het andere oor de fluisterstem ip 4 m verstaat. Voor bestuurders van autobussen, tou ringcars, vrachtauto's en auto's met aan hangwagens gelden zwaardere medische eischen dan voor anderen in sommige ge vallen kan een specialistisch onderzoek vereischt worden. Tegen een afwijzende medische verklaring kan men in beroep komen bij den minister van waterstaat. Examen voor rijvaardig- h e i d. In de beschikking is een uitvoerige lijst opgenomen aan welke eischen men voor het theoretisch en practisch examen moet kunnen voldoen. De duur van het examen wordt bepaald op ten minste 45 mi nuten waarvan ten minste 15 minuten voor het theoretisch gedeelte. Oude rijbewijzen geldig. Zij, die reeds in het bezit zijn van geldige rijbe wijzen of van rijbewijzen niet ouder dan 5 jaar, waarvan alleen de geldigheidsduur is verloopen, behoeven geen keuring of rij- vaardigheidsproef te ondergaan. Voor rij bewijs 1 is een oud rijbewijs b vereischt, voor de overige rijbewijzen een oud rijbe wijs a. Nochtans kan altijd nog een nieuwe rijvaardigheidsproef worden vereischt, in dien er reden is om aan te nemen, dat de aanvrager van een rijbewijs niet aan de ge stelden eischen van geschiktheid en be kwaamheid voldoet. Voorloopige oefenvergun ning. Bestuurders van motorrijtuigen op 2 of 3 wielen, kunnen voorloopige oefenver gunning voor 30 dagen krijgen van den bur gemeester van hun woonplaats. Deze ver gunning geldt alleen voor speciaal aange wezen wegen en voor voertuigen, waarbij besturen onder toezicht niet mogelijk is. Voertuigbewijzen. De opgave van een nummer voor een motorrijtuig ge schiedt voortaan door afgifte van een voer- tuigbewijs door den inspecteur-generaal van het verkeer. Het voertuigbewijs wordt niet afgegeven dan wanneer blijkt, dat het voertuig aan bepaalde eischen voldoet en hier te lande is vervaardigd of op regelma tige wijze is ingevoerd. Voor het onderzoek naar bovengenoem de eischen worden in nader door den minis ter te bepalen districten bureaux opgericht. Het voertuigbewijs met het daarbij be hoorende kenteeken (nummer) blijft bij het motorrijtuig. Bij verandering van eigenaar wordt het voertuigbewijs op den nieuwen eigenaar overgeschreven. Op het voertuigbewijs komen behalve de naam en het adres van den eigenaar en de technische gegevens van het voertuig te vens voor het gewicht, een opgave van de verschuldigde motorrijtuigenbelasting voor dat, voertuig, eventueel rijverbod voor fa- wagen, max. wieldruk, enz. De kosten voor het verkrijgen van een voertuigbewijs zul len nader door den minister van waterstaat worden vastgesteld. Het percentage 4 lager dan een jaar geleden. De directeur van den rijksdienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbemid deling deelt mede, dat blijkens door het centraal bureau voor de statistiek ver strekte voorloopige gegevens in de week 20 t/m 25 Februari 1939 bij gesubsidieer de vereenigingen met werkloozenkas wa ren aangesloten 576.073 personen (waar onder 75.561 landarbeiders). Van de 500.512 verzekerden, buiten de landarbeiders, was het werkloosheidsper centage 24,6 (in de vorige verslagweek, 6 t/m 11 Februari 1939, was dit percentage 27,2). Van de 576.073 verzekerden, met inbe grip van de landarbeiders, was het werk loosheidspercentage 23,8 (vorige verslag week 27,0). In de overeenkomstige verslagweek van Februari was het werkloosheidspercentage voor alle verzekerden in de laatste jaren als volgt (tusschen haakjes zijn vermeld de percentages, indien de landarbeiders buiten beschouwing worden gelaten) 1932 27,6 (26,7); 1933: 33,4 (33,7); 1934: 26,9 (28,0); 1935 32,6 (34,6); 1936: 33,3 (35,4); 1937: 29,4 (30,9); 1938 27,8 (28,8); 1939: 23,8 (24,6). Op 25 Februari 1939 waren bij de orga nen der openbare arbeidsbemiddeling in geschreven 395,782 werkzoekenden, waar van er 377,609 werkloos waren (nl. 362,995 mannen en 14,614 vrouwen). Van de geheel werklooze verzekerden ontvingen er in de verslagweek 28,389 uit- keering uit een werkloozenkas. Blijkens voorloopige opgave van den di recteur-generaal van de werkverschaffing en steunverleening bedroeg op 25 Februa ri 1939 het aantal tewerkgestelde werk- loozen 72.430 en het aantal gesteunde werkloozen 151,787, tezamen 224,217 ver zorgden. (Hieronder bevindt zich een aantal verzekerden, wier steun bestaat IBIS'"A* WÊF Hl wP VOOR DE PIJP Dobbelmannlekker, man (Ingez. Med.) uit een aanvulling van de uitkeering uit hun werkloozenkas). Het verschil tusschen het aantal bij de organen der arbeidsbemiddeling ingeschre ven werkloozen en het aantal personen, door verzekering, steun en werkverschaf fing geholpen, wordt mede hierdoor ver klaard, dat onder het aantal verzorgden (dit zijn in hoofdzaak kostwinners van ge zinnen) de werkloóze gezinsleden niet worden medegeteld Dezen zijn echter wel als werkzoekende bij een arbeidsbeurs in geschreven. Blijkens mededeeling van het werkfonds waren op 25 Februari 1939 bij werken, die met behulp van dit fonds worden uitge voerd, direct en indirect werkzaam onge veer 6 640 arbeiders. Bovendien is voor een aantal arbeiders, dat kan worden ge raamd op ruim 3,300, als gevolg van be doelde werken werkgelegenheid ontstaan. Baron Van Lynden verlaat het ziekenhuis. Het is nu bijna vier weken geleden, dat de minister van financiën, mr. J. A. de Wilde, en het hoofd van den dienst der rijksgebou wen, de heer J. C. E. baron Van Lynden, op weg naar Groningen bij Montfoort een auto-ongeval hadden. Minister de Wilde was spoedig hersteld. Met den heer Van Lynden was het ernstiger gesteld. Hij had o.m. een zware hersenschudding opgeloopen Naar wij thans vernemen hebben de dok toren erin toegestemd, dat hij naar zijn woning te V e r e, nml. De Swaen" op de Markt wordt vervoerd, om daar een nog zeer langdurige rustkuur door te maken. De heer en mevrouw Van Lynden vertrek ken Dinsdag a.s. uit Den Haag. DE ONREGELMATIGHEDEN TE DOORNSPIJK. De gemeente-ontvanger op nieuw gearresteerd. De gemeente-ontvanger R. P., te Doorn spijk, die na zijn arrestatie in verband met de groote kastekorten in de boekhouding der gemeente Doornspijk vrijwel onmiddel lijk in vrijheid werd gesteld, is thans op nieuw gearresteerd en naar Zwolle over gebracht. Deze arrestatie zou in verband staan met hardnekkige geruchten, dat ook fouten in de boekhouding der boerenleen bank, waarvan de gearresteerde kassier was, zijn ontdekt. THEE doet ie goed! „We zouden je wel kunnen gebruiken, na je opleiding in den handel", zeide de vader. Maar Marco had geen belangstelling voor handel. „Zeker, ga maar mee", zeide zijn oom Mattheus. „Je kunt onderweg veel genoe gens smaken en de vreemde vrouwen kus sen en het hof maken zonder een woord te zeggen, alleen met een lach en een glim lach". „Ik heb geen belangstelling voor vreem de vrouwen, oom Mattheüs." „Dan heb je zeker over de paarden hooren spreken, de mooie Arabische paar den, die sneller zijn dan de wind en de kleine Perzische ponnies, waarop men polo speelt en de groote Tartaarsche jachtpaar den, die tot manshoogte kunnen springen en zoo zeker van voet zijn als een geit! O, die paarden, die prachtige paarden!" „Ach, oom Mattheus, ik weet zoo weinig van paarden af. Ja, van schepen weet ik alles, van schepen voor wedstrijden, voor handel en voor oorlog, maar het paard staat mjj niet na". „Wat drommel heeft het dan voor zin om naar China te gaan?" „O, juist, dat is de vraag, die ik mijzelf stel, oom Mattheus, maar ik moet gaan. dat is zeker. Er is iets, dat mij roept, oom Mattheus een klok in mijn oor, o va- der's broeder, een klok, die klinkt in mijn hart". VI. Nu zal ik u vertellen, hoe het gebeurde dat Marco Polo met zijn vader en zijn oom naar China ging, hoewel hij geen belang stelling had voor zaken of vreemde vrou wen en geen verstand van paarden. Zooals ge weet, was dit een groote gods dienstige tijd; de kruisvaarders, die schaam te voelden over het feit, dat het graf van Christus in handen van de Saracenen was, waren met ruiterij, voetvolk en oorlogstuig naar Palestina getogen om zich te offeren voor Hem, die voor hem gestorven was aan het kruis. Groote daden werden volbracht en groote slagen gewonnen en koningen werden tot heiligen, zooals Lodewijk van Frankrijk en heiligen werden koningen, zooals Boudewijn van Constantinopel. Groo te wonderen werden aanschouwd en mira kelen volbracht, zoodat de menschen zei den: „Nu zal Christus ten tweede male ver schijnen; het einde der wereld is nabij!" En een groot verlangen kwam over de Christenen om de waarheid van Christus aan de vreemde en onbekende volkeren der wereld te verkondigen, zoodat men iederen dag broeders uit Jeruzalem kon zien trekken, die op weg gingen, sommige om de waarzeggers van het land der Duis ternis te bestrijden en andere om theologie te bespreken met de oude Lama's van Thi bet of om op de zonnige Zuidelijke Eilan den te prediken, waar de jonge vrouwen het haar lang dragen en de mannen God om haar vergeten. En over de geheele wereld verspreidde zich de mare, dat de waarheid aller dingen tenslotte bekend was! Zelfs Kublai Khan in het verafgelegen China had ervan gehoord en had den oom en den vader van Marco Polo een bood schap meegegeven aan den Paus te Rome of deze eenige theologen naar zijn hof zou willen zenden om de zaak te bespre ken en als hij overtuigd werd, dat deze nieuwe religie het ware geloof was, dan zou hij Christen worden en zijn volk zeg gen dat ook te doen. Zij moesten dan ook (Ingez. Meded.) wat olie van de Lamp meebrengen, die in het Heilige Graf te Jeruzalem brandde en die een geneesmiddel was voor -alle kwa len der wereld. Maar toen de reizigers in de stad Acre kwamen, was de Paus gestorven en zij wachtten een langen tijd, maar er werd geen nieuwe Paus gekozen, zoodat zij be sloten naar huis te gaan, omdat zij goede zaken daar hadden en die niet wilden verliezen. En toch wisten zij, dat er moei lijkheden zouden rijzen met den Grooten Khan, als zij het nieuws van het ware ge loof en menschen om het te verklaren niet mee terugbrachten. „Ik ben lang in zaken geweest", zeide Nicolaas, „en het eigenaardige is, dat hoe langer ik zaken doe, hoe minder geloof ik heb. Het verklaren van religie zou mij niet afgaan en ik zou tegenover vakkun- digen staan. Ik ben er de man niet voor, wat denk jij ervan, Mattheus?" „O, ze zouden stellig nooit naar mij •luisteren", antwoordde Mattheus lachend, „mij, die met hen gedronken en gedob beld heb, tot ik hun niet meer liet be houden dan het zweet op hun voorhoof den. Ik zou een goede zijn om religie te prediken! Ach, man, ze zouden mij uit lachen. Maar ik zal je wat zeggen, Nico laas, er is een bisschop in Negropont en ik weet waar hij woont en ik ken zijn huis en alles. Wat zou je er van denken als wjj hem een zak over het hoofd wierpen en op een paard bonden? O, hij zou stellig een prachtige redevoering voor den Grooten Khan houden!" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5