sinnenlanr.
KRSHK van den DAG.
De wegenverkeersbeschikking
verschenen.
fWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 16 MAART 1939. No. 64.
MARCO POLO
De laatste uitvoerings
bepalingen van de nieu
we wet op het wegver
keer.
De werkloosheid.
In het orkest
Speel ik zoo best,
En daarbij heb ik ook 'n
Bijzonderheid:
Gelijkertijd
Te blazen en te rooken.
Verslagenheid.
De Tsjechoslovaaksche staat heeft opge
houden te bestaan. Zelfs de drie deelen,
waarin het uiteen viel, zullen feitelijk niet
zelfstandig meer zijn. Alleen Slovakije mag
vermoedelijk een schijn van zelfstandigheid
behouden,
De ontwikkeling is mih of méér duizeling
wekkend geweest; terwijl eergister nog niet
eens vaststond, of de Slovaken er wel in
zouden slagen, om zich los van de Tsjechen
te rukken, marcheerden gister Duitsche
troepen van alle kanten Bohemen en Mora-
vië binnen, om de Tsjechen zelf onder Duit
sche voogdij te brengen. De toestand is ook
op het oogenblik nog zoo „ongelooflijk",
dat men vergeefs poogt orde te brengen in
den chaos van vragen, welke om antwoord
roepen, teneinde klaarheid te krijgen over
den achtergrond van het nieuwe midden-
Europeesche drama. Voorshands speelt men
dit niet verder klaar dan tot de erkenning
van het feit, dat Hitier de wereld voor de
zooveelste maal voor een voldongen feit
heeft gesteld, dat in zooverre van al de
vorige afwijkt en die vorige daarom in be-
teekenis overtreft, dat niet een Duitsche
volksgroep maar een vreemd volk, het volk
der Tsjechen, practisch bij Duitschland
wordt ingelijfd.
Het kan welhaast niet anders, of die
omstandigheid baart overal in Europa groo-
te onrust, en dan wel in het bijzonder in
de aan Duitschland grenzende landen. In
Engeland en Frankrijk uit de pers zich
nog op verontrustenden toon. Overal elders
echter komt een stemming van verslagen
heid en vrees tot uiting. Treffend vonden
we deze weergegeven in een hoofdartikel
van de Nw. Rott. Crt.
„In deze uren, aldus dit blad, denken
wij terug aan de woorden, die Hitler in
de spannende Septemberdagen heeft gespro
ken. Toen verklaarde de Duitsche Führer,
dat er voor Duitschland in Europa geen
territoriaal vraagstuk meer bestond; toen
ook zeide hij in het geheel geen Tsjechen
te willen, geen Tsjech in te zullen lijven in
het Duitsche leger. De omstandigheden zijn
uiterlijk op nog onbegrijpelijke wijze ver
anderd. Toen stonden Duitschers en Tsje
chen tegenover elkaar; nu zouden de Tsje
chen hun eigen volksbestaan zoozeer ver
loochend hebben, dat hun leiders vroegen
het lot van het Tsjechische volk formeel
in de handen der Duitschers te mogen leg
gen. Geen weerstand hebben de Duitsche
troepen op hun weg ontmoet. Hetzij uit
gehoorzaamheid aan zijn leiders, hetzij uit
moedeloosheid, heeft het geheele Tsjechi
sche volk zich geschikt in de gebeurtenis
sen, heeft het zijn onafhankelijkheid prijs
gegeven om zich te scharen stil, maar
ongetwijfeld met verbitterd gemoed on
der de vanen van de macht.
Wat de toekomst ons brengen zal, ligt
nog in haar schoot verborgen. Zullen de
Duitschers volken van andere afstamming
op dezelfde wijze behandelen als zij tot
hun gerechte verontwaardiging eens door
het verdrag van Versailles behandeld wer
den, ja, zullen zij aan die volken nog min
der vrijheid schenken dan aan Duitschland
door dat vredesverdrag gelaten was? Zul
len zij hetzelfde doen tegenover de Tsje
chen, wat zij in dit volk gezegd hebben
zoozeer te verfoeien? Voor de rust van
Europa dreigt „Versailles" weer in andere
gedaante hèrboren te worden.
Want zullen de bewoners van het voor
malige Tsjeehoslovakije de eenigen zijn, die,
voortaan aangehecht aan het Duitsche Rijk,
in zijn „Lebensraum" zullen leven? Ook
dit is nog niet zeker: In Midden- en Zuid-
Oost-Europa kan, als men de verklaringen
van Berlijn zou willen volgen, óók een
grootere levensruimte geconstrueerd wor
den. Een opvatting, waarin ook de verkla
ring zou passen, welke Hitier eergisteren
in zijn proclamatie heeft afgelegd, n.l. dat
dit gebied meer dan duizend jaar deel heeft
uitgemaakt van het Duitsche Rijk. Op de
wijze, waarop Bohemen en Slovakije heb
ben behoord tot het rijk der Habsburgers,
hebben nog meer gebieden in Europa daar
van deel uitgemaakt.
De geschiedenis staat niet stil. Succes op
succes heeft de Duitsche politiek geboekt,
sedert zrj door macht wordt gesteund. Nu
zij voor het eerst de hand heeft gelegd
op wat geen Duitsch volkseigen is, heeft
die dynamiek een richting ingeslagen, die
Europa met onrust zal vervullen.
Uit het Amerikaansch
van DONN BYRNE.
7).
En zij bracht vervreemding tusschen hem
en de vrouwen, die hij kende, de voorname,
ernstige dame met den grooten bleeken
mond, zij die in zijn gedachten geweest was
en de kleine costuumnaaister met den vu-
rigen rooden mond, die hem nader was dan
hoofd en hart, zoodat de eerste ontevre
den werd met zijn dichtkunst. „Ik weet
niet, wat over je gekomen is, Marco Polo",
en er was iets driftigs in haar stem, „maar
die gedichten van je toonen mij, dat je je
gedachten niet bij je onderwerp hebt. Zou
je mij eens willen vertellen, wanneer ik
zwart opgebonden haar gehad heb? En je
zegt, dat mijn boezem is als twee rose ap
pelen.' Welnu, een echt poëet heeft ze eens
vergeleken met twee zilveren bekers en
dat was een goede vergelijking, hoewel hij
er in werkelijkheid even weinig van wist
als jij. En mijn handen zijn niet als zachte
Oostersche bloemen, zij zijn als lelies. Ik
weet niet, waar je die Oostersche vergelij
kingen vandaan haalt, maar ik houd er niet
van en" zij keek achterdochtig, „je gebruikt
toch niet van die vreemde Egyptische ver-
doovingsmiddelen, die de zwarte mannen in
de donkere winkeltjes aan de stille kanalen
verkoopen? Pas op, lieve jongen, pas op!"
Sn de kleine costuumnaaister mopperde,
als hij weg was. „Ik weet niet wat hem
scheelt, of misschien ligt het aan mij, maar
die heerlijke liefde is niet, zooals het steeds
wordt voorgesteld. In boeken is het alles
zoo prettig en het is heerlijk om te zien,
Nadat in September 1935 een nieuwe wet
inzake het verkeer op den weg, de zg. we
genverkeerswet tot stand was gebracht,
dienden nog de uitvoeringsbepalingen te
worden vastgesteld, alvorens de wet ook in
werking zou kunnen treden.
Van deze uitvoeringsbepalingen, resp. ge
naamd het wegenverkeersreglement en de
wegenverkeersbeschikking verscheen de
eerste in September 1938 in het staatsblad.
Thans is ook de wegenverkeersbeschikking
als bijlage tot de staatscourant verschenen,
waarin nog nadere details worden gegeven.
De datum van het in werking treden der
nieuwe verkeersregels is nog niet bekend
gemaakt.
Enkele der belangrijkste nieuwe bepalin
gen laat de K.N.A.C. in 't kort hieronder
volgen
Koplampen. Alle koplampen moe
ten direct worden voorzien van gloeipeer-
tjes met hulpspiraal, welke door een napje
is afgeschermd. Met ingang van 1 Januari
1943 moeten alle koplampen van een goed
gekeurd soort zijn (met rijkskeur) behal
ve de koplampen van auto's die na 31 De
cember 1938 zijn ingevoerd of hier te lande
worden vervaardigd. Deze moeten direct
van een goedgekeurde soort (met rijks-
keur) zijn.
Na 1 Januari 1942 mogen ook alleen goed
gekeurde gloeilampjes in de koplichten wor
den gebruikt.
Motorrijwielen met een cylinderinhour1
van 60 cm3 of minder behoeven geen goed
gekeurde koplampen of gloeilampen te ge
bruiken.
Motorcarriers mogen twee koplichte-
van ongelijke verlichtingssterkte hebber
Het licht met de grootste verlichtingssterk
te moet met ingang van 1 Januari 1942 va'
een goedgekeurde soort zijn en met ee-
goedgekeurde gloeilamp worden gebruikt
Ook hier geldt, dat na 31 December 193
ingevoerde of hier vervaardigde motorrij
tuigen reeds terstond van een goedgekeur
de soort moeten zijn.
Richtingwijzers. Als tweede ste'
richtingaanwijzers mag in den vervolge ooi
gebruik worden gemaakt van vaste, te ver
lichten, pijlen aan de achterzijde of knipper
lichten.
Nummers. De kenteekens der motor
rijtuigen zullen bestaan uit twee letters er
ten hoogste vier cijfers. De cijfers in groe
pen van twee.
Geluidssignalen. De minimurr
sterkte van geluidssignalen is gebracht va'
75 op 70 decibel. Het maximum van 95 o'
90 decibel. Het maximaal geluid dat een rij
dend of met werkenden motor stilstaand
motorrijtuig mag voortbrengen is gekomer
van 85 op 80 decibel.
Kenteeken r ij den met aan
hang w a g e n(s). Motorrijtuigen die een
aanhangwagen voorttrekken moeten zoo
mogelijk bovenop en anders aan de voorzij
de van het trekvoertuig een bij avond ver
licht kenteeken hebben, bestaande uit een
gelen driehoek op een blauw veld.
Ontheffing maximum snel
heid. Wegen binnen bebouwde kommen,
waarvoor het algemeene maximum snel
heidsgebod van 45 km niet geldt, worden
aangeduid door vierkante blauwe borden
met in witte letters het woord „bebouwde
kom".
Aanduiding „einde voorra n g".
Het einde van een voorrangsweg wordt aan
geduid door het vierkante bordje met oran
je middenveld als in gebruik om een voor
rangsweg aan te duiden, doch thans met een
zwarte balk er doorheen.
Aanduiding „autoweg". Er komt
een nieuw bord „autoweg" bestaande uit
een rond blauw bord met een wit figuurtje
van een auto. De beteekenis van dit bord is,
dat de betreffende weg gesloten is voor rij
wielen, wagens, rij- en trekdieren en vee en
dat voor de hoofdrijbaan een stopverbod
geldt.
Halve stationneer- en stop
verboden. De wet kent reeds borden,
zooals de tooneelspelers het doen, maar ik
houd van een omhelzing die je den adem
beneemt en een kus, die je in de zolen van
je voeten voelt". En zij bleef wakker liggen
en mopperde. „Laat hem zijn la-di-da hof
makerij bewijzen aan wie ervan houdt, het
is niet mijn genre" en zij pruttelde den ge-
heelen eenzamen nacht lang. „Ik ben be
nieuwd, waar mijn echtgenoot is, en wat
was ik een dom kind om hem weg te zen
den! Ja, hij dronk als een visch en sloeg
mij wreed, maar hij was een zeldzame hof
maker als hij een goede bui had. Ja, een
vrouw weet nooit wanneer zij het goed
heeft".
Marco Polo miste hen even weinig als gij
een oude overjas zoudt missen als de win
ter voorbij is; al wat hij dacht was Goud
klokje van China, en hij dacht aan haar
totdat zijn vader en zijn oom terug kwa
men, zoodat hij met hen mee kon gaan
naar het vreemde Chineesche land.
„Maar het heeft geen zin om daarheen
te gaan", dacht hij. „Ik zou haar niet kun
nen trouwen, zij zou mij uitlachen, zij, die
den zoon van den koning van Siam weiger
de, met zijn honderd prinsen op honderd
olifanten. Wat zin zou het voor mij hebben,
die niet beter is dan een venter met zijn
mars? Maar het zou toch de moeite waard
zijn de wereld blootsvoets te doorkruisen
om dat kleine schoone gelaat te zien, om
de diepe zachte stem te hooren, waarom zij
ham goudklokje noemen".
Eindelijk kwamen zij terug, zijn oom
Matt,heus, de roode, behaarde man en zijn
vader, de magere, donkere man, die edel-
steenen kende en hij zeide hen, dat h'j
met hen wilde meegaan, als zij hun vol
genden tocht naar China zouden maken.
waarbij het parkeeren voor slechts een
zijde van den weg verboden werd. Overeen
komstige borden komen er thans voor de
stationneer- en stopverboden.
Parallelwegen in 2 richtin ge n
berijdbaar. Om onnoodig overste
ken van snelverkeerswegen te voorkomen,
zullen verschillende parallelwegen en rij
wielpaden ook al zijn ter weerszijden van
de hoofdverkeersbaan zulke wegen gele
gen voor het verkeer in twee richtingen
worden opengesteld. Zulks wordt dan aan
geduid door rechthoekige blauwe borden
met in witte letters het opschrift „inrijden
toegestaan" (voor alle verkeer) of „inrij
den voor wielrijders toegestaan" (alleen
voor rijwielen).
R ij b e w ij z e n. Er komen 8 soorten
rijbewijzen t.w.
1. Voor motorrijwielen zonder zijspan.
2. Voor motorrijwielen met of zonder zij
span.
3. Voor motorrijtuigen op 3 wielen, uit
gezonderd motorrijwielen met zijspan en
motorrijtuigen: a. ingericht voor het ver
voer van meer dan 7 personen; b. bestemd
of gebezigd voor het vervoer van personen
tegen vergoeding; c. ingericht voor het
vervoer van goederen; d. waardoor een
aanhangwagen, geen kampeer- of koffer
wagen zijnde, wordt voortbewogen.
4. Voor motorrijtuigen op 3 wielen, an
ders dan genoemd onder 2 en 3.
5. Voor motorrijtuigen op 4 of meer
wielen met een eigen gewicht van ten
hoogste 3500 kg, voorzien van luchtbanden
en niet behoorende tot de onder 2 van
ad genoemde motorrijtuigen.
6. Voor motorrijtuigen op 4 of meer wie-
'en met een eigen gewicht van ten hoog
de 3500 kg, voorzien van luchtbanden,
net uitzondering van voertuigen ingericht
'oor vervoer van meer dan 7 personen,
■an samenstellen van trekker en oplegger
m van voertuigen die een aanhangwagen
/oorttrekken (geen kampeer- of kofferwa-
;ens zijnde).
7. Voor motorrijtuigen op 4 of meer
vielen, voor zoover niet genoemd onder
5 en 6.
8 Voor motorrijtuigen, die aan bepaal-
le, in verband met een lichamelijk gebrek
ran den bestuurder, noodzakelijke in het
lewijs omschreven, eischen voldoen.
Ingevolge de wegenverkeerswet zijn de
■ijbewijzen 5 jaar geldig.
Medische keuring Voor het
/erkrijgen van een rijbewijs is een medi-
;che keuring vereischt, door een anderen
'rts dan den huisarts. Er is een uitgebrei-
ie lijst samengesteld van minimum eischen
->p medisch terrein Men moet o.a, een
'luisterstem kunnen hooren op 4 m afstand
door de beide ooren samen; eenzijdige to-
ale doofheid veroorzaakt geen ongeschikt
heid mits het andere oor de fluisterstem
ip 4 m verstaat.
Voor bestuurders van autobussen, tou
ringcars, vrachtauto's en auto's met aan
hangwagens gelden zwaardere medische
eischen dan voor anderen in sommige ge
vallen kan een specialistisch onderzoek
vereischt worden. Tegen een afwijzende
medische verklaring kan men in beroep
komen bij den minister van waterstaat.
Examen voor rijvaardig-
h e i d. In de beschikking is een uitvoerige
lijst opgenomen aan welke eischen men
voor het theoretisch en practisch examen
moet kunnen voldoen. De duur van het
examen wordt bepaald op ten minste 45 mi
nuten waarvan ten minste 15 minuten voor
het theoretisch gedeelte.
Oude rijbewijzen geldig. Zij,
die reeds in het bezit zijn van geldige rijbe
wijzen of van rijbewijzen niet ouder dan 5
jaar, waarvan alleen de geldigheidsduur is
verloopen, behoeven geen keuring of rij-
vaardigheidsproef te ondergaan. Voor rij
bewijs 1 is een oud rijbewijs b vereischt,
voor de overige rijbewijzen een oud rijbe
wijs a. Nochtans kan altijd nog een nieuwe
rijvaardigheidsproef worden vereischt, in
dien er reden is om aan te nemen, dat de
aanvrager van een rijbewijs niet aan de ge
stelden eischen van geschiktheid en be
kwaamheid voldoet.
Voorloopige oefenvergun
ning. Bestuurders van motorrijtuigen op
2 of 3 wielen, kunnen voorloopige oefenver
gunning voor 30 dagen krijgen van den bur
gemeester van hun woonplaats. Deze ver
gunning geldt alleen voor speciaal aange
wezen wegen en voor voertuigen, waarbij
besturen onder toezicht niet mogelijk is.
Voertuigbewijzen. De opgave
van een nummer voor een motorrijtuig ge
schiedt voortaan door afgifte van een voer-
tuigbewijs door den inspecteur-generaal
van het verkeer. Het voertuigbewijs wordt
niet afgegeven dan wanneer blijkt, dat het
voertuig aan bepaalde eischen voldoet en
hier te lande is vervaardigd of op regelma
tige wijze is ingevoerd.
Voor het onderzoek naar bovengenoem
de eischen worden in nader door den minis
ter te bepalen districten bureaux opgericht.
Het voertuigbewijs met het daarbij be
hoorende kenteeken (nummer) blijft bij het
motorrijtuig. Bij verandering van eigenaar
wordt het voertuigbewijs op den nieuwen
eigenaar overgeschreven.
Op het voertuigbewijs komen behalve de
naam en het adres van den eigenaar en de
technische gegevens van het voertuig te
vens voor het gewicht, een opgave van de
verschuldigde motorrijtuigenbelasting voor
dat, voertuig, eventueel rijverbod voor fa-
wagen, max. wieldruk, enz. De kosten voor
het verkrijgen van een voertuigbewijs zul
len nader door den minister van waterstaat
worden vastgesteld.
Het percentage 4 lager
dan een jaar geleden.
De directeur van den rijksdienst der
werkloosheidsverzekering en arbeidsbemid
deling deelt mede, dat blijkens door het
centraal bureau voor de statistiek ver
strekte voorloopige gegevens in de week
20 t/m 25 Februari 1939 bij gesubsidieer
de vereenigingen met werkloozenkas wa
ren aangesloten 576.073 personen (waar
onder 75.561 landarbeiders).
Van de 500.512 verzekerden, buiten de
landarbeiders, was het werkloosheidsper
centage 24,6 (in de vorige verslagweek, 6
t/m 11 Februari 1939, was dit percentage
27,2).
Van de 576.073 verzekerden, met inbe
grip van de landarbeiders, was het werk
loosheidspercentage 23,8 (vorige verslag
week 27,0).
In de overeenkomstige verslagweek van
Februari was het werkloosheidspercentage
voor alle verzekerden in de laatste jaren
als volgt (tusschen haakjes zijn vermeld
de percentages, indien de landarbeiders
buiten beschouwing worden gelaten)
1932 27,6 (26,7); 1933: 33,4 (33,7); 1934:
26,9 (28,0); 1935 32,6 (34,6); 1936: 33,3
(35,4); 1937: 29,4 (30,9); 1938 27,8 (28,8);
1939: 23,8 (24,6).
Op 25 Februari 1939 waren bij de orga
nen der openbare arbeidsbemiddeling in
geschreven 395,782 werkzoekenden, waar
van er 377,609 werkloos waren (nl. 362,995
mannen en 14,614 vrouwen).
Van de geheel werklooze verzekerden
ontvingen er in de verslagweek 28,389 uit-
keering uit een werkloozenkas.
Blijkens voorloopige opgave van den di
recteur-generaal van de werkverschaffing
en steunverleening bedroeg op 25 Februa
ri 1939 het aantal tewerkgestelde werk-
loozen 72.430 en het aantal gesteunde
werkloozen 151,787, tezamen 224,217 ver
zorgden. (Hieronder bevindt zich een
aantal verzekerden, wier steun bestaat
IBIS'"A*
WÊF Hl wP VOOR DE PIJP
Dobbelmannlekker, man
(Ingez. Med.)
uit een aanvulling van de uitkeering uit
hun werkloozenkas).
Het verschil tusschen het aantal bij de
organen der arbeidsbemiddeling ingeschre
ven werkloozen en het aantal personen,
door verzekering, steun en werkverschaf
fing geholpen, wordt mede hierdoor ver
klaard, dat onder het aantal verzorgden
(dit zijn in hoofdzaak kostwinners van ge
zinnen) de werkloóze gezinsleden niet
worden medegeteld Dezen zijn echter wel
als werkzoekende bij een arbeidsbeurs in
geschreven.
Blijkens mededeeling van het werkfonds
waren op 25 Februari 1939 bij werken, die
met behulp van dit fonds worden uitge
voerd, direct en indirect werkzaam onge
veer 6 640 arbeiders. Bovendien is voor
een aantal arbeiders, dat kan worden ge
raamd op ruim 3,300, als gevolg van be
doelde werken werkgelegenheid ontstaan.
Baron Van Lynden verlaat het ziekenhuis.
Het is nu bijna vier weken geleden, dat de
minister van financiën, mr. J. A. de Wilde,
en het hoofd van den dienst der rijksgebou
wen, de heer J. C. E. baron Van Lynden, op
weg naar Groningen bij Montfoort een
auto-ongeval hadden. Minister de Wilde
was spoedig hersteld. Met den heer Van
Lynden was het ernstiger gesteld. Hij had
o.m. een zware hersenschudding opgeloopen
Naar wij thans vernemen hebben de dok
toren erin toegestemd, dat hij naar zijn
woning te V e r e, nml. De Swaen" op de
Markt wordt vervoerd, om daar een nog
zeer langdurige rustkuur door te maken.
De heer en mevrouw Van Lynden vertrek
ken Dinsdag a.s. uit Den Haag.
DE ONREGELMATIGHEDEN TE
DOORNSPIJK.
De gemeente-ontvanger op
nieuw gearresteerd.
De gemeente-ontvanger R. P., te Doorn
spijk, die na zijn arrestatie in verband met
de groote kastekorten in de boekhouding
der gemeente Doornspijk vrijwel onmiddel
lijk in vrijheid werd gesteld, is thans op
nieuw gearresteerd en naar Zwolle over
gebracht. Deze arrestatie zou in verband
staan met hardnekkige geruchten, dat ook
fouten in de boekhouding der boerenleen
bank, waarvan de gearresteerde kassier
was, zijn ontdekt.
THEE doet ie goed!
„We zouden je wel kunnen gebruiken,
na je opleiding in den handel", zeide de
vader. Maar Marco had geen belangstelling
voor handel.
„Zeker, ga maar mee", zeide zijn oom
Mattheus. „Je kunt onderweg veel genoe
gens smaken en de vreemde vrouwen kus
sen en het hof maken zonder een woord te
zeggen, alleen met een lach en een glim
lach".
„Ik heb geen belangstelling voor vreem
de vrouwen, oom Mattheüs."
„Dan heb je zeker over de paarden
hooren spreken, de mooie Arabische paar
den, die sneller zijn dan de wind en de
kleine Perzische ponnies, waarop men polo
speelt en de groote Tartaarsche jachtpaar
den, die tot manshoogte kunnen springen
en zoo zeker van voet zijn als een geit! O,
die paarden, die prachtige paarden!"
„Ach, oom Mattheus, ik weet zoo weinig
van paarden af. Ja, van schepen weet ik
alles, van schepen voor wedstrijden, voor
handel en voor oorlog, maar het paard
staat mjj niet na".
„Wat drommel heeft het dan voor zin om
naar China te gaan?"
„O, juist, dat is de vraag, die ik mijzelf
stel, oom Mattheus, maar ik moet gaan.
dat is zeker. Er is iets, dat mij roept, oom
Mattheus een klok in mijn oor, o va-
der's broeder, een klok, die klinkt in mijn
hart".
VI.
Nu zal ik u vertellen, hoe het gebeurde
dat Marco Polo met zijn vader en zijn oom
naar China ging, hoewel hij geen belang
stelling had voor zaken of vreemde vrou
wen en geen verstand van paarden.
Zooals ge weet, was dit een groote gods
dienstige tijd; de kruisvaarders, die schaam
te voelden over het feit, dat het graf van
Christus in handen van de Saracenen was,
waren met ruiterij, voetvolk en oorlogstuig
naar Palestina getogen om zich te offeren
voor Hem, die voor hem gestorven was aan
het kruis. Groote daden werden volbracht
en groote slagen gewonnen en koningen
werden tot heiligen, zooals Lodewijk van
Frankrijk en heiligen werden koningen,
zooals Boudewijn van Constantinopel. Groo
te wonderen werden aanschouwd en mira
kelen volbracht, zoodat de menschen zei
den: „Nu zal Christus ten tweede male ver
schijnen; het einde der wereld is nabij!"
En een groot verlangen kwam over de
Christenen om de waarheid van Christus
aan de vreemde en onbekende volkeren
der wereld te verkondigen, zoodat men
iederen dag broeders uit Jeruzalem kon
zien trekken, die op weg gingen, sommige
om de waarzeggers van het land der Duis
ternis te bestrijden en andere om theologie
te bespreken met de oude Lama's van Thi
bet of om op de zonnige Zuidelijke Eilan
den te prediken, waar de jonge vrouwen het
haar lang dragen en de mannen God om
haar vergeten. En over de geheele wereld
verspreidde zich de mare, dat de waarheid
aller dingen tenslotte bekend was!
Zelfs Kublai Khan in het verafgelegen
China had ervan gehoord en had den oom
en den vader van Marco Polo een bood
schap meegegeven aan den Paus te Rome
of deze eenige theologen naar zijn hof
zou willen zenden om de zaak te bespre
ken en als hij overtuigd werd, dat deze
nieuwe religie het ware geloof was, dan
zou hij Christen worden en zijn volk zeg
gen dat ook te doen. Zij moesten dan ook
(Ingez. Meded.)
wat olie van de Lamp meebrengen, die in
het Heilige Graf te Jeruzalem brandde en
die een geneesmiddel was voor -alle kwa
len der wereld.
Maar toen de reizigers in de stad Acre
kwamen, was de Paus gestorven en zij
wachtten een langen tijd, maar er werd
geen nieuwe Paus gekozen, zoodat zij be
sloten naar huis te gaan, omdat zij goede
zaken daar hadden en die niet wilden
verliezen. En toch wisten zij, dat er moei
lijkheden zouden rijzen met den Grooten
Khan, als zij het nieuws van het ware ge
loof en menschen om het te verklaren
niet mee terugbrachten.
„Ik ben lang in zaken geweest", zeide
Nicolaas, „en het eigenaardige is, dat hoe
langer ik zaken doe, hoe minder geloof
ik heb. Het verklaren van religie zou mij
niet afgaan en ik zou tegenover vakkun-
digen staan. Ik ben er de man niet voor,
wat denk jij ervan, Mattheus?"
„O, ze zouden stellig nooit naar mij
•luisteren", antwoordde Mattheus lachend,
„mij, die met hen gedronken en gedob
beld heb, tot ik hun niet meer liet be
houden dan het zweet op hun voorhoof
den. Ik zou een goede zijn om religie te
prediken! Ach, man, ze zouden mij uit
lachen. Maar ik zal je wat zeggen, Nico
laas, er is een bisschop in Negropont en
ik weet waar hij woont en ik ken zijn
huis en alles. Wat zou je er van denken
als wjj hem een zak over het hoofd
wierpen en op een paard bonden? O, hij
zou stellig een prachtige redevoering voor
den Grooten Khan houden!"
(Wordt vervolgd).