Het afscheid van burgemeester Fernhout. LUIK 1939 TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG INTERNATIONALE Nadat de korte elders vermelde raadsver gadering was gekomen tot het laatste punt der agenda, kwam daarmede aan de orde het afscheid van den burgemeester, den hr. M. Fernhout wegens zijn benoeming tot burgemeester van Bussum. Voor dit af scheid waren verschillende genoodigden en belangstellenden aanwezig en was de raad zaal een ander aanzien gegeven. Wij merkten behalve mevrouw Fernhout en de kinderen o.a. op; de burgemeesters van Oostkapelle, Sint-Laurens en Westka- pelle; den gemeente-ontvanger, den Com missaris van politie, den gemeente-archiva ris, den hoofdcommies en enkele andere ge meenteambtenaren; den kantonrechter, me vrouw v. d. Veur, baronesse v. d. Feltz; graaf en gravin v. Lynden; jhr. Beelaerts van Blokland en mevrouw; baron van It- tersum, en nog verschillende andere beken den, terwijl tijdens de samenkomst nog en kele op den gang wachtenden een kijkje kwamen nemen. Voor mevrouw Fernhout en haar dochter waren fraaie bloemen op de voor haar be stemde plaatsen neergelegd. Toen dit punt van agenda aan de orde was nam de burgemeester het woord en sprak ongeveer als volgt: Bede Burgemeester. De burgemeester de heer M. FERN HOUT sprak thans als volgt: Voor de laatste maal zijn wij bijeen in de verhouding, die er sinds den 4den April 1933 tusschen de gemeente Middelburg en mij en deswege tusschen óns heeft bestaan. In dat tijdvak van bijna 6 jaren heb ik tot het nemen van vele besluiten, waaron der een aantal van bijzondere beteekenis, mogen medewerken. Eene 6-jarige werkzaamheid moge lang genoeg te achten zijn om behoorlijk thuis te geraken in de sfeer en de structuur eener gemeente als Middelburg, in hare belangen en vraagstukken, lang genoeg ook om zich een oordeel te vormen aangaande de wijze waarop die behartigd en opgelost dienen te worden, haar duur is toch eigenlijk ook weer te kort, dan dat men daarvan een grooten oogst van gerijpte vruchten zou mogen verwachten. Hier tellen bovendien in sterke mate de omstandigheden mee, ze mogen dan uit conjunctuurverhoudingen en tijdsverschijn selen voortgevloeid en voor ieder zichtbaar, dan wel, als samenhangend met wat histo risch gegroeid is, van meer internen aard zijn. Zou men van eene langere ambtsvervul ling de hoop hebben mogen koesteren van ook naar verhouding grootere productie gelijk eenige juist nu in aantocht zijnde voorstellen de verwachting daarvan wek ken dan heeft ook uit dat oogpunt ge zien, de betrekkelijk spoedige verbreking van den band tusschen ons voor mijn be wustzijn haar weemoedige zijde. Staat het overigens niet aan mij over de mate waarin mijn werk eenige beteekenis en onze samenwerking eenige vruchtbaar heid mocht hebben gehad, hier en thans een oordeel uit te spreken, wel meen ik den tijd die achter ligt met een enkel woord te mogen karakteriseeren. Niet lang zijn we er in geslaagd uit eigen financieele kracht de begrooting sluitend te krijgen en te houden. Al spoedig waren we daartoe aangewezen en in groeiende mate, op de hulp van het Rijk. Ten zeerste werden we daardoor geremd in het ter hand nemen van plannen, die onder gunstiger omstandigheden tot de mo gelijkheden zouden hebben behoord. Terwijl de Middelburgsche huishouding in het verleden over het algemeen zeker niet de signatuur had gedragen van te overmoedig en te royaal beleid, hebben we in bestendiging van den in sommige op zichten bestaanden achterstand moeten be rusten. Middelburg beleefde een niet alleen in economischen zin voor de bevolking in hare arbeiders- en middenstandskringen zwaren, maar ook een voor het stadsbesuur, uithoof de van specifiek plaatselijke omstandighe den, moeilijken tijd. De Raad heeft, de uit dat alles voort vloeiende situaties begrijpend, het Burge meester en Wethouders niet moeilijker ge maakt dan noodig was. Ik heb die houding steedsgewaardeerd en spreek daarover openlijk mijne erkente lijkheid uit. Gelijk ik gaarne uiting geef aan mijne overtuiging, dat onze gemeente aan den Heer Commissaris der Koningin in Zee land en aan het College van Gedeputeerde Staten dank verschuldigd is, zoo voor de wijze waarop overleg mogelijk is als voor de medewerking en den opbouwenden steun, gegeven ook onder vigueur van wat ik wel eens genoemd heb „het nieuwe con tact in door geen van beide partijen van huis uit begeerden vorm". Heb ik gemeend bij deze gelegenheid het aanstippen van zorgen en schaduwen niet te mogen nalaten, het verblijdt me zéér dat gelijk eerst kortelings bekend werd, de uitvoering van zoo belangrijke werken zij het niet vanwege dan toch binnen de gemeente aanstaande is. Naast de in gang zijnde verbetering van de Kanaal- brug en de aangevangen stichting van het monumentale P.Z.E.M. gebouw zult Ge mogen tegemoet zien eene zeer aanzienlijke uitbreiding van de Ambachtsschool, terwijl de kans op het ter hand nemen van eene omvangrijke verbouwing van de R.H.B.S., die goeddeels op verniewing zou neerkomen, groot is te achten. Prachtige werkobjecten met het uitzicht waarop ik u gelukwensch. Als nu binnen weinige maanden het abat- oir en vervolgens successievelijk een plan srh S,traatvernieuwingen op uitgebreider scnaal, de voorgenomen vernieuwing van een drietal bruggen en de radicale verbe- mg van den Ouden Vlissingschen weg .an mogen worden toegevoegd, dan zal de naaste toekomst niet alleen in wei aas. ongekende mate werk aan den winkel 'n' maar dan zullen daarmede zeer be langrijke voorzieningen zijn getroffen. Goede verwachtingen heb ik voor het wel zijn van Middelburg van het in bewerking zijnde streekplan voor Walcheren en van het uitbreidingsplan, waarmede zoo be langrijke vraagstukken van vitalen aard tot oplossing zullen kunnen geraken. Daartoe reken ik ook zij het dan voor verder verschiet dat van de ons nog ontbrekende Middelburgsche veemarkt met de stichting waarvan de gemeente Mid delburg de haar van nature toegewezen rol van centrale marktplaats zoo veel te intensiever zou kunnen vervullen. Moge deze zaak ook in den kring der naast belanghebbenden meer en meer tot rjjping komen. Gaarne zou ik de door zoo bevoegde be oordeelaars in studie genomen en goeddeels reeds geprojecteerde meer doelmatige in wendige inrichting van dit beroemde stad huis mede tot verwerkelijking hebben wil len brengen en hebben deelgenomen aan de uitvoering van de door U aan Burgemees ter en Wethouders verstrekte opdracht te adviseeren t.z. van de reorganisatie van sommige onzer diensten. Weest er van verzekerd, dat ik in de af wikkeling van dat alles van uit de verte met warme belangstelling zal blijven mee leven. Mij bewust van tekortkomingen in het leiden van Uwe vergaderingen, ben ik den leden van den Raad dankbaar voor de wijze waarop zjj met den Voorzitter hebben wil len omgaan, ook indien zjj zich tot bestrij ding van zijn inzichten op principieele of practische gronden geroepen hebben ge voeld. Ik heb er overigens in mijn arbeid naar gestreefd mij te laten leiden door de begin selen waardoor mijne levensovertuiging ge dragen wordt. Ik heb dat gedaan op de wijze, waarop ik meende dat te moeten doen, n.l. met in achtneming zoowel van de verhoudingen gelijk ik ze in Raad en Gemeente aantrof, als van het karakter het Burgemeesters ambt specifiek eigen en van de plaats aan zijn bekleeder in het gemeentelijk bestel voorbehouden. Dat ambt en die plaats zijn ook ten aan zien van den beginselstrijd, bij zekere over eenkomst, toch belangrijk anders geaard dan de taak en de plaats den leden van de ze vergadering hier toegewezen. Maak ik met dankbaarheid gewag van den goeden toon die de besprekingen ken merkte, goede herinneringen zal ik blijven behouden aan den geest waarin ik heb mo gen verkeeren met de wethouders. In zoo kleinen kring als de onze, mijne Heeren Wethouders, leert men elkander kennen In de talrijke dingen waarin men per soonlijk en geestelijk verschilt, verder van elkaar af, of ook Tegenover elkander staat. In de dingen waarin men elkander nade ren en in die waarin men elkander vinden kan. Onze omgang heeft, meen ik, kunnen be rusten op wederkeerige achting voor el kanders personen en respect voor elkanders bedoelingen. Ik wist, dat wie mijne inzichten in zake lijke aangelegenheden niet deelde, het goe de zocht niet voor zichzelf of voor zijn suc ces, maar voor de gemeente Middelburg. Ik dank U voor den steun, voor de be langstelling en blijken van mede-leven, die ik van U ontvangen mocht. Den Secretaris, dien ik heb leeren ken nen als een hartelijk, trouw en meelevend man, die met name voor het wel en wee der gemeente een zoo gevoelig hart heeft, dank ik voor zijne hulpvaardigheid en voor de persoonlijke genegenheid mij en mijn gezin betoond. Dank verzeker ik den hoofden van de ver schillende diensten en bedrijven en den overigen ambtenaren voor hun bereidwillig gereed staan, telkens wanneer ik op hen een beroep deed. Speciaal denk ik hier aan den Commis saris van Politie, het Hoofd van den Lucht beschermingsdienst, aan de Heeren van Le- verink en Koene met wie ik in zoo veel vuldige aanraking kwam en aan den Archi varis wiens kennis van Middelburgs rijke historie mij herhaaldelijk te stade kwam. Ook aan de beide boden, die mij trouw, met zorg en met toewijding gediend heb ben. Ik dank de Pers voor den overvloedig van haar, ook als het ging om de beharti ging van allerlei openbaar belang, onder vonden steun. Als ze ooit ten mijnen aanzien critiek heeft gehad, dan moet die in den zachtst denkbaren vorm zijn geuit geworden, want ik heb daaraan zelfs niet meer de herin- ring 1 De andere mogelijkheid, dat deze absen tie van herinnering te verklaren zou zijn uit ontoegankelijkheid voor critiek, of hier uit, dat ik me daarboven verheven zou heb ben gevoeld, acht de Pers zelf, naar ik mij overtuigd houdt, niet aanwezig. Ik dank de burgerij voor de wijze waarop ze mij bij hare belangen betrokken heeft en voor de blijken van sympathie die mijn ge zin en ik voor en na uit allerlei kring moch ten ontvangen. De jaren in Middelburg doorgebracht zul len mij en den mijnen onvergetelijk blijven, met name door de op zoo bijzonder hoogen prijs gestelde hartelijkheid en vriendschap van zoovelen in Middelburg en elders op Walcheren in wier kring we ons van den aanvang af zoo geheel opgenomen wisten die mijn leven heeft verrijkt en speciaal zooveel zon heeft gebracht in het leven van mjjne vrouw. Het zal haar niet gemakkelijk vallen de a.h.w. dagelijks weerkeerende warmte daar van te moeten missen. Gij weet, dat zij in deze Zeeuwsche jaren door talrijke ongesteldheden zich niet heeft kunnen bewegen gelijk zij zoo gaarne zou hebben gewild. De meer en meer gerijpte en op medisch oordeel steunende overtuiging, dat het wo nen in ander klimaat haar ten goede zou' kunnen komen, is wel één van de aller grootste factoren, waaruit de stap die ik nu ondernam, moet worden verklaard. Ik heb gewaardeerd, dat men mij in het openbare leven verschillende functies heeft toegeschikt, ook in het verband van de Zeeuwsche gemeenten onderling. Het daar uit sprekend vertrouwen heb ik altijd op hoogen prijs gesteld. Mijne hier al dan niet aanwezige mede leden van verschillende besturen en com missies en met name mijne ambtgenooten onder hen, onder welke er zijn met wie ik in de verhouding van vriendschap leven mocht gevoelens die ik ook voer de toe komst gaarne bestendigd zal zien dank ik voor hun prettigen omgang. Mevrouw, Mjjne Heeren, leden van den Raad, het is mij in deze 6 jaren een eer ge weest Burgemeester te hebben mogen zijn van Zeelands schoone hoofdstad, die in ha re samenleving goede tradities zoo waardig weet voort te zetten en die ook onder te genspoeden als hoofdstad van het gewest, met al wat deze kwaliteit aan waardevols in zich sluit, haar beteekenis en aanzien behouden mocht en behouden zal en daar om ook niet behoeft te wanhopen. Van deze stad zoovele malen bij de ont vangst van welkome en belangrijke gasten de tolk te hebben mogen zijn, heeft mij steeds als een bijzonder voorrecht gegolden. Een voorrecht dat ook voorts den Burge meester van het karakteristieke en deswe ge gezochte Middelburg, in ruime mate zal blijven voorbehouden. Moge de weg naar een betere toekomst deze góede stad door Gods gunst geeffend worden en moge Hij haar, hare burgerij en haar bestuur, ook den leden van dat be stuur individueel, Zijn zegen in groote mate schenken. De lotgevallen van Middelburg zullen me in de mij nog restende levensjaren zéér ter harte blijven gaan. Bede Onderdijk. De oudste wethouder, de heer J. Onder- d ij k, was het eerst aan het woord en herinnerde er aan, dat nauwelijks zes jaar geleden het bericht der benoeming van den heer Fernhout tot burgemeester van Mid delburg in de Staatscourant verscheen, en het nog zes jaar moet worden, dat spr. vanaf dezelfde plaats hem welkom mocht heeten om bij het omhangen van de ambts keten, de behartiging der belangen van de goede stad in zijn handen te leggen. Het is vanwege zijn eervolle benoeming tot hoofd van het fraai gelegen Bussum, dat de raad thans bijeen is, om afscheid van den heer Fernhout te nemen als eerste burger van Middelburg. In 6 jaar tijds kunnen groote verande ringen plaats grijpen, wat geen nader be toog behoeft bij verwijzing naar gebeurte nissen op internationaal gebied, die echter weder mede tot gevolg hebben, dat ons land en dientengevolge ook tal van gemeen ten de rampspoedige gevolgen daarvan on dergaan. Ook Middelburg is daaraan niet ontkomen en waar spr. ter gelegenheid van de installatie het woord tot den burgemees ter, richtende een beeld gaf van den toe stand der gemeente met haar hooge werk loosheidscijfer en daaruit ontstane finan cieele zorgen, kan getuigd worden, dat de werkloosheid thans nog van weinig minde ren omvang is en de financieele toestand der gemeente allerminst gunstig is te noe men, terwijl de bevolking niet toeneemt. Zoo is het dan in het licht dezer feiten te bezien, als men de balans gaat opmaken van datgene wat gedurende den tijd waarin de heer Fernhout het bewind voerde, onder zijne leiding is tot stand gebracht. Met alle kracht heeft hij er naar ge streefd te doen wat in de gegeven omstan digheden mogelijk was, en een zijner eerste bemoeiingen was dan ook pogingen aan te wenden om het destijds pas aangelegde in dustrieterrein in exploitatie te brengen wat helaas slechts ten deele is gelukt. De op lossing van het abattoirvraagstuk is een stap nader gebracht door de verstrekking van een werkfondscrediet, al zijn nog niet alle moeilijkheden (overwonnen. Tot ivol tooiing kwam de electrificatie van het Pompgebouw aan de Oranjezon en bijkom stige werken, waardoor mogelijk werd de levering van duinwater aan diverse ge meenten op Walcheren, terwijl de mede werking aan de oprichting der waterleiding maatschappij „Midden Zeeland" in de naas te toekomst tot gevolg kan hebben dat geen gemeente op Walcheren van zuiver drinkwater verstoken behoeft te blijven. Met medewerking van het „Werkfonds" kwam tot stand de rioleering van het Z.W. deel der gemeente, de verbetering en ge deeltelijke demping der Dokhaven, de bouw van het nieuwe Gasthuis dat hopelijk een eind zal maken aan de groote financieele offers van de gemeente. Voorts moge niet onvermeld blijven, dat de Raad van Arbeid voor Middelburg behouden bleef en zelfs nog uitgebreid werd en het mede van groot belang mag geacht worden, dat de S.D.O.A. die vlak voor de komst van den burge meester haar intocht deed, in de stad een blijvende plaats belooft in te nemen, door den bouw van haar nieuwe school en de te gelijkertijd verdubbelde administratie troe pen. Overigens moge nog vermeld worden dat onder de leiding van burgemeester Fern hout of met medewerking zijnerzijds tot stand kwam de regeling der rechtspositie van de politie. De instelling van een Com missie van Bijstand voor de gemeentebe drijven, en de omzetting der Commissie van Fabricage in een commissie van Bijstand voor Gemeentewerken en Reiniging bracht ongetwijfeld meer werk voor verschillende ïaadsleden, maar ook een betere en meer geregelde samenwerking tusschen den Raad en het College van B. en W. De verkeersverordening en nieuwe poli tieverordening brachten een noodzakelijke voorziening, waaraan reeds lang groote be hoefte bestond. Nog zij genoemd de wijzi ging van het „georganiseerd overleg", de regeling der wethouderspensioeneering, die in het afgeloopen tijdperk tot stand kwa men. De grondverkoop aan de P.Z.E.M. \oor het thans in aanbouw zijnde admini stratiegebouw mag zeker in dit overzicht niet onvermeld blijven, daardoor een blij vende vestiging der administratie van dit Provinciaal bedrijf aan de grens der ge meente verzekerd is. Het streekplan voor Walcheren, het uitbreidingsplan der ge meente en niet minder de reorganisatie van gemeentewerken en reiniging zijn zaken, die B. en W. reeds lang bezig houden en binnenkort de aandacht van den Raad zul len vragen. Zoo is, de tijdsomstandigheden in aanmerking genomen, nog al een en ander de revue gepasseerd wat de vermel ding ten volle waard is, bij de afsluiting van de ambtsperiode in Middelburg. Spr. dankt den heer Fernhout voor de prettige wijze, waarop hij steeds de verga deringen van B. en W. wist te leiden, en ook bij verschil van meening de goede toon wist te handhaven zonder het vrije woord aan banden te leggen. Ook voor datgene, dat hij in het belang der gemeente heeft tot stand gebracht en namens B. en W. wenschte spr. den heer Fernhout toe dat hij in Bussum niet alleen een belangrijken doch ook een aangenamen werkkring zal vinden. Tevens sprak hij de hoop uit, dat de burgemeester en ook mevrouw Ferm hout een tijdperk van goede gezondheid te gemoet gaan en met de geheele familie nog vele gezonde jaren in die omgeving moge doorbrengen. Namens den Raad en den Secretaris bood spr. een klein aanden ken aan waarvan de scheidende bij aan schouwing even aan zijn Middelburgschen tijd moge terugdenken, terwijl een omslaan van het erbij gevoegde album de tijd, welke hij in de mooie omgeving van Middelburg heeft vertoefd, in levendige herinnering zal doen blijven. Burgemeester en mevrouw Fernhout aldus spr. het ga U beiden en Uw gezin voorspoedig in Uw nieuwe woonplaats. Het geschenk bestond uit een ets van het Stadhuis en een boekwerk met platen over Walcheren. Bede van het oudste raadslid. Vervolgens verkreeg de heer J. F. Heems kerk (A.R.) als oudste raadslid spre kende namens den Raad, het woord. Spr. meende, dat hij, nu het de laatste maal was, dat hij het voorrecht had den heer Fernhout als voorzitter aan te spreken, er goed aan deed een kort overzicht te geven van hetgeen tijdens diens ambtsperiode als burgemeester van Middelburg door den Raad tot stand is gebracht, dank zij ook grootendeels de leiding, die daarbij van den burgemeester uitging. Dan wilt spr. daarbij niet verheelen, dat die ambtsperiode van zes jaar niet lang was en naar zijne over tuiging tekort duurde, en dat de tijdsom standigheden zoodanige moeilijkheden op leverden, dat veel, dat gewenscht voor kwam, geen voortgang kon hebben dan in een te langzaam tempo. Spr. wilde eerst eenige zaken noemen, die wel tot stand kwamen en niet alleen binnen de ambts periode van den heer Fernhout vielen, maar ook voor een belangrijk deel mede van zijn arbeid en doorzettingsvermogen mogen worden dank geweten, Spr. herinnert dan allereerst aan het monument voor de diep betreurde Koningin-Moeder, waaraan was voorafgegaan de aanwinst van het stand beeld voor Karei V op den Choertoren van het Stadhuis, van denzelfden beeldhouwer, aan de geleidelijke aanwinst van de gecon solideerde schulden; dan aan de voortge zette en voltooide reorganisatie van het po- litie-corps; aan de verbetering van ver schillende wegen, al had men dat gaarne in grooter mate gezien; aan het behoud der S.D.O.A., ondanks den groei daarvan; aan de opwekking tot en aanvankelijke invoe ring van maatregelen tot afweer van lucht- gevaar; aan de tariefsverlagingen der ge meente-bedrijven, met handhaving van ba tige saldi, voor zoover dit thans nog moge lijk is; aan onderscheidene bezuinigingen, dié de Raad wel niet met groote geestdrift doorzetten, maar die wel onvermijdelijk waren; aan de tot standbrenging van een nieuwe bouwverordening; aan de nieuwe eischen ter voorkoming van brandgevaar, aan de algemeene herziening v.an de poli- tie-verordening, aan de verordeningen op het verkeer en tot uitvoer van enkele an dere wetten; aan de verbouwing van het ziekenhuis en aan de restauratie van den Langen Jan, al is die nog niet gereed, ge lijk wel te verwachten was. Er zou wel meer zijn op te noemen; maar als het ver blijf te Middelburg nog slechts een korten tijd langer zou mogen geduurd hebben, dan zou die lijst veel langer zijn. Want zonder dat spr. bepaalde punten noemt, omdat hij niet mag spreken over wat de raadsleden slechts uit gesloten trommels bekend is, wilt hij toch niet verzwijgen, dat nog zeer belangrijke zaken door den burgemeester voorbereid en bijna tot rijpheid gebracht zijn. Wel mag spr. daarbij uitspreken, dat de oorzaak van inderdaad te groote langzaam heid bij die voorbereiding niet aan den bur gemeester noch aan het college van- B. en W. geweten mag worden, maar dat die het gevolg is èn van de chronische behoefte aan extra Rpkssteun met de daaruit voort spruitende afhankelijkheid van verschillen de Segeerings-organen, en met de daarbij onvermijdelijke langdurige correspondentie èn mèt Ged. Staten èn met verschillende de partementen herhaaldelijk over éénzelfde zaak met twee, drie, misschien ook wel meer verschillende departementen. Tot wel ke moeilijkheden dat aanleiding kan geven deed spr. uitkomen door een anecdote, die hij bijwoonde in de Tweede Kamer. Spr. wees daarop, om duidelijk te maken, dat hoe als men tegenwoordig beslissingen moet krijgen (en dat gebeurt nog al eens in de zen tijd van werkloosheid, werkverschaffing noodlijdendheid der gemeente, subsideering door Financiën of Sociale zaken, in over leg met economische zaken en binnenland- sche zaken en misschien Waterstaat of On derwijs of Defensie, of de Provincie als medebelanghebbende partij, of zoo voort) men zich kan voorstellen, hoeveel meer vouden van maanden, van kwartalen, van jaren misschien, heengaan met de voorbe reiding van bepaalde werken. Het gevolg is dan ook dat de burgemees ter .zonder tekortkoming zijnerzijds niet zooveel kon tot stand brengen als hij zelf dat wel gewenscht heeft en dat een ander veel zal kunnen oogsten van wat hij voor- lUh u lL\ u Een grootsch en ontzag wekkend getuigenis van vooruitstrevende denkbeel den op kunst, techniek en sportgebied. Een waarlijk unieke bijeenzameling van technische en artistieke meesterwerken. WATERTENTOONSTELLING MEI NOVEMBER HAVAS-GELDEB (Ingez. Med.) bereid heeft en dat bijna rijp is voor een beslissing. Toen de heer Fernhout naar Middelburg kwam ging een goede roep voor hem uit. Desondanks heeft Middelburg meer reden om zijn vertrek te betreuren, dan toenmaals reden tot goede verwachtin gen. Hij was een goed voorzitter, een spre ker, die ook droge en ingewikkelde zaken onderhoudend en betrekkelijk kort en hel der uiteen wist te te zetten, die, als het noodig was, voor eigen beginsel kloek uit kwam, maar over beginselen niet sprak als geen bepaalde beginselvraag in het geding was; hij was ook een redenaar, die bij of- ficieele ontvangsten, de gemeente met eere vertegenwoordigde tegenover vreemde con gressen; hij was een aangenaam voorzitter, die als het noodig was durfde vermanen tot kortheid, en tegen eene uitwijding buiten de orde; maar die altijd hoffelijk en hu maan wist te blijven. Spr. durft wel uit te spreken, dat de raadsleden aan den heer Fernhout zullen blijven denken als aan een goed en bekwaam en aangenaam burge meester en voorzitter en dat men allen hem en zijn gezin in alle opzichten het bes te toewenscht in de nieuwe gemeente. God zegene U aldus eindigde de heer Heems kerk in Uwe Ambtsbediening en in Uw gezin. Hierna hebben nog het woord gevoerd, mr. W. F. E. baron van der Feltz, W. A. den Hollander, mevrouw WeijlSnuijff en mr. Th. Portheine. Bede van den gemeente-secretaris. De gemeentesecretaris, mr. M. W. G. van der Veur, zei toen dat het hem bijzonder ge noegen deed, plegende ter Raadsvergade ring een zwijgende rol te vervullen, thans in den avond van het einde van het ambte lijk leven in Middelburg van den heer Fern hout, ook nog iets aan het reeds gespro kene te mogen toevoegen. Als dageljjksche medewerker van den burgemeester gedu rende bijna 6 jaren, wil spr. niet nalaten hem zjjn hartelijken dank te betuigen voor de groote vriendschap en toegenegenheid, welke hij in die periode van den heer Fern hout mocht ondervinden. Helaas zijn de ja ren van dit burgemeesterschap niet door voorspoed en welvaart gekenmerkt, inte gendeel, de Gemeente beleefde een tijdperk van nedergang, soms zelfs van afbraak. Dat ondanks die teleurstellende ervaringen, de hem aangeboden blijmoedigheid en opge wektheid den burgemeester niet hebben verlaten, daarvan heeft de Secretaris van Middelburg zeer speciaal de bewijzen steeds weer mogen ondervinden. Hij weet, dat de heer Fernhout met gemengde gevoelens de gemeente verlaat en ook, dat het een har- tewensch van hem is straks vanuit de verte te mogen zien, dat de gemeente de waar lijk niet geringe moeilijkheden van het he den al worstelend zal ontzwemmen en zich weder met een aureool van aloude schitte ring zal gunnen tooien. Het fundament van dien opgang is mede door hem gelegd. Wel nu, spr. houdt er zich van overtuigd, dat het den heer Fernhout, ook als Bussums burgemeester, tot innige voldoening zal stemmen, wanneer straks de dichte nevels, die nu nog het gezichtsveld verduisteren, zijn opgetrokken en men met vreugde er blijdschap zal kunnen roemen op een her nieuwden bloei van het geliefde Middel burg. De burgemeester antwoordt. Hierna heeft de BURGEMEESTER ge antwoord en o.a. gezegd, dat hij de laatste weken ervaren heeft, dat een groot aan tal personen in Middelburg hem en de zij nen een goed hart toedragen. Hij kreeg daarvan bewijzen in woord en geschrift en hij waardeert dit zeer, doch is van mee ning, dat men de in hem aanwezig geach te goede eigenschappen te breed heeft uitgemeten. Men heeft hem wel zoo onge veer leeren kennen als iemand met scherp omlijnde levensopvatting, maar toch al les weten te waardeeren, wat bij anders denkenden te waardeeren is. Spr. heeft altijd de meening gehad door te werken met de raadsleden dit te doen met geheel Middelburg, waarvan zij de vertegenwoordigers zijn. Dank brengt spr. aan allen voor de woorden en voor de ge voelens, die daaruit voor hem en zijn ge zin spreken. Spr. neemt met gemengde gevoelens afscheid, want het is niet pret-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5