Met dit hoest-receptje
bespaart II geit
SCHEEPJESWL
KRONIEK «m dan DAG.
ZEELAND.
Voor beter breiwerk
betere wol, dus:
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN VRIJDAG
1» MAART 1939. No. 59.
MARCO POLO
Kraiiteïiseiisatie
MIDDELBURG.
Overspanning in het
Derde Rijk.
Volgt men, wat Duitsche ministers, par
tijleiders en andere propagandisten spre
ken en schrijven, wat Duitsche Kamers van
Koophandel, vennootschappen, firma's, fa
brieken in hun jaaroverzichten opmerken,
wat de publicisten in hun dag- en weekbla
den over den nieuwen nationaal-socialisti-
schen eenheidsstaat laten drukken dan
zou men tot de conclusie moeten komen,
dat er op aarde door alle eeuwen heen
nimmer grooter geluk denkbaar ware dan
heden in Groot-Duitschland te leven. Alles
is voortreffelijk, zeer veel geniaal, alles
wordt voor de eeuwen gedacht en uitge
voerd. De Duitsche soldaat is de beste, de
dapperste ter wereld, het materiaal waaruit
Duitsche machines en auto's vervaardigd
worden, met geen enkel uit andere landen
ook maar te vergelijken. De kunst, van
Joodsche elementen „gezuiverd", bloeit op,
een „hoogstaande cultuur" is in aantocht,
de criminaliteit is geweldig afgenomen, de
weermacht de schrik van alle eventueele
tegenstanders, de volksvoeding krachtig en
overvloedig, de voorraad aan levensmidde
len meer dan voldoende om een lang beleg
te kunnen uithouden, het verkeerswezen
internationaal voorbeeldig, de staatswelda-
digheid „noch nie dagewesen". Vertoont
zich de hoogste leider, krijgt het volk een
minister, een gouwleider te zien en te hoo-
ren, dan groet de massa met kokende geest
drift, dan „brandt het gejubel omhoog", dan
barsten „niet-eindigend-willende" ovaties
los. Alle ministers en overige partijleiders
„leven met het volk" en „zijn zoo eenvoudig
gebleven als in de tijden toen ze nog in de
oppositie stonden." Het Derde Rijk is „de
eenige ware democratie", en „het volk re
geert".
Leest men, wat de tegen het Rijk van Hit-
Ier gerichte buitenlandsche pers schrijft,
hoort men wat in andere landen over het
Derde Rijk wordt gezegd, dan is alles van
wit plotseling zwart geworden. Hitler is een
geweldenaar, een dictator, een onderdruk
ker van de meerderheid der Duitschers, een
vrijdenker, die de kerken onderdrukt en
priesters en dominee's achter slot zet. De
arme Duitsche staatsburgers hebben geen
rechten, alleen nog maar plichten. Zij zuch
ten onder een schrikbewind, zijn onder
voed, smachten in concentratiekampen,
wachten sidderend op een vreeseljjken oor
log, die hun nimmer te verzadigen leider
wil uitlokken. In Duitschland ontbreekt het
aan alles, wat het leven aanlokkelijk maakt.
Spionnen luisteren in de huiskamers door
vernuftige manipulaties aan de telefoon
toestellen. Persoonlijke vrijheden zijn opge
heven, de pers is tot gehoorzaam instru
ment van den Staat gemaakt. De loonen en
salarissen zijn bedenkelijk laag, de belastin
gen drukkend. De Rijksschatkist is zoo leeg,
de vlottende schuld zoo enorm, dat het ten
slotte op een bankroet moet uitloopen.
Arm Duitschland. .Wanneer komt de ver
lossing?
Wij ontvingen van onzen Berlijnschen
correspondent een brief, waarin hij zijn in
drukken weergeeft, welke zoo ongeveer het
grijze midden houden van het bovengeschet
ste wit en zwart. „Niet voor niets, zoo
schrijft hij, hebben de laatste maanden Hit-
Ier en zijn onderaanvoerders in woord en
geschrift hun leed geklaagd over de „kan
keraars", de „Meckerer", die naar hun mee
ning in hoofdzaak onder de onverbeterlijke
communisten en onder de niet meer te be-
keeren conservatieven gezocht moeten wor
den: de „één procent", die bij de laatste
volksstemmingen altijd nog weer met
„neen"-briefjes critiek heeft uitgeoefend. In
werkelijkheid zijn de ontevredenen veel tal
rijker, neemt de spanning eerder toe dan af
en wel ondanks de groote successen, die
het nationaal-socialisme vooral in 1938 voor
Duitschland heeft weten te bereiken.
Welke politiek-sociale beteekenis deze
ontstemming heeft, valt uiterst moeilijk vast
te stellen. Haar ontbreekt elke mogelijk
heid tot organisatie, men kan ze, om zoo te
zeggen, alleen maar ruiken en niet zien.
En daarom ook niet schatten. Het is niet
eens aan te nemen, dat ze zich, kwame er
morgen weer eens een plebisciet, in getallen
zou uiten. Want tallóoze ontevredenen voe
len zich toch te goede Duitschers om als
het op stemmen aankomt, de leiders van
hun volk, die toch ook zooveel bereikt heb
ben in den steek te laten.
Men moet de ontevredenheid; de met den
dag toenemende nervositeit ook niet zoeken
in persoonlijke rancunes om het ontbreken
van zekere materialen, levens- en genot-
2).
Uit het Amerikaansch
van DONN BYRNE.
Ja, zeide de oude Malachi, er was daar
ginds veel veranderd en een grootere ver
andering was mogelijkMen fluisterde,
dat in de Vallei van het Zwarte Zwijn de
Beer zonder Borstels op het einde van den
dag gezien was en dat er een bloedend beeld
was in Templemore en dit waren onheil
spellende teekenenSommige menschen
geloofden het en anderen niet. En het
groote Iersche jachtpaard dat de Grand
National gewonnen had, het beste paard ter
wereldMaar onze Man-of-War dan Ma
lachi?O zeker, alles wat hij kon doer.
was rennen en een haas of windhond kon
hem daarin slaan, maar Shawn Spadah was
behalve een renner ook een groot spring
paard in het kort een paard.'En wist
ik wel dat Roode Simon MecEwer van Cus-
hundall de golflinks in Portrush had gedaan
in achttien achtereenvolgende vieren? Een
inwoner van Rathlin Island had geprobeerd
naar Schotland te zwemmen maar was er
niet in geslaagd en er werd hevig over ge
streden of het kwam door de stroomingen
dan wel door gebrek aan kracht. Er was
gerommel gehoord in den Reuzendam
afi Vreemc'Een vrouw in Oran was
helderziend en bezat de meest krachtige
gave van helderziendheid sedert genera
ties..^. Er was een nieuwe doedelzakspeler
in Islay en er werd beweerd, dat hij een
tweede MeCrimmon wasEn een nieuwe
middelen, om gedwongen verhuizingen we
gens afbraak en onteigening, om steeds
weer ingrijpende staatsbemoeiingen. De al-
gemeene onrust natuurlijk buiten de
groote groep der nieuwe bevoorrechten, die
de bijzondere ^bescherming van den Staat en
de partij genieten is nauwelijks te om
schrijven, maar zeker te wijten aan het
levenstempo, dat het eeuwig-onrustige na
tionaal-socialisme met zich heeft gebracht.
Wat men hier overal kan waarnemen is:
overspanning. De menschen raken met de
maand meer overwerkt, en zakken ineen.
De Staat eischt zooveel arbeid, en neemt
zooveel verdienste onmiddellijk weer weg,
dat het zwoegen om bij te blijven toeneemt.
En toch ziet men geen resultaat. Onder de
in Staatsdienstop belangrijke posten wer
kende leden der partij is die oververmoeid
heid reeds tot een bedenkelijk symptoom
geworden. De artsen kunnen het werk niet
meer af, de menschen worden steeds meer
geprikkeld, het leven wordt steeds gejaag
der, de zucht tot afleiding tot eiken prijs
met den dag grooter. Het geld, waarvan
men in stilte overtuigd is, dat het straks,
wanneer dan ook, plots weinig of geen
waarde meer zou kunnen hebben, rolt en
rolt. De schouwburgen, de bioscopen, de
restaurants en alle andere openbare loka
len zijn steeds propvol. Men koopt, totdat
er nauwelijks meer contanten voor de
spaarkassen over zijn. Er zijn dagen, waar
op de plaatselijke bladen der groote steden
zes en meer zelfmoorden melden, en opval
lend vaak van zeer jonge menschen, maar
ook wel van geheele gezinnen.
De weermacht stelt aan de gemeenschap
eischen, gelijk zelden of nooit eenige Staat
ze in zulk een omvang aan zijn burgers in
.vredestijd" gesteld heeft. De jeugd lijdt
daar weinig onder. Aanleg en propaganda
zorgen er voor, dat jonge menschen gaarne
de uniform aantrekken. Maar de plicht
roept ook de veel ouderen, tot boven de 50
jaren en veel hooger. Men komt getrouw
die plichten na, maar vraagt zich toch af,
waar dat alles heen moet. De menschen
leven hier onder een moreelen druk, die
nog heel anders werkt dan de druk der
staatsplichten. Er is een algemeen gevoel
van gejaagdheid, die niet zelden tot over-
spannig voert, tot een plotseling ineenzin
ken.
Het is in het Derde Rijk niet zoo mooi
als de „booze nazis" het willen voorstellen;
en niet, lang niet zoo erg als de anti-fas
cisten in het buitenland het ons dagelijkseh
afschilderen. Met de .onvrijheid" der Duit
schers loopt het nog al los. Duitschers voe
len straffe discipline en staatsgehoorzaam-
heid nauwelijks als een beknotten van „per
soonlijke vrijheden". De Duitsche pers is al
lang niet meer zoo uniform als in 1933 en
1934. De belastingen drukken hier niet er
ger dan bijv. in Nederland. Levensmiddelen
zijn er nog genoeg, al zijn ze niet van Ne-
derlandsche kwaliteit. Maar er is iets er-
gers: dat bewustzijn, steeds harder te moe
ten werken en toch dat dreigende, dat niet
te definieeren zwangere in de atmosfeer te
voelen toenemen, die koortsachtige bedrij
vigheid te moeten meemaken en niet de ze
kerheid te hebben, dat dit alles tot een toe
komst van herademing, van internationalen
vrede en voorspoed zal leiden. Maar mis
schien tot een nog grooter catastrofe dan
die van 1914.
DE AANGEKONDIGDE AFSCHAFFING
FERSONEELE BELASTING VOOR
MOTORRIJTUIGEN.
De K.N.A.C. schrijft:
In de belastingvoorstellen van den mi
nister van financiën zal worden opgenomen
een voorstel tot afschaffing van de perso-
neele belasting naar den grondslag motor
rijtuigen, waarbij voor plm. 30 van de
opbrengst dier belasting compensatie zal
worden gezocht in een verhooging met 12%
van de motorrijtuigenbelasting voor de
voor personenvervoer ingerichte motorrij
tuigen.
Principieel streed de K.N.A.C. hiervoor
gedurende de laatste jaren op uitermate
krachtige wijze, aangezien voor de bezitters
van normale personenwagens op deze wij
ze het gevoel van rechtsonzekerheid komt
te vervallen.
De ergernis is nu van de baan. Gezien de
conclusies van het „rapport-De Vries" blijft
de K.N.A.C. hopen dat de 30 compensatie
achterwege zal blijven. En zeer zeker zal
toch mogen worden verwacht, dat de ge
meenten voor wie de opbrengst der p. b.
bestemd is hunne verdere compensatie
niet zullen ontvangen door verhooging van
belastingdruk in anderen vorm.
bard was opgestaan in Uist en over de ge
heele Hooglanden reciteerde men zijn ge
zangen en zijn „klaagzang op den Bruce"...
Was ik nog zoo vol belangstelling en herin
nerde ik mij nog de gedichten en de groote
verhalen?
„Zie, de nacht is van groote lengte",
haalde ik aan, „ondraaglijk. Vertel ons
daarom van deze wondere daden".
„Het is lang geleden, sedert je een ver
haal van mij gehoord hebt, twaalf lange
jaren en het zal lang duren, voordat je er
nog een zult te hooren krijgen, want mor
gen ga ik weg. De oude sergeant, de Dood,
heeft zijn order al lang voor mij klaar lig
gen en het is alleen de wijsheid van een
ouden vos, die mij doet ontsnappen, maar
hij zal mij een dezer dagen wel te pakken
krijgenen dan zal er een einde zijn aan
de mooie vertellingen Als je dus voortaan
een verhaal wilt hebben, zult je het zelf
moeten schrijven
„Maar voordat ik sterf, zal ik je de ge
schiedenis van Marco Polo laten hooren.
Er is een macht boeken over Marco Polo
geschreven; de geleerden hebben hun bril
len omhoog geschoven en de spinragen uit
hun ooren geveegd en gezegd: „Dat is al
les, wat er over Marco Polo kan gezegd
worden".
Maar de geleerden zjjn een eigenaardig
en blind soort menschen. Ik heb eens hoo
ren beweren, dat er een dokter in Spanje
is, die de aarde kan wegen, maar hij kan
geen voor ploegen, die noodig is om graan
zaaien. De geleerden kunnen je wel vertel
len, hoeveel veeren de vleugel van een vo
gel heeft, maar zij hebben mij noodig om
Een vluchtheuvel voor den
geest, die blasé is geworden
van wereldgebeuren, van
krantensensatie dag in dag
uit, zóó kan onze woning
zijn! Evenwicht hervinden,
dat zoo gunstig is voor
ons physiek en zoo dienstig
aan den vrijen loop van
onze fantasie, aan het
maken van nieuwe plannen!
Geven we dan onze woon
kamer een stempel van onze
persoonlijkheid met ge
bloemd R&D behang 49938,
of 49939, twee klassieke
bloembehangselsuit de R&D
Serie 49. Forsche damastdes
sins en toch licht, beide van
ongemeen decoratieve wer
king. Zoekt U 'n modern,
meer effenkleurig behang,
ook dan biedt de nieuwe
R D-collectie Series 16 - 47 -
48-49-50-51 en 52 U een
rijke keuze! Vraag ze Uw
behanger ter inzage en let
U op het lettermerk R&D
op het omslag. Want alleen
R D-behangsels zijn in de
mooie, transparante „Fixa-
Color"-kleuren uitgevoerd.
Behangselpapierfabrieken van
Ratli&Doocleheefver
Levering via Uw behanger.
Toonkamers te Middelburg, L. Noordstr. 26.
(Ing'ez. Med.)
MOTORSCHIP OMHOOGGEVAREN.
Er waren acht sleepbooten noodig
om het weer vlot te krijgen.
Het Nederlandsche motorschip Nijkerk
is gistermiddag omstreeks 1 uur ter hoog
te van Walsoorden aan den grond geva
ren en blijven zitten. Nader vernemen wij
nog dat de Nijkerk bij het uitwijken voor
een ander schip bij de zwarte boei 23 op
de plaat van Walsoorden omhooggeloopen
is. De bij Walsoorden gestationneerd lig
gende Belgische sleepboot Max voer on
middellijk naderbij voor het verleenen van
assistentie welke aanvaard werd. Inmid
dels waren sleepbooten van Vlissingen,
Terneuzen en Antwèrpen onderweg daar
het niet mogelijk bleek het schip met één
sleepboot vlot te trekken. Met behulp van
een achttal sleepbooten is de Nijkerk toen
om kwart over vijf weer in diep water ge
trokken waarna het schip zonder oogen-
schijnlijk schade bekomen te hebben de
reis heeft voortgezet.
REDDEN VAN DRENKELINGEN UIT ZEE
EN UIT TE WATER GERAAKTE
AUTO'S.
De Middelburgsche Reddingsbrigade heeft
gisteravond in de bovenzaal van de Sociëteit
„De Vergenoeging" een propagandaavond
georganiseerd, waar de heer A. J. Meyerink
gesproken heeft over het redden van dren
kelingen uit zee en uit te water geraakte
auto's. In een kort inleidend woord wees de
spr. er op, dat ongeveer 30 jaar geleden in
ons land per jaar bijna 1000 menschen ver
dronken. Dank zij 't feit dat velen thans de
zwemkunst machtig zjjn en mede door het
goed georganiseerde reddingswerk en niet
het minst ook door het werk van de red
dingsbrigaden is het aantal menschen dat
per jaar door verdrinking om het leven
komt gedaald tot 648. Maar achter dit ge
tal ligt nog veel leed en angst verborgen.
Daarom wekte spr. op het werk van de
Middelburgsche Reddingsbrigade te steu
nen, daar haar doel toch is menschen van
den verdrinkingsdood te redden.
Toegelicht met een groot aantal duide-
hun te vertellen, waarom zij de roepstem
hooren en over oceanen vliegen zonder
kompas of sextant en zonder land te zien.
„Heb je ooit een geleerde voor een jong
meisje zien staan? In al zijn kennis kan hjj
niets vinden om tot haar te zeggen; maar
elk broodpoëet in het land kan het wel.
„Luister nu, Brian Oge en laat de ge
leerden ook luisteren; maar of de geleerden
het doen of niet, dat kan mij niets schelen,
Eens luisterde een paus met veel respect
naar mjj en een maarschalk van Frankrijk
en dichters zonder tal ook, maar de ge
leerden trekken den neus op. En, weet je,
ik bezit evenveel geleerdheid als de eerste
de beste, zooals je uit mijn verhaal zult be
merken".
„Is er, behalve ikzelf, niemand hier, die
snuif gebruikt? Neen? Ach ja, wat veran
deren die tijden toch?"
I.
De avond van den eersten lentedag be
gint nu te vallen en het is te zien, hoe
traag de dag is om heen 'te gaan, zelfs voor
den korten tijd tot het herrijzen van de
zon. En hoewel er kilte hing over de kana
len, toch was er grootsche kleuring in den
zonsondergang, het rood ervan op het wa
ter overgaand in oranje en zich oplossend
in de olijfkleurige plekken rondom de meer
palen. En een zachte wind woei van de
Grieksche eilanden, zwellend en zwevend
alsof een harpist zijn instrument bespeelde;
men hoorde geen geluid, maar er was me
lodie, het was het rhythme van de lente,
dat oude menschen herkennen.
Maar de jonge menschen, die wisten ook.
dat het lente was aan de vroolijkheid,
lijke en leerzame lichtbeelden heeft de spr.
er op gewezen dat de Ned. Bond tot het
redden van drenkelingen reeds verscheide
ne jaren zich bezighoudt met het belang
rijke vraagstuk hoe het hulpbieden aan
automobilisten die met hun wagen te wa
ter rijden dient te geschieden. De verschil
lende proeven daartoe genomen en de vele,
helaas droevige, ongelukken in de praktijk
besprekende vestigde spr. er de aandacht
op dat rust en kalmte bij de ongevallen een
eerste vereischte is. Tal van nuttige wenken
liet spr. hooren: nooit moet men de ruiten
van een onder water gereden auto inslaan,
nimmer ook de kap openslaan of open snij
den, daar gewacht moet worden op het in
treden van den evenwichtstoestand, d.w.z.
wanneer het water in de auto niet meer
stijgt. Dan kunnen de portieren gemakke
lijk geopend worden. Spr. zeide voorts er
vooral aan te denken dat in het hoogst ge
legen gedeelte der auto in den regel een
hoeveelheid lucht te vinden is, waar men
een bepaalden tijd vrij kan ademhalen. Zoo
heeft spr. nog tal van practische opmerkin
gen en wijze lessen, verduidelijkt met licht
beelden gegeven.
Na de pauze besprak de heer Meyerink
het redden van drenkelingen uit zee. Spr.
wees op de gevaren die een zwemmer be
dreigen, de methoden van en de hulpmidde
len bij redding. Ook nu werden daarbij in
teressante beelden op het doek vertoond,
Gewezen werd hoe men een keten moet
vormen, hoe een drenkeling gedragen be
hoort te worden, en op het materiaal
haspels, booten, etc. dat voor redding ge
bruikt wordt. Zoo viel er dezen avond weer
veel te leeren van den prettigen, vlotten
causier, die de heer Meyerink ook nu
weer bewees te zijn.
De voorzitter der Middelburgsche Red
dingsbrigade, de heer H. W. Naezer, die een
kort welkomstwoord heeft gesproken, heeft
ook den spreker voor zijn leerzame voor
dracht dank gebracht.
Een gezellig samenzijn volgde nog. Er
werd een kort tooneelstukje opgevoerd een
band zorgde voor muziek en er werd nog
menig dansje gedaan.
VERLICHTING STATIONSBRUG.
In verband met de vernieuwing en elec-
trificatie van de Stationsbrug zijn door B.
en W. met de directie van den Rijks Wa
terstaat besprekingen gevoerd nopens een
wijziging van de verlichting dier brug,
welke tot dusverre bestond uit 4 gaslan
taarns (2 aan elke zijde), alsook een elec-
trische lantaarn in het midden, en waar
voor de betaling contractueel geregeld was.
Voorloopig is thans overeenstemming
bereikt omtrent verlichting door 4 electri-
sche lantaarns op palen van het aan den
Blauwendijk aanwezige type, op te nemen
in de brughoofden en voorzien van een
zelfde lamp-type als dat, aanwezig in de
paal op den Dam bij de Graanbeurs. De
kosten voor de gemeente zullen bedragen
327. De jaarlijksche exploitatiekosten,
waarvan de helft voor rekening der ge
meente komt, gaan terug van 189 tot
101.
B. en W. stellen den R'aad voor in dien
geest te besluiten.
DE STILLE ZUIDZEE.
De laatste lezing van de af deeling Wal
cheren, van de Nederlandsche Reis-Ver-
eeniging werd Donderdagavond in het
Schuttershof gehouden en ook nu kon van
groote belangstelling worden gewaagd.
Zfj, die er waren hebben kunnen profi-
teeren van de groote kennis, die de heer
Gerard Pilger uit Amsterdam op zijn rei
zen opdoet. Ditmaal heeft hij allen in ge
dachten gebracht naar de tallooze eilan
den in de Stille Zuidzee.
Het was een mooie avond en de voor
zitter, de heer J. Ph. Koene, heeft terecht
den heer Pilger dank gebracht voor het
gebodene. Spr. heeft opgewekt lid te wor
den en het leger van ongeveer 700 nog te
helpen vergrooten, ook voor het volgend
seizoen seriekaarten te nemen, en niet te
vergeten, dat het winterseizoen op 28
Maart met een uitvoering van „De Vrek"
door het gezelschap Jan Musch wordt be
sloten.
Conversie geldleening.
B. en W. stellen den Raad voor de lee
ning 1934, oorspronkelijk vroot 252.000, na
de aflossing 1939 nog groot 207.000 ren
tende 4% pet. te converteeren, nu tegen 15
Juli een bod is gedaan op een leening tot
laatstgenoemd bedrag tegen 3% pet., met
een looptijd van 23 jaar, waardoor de aflos
singen geheel worden geregeld als bij de
thans loopende leening het geval is.
die de lucht vervulde, want niets brengt
zoozeer geluk in het hart als de komst van
de lente. De menschen, die gedurende het
geheele overige jaar blind zijn, zij openen
de oogen en een zonsondergang en de kleine
maagdelijke bloempjes, die tusschen de
steenen groeien of het gesjilp van een vo
gel op een tak grijpt hen aanEn jonge
vrouwen tooien zich en jonge mannen zin
gen, zelfs al hebben zij stemmen als raven...
en er is iets in hen, dat ontwaakt, evenals
in den grond, met het ontkiemen der za
den
En de jonge Marco Polo wierp de ganze-
pen neer in de schrijfkamer, waar hij zijn
vak leerde. De nacht was in aantocht; hij
was nog maar een jongeling en voor jonge
lieden dient de nacht niet om uit te rusten
van het werk en voor de kalmte van den
slaap, maar om te spelen en te drinken en
jonge vrouwen het hof te maken. Nu wa
ren er twee vrouwen, die hij zou kunnen
bezoeken en de eene was een voorname
Venetiaansche dame met haar, zoo rood als
het kleed eener koningin en met een mooie
gestalte en een groote waardigheid. Maar
bij haar zou hij slechts verzen reciteeren of
hoofsche stijve complimenten maken, zoo
als ge zoudt kunnen hooren in een tooneel-
spel.-En hoewel dat goed scheen te passen
bij winterweer en kaarslicht, was het een
poover vermaak in de lente.
De andere was een donkere, mollige
kleine costuumnaaister, een aardige, zin
gende vrouw, zeer aanhankelijk en zeer ge
vleid, dat een van de groote Polo's haar
het hof maakte. Z3j kuste graag en altijd
vroeg zij den jongeling om goed op zichzell
Ruim een kwart liter komt U op 75 cent»
De voordeeligste manier om van Uw
hoest en verkoudheid af te komen, is
een heel eenvoudig middel, dat U zeif
thuis klaarmaakt. Neem een kwart liter
heet water en los daarin op een eetlepel
suiker. Voeg hierbij den inhoud van een
30 grams-fleschje Vervus (dubbel gecon
centreerd), dat U bij eiken apotheker of
drogist tegen den vastgestelden prijs van
75 cent kunt koopen. Even goed door
roeren tot alles opgelost is. Dosis: vol
wassenen: 1 eetlepel, kinderen van 812
jaar: een dessertlepel, kinderen van 38
jaar: een theelepel. Na de drie voor
naamste maaltijden en voor het naar bed
.gaan. Het werkt ook doeltreffend in ge
vallen van influenza, heeschheid en
bronchiale aandoeningen. Probeer het
vandaag nog en bewaar dit recept goed.
(Ingez. Med.}5
VEREENIGING TOT STEUN.
Gistermiddag hield de Vereeniging Tot
Steun haar jaarvergadering in een der lo
kalen van het gebouw der Ver. van Vrtfz.
Herv., onder voorzitterschap van mr. H.
Pleyte.
De secretaresse, mevrouw M. Borgman
Lighthart, bracht het jaarverslag uit en
wijdde daarin in de eerste plaats woorden
van groote waardeering aan haar voorgang
ster, mevrouw KoekebakkerLens. Met
groote toewijding en hartelijke genegenheid
heeft mevrouw Koekebakker zich geduren
de tien jaar aan haar werk gegeven en vele
pupillen met moederlijken raad bijgestaan.
Tot leedwezen van het bestuur heeft mevr.
Koekebakker moeten besluiten zich niet
zooals aanvankelijk haar plan was alleen
als secretaresse maar geheel uit het bestuur
terug te trekken. Het bestuur mocht er nog
niet in slagen een ander bereid te vinden
haar plaats in te nemen. Het eerste jaar,
dat mevrouw Borgman als secretaresse aan
de afdeeling werkzaam mocht zijn, heeft
het haar wel heel gemakkelijk gemaakt.
Men begon 1938 met drie pupillen waarvan
een in April meerderjarig werd. Zij was te
Rotterdam in een betrekking als kapster.
De inlichtingen waren goed. Tot zijn spijt
heeft het bestuur nadien niets meer van
haar gehoord. De volgende in leeftijd, een
jongen geeft in het geheel geen moeite meer
en zal in April de ambachtsschool kunnen
verlaten als electricien. En dan de derde
een meisje, wier gezondheidstoestand wel
weer zorgelijk was. Toch is er vooruitgang
te bemerken en is zij telkens korter ziek en
minder hevig. Zij zal op verzoek van haar
pleegmoeder de MULO verlaten en naar de
huishoudschool gaan. Het is treffend te zien
met hoeveel zorg die pleegmoeder haar om
ringt. Het bestuur krijgt dan ook geregeld
opgewekte brieven van deze pupil. Het be
stuur had gehoopt nog een derde pleegkind
te kunnen aannemen. Een goed tehuis
wacht al op den kleinen jongen. Maar de
formaliteiten zijn nog niet geheel in orde.
Financieel staat de afdeeling er niet
slecht voor. Door toedoen van het ijverig
werken van mevrouw MullerBrujjn in het
halve stuiverfonds ontving de vereeniging
twee maal 60, terwijl hetzelfde Tjedrag aan
het hoofdbestuur werd afgedragen. Mede
door de vrij hooge doktersrekening voor de
zieke pupil, sloot men dit jaar met een na-
deelig saldo van 2.19. Het ledental is met
één vermeerderd en is thans 56, het aantal
begunstigers 53. Het bestuur kan over 1938
tevreden zijn en gaat met nieuwen moed
W£D. D. S. VAN SCHUPPEN - VEENENOAA*.
"cte WoldpociaUétim
Gngez. Meded.)
te passen, om zijn mantel om te slaan en
iets warms te drinken, als hij 's nachts naar
huis toe ging, want de lucht boven de ka*
nalen was kil.
De groote dame was te veel verstandelijk
en de kleine costuumnaaister te veel licha
melijk, om den jongen Polo op den eersten
avond van de lente te boeien.
Nu is het een vreemd iets, dat een jonge
man zal aanlokken op den eersten lente
avond. De dolende voet jeukt en de geest
en het lichaam volgen al te graag; er is
datgene in het binnenste van een jongen
man, dat den jachthond op een maanver-
lichten nacht van voor het haardvuur doet
oprijzen: „Waarachtig, ik zal zelf eens een
wandeling gaan maken door de velden om
te zien, of er niets te jagen valt. Misschien
is er wel een wezel, of een otter op pad van
nacht. Of misschien wel een haas, ja, dat
zou goede sport zijn! De haas, vluchtend en
ik achter hem aan over hekken en velden...
ha, ha, een goede jacht ig een genot! Ik zal
den weg een eind op gaan!"
Of er is in hem wat de vogels onrustig
maakt op tropische eilanden. „Twiet-wiet"
mopperen zij. „Dit is stellig een prachtig
oord en heel prettig in den winter; de palm-
boomen zijn groen, maar ik zou liever het
groen van jong gras zien. En de zee, weet
je, wordt eentonig. Herinner jij je de perzi
ken van Champagne, vrouw, en de kerse-
boomen van Antrim? Weet je nog van dien
boer, die zoo slecht schoot en zijn vrouw
met dien rooden rok? Ik voel mfj flink en
sterk op de vleugels! Wat denk je ervan7
Laat ons opbreken en weg gaan!"
(Wordt vervolgd)-