n
IBIS SHAG
G Bf iP VOORDE PIJP
Dobbelmannlekker, man
INTIES
KRONIEK van den DUO.
ÜNNENLANB.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 9 MAART 1939. No. 58.
iT
MARCO POLO
RIJTIJDENBESLUIT IN MEI IN
WERKING.
EEN CENTRAAL VLUCHTELINGEN
KAMP TE ELSPEET,
Joodsche vluchtelingen en hun
gezinnen zouden hier worden
ne/v-
Bij den barbier
Is 't geen plezier
Voor iemand van mijn
rookkracht,
Want je begrijp'
Da'k naar mijn pijp
En naar Ibis ook smacht.
MARCO POLO
regels
Dger.
ikomsf
iet „On-
in „St.
iet Just.
I. d. zaal.
zomer-
even, of
igen? Na
laatste,
el waard.
|I21 Mbg.
roemdste
ie groo-
8 voor
■zijn, die
|1. smelt-
ïlft Mbg
|ijn onze
a jour
Je kwal.
Jllakens,
Lafe-
l'burg.
De vooruitzichten op de komende
algerneene verkiezingen in Engeland
Met het jaar 1940 zal de huidige samen
stelling van het Engelsche parlement, dat
telkens voor vijf jaar gekozen wordt, door
een nieuwe vervangen moeten worden.
Waar het echter een constitutioneele ge
woonte is nieuwe verkiezingen uit te schrij
ven voor de volksvertegenwoordiging de
vijfjarige termijn heeft geëindigd, kan met
zekerheid worden vastgesteld dat het be
staande parlement nog in dit jaar zal wor
den ontbonden. In de laatste paar maanden
zijn reeds herhaalde geruchten opgedoken
dat de premier besloten had in de naaste
toekomst algerneene verkiezingen uit te
schrijven. Tot nu toe zijn deze voorspellin
gen nog niet in vervulling gegaan. Zooals
gezegd, lijdt het echter geen twijfel dat het
besluit tot ontbinding van het parlement in
de eerstvolgende negen maanden zal wor
den afgekondigd. Het meest waarschijnlijke
tijdstip wordt nu geacht de herfst van dit
jaar te zijn. Er is derhalve goede reden
eens na te gaan wat de kansen van de ver
schillende partijen, zooals zij zich nu laten
aanzien, in de eerstvolgende algerneene ver
kiezingen zullen zijn; vooral omdat het re
sultaat van die verkiezingen niet alleen
van groot belang is voor Engeland's bin-
nenlandsche politiek, maar ook voor de
ontwikkeling van den internationalen toe
stand, waarin Engeland immers zulk een
vooraanstaande rol speelt.
Wil men nu de kansen van de partijen in
den komenden strijd beoordeelen, dan kan
men eenige aanwijzingen vinden in het ver
loop van de tusschentijdsche verkiezingen
die sinds de geboorte van het huidige parle
ment hebben plaats gehad. Tot en met 1
November 1938 werden 52 van deze verkie
zingen gehouden, de meeste noodig gewor
den door het overlijden van Lagerhuisle
den. Het totale resultaat is als volgt: 44
van de 52 kiesdistricten waarin een nieuwe
vertegenwoordiger moest worden gekozen
waren in handen van de regeeringspartijen.
32 daarvan hebben zij met succes verde
digd, en slechts twaalf zetels hebben zij
aan de oppositie, moeten afstaan. In de
overblijvende acht kiesdistricten waar de
socialisten aan dé macht waren is de po
sitie onveranderd gebleven. Men zou hier
uit dus tot op zekere hoogte kunnen 'op
maken dat de regeeringspartijen zich over
het algemeen betrekkelijk goed handhaven,
en van een algerneene verkiezing wel een
inkrimping van hun meerderheid in het La
gerhuis, maar nog zeker geen nederlaag te
verwachten hebben.
Niettemin geven de verkiezingscijfers de
leiders van de regeeringspartijen toch geen
reden tot onverdeelde vreugde. Er is name
lijk, ook in die meerderheid van gevallen
waar zij hun zetel met succes tegen de op
positie hebben weten te verdedigen, een
aanzienlijke daling in hun meerderheid
waar te nemen. Vrijwel al deze gevallen
toonen hetzelfde beeld. De oppositie-partij
en behalen niet veel meer dan het aantal
stemmen dat zij in de algerneene verkiezin
gen van 1935 kregen, maar het stemmen-
aantal van de regeeringspartijen toont ver
geleken met 1935 een belangrijke terug
gang, zoodat de regeeringsmeerderheid tel
kens sterk ingekrompen is. De verklaring
van dit verschijnsel is niet ver te zoeken.
Gedeeltelijk is de inkrimping van de re
geeringsmeerderheid in de verschillende
tusschentijdsche verkiezingen ongetwijfeld
te wijten aan de apathie van de conserva
tieve kiezers, die het, gezien de groote meer
derheden behaald in 1935, niet noodig ach
ten zich veel moeite te geven, om de nog
zoo veilig schijnende positie te handhaven.
In de politiek is een partij die zijn machts
positie moet verdedigen altijd iets ten ach
ter tegenover de partij die het offensief
moet nemen. Dit is echter niet de geheele
verklaring. Het terugloopen van de regee-
ringsmeerderheden moet gedeeltelijk wel
degelijk worden toegeschreven aan een re-
eele ontevredenheid en een desillusie over
de huidige regeering. Ook dat is in Enge
land's parlementaire leven een normaal ver
schijnsel. Hoe langer een bepaalde regee
ring aan de macht is (en de nationale re
geering is nu reeds acht jaar lang aan de
macht, langer dan eenige regeering sinds
den oorlog ooit zijn positie heeft weten te
handhaven), hoe meer dat groote deel van
het kiezerspubliek dat geen speciale partij
voorkeur heeft en in Engeland geken
merkt wordt met den naam „the floating
vote", reden begint te vinden om aanmer
kingen op het regeeringsbeleid te maken.
Het is niet alleen omdat men, menschelijk
zijnde, naar verandering begint te verlan
gen, maar ook omdat een regeering die lan
ge jaren een onbetwiste machtspositie heeft
Uit het Amerikaansch
van DONN BYRNE.
1).
Tijdens het tweede oponthoud van de
jacht bereikte mij de boodschap, dat een
land- en stamgenoot naar mij gevraagd
had. Het terrein was zwaar, het weer guur
en de rit te woest voor genoegen en te tam
als sport, zoodat ik den land- en stamge
noot zegende en den ruiters den rug toe
keerde. Maar toen men mij zijn naam
noemde, viel ik bijna uit het zadel. „En die
man is dood!"
Maar hij*was niet dood; hij was in New
York. Hij was onderweg van de rotsen van
Ulster naar zijn kleinzoon, die een sinaas
appelplantage had aan de Indian Rivier in
Florida. Hij was niet dood. En geïrriteerd
zeide ik tot mijzelf: Moet dan iedereen, die
negentig jaar geleden geboren werd, dood
zijn? Maar het is een lastig geval, dacht ik,
om opgescheept te worden met een man
van over de negentig, om op mijn leeftijd
e moeten optreden als ziekenoppasser!
Waarom icon hij niet thuis blijven en daar
sterven? Op een goeden dag zal hij natuur
lijk dood gaan, zooals wij allen eens dood
gaan en zijn geest zal nimmer tevreden zijn
aan de t age rivier, bij de bemoste boomen,
waar de blauwe reigers, de witte kraan
vogels en de groote grijze pelikanen rond
vliegen. Ik ben ervan overtuigd, dat hij zal
terugkeéren naar de donderende branding,
gehouden inderdaad vaak gegronde redenen
tot ontevredenheid begint te geven; haar
energie toont een neiging te verslappen, zij
wordt zelfgenoegzaam, kortom, men voelt
ten rechte of ten onrechte dat er nieuw
bloed noodig is. In hoeverre de huidige na
tionale regeering deze verwijten van ver
slappende energie en zelfgenoegzaamheid
verdient zullen wij hier niet onderzoeken.
Van belang is alleen dat de verkiezingscij
fers toonen dat zij een deel van hen die haar
in 1935 aan de macht hielpen, niet meer be
vredigt.
Zou men daaruit mogen concludeeren dat
deze normale en welhaast onvermijdelijke
beweging van de politieke slinger ver ge
noeg zal doorslaan om de oppositie bij de
volgende algerneene verkiezingen een kans
te geven? Het lijkt vooralsnog uitermate
onwaarschijnlijk. Een aanzienlijk deel van
het volk (en het is juist dat deel, the floa
ting vote, dat bij het Engelsche verkiezings
stelsel den doorslag geegt), mag genoeg van
de nationale regeering hebben, maar dat
beteekent nog allerminst dat het voor de
oppositie zal stemmen. In tegendeel, wan
neer de floating vote dit jaar gevraagd zal
worden te kiezen tusschen de nationale re
geering en de Arbeiderspartij, welke de
eenige serieuze mededingster naar de macht
is, zullen de meesten naar alle waarschijn
lijkheid, zjj het ook met een zwaar hart,
hun stem aan de regeering geven.
Verschillende vooraanstaande figuren uit
de oppositie hebben zelf bij herhaling er
kend, dat de oppositie met haar huidige
politiek nooit dat deel van de bevolking voor
zich zal kunnen winnen, dat noodig is om
de nationale weegschaal in haar richting te
doen doorslaan. De redenen van dit falen
van de oppositie zijn van verschillenden
aard. Er is in de eerste plaats de kwaliteit
van het oppositioneele leiderschap. Attlee,
de leider van de Arbeidersfractie in het La
gerhuis, die bij een socialistische overwin
ning minister-president zou worden, is niet
een man die op de verbeelding van het volk
weet te werken. Hij is een hard werker, een
oprechte patriot, wat zijn tegenstanders ook
mogen zeggen; hij is ondanks zijn doctrinai
re houding toch nog een echte Engelsche
socialist, d.w.z. allerminst een revolution-
nair. Maar hij is ondanks dit alles een man
wien de middelmatigheid van het ggezicht
straalt. De andere socialistische leiders zijn
al even weinig geschikt om vertrouwen en
enthousiasme te inspireeren. Alleen Herbert
Morrison, de ongetwijfeld zeer kundige
voorzitter van den Londenschen gemeente
raad, is iemand die zich mogelijkerwijs nog
eens tot een nationaal leider zou kunnen
ontwikkelen.
Ook onder diegenen, en dat zijn er velen,
die het met het buitenlandsche beleid van
de huidige regeering radicaal oneens zjjn,
zijn er weinigen, die Engeland in dit kri
tieke oogenblik van zijn geschiedenis zou
den willen overlaten aan het bestuur van
Attlee cum suis. Niet dat de socialistische
leiders oorlogszuchtige maniakken zijn, zoo
als hun tegenstanders hen om voor de
hand liggende redenen van partij-voordeel
vaak verwijten, zij zijn ongetwijfeld even
zeer overtuigd van het belang den vrede te
handhaven, en zij zijn ondanks hun inter
nationalisme even goede patriotten als de
meest verstokte conservatieven. Maar wat
hen als potentieele leiders van de buiten
landsche politiek zoo weinig aantrekkelijk
maakt, is dat zij telkens weer sterk den
indruk geven, zich tegenover de interna
tionale problemen meer door hun hart dan
door hun hoofd te laten leiden. Dat is een
luxe die men zich in deze tijden niet kan
veroorloven.
Tenslotte vervreemdde de Arbeiderspartij,
door haar koppige vasthoudendheid aan een
doctrinair, zij het dan ook allerminst een
revolutionnair, partij-programma velen van
zich die een meer tot compromissen geneig
de oppositie gaarne een stem zouden geven
om zoodoende de door hen gehate nationale
regeering uit het zadel te wippen. Sommige
leiders van de Arbeiderspartij ageeren al
sinds jaar en dag voor een althans tijde
lijke modificatie van het partij-programma
om zoodoende een samengaan, of zooals
het in de tegenwoordige terminologie heet,
een „Popular Front", te vormen met alle
progressieve en anti-regeeringspartijen in
den lande. Alle politieke waarnemers zijn
het er over eens, dat dit inderdaad de eeni
ge manier is waarop de oppositie er in
zou kunnen slagen de macht te veroveren.
Daar het officieele partij-bestuur van de
Arbeidersbeweging echter onlangs door sir
Stafford Cripps, den leider van de cam
pagne voor een Popular Front, uit de partij
te zetten, onmiskenbaar getoond heeft het
volle pond van haar doctrinair socialisme
te willen blijven eischen, is een samenwer
king met anderen (dit zouden dan in hoofd
zaak liberalen moeten zijn) uitgesloten te
achten. Een nieuwe conservatieve meer-
naar de lijsterbessen met de roode trossen
en de bassende arenden van Antrim. Het is
een verbazend dom iets om buiten Ulster
te sterven, als men daar sterven kan.
Maar toen ik in den trein naar de stad
reed, verliet de harde logica van Ulster mij
en terwijl ik aan hem dacht kwam de zach
tere stemming van Ulster over mij en het
spichtige, ziekelijke late wintergras van
Westchester, de slordig gebouwde landhui
zen, de slierten onooglijk waschgoed, de
schreeuwende reclameborden al de lee-
lijkheid ervan verdween en ik was weer in
de valleien van Antrim. Daar was het zach
te purper van het Iersche Kanaal en de
vervagende wazige silhouet van Schotland,
daar was het zilver der haringscholen in de
zon en vanaf de rotsen kon ik zien, waar
de branding donderde als een trom. En on
der mijn voeten was de heide, de verende
heide, paarse- en dopheide
En het beeld kwam mij voor den geest
van de met stroo gedekte hoeve van den
ouden man, als de maan scheen en de
vleermuizen rondfladderden en de wind uit
het graafschap Antrim door de dalen blies.
Het turfvuur brandde in den haard, dan
rood, dan geel en het 'gulden licht straalde
uit de lampen en Malachi van de Lange
Vallei reciteerde een of ander gedicht van
den blinden Raftery, of den klaagzang van
Pierre Ronsard op Maria, koningin der
Schotten:
Diep in mijn zak is een lint van mijn
eenige geliefde,
DE BELASTINGPLANNEN BIJ DEN
BAAD VAN STATE.
Naar wij vernemen heeft het complex
van belastingvoorstellen (waartoe o.m. de
nationale inkomsten- en winst-belastingen
de herziening van eenige accijnzen be
hoort), dat in de millioenennota voor het
eerst door den minister van financiën is
aangekondigd, het departement verlaten.
De ontwerpen berusten thans bij den Raad
van State.
AANSCHAFFING LICHT AUTOMATISCH
LUCHTDOELGESCHUT.
Met een kaliber van 4 cm.
Naar de N.R.C. verneemt, heeft het le
gerbestuur besloten tot invoering van licht
automatisch luchtdoelgeschut van plm. 4
cm bij ons leger over te gaan.
Hierbij teekent het blad aan, dat dit
geschut dient tot bestrijding van vliegtui
gen op afstanden en hoogten van plm.
500 m tot plm. 3500 m, waaronder de
hooge duikvlucht. Tegen de lage duik
vlucht en scheervlucht zijn alleen de
luchtdoelmitrailleurs, welke bereids bij ons
leger aanwezig zijn, volledig te gebruiken
Aan de beslissing van het legerbestuur
om als lichte luchtdoelautomaat een ka
liber van 4 cm te kiezen, zullen mede de
jongste oorlogservaringen niet vreemd zijn.
Deze toch hebben op overtuigende wijze
bevestigd, dat de uitwerking van het en
kele schot bij 4 cm veel grooter is dan bij
2 cm. Geen wonder ook, daar het projec
tielgewicht bij een kaliber van 4 cm on
geveer viermaal zoo groot is als bij dat
van 2 cm.
Aan de kleine automatische luchtdoel
kanonnen, speciaal aan het kaliber van 4
cm, wordt tegenwoordig veel waarde toe
gekend. Generaal Armengaud heeft ge
zegd, dat deze binnen hun werkingssfeer
tot op middelbare hoogte den vliegers prac-
tisch het luchtruim ontzeggen. Engeland
bestelde in 1937 600 automaten van 4 cm
bij de firma Bofors. Bovendien zijn alle
Engelsche oorlogsschepen met meerdere
zg. „pom-pom" kanonnen bewapend, een
geschutconstructie, waarbij 6 schietbuizen
van plm. 4 cm op een en dezelfde affuit
zijn aangebracht. En een Zweedsch memo
randum kwam reeds in 1935 tot de con
clusie, dat de automaat van 4 cm boven
dien van 2 cm verre de voorkeur verdient,
zoowel wat de schootsverheid als de ove
rige schieteigenschappen betreft.
Wij kunnen dan ook, aldus het blad,
na wat wij reeds over het lichte afweer
geschut tegen luchtaanvallen hebben ge
schreven in ons avondblad van 30 Januari,
de invoering van het lichte automatische
kanon van 4 cm, zijnde een onmisbare
schakel tusschen den luchtdoelmitrailleur
en het middelbare half-automatische ge
schut, niet anders dan toejuichen.
HET BEZOEK VAN MINISTER
STEENBERGHE AAN DUITSCHLAND.
Ter eere van den Nederlandschen minis
ter van economische zaken, mr. Steen-
berghe, die voor een bezoek, dat twee dagen
duren zal in Leipzig is aangekomen, heeft
de Nederlandsche gezant, jhr. mr. A. M.
van Haersma de With, een receptie gehou
den, waar de minister een toespraak hield
De minister wees daarbij op de groote be-
teekenis van de Leipziger Messe. Voor de
bevordering der goede betrekkingen tus
schen Nederland en Duitschland. De vice-
president van het Messeamt, Fichter, wees
op den grooten goederenruil tusschen de
beide landen. Duitschland, zoo zeide hij,
heeft in l"^ 15 pet van den geheelen uit
voer van Nederland opgenomen. De voor-
jaarsmesse van 1938 werd door 2600 Neder
landsche zakenlieden bezocht. Heden zou
minister Steenberghe een bezoek brengen
aan de Nederlandsche af deeling op de
Messe.
In de memorie van antwoord aan de
Eerste Kamer nopens de begrooting van
waterstaat voor 1939, zegt de minister van
waterstaat dat het rijtijdenbesluit dezer da
gen zal worden afgekondigd. Zonder hier
mede op de beslissing te dezer zake te wil
len vooruitloopen, wil de minister in dit
verband toch wel mededeelen, dat hij de
inwerkingtreding omstreeks Mei van dit
jaar verwacht.
derheid is dus te verwachten, indien in het
najaar het Lagerhuis wordt ontbonden en
daarop verkiezingen plaats hebben.
En al de vrouwen van Europa zouden mijn
smart niet kunnen genezen helaas!
Ik heb met u afgedaan tot een nauwe
doodkist voor mij gemaakt wordt
En totdat daarna het gras zal opgroeien
door mijn hart!
En plotseling schoot het mij in den ram
melenden trein te binnen, dat behalve het
balspel en voetbal en paardspringen, alles
wat ik mij van Ulster herinnerde, lag op
gesloten in den persoon van Malachi Camp
bell van de Lange Vallei; een zeer vreem
den man, gehard als de sleedoorn, met ge
weldige gebogen schouders, een gelaat als
van een ouden havik van de bergen en met
haar, wit en vol als van een ouden kardi
naal. Al zijn verwanten waren dood, met
uitzondering van een kleindochterEn
hij was een traditie geworden in de val
leien. Men beweerde, dat hij student in de
godgeleerdheid geweest was in het buiten
land, in Valladolid en dat leven had opge
geven; en in Frankrijk was hij gouverneur
geweest bij de familie MacMahon, „roi
d'Irlande"en ergens was hij getrouwd
geweest en zijn vrouw was gestorven en
had hem geld nagelaten. En hij was naar
Antrim teruggekeerd, was bij de Pauselijke
Zouaven geweest en had ook gevochten in
den Amerikaanschen burgeroorlog
Een vreemde, oude figuur, die Grieksch en
Latijn even goed kende als de meeste pro
fessoren en die nooit zijn Iersch vergeten
had
Antrim zal steeds kleur geven aan mijn
eigen werk; mijn Fifth Avenue zal altijd
(Ingez. Med.)
ondergebracht.
Vrijdagmiddag a.s. zal de gemeenteraad
van Ermelo in een spoedeischende vergade
ring bijeenkomen, ter behandeling van een
voorstel tot uitgifte in erfpacht van hon
derd ha heide te Elspeet aan den Staat der
Nederlanden voor de vestiging van een cen
traal kamp voor Joodsche vluchtelingen.
Naar wij vernemen, heeft minister Van
Boeyen bij zijn bezoek van Vrijdag j.l. aan
Ermelo zijn keuze op dit terrein laten val
len.
Het is de bedoeling, dat ook vrouwen en
kinderen van Joodsche uitgewekenen in dit
kamp worden ondergebracht. Het kamp zou
in totaal tusschen de 2500 en 3000 perso
nen kunnen bevatten.
Geleidelijk hoopt men dan tot de ophef
fing van de andere vluchtelingenkampen
over te gaan.
DE STEUNVERLEENING AAN KLEINE
BOEREN.
Op vragen van het Tweede Kamerlid den
heer Van Lienden in verband met de wijzi
ging van de berekening van het theoretisch
inkomen van voor steun in aanmerking ko
mende kleine boeren, hebben de ministers
van sociale zaken en van economische za
ken, geantwoord, dat de financieele gevol
gen voor betrokkenen aan hen bekend zijn
Zij zijn, mocht de Kamer daarop prijs blij
ken te stellen, bereid de berekening van
het theoretisch inkomen in verschillende
gedeelten van het land over te leggen.
De ondergeteekenden meenen, dat er
geen aanleiding bestaat om wijziging in de
bestaande voorschriften te brengen. Zij
gronden dit op de overweging, dat de steun-
veranderingen haar grond en tegenwicht
vinden in een noodzakelijk gebleken wijzi
ging in de schatting der betreffende be-
drijfsinkomsten, terwijl de verschuiving ge
heel in de lijn der steunregeling voor kleine
boeren ligt, welke regeling beoogt de klei
ne grondgebruikers weer terug te brengen
op hun bedrijven en hun de gelegenheid te
geven, de rendabiliteit daarvan te bevorde
ren.
Kees
(Ingez. Med.)
iets in zich hebben van de heidedalen, mijn
personen zullen steeds een uitdrukking, een
gedachte, een blik hebben van Schotsch-
lersche mystiek en daarvoor moet ik dank
of blaam wijten aan Malachi Campbell van
de Lange Vallei. De verhalen, die ik hoorde
toen ik jong was, waren niet van Little
Rollo of die van Walter Scott, maar de grie
zelige vertelling van den Naakten Beul, die
op Midzomeravond door de valleien gaat,
van Dermot en Grayne met den Blanken
Boezem, van den veeroof van Maeve, Ko
ningin van Connacht, van den ouderdom
van Cuchulain op het eiland Skye, grieze
lige, akelige verhalen, zooals die van de
voetballers van Cushendun, wier bal een
doodshoofd en wier goal de toegang tot een
vervallen kerkhof is; vreemde religieuze
gedichten, zooals de Dialoog tusschen den
Dood en den Zondaar:
Ik placht onderdak te verschaffen aan
eiken armen zwerver,
Voedsel en drank aan hem, dien ik be
hoeftig zag.
Zijn juiste betaling aan den man, die om
afrekening vroeg;
Ach! Is Jezus niet hard als Hij mij ver
oordeelt?
Al deze geschiedenissen over al deze men-
schen, welke hij had verteld, hadden het
onwezenlijke, wazige van de luchtspiege
ling, die gezien kan worden vanaf de klip
pen van Portrush, een glinsterende stad in
een gulden woestijn omgeven door een
vreemden zeemist. Al deze liederen, al deze
woorden welke hij sprak, waren inheemsch,
De geschiedenis van Marco Polo, den
beroemden Venetiaanschen koopman, die
in 1271 naar China trok, waar hij als de
eerste Europeaan twintig jaar verbleef en
in dienst van den Grooten Kublai Khan
de functie bekleedde van wat men minis
ter van handel zou kunnen noemen, werd
door den bekenden Ierschen schrijver
Donn Byrne tot onderwerp gekozen van
een vertelling. De schoonheid van deze
legende ligt in den eenvoud.igen, toch tref-
fenden verhaaltrant, in de voorstelling
der feiten, zelfs in de anachronismen van
den verteller, den ouden Malachi van
Long Glen, door Donn Byrne geschapen
om de geschiedenis als volkslegende te
vertellen.
De avontuurlijke tocht en het verblijf
in China van den handelsman wordt hier
verwerkt tot een dichterlijk sprookje,
want Marco Polo trok niet uit ter wille
van de zaken van het handelshuis zijner
familie, hij ging ook niet ter wille van het
avontuur of uit nieuwsgierigheid naar het
verre onbekende Oosten, neen, ér is een
andere reden, een van hooger orde, meer
persoonlijk en dieper menschelijk, die hem
ertoe bracht de gevaarvolle, maandenlan
ge reis te ondernemen naar het einde van
het oude continent. Donn Byrne toovert
ons dat voor, zoo duidelijk, zoo levendig,
zoo aannemelijk, dat wij geheel medeleven
in dit gebeuren van eeuwen terug in een
ons onbekende omgeving, ons onbekende
landen en toestanden.
Bij de verschijning in de Vereenigde
Staten wekte Marco Polo" geen geringe
sensatie in literaire kringen en verschei
dene schrijvers van naam richtten woor
den van gelukwensch en dank aan den
toen nog vrij onbekenden Donn Byrne.
Deze jongen auteur, behoorde tot aan
zijn vroegtijdigen dood tot de uitverkore
nen van de Angelsaksische, speciaal Ier
sche, schrijversbent. In het heden begin
nende nieuwe feuilleton kan men de
spannende geschiedenis van Marco Polo
volgen.
DE ERKENNING VAN FRANCO'S
BEWIND.
De minister antwoordt op vragen
van den heer Wijnkoop.
Ter beantwoording van de vragen van
het communistische Tweede Kamerlid
Wijnkoop in verband met de erkenning
door Nederland van Franco's bewind heeft
de minister van buitenlandsche 'zaken in
hoofdzaak verwezen naar hetgeen hij hier
over heeft gezegd in de vergadering der
Eerste Kamer van 24 Februari.
De minister voegt hieraan toe:
Gelijk hij bij die gelegenheid verklaarde,
kan de minister niet toegeven, dat de re
geering met de erkenning der Spaansche
regeering had moeten wachten tot zij
daarover de Staten-Generaal zou hebben
geraadpleegd. Het te voren zoeken van een
gelegenheid tot aanraking met de Staten-
Generaal zou een staatsrechtelijk onjuiste
en ongewenschte verschuiving der verant
woordelijkheid van regeering naar volks
vertegenwoordiging hebben beteekend, wel
ke ondergeteekende niet voor zijn verant
woording zou kunnen nemen.
De beraadslagingen in den boezem der
commissie voor buitenlandsche zaken* van
de Twede Kamer zijn geheim.
Het verband tusschen de erkenning der
Spaansche regeering en de onafhankelijk
heid der kleine Staten, respectievelijk de
veiligheid van Nederland als in de laatste
vraag gesteld, ontgaat den minister.
hadden denzelfden smaak als de turfrook;
het Iersche eigen, dat ligt in donkere berg
meren, in pluviernesten tusschen de heide
struikenEn ze mij nu te herinneren in
New York hem nu te zien
Vijftien jaren hadden hem slechts weinig
veranderd; een weinig meer onzekerheid en
langzaamheid in het gaan, een buigen van
de zware schouders, een oog, dat fonkelde
als een mes.
„En wat denk je van New York, Ma
lachi
„Ik ben hier vroeger ook al geweest, zoo
als u zich zult herinneren; ik heb bij de
Wilderness gevochten".
Ik weerhield de vraag, wat hij veranderd
vond, want ik merkte op, hoe zijn neus
vleugels trilden.
Binnen eenige dagen zou hij naar het
Zuiden trekken, als hij zich wat georiën
teerd had na de zeereis. Dien avond scheen
het, alsof iedereen binnen kwam en rond
het vuur kwam zitten; Randall, de dichter
en de twee blonde Deensche meisjes met
vlashaar, Fraser, de golfspeler, zoo juist
uit Prestwick gekomen en een jong schrij
ver, die zijn sporen nog moest verdienen
en die en gene
Zij allen zwegen stil, terwijl de oude Ma
lachi sprak, sportlui, artisten, mannen en
vrouwen van de wereld; een stilte kwam
over hen en hun oogen zeiden, dat zij niet
voor een knappend vuur zaten in een groote
kamer, maar zich vol verwondering in de
valleien van Antrim waanden.
(Wordt Vervolgd).