n IBIS SHAG G Bf iP VOORDE PIJP Dobbelmannlekker, man INTIES KRONIEK van den DUO. ÜNNENLANB. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 9 MAART 1939. No. 58. iT MARCO POLO RIJTIJDENBESLUIT IN MEI IN WERKING. EEN CENTRAAL VLUCHTELINGEN KAMP TE ELSPEET, Joodsche vluchtelingen en hun gezinnen zouden hier worden ne/v- Bij den barbier Is 't geen plezier Voor iemand van mijn rookkracht, Want je begrijp' Da'k naar mijn pijp En naar Ibis ook smacht. MARCO POLO regels Dger. ikomsf iet „On- in „St. iet Just. I. d. zaal. zomer- even, of igen? Na laatste, el waard. |I21 Mbg. roemdste ie groo- 8 voor ■zijn, die |1. smelt- ïlft Mbg |ijn onze a jour Je kwal. Jllakens, Lafe- l'burg. De vooruitzichten op de komende algerneene verkiezingen in Engeland Met het jaar 1940 zal de huidige samen stelling van het Engelsche parlement, dat telkens voor vijf jaar gekozen wordt, door een nieuwe vervangen moeten worden. Waar het echter een constitutioneele ge woonte is nieuwe verkiezingen uit te schrij ven voor de volksvertegenwoordiging de vijfjarige termijn heeft geëindigd, kan met zekerheid worden vastgesteld dat het be staande parlement nog in dit jaar zal wor den ontbonden. In de laatste paar maanden zijn reeds herhaalde geruchten opgedoken dat de premier besloten had in de naaste toekomst algerneene verkiezingen uit te schrijven. Tot nu toe zijn deze voorspellin gen nog niet in vervulling gegaan. Zooals gezegd, lijdt het echter geen twijfel dat het besluit tot ontbinding van het parlement in de eerstvolgende negen maanden zal wor den afgekondigd. Het meest waarschijnlijke tijdstip wordt nu geacht de herfst van dit jaar te zijn. Er is derhalve goede reden eens na te gaan wat de kansen van de ver schillende partijen, zooals zij zich nu laten aanzien, in de eerstvolgende algerneene ver kiezingen zullen zijn; vooral omdat het re sultaat van die verkiezingen niet alleen van groot belang is voor Engeland's bin- nenlandsche politiek, maar ook voor de ontwikkeling van den internationalen toe stand, waarin Engeland immers zulk een vooraanstaande rol speelt. Wil men nu de kansen van de partijen in den komenden strijd beoordeelen, dan kan men eenige aanwijzingen vinden in het ver loop van de tusschentijdsche verkiezingen die sinds de geboorte van het huidige parle ment hebben plaats gehad. Tot en met 1 November 1938 werden 52 van deze verkie zingen gehouden, de meeste noodig gewor den door het overlijden van Lagerhuisle den. Het totale resultaat is als volgt: 44 van de 52 kiesdistricten waarin een nieuwe vertegenwoordiger moest worden gekozen waren in handen van de regeeringspartijen. 32 daarvan hebben zij met succes verde digd, en slechts twaalf zetels hebben zij aan de oppositie, moeten afstaan. In de overblijvende acht kiesdistricten waar de socialisten aan dé macht waren is de po sitie onveranderd gebleven. Men zou hier uit dus tot op zekere hoogte kunnen 'op maken dat de regeeringspartijen zich over het algemeen betrekkelijk goed handhaven, en van een algerneene verkiezing wel een inkrimping van hun meerderheid in het La gerhuis, maar nog zeker geen nederlaag te verwachten hebben. Niettemin geven de verkiezingscijfers de leiders van de regeeringspartijen toch geen reden tot onverdeelde vreugde. Er is name lijk, ook in die meerderheid van gevallen waar zij hun zetel met succes tegen de op positie hebben weten te verdedigen, een aanzienlijke daling in hun meerderheid waar te nemen. Vrijwel al deze gevallen toonen hetzelfde beeld. De oppositie-partij en behalen niet veel meer dan het aantal stemmen dat zij in de algerneene verkiezin gen van 1935 kregen, maar het stemmen- aantal van de regeeringspartijen toont ver geleken met 1935 een belangrijke terug gang, zoodat de regeeringsmeerderheid tel kens sterk ingekrompen is. De verklaring van dit verschijnsel is niet ver te zoeken. Gedeeltelijk is de inkrimping van de re geeringsmeerderheid in de verschillende tusschentijdsche verkiezingen ongetwijfeld te wijten aan de apathie van de conserva tieve kiezers, die het, gezien de groote meer derheden behaald in 1935, niet noodig ach ten zich veel moeite te geven, om de nog zoo veilig schijnende positie te handhaven. In de politiek is een partij die zijn machts positie moet verdedigen altijd iets ten ach ter tegenover de partij die het offensief moet nemen. Dit is echter niet de geheele verklaring. Het terugloopen van de regee- ringsmeerderheden moet gedeeltelijk wel degelijk worden toegeschreven aan een re- eele ontevredenheid en een desillusie over de huidige regeering. Ook dat is in Enge land's parlementaire leven een normaal ver schijnsel. Hoe langer een bepaalde regee ring aan de macht is (en de nationale re geering is nu reeds acht jaar lang aan de macht, langer dan eenige regeering sinds den oorlog ooit zijn positie heeft weten te handhaven), hoe meer dat groote deel van het kiezerspubliek dat geen speciale partij voorkeur heeft en in Engeland geken merkt wordt met den naam „the floating vote", reden begint te vinden om aanmer kingen op het regeeringsbeleid te maken. Het is niet alleen omdat men, menschelijk zijnde, naar verandering begint te verlan gen, maar ook omdat een regeering die lan ge jaren een onbetwiste machtspositie heeft Uit het Amerikaansch van DONN BYRNE. 1). Tijdens het tweede oponthoud van de jacht bereikte mij de boodschap, dat een land- en stamgenoot naar mij gevraagd had. Het terrein was zwaar, het weer guur en de rit te woest voor genoegen en te tam als sport, zoodat ik den land- en stamge noot zegende en den ruiters den rug toe keerde. Maar toen men mij zijn naam noemde, viel ik bijna uit het zadel. „En die man is dood!" Maar hij*was niet dood; hij was in New York. Hij was onderweg van de rotsen van Ulster naar zijn kleinzoon, die een sinaas appelplantage had aan de Indian Rivier in Florida. Hij was niet dood. En geïrriteerd zeide ik tot mijzelf: Moet dan iedereen, die negentig jaar geleden geboren werd, dood zijn? Maar het is een lastig geval, dacht ik, om opgescheept te worden met een man van over de negentig, om op mijn leeftijd e moeten optreden als ziekenoppasser! Waarom icon hij niet thuis blijven en daar sterven? Op een goeden dag zal hij natuur lijk dood gaan, zooals wij allen eens dood gaan en zijn geest zal nimmer tevreden zijn aan de t age rivier, bij de bemoste boomen, waar de blauwe reigers, de witte kraan vogels en de groote grijze pelikanen rond vliegen. Ik ben ervan overtuigd, dat hij zal terugkeéren naar de donderende branding, gehouden inderdaad vaak gegronde redenen tot ontevredenheid begint te geven; haar energie toont een neiging te verslappen, zij wordt zelfgenoegzaam, kortom, men voelt ten rechte of ten onrechte dat er nieuw bloed noodig is. In hoeverre de huidige na tionale regeering deze verwijten van ver slappende energie en zelfgenoegzaamheid verdient zullen wij hier niet onderzoeken. Van belang is alleen dat de verkiezingscij fers toonen dat zij een deel van hen die haar in 1935 aan de macht hielpen, niet meer be vredigt. Zou men daaruit mogen concludeeren dat deze normale en welhaast onvermijdelijke beweging van de politieke slinger ver ge noeg zal doorslaan om de oppositie bij de volgende algerneene verkiezingen een kans te geven? Het lijkt vooralsnog uitermate onwaarschijnlijk. Een aanzienlijk deel van het volk (en het is juist dat deel, the floa ting vote, dat bij het Engelsche verkiezings stelsel den doorslag geegt), mag genoeg van de nationale regeering hebben, maar dat beteekent nog allerminst dat het voor de oppositie zal stemmen. In tegendeel, wan neer de floating vote dit jaar gevraagd zal worden te kiezen tusschen de nationale re geering en de Arbeiderspartij, welke de eenige serieuze mededingster naar de macht is, zullen de meesten naar alle waarschijn lijkheid, zjj het ook met een zwaar hart, hun stem aan de regeering geven. Verschillende vooraanstaande figuren uit de oppositie hebben zelf bij herhaling er kend, dat de oppositie met haar huidige politiek nooit dat deel van de bevolking voor zich zal kunnen winnen, dat noodig is om de nationale weegschaal in haar richting te doen doorslaan. De redenen van dit falen van de oppositie zijn van verschillenden aard. Er is in de eerste plaats de kwaliteit van het oppositioneele leiderschap. Attlee, de leider van de Arbeidersfractie in het La gerhuis, die bij een socialistische overwin ning minister-president zou worden, is niet een man die op de verbeelding van het volk weet te werken. Hij is een hard werker, een oprechte patriot, wat zijn tegenstanders ook mogen zeggen; hij is ondanks zijn doctrinai re houding toch nog een echte Engelsche socialist, d.w.z. allerminst een revolution- nair. Maar hij is ondanks dit alles een man wien de middelmatigheid van het ggezicht straalt. De andere socialistische leiders zijn al even weinig geschikt om vertrouwen en enthousiasme te inspireeren. Alleen Herbert Morrison, de ongetwijfeld zeer kundige voorzitter van den Londenschen gemeente raad, is iemand die zich mogelijkerwijs nog eens tot een nationaal leider zou kunnen ontwikkelen. Ook onder diegenen, en dat zijn er velen, die het met het buitenlandsche beleid van de huidige regeering radicaal oneens zjjn, zijn er weinigen, die Engeland in dit kri tieke oogenblik van zijn geschiedenis zou den willen overlaten aan het bestuur van Attlee cum suis. Niet dat de socialistische leiders oorlogszuchtige maniakken zijn, zoo als hun tegenstanders hen om voor de hand liggende redenen van partij-voordeel vaak verwijten, zij zijn ongetwijfeld even zeer overtuigd van het belang den vrede te handhaven, en zij zijn ondanks hun inter nationalisme even goede patriotten als de meest verstokte conservatieven. Maar wat hen als potentieele leiders van de buiten landsche politiek zoo weinig aantrekkelijk maakt, is dat zij telkens weer sterk den indruk geven, zich tegenover de interna tionale problemen meer door hun hart dan door hun hoofd te laten leiden. Dat is een luxe die men zich in deze tijden niet kan veroorloven. Tenslotte vervreemdde de Arbeiderspartij, door haar koppige vasthoudendheid aan een doctrinair, zij het dan ook allerminst een revolutionnair, partij-programma velen van zich die een meer tot compromissen geneig de oppositie gaarne een stem zouden geven om zoodoende de door hen gehate nationale regeering uit het zadel te wippen. Sommige leiders van de Arbeiderspartij ageeren al sinds jaar en dag voor een althans tijde lijke modificatie van het partij-programma om zoodoende een samengaan, of zooals het in de tegenwoordige terminologie heet, een „Popular Front", te vormen met alle progressieve en anti-regeeringspartijen in den lande. Alle politieke waarnemers zijn het er over eens, dat dit inderdaad de eeni ge manier is waarop de oppositie er in zou kunnen slagen de macht te veroveren. Daar het officieele partij-bestuur van de Arbeidersbeweging echter onlangs door sir Stafford Cripps, den leider van de cam pagne voor een Popular Front, uit de partij te zetten, onmiskenbaar getoond heeft het volle pond van haar doctrinair socialisme te willen blijven eischen, is een samenwer king met anderen (dit zouden dan in hoofd zaak liberalen moeten zijn) uitgesloten te achten. Een nieuwe conservatieve meer- naar de lijsterbessen met de roode trossen en de bassende arenden van Antrim. Het is een verbazend dom iets om buiten Ulster te sterven, als men daar sterven kan. Maar toen ik in den trein naar de stad reed, verliet de harde logica van Ulster mij en terwijl ik aan hem dacht kwam de zach tere stemming van Ulster over mij en het spichtige, ziekelijke late wintergras van Westchester, de slordig gebouwde landhui zen, de slierten onooglijk waschgoed, de schreeuwende reclameborden al de lee- lijkheid ervan verdween en ik was weer in de valleien van Antrim. Daar was het zach te purper van het Iersche Kanaal en de vervagende wazige silhouet van Schotland, daar was het zilver der haringscholen in de zon en vanaf de rotsen kon ik zien, waar de branding donderde als een trom. En on der mijn voeten was de heide, de verende heide, paarse- en dopheide En het beeld kwam mij voor den geest van de met stroo gedekte hoeve van den ouden man, als de maan scheen en de vleermuizen rondfladderden en de wind uit het graafschap Antrim door de dalen blies. Het turfvuur brandde in den haard, dan rood, dan geel en het 'gulden licht straalde uit de lampen en Malachi van de Lange Vallei reciteerde een of ander gedicht van den blinden Raftery, of den klaagzang van Pierre Ronsard op Maria, koningin der Schotten: Diep in mijn zak is een lint van mijn eenige geliefde, DE BELASTINGPLANNEN BIJ DEN BAAD VAN STATE. Naar wij vernemen heeft het complex van belastingvoorstellen (waartoe o.m. de nationale inkomsten- en winst-belastingen de herziening van eenige accijnzen be hoort), dat in de millioenennota voor het eerst door den minister van financiën is aangekondigd, het departement verlaten. De ontwerpen berusten thans bij den Raad van State. AANSCHAFFING LICHT AUTOMATISCH LUCHTDOELGESCHUT. Met een kaliber van 4 cm. Naar de N.R.C. verneemt, heeft het le gerbestuur besloten tot invoering van licht automatisch luchtdoelgeschut van plm. 4 cm bij ons leger over te gaan. Hierbij teekent het blad aan, dat dit geschut dient tot bestrijding van vliegtui gen op afstanden en hoogten van plm. 500 m tot plm. 3500 m, waaronder de hooge duikvlucht. Tegen de lage duik vlucht en scheervlucht zijn alleen de luchtdoelmitrailleurs, welke bereids bij ons leger aanwezig zijn, volledig te gebruiken Aan de beslissing van het legerbestuur om als lichte luchtdoelautomaat een ka liber van 4 cm te kiezen, zullen mede de jongste oorlogservaringen niet vreemd zijn. Deze toch hebben op overtuigende wijze bevestigd, dat de uitwerking van het en kele schot bij 4 cm veel grooter is dan bij 2 cm. Geen wonder ook, daar het projec tielgewicht bij een kaliber van 4 cm on geveer viermaal zoo groot is als bij dat van 2 cm. Aan de kleine automatische luchtdoel kanonnen, speciaal aan het kaliber van 4 cm, wordt tegenwoordig veel waarde toe gekend. Generaal Armengaud heeft ge zegd, dat deze binnen hun werkingssfeer tot op middelbare hoogte den vliegers prac- tisch het luchtruim ontzeggen. Engeland bestelde in 1937 600 automaten van 4 cm bij de firma Bofors. Bovendien zijn alle Engelsche oorlogsschepen met meerdere zg. „pom-pom" kanonnen bewapend, een geschutconstructie, waarbij 6 schietbuizen van plm. 4 cm op een en dezelfde affuit zijn aangebracht. En een Zweedsch memo randum kwam reeds in 1935 tot de con clusie, dat de automaat van 4 cm boven dien van 2 cm verre de voorkeur verdient, zoowel wat de schootsverheid als de ove rige schieteigenschappen betreft. Wij kunnen dan ook, aldus het blad, na wat wij reeds over het lichte afweer geschut tegen luchtaanvallen hebben ge schreven in ons avondblad van 30 Januari, de invoering van het lichte automatische kanon van 4 cm, zijnde een onmisbare schakel tusschen den luchtdoelmitrailleur en het middelbare half-automatische ge schut, niet anders dan toejuichen. HET BEZOEK VAN MINISTER STEENBERGHE AAN DUITSCHLAND. Ter eere van den Nederlandschen minis ter van economische zaken, mr. Steen- berghe, die voor een bezoek, dat twee dagen duren zal in Leipzig is aangekomen, heeft de Nederlandsche gezant, jhr. mr. A. M. van Haersma de With, een receptie gehou den, waar de minister een toespraak hield De minister wees daarbij op de groote be- teekenis van de Leipziger Messe. Voor de bevordering der goede betrekkingen tus schen Nederland en Duitschland. De vice- president van het Messeamt, Fichter, wees op den grooten goederenruil tusschen de beide landen. Duitschland, zoo zeide hij, heeft in l"^ 15 pet van den geheelen uit voer van Nederland opgenomen. De voor- jaarsmesse van 1938 werd door 2600 Neder landsche zakenlieden bezocht. Heden zou minister Steenberghe een bezoek brengen aan de Nederlandsche af deeling op de Messe. In de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer nopens de begrooting van waterstaat voor 1939, zegt de minister van waterstaat dat het rijtijdenbesluit dezer da gen zal worden afgekondigd. Zonder hier mede op de beslissing te dezer zake te wil len vooruitloopen, wil de minister in dit verband toch wel mededeelen, dat hij de inwerkingtreding omstreeks Mei van dit jaar verwacht. derheid is dus te verwachten, indien in het najaar het Lagerhuis wordt ontbonden en daarop verkiezingen plaats hebben. En al de vrouwen van Europa zouden mijn smart niet kunnen genezen helaas! Ik heb met u afgedaan tot een nauwe doodkist voor mij gemaakt wordt En totdat daarna het gras zal opgroeien door mijn hart! En plotseling schoot het mij in den ram melenden trein te binnen, dat behalve het balspel en voetbal en paardspringen, alles wat ik mij van Ulster herinnerde, lag op gesloten in den persoon van Malachi Camp bell van de Lange Vallei; een zeer vreem den man, gehard als de sleedoorn, met ge weldige gebogen schouders, een gelaat als van een ouden havik van de bergen en met haar, wit en vol als van een ouden kardi naal. Al zijn verwanten waren dood, met uitzondering van een kleindochterEn hij was een traditie geworden in de val leien. Men beweerde, dat hij student in de godgeleerdheid geweest was in het buiten land, in Valladolid en dat leven had opge geven; en in Frankrijk was hij gouverneur geweest bij de familie MacMahon, „roi d'Irlande"en ergens was hij getrouwd geweest en zijn vrouw was gestorven en had hem geld nagelaten. En hij was naar Antrim teruggekeerd, was bij de Pauselijke Zouaven geweest en had ook gevochten in den Amerikaanschen burgeroorlog Een vreemde, oude figuur, die Grieksch en Latijn even goed kende als de meeste pro fessoren en die nooit zijn Iersch vergeten had Antrim zal steeds kleur geven aan mijn eigen werk; mijn Fifth Avenue zal altijd (Ingez. Med.) ondergebracht. Vrijdagmiddag a.s. zal de gemeenteraad van Ermelo in een spoedeischende vergade ring bijeenkomen, ter behandeling van een voorstel tot uitgifte in erfpacht van hon derd ha heide te Elspeet aan den Staat der Nederlanden voor de vestiging van een cen traal kamp voor Joodsche vluchtelingen. Naar wij vernemen, heeft minister Van Boeyen bij zijn bezoek van Vrijdag j.l. aan Ermelo zijn keuze op dit terrein laten val len. Het is de bedoeling, dat ook vrouwen en kinderen van Joodsche uitgewekenen in dit kamp worden ondergebracht. Het kamp zou in totaal tusschen de 2500 en 3000 perso nen kunnen bevatten. Geleidelijk hoopt men dan tot de ophef fing van de andere vluchtelingenkampen over te gaan. DE STEUNVERLEENING AAN KLEINE BOEREN. Op vragen van het Tweede Kamerlid den heer Van Lienden in verband met de wijzi ging van de berekening van het theoretisch inkomen van voor steun in aanmerking ko mende kleine boeren, hebben de ministers van sociale zaken en van economische za ken, geantwoord, dat de financieele gevol gen voor betrokkenen aan hen bekend zijn Zij zijn, mocht de Kamer daarop prijs blij ken te stellen, bereid de berekening van het theoretisch inkomen in verschillende gedeelten van het land over te leggen. De ondergeteekenden meenen, dat er geen aanleiding bestaat om wijziging in de bestaande voorschriften te brengen. Zij gronden dit op de overweging, dat de steun- veranderingen haar grond en tegenwicht vinden in een noodzakelijk gebleken wijzi ging in de schatting der betreffende be- drijfsinkomsten, terwijl de verschuiving ge heel in de lijn der steunregeling voor kleine boeren ligt, welke regeling beoogt de klei ne grondgebruikers weer terug te brengen op hun bedrijven en hun de gelegenheid te geven, de rendabiliteit daarvan te bevorde ren. Kees (Ingez. Med.) iets in zich hebben van de heidedalen, mijn personen zullen steeds een uitdrukking, een gedachte, een blik hebben van Schotsch- lersche mystiek en daarvoor moet ik dank of blaam wijten aan Malachi Campbell van de Lange Vallei. De verhalen, die ik hoorde toen ik jong was, waren niet van Little Rollo of die van Walter Scott, maar de grie zelige vertelling van den Naakten Beul, die op Midzomeravond door de valleien gaat, van Dermot en Grayne met den Blanken Boezem, van den veeroof van Maeve, Ko ningin van Connacht, van den ouderdom van Cuchulain op het eiland Skye, grieze lige, akelige verhalen, zooals die van de voetballers van Cushendun, wier bal een doodshoofd en wier goal de toegang tot een vervallen kerkhof is; vreemde religieuze gedichten, zooals de Dialoog tusschen den Dood en den Zondaar: Ik placht onderdak te verschaffen aan eiken armen zwerver, Voedsel en drank aan hem, dien ik be hoeftig zag. Zijn juiste betaling aan den man, die om afrekening vroeg; Ach! Is Jezus niet hard als Hij mij ver oordeelt? Al deze geschiedenissen over al deze men- schen, welke hij had verteld, hadden het onwezenlijke, wazige van de luchtspiege ling, die gezien kan worden vanaf de klip pen van Portrush, een glinsterende stad in een gulden woestijn omgeven door een vreemden zeemist. Al deze liederen, al deze woorden welke hij sprak, waren inheemsch, De geschiedenis van Marco Polo, den beroemden Venetiaanschen koopman, die in 1271 naar China trok, waar hij als de eerste Europeaan twintig jaar verbleef en in dienst van den Grooten Kublai Khan de functie bekleedde van wat men minis ter van handel zou kunnen noemen, werd door den bekenden Ierschen schrijver Donn Byrne tot onderwerp gekozen van een vertelling. De schoonheid van deze legende ligt in den eenvoud.igen, toch tref- fenden verhaaltrant, in de voorstelling der feiten, zelfs in de anachronismen van den verteller, den ouden Malachi van Long Glen, door Donn Byrne geschapen om de geschiedenis als volkslegende te vertellen. De avontuurlijke tocht en het verblijf in China van den handelsman wordt hier verwerkt tot een dichterlijk sprookje, want Marco Polo trok niet uit ter wille van de zaken van het handelshuis zijner familie, hij ging ook niet ter wille van het avontuur of uit nieuwsgierigheid naar het verre onbekende Oosten, neen, ér is een andere reden, een van hooger orde, meer persoonlijk en dieper menschelijk, die hem ertoe bracht de gevaarvolle, maandenlan ge reis te ondernemen naar het einde van het oude continent. Donn Byrne toovert ons dat voor, zoo duidelijk, zoo levendig, zoo aannemelijk, dat wij geheel medeleven in dit gebeuren van eeuwen terug in een ons onbekende omgeving, ons onbekende landen en toestanden. Bij de verschijning in de Vereenigde Staten wekte Marco Polo" geen geringe sensatie in literaire kringen en verschei dene schrijvers van naam richtten woor den van gelukwensch en dank aan den toen nog vrij onbekenden Donn Byrne. Deze jongen auteur, behoorde tot aan zijn vroegtijdigen dood tot de uitverkore nen van de Angelsaksische, speciaal Ier sche, schrijversbent. In het heden begin nende nieuwe feuilleton kan men de spannende geschiedenis van Marco Polo volgen. DE ERKENNING VAN FRANCO'S BEWIND. De minister antwoordt op vragen van den heer Wijnkoop. Ter beantwoording van de vragen van het communistische Tweede Kamerlid Wijnkoop in verband met de erkenning door Nederland van Franco's bewind heeft de minister van buitenlandsche 'zaken in hoofdzaak verwezen naar hetgeen hij hier over heeft gezegd in de vergadering der Eerste Kamer van 24 Februari. De minister voegt hieraan toe: Gelijk hij bij die gelegenheid verklaarde, kan de minister niet toegeven, dat de re geering met de erkenning der Spaansche regeering had moeten wachten tot zij daarover de Staten-Generaal zou hebben geraadpleegd. Het te voren zoeken van een gelegenheid tot aanraking met de Staten- Generaal zou een staatsrechtelijk onjuiste en ongewenschte verschuiving der verant woordelijkheid van regeering naar volks vertegenwoordiging hebben beteekend, wel ke ondergeteekende niet voor zijn verant woording zou kunnen nemen. De beraadslagingen in den boezem der commissie voor buitenlandsche zaken* van de Twede Kamer zijn geheim. Het verband tusschen de erkenning der Spaansche regeering en de onafhankelijk heid der kleine Staten, respectievelijk de veiligheid van Nederland als in de laatste vraag gesteld, ontgaat den minister. hadden denzelfden smaak als de turfrook; het Iersche eigen, dat ligt in donkere berg meren, in pluviernesten tusschen de heide struikenEn ze mij nu te herinneren in New York hem nu te zien Vijftien jaren hadden hem slechts weinig veranderd; een weinig meer onzekerheid en langzaamheid in het gaan, een buigen van de zware schouders, een oog, dat fonkelde als een mes. „En wat denk je van New York, Ma lachi „Ik ben hier vroeger ook al geweest, zoo als u zich zult herinneren; ik heb bij de Wilderness gevochten". Ik weerhield de vraag, wat hij veranderd vond, want ik merkte op, hoe zijn neus vleugels trilden. Binnen eenige dagen zou hij naar het Zuiden trekken, als hij zich wat georiën teerd had na de zeereis. Dien avond scheen het, alsof iedereen binnen kwam en rond het vuur kwam zitten; Randall, de dichter en de twee blonde Deensche meisjes met vlashaar, Fraser, de golfspeler, zoo juist uit Prestwick gekomen en een jong schrij ver, die zijn sporen nog moest verdienen en die en gene Zij allen zwegen stil, terwijl de oude Ma lachi sprak, sportlui, artisten, mannen en vrouwen van de wereld; een stilte kwam over hen en hun oogen zeiden, dat zij niet voor een knappend vuur zaten in een groote kamer, maar zich vol verwondering in de valleien van Antrim waanden. (Wordt Vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5