HP ffirvtrittcï&le SI MIDDELBURGSCHE COURANT (&60ESCHE COURANT Het Belgische Parlement ontbonden. I. fijn- Tweederlei Rechtsstaat tlNNENLflNe. SCHADELIJKE LECTUUR IN OPENBARE LEESZALEN, WEERBERICHT. iUITENLAMD. De nationale verdedigingsraad. Naar een eervollen vrede! Generaal Miaja minister-pre sident. Alle pogingen, om de politieke crisis op andere wijze op te lossen, hebben gefaald. een Een opzienbarende brief van Koning Leopold. Jrdam, eeren- G. J. totter- laeh- estade ang 2, C. Sburg, |eville, fieweg Ko- 7. A. Elle- aleijn, lat. G. >t 30, /'ilhel- |rrein- andijk I heeft l-Lau- I., bei- tiddel- lijwiel- Iment: th.; J. N„ P. P. IA. G., foude- Mid- v. d. D., Ilerse- Irens: pingen pingen ponder peil- d.h.; schre- |lburg, d.h.; luide lemui- pning: Int op ]J. de fcrceel b. s. Id.; S. Jelis z. E>r dit i-gent Muz. beid"; „De 1.00 h. I.B.C.- Itersh. Mu- beid"; Dagblad. Uitg. N.V. De Middelburgsche Crt. Bureaux: te MIDDELBURG: St. Pieterstr.28, Telefoon Redactie 269, Administratie 139; te GOESTurfkade Tel. 17. Postgiro 43255. Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes f 2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week abonnementen in Middelburg er> Goes 18 ct. NUMMER 56. TWEE BLADEN. DINSDAG 7 MAAKT 1989. EERSTE BLAD. 188e JAARG. Advertentiën 30 ct per regel, ingezonden mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lagen Tarief Op aanvraag. Familieberichten en dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine Advertenties", max. 6 regels, 75 cent, bijl vooruitbetaling. ^Brieven, of adres bureau v. d. blad" 10 ct extra. Bewijsnummers 5 ct Naar aanleiding van ons laatste hoofdar tikel ontvangen wij een verweer van dr. P. J. Bouman, luidende als volgt: „In het blad van 3 Maart j.l. vielt Gij mij scherp aan naar aanleiding van een uit drukking, die ik in een boekbespreking be zigde. Ik schreef n.l„plaatst de schrij ver zijn opvattingen over den „rechtsstaat", waarmee hij geheel iets anders bedoelt dan de juridische abstracties, die dit begrip ge woonlijk overwoekeren" Uwe commentaar kan ik niet aanvaar den; in het bijzonder wijs ik de uitweiding over „ideeëlen diefstal" van de hand. De kwestie ligt eenigszins anders dan ■dat hoofdartikel het voorstelt. Het is niet zoo, dat er één begrip rechtsstaat onomstoo- telijk vaststaat en dat wij (b.v. ds. Brouwer en ik) het willen „leeghalen", „beschimpen" of „met iets anders opvullen". Er zijn twee rechtsstaatsbegrippen. 'De begrippen recht, staat en rechtsstaat worden zeer verschillend opgevat, waarbij we onderscheid dienen te maken tusschen twee beschouwingswijzen: de formeel-juri dische en de historisch-sociologische. De eerste beschouwingswijze vindt haar oor sprong in de natuurrechtsgedachte der on vergankelijke en onvervreemdbare, objec tief vast te stellen menschenrechten. De tweede opvatting ziet in het recht meer de •exponent van het in concreto aanwezige (historisch wisselende) rechtsbewustzijn en van de maatschappelijke (eveneens veran derlijke) verhoudingen. Het gaat hier dus om een vertakking van ver-uiteenwjjkende theorieën (vgl. Kelsen, Der soziologische und der juristische Staats- begriff, 1922, en vele andere). Wij hebben in Nederland een genoot schap „De Rechtsstaat", dat, grootendeels uit juristen bestaande, overwegend de for meel-juridische theorie aanhangt. Ook de hoofdredacteur van de Middelburgsche Cou rant houdt vast aan „het staatsrechtelijke begrip van den rechtsstaat". Op de be schuldiging van „ideeëlen diefstal" antwoord ik, dat ik niet de minste lust gevoel iets van de formeel-juridische rechtsstaatscon- tructie (hoe zuiver dit ideaal in zichzelf moge zijn!) over te nemen. Is het nu niet begrijpelijk, dat aanhangers van verschillende theorieën zich wel eens wat geringschattend over elkanders denk beelden uitlaten? Bij het verwijt, dat de hoofdredacteur tot mij richt, moest ik even denken aan het gezegde over de pot en de ketel. Heb ik niet evenveel recht tot klagen als hij? Tegenover zijn verwijt van „weder rechtelijke toeëigening" van zijn theorie, plaats ik mijn verwijt van geestelijk despo tisme. Sedert wanneer hebben de heeren van het genootschap „De Rechtsstaat" het recht te verkondigen, dat er maar één rechtsstaatstheorie is, namelijk die, welke zij goedkeuren? Wij zullen elkanders ideeën moeten ver dragen. Ik zal mfl van iedere hatelijkheid op het staatsrechtelijke rechtsstaatsbegrip onthouden, wanneer ik de zekerheid heb, dat daartegenover het historisch-sociologi sche rechtsstaatsbegrip als zoodanig wordt gerespecteerd (d.w.z. als afzonderlijke rechtsgedachte wordt aanvaard)." Tot zoover dr. Bouman. Wij kaatsten, verwachtten den bal en geven hem gaarne gelegenheid, dien te plaatsen. Maar niet zonder daarbij een enkele uit de vele mogelijke kantteekeningen te zet ten. Dr. Bouman en wij zullen wel niet ver schillen van meening over de vraag, welk zijner twee rechtsstaat-begrippen historisch de oudste rechten heeft, het staatsrechte lijke of het historisch-sociologische. Men kan dan vragen: waarom dit begrip, hetwelk eerder gevormd was, eerder gel ding had gekregen, en hetwelk, binnen de staatsrechtelijke sfeer,*) natuurlijk evolueer de, zonder tot heel-iets-anders te worden, dan niet alleen gelaten, en daartegenover gesteld het historisch-sociologiseh, wellicht ook politiek, naar het oordeel van dr. Bou man c.s. van aanzienlijk grootere en hoo- gere zedelijke waarde zijnde begrip van den rechten staat, den rechtvaardigen staat, den staat waarin sociale rechtvaardigheid zal heerschen? Het lijkt ons, vervolgens, niet wel vol te houden, dat de rechtsstaatgedachte thans nog zou vastzitten in haar mogelijken oor sprong der aan het natuurrecht ontleende „objectief vast te stellen menschenrech ten"; de op Krabbés Moderne Staats-Idee berustende Rechtsstaatgedachte is eerder aan de Platonische gedachtenwereld ver want. Zij berust noch op „objectieve men schenrechten" noch ook op een historisch wisselend (menschelijk) rechtsbewustzijn, maar op de Rechts idee welke als in ons bewustzijn slechts vaag gevoelde of ver moede, benaderbare oneindige grootheid boven ons aller denken, ook boven ons rechtsbewustzijn zweeft. En dit is nu nog maar een poovere poging tot al te summiere aanduiding der wijsgeeri- ge grondslagen van den Rechts staat voor wat de p r a k t ij k des staat kundigen levens betreft staat hiernaast dan nog het toch van zoo groote practische waarde zijnde leerstuk der rechtssouverei- niteit tegenover dat van de staatsalmacht; in den totalitair-dictatorialen staat zou een onrechtvaardig bejegend man met den rang van korporaal zich wel zeven maal ze ven malen bedenken alvorens den minister van justitie tot een dat dr. B. c.s. dan ze ker ook zullen noemen „formeel-juridisch" tweegevecht voor het tribunaal der vrije rechtsvinding uit te dagen.**) Dat dit kan, en mag, en gebeurt, is toch wel zoo uitermate belangrijk, dat het de moeite waard is, om voor het behoud hier van te strijden? Het is al evenmin juist, dat het Genoot schap voor den Rechtsstaat „overwegend de formeel-juridische theorie aanhangt". Inte- DE ZOMERTIJD. Bij koninklijk besluit is bepaald, daf~de zomertijd dit jaar zal beginnen op 15 Mei en zal eindigen op 8 October. MINISTER STEENBERGHE NAAR NEW YORK. Het Nederlandsch paviljoen op de we reldtentoonstelling te New York zal op 4 Mei geopend worden door den minister van economische zaken, mr. M. P. L. Steen- berghe, die zich daartoe met de „Nieuw Amsterdam" naar de Vereenigde Staten zal begeven. MINISTER CO LIJN VERMOEDELIJK NIET NAAR AMERIKA. Naar aanleiding van berichten in diverse bladen kunnen wij mededeelen, dat er den laatsten tijd van verschillende Amerikaan- sche zijden bjj dr. Colijn op is aangedrongen dat hij een bezoek aan Amerika zou bren gen, doch dat tot nu toe geen enkele toe zegging door hem is gedaan. Het moet ook onwaarschijnlijk worden geacht dat aan het denkbeeld gevolg zal worden gegeven. De minister van onderwijs ant woordt op de vragen van het Kamerlid v. d. Zaal. Op vragen van het Tweede Kamerlid, den heer Van der Zaal (a.r.) betreffende het voorhanden zijn van schadelijke lectuur in openbare leeszalen, heeft de heer Slotema- ker de Bruine, minister van onderwijs, kun sten en wetenschappen geantwoord, dat het hem niet bekend is, dat in een rede, uitge sproken op de jaarvergadering der Staat kundig Gereformeerde Partij op 8 Febru ari 1939 te Utrecht, is gezegd, dat tonnen gouds worden uitgegeven o.a. „voor open bare leeszalen, die dag aan dag de meest God-onteerende en zeden-verwoestende lec tuur onder het volk brengen". Op de vraag of den minister, sinds in de vergadering der Tweede Kamer van 10 November 1938 door den voorzitter van den Raad van ministers op een in gelijken toon gestelde klacht werd geantwoord, dat het de aangewezen weg ware, de feiten, welke ter zake bekend waren, ter fine van onderzoek mede te deelen aan den minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen, van eenigerlei zijde mededeelingen te de zer zake hebben bereikt, heeft de minister geantwoord, dat deze mededeelingen hem eind November 1938 van de zijde van den heer Kersten hebben bereikt. Deze mede deelingen zijn op 26 November 1938 ter fine van advies in handen gesteld van de daar- gendeel: dit Genootschap is zelfs uit sluitend opgericht om den concreten Rechtsstaat, nl. die waarvan in het Staats recht sprake is, te schragen, zijn grondsla gen wijsgeerig te onderzoeken, zijn verwer kelijking te steunen, zijn versteviging en verbetering in de richting van den idealen, zuiveren Rechtsstaat te bevorderen. Naast rechtsgeleerden werken in dit Genootschap politici, theologen, philosophen, journalis ten en andere intellectueelen van harte meê aan dit huns bedunkens belangrijke doel. Dr. Bouman acht het begrijpelijk, dat aanhangers der verschillende theorieën zich wel eens wat geringschattend over elkan ders denkbeelden uitlaten. Wij deelen dit in zicht gansch niet: het zou niet noodig zijn, niet kunnen vóórkomen zelfs, indien men gelijk wij steeds gewenscht hebben *en nog verlangen het staatsrechtelijke Rechtsstaatbegrip alleen gelaten hadde! Wanneer dr. Bouman c.s. de verwezenlij king van den sociaal rechtvaardigen staat van grooter belang achten dan wij het be houd en de verbetering van wat naar ons begrip de Rechtsstaat is, dan denken wij er niet aan ons over dit andere denkbeeld ge ringschattend uit te laten. Integendeel, wij hebben daarvoor den diepsten eerbied. Ons eenige bezwaar gaat tegen het ge bruik van het wóórd, dat reeds in een an dere sfeer „bezet" was. Wij achtten en achten de toeëigening van dit woord voor een ander begrip weder rechtelijk, d.w.z. in strijd met de voorschrif ten der wetenschappelijke gedachtenwisse- ling; derhalve noemden wjj het, om de zaak scherp, klaar en duidelijk te stellen, ideeëlen diefstal. Maar tenslotte zijn wij het overigens toch niet zoo heel erg oneens. Wij kunnen dr. Bouman c.s. niet verbie den voort te gaan op hunne wijze, dus in historisch-sociologischen zin, het woord „rechtsstaat" te gebruiken. Ons bij dit o.i. onjuiste woordgebruik derhalve noodge dwongen neerleggende, verklaren wij gaar ne voor het begrip, hetwelk zij hier mede wenschen aan te duiden, den grootst mogelijken eerbied te hebben. Op grond dezer verklaring mogen wij nu, den laatsten zin des geachten schrijvers herlezende, van hem verlangen dat hij zich voortaan onthoude van „iedere hatelijkheid op het staatsrechtelijke rechtsstaatbegrip". Daarmede zal dan de grondslag voor de door dr. Bouman verlangde verdraagzaam heid t.a.v. eikaars ideeën gelegd zijn. *)Wij geven de voorkeur aan „staatsrech telijk" boven „formeel-juridisch"; dit laat ste riekt, in 't verband waarin het door dr. B. gebruikt wordt, al te zeer naar „forma lisme" en „juristerij". Hoofdred. Dat die Ossche zaak niet zoo geloo- pen is als het meerendeel van het Neder- landsche publiek gewenscht had, zelfs zoo, dat het rechtsbewustzijn des volks (het door hun pers in dit opzicht misleide roomsch-katholieke volksdeel uitgezonderd) zwaar gelaedeerd is, doet aan de hooge waarde van het beginsel niets af; slechts de toepassing faalde hier. Als gij niets te zeggen hebt, zeg dan niets; een zwakke verdediging ver sterkt uw tegenstander en zwijgen is minder schadelijk dan een slecht ant woord. voor aangewezen instantie, zijnde het be stuur van de centrale vereeniging voor openbare leeszalen en bibliotheken, dat ter zake de commissie van toezicht heeft ge hoord. De minister herinnert eraan, dat volgens artikel 4 der rijkssubsidievoorwaarden alle moreel schadelijke, op grove wijze anders denkenden kwetsende lectuur door de be trokken leeszaalbesturen behoort te worden geweerd. Hierop wordt toezicht gehouden door een commissie van toezicht en een in specteur. Desondanks bestaat, gezien het groote aantal leeszalen en het groote aantal dage lijks op elk gebied verschijnende boeken, de mogelijkheid, dat hier of daar lectuur voor komt, die beter had kunnen worden ge weerd. Uit het rapport, dat den minister bereikt heeft, blijkt, dat inderdaad in zeer enkele leeszalen enkele boeken voorkomen, wier verwijdering gewenscht is. De genoemde commissie is ter zake diligent. EEN SPAANSCH DAGBLAD OVER DE ERKENNING VAN FRANCO DOOR NEDERLAND. Waaxdeerende woorden over ons land. In het voornaamste dagblad van Barce lona, La Vanguardia Espanola, schrijft de diplomatieke redacteur over de erkenning van Franco door Nederland (25 Februari 1939) het volgende: „De erkenning van Franco door Neder land heeft de Spanjaarden met dankbaar heid vervuld. Nederlands bijzondere ligging, zijn soliede politiek en bloeiende handel als centrum van de imperia der wereld, ma ken het tot een onschatbaren vriend. Onze nationale beweging is daar door eenige der meest op den voorgrond tredende persoon lijkheden begrepen. In een Nederlandsch dagblad las ik reeds in de eerste dagen van de oprichting der beweging een uitvoerige biografische studie over den Caudillo (lei der). De geschiedenis heeft ook op andere wijze den naam van Nederland met dien van Spanje verbonden. Tegenwoordig geniet Nederland nog hetzelfde wereldprestige als in de groote tijdperken zijner geschiedenis. Zijn rijke koloniën worden meer nog dan vroeger met het vaderland geïdentificeerd. Na een crisisperiode' van den handel, vloeit het bloed der grootheid van Nederland weer door zijn kanalen om zich in acht zeeën te verspreiden. De dynastie heeft een patriar chaal en voor het land kenmerkend karak ter aangenomen, dat een aantrekkelijkheid te meer voor Nederland biedt. Nederland, met zijn landbouw en handel, met zijn tul penvelden, fabrieken en havens produceert een grooten rijkdom achter de gigantische beschutting van zijn sluizen, die zijn lage land tegen de zee beschermen. Sinds de tegenwoordige regeeringschef het bewind voert, heeft de Nederlandsche politiek een buitengewone permanentie en zekerheid gekregen. Colijn is één der Euro peanen met de helderste en fijnste ideeën". WEERVERWACHTING VOOR DE KOMENDE LENTEMAANDEN. Het weer in den afgeloopen winter. Men schrijft ons: De seizoensverwachtingen van het K.N. M.I. te De Bilt hebben betrekking op de ge middelde afwijking, berekend voor het ge- heele seizoen en het geheele land. Er kun nen plaatselijke en tijdelijke verschillen op treden, die niet te voorspellen zijn bij den huidigen stand van het onderzoek. De afge loopen winter gaf hiervan een voorbeeld. Over den geheelen winter genomen slaagde de temperatuurverwachting, maar noch de recordkoude van December, noch de record-warmte van Januari kon worden voorzien. Ook de regenval voldeed, over den geheelen winter en het geheele land berekend, aan de verwachting, maar de vaak grillige verdeeling van den neerslag over ons land valt ook buiten de mogelijk heden, die de seizoenverwachting alsnog biedt. Deze geeft de groote lijnen, maar niet de vaak sterke fluctuaties. Men mag niet concludeeren, dat deze verwachtingen waar deloos zijn. Vooral diegenen, die het alge- meene karakter van het seizoen willen ken nen, is reeds nu de seizoenverwachting bruikbaar. Wij denken hier bijv. aan de wa terleidingbedrijven, die reeds sinds enkele jaren gebaat zijn met een neerslagverwach ting voor het geheele jaar. Het instituut hoopt de seizoensverwachtingen op den duur met meer zekerheid en zoo mogelijk op korteren termijn te kunnen geven, waar mede de bruikbaarheid zal worden ver groot. Een droge lente verwacht. Op grond van de berekeningen en in overeenstemming met de bovenstaande uit eenzettingen kan worden medegedeeld, dat de komende lentemaanden Maart, April en Mei gemiddeld over het geheele land met een waarschijnlijkheid van 80 pet. te droog zullen zijn, terwijl de temperatuur met de zelfde waarschijnlijkheid normaal zal zijn, d.w.z. dat de afwijking van de gemiddelde lentetemperatuur kleiner zal zijn dan 0,7 graden. Verwachting tot morgenavond: DE BILT: wisselende bewolking, enkele buien, krachtige tot matige W. tot N.W. wind, iets kouder. UKKEL: matige Wind uit N.W. richtin gen, over het algemeen vrij schoon maar koel weer, tijdelijk bewolkt, kans op regen buien, plaatselijk lichte nachtvorst. Wo 8 Mrt. Zon op: 6 h. 34; onder: 17 h. 49. Licht op: 18 h. 19. Maan op: 21 h. 55; onder: 7 h. 21. L.K.: 12 Mrt. Hoog- en Laag water te V lissin gen: Maart. Hooewst»r I aagw**®" 7 S 1.58 14.27 8.45 20.50 8 2.43 15.09 9.29 21.36 9 3.27 15.55 10.15 22.21 Dinsdag Woensdag Donderdag Hoog- en Dinsdag Woensdag Donderdag Laagwater te Wemeldinge: Maart. Hoogwater. T eagwe'''' 7 S 4.08 16.33 9.37 21.54 8 4.50 17.13 10.24 22.42 9 5.30 17.54 11.11 23.31 De Spaanache burgeroorlog. Algemeen wordt de veronderstelling ge uit, dat de instelling van een nationalen verdedigingsraad in het republikeinsche Spanje een voorname aanduiding vormt, dat spoedig een einde zal komen aan den burgeroorlog. Het uitgesproken doel van kolonel Casado, de leider van de jongste omwenteling in de Spaansche republiek is vrede te sluiten, gegrondvest op verzoe ning, onafhankelijkheid en vrijheid. Het is niet onmogelijk dat eerlang onderhandelin gen tusschen de beide partijen in Spanje zullen kunnen worden geopend. De nieuwe beweging te Madrid verzet zich sterk tegen communistische overheersching. Minister president Negrin heeft dan ook gisteren ijlings zijn ontslag ingediend en is per vlieg tuig naar Frankrijk vertrokken. De open bare meening te Madrid wenscht geen her haling van de nederlaag en de uittocht van Catalonië. Deze toestand der openbare mee ning en de gelijkheid van opvattingen tus schen de beroepsmilitairen, de politici en de arbeidersorganisaties, hadden tengevolge, dat de mannen van goeden wil zich groe peerden rondom twee markante persoonlijk heden, n.l. kolonel Casado en Besteiro, den oud-voorzitter van de Cortes en een zeer invloedrijk lid van de socialistische partij. De pogingen van Pierlot, den waarne- menden Belgischen minister-president, om de politieke crisis in België alsnog te bo ven te komen door middel van een re geering, steunende op de katholieken en de socialisten, zijn gisteren definitief mis lukt. Pierlot begaf zich gisternamiddag naar Koning Leopold een stelde Z. M. voor nu maar niet langer te aarzelen met de ontbinding van het parlement. Alle ande re middelen waren immers ontoereikend gebleken. Koning Leopold heeft hierop een de creet geteekend, waarbij Kamer en Senaat worden ontbonden en nieuwe verkiezingen zijn uitgeschreven tegen 2 April a.s. Totdat er een nieuw parlement is, en op grond van de samenstelling daarvan een nieuwe regeering kan worden ge vormd, zal het demissionaire kabinet-Pier lot in functie blijven. Hoewel niet onverwacht gekomen, bracht het bericht van de parlementsontbinding Maandagavond te Brussel, en ook in de provincie groote sensatie teweeg, meldt de Brusselsche correspondent van dë N. R. C. Het werd overal druk besproken, doch gaf geen aanleiding tot politieke betoo gingen. In zekere partijkringen werd over de verkiezingskansen druk van gedach ten gewisseld, zoowel door liberalen aan den eenen kant als door de Vlaamsche na tionalisten, talrijke Vlaamsche katholieken en ook veel Vlaamsche socialisten aan den anderen kant, die zeer scherp positie ko zen, de eersten tegen dr. Martens, de an deren voor een bevredigende liquidatie van de politieke naweeën van den wereldoor log. Speciaal het activisme verwacht voor deel van de verkiezingen van 2 April Het gevaar bestaat echter, dat tengevolge van het gemis aan mate en ook wegens de on gebreidelde politieke hartstochten, welke bjj iedere verkiezing tot uiting komen, de verwijdering die tusschen het officieele Bel gië en zeer aanzienlijke deelen van het Vlaamsche volk bestaat, nog grooter zal kunnen worden. De regeoring heeft de tijdsruimte, voor de verkiezingscampagne gesteld, tot een minimum beperkt Dat is alleszins een ver standige maatregel, die ook wel invloed zou kunnen hebben op het resultaat van deze verkiezingen, welk resultaat de ori ënteering van de Belgische politiek, zoo wel de buitenlandsche als de binnenland- sche, zou kunnen bewijzen. Belga meldt nader uit Brussel, dat de Koning gisteravond aan den eersten mi nister het volgende schrijven gericht heeft: Mijn waarde eerste minister. Zooeven heb ik het besluit tot ontbin ding der Kamers dat mij door mijne regee ring werd voorgelegd onderteekend. Op het oogenblik dat men zich bovenal zou moeten inspannen om de eendracht van het land te verstevigen, is het besluit tot ontbinding van het parlement een daad, waarvan de diepe ernst mij niet ontsnapt. Maar de onmogelijkheid waarin ik mij heden bevind een duurzame regeering sa men te stellen, die de staatszaken zou kunnen beheeren in overeenstemming met een vaste parlementaire meerderheid in de huidige omstandigheden dringend vereischt biedt geen anderen uitweg dan beroep te doen op de natie. Zoo vor deren het de grondwettelijke regels en de bestendige overleveringen van ons pu bliek recht. Het land werd in dezen toe stand gebracht door de politie ke dwalingen van den laatsten tijd, dwalingen die derwijze werden Ver ergerd dat ze de opeen volgende mislukkingenvan de laats, te regeeringsïor- mateurs hebben verjöor- z a a k t. Zooals ik het tot mijn spijt heb moeten vaststellen tijdens een onlangs gehouden ministerraad werden de grondwettelijke beginsels die tot nog toe de vastheid van onze instellingen hadden gewaarborgd, al meer en meer miskend: de verant- woordeljjkheden iw orden verplaatst, de scheiding der machten wordt niet meer geëerbiedigd, orga nen zonder wettel ij k man daat wegen op devormïng en de instorting van de regeeringen, de uitvoeren de macht wordt niet meer uitgeoefend in overeen stemming met de gron, d- wettelijke regels; het staats hoofd bevindt zich meermalen in de nood zakelijkheid beslissingen te bekrachtigen, die buiten hem genomen zijn. Indien de beginselen van ons nationaal charter op die wijze worden verwaarloosd, kan het staatshoofd niet langer de rol houden die hem beschoren is, en zeer ten onrechte wordt de kroon betrokken daar, waar alleen de ministers voor de Kamérs de verantwoordelijkheid hebben te dragen van akten met de handteekening van den koning bekleed. Deze politieke en juridische verant w>o o r- delijkheid van de minis ters te willen overschreeu wen door een soort zede- lijke verantwoordelijkheid die de koning zelf zou dragen, het ware een val- sche opvatting, van aard om de openbare meening te verleiden. Zij die in zekere gevallen kwaadwillige of eenvoudig ten dentieuze geruchten verspreiden, zouden, zonder er zich misschien zelf rekenschap van te geven eenonrechtvaardig heid te kunnen begaan, ten opzichte van den eenigen rijksburger, aan wien ld e middelen worden ontzegd, waarover iedere menseh beschikt om zijne meenin gen en daden te Verdedi gen. Niet om redenen van persoonlij ken aard druk ik mij op deze wijze uit. Ik word hier alleen bezield door de overleveringen die mijne voorgangers in het belang van het land hebben bevestigd. Evenals zij heb ik bjj mijn troonbestijging gezworen de grondwet en de wetten van het Belgische volk te eerbiedigen, de na tionale - onafhankelijkheid en de onschend bare eisch van het grondgebied te hand haven. Evenals zij sta ik er op, getrouw te blijven aan mijn eed. Bij de raadpleging van het kiezerskorps, waartoe thans werd besloten, noodig ik mijne medeburgers uit hunne gedachten en verzuchtingen te richten naar de oplos sing van de vraagstukken die de toekomst van het land beheerschen: binnen- lan-dsch evenwicht, har te- lijke samenwerking in een geest van loyale weder- zijdsche verstandhouding ten dienste van de natio nale eenheid, saamhoorig- heid ten overstaan van de internationale prob le men die een zeer nab, ije toekomst stellen kan. Mogen mijne medeburgers tijdens de ko mende weken het voorbeeld indachtig zijn van onze dappere soldaten, die onder het bevel van Koning Albert destijds den ge boortegrond en het zedelijk en stoffelijk gemeengoed van het vaderland verdedigd hebben. Het lot van België ligt in de handen der Belgen zelf. Laten zij een blik slaan over de grenzen. Zij zullen overtuigd zijn van de noodzakelijkheid, aan het land onverwijld een parlement te schenken, dat in ruime geest van rechtvaardigheid en gelijkheid de nationale eenheid vereen zelvigt, en waarop een regeering zal kun nen steunen, die bij machte is den eerbied af te dwingen en het moreele gezag van België hoog te houden. Dit zijn, mijn waarde eerste minister, de overwegingen die ik meende dat ik U mededeelen moest bij gelegenheid van het besluit dat ik goedgekeurd heb. Indien gij oordeelt, dat zij van aard zijn het welzijn van het vaderland te bevor deren, sta ik U toe haar openbaar te ma ken. Inmiddels blijf ik, waarde eerste minis ter, Uw zeer toegenegen. (g.) Leopold.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 1