mmmimn.
100%
i GENOT
'N TRIOMF
VAN SMAAK
rWEEJ ELAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSDIE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 18 FEBRUARI 1939. No. 42.
lm
KRilEK va* den DAG.
DE TRAGEDIE VAN MAYERLING
1
T
c
RÏU1
ENT VI
S4F
IRGI
>H
INIA
Weifelend conjunctuursverloop
in de Ver, Staten,
I
VERZEKERT U
ttfif
-
EN IS
15 ti
men
elen
ft
AN
i
AGIÏ
lburtf
7392
wo
zhik-
Bu-
IIIV
ïums,-
oud-
Ilajs-
|ihak-
5pste
|Hee-
1.40.
^oen-
lurg.
het
|)ezit-
jaar
lllatie
aven-
t>r de
le-
tken,
hak.
Ikke»
pctri-
rtstr.
niale
)ffie-
igen.
H.H.
7395,
^Tegenstrijdige aspecten van
Mfigt Engelsche bewapenings-
program,
Er ,de laatste dagen weer eenig op-
timisi ontstaan over de politieke ontwik-
kelinn de naaste toekomst. Het feit, dat
Mussai nog steeds aarzelt met de for-
mulring van zijn eischen aan Frankrijk
en 4
Me roep in Duitschland om rege-
lingan het koloniale vraagstuk, eenigs-
zinsan het verstommen schijnt, vormen
denrAdslag van dit optimisme. Ook acht
met® kenden en Parijs, het rumoer, dat
in .'Jfaiiaansche en de Duitsche pers is
t over de toenadering van Frank-
Engeland tot Burgos een gunstig
Daaruit zou duidelijk blijken, dat
en Berlijn ten zeerste duchten, dat
n invloed op Franco zullen verlie-
Met oogenblik is moeilijk te zeggen,
oeve'rre deze dingen inderdaad opti-
ischer verwachtingen vermogen te
tvaardigen. Een zekere tijdelijke aar-
#ng te Rome en Berlijn beteekent op
zelf wel allerminst dat Duitschland
.<4 Italië het kruit hunner „dynamische'
litiek reeds verschoten zouden hebben
et kan ook zijn en zulks blijft de vrees
velen in West-Europa dat de hui-
/dige stilte de voorbode van een nieuwen
politieken storm beteekent, van een storm
die minstens zoo erg zal worden, als die
in September van het vorige jaar.
Veel reëele beteekenis hebben dit Soort
van beweringen eigenlijk niet. Al naar ge
lang van de mentaliteit des stellers val
len ze wit of zwart uit. En aan elk po
litiek verschijnsel zitten verschillende as
pecten, welke het een zeer wisselend aan
zien kunnen geven.
Van groote beteekenis in het spel der
huidige politieke krachten is zonder den
minsten twijfel de Engelsche bewapening
Het in het midden dezer week verschenen
witboek te dier zake bewijst nog eens ten
overvloede, dat de ,Engelsche regeering
thans met geweld den achterstand op de
totalitaire mogendheden poogt in te ha
len. De extra-uitgaven voor de 5-jarige
periode (April 1937April 1942) welke
oorspronkelijk waren begroot op 400 mil-
lioen pond sterling (bijna 3% milliard
gulden) zullen worden verdubbeld Onge
veer gedeelte daarvan, dus 200 millioen
pond sterling is reeds uitgegeven. Met in
begrip van de gewone defensie-uitgaven
zal er tot het einde van de vijf-jarige pe
riode, dus tot 31 Maart 1942 bijna 1200
millioen pond sterling aan de defensie
ten koste worden gelegd. In het nieuwe
jaar, dat 1 April begint zullen de uitga
ven 580 millioen pond sterling bedragen
Daarvan zal voorloopig 300 millioen pond
sterling door leeningen moeten worden ge
vonden. Er is echter voor het oogenblik
nog niet aangekondigd dat ook de belas
tingen zullen worden verhoogd, zoodat het
een open vraag blijft, hoe het resteerende
bedrag zal worden gevonden. Vermoedelijk
zal men ook daarvoor een beroep op de
open markt moeten doen. Het is echter
zeer waarschijnlijk, dat de regeering hier
omtrent nog geen vastpmlijnde plannen
heeft. Voor belastingverhooging lijkt de
tijd allerminst gunstig; daarvan zou on
getwijfeld een storende invloed op de
conjunctuur uitgaan, die zich op het oogen
blik toch reeds in dalende lijn beweegt
Het gevolg zou zijn een vermindering van
de werkelijke inkomsten, zoodat de be
lastingverhooging tamelijk fictief zou wor
den.
Men hecht aan 't Engelsche bewapenings
program groote politieke beteekenis: het zou
een voorname factor tot behoud van den vre
de beteekenen, nademaal de totalitaire mo
gendheden geen financieele middelen ge
noeg hebben om ten deze tegen Engeland
te concurreeren en uit dien hoofde voor een
oorlog zullen terugschrikken. Men kan die
redeneering onderschrijven, doch mag dan
niet over het hoofd zien, dat er ook nog
zooiets als een economische kant aan de
zaak zit, welke in laatste instantie mis
schien zelfs in staat geacht moet worden,
de politieke uitwerking er van te neutra
liseeren.
De toenemende bewapening heeft immers
tot gevolg, dat er ook in Engeland een ver
schuiving plaats vindt van particuliere on
dernemingslust naar de regeeringsorders,
een verschijnsel, dat aan de exportpositie
van Engeland niet ten goede kan komen.
In de vorige crisis heeft het land zich te
gen de gevolgen daarvan kunnen wapenen
door den val van het Pond en door de ver
vanging van den export door afzet in het
binnenland. Men zou kunnen opmerken,
dat dit thans eveneens het geval is, maar
men dient wel onderscheid te maken tus-
schen de productie, die tot de welvaart van
het land bijdraagt en die zooals met de be
wapening het geval is, is ingesteld op ver
nietiging. Deze laatste productie kan onder
geen omstandigheden tot de welvaart bij
dragen. Bovendien kan de export niet, zooals
in de crisis het geval was, worden gesteund
door de lage valuta en door het terug-
loopen van de productiekosten. Om redenen
van monetairen aard, dient men thans een
zekere stabiliteit van het Pond in het oog
te houden, voor zoover zulks althans moge
lijk zal blijken. Tenslotte vertoont het
prijsniveau reeds sinds lang neiging tot
langzaam stijgen, een verschijnsel, dat na
tuurlijk eveneens op den duur verlammend
werkt op den export. In het kort gezegd:
het staat dus te vreezen, dat de Engelsche
Uit de memoires van de moeder van
Maria Vetsera, over den liefdesroman
van Kroonprins Rudolf.
1).
INLEIDING.
Mayerling, het vroegere jachtslot van
kroonprins Rudolf, ligt temidden van het
Wienerwald. Vrome zusters, die voor altijd
afstand deden van de vreugden dezer we
reld, knielden 's avonds en 's morgens op
den kouden steenen vloer, om te bidden.
Toen zij den sluier aannamen, hadden zij
de heilige belofte afgelegd, voor eeuwig te
zullen zwijgen. De kamer, waarin Rudolf,
erfgenaam van den Oostenrijkschen troon,
en zijn geliefde, de nauwelijks zeventien
jarige Maria Vetséra, hun laatste uren
doorbrachten, is herschapen in een kapel.
Links, halverwege de wit marmeren trap,
staat het beeld van de Heilige Maagd Ma
ria. Beschermend ziet zij neder op de men-
schen aan haar voeten, die nog in den ban
van het aardsche leven. Het beeld is een
geschenk van een andere Moeder, wier le
ven ook vol smarten was: keizerin Elisa
beth, en de beeldhouwer heeft het madon
nabeeld de trekken van Maria Vetséra ge
geten.
m
Thans, nu ik deze aanteekeningen neer
schrijf, is het bijna vijftig jaar geleden, dat
baron Noposa, intendant van keizerin Elisa
beth, op de Weensche hofburcht de treurige
tijding bracht, dat men kroonprins Rudolf,
bewapening een verdere verslechtering van
de conjunctuur zal teweegbrengen en daar
uit kunnen dan weer spanningen te voor
schijn komen, welke toch nog ont
vettende internationale ongelukken bewerk
stelligen. Het spreekt vanzelf, dat men
dit in de City ook maar al te goed beseft.
Wellicht hoopt men daar, dat het tenslotte
toch niet noodig zal blijken, dat Groot-
Brittannië het geheele reusachtige bewa
peningsprogram werkelijk ten uitvoer legt,
dat dus over eenigen tijd internationale
besprekingen mogelijk zullen blijken, waar
bij het vraagstuk der bewapeningsbeper
king een nieuwe kans zou krijgen. Dat wa
re inderdaad te hopen. Er zal in afzienba-
ren tijd een einde moeten komen aan den
krankzinnigen bewapeningswedloop! want
anders loopt het op een oorlog uit, ook
al mag men Engeland's huidige krachtsin
spanning nog zoo veelvuldig als een factor
tot behoud van den vrede uitleggen.
Finantieel economisch
weekoverzicht.
De vrees voor verwikkelingen in
Europa en lage grondstoffenprij-
zen oefenen een ongunstigen in
vloed uit De Amsterdamsche
beurs zeer terughoudend Het
rubberrestrictie-percentage on
veranderd.
De conjunctuur ontwikkeling in Amerika
blijft een min of meer weifelend verloop
houden. In Januari heeft men nog een ge
leidelijke vermindering van de induslrieele
bedrijvigheid kunnen waarnemen en uit de
automobielindustrie werd gemeld, dat deze
bij sommige ondernemingen aan een zekere
overproductie leed. Ook meende men in
Januari en na de vrij levendige verkoo-
pen in December een vermindering van de
kleinhandelsomzetten te kunnen waarne
men, maar in den allerlaatsten tijd schijnt
hierin weer een verbetering te zijn geko
men. De bedrijvigheid in de staalindustrie
is met eenige procenten teruggeloopen,
maar over het geheel bleef deze toch 'nog
vrij bevredigend. Zoo maakten de cijfers
omtrent de aflevering van de U. S. Steel
over Januari geen slechten indruk; zy be
droegen ni. 789.000 ton tegen 694.000 in
December en 518.000 in Januari 1938. Na
een tijdelijke vermindering is er dan ook
eenige vraag naar staalwaarden aan den
dag getreden. Betrekkelijk bevredigend was
het kwartaaldividend van de Chrysler Corp.
van 1, zij het ook, dat het dividend lager
was dan over het vierde kwartaal 1938 toen
8 1.25. werd uitgekeerd. Het totale dividend
over het afgeloopen jaar heeft echter niet
meer dan 2 bedragen, zoodat de uitkee-
ring over het eerste kwartaal toch wel als
een goed begin wordt beschouwd. Uit den
aard der,zaak steekt de winst over het af
geloopen jaar ongunstig af bij die over
1937, een verschijnsel, dat zich trouwens
ook bij de andere maatschappijen voordoet.
Er werd nl. 4.32 per aandeel verdiend te
gen 11.66 in 1937. Van deze winst werd
echter niet minder dan 8 2.79 per aandeel
erfgenaam van den Oostenrijkschen troon,
dood had gevonden in het jachtslot Mayer
ling.
Reeds velen hebben over het tragische
geheim van Mayerling geschreven, en na
mij zullen er ongetwijfeld nog velen over
schrijven. Voor den val van de monarchie,
heeft men uit eerbied voor de keizerlijke
familie steeds geaarzeld met deze publica
ties, maar sinds de Habsburgers het reus
achtige gebied, waarover zij regeerden, ver
loren hebben, kunnen de aanteekeningen,
memoires en verdichtsels over Mayerling
een geheele bibliotheek vullen.
De weinige getuigen uit dien tijd hebben,
hetgeen zij wisten, op schrift gesteld. Na
derhand is dit uitgebreid tot dikke folian
ten, grootendeels gebaseerd op praatjes en
geruchten. En nog immer worden daar
nieuwe hoofdstukken aan toegevoegd, die
hun ontstaan aan de fantasie, aan de lite
ratuur en een heel enkele maal aan
de poëzie danken.
De objectieve geschiedschrijver moet tot
de slotsom komen, dat er in de vroege mor
genuren van den 30sten Januari 1889, be
halve Rudolf en Maria Vetséra, niemand in
de kamer was, welke later, op Revel van
keizer Franz Joseph, in een kapel herscha
pen werd. Van de uren, waarin de doods
engel, in donkere gewaden de zielen der
gelieven meevoerde, is niemand getuige ge
weest. En ook van de gebeurtenissen, die
zich, voor en na het drama van Mayerling,
in de directe omgeving van Rudolf, den
Weenschen Hofburcht en het slotpark
Schönbrunn, hebben afgespeeld, weten maar
in het vierde kwartaal verdiend, waaruil
wel blijkt, dat de bedrijvigheid zich in sterk
opwaartsche richting heeft bewogen. Neemt
men nu in aanmerking, dat de koers zich
omstreeks 76 beweegt, dan kan niet wor
den ontkend, dat op de basis van het hui
dige dividend het rendement bevredigend
is te achten.
Dit laatste kan overigens van een groot
aantal Amerikaansche aandeelen worden
gezegd. Het verschijnsel, dat de beurskoer
sen zich niet aan de hoogere dividenden
hebben aangepast, moet eensdeels worden
verklaard door de vrees voor politieke ver
wikkelingen in Europa, anderdeels door de
onzekerheid of de conjuctuur zich binnen
afzienbaren tijd niet in dalende richting zal
gaan bewegen. In het begin van het jaar
was men daaromtrent vrij optimistisch ge
stemd, maar op het oogenblik is er weer
eenige twijfel gerezen.
Een belangrijke pijler vóór de industri-
eele bedrijvigheid in de Ver. Staten vormt
de bouwnijverheid/Déze kan zich nog altijd
in een vrij groote levendigheid verheugen
en er zijn ook geen teekenen van verslapping
merkbaar; eerder mag tegen het voorjaar
een verdere opleving worden verwacht. Op
dit punt valt er dan ook een sterke afwij
king te bespeuren met den toestand in En
geland, waar juist in de bouwnijverheid
geklaagd wordt over gebrek aan nieuwe
werken.
Een remmende werking oefenen nog
steeds de lage prijzen van de grondstoffen
uit. Vooral de positie van de koperindustrie
moet in dit verband worden genoemd, daar
deze allesbehalve bevredigend is, een ver
schijnsel, dat ook tot uitdrukking komt in
de koersen voor koperaandeelen. De we
reldvoorraden in Januari voor geraffineerd
koper zijn verder gestegen en zij bedroegen
ian het einde van de maand 480.059 ton te
gen 457.168 ton aan het einde van het jaar.
De wereldproductie van ruwe koper be
droeg in Januari 175,950 tegen vorige
maand 195.039 en die van geraffi
neerd koper 137,480 tegen 186.384 in De
cember.: Juist de omstandigheid,! dat de
voorraden gestegen zijn, niettegenstaande
de productie is gedaald trekt bijzonder de
aandacht en toont aan, dat het verbruik te
venschen overlaat, niettegenstaande de
omvangrijke bewapeningsplarmen
Op onze beurs heeft het publiek zeer wei
nig belangstelling voor Amerikaansche
waarden getoond, een verschijnsel, dat te
meer opmerkelijk is, omdat zooals hierbo
ven reeds is opgemerkt, het rendement van
Amerikaansche fondsen eerder aanleiding
had kunnen geven tot hernieuwde kooplust.
Hetzelfde argument zou trouwens ook kun
nen gelden voor tal van locale fondsen,
waarvan de koersen zich op een niveau be
wegen, waarop men deze uit een oogpunt
der dividenduitkeeringen aantrekkelijk zou
kunnen noemen. Vermoedelijk mag in dit
verschijnsel dan ook de verklaring worden
gezien, dat niettegenstaande de geringe
vraag de markt toch een groote mate van
weerstand aan den dag legt. Er komt zeer
weinig materiaal ter markt en de techni
sche positie is van dien aard, dat bij eenige
verbetering van den toestand de koersen al
spoedig een sijgende richting zouden volgen.
Men sluit echter niet de oogen voor de mo
gelijkheid, dat er op politiek gebied nog
altijd onaangename verrassingen kunnen
komen, die storend op de koersen zouden
kunnen werken. In de afdeeling voor in-
dustrieele fondsen waren Philips tamelijk
gunstig gedisponeerd, niettegenstaande het
uitvoercijfer van radio-artikelen in de
maand Januari een teruggang te zien gaf,
een verschijnsel, dat zich overigens ge
woonlijk in die maand voordoet, na de rui
me export in December. De achteruitgang
is dit jaar minder groot geweest dan verle
den jaar. Uit Londen werd gemeld, dat het
plan bestaat om de Philipsfabriek te Black
burn aanzienlijk uit te breiden. Met den
bouw van het nieuwe gedeelte zal onmid
dellijk worden begonnen. Tevens werd me
degedeeld, dat belangrijke fabricageproces
sen, die thans in andere fabrieken in Enge
land geschieden, naar Blackburn zullen wor
den overgebracht, o.a. de vervaardiging
van glas. Het is niet bekend of deze uitbrei
ding en verplaatsing eenig verband kunnen
houden met bewapeningsorders (optische
instrumenten enz.) Onwaarschijnlijk lijkt
ons dit overigens niet.
In Unilever is de stemming verbeterd,
nadat de laatste maanden aanbod, naar
men zeide voor rekening van Weensche be
langen, die gedwongen waren tot afwikke
ling de koers had gedrukt. Er is overi
gens geen reden om aan te nemen, dat de
gang van zaken bij het Unileverconcern in
het afgeloopen jaar belangrijk minder gun
stig is geweest dan over 1937. Men dient in
aanmerking te nemen, dat de belangen
sterk verdeeld zijn en zich niet tot margari
ne en vetten beperken. In den oliehoek wa
ren aandeelen Koninklijke prijshoudend,
niettegenstaande het winstcijfer van de
Shell Union Oil, dat een belangrijke ver
laging te zien gaf (8 11 millioen tegen in
1937 20.6 millioen) teleurstellend werk
te.
Wat cultuuraandeelen betreft waren rub
berwaarden tamelijk vast na de aankondi
ging, dat het restrictiepercentage voor het
tweede kwartaal op 50 zal worden ge
handhaafd. Er zullen ongetwijfeld produ
centen zijn, die een verhooging van het uit-
voerpercentage hadden voorzien, omdat de
drastische beperking natuurlijk ongunstig
inwerkt op den kostprijs. Men gelooft niet
in een prijsstijging van eenigen omvang, on
danks de handhaving van het percentage
en hoewel de prijs van ca 8 d. op zich zelf
bevredigend wordt geacht, is deze toch on
voldoende bij de bestaande restrictie. Uit
een statistisch oogpunt is de toestand ove
rigens tamelijk bevredigend, daar de con
sumptie zich belangrijk boven de productie
beweegt en de voorraden derhalve een ge
leidelijke vermindering aantoonen. Hoewel
de wereldvoorraden van 430.000 ton vrij
omvangrijk schijnen vertegenwoordigen de
ze toch niet meer dan ongeveer 5 maan
den verbruik. Suikeraandeelen waren ta
melijk prijshoudend, later aan den vasten
kant. De limiteverlagingen voor Britsch
Indië die ten doel hebben aan de Euro-
peesche concurrentie het hoofd te bieden
zijn later gedeeltelijk ongedaan gemaakt.
Op de beleggingsmarkt is zeer weining om
gegaan en in de koersen kwam bijna geen
verandering.
Hieronder volgt een koersoverzicht van
de afgeloopen week:
3—3% Nederland 1938 100%, 100%,
100%
3 Ned. Indië 1937 A. 97%, 9898%
Koloniale Bank 140, 143, 143%
Philips 201, 203, 198%, 203
Billiton nw. aand. 2e rubr. 384, 387,
383%, 384%:
Koninklijke 308%, 306%, 308%, 311%
A'dam Rubber 198%, 197%, 199
Deli Bat. Rubb. 134%, 138%, 140%
H.V.A. 414, 409, 419%
Deli Bat. Mij. 210, 207%, 209.
Deli Mij. 234%, 223, 230.
Senembah 216, 214, 215.
H.M. DE KONINGIN NAAR HET LOO.
Gistermiddag om 5 uur is H.M. de Ko
ningin per auto uit de residentie naar Het
Loo vertrokken.
GIFTEN VAN DE KONINGIN EN
PRINSES JULIANA.
Bij het bestuur van den Centralen Bond
voor Inwendige Zending en de Christelijke
Philantropische Inrichtingen te Amsterdam
zijn belangrijke giften ingekomen van H. M.
de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana.
NOG STEEDS: DE KOGELGAATJES,
Nog steeds moet min of meer geregeld
de Haagsche politic kennis nemen van
klachten over kogelgaatjes, welke in rui
ten van gebouwen in de binnenstad gevon
den worden. Gistermorgen is een winkel
ruit van de heerenmodezaak Meddens aan
het Spui het slachtoffer van dit hardnek
kige vandalisme geworden. Een kogeltje
werd in de étalage gevonden.
De politie let scherp op de baldadigheid
der jeugd. Zoo heeft zij Donderdag een jon
ge knaap, die in het bezit was van een licht
pistool, wegens overtreding der vuurwapen-
wet aangehouden. Eenig verband met de
kogelgaatjes-affaire in de binnenstad blijkt
deze aanhouding, welke in een der verre
buitenwijken geschiedde, intusschen niet te
hebben.
DE STEUN IN NATURA AAN KLEINE
TUINDERS.
De Nederlandsche Tuindersbond heeft een
schrijven gericht aan den minister van eco
nomische zaken, waarin deze organisatie
er op wijst, dat door de plotselinge verande
ring van de gedeeltelijke uitkeering in na-
tura in plaats van contanten voor de kleine
B-steuntuinders deze tuinders in groote
moeilijkheden zijn geraakt.
Bij het doen van de noodzakelijkste be-
dryfsinkoopen komen deze tuinders nu voor
de moeilijkheid te staan, deze niet te kun
nen betalen daar zij voor een groot gedeel
te hun steun niet in contanten ontvangen.
Is voor de kleine boeren en de kleine tuin
ders, vallende onder de bloemisterij, deze
maatregel van minder ingrijpenden aard,
omdat deze categorieën uit hun bedrijven
momenteel nog eenige ontvangsten hebben,
voor de kleine groententuinders, die mede
door de strenge vorst momenteel absoluut
zonder bronnen van inkomsten zijn, is deze
veranderde maatregel, doordat deze men-
schen vooraf daarop in het geheel niet wa
ren voorbereid funest, hoe goed een steun in
natura in andere omstandigheden ook voor
hen had kunen werken.
Daarom verzoekt de Nederlandsche Tuin
dersbond den minister, althans dit voorjaar
den nieuwen maatregel voor bovengenoem
de categorie tuinders ongedaan te maken
en de oude steunregeling te laten voortbe
staan.
AUTOBUS MAAKT LUCHTSPRONG.
Eenige gewonden.
Vrijdagmorgen omstreeks 7 uur is bij de
brug bij de Ronduite op den weg van St.
Jansklooster naar Wanneperveen een bus
van de firma Stutvoet en Van Dooren, uit
Kampen, die 22 tewerkgestelde arbeiders
naar de centrale werkverschaffing in het
land van Vollenhoven bij Steenwijk vervoer
de, door den afsluitboom het omhooggehe-
ven brugdek opgereden.
Onder het gewicht van de bus zakte de
brug naar beneden en door de snelheid vloog
de bus door den boom aan den anderen kant
van de brug heen, waar zij zwaar bescha
digd tot stilstand kwam. Zeven werkloozen
en de chauffeur werden gewond. Twee hun
ner zijn naar het ziekenhuis te Kampen
overgebracht, waar één ter verpleging is
opgenomen. De overige inzittenden van het
verongelukte voertuig konden ter plaatse
door een geneesheer behandeld worden. Zij
hadden slechts lichte kwetsuren, veroor
zaakt door glasscherven. Later zijn zij met
een andere bus naar hun woonplaats ver
voerd.
De politie van Wanneperveen stelt een
onderzoek naar de oorzaak van het gebeur
de in.
(Jngez. Meded.)
zeer weinigen iets af. Van dezen hebben tot
nu toe maar twee pei'sonen het zwijgen ge
broken: de echtgenoote van graaf Elemér
Lónyay, de vroegere kroonprinses Stepha
nie, weduwe van Rudolf, en gravin Marie
LarischAllersee, dochter van een broer
van keizerin Elisabeth en geboren uit een
morganatisch huwelijk. Beiden hebben haar
memoires gepubliceerd en beiden spreken
zij daarin ook van de tragedie van Mayer
ling. Maar geen van beide verhalen is ob
jectief en onpersoonlijk: de eene wilde de
vraag beantwoorden, waarom de man, van
wiens galante avonturen geheel Weenen op
de hoogte was, het geluk niet in eigen fa
miliekring kon vinden, de andere schreef
eerder een pleidooi, dan een chronologische
opgave der gebeurtenissen. Bratfisch, de
koetsier, die den kroonprins en zijn geliefde,
behalve op hun vele ritten, ook op hun
laatsten rit vergezelde, werd door het Hof
naar Amerika gestuurd en kreeg zooveel
geld, dat hij zijn belofte om te zwijgen,
niet behoefde te verbreken.
Keizer Franz Josef sprak met zijn naaste
omgeving niet eens over het drama van
Mayerling, het was zelfs ten -strengste ver
boden, om in zijn nabijheid den naam Ru-
dolf te noemen. In de zevenentwintig jaar
van het drama van Mayerling tot aan zijn
dood toe, heeft hij met geen menseh over
zijn zoon gesproken.
De kamerdienaar van kroonprins Rudolf,
de lakei Loschnek met zijn naam wer
den alle liefdesbrieven geadresseerd en hij
was de man, die de verschillende kortston
dige liefdes van zijn meester door de don
kere gangen van den Hofburcht leidde
moest voor den prior van het monniken
klooster van het Heilige Kruis op den
crucifix zweren, dat hij nooit met iemand,
zelfs niet met zijn familie, over Rudolf en
zijn aangelegenheden zou spreken. Tevens
legde hij de gelofte af, tot het eind van
zijn leven géén alcohol meer te drinken,
zoodat hij ook in een roes geen geheimen
kon verraden. In hetzelfde klooster legden
ook alle andere bedienden van Mayerling
een gelijken eed af, de portier, de huisbe
waarder, de lakeien, de kok. En de post
directeur van Baden, de politieman, de
machinist van den trein, die Rudolf's vriend
den graaf Hoyos, op den bewusten morgen
van Baden naar Weenen bracht, moesten
allen eveneens een dergelijke belofte af
leggen.
De bedienden van Maria Vetséra beloof
den den keizer zeiven op eerewoord, te
zullen zwijgen. Geld en onderscheidingen,
bedreigingen en kerkerstraffen sloten allen
getuigen den mond. Over de middelen, wel
ke men hiertoe in hofkringen aanwendde,
wist de keizer zelf wel het allerminst.
Iedereen heeft men tot stomheid kunnen
dwingen. Alleen één mensch heeft zich niet
aan het gebod gestoord.
De moeder.
In de jaren, na het drama van Mayer
ling, deed aan het hof al spoedig een ge
rucht de ronde: In het uitgestorven paleis
van de familie Vetsera, in de Salesianer-
gasse, schrijft de dochter van den schat
rijken Griekschen bankier Baltazzi, barones
Helena Vetsera, achter gesloten deuren en
in den diepsten rouw haar memoires. Nog
later ging het gerucht, dat deze memoires
gereed waren en gedrukt zouden worden
3# boek zou het eenige authentieke ver
haal over de tragedie van Mayerling be
vatten. Niemand had deze memoires echter
ooit gezien en zelfs de allerhoogsten aan
het Hof konden zich er niet op beroemen,
ze ook maar voor een minuut in handen ge
had te hebben.
Het manuscript van deze memoires lig'
hier voor me, op mijn schrijftafel. Het
manuscript is authentiek: ik heb het zelf,
gedurende een langen, langen nacht, van
het origineel, dat precies 24 uur in mijn be
zit was, overgeschreven
Hoe ik aan dit origineel kwam, wanneer
het geschreven werd, waarom het tot dus
ver niet gepubliceerd mocht worden, staat,
allemaal in de volgende hoofdstukken.
Ik schrijf geen roman en heb als verslag
gever geen andere bron, dan het verloren
gewaande manuscript, dat ik gevonden neb.
De inhoud van dit gedenkschrift staat steeds
tusschen aanhalingsteekens, omdat ik er
steeds voor gezorgd heb geen zin door te
streepen, noch er iets aan toe te voegen.
Hetgeen er staat heeft Maria Vetsera's
moeder, die in een nacht haar dochter ver
loor, zelf met sidderende handen op papier
gezet, ver van alle romantiek of het ge
praat van de Weensche salons.
Wanneer ik deze artikelen-serie 'een re
portage-roman noem, doe ik dat, omdat 't
gedenkschrift op zichzelve een spannende
roman is.
qyfj-ixrt—z (WoiOt vervolgd)