'N TRIOMF
VAN SMAAK
KRONIEK van dsn DAG.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 11 FEBRUARI 1939. No. 36.
1
.Amerikaansche
jÉéèsÉL;, fe,. aangelegenheden.
SCHADUWEN AAN DE KUST.
SINKËISUSÉIL
De heer G. de Raad tereeht
de»
fnwe-
nette
jieven
dit
M bij
Jenjas
|vl-;k-
alL
3.50,
|Mbg,
ïube-
leelig'
lepa-
bube-
ierse,
fsmia
|pt U
lan-
irarte
met
van
ïl, L,
re-
trans,
Crop-
Iprui-
|v. 25
loudr,
lGra-
ge-
Imen-
praat,
IBB»
net-
806.
ont-
van
806,
~zT-
rgen,
naar
p. p.
Mid-
7ËÏL
:uwe
Bu-
Zon-
roei-
P-
Mid-
19
itrijd
voor
edig
>urg,
te
nge-
,uxe
me-
age.
Diplomatieke bedrijvigheid
om Spanje.
Het zal vermoedelijk nog wel een paar
dagen duren, alvorens men „weet op wel
ke wijs de liquidatie van den Spaanschen
burgeroorlog zich gaat voltrekken. Maar
één ding schijnt men met zekerheid te
kunnen voorspellen: generaal Franco zal
het gebied in centraal Spanje, dat zich
thans nog in handen der linkschen be
vindt, niet met de wapenen hoeven
te veroveren. Nu Catalonië den strijd
heeft opgegeven, zou verder verzet in Cen
traal Spanje zin- en zinneloos zijn. Gene
raal Miaja, de militaire bevelhebber t Ve
Madrid moet een zeer bekwaam man zijn.
Juist die bekwaamheid echter zal hem er
alles op doen zetten, om nog meer bloed
vergieten te voorkomen.
Franco heeft tot dusver nooit van iets
anders willen weten dan van een over
gave zijner tegenpartij op genade en on
genade. Zijn gematigd optreden in Cata
lonië en zekere geruchten, welke de laat
ste dagen hardnekkig de ronde doen, la
ten intusschen ruimte voor de opvatting,
dat er toch nog wel met hem te praten
zal zijn; over een overgave, waarbij meer
de nadruk op genade moet vallen. Franco
heeft eigenlijk de overwinning reeds be
haald, volledig. Het kan in zijn Spaan
schen aard liggen, om zich nu in deze ure
grootmoedig te toonen. En dit temeer, wijl
een bewijs van grootmoedigheid voor de
restauratie van den Spaanschen staat
wellicht veel gezonder zou zijn dan nieu
we wapenfeiten. Van Engelsche en Fran-
sche zjjde zijn deze week stappen te Bur
gos gedaan, waarin zulks naar voren
werd gebracht.
Frankrijk en Engeland spreiden, nu de
burgeroorlog ten einde loopt, trouwens
een aanhoudende diplomatieke activiteit
ten toon. Zoozeer zelfs, dat de Duitsche
pers er kwaad van werd. Franco zou al
heel stom moeten zijn, aldus het betoog
dier pers, indien hij zich door het zoet
gefluit uit Londen en Parijs liet vangen
Blijkbaar vreest men te Berlijn, dat Fran
co zich toch wel eens zou kunnen laten
vangen en komt men daarom zoo vinnig uit
den hoek.
Het zou heusch zoo stom nog niet zijn
van den Spaanschen generallissimus, om
zich een Engelsch-Fransch tegenwicht te
verschaffen tegen den invloed, welke Ita
lie en Duitschland op het Iberisch schier
eiland meenen te kunnen uitoefenen, dank
zij de hulp, welke zij aan Franco verleen
den. Als onafhankelijke staat heeft Span
je tenslotte niet het minste belang bij een
soort van curateele van Rome en Berlijn
en het Hjdt geen twijfel, dat vooral van
Londen uit er thans hard aan gewerkt
wordt, om die curateele indien mogelijk
te verhinderen. Engeland heeft van den
beginne van den Spaanschen burgeroor
log af een welberekende politieke rol in
het drama gespeeld: die der zoogenaamde
strikte neutraliteit. Aan Engeland heeft
Franco het vooral te danken, dat de link
schen niet voldoende oorlogstuig uit het
buitenland aangevoerd kregen, hetgeen
voor zijn overwinning van niet veel min
der beteekenis is geweest dan de actieve
steun, welke Mussolini en Hitier voor
hem over hadden. Nu het op liquidatie
aankomt heeft Engeland dit op Italië en
Duitschland voor, dat het geen rekening
hoeft te presenteeren. Het kan optreden
als de belangelooze rijke vriend, die van
harte gaarne bereid is, om Spanje leenin
gen te verstrekken voor den restauratie-
arbeid. Het herstel van het geteisterde
land zal uiteraard groote kapitalen ver-
eischen. Die kapitalen zijn alleen in vol
doende mate in de Londensche City te
vinden. Als psychologische politieke factor
.tornt er dan nog bij, dat de Italiaansche
soldaten in Spanje zich in breeden kring
gehaat hebben gemaakt. Weliswaar kan
men daaraan geen duurzame beteekenis
toekennen, doch voor het oogenblik werkt
hij mede, om de Engelsche diplomatie een
zekeren voorsprong te geven.
Het staat natuurlijk allerminst vast,
dat deze voorsprong in reëele politieke
winst omgezet zal worden. Wat dit betreft
kpmt veel af te hangen van het even
wicht van krachten, waarop het toekom
stig régime van Spanje gebaseerd zal zijn.
Kan in..rlit evenwicht het fascisme een
belangrijke factor uitmaken, dan krijgen
de Engelschen, hoe handig ze mogen zijn,
zonder twijfel nog een harden dobber!
Krijgen daarentegen de conservatievere
Fbiantieel economisch
weekoverzicht.
Betere vooruitzichten voor de
openbare nutsbedrijven en voor
de General Motors. Vestiging
van een aluminium-industrie in
Ned.-Indië. Ongunstige prijs
ontwikkeling van Kunstzijde-
garens.
In de Ver. Staten zal de valuta-kwestie
binnenkort weer aan de orde worden ge
steld, in verband met de aanvrage van Pre
sident Roosevelt aan het Congres tot ver-
Naar het Engelsch van
J. Jefferson Farjeon.
54).
„Schipper" onderbrak Joe hem plotse
ling, hoe weet je, dat Mironneau ze al niet
gevonden heeft?"
„Wat zeg je?" riep Smith scherp uit.
„Hoe weten we, dat de schavuit ze niet
reeds bij zich had toen hij ons bij mij thuis
overviel?"
Smith staarde hem aan en zijn voorhoofd
werd klam.
„En we lieten hem gaan!" zuchtte hij.
Maar het volgende oogenblik verwierp hij
het idee. „Geloof het niet, Joe. Hij zou nooit
naar ons toe gekomen zijn als hij dat spul
bij zich gehad zou hebben".
„Toch kan hij het bij zich gehad hebben",
hield Joe aan. „Hij was bijna krankznnig.
Men handelt nu eenmaal niet verstandig in
zoo'n conditie en je behandelde hem zeer
slecht, dat weet je. Hij wilde wraak ne
men".
„Bah!" riep Smith bits, maar zijn toon
klonk niet zeer overtuigend. Hij was vol
maakt uit zjjn doen. „Als je denkt, dat ik
daar weer naar toe ga, dan heb je het mis.
We zijn hier met dat hol en ook met dit
hier in een minuut klaar. Als we het
hier niet vinden, steken we over naar den
anderen kant van 't water en we laten al
les in den steekHou op met staren!
Hou op met spreken! Duivels! Maak
voort"
Toen viel er een stilte en zij verlieten de
lenging van zijn monetaire volmachten, die
30 Juni a.s. eindigen. De volmachten be
treffen de aan Roosevelt toegekende be
voegdheid tot vorming van een stabilisatie
fonds en tot bepaling van de waarde van
den dollar; hun verlenging is slechts een
formeele kwestie, die wel niet op verzet zal
stuiten. Zij zal vermoedelijk minder stof
doen opwaaien dan de zg. geheime bespre
kingen van President Roosevelt met de
Senaatscommissie voor Militaire Zaken,
waarvan genoeg is uitgelekt, om in Ameri
ka verzet te doen rijzen tegen de mogelijk
heid van het opgeven der traditioneele neu
traliteitspolitiek.
De polemieken over deze voor de Ver.
Staten en voor Europa zoo belangrijke aan
gelegenheid hebben den ondernemingslust
op de New Yorksche beurs eenigszins ge
remd; zij hebben echter niet voorkomen;
dat de koersen geleidelijk zjjn opgeloopen.
Voor sommige soorten aandeelen zijn zelfs
aanzienlijke koerswinsten geboekt, in de
eerste plaats voor aandeelen van openbaar
nutsbedrijven, die het hoogste niveau van
1938 overschreden hebben. Aanleiding hier
toe gaf het sluiten van een overeenkomst
tusschen regeeringsinstanties en een der
grootste openbaar nutsbedrijven in de Ver.
Staten over den verkoop van een deel van
zijn bezit, waaruit kan worden afgeleid, dat
de regeering thans een vredelievender hou
ding tegenover de „public Utilities" aan
neemt.
Een vaste stemming bestond ook voor
automobielwaarden, onder leiding van aan
deelen General Motors Corp., op de publi
catie van gunstige resultaten over het laat
ste kwartaal van 1938. Het blijkt, dat de
winst in dit kwartaal 66 pet. van de ge-
heele winst over 1938 heeft bedragen. Ten
gevolge van den minder gunstigen gang
van zaken in de eerste drie kwartalen van
1938 heeft de General Motors in het geheele
afgeloopen jaar slechts een winst behaald
van 102 millioen, .gelijk staande met
8 2.17 per aandeel, tegen 8 196 millioen of
8 4.38 per aandeel in 1937. Het bestuur
heeft evenwel, zich baseerende op de gun
stige resultaten van het laatste kwartaal,
betere verwachtingen voor het loopende
jaar. Het meent, dat de maatschappij dit
jaar 25 pet. meer automobielen zal verkoo-
pen dan in 't voorafgaande jaar, waardoor
de winst vermoedelijk 3.50 per aandeel
zou bedragen. De vraag moet worden ge
steld, of de raming niet wat erg voorbarig
is, nu het nieuwe jaar nog nauwelijks is be
gonnen, en allerlei economische zoowel als
politieke invloeden zich in den loop van
1939 kunnen doen gevoelen. De teleurstel
lende conjunctuurontwikkeling in Januari
heeft er reeds toe geleid, dat de afzet der
General Motors in de eerste maand van het
jaar aanmerkelijk geringer is geweest dan
in December.
In de Amerikaansche afdeeling der Am-
monarchistische groepen de overhand, dan
zal Mussolini zich wellicht te beklagen
hebben. Op het oogenblik is van dit alles
niets te zeggen. Volgens inlichtingen uit
Franschen bron, zouden de eigenlijke
Spaansche fascisten slechts een kleine
minderheid vormen, maar bij deze voor
stelling van zaken is de wensch vermoe
delijk de vader der gedachte.
sterdamsehe beurs heeft de vraag zich be
perkt tot die fondsen, welke te New York
in het middelpunt der belangstelling ston
den. Zoo bestond er goede kooplust voor
obligatiën Cities Service; verschillende
Amerikaansche spoorwegbonds konden even
eens in koers aantrekken, in verband met
een nieuw plan tot vermindering van de
vaste lasten der spoorwegen, door. inkoop
van spoorwegobligatiën beneden pari, welke
transactie gefinancierd zou worden door
een, met regeeringshulp te vormen, insti
tuut. Ofschoon het plan is ontworpen door
den voorzitter van de Interstate Commerce
Commission, het controle-lichaam der Ame
rikaansche spoorwegen, is het nog lang niet
zeker, dat het ten uitvoer zal worden ge
bracht. Van bultenlandsche obligatiën is
voorts de nieuwe 4 pet. Fransche conversie-
leening verder in koers gestegen; ook Duit
sche soorten waren aan den vasten kant,
echter bij zeer beperkten handel.
Op de Amsterdamsche aandeelenmarkt
werd de aandacht voor een groot deel in be
slag genomen door de transacties in claims
kamer. Inspecteur Root klopte Leonard
zachtjes op den schouder.
„Waar zoeken ze naar?" fluisterde hij.
„Ik weet het niet", fluisterde Leonard te
rug. „Misschien weet mijnheer Griddle het".
„Weet u het?" vroeg de inspecteur. Er
kwam geen antwoord. „Hebt u eenig idee,
waar zij naar zoeken, mijnheer Griddle?"
vroeg hij nadrukkelijk, en gaf toen plotse
ling een zachten schreeuw. „Hallo hij is
hier niet meer!"
Er kwamen allerlei geluiden van buiten
af. Kapitein Smith en Joe Moyle haasstten
zich terug.
„Er is niemand buiten", riep Smith.
„Ja, dat hoorde ik", antwoordde Joe.
Smith slikte. „We moeten er tegen op,
Joe", mopperde hij. „Geen tijd voor bezwa
ren meer".
„Toegegeven" mompelde Joe. „Hei
wat is dat?"
Een lichtstraal verlichtte eensklaps het
schemerige vertrek, en er klonk een schel
gefluit. Toen de kerels rond keken, vonden
zij twee bruikbaar uitziende revolvers te
genover zich.
„Handen hoog, allebei", brulde inspecteur
Root, scherp. „Blijf waar je bent zoo!"
Het gefluit werd herhaald en nu werd het
kamertje ineens bevolkt en levendig door
haastige voefsiappen. Agenten schenen uit
alle hoeken en gaten te komen en de twee
betrapten keken zeer hulpeloos om zich
scheen.
„Nou, wat heb je te zeggen?" schreeuwde
de inspecteur.
„Niets", antwoordde Smith kort. „Dat zal
later wel gebeuren".
Ier Billiton Mij. uit hoofde van de uitgifte
loor deze Mij. van 3% millioen aandeelen
ot den koers van 250 pet. Het prijsverloop
Ier claims stelde, na de betrekkelijk hooge
>pening van den handel op 458, nog al te-
eur. Overwegend aanbod, naar men meende
ip te merken van de zijde van een groote
landeelhouder, die zich door verkoop van
;en deel zijner claims de middelen wilde
/erschaffen tot aankoop van nieuwe aan-
leelen met de overblijvende claims, deed den
orjjs scherp terugloopen tot 406, waarop
ïvenwel eenig herstel volgde.
In elk geval is de prijs, waartoe de claims
verhandeld zijn, belangrijk beneden hun
theoretische waarde gebleven, ondanks de
optimistische mededeelingen in het prospec
tus betreffende de vooruitzichten van een
aluminium-industrie in Ned.-Indië, ter fi
nanciering waarvan de onderhavige uitgif
te dient. Het is de bedoeling, de aluminium-
fabriek aanvankelijk op te zetten voor een
productie van ca. 5000 tons per jaar, het
geen niet meer is dan één percent van het
tegenwoordige wereldverbruik. Als afzet
gebieden komen uit den aard der zaak in
de eerste plaats Ned.-Indië zelf en voorts
Nederland in aanmerking. Met de oprich
ting der fabrieken is natuurlijk geruimen
tijd gemoeid, maar de afzet der producten
zal worden bespoedigd, doordien zal worden
begonnen met het laatste stadium van het
productie-proces, d.i. de vervaardiging van
aluminium-producten, waarvoor het ruwe
aluminium voorloopig uit het buitenland
zal worden betrokken.
De noteeringen van binnenlandsche in-
dustriëele aandeelen hebben niet belangrijk
gefluctueerd; zij bewogen zich meerendeels
in stijgende richting en Philips' konden zich
zelfs weder boven de 200 pet. verheffen.
De uitvoer-cijfërs van radio-artikelen en
gloeilampen waren in Januari weliswaar
lager dan in de voorafgaande maand (resp.
3.43 tegen 4.46 millioen en 492.000 te
gen 495.000), maar men heeft hierbij ver
moedelijk te doen met een seizoenverschijn
sel. In Januari van het vorige jaar was de
export van beide artikelen veel scherper
gedaald.
De uitvoer van kunstzijde-garens is in
Januari slechts weinig kleiner geweest dan
in de laatste maand van 1938 en belangrijk
grooter dan in de eerste maand van vorig
jaar. Er werd nl. geëxporteerd 715 tons ter
waarde van 1.37 millioen, tegen 719 ton ad
1.40 millioen in December en 460 ton ad
1.05 millioen in Januari 1938. De gemid
delde prijs per kg uitgevoerde kunstzijde
garens is van 1.95 in December terugge
gaan tot 1.92 in Januari; in Januari van
het vorige jaar had hij nog 2.28 per kg
bedragen. Kleine prijsschommelingen van
de eene maand op de andere zeggen weinig
voor de algemeene prijsontwikkeling van 't
product, omdat er toevallig naar verhou
ding meer goedkoopere kwaliteiten kunnen
zijn geëxporteerd; in de scherpe prijsdaling
in vergelijking met de eerste maanden van
het vorige jaar komt echter vermoedelijk
wel de algemeene tendenz tot prijsverla
ging op de kunstzijde-markt tot uiting.
De prijsontwikkeling voor Indische pro
ducten geeft ook nog weinig reden tot te
vredenheid. De rubbernoteering is tot 711|1S
pence per lb. gedaald, tegen 8 3|16 een
maand geleden. De verdere reactie moet
hoofdzakelijk worden toegeschreven aan de
vrees, dat hét Rubber Restrictie Comité de
volgende week zal besluiten tot een verhoo
ging van het uitvoerpercentage. Voor Java-
suiker heeft eveneens een verdere prijsver
laging plaats gevonden. De N.I.V.A.S., die
eind Januari haar limites voor Oostelijke
bestemmingen reeds met ca. 50 cent per 100
kg had verlaagd, heeft deze, voor de Oost
en de Westkust van Britsch-Indië, nog met
25 cent gereduceerd, teneinde buitenland-
sche concurrentie, die in dit afzetgebied
van de Java-suiker vasten voet tracht te
krijgen, te weren. Na de limiet-verlagingen
hebben flinke afdoeningen plaats gevonden.
(Ingez. Med.)
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop
Cities Service 5 pet. 30-jar. 54%55%-55%
3%-3 pet. Nederland 110-100 5|16-100 3|16.
Aku 34%—34%—34%
Unilever 130 —132 —130 —132
Philips' 193%—192—203—200%
Kon. Petroleum 312%—314—309—312%
Amsterdam-Rubber 200%197198
Serbadjadi 9694
Handelsver. „Amsterdam" 417423415%
Deli Mij. 226—223%—235
Holland Amerika Lijn 105106%105
Ned. Scheepv. Unie 107%—104%—105
RECHTSZAKEN.
EEN POSTBODE, DIE DE BRIEVEN
NIET BESTELDE.
De hulpbesteller van de P.T.T. in Em-
mer-Compascum had in de maanden No
vember en December meermalen een ge
deelte van zijn post niet bezorgd en in zijn
fietstasch bewaard. Qp Oudejaarsdag was
de tasch echter zoo vol geworden, dat hij
besloot den inhoud in een sloot te deponee-
ren, onder de sneeuw.
Dit werd echter ontdekt en deswege
moest hij zich gister voor de Asser recht
bank verantwoorden. Hem was ten laste
gelegd, dat hij de post had weggemaakt als
ambtenaar van P.T.T. Uit de getuigenver
klaring van den directeur van het postkan
toor te Emmen bleek echter, dat hulpbe
stellers geen ambtenaren zjjn, doch zijn aan
gesteld op arbeidscontract.
Daarom zag de officier van justitie, die
het feit hoogst ernstig vond, zich genood
zaakt vrijspraak te vragen.
Een verzoek van den verdediger tot on
middellijke invrijheidstelling werd na raad
kamer afgewezen.
CONFERENTIE VAN H.M. DE
KONINGIN MET DE COMMISSARISSEN
DER KONINGIN.
Over de geestelijke en moreele
herbewapening.
Men meldt ons van officieele zjjde:
H.M. de Koningin heeft gister ten paleize
Noordeinde te Den Haag een bijeenkomst
gehouden met de Commissarissen der Ko
ningin in de provinciën ter bespreking van
de mogelijkheden, welke zouden kunnen lei
den tot practische uitvoering van de denk
beelden ten grondslag liggend aan de gees
telijke en moreele herbewapening.
De minister van binnenlandsche zaken
was bjj deze bijeenkomst tegenwoordig.
HQ vertoeft te Brussel.
Het geval van de mysterieuze verdwij
ning van den heer G. de Raad, voorzitter
van de Christelijke Staatkundige Partij in
Indië, die gekozen is tot lid van den Volks
raad, heeft thans een onverwachte wen
ding genomen. Terwijl de politie en de fa
milie met veel moeite de verblijfplaats
trachtten te ontdekken van dezen sinds 14
Januari spoorloos verdwenen Indischen ver
lofganger, bracht gister een telegram uit
Brussel de familie de mededeeling, dat hij
zich in goeden welstand aldaar ophield ten
huize van een predikant. De familie stelde
hiervan de Utrechtsche recherche op de
hoogte, die op haar beurt van deze mede
deeling te Brussel een bevestiging verkreeg.
De geheele familie heeft zich terstond
naar Brussel begeven.
Toch is het geval nog steeds raadselach
tig, daar tal van voor de hand liggende
vragen onbeantwoord blijven.
De Utrechtsche recherche kon dan ook
over deze zonderlinge verdwijning en te
rugkeer van den heer De Raad geen na
dere mededeelingen verstrekken, aangezien
het een en ander zich buiten den straf
rechter om in familiekring heeft afgespeeld.
DE BURGERWACHTEN EN HET
NATIONAAL-SOCIALISME.
Op de vragen van den heer Wijnkoop
betreffende den invloed door N.S.B. in be
paalde burgerwacht-organisaties uitge
oefend, heeft de heer Van Boeyen, minister
van binnenlandsche zaken, het volgende ge
antwoord:
Bepaalde feiten zijn niet bekend. Wel zijn
geruchten dienaangaande vernomen, welke
geruchten echter bij een ter zake ingesteld
onderzoek niet voldoende gefundeerd bleken
te zijn.
Ter uitvoering van het bepaalde in art.
5, lid 1, onder b, van het koninklijk besluit
van 2 Juli 1938, houdende bepalingen tot
uitvoering van de wet op dé weerkorpsen,
zal in de statuten der burgerwachten de
bepaling moeten worden opgenomen, dat
van het lidmaatschap van de burgerwacht
zjjn uitgesloten zij, die naar het oordeel
van den burgemeester niet voldoende ze
kerheid bieden, dat zij onherroepelijk zul
len gehoorzamen aan de bevelen, hun door
of namens het wettig gezag te geven. Te
vens zal in de statuten het bestuur der
burgerwacht de verplichting moeten wor
den opgelegd, om de leden, ten aanzien
van wie naar het oordeel van den burge
meester gegronde twjjfel rjjst, of zjj on
herroepelijk zullen gehoorzamen aan de be
velen, hun door of namens het wettig gezag
te geven, van het lidmaatschap te onthef
fen.
Hierdoor zal, naar vertrouwd wordt, re
delijkerwijze worden voorkomen, dat niet-
gezagsgetrouwe elementen van de burger
wachten deel zullen uitmaken.
LANDGOED VAN DETEKDING AAN
DUITSCHE STICHTING VERMAAKT.
Sir Henry Deterding heeft, naar uit Ros
tock gemeld wordt, in zijn testament zjjn
landgoed Dobbin, met uitzondering van het
woonhuis en het park vermaakt aan de
„Friedrich Heinrichstichting", die zich
vooral de opleiding van jonge landbouwers
ten doel stelt.
THEE doet
(Ingez. Meded.)
„Ja, er zal nog heel wat later gebeuren",
antwoordde Root, droogjes. „Intusschen heb
je al genoeg gezegd om de boeien te recht
vaardigen. Doe ze maar aan, Drew. Zij zul
len niet bijten we hebben hen gedekt".
De handboeien werden aan gedaan en
Leonard en Root lieten hun revolvers zak
ken.
„Zoo, dat is dat", zei de inspecteur. „En
wil jullie ons nu uit den brand helpen en
vertellen, waar jullie naar zoeken aan boord
van dit schip?"
„We zullen later praten, zeg ik", ant
woordde Smith ernstig. „Ga maar verder
hiermee. Jullie zijn gekken en jullie zullen
zien, dat je het mis hebt".
„Goed", antwoordde Root. „Maar je zult
toch heel wat moeten praten om tegen te
spreken wat we juist gehoord hebben, en
wat we uit Mironneau en Fyne zullen krij
gen. Maar misschien wil je ons vertellen,
waarom je dit schip wilde opblazen?"
„Ik denk, dat ik u dat kan vertellen, in
specteur", onderbrak Leonard rustig.
„U zou dat kunnen?" riep Root uit. „Maar
wie, voor den duivel bent u dan, mijnheer
Sefton?"
„Ik ben de jongste compagnon van Bai-
nes, Elsonen compagnie, de firma, die dit
schip verzekerde", zei Leonard. „Maar voor
we verder gaan, zou het niet beter zijn, als
we mjjnheer Griddle trachtten te vinden?"
Alsof het een antwoord was op die vraag
drong het geronk van een motorboot tot
hen door het geronk van een vertrek
kende motorboot.
HOOFDSTUK XXXI.
De eene helft van de geschiedenis.
Voor een oude heer, was mijnheer Griddle
nog zeer actief; als hij het wilde kon hij ook
zeer katachtig doen. Geen van zijn drie
metgezellen, die samen met hem in dien
donkeren hoek hadden gezeten, had hem
van hun weg hooren gaan en de kapitein,
noch diens vriend hadden bemerkt, dat hij
hen naar buiten was gevolgd. Maar onge
lukkig of misschien gelukkig voor
mijnheer Griddle maakte het geen verschil
had hij op een losse plank getrapt toen
hij zich door den gang haastte en het geluid
van deze losse plank had Smith en Joe
Moyle weer in de kamer gejaagd en in de
armen van de politie.
Mijnheer Griddle giste wel wat er ge
beurd was, ofschoon hij niet stil hield om
te vragen. Hij was niet in een stemming om
te talmen. Toen hij het politie fluitje hoor
de werden zijn gissingen bevestigd en hij
sloop verder met nog grootere snelheid.
Toen hij de ladder bereikte, die naar buiten
leidde, naar buiten, in de frissche, lieflijke
lucht en naar de vrijheid rees er plotseling
een gedaante voor hem op.
„O!" riep de gestalte uit.
„Vlug!" antwoordde Griddle. „Ze hebben
ze te pakken ze hebben je noodig
haast je, agent".
„Goed!" antwoordde de konstabel en
haastte zich voort.
Griddle glimlachte. Zelfs in zijn angst kon
hij nog glimlachen. Hij klom de ladderasop
en kwam twee andere gestalten tegen.
„Naar beneden!" stootte hij uit. „Naar
beneden, jullie allemaal. Zij hebben de
schurken, maar ze zijn aan 't vechten".
„Goed!" zeiden de agenten en renden naar
beneden met de anderen achter zich aan.
Mijnheer Griddle geraakte nogmaals in
een gesprek gewikkeld op het wrak. Hij had
de zijwand van het schip bereikt, toen plot
seling een mannenhand uitschoot en hem
greep.
„Slecht gedaan!" lachte mijnheer Gridlle.
„Mijn naam is Griddle. De inspecteur heeft
je noodig daar beneden.
De man aarzelde.
„Luister!" riep mijnheer Griddle uit.
Root's fluitje klórik voor de tweede maal
uit de duisternis.
„Vlug!" stootte Griddle uit. „Er wordt
een ware oorlog gevoerd daar beneden".
„Ja, maar waar gaat u heen?" vroeg de
agent.
„Ik? Ik ben zestig en ik ben afgevaardigd
om op de motorboot te letten".
„Nu, ik geloof, dat ik daar nog wel eens
aan zal denken", zei de man.
„Nu, ik geloof, dat je dat niet zult doen",
gaf Griddle terug; en het volgende oogen
blik lag de man op zijn rug en telde meer
sterren, dan er nog ooit aan den hemel
hadden gestaan.
En, terwijl hij sterren telde gleed Gridlle
over de railing en belandde in de motor
boot. Een paar minuten later verliet een
klein bootje, dat kon bewegen, de zij van
een groot schip dat niet kon varen.
De man die sterren telde krabbelde over
eind.
„Hei!" stootte hij uit zonder effect te
sorteeren.
„Ook zoo", schreeuwde mijnheer Gridlle
terug, en opnieuw glimlachte hij, ofschoon
de dood van alle kanten op hem loerde.
fWordt vervolgd)-