mm
KRONIEK van den DAQ.
BINNENLAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 2 FEBRUARI 1939. No. 28.
Duitschlaad's economische
'moeilijkheden.
'-HEER ABTSKERKE.
SCHADUWEN AAN DE KUST.
WALCHEREN.
ZUIDBEVELAND.
Men besteedt in Engeland thans veel aan
dacht aan de economische passages van de
rede, welke Hitier Maandag in den Rijks
dag 'heeft gehouden. De Führer heeft, zoo-
ais men zich zal herinneren, openlijk toe
gegeven, dat het Derde Rijk inderdaad met
economische moeilijkheden te kampen heeft
en dat het die alleen kan overwinnen door
een uitbreiding van zijn uitvoer. Twee as
pecten doen zich daarbij voor, aspecten,
waarvan het buitenland overigens al lang
op de hoogte was: le Duitschland's voedsel
voorziening is onvoldoende; 2e Duitschland
ziet geen kans de autarkie, de zelfvoorzie
ning dus, zoover op te drijven, dat het ge
noeg heeft aan de hoeveelheid grondstof
fen, welke het op het oogenblik uit het bui
tenland betrekt. De aankoop van voedsel
voör mensch en dier, zoowel als die van
grondstoffen zal derhalve grooter moeten
worden. Maar dat kan alleen, indien Duitsch
land er in slaagt zijn uitvoer uit te brei
den, waardoor het de voor den aankoop
noodzakelijke buitenlandsche deviezen in
handen zou krijgen.
Het bestaan der economische moeilijkheden
op zichzelf, nu ook door den Führer erkend,
baarde natuurlijk geen verrassing in het
buitenland. Waar men van opkeek was, dat
Hitier er ruiterlijk mee voor den dag kwam,
Tot dusver immers was, indien er m de bui
tenlandsche pers over Duitschland's eco
nomische moeilijkheden werd geschreven,
van Duitsche zijde altijd op nijdigen toon
van repliek gediend, werden die moeilijkhe
den verontwaardigd geloochend. Op den
duur kunnen feiten van de onderhavigen
omvang echter onmogelijk verborgen blij
ven. En uit dien hooide was het politiek
zeer zeker geen slechte zet van den Führer
de erkenning te doen.
Sommige Engelsche autoriteiten, o.a. de
minister voor den overzeeschen handel,
Hudson, zijn geneigd aan Hitler's erken
ning, zeer groote beteekenis toe te kennen,
In een te Londen gehouden rede zeide Hud
son o.a.: „Ik geloof, dat dit uit den mond
van den Führer een der bemoedigendste
verklaringen is, die wij sedert lang gehoord
hebben. Ik juich haar toe, omdat zij wel
licht zal kunnen leiden tot een totstandko
ming van een verstandige regeling tusschen
Duitschland en Engeland."
Het is duidelijk, welke gedachtengang
aan deze uitspraak ten grondslag ligt, ook
al liet minister Hudson dan na om be
grijpelijke redenen dien gedachtengang
te ontwikkelen. De economische moeilijk
heden van Duitschland, zoo redeneert hij
blijkbaar, beteekenen een rem op het natio-
naal-socialistisehe „dynamisme". Zou een
land, dat deze moeilijkheden kent, een oor
log durven riskeeren, een oorlog dan van
vermoedelijk langen duur tegen Frankrijk
en Engeland b.v.? Waarschijnlijk putten
Hudson en andere Engelsche kopstukken uit
deze vraag de hoop, dat het met een gewa
pend conflict zoo'n vaart niet zal loopen,
want wat voor Duitschland geldt, geldt in
even sterke mate voor itaiië. Ooit de fascis
tische staat van den Duce is economisch
zwak en bezit, naar men onderstelt, geen
voldoende reserves, voor een oorlog van
eenigszins langen duur.
Het kan zijn, dat de gedachtengang hout
snijdt en minister Hudson's verwachtingen
(inzake bevredigende overeenkomsten met
Duitschland) in vervulling zullen gaan.
Maar er zit zonder twijfel ook een uiterst
speculatief element in. Want Hitier heeft
niet alleen de economische moeilijkheden
van het Derde Rijk erkend, maar er een
onverbiddelijke uiting van zijn wil aan toe
gevoegd: De Duitsche uitvoer moet en
zal uitgebreid worden, ook al zou dat neer
komen op een handelsoorlog (met Enge
land); Duitschland weet, dat het zulk een
oorlog zou winnen. Men kan vermoedelijk
veilig aannemen, dat deze woorden in de
eerste plaats bestemd waren voor het Duit
sche gehoor van den Führer, maar ze be
vatten ook een waarschuwing, een waar
schuwing aan Londen in de eerste plaats.
Deze: dat de Engelschen zich niet moeten
verbeelden Duitschland er door middel van
economischen en financieelen druk onder te
zullen krijgen. Het beeld van de kat in het
nauw, die rare sprongen doet, is hier den
kelijk op zijn plaats.
Abonnementen en Advertentiën voor dit
blad worden aangenomen door den Agent
I. DE BLAUWEj Nisse.
46).
Naar het Engelsch van
J. Jefferson Farjeon.
„Hoe ben je van die boot ai' gekomen,
Mnonneau? vroeg Smith. IV.'iionneau staar
de hulpeloos naar de ruwe jas, waartegen
hij zoo ruw werd vastgedrukt. „Vooruit -
antwoord! Hoe ben je ontvlucht?"
„O, ik mocht niet ontvluchten, hè!" sput
terde Mironneau. „Ik moest daar blijven tot
ik verteerde. Ik behoor jullie, is dat niet
zoo? Je kunt met me doen, wat je wil, hé?
Me dagen achtereen vasthouden en me in
slaap maken
„Och, schei uit met dat gezannik!" riep
Smith nijdig uit. „Zal ik nog wat meer met
je doen? Bijvoorbeeld je nek breken?
„Kalmaan, schipper", viel Joe met zachte
stem in. „We zullen eerst moeten hooren,
wat hij ons te vertellen heeft, voor we zijn
nek breken".
„Dat is waar", knikte Smith en wendde
zich weer tot Mironneau. „Nou luister eens
„Froggy". Je bent een idioot, zooals je dat
altijd al geweest bent. Je hebt van 't begin
af aan alles verkeerd gedaan en als je het
goed gedaan had, dan zou je er een flink
bedragje aan verdiend hebben van ons
deel
„Beest! Bedrieger! Mon Dieu
„Koest! zeg ik! Luister Ik zal je nog
één kans geven, ofschoon je het niet ver
dient. Je noemt me een bedrieger, hè? Nou,
hoe noem je jezelf dan wel? Je bent het
NEDERLANDSCHE OORLOGSBODEMS
OP REIS.
Hr. Ms. kruiser „Sumatra" onder bevel
van den kapitein-luitenant ter zee C. H.
Brouwer, is op 31 Jan. van Malta naar
Palermo vertrokken.
Hr. Ms. flottieljeleider „Tromp", onder be
vel van den kapitein ter zee L. A. C. M.
Doorman is gisteren van Lissabon naar
Funchal (Madeira) vertrokken. De schade
ontstaan door de aanvaring met het Duit
sche stoomschip „Orinoco" is geheel her
steld.
E. G. Schuernmnn overleden.
Gistermiddag is te zijnen huize te Rotter
dam op bijna 73-jarigen leeftijd overleden
de heer E. G. Schuermann, voorzitter van
den Koninklijken Nederlandschen Midden
standsbond en oud-vice-president van den
Kamer van Koophandel te Rotterdam. De
heer Schuermann was een belangrijke fi
guur in middenstandskringen. In 1902 was
hij mede-oprichter van den Nederlandschen
Middenstandsbond, waarvan hij in 1919 pre
sident werd, hetgeen hij tot aan zijn dood is
gebleven.
Zwemlessen voor vlsschers.
Dezer dagen zijn in het zwembad Mau-
ritskade te Den Haag zwemlessen begonnen
die door de Chr. sportver. K.V.S. te Seheve-
ningen aan Scheveningsche visschers gege
ven worden. Meer dan 350 visschers hebben
zich voor deze lessen aangemeld.
HET LOT DER NEDERLANDSCHE
TEXTIELARBEIDERS IN
DUITSCHLAND.
De pogingen van de directies der textiel
fabrieken te Gronau en Nordhorn in
Duitschland, om met het deviezenbureau 'n
regeling te treffen, waardoor alle Neder'
landsche arbeidskrachten aan het werk zou
den kunnen blijven, hebben een negatief
resultaat opgeleverd. Het gevolg hiervan is,
dat van de ongeveer achthonderd werklie
den, woonachtig in de gemeenten Losser
Overdinkel, Glanerbrug en Denekamp, ruim
50 pet. is ontslagen. De rest kan blijven
doorwerken op de volgende bepalingen:
De arbeiders krijgen thans 2|3 van het
netto- loon in Nederlandsch geld uitbe
taald, de rest in marken. Voorheen gold de
regeling, waarbij de werklieden 2]3 van het
bruto- loon uitbetatald kregen. Dit verschil
brengt met zich mede, dat de arbeiders, die
thans kunnen blijven werken, een loonsver
laging krijgen van drie tot vijf gulden per
week. Als gevolg hiervan probeeren vele
arbeiders thans in Nederland werk te vin
den.
Door het verleende ontslag en door het
vertrek van werklieden, die reeds in En
schede en omgeving in andere fabrieken
werk gevonden hebben, ondervinden de
Duitsche fabrieken, vooral omdat het hier
goede vaklieden betreft, groote stagnatie.
De Duitsche directies trachten alsnog 'n
regeling te verkrijgen, waardoor zooveel
mogelijk Nederlandsche arbeiders voor hun
bedrijven behouden kunnen worden.
JONGE EENDENKUIKENS ALS
SPEELGOED.
Een request van de Ned. Ver
voor dierenbescherming.
Het hoofdbestuur van de Ned. Ver. tot
beschei-ming van dieren, heeft zich met een
request tot alle burgemeesters en wethou
ders in Nederland gericht, waarin de aan
dacht wordt gevestigd op het feit, dat in
verschillende gemeenten van ons land
thans weder in grooten getale jonge een
denkuiken aan de markt worden gebracht
zgn. „woerdjes" welke door de broed
machines bij duizendtallen worden uitge
broed en practisch geen handelswaarde
hebben omdat zjj uiteraard voor de eier-
productie niet kunnen dienen. Ditzelfde
geschiedt ook met jonge haantjes. Geble
ken is, dat deze diertjes op de markten
een zekere attractie zijn voor het publiek
dat ze zonder nadenken voor enkele
centen koopt om er de kinderen mede te
verblijden. Daartegen zijn reeds van ver
schillende zijden ernstige bezwaren gere
zen, omdat, afgezien ervan, dat deze dier
tjes door het vervoer en het verblijf op
de markt veel te lijden hebben, ook hel
publiek niet weet, op welke wijze ze doel
treffend verzorgd moeten worden. Men
laat de kuikens dikwijls vrij rond loopen
hetgeen voor deze diertjes, die groote be
hoefte aan warmte hebben gespeend
als ze zijn aan alle moederzorg door
gaans den dood tengevolge heeft. Voor
Je kinderen is het begrijpelijk een groote
pret, ze in een tobbe te laten zwemmen,
slechtste soort bedrieger omdat je op den
koop toe een gek bent, en gekken zijn ver
duiveld lastig bij dit werk! En natuurlijk
ben ik nieuwsgierig naar je bevindingen!
Wie zou dat niet zijn? En wel zelfs nu
nog zeg ik als je er voor voelt om te
deelen, gelijk te deelen, dan is het nog niet
te laat!"
„Dat is waar", knikte Joe. „Je kunt ons
vertrouwen, Frencly".
„O, ik vertrouw je!" riep Mironneau wild.
„Ik vertrouw jullie heelemaal! Ik vertrouw
je toe, dat je me op die boot zult vasthou
den met dien dooden man. Wie is het? Ny-
croft, noemden jullie hem. Ik heb het ge
hoord. En hem bij me brengen terwijl ik
bewusteloos lag, opdat ik mijn geheugen
kwijt zou zijn bij het ontwaken!"
„O, je hebt hem dus gezien, toen je bij
kwam, hè?" informeerde Smith, met een
blik naar Joe.
„Eerst niet. Mjjn geheugen alles was
zwart. Als ik slecht ben, ben ik het toch in
elk geval niet zoo erg als jij. Ik kwam bij..."
„Er werd niet van je verwacht, dat je
wakker zou worden, boy", mompelde Smith.
„Dat weet ik!" riep de Franschman ern
stig uit. „Om te beginnen liet je me juist
genoeg bij zinnen de eerste dagen dan
maar later toen het niet goed ging
en ik niet deed wat je zei zou ik voor
langeren tijd moeten inslapen. O, maar ik
ben niet gek! Ik wendde voor dat ik al
gauw buiten westen was, om jullie te doen
ophouden mij nog meer van dat spul toe te
dienen. En toen ik bij kwamHij hield
plotseling op.
maar helaas! de meeste van deze diertjes
zijn „loopeenden", die in het geheel geen
behoefte hebben aan zwemgelegenheid en
daar zeker niet in hun natuurlijk element
zijn. Het is dan ook niet te verwonderen,
dat deze eendenkuikens bij honderdtallen
op wreede wijze om het leven komen.
Het hoofdbestuur verzoekt maatregelen
te willen overwegen tegen het brengen
van jonge eenden-woerdjes en jonge haan
tjes op de markt of (en) het uitventen van
deze diertjes te verbieden.
DE NED. IIERV. RADIO OMROEP.
Het Tweede Kamerlid Krijger
stelt vragen aan den minister.
Het Tweede Kamerlid Krijger (c.h.) heeft
den minister van binnenlandsche zaken de
volgende vragen gesteld:
1. Is het waar, dat door den zich noe
menden „Nederlandsch-Hervormde radio-
omroep" zendtijd is gevraagd met de be
doeling dien „uitsluitend te gebruiken voor
u.tzenaing van Hervormde KerKüiensten, 't
houden van lezingen over onderwerpen, die
van belang zijn voor dé Nederlandsch-Her
vormde kerk, bespreking van hetgeen voor
valt op kerkelijk terrein, het geven van
voorlichting in al die dingen, die het leven
der kerk raken, van hervormde zijde de
vraagstukken omtrent kerk, staat en maat
schappij te belichten en voorts aan alle tak
ken van arbeid binnen de Nederlandsch-
Hervormde kerk de gelegenheid te bieden
zich meerderen ingang bij en steun van ons
volk te verzekeren?"
2. Indien het antwoord bevestigend luidt,
is de minister dan bereid mede te deelen
of en in hoeverre hem bekend is, op grond
waarvan bedoelde organisatie zich gerech
tigd acht zich te noemen naar de Neder
landsch-Hervormde kerk en zich te be
schouwen zoo niet als orgaan dier kerk dan
toch als bevoegd om haar inzicht, d.i. dat
van de personen die namens haar voor den
omroep zullen optreden, aan te dienen als
het inzicht, dat de Nederlandsch-Hervormde
kerk heeft of uiteraard in overeenstem
ming met haar belijdenis behoort te heb
ben, in vraagstukken met name van kerk,
staat en maatschappij?
3. Is den minister bekend, dat zeer vele
leden van de Nederlandsch-Hervormde kerk,
ambtsdragers en niet-ambtsdragers, hoewel
zij instemmen met de goede bedoelingen van
de oprichters, den door de in vraag 1 be
doelde organisatie gekozen weg separatistisch
en mede daarom strijdig achten met het ka
rakter en niet bevorderlijk voor den bloei
van de Nederlandsch-Hervormde Kerk?
4. Indien uit het antwoord op vraag 2
zou blijken, dat de daarin bedoelde bevoegd
heid niet bestaat, althans den minister niet
bekend is en dat de Nederlandsch-Hervorm
de kerk zelf zich niet heeft uitgesproken
betreffende hetgeen waarover onder haar
leden geen overeenstemming bestaat, is de
minister dan bereid mede te deelen dat, in
dien een of meer andere organisaties van
leden van de Nederlandsch Hervormde kerk
eveneens om zendtijd zouden verzoeken,
deze zullen worden behandeld op voet van
gelijkheid met de in vraag 1 bedoelde or
ganisatie?
5. Is de minister bereid andere kerken,
indien zij den wensch daartoe te kennen
geven, voor de uitzending van kerkdien
sten, onder de noodige waarborgen, dezelf
de rechten te verleenen als zijn toegekend
aan de tot het verband der „gereformeerde
kerken" behoorende plaatselijke kerk van
Bloemendaal
Vreemde auto „handel".
De Amsterdamsche politie heeft een Am
sterdammer, een goeden bekende, aange
houden die er vreemde praktijken op na
houdt. In den nacht van 15 Januari was een
auto gestolen en deze man had zich ermede
belast den wagen over de grens te brengen
en in België te verkoopen. Toen dat niet
lukte, ging hij naar den eigenaar van de
auto en deelde dezen mede, dat hij wist,
waar de auto was en den wagen voor twee
honderd gulden wel meer in zijn bezit wilde
stellen. De eigenaar ging hierop in, doch
inmiddels was de auto in België in beslag
genomen.
De auto „handelaar", wien de tweehon
derd gulden reeds ter hand waren gesteld,
kon nu echter de autó niet meer leveren,
weshalve hij op het bureau Overtoom be-
landdde. De politie onderzoekt nu of deze
man ook iets te maken heeft met het com
plot „autohandelaren", dat er zijn werk van
maakt gestolen auto's ten verkoop over de
grens te brengen.
„Nou, toen ,je bij kwam, Froggy?" her
haalde Smith, terwijl hij hem nauwlettend
aankeek.
De Franschman aarzelde. Hij zag er som
ber uit.
„Dat weet je", zei hij. „Ik zag dien doo
den man naast me".
Opnieuw wisselden Joe en Smith blikken.
„Je zei, dat je hem eerst niet zag",
merkte Joe op. „Wat deed je vóór je hem
zag, en wanneer was dat Mironneau
antwoordde niet. „Vooruit wat deed je?
Ging je uit de kamer?" Nog zweeg Mi
ronneau. „Deed je
Opeens herkreeg Mironneau zijn stem.
Hij barstte in een schrille lach uit.
„Ik zal het je vertellen", schreeuwde hij.
,Ik zag dien dooden man, Mon Dieu! Ik
vloog het dek op, en
Maar opnieuw aarzelde hij, terwijl Na
poleon Guy zachtjes aanstootte. Napoleon
wist wat de Franschman om dien tijd ge
zien had.
„Naar den duivel met jou!" riep Smith
woedend uit. „Waarom houd je steeds op?
Wat gebeurde er op het dek? Vertel het nu
een beetje vlug of je nek wordt omge
draaid. Wat gebeurde er en hoe kwam
je van die boot af?"
Mironneau werd kalm en trok zijn schou
ders op.
„Heel goed. Ik zal je vertellen. Ik ga aan
dek en zie twee mannen".
„Genade!" fluisterde Smith. En plotseling
stootte hij uit: „Je liegt".
„Heel goed. Ik lieg", gaf Mironneau toe
en hield zijn mond.
DOMBURG. De jaardag van Prinses
Beatrix is alhier onder leiding van de Oran-
jevereeniging Woensdag gevierd. Des na
middags waren de schoolkinderen bijeen in
de zaal „Wilhelmina", waar ze wel 3 uren
lang werden onthaald op goocheltoeren van
prof. Hassan Ben Ali, imitatie, buikspreken,
poppenkast, afgewisseld door muziek en
zang der kinderen en versnaperingen. Bij
den zang lieten zich ook jeugdige solistjes en
debutantjes hooren.
Des avonds hield de Oranjevereeniging
in dezelfde zaal een algemeene ledenverga
dering, voorgezeten door den heer M. Reijn-
houdt Snr. Het aantal leden is in 1938 ge
stegen van 278 tot 296 en in Januari dezes
jaars zijn reeds 30 nieuwe leden ingeschre
ven. Ontvangen werd 884 en uitgegeven
880. De penningmeester, de heer J. de
Pagter, stelde zich niet meer verkiesbaar,
hetgeen zeer werd betreurd. De heer De
Pagter ontving den oprechten dank van
den voorzitter en de vergadering voor het
vele, door hem voor de vereeniging ge
daan.
De leeftijdsgrens voor het lidmaatschap
werd van 18 op 16 jaar gebracht; leden be
neden de 18 jaar hebben echter geen stem
recht.
Als bestuursleden werden herkozen de
heeren P. J. Elout, W. Trieller Snr. en
Joh. van Eyzeren; nieuw gekozen is de
heer M. Reynhoudt Jnr. die zich nog over
de aanneming van zijn functie wilde bera
den.
Na bovengemelde vergadering, door meer
dan 100 leden bijgewoond, trad prof. Hassan
weder op. Zijn werk werd afgewisseld door
de vertooning van eenige films, o.a. de fees
telijkheden van 7 Sept. 1938, alhier opge
nomen en thans aangeboden door den heer
L. Spronk.
Het was een zeer gezellige avond.
NIEUW- EN SINT-JOOSLAND. Dinsdag
jl. hield de kolenvereeniging alhier de
jaarljjksche algemeene ledenvergadering
Van de 200- leden waren met het bestuur
er 28 aanwezig In zijn openingswoord
deelde de voorz., de heer C. Janse Wzn
een en ander mede over de gang van za
ken in 1938 o.a hoe de kolenconventie en
de prijzencommissie tot stand gekomer
zijn en hoe die nu werkten. De secretaris
de heer P. van Leerdam, bracht daarm
een zeer uitvoerig jaarverslag uit. Hier
uit bleek o.m. dat aangekocht waren
203500 kg eierkolen, 19000 kg anthraciet
35000 kg stukkolen en 5000 kg briketten
I-Iet vervoer der kolen naar de leder
kostte 6 cent en het uitdragen uit hei
schip 8 cent per hl. De heer P. Meliefstc
bracht het verslag uit van den financieeler
toestand. Ontvangen werd 4273, uitge
geven 4295, nadeelig saldo 22. Dit na-
deelig saldo wordt feitelijk een voordeelig
saldo van nog grooter bedrag als men
de in voorraad zijnde brandstof berekend
tegen de prijzen van 1938. Aan de leder
kon een dividend worden uitgekeerd van
7 procent.
De aftredende bestuursleden, de hee
ren P. Meliefste en J. Dellebeke werder
herkozen, terwijl in de vacature, ontstaan
door het bedanken van den heer J. Pop-
pe Wz. werd gekozen de heer Iz. Corne-
lisse. De voorz. betuigde, namens de ver
eeniging, dank aan Poppe voor de werk
zaamheden in het belang der vereeniging
door hem verricht. Besloten werd het ver
voer en het lossen der kolen dit jaar we
der aan te besteden.
Op voorstel van een der leden werd
na uitvoerige bespreking besloten de jaar
wedde van den penningmeester te verhoo-
gen met 25 en te bepalen op 125. Dit
met het oog op de steeds toenemende
werkzaamheden.
Door een der leden werd het bestuur
dank gebracht voor het vele werk, dat
in 1938 is gedaan in het belang der ver
eeniging. Uit de verslagen is gebleken da'
het „een veel bewogen'" jaar is geweest
In de op de alg. vergadering volgende
bestuursvergadering is als penningmeestei
herkozen de heer P. Meliefste.
OOSTKAPELLE. Woensdagavond gaf de
Chr. Zangvereeniging „Sursum Corda" eer
openbare uitvoering in de Ger. Kerk. De
voorzitter, de heer L. Wondergem opende
deze uitvoering op de gebruikelijke wijze
Onder leiding van den directeur den hee:
L. Francke werden 15 nummers gezongen
waaronder een paar kwartetten en eer
dubbel kwartet.
Door deze uitvoering heeft de Vereeni
ging getoond over goede krachten te be-
„Je bent gek, Smith", zei Joe fronsend.
„We moeten dit alles hooren leugens of
geen leugens. Ga voort, jij", voegde hij den
Franschman toe.
„Neen. Ik lieg".
„We gelooven niet, dat je liegt".
„Neen. Ik lieg. Wat heb je eraan naar
me te luisteren. Draai mijn nek maar om.
Napoleon stootte Guy opnieuw aan en
Guy stootte hem eveneens aan. Het was
een appreciatie zonder woorden voor den
Franschman, die ten slotte doel had getrof
fen. Wat er ook van dit record zij van den
Franschman, en het scheen niet zuiver, den
twee wachters scheen hij vlekkeloos in ver
gelijking met Joe en Kapitein Smith.
„En als ik je nek eens omdraaide, jou
aal?" treiterde de kapitein.
„Dan zouden er geen woorden meer uit
komen en je zou geen leugens meer hoo
ren", antwoordde Mironneau zoetsappig.
Maar de arme kerel kon zich niet lang
goed houden, want een nieuwe, plotselinge
druk op hem, maakte zijn tong weer los.
,Heel goedik zal het je vertellen", zei
hij vlug. „Ik zag twee mannen".
„Wie waren het?"
„Hoe zou ik dat weten? Ik ken ze niet.
En het is donker. Eerst dacht ik, dat het
geesten waren. Mijn verstand is nog steeds
beneveld beneveld door dat spul, dat
jullie me gaven, en de doode man bewoog.
Ik vlucht. Zij trachten mij te grijpen, maar
ik ben te vlug. Zij gingen naar beneden..."
„Voor den duivel, deden zij dat!" mom
pelde Smith.
„Voor dan duivel, zij deden het. En voor
In 't welbekende hoofd is
't pijpje niet vergeten.
Dat komt, omdat je niet
kunt rooken bij het eten.
Dobbelmann...
VOORDEPIJP
lekker, man
(Ingez. Med.)
schikken en dit jaar flink te hebben ge
studeerd. Het gebodene stond op hoog peil
en viel zeer in den smaak van het talrijk
publiek. Ds. Hofland eindigde met dankge
bed.
SOEBURG. In een der lokalen der Juliana-
School kwamen gistermorgen het personeel
en de kinderen uit een der klassen bijeen ter
gelegenheid van het jubileum van een der
onderwijzeressen dezer school. Mej. C. van
der Harst herdacht nl. op dezen dag, dat zij
25 jaren bij het onderwijs werkzaam is en
daarvan 23 jaar op de Juliana-School hier
ter plaatse. Nadat de kinderen harer klas
se een welkomstlied hadden gezongen, bood
het hoofd der school, de heer G. de Ru, haar
uit naam van personeel en kinderen een
fraaie schemerlamp aan. Spr. besloot met
den wensch, dat ze nog vele jaren haar
krachten mag blijven geven aan het onder
wijs. Zichtbaar ontroerd nam de jubilaresse
het geschenk in ontvangst en dankte allen
hartelijk. Tenslotte zong een der kindertjes
haar een feestliedje toe, hetwelk eindigde
met een drie-werf hoera.
VERE. Er komt hoe langer meer teeke-
ning in de restauratie der Groote Kerk.
Was kortgeleden het dak van den zuider
buitenbeuk terdege onderhanden genomen
en van schaliën voorzien zooals dat vroe
ger geweest is, thans heeft ook de Noorder
buitenbeuk een beurt gekregen en is men
zoo goed als gereed met de leibedekking
daarvan. De Groote Kerk is met dit werk
een stuk vooruitgegaan, in December heeft
men bovendien het gekalkte metselwerk
weggenomen van de ingevulde partij tus
schen de twee Noorder pilaren van het zij
altaar. Deze muur scheen te verzakken, en
hoewel het te begrijpen was, dat men dit
vsk niet zou kunnen openlaten, de nieuwe
baksteenen staan veel beter dan de ge
pleisterde muur, die er eertijds stond. De
kapiteelen, die aan den buitenkant te zien
zijn, komen nu ook beter tot hun recht.
WOLFAARTSDIJK. Ter gelegenheid van
den jaardag van Prinses Beatrix maakte
Dinsdagavond de muziekvereeniging „Ad-
vendo" een rondwandeling door de ge
meente.
ELLEWOUDSDIJK. Vorige week werd
alhier opgericht een Ver. tot controle van
vet en melkgehalte. Staande de vergade
ring gaven zich 12 personen als lid op
met een totaal aantal van 78 koeien. Het
bestuur is als volgt samengesteld: J. Smal-
legange, voorzitter; D. Zoeter, secretaris,
terwijl als controleur werd aangewezen
de heer P. Verheijke, alhier.
Dezer dagen hield overste Bierman
na een inleidend woord van den burge
meester een lezing met lichtbeelden over
de luchtbescherming als zelfbescherming.
De boeiende wijze, waarop een en ander
door den spreker werd uiteengezet maak
te op de vele aanwezigen in verband met
dezen spannenden tijd den noodigen in
druk. Toen de spreker tenslotte in over
weging gaf tot het stichten eener vereeni
ging voor luchtbescherming over te gaan,
konden alle aanwezigen als lid worden
genoteerd, welk aantal inmiddels aange
groeid is tot over de honderd.
den duivel ik probeer jullie te dooden, zoo
als jullie mij probeerden te dooden. En voor
den duivel, ik pak je neus en draai hem om
zoo!"
Een schreeuw van woede slaakte de
schipper en een oogenblik werd zijn greep
wat losser. Daar had de Franschman op
gewacht, en dat was zijn bedoeling geweest.
Als een bliksemstraal of als een aal, zoo
als de kapitein hem genoemd had, dook hij
weg. „Grijp hem!" stootte Smith uit.
Joe schoot naar voren, maar was te laat.
Mironneau was absoluut verdwenen.
„Nee, laat hem maar gaan", riep
Smith uit, toen Joe hem wilde volgen. „We
zullen vlug moeten nadenken. Veronderstel
eens dat dat geklets waar was?"
„Dat moet het geweest zijn", antwoordde
Joe.
„Waarom?"
„Hij had geen reden om het te verzinnen.
En het doet meteen begrijpen, hoe hij hier
kwam".
„O, het zal wel waar zijn", stemde Smith
toe. „Het doet er niet toe, Joe, maar ik geef
niet toe, dat hij geen reden had om het te
verzinnen. Hij wilde ons tegenhouden om
nog eens naar die boot te gaan, verduveld
nog an toe! Waarom bleef hij niet buiten
kennis, zooals van hem verwacht werd?"
„Denk je er nog aan om er weer heen te
gaan, Smith?" vroeg Joe weifelend. „Als
zijn verhaal waar is dan zitten die twee
mannen nog op die schuit?"
„Nou, wat zou dat wij zijn toch ook
met z'n tweeën?" antwoordde Smith.
(Woidt vervelgi),