mm KRONIEK van den DAQ. BINNENLAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 2 FEBRUARI 1939. No. 28. Duitschlaad's economische 'moeilijkheden. '-HEER ABTSKERKE. SCHADUWEN AAN DE KUST. WALCHEREN. ZUIDBEVELAND. Men besteedt in Engeland thans veel aan dacht aan de economische passages van de rede, welke Hitier Maandag in den Rijks dag 'heeft gehouden. De Führer heeft, zoo- ais men zich zal herinneren, openlijk toe gegeven, dat het Derde Rijk inderdaad met economische moeilijkheden te kampen heeft en dat het die alleen kan overwinnen door een uitbreiding van zijn uitvoer. Twee as pecten doen zich daarbij voor, aspecten, waarvan het buitenland overigens al lang op de hoogte was: le Duitschland's voedsel voorziening is onvoldoende; 2e Duitschland ziet geen kans de autarkie, de zelfvoorzie ning dus, zoover op te drijven, dat het ge noeg heeft aan de hoeveelheid grondstof fen, welke het op het oogenblik uit het bui tenland betrekt. De aankoop van voedsel voör mensch en dier, zoowel als die van grondstoffen zal derhalve grooter moeten worden. Maar dat kan alleen, indien Duitsch land er in slaagt zijn uitvoer uit te brei den, waardoor het de voor den aankoop noodzakelijke buitenlandsche deviezen in handen zou krijgen. Het bestaan der economische moeilijkheden op zichzelf, nu ook door den Führer erkend, baarde natuurlijk geen verrassing in het buitenland. Waar men van opkeek was, dat Hitier er ruiterlijk mee voor den dag kwam, Tot dusver immers was, indien er m de bui tenlandsche pers over Duitschland's eco nomische moeilijkheden werd geschreven, van Duitsche zijde altijd op nijdigen toon van repliek gediend, werden die moeilijkhe den verontwaardigd geloochend. Op den duur kunnen feiten van de onderhavigen omvang echter onmogelijk verborgen blij ven. En uit dien hooide was het politiek zeer zeker geen slechte zet van den Führer de erkenning te doen. Sommige Engelsche autoriteiten, o.a. de minister voor den overzeeschen handel, Hudson, zijn geneigd aan Hitler's erken ning, zeer groote beteekenis toe te kennen, In een te Londen gehouden rede zeide Hud son o.a.: „Ik geloof, dat dit uit den mond van den Führer een der bemoedigendste verklaringen is, die wij sedert lang gehoord hebben. Ik juich haar toe, omdat zij wel licht zal kunnen leiden tot een totstandko ming van een verstandige regeling tusschen Duitschland en Engeland." Het is duidelijk, welke gedachtengang aan deze uitspraak ten grondslag ligt, ook al liet minister Hudson dan na om be grijpelijke redenen dien gedachtengang te ontwikkelen. De economische moeilijk heden van Duitschland, zoo redeneert hij blijkbaar, beteekenen een rem op het natio- naal-socialistisehe „dynamisme". Zou een land, dat deze moeilijkheden kent, een oor log durven riskeeren, een oorlog dan van vermoedelijk langen duur tegen Frankrijk en Engeland b.v.? Waarschijnlijk putten Hudson en andere Engelsche kopstukken uit deze vraag de hoop, dat het met een gewa pend conflict zoo'n vaart niet zal loopen, want wat voor Duitschland geldt, geldt in even sterke mate voor itaiië. Ooit de fascis tische staat van den Duce is economisch zwak en bezit, naar men onderstelt, geen voldoende reserves, voor een oorlog van eenigszins langen duur. Het kan zijn, dat de gedachtengang hout snijdt en minister Hudson's verwachtingen (inzake bevredigende overeenkomsten met Duitschland) in vervulling zullen gaan. Maar er zit zonder twijfel ook een uiterst speculatief element in. Want Hitier heeft niet alleen de economische moeilijkheden van het Derde Rijk erkend, maar er een onverbiddelijke uiting van zijn wil aan toe gevoegd: De Duitsche uitvoer moet en zal uitgebreid worden, ook al zou dat neer komen op een handelsoorlog (met Enge land); Duitschland weet, dat het zulk een oorlog zou winnen. Men kan vermoedelijk veilig aannemen, dat deze woorden in de eerste plaats bestemd waren voor het Duit sche gehoor van den Führer, maar ze be vatten ook een waarschuwing, een waar schuwing aan Londen in de eerste plaats. Deze: dat de Engelschen zich niet moeten verbeelden Duitschland er door middel van economischen en financieelen druk onder te zullen krijgen. Het beeld van de kat in het nauw, die rare sprongen doet, is hier den kelijk op zijn plaats. Abonnementen en Advertentiën voor dit blad worden aangenomen door den Agent I. DE BLAUWEj Nisse. 46). Naar het Engelsch van J. Jefferson Farjeon. „Hoe ben je van die boot ai' gekomen, Mnonneau? vroeg Smith. IV.'iionneau staar de hulpeloos naar de ruwe jas, waartegen hij zoo ruw werd vastgedrukt. „Vooruit - antwoord! Hoe ben je ontvlucht?" „O, ik mocht niet ontvluchten, hè!" sput terde Mironneau. „Ik moest daar blijven tot ik verteerde. Ik behoor jullie, is dat niet zoo? Je kunt met me doen, wat je wil, hé? Me dagen achtereen vasthouden en me in slaap maken „Och, schei uit met dat gezannik!" riep Smith nijdig uit. „Zal ik nog wat meer met je doen? Bijvoorbeeld je nek breken? „Kalmaan, schipper", viel Joe met zachte stem in. „We zullen eerst moeten hooren, wat hij ons te vertellen heeft, voor we zijn nek breken". „Dat is waar", knikte Smith en wendde zich weer tot Mironneau. „Nou luister eens „Froggy". Je bent een idioot, zooals je dat altijd al geweest bent. Je hebt van 't begin af aan alles verkeerd gedaan en als je het goed gedaan had, dan zou je er een flink bedragje aan verdiend hebben van ons deel „Beest! Bedrieger! Mon Dieu „Koest! zeg ik! Luister Ik zal je nog één kans geven, ofschoon je het niet ver dient. Je noemt me een bedrieger, hè? Nou, hoe noem je jezelf dan wel? Je bent het NEDERLANDSCHE OORLOGSBODEMS OP REIS. Hr. Ms. kruiser „Sumatra" onder bevel van den kapitein-luitenant ter zee C. H. Brouwer, is op 31 Jan. van Malta naar Palermo vertrokken. Hr. Ms. flottieljeleider „Tromp", onder be vel van den kapitein ter zee L. A. C. M. Doorman is gisteren van Lissabon naar Funchal (Madeira) vertrokken. De schade ontstaan door de aanvaring met het Duit sche stoomschip „Orinoco" is geheel her steld. E. G. Schuernmnn overleden. Gistermiddag is te zijnen huize te Rotter dam op bijna 73-jarigen leeftijd overleden de heer E. G. Schuermann, voorzitter van den Koninklijken Nederlandschen Midden standsbond en oud-vice-president van den Kamer van Koophandel te Rotterdam. De heer Schuermann was een belangrijke fi guur in middenstandskringen. In 1902 was hij mede-oprichter van den Nederlandschen Middenstandsbond, waarvan hij in 1919 pre sident werd, hetgeen hij tot aan zijn dood is gebleven. Zwemlessen voor vlsschers. Dezer dagen zijn in het zwembad Mau- ritskade te Den Haag zwemlessen begonnen die door de Chr. sportver. K.V.S. te Seheve- ningen aan Scheveningsche visschers gege ven worden. Meer dan 350 visschers hebben zich voor deze lessen aangemeld. HET LOT DER NEDERLANDSCHE TEXTIELARBEIDERS IN DUITSCHLAND. De pogingen van de directies der textiel fabrieken te Gronau en Nordhorn in Duitschland, om met het deviezenbureau 'n regeling te treffen, waardoor alle Neder' landsche arbeidskrachten aan het werk zou den kunnen blijven, hebben een negatief resultaat opgeleverd. Het gevolg hiervan is, dat van de ongeveer achthonderd werklie den, woonachtig in de gemeenten Losser Overdinkel, Glanerbrug en Denekamp, ruim 50 pet. is ontslagen. De rest kan blijven doorwerken op de volgende bepalingen: De arbeiders krijgen thans 2|3 van het netto- loon in Nederlandsch geld uitbe taald, de rest in marken. Voorheen gold de regeling, waarbij de werklieden 2]3 van het bruto- loon uitbetatald kregen. Dit verschil brengt met zich mede, dat de arbeiders, die thans kunnen blijven werken, een loonsver laging krijgen van drie tot vijf gulden per week. Als gevolg hiervan probeeren vele arbeiders thans in Nederland werk te vin den. Door het verleende ontslag en door het vertrek van werklieden, die reeds in En schede en omgeving in andere fabrieken werk gevonden hebben, ondervinden de Duitsche fabrieken, vooral omdat het hier goede vaklieden betreft, groote stagnatie. De Duitsche directies trachten alsnog 'n regeling te verkrijgen, waardoor zooveel mogelijk Nederlandsche arbeiders voor hun bedrijven behouden kunnen worden. JONGE EENDENKUIKENS ALS SPEELGOED. Een request van de Ned. Ver voor dierenbescherming. Het hoofdbestuur van de Ned. Ver. tot beschei-ming van dieren, heeft zich met een request tot alle burgemeesters en wethou ders in Nederland gericht, waarin de aan dacht wordt gevestigd op het feit, dat in verschillende gemeenten van ons land thans weder in grooten getale jonge een denkuiken aan de markt worden gebracht zgn. „woerdjes" welke door de broed machines bij duizendtallen worden uitge broed en practisch geen handelswaarde hebben omdat zjj uiteraard voor de eier- productie niet kunnen dienen. Ditzelfde geschiedt ook met jonge haantjes. Geble ken is, dat deze diertjes op de markten een zekere attractie zijn voor het publiek dat ze zonder nadenken voor enkele centen koopt om er de kinderen mede te verblijden. Daartegen zijn reeds van ver schillende zijden ernstige bezwaren gere zen, omdat, afgezien ervan, dat deze dier tjes door het vervoer en het verblijf op de markt veel te lijden hebben, ook hel publiek niet weet, op welke wijze ze doel treffend verzorgd moeten worden. Men laat de kuikens dikwijls vrij rond loopen hetgeen voor deze diertjes, die groote be hoefte aan warmte hebben gespeend als ze zijn aan alle moederzorg door gaans den dood tengevolge heeft. Voor Je kinderen is het begrijpelijk een groote pret, ze in een tobbe te laten zwemmen, slechtste soort bedrieger omdat je op den koop toe een gek bent, en gekken zijn ver duiveld lastig bij dit werk! En natuurlijk ben ik nieuwsgierig naar je bevindingen! Wie zou dat niet zijn? En wel zelfs nu nog zeg ik als je er voor voelt om te deelen, gelijk te deelen, dan is het nog niet te laat!" „Dat is waar", knikte Joe. „Je kunt ons vertrouwen, Frencly". „O, ik vertrouw je!" riep Mironneau wild. „Ik vertrouw jullie heelemaal! Ik vertrouw je toe, dat je me op die boot zult vasthou den met dien dooden man. Wie is het? Ny- croft, noemden jullie hem. Ik heb het ge hoord. En hem bij me brengen terwijl ik bewusteloos lag, opdat ik mijn geheugen kwijt zou zijn bij het ontwaken!" „O, je hebt hem dus gezien, toen je bij kwam, hè?" informeerde Smith, met een blik naar Joe. „Eerst niet. Mjjn geheugen alles was zwart. Als ik slecht ben, ben ik het toch in elk geval niet zoo erg als jij. Ik kwam bij..." „Er werd niet van je verwacht, dat je wakker zou worden, boy", mompelde Smith. „Dat weet ik!" riep de Franschman ern stig uit. „Om te beginnen liet je me juist genoeg bij zinnen de eerste dagen dan maar later toen het niet goed ging en ik niet deed wat je zei zou ik voor langeren tijd moeten inslapen. O, maar ik ben niet gek! Ik wendde voor dat ik al gauw buiten westen was, om jullie te doen ophouden mij nog meer van dat spul toe te dienen. En toen ik bij kwamHij hield plotseling op. maar helaas! de meeste van deze diertjes zijn „loopeenden", die in het geheel geen behoefte hebben aan zwemgelegenheid en daar zeker niet in hun natuurlijk element zijn. Het is dan ook niet te verwonderen, dat deze eendenkuikens bij honderdtallen op wreede wijze om het leven komen. Het hoofdbestuur verzoekt maatregelen te willen overwegen tegen het brengen van jonge eenden-woerdjes en jonge haan tjes op de markt of (en) het uitventen van deze diertjes te verbieden. DE NED. IIERV. RADIO OMROEP. Het Tweede Kamerlid Krijger stelt vragen aan den minister. Het Tweede Kamerlid Krijger (c.h.) heeft den minister van binnenlandsche zaken de volgende vragen gesteld: 1. Is het waar, dat door den zich noe menden „Nederlandsch-Hervormde radio- omroep" zendtijd is gevraagd met de be doeling dien „uitsluitend te gebruiken voor u.tzenaing van Hervormde KerKüiensten, 't houden van lezingen over onderwerpen, die van belang zijn voor dé Nederlandsch-Her vormde kerk, bespreking van hetgeen voor valt op kerkelijk terrein, het geven van voorlichting in al die dingen, die het leven der kerk raken, van hervormde zijde de vraagstukken omtrent kerk, staat en maat schappij te belichten en voorts aan alle tak ken van arbeid binnen de Nederlandsch- Hervormde kerk de gelegenheid te bieden zich meerderen ingang bij en steun van ons volk te verzekeren?" 2. Indien het antwoord bevestigend luidt, is de minister dan bereid mede te deelen of en in hoeverre hem bekend is, op grond waarvan bedoelde organisatie zich gerech tigd acht zich te noemen naar de Neder landsch-Hervormde kerk en zich te be schouwen zoo niet als orgaan dier kerk dan toch als bevoegd om haar inzicht, d.i. dat van de personen die namens haar voor den omroep zullen optreden, aan te dienen als het inzicht, dat de Nederlandsch-Hervormde kerk heeft of uiteraard in overeenstem ming met haar belijdenis behoort te heb ben, in vraagstukken met name van kerk, staat en maatschappij? 3. Is den minister bekend, dat zeer vele leden van de Nederlandsch-Hervormde kerk, ambtsdragers en niet-ambtsdragers, hoewel zij instemmen met de goede bedoelingen van de oprichters, den door de in vraag 1 be doelde organisatie gekozen weg separatistisch en mede daarom strijdig achten met het ka rakter en niet bevorderlijk voor den bloei van de Nederlandsch-Hervormde Kerk? 4. Indien uit het antwoord op vraag 2 zou blijken, dat de daarin bedoelde bevoegd heid niet bestaat, althans den minister niet bekend is en dat de Nederlandsch-Hervorm de kerk zelf zich niet heeft uitgesproken betreffende hetgeen waarover onder haar leden geen overeenstemming bestaat, is de minister dan bereid mede te deelen dat, in dien een of meer andere organisaties van leden van de Nederlandsch Hervormde kerk eveneens om zendtijd zouden verzoeken, deze zullen worden behandeld op voet van gelijkheid met de in vraag 1 bedoelde or ganisatie? 5. Is de minister bereid andere kerken, indien zij den wensch daartoe te kennen geven, voor de uitzending van kerkdien sten, onder de noodige waarborgen, dezelf de rechten te verleenen als zijn toegekend aan de tot het verband der „gereformeerde kerken" behoorende plaatselijke kerk van Bloemendaal Vreemde auto „handel". De Amsterdamsche politie heeft een Am sterdammer, een goeden bekende, aange houden die er vreemde praktijken op na houdt. In den nacht van 15 Januari was een auto gestolen en deze man had zich ermede belast den wagen over de grens te brengen en in België te verkoopen. Toen dat niet lukte, ging hij naar den eigenaar van de auto en deelde dezen mede, dat hij wist, waar de auto was en den wagen voor twee honderd gulden wel meer in zijn bezit wilde stellen. De eigenaar ging hierop in, doch inmiddels was de auto in België in beslag genomen. De auto „handelaar", wien de tweehon derd gulden reeds ter hand waren gesteld, kon nu echter de autó niet meer leveren, weshalve hij op het bureau Overtoom be- landdde. De politie onderzoekt nu of deze man ook iets te maken heeft met het com plot „autohandelaren", dat er zijn werk van maakt gestolen auto's ten verkoop over de grens te brengen. „Nou, toen ,je bij kwam, Froggy?" her haalde Smith, terwijl hij hem nauwlettend aankeek. De Franschman aarzelde. Hij zag er som ber uit. „Dat weet je", zei hij. „Ik zag dien doo den man naast me". Opnieuw wisselden Joe en Smith blikken. „Je zei, dat je hem eerst niet zag", merkte Joe op. „Wat deed je vóór je hem zag, en wanneer was dat Mironneau antwoordde niet. „Vooruit wat deed je? Ging je uit de kamer?" Nog zweeg Mi ronneau. „Deed je Opeens herkreeg Mironneau zijn stem. Hij barstte in een schrille lach uit. „Ik zal het je vertellen", schreeuwde hij. ,Ik zag dien dooden man, Mon Dieu! Ik vloog het dek op, en Maar opnieuw aarzelde hij, terwijl Na poleon Guy zachtjes aanstootte. Napoleon wist wat de Franschman om dien tijd ge zien had. „Naar den duivel met jou!" riep Smith woedend uit. „Waarom houd je steeds op? Wat gebeurde er op het dek? Vertel het nu een beetje vlug of je nek wordt omge draaid. Wat gebeurde er en hoe kwam je van die boot af?" Mironneau werd kalm en trok zijn schou ders op. „Heel goed. Ik zal je vertellen. Ik ga aan dek en zie twee mannen". „Genade!" fluisterde Smith. En plotseling stootte hij uit: „Je liegt". „Heel goed. Ik lieg", gaf Mironneau toe en hield zijn mond. DOMBURG. De jaardag van Prinses Beatrix is alhier onder leiding van de Oran- jevereeniging Woensdag gevierd. Des na middags waren de schoolkinderen bijeen in de zaal „Wilhelmina", waar ze wel 3 uren lang werden onthaald op goocheltoeren van prof. Hassan Ben Ali, imitatie, buikspreken, poppenkast, afgewisseld door muziek en zang der kinderen en versnaperingen. Bij den zang lieten zich ook jeugdige solistjes en debutantjes hooren. Des avonds hield de Oranjevereeniging in dezelfde zaal een algemeene ledenverga dering, voorgezeten door den heer M. Reijn- houdt Snr. Het aantal leden is in 1938 ge stegen van 278 tot 296 en in Januari dezes jaars zijn reeds 30 nieuwe leden ingeschre ven. Ontvangen werd 884 en uitgegeven 880. De penningmeester, de heer J. de Pagter, stelde zich niet meer verkiesbaar, hetgeen zeer werd betreurd. De heer De Pagter ontving den oprechten dank van den voorzitter en de vergadering voor het vele, door hem voor de vereeniging ge daan. De leeftijdsgrens voor het lidmaatschap werd van 18 op 16 jaar gebracht; leden be neden de 18 jaar hebben echter geen stem recht. Als bestuursleden werden herkozen de heeren P. J. Elout, W. Trieller Snr. en Joh. van Eyzeren; nieuw gekozen is de heer M. Reynhoudt Jnr. die zich nog over de aanneming van zijn functie wilde bera den. Na bovengemelde vergadering, door meer dan 100 leden bijgewoond, trad prof. Hassan weder op. Zijn werk werd afgewisseld door de vertooning van eenige films, o.a. de fees telijkheden van 7 Sept. 1938, alhier opge nomen en thans aangeboden door den heer L. Spronk. Het was een zeer gezellige avond. NIEUW- EN SINT-JOOSLAND. Dinsdag jl. hield de kolenvereeniging alhier de jaarljjksche algemeene ledenvergadering Van de 200- leden waren met het bestuur er 28 aanwezig In zijn openingswoord deelde de voorz., de heer C. Janse Wzn een en ander mede over de gang van za ken in 1938 o.a hoe de kolenconventie en de prijzencommissie tot stand gekomer zijn en hoe die nu werkten. De secretaris de heer P. van Leerdam, bracht daarm een zeer uitvoerig jaarverslag uit. Hier uit bleek o.m. dat aangekocht waren 203500 kg eierkolen, 19000 kg anthraciet 35000 kg stukkolen en 5000 kg briketten I-Iet vervoer der kolen naar de leder kostte 6 cent en het uitdragen uit hei schip 8 cent per hl. De heer P. Meliefstc bracht het verslag uit van den financieeler toestand. Ontvangen werd 4273, uitge geven 4295, nadeelig saldo 22. Dit na- deelig saldo wordt feitelijk een voordeelig saldo van nog grooter bedrag als men de in voorraad zijnde brandstof berekend tegen de prijzen van 1938. Aan de leder kon een dividend worden uitgekeerd van 7 procent. De aftredende bestuursleden, de hee ren P. Meliefste en J. Dellebeke werder herkozen, terwijl in de vacature, ontstaan door het bedanken van den heer J. Pop- pe Wz. werd gekozen de heer Iz. Corne- lisse. De voorz. betuigde, namens de ver eeniging, dank aan Poppe voor de werk zaamheden in het belang der vereeniging door hem verricht. Besloten werd het ver voer en het lossen der kolen dit jaar we der aan te besteden. Op voorstel van een der leden werd na uitvoerige bespreking besloten de jaar wedde van den penningmeester te verhoo- gen met 25 en te bepalen op 125. Dit met het oog op de steeds toenemende werkzaamheden. Door een der leden werd het bestuur dank gebracht voor het vele werk, dat in 1938 is gedaan in het belang der ver eeniging. Uit de verslagen is gebleken da' het „een veel bewogen'" jaar is geweest In de op de alg. vergadering volgende bestuursvergadering is als penningmeestei herkozen de heer P. Meliefste. OOSTKAPELLE. Woensdagavond gaf de Chr. Zangvereeniging „Sursum Corda" eer openbare uitvoering in de Ger. Kerk. De voorzitter, de heer L. Wondergem opende deze uitvoering op de gebruikelijke wijze Onder leiding van den directeur den hee: L. Francke werden 15 nummers gezongen waaronder een paar kwartetten en eer dubbel kwartet. Door deze uitvoering heeft de Vereeni ging getoond over goede krachten te be- „Je bent gek, Smith", zei Joe fronsend. „We moeten dit alles hooren leugens of geen leugens. Ga voort, jij", voegde hij den Franschman toe. „Neen. Ik lieg". „We gelooven niet, dat je liegt". „Neen. Ik lieg. Wat heb je eraan naar me te luisteren. Draai mijn nek maar om. Napoleon stootte Guy opnieuw aan en Guy stootte hem eveneens aan. Het was een appreciatie zonder woorden voor den Franschman, die ten slotte doel had getrof fen. Wat er ook van dit record zij van den Franschman, en het scheen niet zuiver, den twee wachters scheen hij vlekkeloos in ver gelijking met Joe en Kapitein Smith. „En als ik je nek eens omdraaide, jou aal?" treiterde de kapitein. „Dan zouden er geen woorden meer uit komen en je zou geen leugens meer hoo ren", antwoordde Mironneau zoetsappig. Maar de arme kerel kon zich niet lang goed houden, want een nieuwe, plotselinge druk op hem, maakte zijn tong weer los. ,Heel goedik zal het je vertellen", zei hij vlug. „Ik zag twee mannen". „Wie waren het?" „Hoe zou ik dat weten? Ik ken ze niet. En het is donker. Eerst dacht ik, dat het geesten waren. Mijn verstand is nog steeds beneveld beneveld door dat spul, dat jullie me gaven, en de doode man bewoog. Ik vlucht. Zij trachten mij te grijpen, maar ik ben te vlug. Zij gingen naar beneden..." „Voor den duivel, deden zij dat!" mom pelde Smith. „Voor dan duivel, zij deden het. En voor In 't welbekende hoofd is 't pijpje niet vergeten. Dat komt, omdat je niet kunt rooken bij het eten. Dobbelmann... VOORDEPIJP lekker, man (Ingez. Med.) schikken en dit jaar flink te hebben ge studeerd. Het gebodene stond op hoog peil en viel zeer in den smaak van het talrijk publiek. Ds. Hofland eindigde met dankge bed. SOEBURG. In een der lokalen der Juliana- School kwamen gistermorgen het personeel en de kinderen uit een der klassen bijeen ter gelegenheid van het jubileum van een der onderwijzeressen dezer school. Mej. C. van der Harst herdacht nl. op dezen dag, dat zij 25 jaren bij het onderwijs werkzaam is en daarvan 23 jaar op de Juliana-School hier ter plaatse. Nadat de kinderen harer klas se een welkomstlied hadden gezongen, bood het hoofd der school, de heer G. de Ru, haar uit naam van personeel en kinderen een fraaie schemerlamp aan. Spr. besloot met den wensch, dat ze nog vele jaren haar krachten mag blijven geven aan het onder wijs. Zichtbaar ontroerd nam de jubilaresse het geschenk in ontvangst en dankte allen hartelijk. Tenslotte zong een der kindertjes haar een feestliedje toe, hetwelk eindigde met een drie-werf hoera. VERE. Er komt hoe langer meer teeke- ning in de restauratie der Groote Kerk. Was kortgeleden het dak van den zuider buitenbeuk terdege onderhanden genomen en van schaliën voorzien zooals dat vroe ger geweest is, thans heeft ook de Noorder buitenbeuk een beurt gekregen en is men zoo goed als gereed met de leibedekking daarvan. De Groote Kerk is met dit werk een stuk vooruitgegaan, in December heeft men bovendien het gekalkte metselwerk weggenomen van de ingevulde partij tus schen de twee Noorder pilaren van het zij altaar. Deze muur scheen te verzakken, en hoewel het te begrijpen was, dat men dit vsk niet zou kunnen openlaten, de nieuwe baksteenen staan veel beter dan de ge pleisterde muur, die er eertijds stond. De kapiteelen, die aan den buitenkant te zien zijn, komen nu ook beter tot hun recht. WOLFAARTSDIJK. Ter gelegenheid van den jaardag van Prinses Beatrix maakte Dinsdagavond de muziekvereeniging „Ad- vendo" een rondwandeling door de ge meente. ELLEWOUDSDIJK. Vorige week werd alhier opgericht een Ver. tot controle van vet en melkgehalte. Staande de vergade ring gaven zich 12 personen als lid op met een totaal aantal van 78 koeien. Het bestuur is als volgt samengesteld: J. Smal- legange, voorzitter; D. Zoeter, secretaris, terwijl als controleur werd aangewezen de heer P. Verheijke, alhier. Dezer dagen hield overste Bierman na een inleidend woord van den burge meester een lezing met lichtbeelden over de luchtbescherming als zelfbescherming. De boeiende wijze, waarop een en ander door den spreker werd uiteengezet maak te op de vele aanwezigen in verband met dezen spannenden tijd den noodigen in druk. Toen de spreker tenslotte in over weging gaf tot het stichten eener vereeni ging voor luchtbescherming over te gaan, konden alle aanwezigen als lid worden genoteerd, welk aantal inmiddels aange groeid is tot over de honderd. den duivel ik probeer jullie te dooden, zoo als jullie mij probeerden te dooden. En voor den duivel, ik pak je neus en draai hem om zoo!" Een schreeuw van woede slaakte de schipper en een oogenblik werd zijn greep wat losser. Daar had de Franschman op gewacht, en dat was zijn bedoeling geweest. Als een bliksemstraal of als een aal, zoo als de kapitein hem genoemd had, dook hij weg. „Grijp hem!" stootte Smith uit. Joe schoot naar voren, maar was te laat. Mironneau was absoluut verdwenen. „Nee, laat hem maar gaan", riep Smith uit, toen Joe hem wilde volgen. „We zullen vlug moeten nadenken. Veronderstel eens dat dat geklets waar was?" „Dat moet het geweest zijn", antwoordde Joe. „Waarom?" „Hij had geen reden om het te verzinnen. En het doet meteen begrijpen, hoe hij hier kwam". „O, het zal wel waar zijn", stemde Smith toe. „Het doet er niet toe, Joe, maar ik geef niet toe, dat hij geen reden had om het te verzinnen. Hij wilde ons tegenhouden om nog eens naar die boot te gaan, verduveld nog an toe! Waarom bleef hij niet buiten kennis, zooals van hem verwacht werd?" „Denk je er nog aan om er weer heen te gaan, Smith?" vroeg Joe weifelend. „Als zijn verhaal waar is dan zitten die twee mannen nog op die schuit?" „Nou, wat zou dat wij zijn toch ook met z'n tweeën?" antwoordde Smith. (Woidt vervelgi),

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5