ABDIJSIROOP
DIE HOEST
KRONIEK van dan OAG.
Rheumatische pijnen
BINNENLAND.
ZEELABB,
doe nu a6
de rwm.vwa*
koop SUNLIGHT ZEEP
WH
is morgen o ver
Petstefcfcte
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 25 JANUARI 1939. No. 2h
SCHADUWEN AAN DE KUST.
MIDDELBURG.
EN NOOIT ZEEP VAIM
GOES.
44
AKKER'S
prak.-
Typist,
talen).
Aanm.
Vrijdag
Mbg.
i door-
apoth.
s. naar
inschr.
)8 Vlis-
mnd.
Bow
Berlijn beveelt.
Tschwalkofsky, de Tsjechoslovaaksche
minister véui buitenlandsche zaken, heeft
Zaterdag jJ., gelijk men weet, een bezoek
aan Berlijn gebracht. Hy kwam des mor
gens, sprak eerst met zijn Duitschen colle
ga Von Ribbentrop, werd vervolgens door
den Führer ontvangen, en keerde des
avonds reeds naar Praag terug. Hoe kort
het bezoek was, vermoedelijk is het
Tschwalkofsky lang gevallen, want men
had hem eigenlijk naar Berlijn „ontboden",
om van de ontstemming der Duitsche
machthebbers kennis te nemen.
Hitier c.s. zijn niet bijster tevreden over
Tsjechoslovakije. Nadat dit zoo deerlijk ver
minkte en vernederde land eerst braaf alle
eischen zijner nieuwe „vrienden" had inge
willigd, het régime-Benesj grondig had ge
liquideerd en zelfs de oprichting van een
filiaal der N.S.D.A.P. binnen zijn grenzen
toegelaten, begon er langzamerhand weer
eenig verzet te rijzen. Men deed uitkomen,
dat de eischen, door de Duitsche volksgroep
nu toch inderdaad maar een kleine min
derheid gesteld, nog verder gingen dan
waarop de Sudetenduitschers ooit aan
spraak hadden gemaakt. Ook het betoog
van den uit het Sudetenland afkomstigen
stadhouder voor Oostenrijk, Seyss Inquart,
die de Tsjechen vermaande, goed aan de
buitengewoon hachelijke ligging van hun
Staat te denken, had kwaad bloed gezet en
min of meer heftige reacties van een paar
te Praag verschijnende bladen uitgelokt.
Bovendien weigerde de regeering aldaar
wellicht ten deele uit égards voor 't geld
schietende Engeland zich volkomen bij
de anti-Joodsche maatregelen in het Derde
Rijk aan te sluiten. En ten slotte hebben
de Slovaaksch-Hongaarsche grensincidenten
Berlijn zeer ontstemd.
Over dat alles en nog meer heeft Tschwal
kofsky zich, eerst tegenover Von Ribben
trop, daarna jegens Hitier, moeten verant
woorden. Van semi-officieele zijde wordt
bijzonder lang uitgeweid omtrent het cere
monieel, waarmee de Tsjechoslovaaksche
minister en zijn begeleiders, gezant Mastny
en kabinetschef Masaryk, zijn ontvangen,
doch we twijfelen er aan, dat al die eer
bewijzen bij Tschwalkofsky wel hebben op
gewogen tegen de verwijten en vermanin
gen, zoo niet erger, van den kant zijner
gastheeren. Het officieuze commentaar, te
Berlijn op zijn bezoek gegeven, spreekt wel
diplomatieke, maar niettemin duidelijke
taal. In dit commentaar wordt de reis voor
gesteld als een informatieve stap, inhaerent
aan de politiek van persoonlijk contact tus-
schen de verantwoordelijke staatslieden, tot
reorganisatie van Oost-Europa. Doorgaans
welingelichte kringen hebben, zoo heet het
dan verder, niet zonder eenige bezorgdheid
zekere binnenlandsche stroomingen en be
wegingen in Tsjechoslovakije waargenomen.
Men slaat den arbeid der anti-Duitsche pro
paganda, die ginds weer vasten voet tracht
te krijgen, aandachtig gade en wijst er het
Tsjechische volk op, dat zulk een propa
ganda niet dit volk, maar slechts den vij
anden der ordenende machten ten goede
komt.
Wie met de „ordenende machten" be
doeld worden, laat zich raden. En we hoe
ven aan aard en toon der te Berlijn ge
voerde besprekingen niet meer te twijfelen,
na gelezen te hebben, dat ook zekere vraag
stukken van binnenlandsche politiek, die
van bizondere beteekenis voor Duitschland
zijn, ter tafel waren gekomen. Tschwal
kofsky weet nu, hoe men er daar over
denkt en brengt waarschijnlijk een Duitsch
verlanglijstje mee naar huis, welks inwilli
ging op korten termijn wordt verwacht. De
Wilhelmstrasse blijft daarop toezien. We
gens den beperkten tijd zijn niet alle kwes
ties, welke beide landen raken, behandeld,
maar in Februari of Maart zal men op
nieuw van gedachten wisselen.
Praag toont inmiddels zijn goeden wil.
Zaterdag, dus tijdens Tschwalkofsky's ver
blijf te Berlijn, heeft de Tsjechoslovaak
sche gezant te Boedapest voorstellen gedaan
tot het ten uitvoer leggen der arbitrale uit
spraak van Weenen en de Hongaarsche mi
nister van Buitenlandsche Zaken die pas
zijn beide collega's der as-mogendheden
heeft ontmoet heeft deze voorstellen
reeds aangenomen. Gezant en minister heb
ben „in een langdurig en hartelijk onder
houd" voorts geconstateerd, dat de grens
incidenten op vriendschappelijke wijze zijn
geregeld. Minister-president Imredy's reis
door een deel van het nieuwe of „hervon
den" Hongaarsche gebied, waaronder ook
Naar het Engelsch van
J. Jefferson Faryeou.
39).
„Waarom denkt u dat?" vroeg Root.
„Ik geloof dat hij daarbij op een of an
dere manier betrokken is".
„Dat zijn we allemaal. We hebben er
allemaal belangstelling voor. Maar heeft
hij niet evengoed belangstelling voor den
wilden man, zooals u hem noemt?"
„Het is mogelijk, dat de wildeman ook
naar het wrak is teruggegaan of, in
ieder geval, dat Griddle in die richting ge
gaan is".
„Maar wat voor reden kunnen zij ol
iemand anders er toch voor hebben om het
wrak te bezoeken?" barstte de inspecteur
uit. „Dat interesseert me nu juist zoo. En
fin, ik zal er spoedig zelf zijn en dan zal ik
weten of uw theorieën juist zijn of niet,
mijnheer Sefton. Ik heb op het oogenblik
een paar man in Craydon, die bezig zijn
met de boot, maar het leek me goed eerst
eens naar u te gaan om te zien of u eenig
nieuws had, en ik ben blij, dat ik dat ge
daan heb".
?,et me benieuwen of u onze boot,
de Daisy, nog op het strand zult vinden",
zei Leonard. „Als de Daisy er niet is, kunt
u er wel zeker van zijn, dat u iemand op'
hel wrak zult vinden, die u voor is".
"Haar zal ik rekening mee houden. Heeft
iemand hier een boot naar het wrak zien
gaan
Hij keek hef kleine gezelschap onderzoe
kend rond
de aan Roethenië grenzende steden Mun-
kacs en Ungvar, moet zeker het intreden
van een meer normale situatie bezegelen.
Men ontwaart in deze „verbroedering"
duidelijk de hand van Berlijn. Op Hitler's
bevel begraven Tsjechoslovakije en Honga
rije den strijdbijl. De Führer verlangt rust
in dit deel van Europa, teneinde, naar men
vermoedt, zijn plannen ten aanzien van de
Oekraïne deugdelijk te kunnen voorberei
den. Als een merkwaardig symptoom van
den Duitschen invloed in dit verband kan
ook nog gereleveerd worden het feit, dat
een door de Tsjechoslovaaksche regeering
benoemden Tsjechischen generaal tot der
den minister van Roethenië zich heeft moe
ten terugtrekken. De Roetheensche regee
ring wilde hem liever niet en vond ten deze
steun bij Berlijn. Een Roetheensche delega
tie is eergister naar Berlijn gereisd, geheel
buiten ruggespraak met Praag om, teneinde
zekere Oekraïnische aangelegenheden te
bespreken! Roethenië heet hen autonomen
staat in het kader der Tsjechoslovaaksche
republiek. Het begint er echter op te lijken,
dat het een autonome staat in het kader
van het Derde Rijk is. Overigens hoeft men
zich over deze dingen nauwelijks te ver
bazen: de Roethenische bevolking is voor
een goed deel Oekraïnseh en Roethenië zal
dienst moeten doen als steunpunt van den
Duitschen hefboom tot bevrijding van de
Russische Oekraïne.
Mijnhardtjes doen deze snel verdwijnen.
12 stuks 50 ct.
(Ingez. Med.)
DE „JAN VAN BRAKEL" IN
NEEUWEDIEP AANGEKOMEN.
Gistermiddag is Hr. Ms. politiekruiser
„Jan van Brakel" onder bevel van den lui
tenant ter zee eerste klasse, jhr. N. J. C.
Versluis, de haven van Nieuwediep na een
verblijf van ruim een jaar in Curaqao, bin-
nengeloopen. Vooral van marinezijde was
er veel belangstelling voor deze aankomst.
Om half drie kwam de „Jan van Brakel"
de haven binnen, terwijl de stafmuziek het
Wilhelmus speelde, waarop alle marine-
menschen, zoowel aan boord van de „Jan
van Brakel" als aan den wal, keurig in de
houding stonden. Na het spelen van het
Wilhelmus klonken wederzijdsche juich
kreten tusschen de bemanning en de fami
lieleden aan den kant. Nadat het schip was
gemeerd, mochten de familieleden van de
uit 65 koppen bestaande bemanning zich
aan boord begeven.
HET VLIEGONGEVAL IN INDIë.
De bestuurder van de C 10, het Fokker
jachtvliegtuig, dat gisteren bij Bandoeng is
neergestort, was de reserve luitenant F.
Korff. Deze is bij den val om het leven ge
komen. De tweede inzittende, de sergeant
monteur Den Hollander heeft zich, zooals
gemeld, met een parachute kunnen redden.
De heer F. Korff was te Soesterberg op
geleid tot reserve-officier-waarnemer. Hij
is daarna naar Indië vertrokken doch niet
in militair dienstverband. Dit verband heeft
hij eerst in Indië wederom aangegaan.
Neder landsche luchtpost verloren gegaan.
Tengevolge van het verongelukken van
een vliegtuig op de luchtlijn Karachi-Co
lombo op 11 Januari, is een hoeveelheid Ne
derlandsche post voor Madras verloren ge
gaan. Deze post was verzonden met het
vliegtuig van den dienst Amsterdam-Ban
doeng, dat op 5 Januari jl. van Schiphol is
vertrokken.
VIERING VAN ORANJEHOOGTIJDAGEN.
Gisteravond had in de bovenzaal van De
Vergenoeging een bijeenkomst plaats van
het bestuur van Uit het VolkVoor het
Volk, met vertegenwoordigers van verschil
lende buurtcommissies.
De voorzitter van Uit het VolkVoor het
Volk, de heer W. de Graaf, deelde mede,
dat het bestuur van fneening was, dat zoo
eenigszins mogelijk, op iederen dag, waar
op een der leden van het vorstelijk huis ver
jaart of op een anderen hoogtijdag voor het
Oranjehuis, Middelburg uiting moet kun
nen geven aan het medeleven met dat fees
telijk gebeuren.
Spr. heeft, vóór hier verder op in te gaan,
er op gewezen, hoe bij het jongste bezoek
van H.M. de Koningin aan Middelburg,
spontaan is medegewerkt om aan dat be
zoek een feestelijk karakter te geven. Voor
al het belangloos medewerken van alle mu
ziekgezelschappen is op zeer hoogen prijs
gesteld. Spr. herhaalt den grooten dank
van het bestuur voor die medewerking.
Spr. zegt, dat Uit het Volk aanvankelijk
alleen op 31 December iets organiseerde,
meestal een fakkeloptocht. Toen kwam er
30 April ook bij, maar dit was alleen mo
gelijk door groote medewerking van het
Middelburgsch Muziekkorps en anderen.
Nu is men tot vier dagen, en wel op 29
Juni voor den Prins en op 31 Januari voor
Prinses Beatrix.
Spr. stelde de vraag of er iets op ieder
dier vier dagen moet gebeuren, en het ant
woord luidde unaniem: ja.
Op een tweede vraag hoe dat betaald
moet worden, werd spontaan uit de verga
dering gezegd: onderling.
De voorzitter kon daarop zeggen, dat dit
ook het idee van het bestuur is en dat het
zich gedacht heeft, dat alle buurtcommis
sies ten minste 5 per jaar voor dit doel
zullen bijdragen, dan zal het bestuur zor
gen, dat er steeds het een of het ander te
doen i§. Uit iedere buurtcommissie die bij
draagt kunnen dan enkele personen worden
aangewezen, die met den heer Tavenier sa
men komen voor het vaststellen van de rou
tes, dit om ontevredenheid op dit gebied
zooveel mogelijk te voorkomen. Uit het
VolkVoor het Volk zal op 31 Januari a.s.
uit eigen middelen een fakkeloptocht orga-
niseeren. Men hoopt vóór 1 Maart opgave
te hebben welke buurtcommissies willen
medewerken en dan organiseert men in on
derling overleg. Niet alleen het bestuur van
Uit het Volk, doch de besturen van alle
deelnemende buurtcommissies kunnen dan
met den stoet medeloopen en zoo wordt het
een optrekken van heel de burgerij.
Verschillende commissies hebben staande
de vergadering financieele medewerking
toegezegd.
De vertegenwoordigers dier buurten zul
len nu reeds op Dinsdag a.s. als de fakkel
optocht te 9 uur van de Markt zal vertrek
ken, kunnen medemarcheeren en ook, die
van andere buurtcommissies, die voor dien
tijd financieele medewerking toezeggen.
Uit de vergadering kwam de vraag of het
niet goed zou zijn als iedere buurtcommis
sie een vlag had.
De voorzitter zeide, dat hy dit zeker zou
toejuichen, maar iedere commissie moet
dat voor zichzelf beslissen. Spr. heeft wel
eens er over gedacht of het niet mogelijk
zou zijn eens een vaandeldefilé te Middel
burg te organiseeren, waarbij alle vereeni-
gingen, die vaandels hebben, kunnen mede
werken en dan zouden ook buurtcommissies
met vlaggen daarbij kunnen komen. Men
bedenke echter, dat vlaggen en vaandels bij
avond alleen tot hun recht komen als zij
verlicht worden.
«KWMfe da"'
ANBEKEINPE HERKOMST
(Ingez. Med.)
„Ik heb niets gezien", zei Jessica. „Maar
ik heb er ook niet aan gedacht om te kij
ken".
„Ik precies zoo", voegde Napoleon eraan
toe. „Ik denk niet, dat we in het algemeen
veel gezien hebben, want er zijn wolken
voor de maan".
„Waar is Morley?" vroeg Leonard.
„Goede hemel!" riep Napoleon uit en hij
vloog weg. Eenige minuten later kwam hy
terug, om stralend aan te kondigen, dat
Morley niet was" verdwenen.
„Ik dacht ook wel van niet", merkte
Leonard op. „Je ging te vlug weg. Wat ik
bedoelde was, dat, als we Morley wakker
maken, Hij hier op wacht kan blijven en u
heeft meer actieve hulp tot uw beschik
king".
„O!" züchtte Napoleon.
De inspecteur vroeg, of Morley te ver
trouwen was en Leonard antwoordde, dat
hij voor hem instond. Morley was de eeni
ge persoon van wiens antecedenten hij ze
ker was.
„Hij heeft geen verbeeldingskracht ge
noeg om tot misdaad over te gaan", zei
Leonard, „zelfs als hij zou willen. En hij
is niet iemand, die het. zou willen".
„Ga dan mijnheer Morley wakker ma
ken", antwoordde de inspecteur. „Daarna
bent u beiden vrij om met mij naar het
wrak te gaan of mijn mannen te helpen bij
bet afzoeken van het district".
„Ik ben voor het wrak", zei Leonard.
„Ik heb er een hekel aan, je in den steek
te laten, Sefton", antwoordde Napoleon,
„maar ik denk erover het district te helpen'
afzoeken, als je. er niéts tegen hebt. Ik heb
werkelijk al zoo: eel met .de. zee te doen
gehad als ik in een nacht kan uithouden".
„Nu, laten we op stap gaan", zei Root
opgewekt. „Mijnheer Truelove kan mijn
heer Morley wakker maken en zich buiten
bij mijn mannen voegen, en u gaat met me
mee naar het strand, mijnheer Sefton. Goe
den nacht, juffrouw Fyne. Ik hoop dat we
spoedig nieuws voor u zullen hebben".
„Goeden nacht", antwoordde ze en ze
keek naar Leonard. „Goeden nacht, mijn
heer Sefton".
Hij wendde zich plotseling bezorgd tot
haar.
„Ik veronderstel dat het hulpeloos voor
me is, er bij u op aan te dringen, wat slaap
te nemen?" zei hij, op vragenden toon.
„Volkomen onmogelijk", antwoordde ze,
toen de inspecteur de kamer verliet en ook
Napoleon wegsloop om Valentine Morley's
verwenschingen in ontvangst te nemen
„Maar ik zal naar mijn kamer gaan".
„Om bij het raam uit te kijken?"
„Zoudt u dat ook niet doen in mijn
plaats?"
„Ik verwacht van wel. Maar denkt u niet
te veel aan mij, terwijl u de wacht houdt.
U hebt het meest zenuwsloopend werk,
weet u. De wacht houden is altijd het
zwaarste".
Hij stond op het punt den inspecteur te
vólgen, toen zij hem plotseling bij de punt
van zijn jas pakte. Dadelijk daarna echter
trok ze haar hand terug, alsof ze zich
schaamde voor wat ze deed.
„U wilde wat zeggen", zei hij vriende
lijk. „Wat is er?"
„Ik ik denk niet dat ik het weet", ant
woordde zij met een lichte blos. „Ik geloof
dat ik u wilde zeggen voorzichtig te zijn en
Spr. heeft nog eens met klem opgewekt,
dat men alles doet om de buurtcommissies,
al is het maar met een zeer lage wekelyk-
sche of maandelijksche contributie in takt
te houden, nu hoort men dikwijls opmerkin
gen over het georganiseerde of over niet or
ganiseer en van menschen, die by nader on
derzoek niet eens financieel bydragen.
Het bijeenhouden der buurten is mede
zeer gewenscht omdat men hoopt op 31
Augustus 1940 den zestigsten verjaardag
van de Koningin te kunnen vieren en nog
maar 19 maanden resten voor dien datum.
Het was een niet lange vergadering,
maar hier goldt het „kort maar krachtig".
Er waren zaken gedaan en daar ging het
toch maar om.
EEN FILM OVER DEN
GASTHITSBOUW.
Gaarne hebben wy gisteravond een half
uurtje in de regentenkamer van het nieu
we gasthuis vertoefd om de vertooning
bij te wonen van de door de firma Corns.
Henning opgenomen film over den bouw
van het gasthuis, die een der heeren Hen
ning voor het bestuur der Godshuizen
draaide.
Bijzondere heldere beelden doen de ver
schillende stadia van den bouw, nadat het
vorige gebouw was gesloopt, aan het oog
voorbij gaan en geleidelik ziet men het
gebouw groeien, totdat in Mei 1938 de eer
ste dakspant wordt gepaatst.
Na ook het schilderen van verschillende
onderdeelen te hebben bygewoond nadert
de dag van de officieele opening, namely k
Donderdag 8 December. Daarby ziet men
eerst verschillende vooraanstaande perso
nen den weg nemen naar de Statenzaal en
vervolgens zyn de officieele personen in
die zaal, waar de officieele toespraken zijn
gehouden, op het doek gebracht. De aan
komst by het gasthuis, de officieele ope
ning van het gebouw door mr. dr. K.
J. Frederiks, de onthulling van de gedenk
plaat in de vestibule door mevrouw Ber
denis van BerlekomFak Brouwer, het
aanbieden van bloemen aan de dames der
voornaamste autoriteiten, niets is vergeten.
Ten slotte worden nog verschillende kyk-
jes in het gasthuis, op de gangen, in een
ziekenkamer, in het laboratorium, in de
kantoren, in de zusterskamer, waarby na
tuurlijk telkens begende personen uit het
bestuur, leiding of personeel gedraaid. Het
is een blyvende herinnering aan het voor
het ziekenhuiswezen te Middelburg, zoo
belangrijk gebeuren.
De candidatenlyst welke door de A. R.
Kiesvereeniging te Middelburg voor de a.s.
gemeenteraadsverkiezing zal worden inge
diend luidt als volgt. 1. W. A. den Hollan
der; 2. J. W. Kögeler; 3. C. de Bruin; 4. A.
Rothuizen; 5. J. S. Hoek; 6. J. W. Goed-
bloed; 7. P. Meliefste; 8. L. J. Lorier; 9.
A. G. van der Hooft; 10. P. van Sluys; 11.
B. J. van den Berg.
[Men ziet hieruit dat, by gelykblyvend
aantal a.r. Raadsleden, de heer Heemskerk
door ir. Rothuizen vervangen zal worden
Red.]
„GEWELD OF RECHT".
Rede van prof. Van Gelderen.
De afdeeling Goes der S.D.A.P. hield
Dinsdagavond een goedbezochte vergade
ring in de Prins van Oranje.
Voorzitter was de hr.H. v a n d e r
V e e n. De spreker, het Tweede Kamerlid
prof. J. van Gelderen, had als
onderwerp „geweld of recht". „De Stem
des Volks" zong een tweetal liederen.
Prof. Van Gelderen, wees op de berichten
over bewapening, oorlogsgeruchten en oor
logen, die men dagelijks onder de oogen
krijgt, terwyl toch, nauwelyks drie maan
den geleden, te München „de vrede gered"
werd. Er werd gejuicht en gevlagd, maar
men had dat beter half-stok kunnen doen
want datzelfde oogenblik leefde, op enkele
honderden kilometers afstand, een volk in
wanhoop, omdat het, uiteengerukt, vazal
werd van een fascistische mogendheid. En
er was nog een ander teeken dat tot voor
zichtigheid had moeten manen: werden
Hitler en Mussolini niet bejubeld als de
redders van den vrede; de groote bewa-
penaars, die alle werkelyke pacifisten en
democraten opgeruimd en in concentratie
kampen gesloten hadden? Oostenrijk was
overweldigd, omdat men er een volksstem
ming wilde houden, maar diezelfde volks
stemming wilde men wel gebruiken om
op uzelf te passen. Het zou heel erg zijn;
wanneer u iets overkwam".
„Ik ben van plan goe'd op mijzelf te pas
sen, juffrouw Fyne", antwoordde hij. „Ik
heb er een zeer goede reden voor".
Daarna liep hij snel de kamer uit, terwijl
zij hem nakeek.
Hij trof den inspecteur buiten bezig met
het aanslaan van den motor van zijn auto.
De wagen, waar de staat den inspecteur
van voorzien had, was een vier-persoons
auto, maar bij deze gelegenheid werden er
zeven personen ingeladen en ondanks deze
zware lading maakte de wagen korte met
ten met de lanen tusschen het hotel en het
visscherstrand van Craydon. De voorhoede
van den inspecteur had zich al goed van
haar taak gekweten en een stevige boot,
bemand met twee stevige visschers, wacht
te op hem. Root knikte goedkeurend bij
het zien van dezen maatregel.
„Wij zijn met ons zevenen", zei hij tot de
visschers. „Kan jullie boot er negen hou
den?"
„Jawèl, meneer", kwam het antwoord.
„Goed. Dan zijn we met ons negenen en
ik hoop dat het een geluksgetal zyn zal.
Waarschijnlijk zulen we er wel niet zoo
veel noodig hebben, maar ik neem liever
geen risico's". Hy wendde zich met een
glimlach tot Leonard, maar deze rende
over het strand. „Hé! Waar ga je heen?"
riep Root.
„Ik ben zóó terug", antwoordde Leonard,
en in minder dan geen tyd was hij het ook.
„En?" vroeg de inspecteur.
„Ik geloof niet, dat de zaak in orde is",
antwoordde Leonard. „De Daisy is weer
weg".
Tsjecho-Slovakye te verscheuren. Men ont
week het geweld, aldus spr., maar dat be-
teekent nog geen vrede; het streven naar
geweld wordt er juist door versterkt. Voor
de arbeidersklasse beteekent vrede: het
heerschen van het recht; geen oplossing
van conflicten door geweld.
Er was een tyd, dat stad tegen stad, pro
vincie tegen provincie, kasteelheer tegen
kasteelheer ten stryde trok. Tot een lande-
lyk gezag met recht en wet daar een eind
aan maakte. Diezelfde rechtsorde tusschen
de staten te vestigen was de groote vredes-
gedachte. Niet die staat moet het voor het
zeggen hebben die de meeste soldaten, de
grootste kanonnen, de snelste bommenwer
pers heeft. Was die vredesgedachte een uto
pie, een droombeeld? Neen! De stichting
van den Volkenbond was het begin van de
verwezenlyking, een groote gedachte. Maar
de fascistische mogendheden Japan, en
daarna Duitschland en Italië, liepen weg.
Hun vrede was: de anderen zich onderwer
pen aan wat zy wilden.
Spanje is nu een voorhoede van het in
ternationale fascisme. Wat te denken van
een „staatsman in hope", ir. Mussert, de
man die meent, dat Nederland nog alleen
te redden is onder zyn leiding, en die na
München aan Berlyn seint: „verheugenis,
dank en hulde"? Is dat geen uiting van
iemand die bezeten is door dezelfde ge-
welds-ideaal? Spr. critiseert dan het optre
den van de N.S.B. den laatsten tyd, somwij
len vraagt spr. zich af of dat niet langs de
grens van regelrecht landverraad gaat?
Spr. hekelde het dan men den fascisten
het wapen der werkloosheid niet uit de han
den neemt door die werkloosheid krachti
ger te bestrijden.
Het geld ligt by honderden miilioenen
renteloos, en de arbeidersbeweging zorgde
voor een boek waarin werkobjecten voor
honderdduizenden arbeiders zyn aangege
ven. En ook het plan Westhof wilde men
steunen, maar de regeering moet het eerst
weer bestudeeren. Zoo wordt dit onrecht
bestendigd en ontstaat ook de vraag: wat
is de democratie in deze waard? En men
zegt: waar Hitier komt is de werkloosheid
gedaan! Maar is dat waar, vraagt spr., of
is er ook reden voor de werkloozen om voor
dien arbeid te bedanken? Offert men met
dien arbeid de kans niet op, voor goed een
einde te maken aan de werkloosheid? Want
daar verdienen de arbeiders in het leger, in
de bewapenings industrie, in oefenkampen.
Het geheele volk mobiliseerde men voor
den oorlog. Moet dat het ideaal zyn? Spr.
besloot met een beroep te doen op allen, de
zyde te kiezen van het recht en de vry-
heid.
mits Ge Uw kind vanavond nog
AKKER's Abdijsiroop geeft. Gedu
rende den nacht gaat de heilzame
werking der kruiden door en maken
zij de verkoudheid los, terwijl de
hoeststillende kracht der „codeïne"
zorgt, dat Uw kind rustig slaapt e»
niet wakker blijft door benauwend®
hoestprikkeling. De slijm komt ioa
en de hoest verdwijnt, dat is d®
verrassende dubbele werking van
Abdijsiroop, welke uit kruiden-ex
tracten en „codeïne" bestaat. Zorgt
dat U altijd Abdijsiroop in huis hebt.
„Een lepe! Abdijsiroop aan Uw kimï
vóór het naar school gaan, werkt
als een .beschuttend schild".
tegen hoest, griep, bronchitis, asthma
Flacon 90 ct„ f 1.50. f 2.40, f 4.20. Alom verkrijgbaar
(Ingez. Med.)
Detective-inspecteur Root floot zacht
door zijn tanden.
„Weg hé?" mompelde hij. „Dan is het
voor ons ook tijd om weg te gaan. De
Daisy kan bij geval toch geen negen man
houden, wel, meneer Sefton?"
„Ik sta er voor in, dat zes wel het maxi
mum is", antwoordde Leonard nadenkend.
„Dan zullen we dus de laatsten. maar niet
de minsten zijn", merkte Root grimmig op
En zich tot de visschers wendende, zei hij:
„Nu, jongens, laat eens zien, wat je kunt".
De boot gleed in het water. Zware wol
ken verduisterden nog steeds de maan, en
ofschoon de nacht nu bijna ten einde was,
zou het eerste lichtschijnsel toch niet eer
der dan over een uur den Oostelijken ho
rizon belichten. Het wrak was dus slecht
te zien, toen zij op weg gingen door de on
doordringbare duisternis.
Deze tweede tocht naar het wrak leek
Leonard bijna vreemder dan de eerste was"
geweest. Toen hadden hij en Napoleon den
tocht alleen gemaakt en daarby hadden ze
niet die zenuwachtige vrees gehad; maar
nu, die boot vol koelbloedige, eensgezinde
mannen schenen de duistere krachten van
den nacht aan te vallen. De zekerheid en
regelmatigheid van de halen der roeiers
zoo totaal verschillend van Napoleon's zon
derlinge pogingen waren een beleediging
van het schilderachtige tafereel. Wachtten
de duistere krachten om de beleediging te
wreken
„Hier moet je voorzichtig zyn". zei de
inspecteur, toen zij het klipachtige gedeel
te bereikten.
(Wordt vervolgd).