ABDIJSIROOP DIE HOEST KRONIEK van dan OAG. Rheumatische pijnen BINNENLAND. ZEELABB, doe nu a6 de rwm.vwa* koop SUNLIGHT ZEEP WH is morgen o ver Petstefcfcte TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 25 JANUARI 1939. No. 2h SCHADUWEN AAN DE KUST. MIDDELBURG. EN NOOIT ZEEP VAIM GOES. 44 AKKER'S prak.- Typist, talen). Aanm. Vrijdag Mbg. i door- apoth. s. naar inschr. )8 Vlis- mnd. Bow Berlijn beveelt. Tschwalkofsky, de Tsjechoslovaaksche minister véui buitenlandsche zaken, heeft Zaterdag jJ., gelijk men weet, een bezoek aan Berlijn gebracht. Hy kwam des mor gens, sprak eerst met zijn Duitschen colle ga Von Ribbentrop, werd vervolgens door den Führer ontvangen, en keerde des avonds reeds naar Praag terug. Hoe kort het bezoek was, vermoedelijk is het Tschwalkofsky lang gevallen, want men had hem eigenlijk naar Berlijn „ontboden", om van de ontstemming der Duitsche machthebbers kennis te nemen. Hitier c.s. zijn niet bijster tevreden over Tsjechoslovakije. Nadat dit zoo deerlijk ver minkte en vernederde land eerst braaf alle eischen zijner nieuwe „vrienden" had inge willigd, het régime-Benesj grondig had ge liquideerd en zelfs de oprichting van een filiaal der N.S.D.A.P. binnen zijn grenzen toegelaten, begon er langzamerhand weer eenig verzet te rijzen. Men deed uitkomen, dat de eischen, door de Duitsche volksgroep nu toch inderdaad maar een kleine min derheid gesteld, nog verder gingen dan waarop de Sudetenduitschers ooit aan spraak hadden gemaakt. Ook het betoog van den uit het Sudetenland afkomstigen stadhouder voor Oostenrijk, Seyss Inquart, die de Tsjechen vermaande, goed aan de buitengewoon hachelijke ligging van hun Staat te denken, had kwaad bloed gezet en min of meer heftige reacties van een paar te Praag verschijnende bladen uitgelokt. Bovendien weigerde de regeering aldaar wellicht ten deele uit égards voor 't geld schietende Engeland zich volkomen bij de anti-Joodsche maatregelen in het Derde Rijk aan te sluiten. En ten slotte hebben de Slovaaksch-Hongaarsche grensincidenten Berlijn zeer ontstemd. Over dat alles en nog meer heeft Tschwal kofsky zich, eerst tegenover Von Ribben trop, daarna jegens Hitier, moeten verant woorden. Van semi-officieele zijde wordt bijzonder lang uitgeweid omtrent het cere monieel, waarmee de Tsjechoslovaaksche minister en zijn begeleiders, gezant Mastny en kabinetschef Masaryk, zijn ontvangen, doch we twijfelen er aan, dat al die eer bewijzen bij Tschwalkofsky wel hebben op gewogen tegen de verwijten en vermanin gen, zoo niet erger, van den kant zijner gastheeren. Het officieuze commentaar, te Berlijn op zijn bezoek gegeven, spreekt wel diplomatieke, maar niettemin duidelijke taal. In dit commentaar wordt de reis voor gesteld als een informatieve stap, inhaerent aan de politiek van persoonlijk contact tus- schen de verantwoordelijke staatslieden, tot reorganisatie van Oost-Europa. Doorgaans welingelichte kringen hebben, zoo heet het dan verder, niet zonder eenige bezorgdheid zekere binnenlandsche stroomingen en be wegingen in Tsjechoslovakije waargenomen. Men slaat den arbeid der anti-Duitsche pro paganda, die ginds weer vasten voet tracht te krijgen, aandachtig gade en wijst er het Tsjechische volk op, dat zulk een propa ganda niet dit volk, maar slechts den vij anden der ordenende machten ten goede komt. Wie met de „ordenende machten" be doeld worden, laat zich raden. En we hoe ven aan aard en toon der te Berlijn ge voerde besprekingen niet meer te twijfelen, na gelezen te hebben, dat ook zekere vraag stukken van binnenlandsche politiek, die van bizondere beteekenis voor Duitschland zijn, ter tafel waren gekomen. Tschwal kofsky weet nu, hoe men er daar over denkt en brengt waarschijnlijk een Duitsch verlanglijstje mee naar huis, welks inwilli ging op korten termijn wordt verwacht. De Wilhelmstrasse blijft daarop toezien. We gens den beperkten tijd zijn niet alle kwes ties, welke beide landen raken, behandeld, maar in Februari of Maart zal men op nieuw van gedachten wisselen. Praag toont inmiddels zijn goeden wil. Zaterdag, dus tijdens Tschwalkofsky's ver blijf te Berlijn, heeft de Tsjechoslovaak sche gezant te Boedapest voorstellen gedaan tot het ten uitvoer leggen der arbitrale uit spraak van Weenen en de Hongaarsche mi nister van Buitenlandsche Zaken die pas zijn beide collega's der as-mogendheden heeft ontmoet heeft deze voorstellen reeds aangenomen. Gezant en minister heb ben „in een langdurig en hartelijk onder houd" voorts geconstateerd, dat de grens incidenten op vriendschappelijke wijze zijn geregeld. Minister-president Imredy's reis door een deel van het nieuwe of „hervon den" Hongaarsche gebied, waaronder ook Naar het Engelsch van J. Jefferson Faryeou. 39). „Waarom denkt u dat?" vroeg Root. „Ik geloof dat hij daarbij op een of an dere manier betrokken is". „Dat zijn we allemaal. We hebben er allemaal belangstelling voor. Maar heeft hij niet evengoed belangstelling voor den wilden man, zooals u hem noemt?" „Het is mogelijk, dat de wildeman ook naar het wrak is teruggegaan of, in ieder geval, dat Griddle in die richting ge gaan is". „Maar wat voor reden kunnen zij ol iemand anders er toch voor hebben om het wrak te bezoeken?" barstte de inspecteur uit. „Dat interesseert me nu juist zoo. En fin, ik zal er spoedig zelf zijn en dan zal ik weten of uw theorieën juist zijn of niet, mijnheer Sefton. Ik heb op het oogenblik een paar man in Craydon, die bezig zijn met de boot, maar het leek me goed eerst eens naar u te gaan om te zien of u eenig nieuws had, en ik ben blij, dat ik dat ge daan heb". ?,et me benieuwen of u onze boot, de Daisy, nog op het strand zult vinden", zei Leonard. „Als de Daisy er niet is, kunt u er wel zeker van zijn, dat u iemand op' hel wrak zult vinden, die u voor is". "Haar zal ik rekening mee houden. Heeft iemand hier een boot naar het wrak zien gaan Hij keek hef kleine gezelschap onderzoe kend rond de aan Roethenië grenzende steden Mun- kacs en Ungvar, moet zeker het intreden van een meer normale situatie bezegelen. Men ontwaart in deze „verbroedering" duidelijk de hand van Berlijn. Op Hitler's bevel begraven Tsjechoslovakije en Honga rije den strijdbijl. De Führer verlangt rust in dit deel van Europa, teneinde, naar men vermoedt, zijn plannen ten aanzien van de Oekraïne deugdelijk te kunnen voorberei den. Als een merkwaardig symptoom van den Duitschen invloed in dit verband kan ook nog gereleveerd worden het feit, dat een door de Tsjechoslovaaksche regeering benoemden Tsjechischen generaal tot der den minister van Roethenië zich heeft moe ten terugtrekken. De Roetheensche regee ring wilde hem liever niet en vond ten deze steun bij Berlijn. Een Roetheensche delega tie is eergister naar Berlijn gereisd, geheel buiten ruggespraak met Praag om, teneinde zekere Oekraïnische aangelegenheden te bespreken! Roethenië heet hen autonomen staat in het kader der Tsjechoslovaaksche republiek. Het begint er echter op te lijken, dat het een autonome staat in het kader van het Derde Rijk is. Overigens hoeft men zich over deze dingen nauwelijks te ver bazen: de Roethenische bevolking is voor een goed deel Oekraïnseh en Roethenië zal dienst moeten doen als steunpunt van den Duitschen hefboom tot bevrijding van de Russische Oekraïne. Mijnhardtjes doen deze snel verdwijnen. 12 stuks 50 ct. (Ingez. Med.) DE „JAN VAN BRAKEL" IN NEEUWEDIEP AANGEKOMEN. Gistermiddag is Hr. Ms. politiekruiser „Jan van Brakel" onder bevel van den lui tenant ter zee eerste klasse, jhr. N. J. C. Versluis, de haven van Nieuwediep na een verblijf van ruim een jaar in Curaqao, bin- nengeloopen. Vooral van marinezijde was er veel belangstelling voor deze aankomst. Om half drie kwam de „Jan van Brakel" de haven binnen, terwijl de stafmuziek het Wilhelmus speelde, waarop alle marine- menschen, zoowel aan boord van de „Jan van Brakel" als aan den wal, keurig in de houding stonden. Na het spelen van het Wilhelmus klonken wederzijdsche juich kreten tusschen de bemanning en de fami lieleden aan den kant. Nadat het schip was gemeerd, mochten de familieleden van de uit 65 koppen bestaande bemanning zich aan boord begeven. HET VLIEGONGEVAL IN INDIë. De bestuurder van de C 10, het Fokker jachtvliegtuig, dat gisteren bij Bandoeng is neergestort, was de reserve luitenant F. Korff. Deze is bij den val om het leven ge komen. De tweede inzittende, de sergeant monteur Den Hollander heeft zich, zooals gemeld, met een parachute kunnen redden. De heer F. Korff was te Soesterberg op geleid tot reserve-officier-waarnemer. Hij is daarna naar Indië vertrokken doch niet in militair dienstverband. Dit verband heeft hij eerst in Indië wederom aangegaan. Neder landsche luchtpost verloren gegaan. Tengevolge van het verongelukken van een vliegtuig op de luchtlijn Karachi-Co lombo op 11 Januari, is een hoeveelheid Ne derlandsche post voor Madras verloren ge gaan. Deze post was verzonden met het vliegtuig van den dienst Amsterdam-Ban doeng, dat op 5 Januari jl. van Schiphol is vertrokken. VIERING VAN ORANJEHOOGTIJDAGEN. Gisteravond had in de bovenzaal van De Vergenoeging een bijeenkomst plaats van het bestuur van Uit het VolkVoor het Volk, met vertegenwoordigers van verschil lende buurtcommissies. De voorzitter van Uit het VolkVoor het Volk, de heer W. de Graaf, deelde mede, dat het bestuur van fneening was, dat zoo eenigszins mogelijk, op iederen dag, waar op een der leden van het vorstelijk huis ver jaart of op een anderen hoogtijdag voor het Oranjehuis, Middelburg uiting moet kun nen geven aan het medeleven met dat fees telijk gebeuren. Spr. heeft, vóór hier verder op in te gaan, er op gewezen, hoe bij het jongste bezoek van H.M. de Koningin aan Middelburg, spontaan is medegewerkt om aan dat be zoek een feestelijk karakter te geven. Voor al het belangloos medewerken van alle mu ziekgezelschappen is op zeer hoogen prijs gesteld. Spr. herhaalt den grooten dank van het bestuur voor die medewerking. Spr. zegt, dat Uit het Volk aanvankelijk alleen op 31 December iets organiseerde, meestal een fakkeloptocht. Toen kwam er 30 April ook bij, maar dit was alleen mo gelijk door groote medewerking van het Middelburgsch Muziekkorps en anderen. Nu is men tot vier dagen, en wel op 29 Juni voor den Prins en op 31 Januari voor Prinses Beatrix. Spr. stelde de vraag of er iets op ieder dier vier dagen moet gebeuren, en het ant woord luidde unaniem: ja. Op een tweede vraag hoe dat betaald moet worden, werd spontaan uit de verga dering gezegd: onderling. De voorzitter kon daarop zeggen, dat dit ook het idee van het bestuur is en dat het zich gedacht heeft, dat alle buurtcommis sies ten minste 5 per jaar voor dit doel zullen bijdragen, dan zal het bestuur zor gen, dat er steeds het een of het ander te doen i§. Uit iedere buurtcommissie die bij draagt kunnen dan enkele personen worden aangewezen, die met den heer Tavenier sa men komen voor het vaststellen van de rou tes, dit om ontevredenheid op dit gebied zooveel mogelijk te voorkomen. Uit het VolkVoor het Volk zal op 31 Januari a.s. uit eigen middelen een fakkeloptocht orga- niseeren. Men hoopt vóór 1 Maart opgave te hebben welke buurtcommissies willen medewerken en dan organiseert men in on derling overleg. Niet alleen het bestuur van Uit het Volk, doch de besturen van alle deelnemende buurtcommissies kunnen dan met den stoet medeloopen en zoo wordt het een optrekken van heel de burgerij. Verschillende commissies hebben staande de vergadering financieele medewerking toegezegd. De vertegenwoordigers dier buurten zul len nu reeds op Dinsdag a.s. als de fakkel optocht te 9 uur van de Markt zal vertrek ken, kunnen medemarcheeren en ook, die van andere buurtcommissies, die voor dien tijd financieele medewerking toezeggen. Uit de vergadering kwam de vraag of het niet goed zou zijn als iedere buurtcommis sie een vlag had. De voorzitter zeide, dat hy dit zeker zou toejuichen, maar iedere commissie moet dat voor zichzelf beslissen. Spr. heeft wel eens er over gedacht of het niet mogelijk zou zijn eens een vaandeldefilé te Middel burg te organiseeren, waarbij alle vereeni- gingen, die vaandels hebben, kunnen mede werken en dan zouden ook buurtcommissies met vlaggen daarbij kunnen komen. Men bedenke echter, dat vlaggen en vaandels bij avond alleen tot hun recht komen als zij verlicht worden. «KWMfe da"' ANBEKEINPE HERKOMST (Ingez. Med.) „Ik heb niets gezien", zei Jessica. „Maar ik heb er ook niet aan gedacht om te kij ken". „Ik precies zoo", voegde Napoleon eraan toe. „Ik denk niet, dat we in het algemeen veel gezien hebben, want er zijn wolken voor de maan". „Waar is Morley?" vroeg Leonard. „Goede hemel!" riep Napoleon uit en hij vloog weg. Eenige minuten later kwam hy terug, om stralend aan te kondigen, dat Morley niet was" verdwenen. „Ik dacht ook wel van niet", merkte Leonard op. „Je ging te vlug weg. Wat ik bedoelde was, dat, als we Morley wakker maken, Hij hier op wacht kan blijven en u heeft meer actieve hulp tot uw beschik king". „O!" züchtte Napoleon. De inspecteur vroeg, of Morley te ver trouwen was en Leonard antwoordde, dat hij voor hem instond. Morley was de eeni ge persoon van wiens antecedenten hij ze ker was. „Hij heeft geen verbeeldingskracht ge noeg om tot misdaad over te gaan", zei Leonard, „zelfs als hij zou willen. En hij is niet iemand, die het. zou willen". „Ga dan mijnheer Morley wakker ma ken", antwoordde de inspecteur. „Daarna bent u beiden vrij om met mij naar het wrak te gaan of mijn mannen te helpen bij bet afzoeken van het district". „Ik ben voor het wrak", zei Leonard. „Ik heb er een hekel aan, je in den steek te laten, Sefton", antwoordde Napoleon, „maar ik denk erover het district te helpen' afzoeken, als je. er niéts tegen hebt. Ik heb werkelijk al zoo: eel met .de. zee te doen gehad als ik in een nacht kan uithouden". „Nu, laten we op stap gaan", zei Root opgewekt. „Mijnheer Truelove kan mijn heer Morley wakker maken en zich buiten bij mijn mannen voegen, en u gaat met me mee naar het strand, mijnheer Sefton. Goe den nacht, juffrouw Fyne. Ik hoop dat we spoedig nieuws voor u zullen hebben". „Goeden nacht", antwoordde ze en ze keek naar Leonard. „Goeden nacht, mijn heer Sefton". Hij wendde zich plotseling bezorgd tot haar. „Ik veronderstel dat het hulpeloos voor me is, er bij u op aan te dringen, wat slaap te nemen?" zei hij, op vragenden toon. „Volkomen onmogelijk", antwoordde ze, toen de inspecteur de kamer verliet en ook Napoleon wegsloop om Valentine Morley's verwenschingen in ontvangst te nemen „Maar ik zal naar mijn kamer gaan". „Om bij het raam uit te kijken?" „Zoudt u dat ook niet doen in mijn plaats?" „Ik verwacht van wel. Maar denkt u niet te veel aan mij, terwijl u de wacht houdt. U hebt het meest zenuwsloopend werk, weet u. De wacht houden is altijd het zwaarste". Hij stond op het punt den inspecteur te vólgen, toen zij hem plotseling bij de punt van zijn jas pakte. Dadelijk daarna echter trok ze haar hand terug, alsof ze zich schaamde voor wat ze deed. „U wilde wat zeggen", zei hij vriende lijk. „Wat is er?" „Ik ik denk niet dat ik het weet", ant woordde zij met een lichte blos. „Ik geloof dat ik u wilde zeggen voorzichtig te zijn en Spr. heeft nog eens met klem opgewekt, dat men alles doet om de buurtcommissies, al is het maar met een zeer lage wekelyk- sche of maandelijksche contributie in takt te houden, nu hoort men dikwijls opmerkin gen over het georganiseerde of over niet or ganiseer en van menschen, die by nader on derzoek niet eens financieel bydragen. Het bijeenhouden der buurten is mede zeer gewenscht omdat men hoopt op 31 Augustus 1940 den zestigsten verjaardag van de Koningin te kunnen vieren en nog maar 19 maanden resten voor dien datum. Het was een niet lange vergadering, maar hier goldt het „kort maar krachtig". Er waren zaken gedaan en daar ging het toch maar om. EEN FILM OVER DEN GASTHITSBOUW. Gaarne hebben wy gisteravond een half uurtje in de regentenkamer van het nieu we gasthuis vertoefd om de vertooning bij te wonen van de door de firma Corns. Henning opgenomen film over den bouw van het gasthuis, die een der heeren Hen ning voor het bestuur der Godshuizen draaide. Bijzondere heldere beelden doen de ver schillende stadia van den bouw, nadat het vorige gebouw was gesloopt, aan het oog voorbij gaan en geleidelik ziet men het gebouw groeien, totdat in Mei 1938 de eer ste dakspant wordt gepaatst. Na ook het schilderen van verschillende onderdeelen te hebben bygewoond nadert de dag van de officieele opening, namely k Donderdag 8 December. Daarby ziet men eerst verschillende vooraanstaande perso nen den weg nemen naar de Statenzaal en vervolgens zyn de officieele personen in die zaal, waar de officieele toespraken zijn gehouden, op het doek gebracht. De aan komst by het gasthuis, de officieele ope ning van het gebouw door mr. dr. K. J. Frederiks, de onthulling van de gedenk plaat in de vestibule door mevrouw Ber denis van BerlekomFak Brouwer, het aanbieden van bloemen aan de dames der voornaamste autoriteiten, niets is vergeten. Ten slotte worden nog verschillende kyk- jes in het gasthuis, op de gangen, in een ziekenkamer, in het laboratorium, in de kantoren, in de zusterskamer, waarby na tuurlijk telkens begende personen uit het bestuur, leiding of personeel gedraaid. Het is een blyvende herinnering aan het voor het ziekenhuiswezen te Middelburg, zoo belangrijk gebeuren. De candidatenlyst welke door de A. R. Kiesvereeniging te Middelburg voor de a.s. gemeenteraadsverkiezing zal worden inge diend luidt als volgt. 1. W. A. den Hollan der; 2. J. W. Kögeler; 3. C. de Bruin; 4. A. Rothuizen; 5. J. S. Hoek; 6. J. W. Goed- bloed; 7. P. Meliefste; 8. L. J. Lorier; 9. A. G. van der Hooft; 10. P. van Sluys; 11. B. J. van den Berg. [Men ziet hieruit dat, by gelykblyvend aantal a.r. Raadsleden, de heer Heemskerk door ir. Rothuizen vervangen zal worden Red.] „GEWELD OF RECHT". Rede van prof. Van Gelderen. De afdeeling Goes der S.D.A.P. hield Dinsdagavond een goedbezochte vergade ring in de Prins van Oranje. Voorzitter was de hr.H. v a n d e r V e e n. De spreker, het Tweede Kamerlid prof. J. van Gelderen, had als onderwerp „geweld of recht". „De Stem des Volks" zong een tweetal liederen. Prof. Van Gelderen, wees op de berichten over bewapening, oorlogsgeruchten en oor logen, die men dagelijks onder de oogen krijgt, terwyl toch, nauwelyks drie maan den geleden, te München „de vrede gered" werd. Er werd gejuicht en gevlagd, maar men had dat beter half-stok kunnen doen want datzelfde oogenblik leefde, op enkele honderden kilometers afstand, een volk in wanhoop, omdat het, uiteengerukt, vazal werd van een fascistische mogendheid. En er was nog een ander teeken dat tot voor zichtigheid had moeten manen: werden Hitler en Mussolini niet bejubeld als de redders van den vrede; de groote bewa- penaars, die alle werkelyke pacifisten en democraten opgeruimd en in concentratie kampen gesloten hadden? Oostenrijk was overweldigd, omdat men er een volksstem ming wilde houden, maar diezelfde volks stemming wilde men wel gebruiken om op uzelf te passen. Het zou heel erg zijn; wanneer u iets overkwam". „Ik ben van plan goe'd op mijzelf te pas sen, juffrouw Fyne", antwoordde hij. „Ik heb er een zeer goede reden voor". Daarna liep hij snel de kamer uit, terwijl zij hem nakeek. Hij trof den inspecteur buiten bezig met het aanslaan van den motor van zijn auto. De wagen, waar de staat den inspecteur van voorzien had, was een vier-persoons auto, maar bij deze gelegenheid werden er zeven personen ingeladen en ondanks deze zware lading maakte de wagen korte met ten met de lanen tusschen het hotel en het visscherstrand van Craydon. De voorhoede van den inspecteur had zich al goed van haar taak gekweten en een stevige boot, bemand met twee stevige visschers, wacht te op hem. Root knikte goedkeurend bij het zien van dezen maatregel. „Wij zijn met ons zevenen", zei hij tot de visschers. „Kan jullie boot er negen hou den?" „Jawèl, meneer", kwam het antwoord. „Goed. Dan zijn we met ons negenen en ik hoop dat het een geluksgetal zyn zal. Waarschijnlijk zulen we er wel niet zoo veel noodig hebben, maar ik neem liever geen risico's". Hy wendde zich met een glimlach tot Leonard, maar deze rende over het strand. „Hé! Waar ga je heen?" riep Root. „Ik ben zóó terug", antwoordde Leonard, en in minder dan geen tyd was hij het ook. „En?" vroeg de inspecteur. „Ik geloof niet, dat de zaak in orde is", antwoordde Leonard. „De Daisy is weer weg". Tsjecho-Slovakye te verscheuren. Men ont week het geweld, aldus spr., maar dat be- teekent nog geen vrede; het streven naar geweld wordt er juist door versterkt. Voor de arbeidersklasse beteekent vrede: het heerschen van het recht; geen oplossing van conflicten door geweld. Er was een tyd, dat stad tegen stad, pro vincie tegen provincie, kasteelheer tegen kasteelheer ten stryde trok. Tot een lande- lyk gezag met recht en wet daar een eind aan maakte. Diezelfde rechtsorde tusschen de staten te vestigen was de groote vredes- gedachte. Niet die staat moet het voor het zeggen hebben die de meeste soldaten, de grootste kanonnen, de snelste bommenwer pers heeft. Was die vredesgedachte een uto pie, een droombeeld? Neen! De stichting van den Volkenbond was het begin van de verwezenlyking, een groote gedachte. Maar de fascistische mogendheden Japan, en daarna Duitschland en Italië, liepen weg. Hun vrede was: de anderen zich onderwer pen aan wat zy wilden. Spanje is nu een voorhoede van het in ternationale fascisme. Wat te denken van een „staatsman in hope", ir. Mussert, de man die meent, dat Nederland nog alleen te redden is onder zyn leiding, en die na München aan Berlyn seint: „verheugenis, dank en hulde"? Is dat geen uiting van iemand die bezeten is door dezelfde ge- welds-ideaal? Spr. critiseert dan het optre den van de N.S.B. den laatsten tyd, somwij len vraagt spr. zich af of dat niet langs de grens van regelrecht landverraad gaat? Spr. hekelde het dan men den fascisten het wapen der werkloosheid niet uit de han den neemt door die werkloosheid krachti ger te bestrijden. Het geld ligt by honderden miilioenen renteloos, en de arbeidersbeweging zorgde voor een boek waarin werkobjecten voor honderdduizenden arbeiders zyn aangege ven. En ook het plan Westhof wilde men steunen, maar de regeering moet het eerst weer bestudeeren. Zoo wordt dit onrecht bestendigd en ontstaat ook de vraag: wat is de democratie in deze waard? En men zegt: waar Hitier komt is de werkloosheid gedaan! Maar is dat waar, vraagt spr., of is er ook reden voor de werkloozen om voor dien arbeid te bedanken? Offert men met dien arbeid de kans niet op, voor goed een einde te maken aan de werkloosheid? Want daar verdienen de arbeiders in het leger, in de bewapenings industrie, in oefenkampen. Het geheele volk mobiliseerde men voor den oorlog. Moet dat het ideaal zyn? Spr. besloot met een beroep te doen op allen, de zyde te kiezen van het recht en de vry- heid. mits Ge Uw kind vanavond nog AKKER's Abdijsiroop geeft. Gedu rende den nacht gaat de heilzame werking der kruiden door en maken zij de verkoudheid los, terwijl de hoeststillende kracht der „codeïne" zorgt, dat Uw kind rustig slaapt e» niet wakker blijft door benauwend® hoestprikkeling. De slijm komt ioa en de hoest verdwijnt, dat is d® verrassende dubbele werking van Abdijsiroop, welke uit kruiden-ex tracten en „codeïne" bestaat. Zorgt dat U altijd Abdijsiroop in huis hebt. „Een lepe! Abdijsiroop aan Uw kimï vóór het naar school gaan, werkt als een .beschuttend schild". tegen hoest, griep, bronchitis, asthma Flacon 90 ct„ f 1.50. f 2.40, f 4.20. Alom verkrijgbaar (Ingez. Med.) Detective-inspecteur Root floot zacht door zijn tanden. „Weg hé?" mompelde hij. „Dan is het voor ons ook tijd om weg te gaan. De Daisy kan bij geval toch geen negen man houden, wel, meneer Sefton?" „Ik sta er voor in, dat zes wel het maxi mum is", antwoordde Leonard nadenkend. „Dan zullen we dus de laatsten. maar niet de minsten zijn", merkte Root grimmig op En zich tot de visschers wendende, zei hij: „Nu, jongens, laat eens zien, wat je kunt". De boot gleed in het water. Zware wol ken verduisterden nog steeds de maan, en ofschoon de nacht nu bijna ten einde was, zou het eerste lichtschijnsel toch niet eer der dan over een uur den Oostelijken ho rizon belichten. Het wrak was dus slecht te zien, toen zij op weg gingen door de on doordringbare duisternis. Deze tweede tocht naar het wrak leek Leonard bijna vreemder dan de eerste was" geweest. Toen hadden hij en Napoleon den tocht alleen gemaakt en daarby hadden ze niet die zenuwachtige vrees gehad; maar nu, die boot vol koelbloedige, eensgezinde mannen schenen de duistere krachten van den nacht aan te vallen. De zekerheid en regelmatigheid van de halen der roeiers zoo totaal verschillend van Napoleon's zon derlinge pogingen waren een beleediging van het schilderachtige tafereel. Wachtten de duistere krachten om de beleediging te wreken „Hier moet je voorzichtig zyn". zei de inspecteur, toen zij het klipachtige gedeel te bereikten. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5