E yn Knoop er in! GOLD STAR SHAG fff] ZEELUI. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN MAANDAG 23 JANUARI 1939. No. 19. mt den DAO. KERK EN SCHOOL. SCHADUWEN AAN DE KUST. (Ingez. Med.) Ja, dat wilde U onthouden: een versch pakje Gold Star Shag koopen vóór het oude leeg is. Doe een knoop in Uw zakdoek of ga liever metéén naar den winkel voor GOLD STAR Shag! MIDDELBURG. v. 41. 19, V. 17, prter, veek ot 68 adel 3cha- adel val. pvoer vo- kg): ',75 pgge vten, 110,50 kg) aend 162; 195; Istoo- dis- azaad llzaad lizaad sche 6.30— |euw- ggenh. >2.25; odus- 1.80 3.10; aa 4.00; Al- pvro- staat |egen no. t wij ijzen ig is hem. N.V. Mbg. itan- )p jes nca- enz. aagd >urg. :chts Zlec- van Mid- Een uiteenzetting van minister Arita. De Ver. Staten, Engeland en Frankrijk hebben een paar indirecte antwoorden ont vangen op hun nota's, welke ze in boven staande volgorde, gelijk men weet, te Tokio hebben laten overhandigen, en waarin ge protesteerd wordt tegen de gestadig toe nemende beschadiging, welke Japan hun be langen in het Verre Oosten toebrengt. Het Japansche persagentschap „Domei" liet en kele dagen geleden officieus verluiden, dat de Japansche regeering afkeering was van een internationale conferentie, (de Engelsche nota drong daarop aan), maar wèl bereid, jxiet de mogendheden te onderhandelen, op voorwaarde, dat zij het beginsel eener volko men „bevrijding" der Oostersche volken aanvaardden. Wat het befaamde Negen-mo- gendhedenverdrag (dat de feitelijke o.' schendbaarheid van China garandeerde) je treft, zou Tokio het oogenblik voor herzie ning nog niet gekomen achten en zich voor behouden, daarop later terug te komen! Uit deze uiteenzetting bleek duidelijk, dat Ja pan de gelegenheid wil aangrijpen, om tijd te winnen en speculeert het op oneenigheid tusschen de drie „nota"-landen, terwijl het bilaterale onderhandelingen met elk hunner afzonderlijk (dus buiten China om) na streeft. Arita, de Japansche minister van buiten- landsche zaken, heeft dit standpunt vervol gens nog eens uitvoerig toegelicht in een redevoering in het parlement te Tokio. Hij betoogde, dat „zekere beperkingen en rege lingen" noodig zijn in gebieden, die van vitaal belang blijken voor de landsverdedi ging en de economische onafhankelijkheid, maar ontkende, dat daarmee de ,deur van China" wordt gesloten. Er zullen groote terreinen open blijven, waar buitenlandsche deelneming uiterst welkom is, zoodat, vol gens hem, de economische activiteit van andere mogendheden meer dan ooit gesti muleerd zal worden. Arita beriep zich voorts op de „militaire noodzaak", die helaas rechten en belangen van vreemdelingen in China wel moet be nadeelen en betoogde, dat Tsjiang-kai-sjek, ofschoon nog steeds een oorlog op langen termijn voorstaand, niet meer dan een „lo caal régime" vertegenwoordigt. De minis ter klaagde over wapentoevoer door Fransch Indo-China en andere gebieden, stelde vestiging van nieuwe plaatselijke re geeringen te Hankau en Canton in uitzicht en hoopte op spoedige reorganisatie van een nieuw centraal bewind, dat samen met Ja pan het huidige conflict kan „regelen". Hij mat den „sinisteren invloed van het bolsje wisme" breed uit, juichte in dit verband de uitbreiding der Anti-Komintern-accoorden tot Mantsjoekwo en Hongarije toe, maar bleef vrij gematigd ten opzichte van Rus land, ofschoon aan de affaire bij Tsjang- koefeng, aan de moeilijkheden op Sachalin en bij 't sluiten van een nieuw visscherij- verdrag werd herinnerd. Als voornaamste oorzaak der huidige in ternationale onrust zag Arita het streven naar handhaving van den status quo en in pogingen, uit egoïstische beweegredenen, om de ontwikkeling en den vooruitgang van nieuw opgekomen mogendheden te verstik ken. Intusschen erkende hij, dat er nog menschen zijn, die er anders over denken, maar zij huldigen z.i. verkeerde begrip pen en moeten dus worden overtuigd van de rechtvaardigheid der nationale politiek Dit laatste konden Washington, Londen en Parijs zich rechtstreeks voor gezegd hou den. Arita gaf hiermee duidelijk te kennen, dat de drie protesteerende mogendheden volgens Japansche opvatting, niets van de ontwikkeling in het Verre Oosten begrijpen en, inplaats van nota's te schrijven, beter kunnen probeeren, zich een juister begrip te vormen. De verwachting, zeer onlangs te dezer plaatse uiteengezet, dat Japan zich bitter weinig van de protestnota's zou aan trekken, is door Arita's verklaring wel heel duidelijk bevestigd. Het lijdt geen twijfel, dat diet officieele antwoord der Japansche regeering er op, de drie mogendheden weer met een kluitje in het riet zal sturen. De heer A. Vrijlandt Jr. afkomstig-van Biervliet, werd te Utrecht bevorderd tot arts. Voor het Tederatie examen Mercurius diploma Boekhouden slaagde de heer P. K. Snoep te K a p e 11 e. Naar het Engelsch van J. Jefferson Farjeon, 37). „Kreeg u dat idee toen, of denkt u er nu pas aan?" „Ik dacht het dadelijk, maar ik realiseer het eerst nu." „Nu dat is voldoende. Welke kleur had de baard? Denk -denk goed na. Was het „Donker bruin? Och, waarom zeg ik dat?" „Om een of twee goede redenen, en ik zou er wat voor geven als ik een van beide wist.' Was het donkerbruin, of dacht ik dat het donkerbruin was". „Mijn hemel!" riep Leonard uit. „Nu maakt u mij nieuwsgierig, mijnheer Root! Waarom denkt u dat het donkerbruin was?" „Omdat ik een belangrijk spoor gevolgd heb, mijnheer Sefton", antwoordde de in specteur, „en u hebt juist het feit bevest* yf en het werd bewezen in een rapport, dat me juist een half uur geleden werd over handigd dat een vreemdeling in gesprek is gezien met mijnheer Fyne, een half uur voor diens verdwijning. De vreemdeling was groot en slank en had een donkerbruine baard. Nu denk ik, dat u het zich kunt her inneren, mijnheer Sefton, dat uw man ra ank was?'" Leonard trachtte zich te herinneren of de man inderdaad mank wi. :.ar hij kon list niet. PRINS BERNHARD NAM DEEL AAN JACHTRIT. Prins Bernhard heeft Zaterdagmiddag deelgenomen aan een jachtrit, georgani seerd door de Kon. Ned. Jachtvereeniging, in samenwerking met de Noord-Holandsche jachtvereeniging. Te ongeveer half drie verscheen de Prins, in gezelschap van Prinses Juliana, aan de Meet nabij de Hollandsche Rading, vanwaar de ongeveer vijftig deelnemers vertrokken. De rit was vrij zwaar en met verschei dene hindernissen, waaronder eenige breede slooten, welke voor Prins Bernhard echter geen moeilijkheden opleverden. Via Rusten- hove, Nieuwe Wetering, Beukenburg en Groenekan bereikte het gezelschap na vijf kwartier de „Kill", gelegen nabij het sta tion Bilthoven. Prinses Juliana heeft per auto hier en daar den rit gadegeslagen "en zich vervol gens ook naad de „Kill" begeven. Jagermees- ter was jhr. Schorer, veldmeester jhr. Six. Aan de „Kill" sprak Prins Bernhard een woord van dank tot de aanwezigen, voor het groote genoegen, hem met dezen rit ver schaft en bracht een hoera uit op den ja- germeester. Luit.-kolonel D. A. Camerling Helmolt, directeur van de rijschool te Amersfoort, gaf uiting aan aller verheugenis, dat de Prins de jacht mede had willen maken en complimenteerde Z.K.H. voor de vlotte wij ze, waarop Prins Bernhard het parcours had gevolgd. Na nog zijn vreugde te hebben uitgesproken over de aanwezigheid van Prinses Juliana, bracht spr. een hoera uit op 't prinselijke paar, waamede allen har telijk instemden." DE ZOMERPOSTZEGELS. Ook dit jaar zullen er weer zomerpost- zegels uitgegeven worden, waarvan de ex tra-opbrengst besteed zal worden voor cul- tureele en sociale doeleinden. De eene helft is bestemd voor cultureel werk, ter tege moetkoming in den huidigen nood der cul- tureele werkers. Van de andere,helft komt 50 procent ten goede aan de tuberculose bestrijding; 30 procent aan het werk van de A.V.O. (arbeid voor on volwaar digen) en 20 procent aan de kankerbestrijding. De postzegels zullen verkrijgbaar zijn van 1 Mei tot 1 Juli en zij zulen de beeltenis dragen van Nicolaas Beets, Mathijs Maris, Anton Mauve, Peter Stuyvesandt en Gerard van Swieten. De frankeerwaarden der postzegels zijn: 1%, 3, 4, 5 en 12% cent, de prijzen met toe slag 3, 5, 6, 8 en 16 cent. DE KWESTIE DER NAAMSVERANDERING. Een merkwaardige beslissing van de Rotterdamsche rechtbank. Er gebeuren wonderlijke dingen in de wereld. En dat niet alleen in de groote, maar ook in de kleine wereld van iederen dag. Indien dit beweren nog bewijs van noode heeft, dan moge het onderstaande hiertoe dienen. In de betreffende vakbladen wordt mel ding gemaakt van een eenigen tijd geleden door de arrondissements-rechtbank te Rot terdam genomen beslissing inzake voor- naamsverandering. Artikel 68 van ons bur gerlijk wetboek bepaalt dienaangaande: Niemand kan van voornaam veranderen of voornamen bij de zijnen voegen, zonder toe stemming van de arrondissementsrechtbank zijner woonplaats, op daartoe gedaan ver zoek, na verhoor van het openbaar minis terie, te verleenen. Een zeker iemand, die destijds den be slist mooien voornaam Adrianus was toe gekend, richtte zich tot de arrondissements ,,'t Spijt me", zei hij, „maar hij was niet mank. „Mijn hersenen kunnen zich niets van een manke herinneren". „Goed", grinnikte de inspecteur. „Die hersenen van u schijnen uitstekend te zijn, want mijn man was ook niet mank". HOOFDSTUK XXI. Op den terugweg. „Weet u, mijnheer Sefton, ik geloof, dat we nu een beetje opschieten", merkte in specteur Root op, nadat er een stilte was geweest, waarin de hersenen van beide mannen, druk bezig waren geweest over nieuw materiaal. „We kunnen nu een beetje meer opbouwen. Een half uur geleden hoor de ik, dat er een vreemdeling ernstig met mijnheer Fyne had gesproken". „Mag ik vragen hoe u daaraan komt?" vroeg Leonard. „Zeker. Dit is een zonderlinge zaak erf ik moet zeer omzichtig te werk gaan. Ik heb net als u gevoeld, dat iemand te veel kon vragen in het hotel. Maar ik heb het spoor kunnen volgen van al de gasten, die het hotel verlaten hadden na de verdwij ning van mijnheer Fyne, in de hoop, dat zij me iets konden vertellen. Wel, één van hen heeft me iets verteld. Op weg naar het sta tion passeerde hij mijnheer Fyne en den vreemdeling, die aan den kant van den weg in een boschje in gesprek waren. Hij zei, dat mijnheer Fyne er zeer verschrikt uit zag en de vreemdeling sprak zeer opgewon- dcr:". ..Gf ed werk", zei Leonard prijzend. „Dat was niet zoo moeilijk", antwoordde de inspecteur. „Maar welk nut zou de in- rechtbank te Rotterdam, met het verzoek daaraan den naam Iddo te mogen toevoegen Verzoeker kwam hiertoe uit overwegingen van godsdienstigen aard. Hij was namelijk gedoopt en belijdend lid eener kerk en volg de een cursus voor godsdienstonderwijzer. De naam Adrianus staat niet in den bijbel en is op grond daarvan niet aan te merken als een Christelijken naam, hetgeen wel het geval is met den naam Iddo (II Kronie ken 12 vers 15 en hoofdstuk 13 vers 22, benevens Zacharia 1 vers 1), hebbende de beteekenis van „Mond des Heeren". Verder voerde verzoeker nog aan, dat hij dezen naam had gekozen met het oog op den belijdenistekst, waarmede hij in de kerk was bevestigd, t.m. Mattheus 10 32 en 33, luidende: Een iegelijk dan, die Mij belijden zal voor de menschen, dien zal Ik ooit be lijden voor Mijnen Vader, Die in de hemelen is. Maar zoo wie Mij verloochend zal hebben voor de menschen, dien zal Ik ook verloo chenen voor Mijnen Vader, Die in de he melen is. De rechtbank heeft het verzoek afgewe zen. Volgens haar is de naam Adrianus, hij moge dan al evenals vele andere van La- tijnschen oorsprong zijn (hij beteekent: af komstig uit het stadje Hadria in het huidige Italië), in de Christelijke kerk overgeno men en gedragen door tallooze christenen van onderscheiden kerkformatie, o.m. door een zestal Pausen, onder wie de Neder- landsche Paus Adriaan VI (1522'23). Deze naam is ook gangbaar in tal van protestant- sche geslachten. De naam Iddo, voorkomen de in het Oude Testament, is in de Chris telijke kerk nimmer overgenomen, zulks vodr zoover der rechtbank bekend. Tenslotte gaf de rechtbank nog als haar meening in dezen te kennen, dat, indien ver zoeker zich overeenkomstig zijn belijdenis wil gedragen, hij dit moei doen metterdaad en daartoe niet deugdelijk is het voeren van een zeer weinig bekenden naam, waar van de beteekenis slechts door enkelen wordt begrepen. DE DUITSCHE REGEERING VERLENGT DEVIEZENREGELING MET EEN MAAND. Voor de textielarbeiders uit Twente in het Duitsche grensgebied. Zooals dezer dagen gemeld, was de devie- zenregeling ten aanzien van de in Neder land wonende arbeiders, die in het Duitsche grensgebied werken, welke regeling 1 Fe bruari afloopt, niet verleend. In verband hiermede was op sommige Duitsche fabrie ken aan de Nederlandsche arbeiders reeds ontslag aangezegd. In totaal werken pl.m. 1500 textielarbeiders uit Twente in het Duit sche grensgebied. Op enkele fabrieken was er reeds op aangedrongen, dat de Neder landsche arbeiders in Duitschland zouden gaan wonen, maar de belangstelling hier voor bleek gering te zijn. Op een der Duit sche fabrieken ontstonden reeds moeilijk heden, omdat een gedeelte van het vrouwe lijk personeel, waaraan in de Twentsche textielfabrieken een groote behoefte be staat, in Enschede werk had gevonden. Thans is bekend geworden, dat, in af wachting, van een nader te treffen regeling, de op het oogenblik geldende deviezenrege- ling door de Duitsche regeering met een maand, dus tot 1 Maart a.s., is verlengd. DE ONEERLIJKE GEMEENTE ONTVANGER VAN TEGELEN HEEFT ZICH ZELF AANGEGEVEN. De gemeente-ontvanger van Tegelen, die Maandag 16 Jan. spoorloos verdween, en wiens aanhouding bij politie-radiobericht van Dinsdagavond werd verzocht, heeft zich Zondagochtend vrijwillig ter beschikking van den burgemeester van Tegelen gesteld. Hij heeft dit, zoo verklaarde hij, aanstonds na de ontdekking van de onregelmatighe den willen doen, doch uit een gevoel van schaamte heeft hij zulks niet gedurfd. Met medeneming van een betrekkelijk klein be drag is hij toen aan 't zwerven gegaan. Na eenige dagen in België te hebben rond ge trokken, heeft hij zijn familie telefonisch verzocht hem op te halen. Hij heeft een vol ledige bekentenis afgelegd. Naar het zich voorloopig laat aanzien, zal het verduisterde bedrag der vier duizend gulden niet te boven gaan. Het aangevan gen accountantsonderzoek zal nog een week in beslag nemen. De oorzaak van 's mans handelingen, al dus deelde de burgemeester mede, zou in hoofdzaak gezocht moeten worden in de zware financieele lasten, welke hij gedu rende vele jaren had te dragen, o.a. door te duren bouw van een huis en niet in zijn levenswijze. formatie gehad hebben zonder uw eigen in formatie, mijnheer Sefton. Die twee sluiten als een bus. Niet alleen hebt u den man ge zien wat misschien nooit gebeurd zou zijn maar u hebt hem zelfs hier aange troffen! Wie kan vluchtende schaduwen te genhouden en voortjagende substanties. Ik ben er zeker van, dat die wilde kerel van ons weten zal waar mijnheer Fyne dien nacht heen ging en waarom of zij gin gen samen om dezelfde reden. Nu, en als zij samen gingen, dan behoeven we slechts de 'hand te leggen op den metgezelvan mijnheer Fyne, om het heele Zeemeermin mysterie te kunnen oplossen". „Denkt u dan, dat hij ook in staat zal zijn om het mysterie van den vermoorden man te verklaren?" „Denkt u dat niet?" Leonard schudde twijfelachtig zijn hoofd. „Ik kan het bij het verkeerde eind heb ben, inspecteur, maar dat geloof ik zeker niet. Ik geef u nu opnieuw een indruk zooals ik al deed over de kleur van den baard maar deze indruk is zeer sterk. Ik meende, dat die arme dwaas minstens even verbaasd was, het lichaam aan boord te vinden als wij waren. En het maakte hem beslist nog meer in de war". „Verduiveld nog aan toe, dat is waar", mopperde Root. „Dit is de meest ingewik kelde zaak, die ik ooit onderhanden heb ge had. Je kunt geen draad vinden. Het draait altijd weer op 't zelfde uit". „Ike geloof, dat mijnheer Griddle iets van dien gek afweet", ging Leonard voort, „want hij vroeg me letterlijk naar alles over hem ik had alleen dien donkerbru.- 4ÊÊ ÉMÈ 'n Extra tractatie: Gold Star de Luxe 12 ct. MlfMP (Ingez. Med.) Feestavond M.H.B. Zaterdagavond heeft de M.H.B.de ver- eeniging van leerlingen der Rijks Hoogere Burgerschool alhier, een feestavond gehou den in de geheel met belangstellenden ge vulde St. Joriszaal. De voorzitster, mej. W. van Opdorp, sprak een openingswoord en heette allen welkom, in het bijzonder den directeur en de leera ren met hun dames en de afgevaardigden van zustervereenigingen. Zij bracht dank aan den heer L. A. Schenk, die heel wat avonden gaf om het tooneelstuk te helpen instudeeren en aan den heer Van Over beeke, die daarvoor zoo menigmaal de zaal beschikbaar stelde. Spr. deelde nog mede, dat voor de door de leden vervaardigde raambiljetten de eer ste prijs is toegekend aan A. Minderhoud en de tweede aan H. Klarenbeek, terwijl E. Fernhout den prijs ontving voor het grootste aantal voor de uitvoering verkoch te kaarten. Het was het uit eigen krachten bestaande strijkje „De Dissonant",, dat met de M.H. B.-marsch de uitvoering opende en dat zich ook verder op verdienstelijke wijze heeft doen hooren. Buiten het programma om werden de aanwezigen vervolgens onthaald op accordeonmuziek van freule J. van Randwijk, die daarbij duidelijk liet uitko men, dat zij haar groote geoefendheid bij de padvinderskampvuren heeft verkregen. Een langdurig applaus was de welver diende hulde voor het gebodene. Men was nu toe aan het voornaamste deel van den avond, de opvoering van het blijspel in drie bedrijven: „Het Spook van de Vrijburcht". In de eerste plaats zij Rhetorica, de tooneel- afdeeling van M.H.B. geluk gewenscht met de keuze van dit stuk. De jongelui (er wa- ren vijf dames- en vier heerenrollen), heb ben zonder uitzondering verdienstelijk ge nen baard nog niet gerealiseerd. En die ge schiedenis met Luigi schijnt eveneens op niets uit te draaien". „O, daarover moet ik u nog iets vertel len", interrumpeerde de inspecteur. „U weet van de fiets, die uit het schuurtje bij het hotel verdween?" „Ja". „Nu, die hebben we gevonden. Ja, ik ben bang, dat Luigi het zwaar te verantwoor den zal krijgen vandaag of morgen. Maar we moeten niet te vroeg toeslaan, anders zouden we alles kunnen bederven". „Bent u nog iets wijzer geworden uit de fiets?" vroeg Leonard nieuwsgierig. „Och, van weinig beteekenis! Luigi is een beetje dwaas. Hij liet de fiets in een vijver vallen, en hij was slim genoeg dat op de diepste plek te doen. Maar toch hebben we de fiets opgevischt". „En wat hebt u gevonden?" „Dat geen van de remmen werkte en dat er aan beide geknoeid was. Er zijn ook nog andere sporen aan het frame, die vruchte- looze pogingen doen veronderstellen om 't te verzwakken. Maar niets bepaalds, be grijpt u „Maar genoeg om u te overtuigen, dat Luigi de bedoeling had om zijn voorganger een ongeluk te ffoen krijgen", veronderstel de Leonard, „zoodat hij zijn plaats zou kun nen innemen?" „U hebt het bij 't rechte eind", knikte- Root. „Luigi mag blij zijn als hij niet ge hangen wordt. Ook is het mogelijk, dat hij nog meer slachtoffers heeft gemaakt". „Als u den man bedoelt, die aan den voet van het pac! lag, dan kan ik daarmee niet speeld en daardoor ieder der aardige tafe reeltje tot hun recht doen komen. Er is door de aanwezigen meermalen smakelijk gelachen en na ieder bedrijf zijn er op verschillende wijzen bewijzen van waardeering gegeven. Dat er veel liefhebberij was voor het „bal na", spreekt vanzelf. HET LANDBOUWHITSHOUDONDERWIJS - In een der zalen van de Eendracht had Zaterdagmiddag, uitgaande van den Boerin- nenbond en tot steun der Z.L.M. een druk bezochte bijeenkomst plaats, waarin een kijkje werd gegeven op het onderwijs aan de landbouwhoushoudkundescholen en -cur sussen, in verband met 't 25-jarig bestaan van dit onderwijs. Op een tot hem daartoe gericht verzoek, heeft mr. M. C. van der Minne, voorzitter van den kring Walcheren der Z.L.M.een openingswoord gesproken. Spr. zegt, dat in het huidige tijdsbestek ontwikkeling ook voor de plattelandsvrou wen van groote beteekenis is en hij daar om het streven in het belang van dit onder wijs ten zeerste toejuicht. De algemeene secretaris van de Z.L.M., ir. J. D. Dorst sprak een inleidend woord voor de te vertoonen films en wees er op, dat men destijds eerst begon aan het op richten van vereenigingen tot verbetering van de varkens, het vee, de schapen, de paarden enz. en toen eerst begreep, dat er ook boeren waren, die opleiding en voor lichting noodig hebben en tenslotte dat er ook boerenvrouwen zijn, die niet meer voort kunnen gaan in den sleur van vroe ger en zich onder leiding moeten ontwikke len. Hierna draaiden vier films beginnende met de oprichting van de school voor op leiding van landbouwhuishoudkunde- leeraressen en verder brengende kijkjes op en bij verschillende landbouwhuishoudkun- descholen en -cursussen in onderscheiden deelen van het land. instemmen',", antwoordde Leonard. „Luigi heeft hem niet gedood. Net zoo min als die u arme gek van het wrak, zooals ik al zei. Het was de zeeman, die die taak'op zich ge nomen heeft de zeeman, aan wiens pak die kleine gouden knoop ontbreekt, dien ik u heb laten zien, en dat kleine stukje blau we serge". „Goeie hemel, ,wat een doolhof!'' ,riep Root uit en hij zag er een oogenblik totaal verslagen uit. Toen klapte hij de tanden op elkaar en voegde er grimmig aan toe: „En die zeeman kan ook niet veraf zijn. Ik zal moeten aanpakken en meer hulp vragen". „U kunt mii nemen, als u wilt", opperde Leonard. „Dank u natuurlijk kan ik u gebrui ken", antwoordde de ander. „Maar het wordt nachtwerk, weet u". Nu, als het te vroeg is om op te staan, dan is het ook te laat om naar bed te gaan, waarom dus zorg daarover?" lachte Leo nard. „Ik doe in elk geval mee. En mijn heer Truelove zal ook doen, wat hij kan, dat weet ik zeker. Op 't oogenblik bewaakt hij „het kasteel". „Misschien kan hij dat beter blijven doen", fluisterde de inspecteur. „Gebruik uw verstand. Ik geloof, dat het .beter is, dat u naar het hotel teruggaat en eens ziet of alles rustig is. Dan zal ik wel een man naar u toe sturen. Misschien kom ik zelf wel". „Goed", knikte Leonard, opstaand. „Wat hebt u voor plannen?" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5