E
yn Knoop er in!
GOLD STAR SHAG fff]
ZEELUI.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN MAANDAG 23 JANUARI 1939. No. 19.
mt den DAO.
KERK EN SCHOOL.
SCHADUWEN AAN DE KUST.
(Ingez. Med.)
Ja, dat wilde U onthouden: een
versch pakje Gold Star Shag koopen
vóór het oude leeg is. Doe een
knoop in Uw zakdoek of ga liever
metéén naar den winkel voor
GOLD STAR Shag!
MIDDELBURG.
v. 41.
19,
V. 17,
prter,
veek
ot 68
adel
3cha-
adel
val.
pvoer
vo-
kg):
',75
pgge
vten,
110,50
kg)
aend
162;
195;
Istoo-
dis-
azaad
llzaad
lizaad
sche
6.30—
|euw-
ggenh.
>2.25;
odus-
1.80
3.10;
aa
4.00;
Al-
pvro-
staat
|egen
no.
t wij
ijzen
ig is
hem.
N.V.
Mbg.
itan-
)p jes
nca-
enz.
aagd
>urg.
:chts
Zlec-
van
Mid-
Een uiteenzetting van
minister Arita.
De Ver. Staten, Engeland en Frankrijk
hebben een paar indirecte antwoorden ont
vangen op hun nota's, welke ze in boven
staande volgorde, gelijk men weet, te Tokio
hebben laten overhandigen, en waarin ge
protesteerd wordt tegen de gestadig toe
nemende beschadiging, welke Japan hun be
langen in het Verre Oosten toebrengt. Het
Japansche persagentschap „Domei" liet en
kele dagen geleden officieus verluiden, dat
de Japansche regeering afkeering was van
een internationale conferentie, (de Engelsche
nota drong daarop aan), maar wèl bereid,
jxiet de mogendheden te onderhandelen, op
voorwaarde, dat zij het beginsel eener volko
men „bevrijding" der Oostersche volken
aanvaardden. Wat het befaamde Negen-mo-
gendhedenverdrag (dat de feitelijke o.'
schendbaarheid van China garandeerde) je
treft, zou Tokio het oogenblik voor herzie
ning nog niet gekomen achten en zich voor
behouden, daarop later terug te komen! Uit
deze uiteenzetting bleek duidelijk, dat Ja
pan de gelegenheid wil aangrijpen, om tijd
te winnen en speculeert het op oneenigheid
tusschen de drie „nota"-landen, terwijl het
bilaterale onderhandelingen met elk hunner
afzonderlijk (dus buiten China om) na
streeft.
Arita, de Japansche minister van buiten-
landsche zaken, heeft dit standpunt vervol
gens nog eens uitvoerig toegelicht in een
redevoering in het parlement te Tokio. Hij
betoogde, dat „zekere beperkingen en rege
lingen" noodig zijn in gebieden, die van
vitaal belang blijken voor de landsverdedi
ging en de economische onafhankelijkheid,
maar ontkende, dat daarmee de ,deur van
China" wordt gesloten. Er zullen groote
terreinen open blijven, waar buitenlandsche
deelneming uiterst welkom is, zoodat, vol
gens hem, de economische activiteit van
andere mogendheden meer dan ooit gesti
muleerd zal worden.
Arita beriep zich voorts op de „militaire
noodzaak", die helaas rechten en belangen
van vreemdelingen in China wel moet be
nadeelen en betoogde, dat Tsjiang-kai-sjek,
ofschoon nog steeds een oorlog op langen
termijn voorstaand, niet meer dan een „lo
caal régime" vertegenwoordigt. De minis
ter klaagde over wapentoevoer door
Fransch Indo-China en andere gebieden,
stelde vestiging van nieuwe plaatselijke re
geeringen te Hankau en Canton in uitzicht
en hoopte op spoedige reorganisatie van een
nieuw centraal bewind, dat samen met Ja
pan het huidige conflict kan „regelen". Hij
mat den „sinisteren invloed van het bolsje
wisme" breed uit, juichte in dit verband de
uitbreiding der Anti-Komintern-accoorden
tot Mantsjoekwo en Hongarije toe, maar
bleef vrij gematigd ten opzichte van Rus
land, ofschoon aan de affaire bij Tsjang-
koefeng, aan de moeilijkheden op Sachalin
en bij 't sluiten van een nieuw visscherij-
verdrag werd herinnerd.
Als voornaamste oorzaak der huidige in
ternationale onrust zag Arita het streven
naar handhaving van den status quo en in
pogingen, uit egoïstische beweegredenen,
om de ontwikkeling en den vooruitgang van
nieuw opgekomen mogendheden te verstik
ken. Intusschen erkende hij, dat er nog
menschen zijn, die er anders over denken,
maar zij huldigen z.i. verkeerde begrip
pen en moeten dus worden overtuigd van de
rechtvaardigheid der nationale politiek
Dit laatste konden Washington, Londen
en Parijs zich rechtstreeks voor gezegd hou
den. Arita gaf hiermee duidelijk te kennen,
dat de drie protesteerende mogendheden
volgens Japansche opvatting, niets van de
ontwikkeling in het Verre Oosten begrijpen
en, inplaats van nota's te schrijven, beter
kunnen probeeren, zich een juister begrip
te vormen. De verwachting, zeer onlangs
te dezer plaatse uiteengezet, dat Japan zich
bitter weinig van de protestnota's zou aan
trekken, is door Arita's verklaring wel heel
duidelijk bevestigd. Het lijdt geen twijfel,
dat diet officieele antwoord der Japansche
regeering er op, de drie mogendheden weer
met een kluitje in het riet zal sturen.
De heer A. Vrijlandt Jr. afkomstig-van
Biervliet, werd te Utrecht bevorderd tot
arts.
Voor het Tederatie examen Mercurius
diploma Boekhouden slaagde de heer P. K.
Snoep te K a p e 11 e.
Naar het Engelsch van
J. Jefferson Farjeon,
37).
„Kreeg u dat idee toen, of denkt u er nu
pas aan?"
„Ik dacht het dadelijk, maar ik realiseer
het eerst nu."
„Nu dat is voldoende. Welke kleur had
de baard? Denk -denk goed na. Was
het
„Donker bruin? Och, waarom zeg ik
dat?"
„Om een of twee goede redenen, en ik
zou er wat voor geven als ik een van beide
wist.' Was het donkerbruin, of dacht ik dat
het donkerbruin was".
„Mijn hemel!" riep Leonard uit. „Nu
maakt u mij nieuwsgierig, mijnheer Root!
Waarom denkt u dat het donkerbruin
was?"
„Omdat ik een belangrijk spoor gevolgd
heb, mijnheer Sefton", antwoordde de in
specteur, „en u hebt juist het feit bevest* yf
en het werd bewezen in een rapport, dat
me juist een half uur geleden werd over
handigd dat een vreemdeling in gesprek
is gezien met mijnheer Fyne, een half uur
voor diens verdwijning. De vreemdeling
was groot en slank en had een donkerbruine
baard. Nu denk ik, dat u het zich kunt her
inneren, mijnheer Sefton, dat uw man
ra ank was?'"
Leonard trachtte zich te herinneren of
de man inderdaad mank wi. :.ar hij kon
list niet.
PRINS BERNHARD NAM DEEL AAN
JACHTRIT.
Prins Bernhard heeft Zaterdagmiddag
deelgenomen aan een jachtrit, georgani
seerd door de Kon. Ned. Jachtvereeniging,
in samenwerking met de Noord-Holandsche
jachtvereeniging.
Te ongeveer half drie verscheen de Prins,
in gezelschap van Prinses Juliana, aan de
Meet nabij de Hollandsche Rading, vanwaar
de ongeveer vijftig deelnemers vertrokken.
De rit was vrij zwaar en met verschei
dene hindernissen, waaronder eenige breede
slooten, welke voor Prins Bernhard echter
geen moeilijkheden opleverden. Via Rusten-
hove, Nieuwe Wetering, Beukenburg en
Groenekan bereikte het gezelschap na vijf
kwartier de „Kill", gelegen nabij het sta
tion Bilthoven.
Prinses Juliana heeft per auto hier en
daar den rit gadegeslagen "en zich vervol
gens ook naad de „Kill" begeven. Jagermees-
ter was jhr. Schorer, veldmeester jhr. Six.
Aan de „Kill" sprak Prins Bernhard een
woord van dank tot de aanwezigen, voor het
groote genoegen, hem met dezen rit ver
schaft en bracht een hoera uit op den ja-
germeester.
Luit.-kolonel D. A. Camerling Helmolt,
directeur van de rijschool te Amersfoort,
gaf uiting aan aller verheugenis, dat de
Prins de jacht mede had willen maken en
complimenteerde Z.K.H. voor de vlotte wij
ze, waarop Prins Bernhard het parcours
had gevolgd. Na nog zijn vreugde te hebben
uitgesproken over de aanwezigheid van
Prinses Juliana, bracht spr. een hoera uit
op 't prinselijke paar, waamede allen har
telijk instemden."
DE ZOMERPOSTZEGELS.
Ook dit jaar zullen er weer zomerpost-
zegels uitgegeven worden, waarvan de ex
tra-opbrengst besteed zal worden voor cul-
tureele en sociale doeleinden. De eene helft
is bestemd voor cultureel werk, ter tege
moetkoming in den huidigen nood der cul-
tureele werkers. Van de andere,helft komt
50 procent ten goede aan de tuberculose
bestrijding; 30 procent aan het werk van
de A.V.O. (arbeid voor on volwaar digen) en
20 procent aan de kankerbestrijding.
De postzegels zullen verkrijgbaar zijn van
1 Mei tot 1 Juli en zij zulen de beeltenis
dragen van Nicolaas Beets, Mathijs Maris,
Anton Mauve, Peter Stuyvesandt en Gerard
van Swieten.
De frankeerwaarden der postzegels zijn:
1%, 3, 4, 5 en 12% cent, de prijzen met toe
slag 3, 5, 6, 8 en 16 cent.
DE KWESTIE DER
NAAMSVERANDERING.
Een merkwaardige beslissing van
de Rotterdamsche rechtbank.
Er gebeuren wonderlijke dingen in de
wereld. En dat niet alleen in de groote,
maar ook in de kleine wereld van iederen
dag. Indien dit beweren nog bewijs van
noode heeft, dan moge het onderstaande
hiertoe dienen.
In de betreffende vakbladen wordt mel
ding gemaakt van een eenigen tijd geleden
door de arrondissements-rechtbank te Rot
terdam genomen beslissing inzake voor-
naamsverandering. Artikel 68 van ons bur
gerlijk wetboek bepaalt dienaangaande:
Niemand kan van voornaam veranderen of
voornamen bij de zijnen voegen, zonder toe
stemming van de arrondissementsrechtbank
zijner woonplaats, op daartoe gedaan ver
zoek, na verhoor van het openbaar minis
terie, te verleenen.
Een zeker iemand, die destijds den be
slist mooien voornaam Adrianus was toe
gekend, richtte zich tot de arrondissements
,,'t Spijt me", zei hij, „maar hij was niet
mank. „Mijn hersenen kunnen zich niets
van een manke herinneren".
„Goed", grinnikte de inspecteur. „Die
hersenen van u schijnen uitstekend te zijn,
want mijn man was ook niet mank".
HOOFDSTUK XXI.
Op den terugweg.
„Weet u, mijnheer Sefton, ik geloof, dat
we nu een beetje opschieten", merkte in
specteur Root op, nadat er een stilte was
geweest, waarin de hersenen van beide
mannen, druk bezig waren geweest over
nieuw materiaal. „We kunnen nu een beetje
meer opbouwen. Een half uur geleden hoor
de ik, dat er een vreemdeling ernstig met
mijnheer Fyne had gesproken".
„Mag ik vragen hoe u daaraan komt?"
vroeg Leonard.
„Zeker. Dit is een zonderlinge zaak erf
ik moet zeer omzichtig te werk gaan. Ik
heb net als u gevoeld, dat iemand te veel
kon vragen in het hotel. Maar ik heb het
spoor kunnen volgen van al de gasten, die
het hotel verlaten hadden na de verdwij
ning van mijnheer Fyne, in de hoop, dat zij
me iets konden vertellen. Wel, één van hen
heeft me iets verteld. Op weg naar het sta
tion passeerde hij mijnheer Fyne en den
vreemdeling, die aan den kant van den weg
in een boschje in gesprek waren. Hij zei,
dat mijnheer Fyne er zeer verschrikt uit
zag en de vreemdeling sprak zeer opgewon-
dcr:".
..Gf ed werk", zei Leonard prijzend.
„Dat was niet zoo moeilijk", antwoordde
de inspecteur. „Maar welk nut zou de in-
rechtbank te Rotterdam, met het verzoek
daaraan den naam Iddo te mogen toevoegen
Verzoeker kwam hiertoe uit overwegingen
van godsdienstigen aard. Hij was namelijk
gedoopt en belijdend lid eener kerk en volg
de een cursus voor godsdienstonderwijzer.
De naam Adrianus staat niet in den bijbel
en is op grond daarvan niet aan te merken
als een Christelijken naam, hetgeen wel
het geval is met den naam Iddo (II Kronie
ken 12 vers 15 en hoofdstuk 13 vers 22,
benevens Zacharia 1 vers 1), hebbende de
beteekenis van „Mond des Heeren". Verder
voerde verzoeker nog aan, dat hij dezen
naam had gekozen met het oog op den
belijdenistekst, waarmede hij in de kerk
was bevestigd, t.m. Mattheus 10 32 en 33,
luidende: Een iegelijk dan, die Mij belijden
zal voor de menschen, dien zal Ik ooit be
lijden voor Mijnen Vader, Die in de hemelen
is. Maar zoo wie Mij verloochend zal hebben
voor de menschen, dien zal Ik ook verloo
chenen voor Mijnen Vader, Die in de he
melen is.
De rechtbank heeft het verzoek afgewe
zen. Volgens haar is de naam Adrianus, hij
moge dan al evenals vele andere van La-
tijnschen oorsprong zijn (hij beteekent: af
komstig uit het stadje Hadria in het huidige
Italië), in de Christelijke kerk overgeno
men en gedragen door tallooze christenen
van onderscheiden kerkformatie, o.m. door
een zestal Pausen, onder wie de Neder-
landsche Paus Adriaan VI (1522'23). Deze
naam is ook gangbaar in tal van protestant-
sche geslachten. De naam Iddo, voorkomen
de in het Oude Testament, is in de Chris
telijke kerk nimmer overgenomen, zulks
vodr zoover der rechtbank bekend.
Tenslotte gaf de rechtbank nog als haar
meening in dezen te kennen, dat, indien ver
zoeker zich overeenkomstig zijn belijdenis
wil gedragen, hij dit moei doen metterdaad
en daartoe niet deugdelijk is het voeren
van een zeer weinig bekenden naam, waar
van de beteekenis slechts door enkelen
wordt begrepen.
DE DUITSCHE REGEERING VERLENGT
DEVIEZENREGELING MET EEN
MAAND.
Voor de textielarbeiders uit Twente
in het Duitsche grensgebied.
Zooals dezer dagen gemeld, was de devie-
zenregeling ten aanzien van de in Neder
land wonende arbeiders, die in het Duitsche
grensgebied werken, welke regeling 1 Fe
bruari afloopt, niet verleend. In verband
hiermede was op sommige Duitsche fabrie
ken aan de Nederlandsche arbeiders reeds
ontslag aangezegd. In totaal werken pl.m.
1500 textielarbeiders uit Twente in het Duit
sche grensgebied. Op enkele fabrieken was
er reeds op aangedrongen, dat de Neder
landsche arbeiders in Duitschland zouden
gaan wonen, maar de belangstelling hier
voor bleek gering te zijn. Op een der Duit
sche fabrieken ontstonden reeds moeilijk
heden, omdat een gedeelte van het vrouwe
lijk personeel, waaraan in de Twentsche
textielfabrieken een groote behoefte be
staat, in Enschede werk had gevonden.
Thans is bekend geworden, dat, in af
wachting, van een nader te treffen regeling,
de op het oogenblik geldende deviezenrege-
ling door de Duitsche regeering met een
maand, dus tot 1 Maart a.s., is verlengd.
DE ONEERLIJKE GEMEENTE
ONTVANGER VAN TEGELEN HEEFT
ZICH ZELF AANGEGEVEN.
De gemeente-ontvanger van Tegelen, die
Maandag 16 Jan. spoorloos verdween, en
wiens aanhouding bij politie-radiobericht
van Dinsdagavond werd verzocht, heeft zich
Zondagochtend vrijwillig ter beschikking
van den burgemeester van Tegelen gesteld.
Hij heeft dit, zoo verklaarde hij, aanstonds
na de ontdekking van de onregelmatighe
den willen doen, doch uit een gevoel van
schaamte heeft hij zulks niet gedurfd. Met
medeneming van een betrekkelijk klein be
drag is hij toen aan 't zwerven gegaan. Na
eenige dagen in België te hebben rond ge
trokken, heeft hij zijn familie telefonisch
verzocht hem op te halen. Hij heeft een vol
ledige bekentenis afgelegd.
Naar het zich voorloopig laat aanzien,
zal het verduisterde bedrag der vier duizend
gulden niet te boven gaan. Het aangevan
gen accountantsonderzoek zal nog een week
in beslag nemen.
De oorzaak van 's mans handelingen, al
dus deelde de burgemeester mede, zou in
hoofdzaak gezocht moeten worden in de
zware financieele lasten, welke hij gedu
rende vele jaren had te dragen, o.a. door
te duren bouw van een huis en niet in
zijn levenswijze.
formatie gehad hebben zonder uw eigen in
formatie, mijnheer Sefton. Die twee sluiten
als een bus. Niet alleen hebt u den man ge
zien wat misschien nooit gebeurd zou
zijn maar u hebt hem zelfs hier aange
troffen! Wie kan vluchtende schaduwen te
genhouden en voortjagende substanties. Ik
ben er zeker van, dat die wilde kerel van
ons weten zal waar mijnheer Fyne dien
nacht heen ging en waarom of zij gin
gen samen om dezelfde reden. Nu, en als
zij samen gingen, dan behoeven we slechts
de 'hand te leggen op den metgezelvan
mijnheer Fyne, om het heele Zeemeermin
mysterie te kunnen oplossen".
„Denkt u dan, dat hij ook in staat zal
zijn om het mysterie van den vermoorden
man te verklaren?"
„Denkt u dat niet?"
Leonard schudde twijfelachtig zijn hoofd.
„Ik kan het bij het verkeerde eind heb
ben, inspecteur, maar dat geloof ik zeker
niet. Ik geef u nu opnieuw een indruk
zooals ik al deed over de kleur van den
baard maar deze indruk is zeer sterk.
Ik meende, dat die arme dwaas minstens
even verbaasd was, het lichaam aan boord
te vinden als wij waren. En het maakte
hem beslist nog meer in de war".
„Verduiveld nog aan toe, dat is waar",
mopperde Root. „Dit is de meest ingewik
kelde zaak, die ik ooit onderhanden heb ge
had. Je kunt geen draad vinden. Het draait
altijd weer op 't zelfde uit".
„Ike geloof, dat mijnheer Griddle iets
van dien gek afweet", ging Leonard voort,
„want hij vroeg me letterlijk naar alles
over hem ik had alleen dien donkerbru.-
4ÊÊ ÉMÈ
'n Extra tractatie: Gold Star de Luxe 12 ct. MlfMP
(Ingez. Med.)
Feestavond M.H.B.
Zaterdagavond heeft de M.H.B.de ver-
eeniging van leerlingen der Rijks Hoogere
Burgerschool alhier, een feestavond gehou
den in de geheel met belangstellenden ge
vulde St. Joriszaal.
De voorzitster, mej. W. van Opdorp, sprak
een openingswoord en heette allen welkom,
in het bijzonder den directeur en de leera
ren met hun dames en de afgevaardigden
van zustervereenigingen. Zij bracht dank
aan den heer L. A. Schenk, die heel wat
avonden gaf om het tooneelstuk te helpen
instudeeren en aan den heer Van Over
beeke, die daarvoor zoo menigmaal de zaal
beschikbaar stelde.
Spr. deelde nog mede, dat voor de door
de leden vervaardigde raambiljetten de eer
ste prijs is toegekend aan A. Minderhoud
en de tweede aan H. Klarenbeek, terwijl
E. Fernhout den prijs ontving voor het
grootste aantal voor de uitvoering verkoch
te kaarten.
Het was het uit eigen krachten bestaande
strijkje „De Dissonant",, dat met de M.H.
B.-marsch de uitvoering opende en dat zich
ook verder op verdienstelijke wijze heeft
doen hooren. Buiten het programma om
werden de aanwezigen vervolgens onthaald
op accordeonmuziek van freule J. van
Randwijk, die daarbij duidelijk liet uitko
men, dat zij haar groote geoefendheid bij
de padvinderskampvuren heeft verkregen.
Een langdurig applaus was de welver
diende hulde voor het gebodene. Men was
nu toe aan het voornaamste deel van den
avond, de opvoering van het blijspel in drie
bedrijven: „Het Spook van de Vrijburcht".
In de eerste plaats zij Rhetorica, de tooneel-
afdeeling van M.H.B. geluk gewenscht met
de keuze van dit stuk. De jongelui (er wa-
ren vijf dames- en vier heerenrollen), heb
ben zonder uitzondering verdienstelijk ge
nen baard nog niet gerealiseerd. En die ge
schiedenis met Luigi schijnt eveneens op
niets uit te draaien".
„O, daarover moet ik u nog iets vertel
len", interrumpeerde de inspecteur. „U
weet van de fiets, die uit het schuurtje bij
het hotel verdween?"
„Ja".
„Nu, die hebben we gevonden. Ja, ik ben
bang, dat Luigi het zwaar te verantwoor
den zal krijgen vandaag of morgen. Maar
we moeten niet te vroeg toeslaan, anders
zouden we alles kunnen bederven".
„Bent u nog iets wijzer geworden uit de
fiets?" vroeg Leonard nieuwsgierig.
„Och, van weinig beteekenis! Luigi is
een beetje dwaas. Hij liet de fiets in een
vijver vallen, en hij was slim genoeg dat op
de diepste plek te doen. Maar toch hebben
we de fiets opgevischt".
„En wat hebt u gevonden?"
„Dat geen van de remmen werkte en dat
er aan beide geknoeid was. Er zijn ook nog
andere sporen aan het frame, die vruchte-
looze pogingen doen veronderstellen om 't
te verzwakken. Maar niets bepaalds, be
grijpt u
„Maar genoeg om u te overtuigen, dat
Luigi de bedoeling had om zijn voorganger
een ongeluk te ffoen krijgen", veronderstel
de Leonard, „zoodat hij zijn plaats zou kun
nen innemen?"
„U hebt het bij 't rechte eind", knikte-
Root. „Luigi mag blij zijn als hij niet ge
hangen wordt. Ook is het mogelijk, dat hij
nog meer slachtoffers heeft gemaakt".
„Als u den man bedoelt, die aan den voet
van het pac! lag, dan kan ik daarmee niet
speeld en daardoor ieder der aardige tafe
reeltje tot hun recht doen komen.
Er is door de aanwezigen meermalen
smakelijk gelachen en na ieder bedrijf zijn
er op verschillende wijzen bewijzen van
waardeering gegeven.
Dat er veel liefhebberij was voor het
„bal na", spreekt vanzelf.
HET LANDBOUWHITSHOUDONDERWIJS
- In een der zalen van de Eendracht had
Zaterdagmiddag, uitgaande van den Boerin-
nenbond en tot steun der Z.L.M. een druk
bezochte bijeenkomst plaats, waarin een
kijkje werd gegeven op het onderwijs aan
de landbouwhoushoudkundescholen en -cur
sussen, in verband met 't 25-jarig bestaan
van dit onderwijs. Op een tot hem daartoe
gericht verzoek, heeft mr. M. C. van der
Minne, voorzitter van den kring Walcheren
der Z.L.M.een openingswoord gesproken.
Spr. zegt, dat in het huidige tijdsbestek
ontwikkeling ook voor de plattelandsvrou
wen van groote beteekenis is en hij daar
om het streven in het belang van dit onder
wijs ten zeerste toejuicht.
De algemeene secretaris van de Z.L.M.,
ir. J. D. Dorst sprak een inleidend woord
voor de te vertoonen films en wees er op,
dat men destijds eerst begon aan het op
richten van vereenigingen tot verbetering
van de varkens, het vee, de schapen, de
paarden enz. en toen eerst begreep, dat er
ook boeren waren, die opleiding en voor
lichting noodig hebben en tenslotte dat er
ook boerenvrouwen zijn, die niet meer
voort kunnen gaan in den sleur van vroe
ger en zich onder leiding moeten ontwikke
len.
Hierna draaiden vier films beginnende
met de oprichting van de school voor op
leiding van landbouwhuishoudkunde-
leeraressen en verder brengende kijkjes op
en bij verschillende landbouwhuishoudkun-
descholen en -cursussen in onderscheiden
deelen van het land.
instemmen',", antwoordde Leonard. „Luigi
heeft hem niet gedood. Net zoo min als die u
arme gek van het wrak, zooals ik al zei.
Het was de zeeman, die die taak'op zich ge
nomen heeft de zeeman, aan wiens pak
die kleine gouden knoop ontbreekt, dien ik
u heb laten zien, en dat kleine stukje blau
we serge".
„Goeie hemel, ,wat een doolhof!'' ,riep
Root uit en hij zag er een oogenblik totaal
verslagen uit. Toen klapte hij de tanden op
elkaar en voegde er grimmig aan toe: „En
die zeeman kan ook niet veraf zijn. Ik zal
moeten aanpakken en meer hulp vragen".
„U kunt mii nemen, als u wilt", opperde
Leonard.
„Dank u natuurlijk kan ik u gebrui
ken", antwoordde de ander. „Maar het
wordt nachtwerk, weet u".
Nu, als het te vroeg is om op te staan,
dan is het ook te laat om naar bed te gaan,
waarom dus zorg daarover?" lachte Leo
nard. „Ik doe in elk geval mee. En mijn
heer Truelove zal ook doen, wat hij kan,
dat weet ik zeker. Op 't oogenblik bewaakt
hij „het kasteel".
„Misschien kan hij dat beter blijven
doen", fluisterde de inspecteur. „Gebruik
uw verstand. Ik geloof, dat het .beter is, dat
u naar het hotel teruggaat en eens ziet of
alles rustig is. Dan zal ik wel een man naar
u toe sturen. Misschien kom ik zelf wel".
„Goed", knikte Leonard, opstaand. „Wat
hebt u voor plannen?"
(Wordt vervolgd).