SCHEEPJESm
zeeland.
KRONIEK m den DAR.
RECHTSZAKEN.
Voor beter breiwerk
betere wol, dus:
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN VRIJDAG 20 JANUARI 1939. No. 17.
SCHADUWEN AAN DE KUST.
MIDDELBURG.
2UIDBEVELAND.
ZEEUWSCH-VLAANDEREN W.D.
De werkloosheid in de wereld.
Dezer dagen heeft het Internationale Ar
beidsbureau te Genèvè zijn traditioneele
driemaandelijksche overzicht over de werk
loosheid in de wereld weder openbaar ge
maakt. Dit overzicht betreft dus de maan
den October, November en December van
het vorig jaar. Een uittreksel er uit vonden
wij in de N.R.C., aan welk uittreksel wü
hier het een en ander ontleenen.
De cijfers doen zien, dat de economische
bedrijvigheid zich in het laatste kwartaal
van het pas verstreken jaar nog niet geheel
hersteld had van de inzinking, die zij den
vorigen winter en het jongste voorjaar te
ondergaan had. De cijfers zijn voor de mees
te landen dan ook ongunstiger dan die van
een jaar geleden op het dienovereenkom
stige tijdstip, doch anderzijds over het alge
meen weer gunstiger dan gedurende het 3e
kwartaal van 1938.
Het aantal werkloozen was de drie laat
ste maanden grooter dan een jaar geleden
in 14 van de 24 staten, waarover het inter
nationale arbeidsbureau ditmaal gegevens
verstrekt. Een stijging van het aantal werk
loozen moest worden vastgesteld voor
Australië, België, Canada, Chili, Engeland,
Estland, Finland, Frankrijk, Hongarije, Li-
tauen, Noorwegen, de Vereenigde Staten,
Zweden en Zwitserland.
De landen, waar de werkloosheid in het
laatste kwartaal van 193S minder ernstig
was dan op hetzelfde tijdstip van 1937, zijn
Dantzig, Denemarken, Duitschland, Ierland,
Japan, Nederland, Nieuw-Zeeland, Po
len, Roemenië en Tsjechoslovakije, waarbij
echter volledigheidshalve op te merken is,
dat voor dit laatste land uit begrijpelijke
gronden Augustus als tijdstip van verge
lijking moest genomen worden.
In de 24 landen -tezamen bedroeg het aan
tal werkloozen schattingsgewijze in het laat
ste kwartaal 1938 ruim 1314 millioen, tegen
over 10.738.000 op het dienovereenkomstige
tijdstip van 1937. Het aantal werkloozen is
dus in het tijdvak van October 1937 tot
October 1938 met ongeveer 2% millioen ge
stegen .Bij het beschouwen van dit hooge
cijfer bedenke men echter, dat de driemaan
delijksche werkloosheidsstatistiek, die begin
October door het Internationale arbeidsbu
reau werd openbaar gemaakt, leerde, dat
het aantal werkloozen in het tijdvak van
Juli 1937 tot Juli 1938 met bijna 4 millioen
was toegenomen.
Dat wij dus thans weder in een herstel
periode leven, blijkt echter ook uit een ver
gelijking van het aantal werkloozen in de
landen, waaromtrent het Internationale Ar
beidsbureau cijfers te zijner beschikking
heeft, in October en in Juli 1938. Het aan
tal werkloozen, dat volgens de op 1 October
beschikbare en grootendeels op Juli 1938
betrekking hebbende cijfers toen 15.200.000
bedroeg, is volgens de thans beschikbare
cijfers van drie maanden later, die grooten
deels October 1938 betroffen, tot 13.268.000,
dus met bijna 2 millioen, verminderd.
Beziet men de werkloosheidscijfers dezer
24 staten afzonderlijk, dan bemerkt men,
dat de toeneming van de werkloosheid in|
het tijdvak October 1937October 1938 ver
reweg het sterkst is geweest in de Ver
eenigde Staten, waar deze van 6(4 millioen
in October 1937 tot ruim 9 millioen in Oc
tober 1938 gestegen is.
Groote veranderingen deden zich even
eens voor in Engeland, waar de werkloos
heid toenam van 1% millioen tot 1.880.000,
en in Duitschland, waar zij daarentegen
van 750.000 tot 288.000 verminderde.
Zooals ieder kwartaal, heeft het Inter
nationale arbeidsbureau ook thans weder,
naast de cijfers over het aantal werkloo
zen, gegevens openbaar gemaakt over de
verhouding van het aantal werkhebbenden
in de verschillende landen tot het aantal
werkhebbenden in het jaar 1929. Deze ge
gevens hebben betrekking op 22 staten, die
geenszins dezelfde zijn als die, waarop de
werkloosheidscijfers betrekking hebben. Zoo
vindt men gegevens over het aantal werk
hebbenden in Italië, Letland, Luxemburg,
Zuid-Afrika en Zuid-Slavië, terwijl daaren
tegen de mededeelingen over Chili, Dantzig,
Denemarken, Ierland, Litauen, Nieuw-Zee
land en Roemenië hier ontbreken. Voor me
nig land hebben de vergelijkingscijfers tus-
schen den toestand in 1938 en dien in 1937
nog slechts betrekking op September of
zelfs eerst Augustus.
In de meeste dezer 22 staten was het aan
tal werkhebbenden iets toegenomen. Ver
minderd was het daarentegen in de vol
gende 9 landen: België, Canada, Engeland,
Estland, Finland, Luxemburg, de Vereenig
de Staten, Zweden en Zwitserland.
Ten aanzien van enkele landen doet zich
Naar het Engelsch van
J. Jefferson Farjeon.
35.
„Een baard", mompelde mijnheer Griddle
„Een baard". Hij wachtte even. „Wat vooi
een baard? Hebt u de kleur kunnen zien?"
„Ik kon niet anders opmerken, dan wat
ik u verteld heb," antwoordde Leonard,
terwijl hij den ouden heer nog steeds gade
sloeg.
„Nu, dat is dan het slot", riep mijnheer
Griddle plotseling uit. „Wel te rusten. Tot
het ontbijt dus tenzij ik mij verslaap".
„Of dat wij het doen", gaf Leonard te
rug, en de oude heer ging lachend zijn ka
mer binnen.
Napoleon keek vragend naar Leonard.
„Heb je me heusch noodig?" vroeg hij
zachtjes.
Leonard knikte, opende zijn slaapkamer
deur en duwde zijn helper in den nood naar
binnen.
„Vannacht zul je niet kunnen slapen,
ouwe jongen", fluisterde hij, terwijl hij hem
naar dien kant van de kamer leidde, die
het verst van mijnheer Griddle's kamer ver
wijderd was. „En ik ook niet".
„Wat heerlijk", antwoordde 'Napoleon.
„Wat gaan we doen?"
„Ik ga naar de politie en jij zult hier in
deze kamer moeten blijven, met de deur
dicht en je ooren wijd open. Je zult dienst
doen als nachtwaker totdat ik terug kom".
hier de schijnbare tegenstrijdigheid voor,
dat zoowel het aantal werkloozen als het
aantal werkhebbenden is toegenomen. Dit
moet, zooals het Internationale arbeidsbu
reau van oordeel is, hieraan worden toe
geschreven, dat het aantal werkzoekenden,
vooral door de vermeerdering van het aan
tal jeugdige arbeidskrachten, in zoodanige
mate is toegenomen, dat ondanks een ver
meerdering van het aantal werkhebbenden
toch ook nog het aantal werkloozen ver
groot is. Dit is het geval in Australië,
Frankrijk, Hongarije en Noorwegen.
Het aantal werkhebbenden was in de
maanden van 1938, waarop deze statistieken
betrekking hebben, grooter dan in dezelfde
maand van 1929: in Estland (145,8 tegen
over 100 in 1929), Japan (142,9), Zuid-Afri
ka (137,6), Zuid-Slavië (125,1), Letland
(124,7), Australië (124,4), Zweden (119,3),
Duitschland 115), Hongarije (114,5), Italië
(113,5, Engeland (111,5), Noorwegen (111),
Finland (107,7) en Polen (104,6).
Daarentegen was het aantal werkhebben
den nog beneden het peil van 1929 gebleven
in Tsjechoslovakije (97,6), Canada (96,1),
België (85,6), de Vereenigde Staten (84,4),
Nederland (83,1), Frankrijk (81,6),
Zwitserland (78,6), en ten slotte Luxemburg
(76,5).
Amerika, dat bij de vorige driemaande
lijksche opgave geheel onderdaan stond met
een aantal werkhebbenden, dat slechts 73
pet. van het aantal in 1929 uitmaakte, heeft
zich in drie maanden tijds dus reeds aardig
naar boven gewerkt.
Van de 9 staten, die reeds sinds enkele
jaren de minderheid vormen met een lager
aantal werkhebbenden dan in 1929, heeft
zich eindeljjk Polen thans weten los te ma
ken. Voor het eerst sinds langen tijd heeft
Polen, wat het aantal werkhebbenden be
treft, het peil van 1929 weder overschre
den.
GEWESTELIJKE
LANDSTORMCOMMISSIE.
Jaarverslag 1938.
Aan het jaarverslag over 1938 der ge
westelijke landstormcommissie „Zeeland"
ontleenen we het volgende:
In het begin van het jaar deed de Com
missaris der Koningin jhr. mr. J. W. Quar-
les van Ufford den Zeeuwschen Landstorm
de buitengewoon groote eer aan het eere
voorzitterschap der Gewestelijke Land
stormcommissie te aanvaarden.
De Commissie is thans als volgt samenge
steld:
jhr. mr. J. W. Quarles van Ufford, eere-
Voorzitter, Middelburg; H. Bierman, voor
zitter, Middelburg, jhr. mr. J. Schuurbeque-
Boeije, vice-voorzitter, Zieriksee, J. G. Eck-
hardt, secretaris, Goes, P. Wisse, penning
meester, Sint-Laurens; J. H. W. Bruins,
Commandant van het Korps, Bergen op
Zoom, mr. P. H. W. F. Teilegen, lid, Ter-
neuzen, B. A. Th. M. Truffino, lid, Hulst,
J. M. Slegt, lid, Goes. J. Padmos, lid, Dui-
vendijke, W. Moelker, lid, Tolen, mr.
J. J. Heijse, lid, Middelburg, jhr. P. J. Boo-
gaert, lid, Middelburg. J. L. Buissing, lid,
Vlissingen. Adr. van der Have, lid Kapelle.
L. J. Geelhoedt, lid, Terneuzen. P. J. Rops,
lid, Hulst. J. Mijs, lid, Oostburg. J. E. van
den Broek, lid, Zieriksee. J. C. Persant
Snoep, distr. commandant motordienst afd.
Zeeland, Kapelle.
In den loop van het jaar 1938 werden 163
vrijwilligers geworven terwijl vier of
ficieren als lid toetraden. De sterkte van
den eersten ban bedraagt thans 2865, die
van den tweeden ban 493.
Het aantal aangesloten officieren be
draagt thans 67.
Dit aantal bleef gelijk. Ondanks het toe
treden van vier officieren ging de sterkte
niet vooruit, omdat een aantal officieren
zich metterwoon buiten Zeeland vestigde,
en alzoo overgeschreven werden naar een
ander korps. Tegen overschrijvingen uit
een ander verband stonden ook weer over
schrijvingen naar een ander korps, zoodat
ook dit geen aanwas tengevolge had. Twee
officieren overleden: kap. L. T. B. Brand
en It. L. Peute.
Hoewel 163 vrijwilligers werden gewor
ven vermeerderde het aantal vrijwilligers
toch maar met 56.
Dit is te wijten aan de volgende feiten:
a. Er werd aan veel meer vrijwilligers
dan verleden jaar eervol ontslag verleend
wegens het bereiken van den vastgestelden
leeftijd.
b. Vele jonge vrijwilligers gingen een vrij
willige verbintenis aan, hetzij bij de Ko
loniale reserve, bij de Marine, hetzij als ca-
„Uitstekend alles wat je wilt", zei Na
poleon. „Maar luister eens, sluiten nacht
wakers zich werkelijk op in hun kamer?"
„Neen, maar jij wel, omdat mijnheer
Griddle nieuwsgierig zou kunnen worden,
als je het niet deed, en het is jouw taak om
mijnheer Griddle te laten denken dat jij
„mijn persoon" bent. Als hij klopt, snurk
dan. Maar als je hem dan niet naar zijn
kamer hoort teruggaan, zul je hem moe
ten volgen".
„Ik snap het", knipoogde Napoleon. „Ik
zit hier om te luisteren naar sluipende ge
luiden en naar noodkreten. Weet je zeker,
dat je mij niet naar de politie wilt laten
gaan en dat je zelf hier blijft om nachtwa
ker te spelen?"
„Dat weet ik zeker", lachte Leonard.
„Wees er niet boos om. Er schijnt niets te
zullen gebeuren, maar iemand moet de
wacht houden in geval er iets mocht ge
beuren en die iemand ben jij!"
Vijf minuten later stond Napoleon op,
ging naar de deur en opende die.
„Slaap wel, kerel", zei hij luid. ..Ik kan
je sigaretten niet erg bewonderen, maar dat
doet er niet toe, toch wel bedankt. Droom
lekker".
„Insgelijks. Slaap wel", antwoordde Leo
nard.
Toen sloop Napoleon weer de kamer in
en Leonard ging er uit, terwijl zijn voet
stappen door de gang klonken toen Napo-
lieon de sleutel omdraaide en zichzelf op
sloot.
W
pitulant of bij Militaire Politie en Maio
chaussee.
c. Het gewone verschijnsel voor Zeeland;
er is geen toewas van bevolking, wat ook
eenigszins bij de werving valt op te mer
ken. Vele jonge menschen verlaten Zee
land.
d. Door een scherpe controle, door het re-
organiseeren van enkele afdeelingen, die
slechts nog maar op papier aanwezig wa
ren, bleek, dat tal van landstormers, die
nog geregistreerd stonden, vertrokken wa
ren naar andere provincies of naar het bui
tenland, of zelfs heelemaal niet meer be
stonden. (Van een dezer afdeelingen „het
zijn gelukkig hooge uitzonderingen" was dit
aantal zelfs 14). Thans is de registratie zui
ver, en kloppen de getallen met de werke
lijkheid.
e. De lichting, die anders om dezen tijd
reeds thuis is, komt eerst in Febr. a.s. met
groot-verlof, door den verlengden dienst
tijd, terwijl de werving onder de lichting,
die in October thuis is gekomen, voor zoo
ver niet reeds in de militaire tehuizen is
geschied, eerst in dit seizoen plaats heeft.
Het gewest telt thans 111 afdeelingen.
Er kwamen geen nieuwe afdeelingen in
het afgeloopen jaar bij.
Sterbtecijfers der laatste jaren.
1 Jan. 1933 2984 landstormers. 1 Jan. 1934
2919 landstormers. 1 Jan. 1935 3150 land
stormers. 1 Jan. 1936 3161 landstormers. 1
Jan. 1937 3184 landstormers. 1 Jan. 1938
3302 landstormers. 1 Jan. 1939 3358 land
stormers zonder de leden van motordienst
en vaartuigendienst. Met deze mede zou dit
getal nog met een ongeveer 700 landstor
mers vermeerderd worden.
Er zijn 21 gewestelijke commissieleden, 97
plaatselijke leiders, 363 plaatselijke com
missie leden. Totaal dus 481 leden.
Werkkamp voor jeugdige werkloozen.
Het Prov. Comité in Zeeland van de
Centrale voor werkloozenzorg deed aan de
plaatselijke comité's een circulaire toeko
men, waarin medegedeeld werd, dat het
nieuwe werkkamp te Chaam 6 Februari
zal aanvangen. Aan dit kamp mogen die
jeugdige werkloozen deelnemen welke 16
jaren zijn en den leeftijd van 25 jaar nog
niet hebben bereikt. In verband met de
nieuwe regeling van het Departement van
Sociale zaken mag iedere deelnemer maar
een kamp mede maken in één kalenderjaar.
Het kamp zal 9 weken duren. De deelne
mers ontvangen een vergoeding van 1.75
per week.
Aanmelding voor deelname moet voor 28
Januari geschieden bij den secretaris van
het Prov. Comité, den heer J. Lorier te
Middelburg.
Wijziging benoemingsbesluit.
In de vergadering van den Raad van 14
December is de heer J. H. Buising benoemd
tot leeraar in vasten dienst in vaktheorie
en -teekenen aan zetters aan de Avond
school voor N.O..
Naar aanleiding van een opmerking van
den Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen stellen B. en W. voor na
der te bepalen, dat de heer Buising be
noemd is tot leeraar in vasten dienst in de
vaktheorie en tot tijdelijk leeraar in het
vakteekenen voor den cursus 1 October
1938—lOctober 1939.
Eervol ontslag.
B. en W. stellen den Raad voor eerval
ontslag te verleenen overeenkomstig diens
verzoek aan ir. J. P. Corver als tijdelijk
leeraar in natuurkunde en werktuigkunde
aan de Avondschool voor N.O. met ingang
van 1 Februari.
Ofschoon hunne bezwaren tegen een der
gelijk overhaast vertrek van een leerkracht
niet gering zijn, gelet op de moeilijkheden
en de stoornis voor het onderwijs als zooda
nig, zoo willen zij toch ten slotte een mooie
promotie van betrokkene in zijn hoofdbe
trekking niet in den weg staan, te meer,
waar ook de Koninklijke Maatschappij „de
Schelde" te Vlissingen daaraan hare on
misbare medewerking heeft verleend.
Leeraar Gymnasium.
Ter definitieve voorziening in de vacatu
redr. H. A. W. van der Vecht als leeraar
in Nederlandsch en geschiedenis aan het
Gymnasium beveelt het College van
Curatoren niet alphabetisch aan:
1. dr. E. Cohen, conrector van het Gym
nasium en leeraar aan de R.H.B.S. te Go-
rinchem en 2. M. J. F. Robijns, thans tijde
lijk in de vacature werkzaam en wonende
alhier. De benoeming willen B. en W. doen
ingaan op 1 September a.s., als eerstge
noemde benoemd wordt en 1 Maart als op
den tweede de keuze valt.
HOOFDSTUK XX.
Entree van mijnheer Root.
Detectieve-inspecteur Root had een goed
inzicht in eigen capaciteiten. „Wat heeft
het voor zin anderen op te werken, tenzij
je jezelf ook kunt opwerxen?" vroeg hij.
Hij weigerde te gelooven, dat hij de be
kwaamheid bezat om eenmaal „de groote
speurder" van Scotland Yard te worden,
terwijl hij ook weigerde de vele goede deug
den, die hij bezat, te miskennen. Hij was bij
voorbeeld een speurder en hij wist dat hij
dat was. Een paar van zijn ergste fouten
had hij gemaakt, omdat hij te ernstig ge
speurd had. Hij was ook origineel. Dat was
meer dan eens de oorzaak geweest van zijn
falen want hoe we ook mogen denken
over de ouderwetsche methoden van de
politie, gewoonlijk zijn zij de besten op den
langen duur, en de origineele detective
moet geïnspireerd worden om betere resul
taten te verkrijgen dan degenen die zich
hielden aan de oude officieele methode.
Root was geen genie. Toch klampte hfi
zich vast aan originaliteit. Terwijl hij een
speurder, een strever was, streefde hij er
naar het genie te worden, dat er eens de
oorzaak van zou zijn dat zijn originaliteit
goede vruchten zou dragen.
Maar zijn grootste deugd was volharding.
Hij trok bij alles zijn jas uit en werkte ge
lijk een slaaf. Geen van zijn gebreken kon
ooit toegeschreven worden aan gebrek aan
inspanning.
Zoo gebeurde het, dat, toen Leonard Sef-
ton na een wandeling van vijf kilometer,
HANSWEERD. De lading stukgoed van
het gisteren gemelde motorschip „Wilcor"
is overgeslagen in het motorschip „Ver
andering" dat inmiddels met de lading naar
Antwerpen is vertrokken. De „Wilcor"
wordt met een noodreparatie gedicht en
naar Rotterdam gebracht alwaar men de
schade zal repareeren.
HEINKENSZAND. Op de Donderdag al
hier gehouden vergadering van de geiten-
fokvereeniging waren van de 90 leden 21
aanwezig. Naar de jaarvergadering van de
Provinciale vereeniging werden aangewe
zen de heeren M. Hannewijk en J. Geijs.
Uit het verslag van den penningmeester
bleek dat de inkomsten hadden bedragen
67, de uitgaven 53, goed slot 14. Door
de heeren De Jonge qn Van de Reepe werd
verslag uitgebracht resp. van de vergade
ring der Provinciale vereeniging en van
den kring Goes. Als bokkenhoudster werd
weder benoemd mej. de Wed. L. Traas. In
1939 hoopt de vereeniging weer een geiten
keuring te houden.
Woensdagavond vergaderde het mus-
schengilde alhier. Aanwezig waren 24 leden.
In totaal waren ingeleverd 8009 musschen,
waarvan 2093 door- den heer J. Wirtz, wien
daarvoor een premie van 9 werd uitbe
taald. Aan hen, die vervolgens de hoogste
aantallen hadden ingeleverd, werden 7 pre-
miën uitbetaald. De inkomsten over '38 had
den bedragen 84, de uitgaven 74, goed
slot 10. De aftredende bestuursleden wer
den herkozen. De vergadering werd beslo
ten met een gezellig samenzijn.
NISSE. Woensdagavond j.l. werd door de
pl. afdeeling van het Groene Kruis alhier
in de openbare school een filmavond gege
ven. De belangstelling was zeer groot. De
film had betrekking op den werkkring en
de werkzaamheden die door de verpleeg
sters, verbonden aan het Groene Kruis, in
ons land werden verricht. In stilte werd al
les met aandacht op het doek gevolgd. Al
len keerden zeer voldaan huiswaarts.
GROEDE. Op 18 Januari werd alhier een
vergadering gehouden van den B.V.L. De
opkomst was zeer groot. De voorzitter bur
gemeester Wagtho zeide, dat hij jaren
reeds de vergaderingen van den B.V.L. te
Groede heeft geleid, maar dat het nog nooit
zoo druk geweest was als dezen avond. Hij
sprak de hoop uit, dat dit zoo zal blijven.
Besloten werd, om een vaandel aan te
schaffen. Reeds is een ontwerp gemaakt,
doch dit zal eenige wijzigingen behoeven. In
plaats van twee leeuwen zonder meer, zal
het. vaandel het wapen van Groede bevat
ten, terwijl de figuur van den landstormer
er ook in zal worden opgenomen. Te? ver
krijging van de noodige gelden zullen ren-
telooze aandeeltjes van 2.50 worden uit
gegeven. Telken jare zal de afdeeling er en
kele van uitlooten naar rato van het batig
saldo in de plaatselijke kas.
De heer Eckhardt uit Goes hield daarna
een lezing met lichtbeelden. Hij wekte de
aanwezigen op tot trouw aan den B.V.L.
I)r. Jongsma vertoonde nog een film over
de feestelijkheden van September van het-
vorige jaar, waarna de voorzitter dezen
mooien avond sloot.
SCHOONDIJKE. Op het groote nationale
solistenconcours, uitgeschreven door de
harmonie „Opwaarts" te Tilburg en gehou
den op 14 en 15 Januari j.l., behaalde onze
dorpsgenoot de heer Jan de Zwart Wz in
de superieuren afdeeling op B-clarinet met
„Brillantes Variations sur le Carnaval de
Venise" van Paul Jeanjean een eersten prijs
(96 p.), met lof der jury.
WATERLAND KERKJE. Woensdagavond
hield de varkensassurantie Eendracht
maakt Macht haar algemeene vergadering
in het lokaal van Z. Versprille. Uit de re
kening en verantwoording van den pen
ningmeester bleek, dat in 1938 was ont
vangen 159, uitgegeven 200, nadeelig
slot van 41. Het kasgeld bedroeg 67,
waarvan het nadeelig slot werd bij betaald.
Ondanks het nadeelig slot, kan de ver
eeniging op een goed jaar terugzien, ge
zien hét spaarbankboekje, groot 1436
De vereeniging telt 75 leden, 43 waren
aanwezig, 37 varkens werden aangegeven.
Het -uit te betalen bedrag per kilo aan
gestorven varkens bedraagt voor het eer
ste halfjaar 1939 50 cent per kg. De af
tredende bestuursleden F. van de Berge en
C. Z. Vérheijë werden by acclamatie her
kozen. Aan de Aeer Yntema, veearts te
Oostburg was in 1938 51 uitbetaald voor
het inenten van varkens tegen de vlek
ziekte.
aan de deur klopte van de kleine politie
post te Craverley, hij niet alleen inspecteur
Root thuis vond, maar dat hij ook onmid
dellijk diens belangstelling wist op te wek
ken. Om er rond voor uit te komen, de in
specteur was juist bezig met, wat hij be
schreef als het „Zeemeermin-mysterie",
toen zijn bezoeker kwam.
„Is er iets nieuws te vertellen over die
verdwijning van mijnheer Fyne?" riep hij
uit, toen Leonard in het kort het doel van
zijn komst had uitgelegd. „Nu ik heb alle
tijd voor u beschikbaar. Dat is het werk
waar ik van houd".
„U bent er zelf nog niet erg mee opge
schoten, is 't wel?" vroeg Leonard.
„Dat schikt nog al. Ik kan op 't oogen-
blik spreken of niet. Maar ik geef nooit
mijn vertrouwen aan iemand, tenzij ik weet
wat hij waard is, en dat doe ik zeker niet
binnen een minuut".
Leonard lachte, en vond dat, hij zelf veel
met dezen man gemeen had.
„Uitstekend, ik zal eerst vertellen",
zei hij, terwijl hij ging zitten in den stoel,
dien de inspecteur hem aanweesen ik
hoop, dat ik het waard zal zijn, om daarna
nog het een en ander met u te bespreken.
Ik heb eenige aardige dingen om uit te wis
selen", voegde hij er aan toe.
„Neen, te vertellen, niet uit te wisselen",
corrigeerde Root. „Ik werk op vrijwillige
grondslag. In dit Zeemeermin-geval help ik
die ongelukkige juffrouw Fyne, die de lei
ding van 't hotel heeft en als u 't zelfde
doel beoogt, wel, dan kunnen we samen-
WED. D. S. VAN SCHUPPEN - VEENENDAAt
"cfo töoUpocialLtfim
(Ingez. Med.)
Met vuur werken op daken.
Nadat in Augustus 1937 de rechtbank te
Rotterdam in hooger beroep een loodgieter
had vrijgesproken, die met een voor dit
doel gemaakt petroleumtoestel, met be
hoorlijke afscherming, op een dak werk
zaamheden had verricht, is te Middelburg
in November jl. tegen een loodgietersknecht
proces-verbaal opgemaakt, toen deze op 'n
dak van een woning aan het Noordbolwerk
werkzaamheden verrichtte, waarbij hij zulk
een toestel gebruikte.
Deze zaak werd nu voor den kantonrech
ter te Middelburg behandeld, waarbij het
O.M. verschillende deskundigen had gedag
vaard.
De ambtenaar van het O.M., mr. B. J.
Besier, achtte het gepleegde feit strafbaar
en eischte tegen den loodgieter, die order
tot. deze wijze van werken had gegeven een
boete van 10 of 10 dagen hechtenis. De
verdediger, mr. E. A. Kan, uit Den Haag,
pleitte vrijspraak.
De kantonrechter mr. J. Moolenburgh
zal schriftelijk vonnis wijzen.
DE OPLICHTING VAN EEN OUDE DAME
TE GINNEKEN.
Beide verdachten staan terecht.
Gisteren is door de rechtbank te Breda
behandeld de geruchtmakende zaak van
een tweetal geraffineerde oplichters, die
kans hebben gezien de bejaarde mej. J. P.
C. Kessler te Ginneken, een groot bedrag
aan geld afhandig te maken.
De eerste berichten maakten melding van
een bedrag van honderd tachtigduizend
gulden, dat op allerlei slinksche manieren
zou zijn verkregen.
De beide oplichters, C. H. F. A. Dreyer,
van beroep mijnbouwkundige en zijn zoon,
C. H. Dreyer, koopman, resp. wonende te
Amsterdam en te Haarlem, werden eigen
lijk ontmaskerd doordat een gezelschaps
dame van mej. Kessler, die argwaan begon
te krijgen, door de herhaalde bezoeken van
den jongsten verdachte, den neef van de
oude dame, mr. H. Kessler te Den Haag
inlichtte, waarna deze de zaak aan het rol
len bracht. De rijksrecherche greep in,
waarop de beide oplichters gearresteerd
werden.
De rijksrecherche heeft ten huize van
een der verdachten belangrijke geldsommen
in beslag genomen, welke thans onder be
rusting van de justitie zijn.
Aan de verdachten werd ten laste ge
legd, dat zij op verschillende tijdstippen in
de periode van 20 November 1937 tot 1
Augustus 1938 mej. Kessler hebben bewo
gen tot afgifte van verschillende aanzien
lijke geldswaardige bedragen door bij 'n be
zoek aan de dame te hebben doen voorko
men, dat C. H. F. A. D. mijningenieur of
mijnkundige was. Hij zou reeds in vele stre
ken der aarde met mijnen in contact heb
ben gestaan. Het zou mogelijk zijn uit een
bepaalde mijn, welke zou zijn gelegen in
Afrika en wel in de omgeving van Rabat
een plaats op eenigen afstand van Caïro
gelegen ijzer te halen in verband met
de groote vraag naar ijzer in Spanje. Er
zou veel geld zijn te verdienen met vervoer
van ijzer, dat van Afrika uit zooveel moge
lijk langs de kust van Spanje zou worden
binnengesmokkeld. Bij Rabat wist hij nog
wel een stuk mijn te liggen, waarin zich
nog overvloedig ijzer bevond.
Bij een ander bezoek werd de dame een
kaart getoond, waarop de bewuste mijn
zou zijn afgebeeld.
Verd. hebben mej. Kessler bewogen tot
afgifte van aanzienlijke geldswaardige be
dragen.
Voorts had verd. de dame medegedeeld,
dat hij voortdurend op en neer naar de mijn
ging en daarmede in contact bleef, dat zijn
vader daar werkte en hij het ijzer bij de af
nemers plaatste, dat de vervoerkosten nog
al opliepen en tegenvielen en dientenge
volge weer meer geld noodig was.
Bovendien had hij het doen voorkomen,
dat zijn ouders, na een tijd van scheiding,
weder bij elkaar waren gekomen. De fami-
werken en dan hoeven we ook geen over
eenkomst te sluiten. En nu, vertel!"
„Goed, Hier komt het eerste schot. Weet
u, dat er vanmiddag een man, die vermoord
was, aan den voet van het pad bij Craver
ley Point is gevonden?"
Root keek zijn bezoeker strak aan, vond
dat hij betrouwbaar was en terwijl hij zijn
groote handen op zijn lessnaar vouwde,
boog hij zich naar voren.
„Dat is belangwekkend", zei hij. „Ga ver
der. Neen, ik wist het niet."
„Hij heeft daar ongeveer tien minuten
gelegen. De eenige, die hem gezien heeft,
was de schoenenjongen uit het hotel. Toen
ik met hem mee ging om te gaan kijken,
was het lichaam verdwenen".
„Werkelijk? Nu, dat wordt nog interes
santer!" riep Root uit, terwijl hij rechtop
ging zitten. „Ik wist niet, dat de ontbinding
iemand zoo snel tot stof deed inkrimpen!"
„Nu ligt het lichaam op het wrak
„Pardon, wat zegt u?" onderbrak de in
specteur met wijd open oogen van verba
zingIk hoop, dat ik niet in u zal wor
den teleurgesteld".
„Ik vertel u slechts eenvoudige feiten".
„Dan zal ik mijn best doen u te gelooven.
Wanneer werd het lichaam gevonden? En
waarom werd het niet noodig geoordeeld
de politie te waarschuwen?"
Leonard verklaarde zijn redenen, zich af
vragend hoe de inspecteur zijn uitleggingen
zou opnemen. Tot zijn verlichting nam de
inspecteur het nogal goed op.
(Wordt vervolgd).