KRONIEK van den DAG.
DINNENLAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 17 JANUARI 1939. No. 14.
Spiegelgevecht.
OOSTKAPELLE
SCHADUWEN AAN DE KUST.
DE ACTIE TEGEN HET NATIONALE
DAGBLAD.
MIDDELBURG.
GOES. .jbiil:
De Engelsche regeering heeft, zooals gis
teren gemeld werd, te Tokio een nota laten
overhandigen, waarin op vrij hoogen toon
geprotesteerd wordt tegen de beschadiging
door Japan van Engeland's belangen in het
Verre Oosten. De Engelsche regeering denkt
er niet aan, zich bij de „nieuwe orde", welke
de Japanners, naar ze onlangs officieel heb
ben verklaard, in China aan het vestigen
z\jn, neer te leggen.
Een soortgelijke nota werd een paar we
ken geleden door de Amerikaansche regee
ring aan den Japanschen minister van bui-
tenlandsche zaken ter hand gesteld en men
verwacht, dat vandaag of morgen de Fran-
sche met nummer drie in het diplomatieke
strijdperk zal treden.
Het ziet er echter allerminst naar uit,
dat de schermutselingen in dit strijdperk
de beteekenis van een spiegelgevecht te bo
ven zullen gaan. De toon der nota's mag
betrekkelijk scherp zijn, Engeland, de Ver.
Staten en Frankijk zijn voorloopig niet van
plan, om Japan met doeltreffender mate
riaal hun ontstemming aan den lijve te doen
voelen. Daarvoor is de tijd niet rijp; anders
gezegd: het risico van een oorlog is hun
nog steeds te machtig. Men heeft den laat-
sten tijd weliswaar een paar maal uit Lon
den geruchten kunnen vernemen over de
mogelijkheid van een economisch boycot te
gen het land van de Rijzende Zon, doch ook
daar zijn we vermoedelijk nog lang niet aan
toe. Japan zou een dergelijk boycot o.a. kun
nen beantwoorden met een vernietiging van
Hongkong, Engeland's belangrijkste neder
zetting in China. De Engelsche regeering
is veel te bang voor dit soort van Japan-
sche wraakmaatregelen, dan dat zij anders
dan met groote behoedzaamheid haar poli
tiek ten aanzien van het Verre Oosten zou
bedrijven. Veel meer dan papieren protes
ten, desnoods een beetje scherp gesteld,
hoeft men vooralsnog uit Londen niet te
verwachten. En Frankrijk en de Ver. Sta
ten, wier belangen in het Verre Oosten
veel minder groot zijn dan de Engelsche,
zullen zich zonder twijfel naar deze behoed
zame politiek van John Buil richten.
Wat voor zin protesteerende nota's als
thans te Tokio overhandigd, dan hebben?
Een symbolischen zin, zou men kunnen ant
woorden. De wijze, waarop Japan de Wes-
tersche belangen daar in China met voeten
treedt, mag diplomatiek niet zonder reactie
blijven. Engeland, de Ver. Staten en Frank
rijk moeten wel iets doen, al is dat dan
maar pro forma, en al weet men bij voor
baat te Londen, Washington en Parijs, dat
het antwoord uit Tokio volkomen onbe
vredigend zal luiden.
Waar men zich in de drie hoofdsteden in
werkelijkheid aan vastklampt, is de hoop,
de hoop, dat Japan zich zal ruïneeren met het
Chineesche avontuur, of dat er in Euro
pa eenmaal een politieken toestand zal ont
staan, welke Engeland de handen vrij
geeft voor een afrekening in het Verre Oos
ten; algemeener: een zoodanige ontwikke
ling, dat het land van de Rijzende Zon zelf
het slachtoffer zal worden van de geesten,
die het opriep. Het is natuurlijk allerminst
zeker, dat deze gemeenschappelijke hoop in
vervulling zal gaan, maar kinderachtig mag
men haar niet noemen. Daargelaten, dat
het va banque zou zijn, in het bijzonder
voor Engeland, om een oorlog in het Verre
Oosten te riskeeren en daarmede Duitsch-
land en Italië in Europa zoo ongeveer vrij
spel te geven, schijnt de tijd wel degelijk in
het voordeel der Westersche mogendheden
te werken. Japan verbruikt zooveel na
tionaal vermogen in den oorlog op Chinee-
schen bodem, dat de kans op een uitputting
allesbehalve gering kan heeten. Verschijn
selen, die daarop duiden, doemen reeds ge
durende eenige maanden in gestadig sneller
tempo op. Als de Chineesche regeering van
Tsjiang Kai-sjek er in slaagt, zich staande
te houden, loopt de strijd zeer waarschijnlijk
op een débacle voor de Japanners uit. En
wat zouden Engeland en de Ver. Staten
meer kunnen wenschen? Zonder dat ze zelf
een schot behoefden te lossen Japan over
wonnen; en de weg voor een heropbouw
van China met hun hulp gebaand. De ver
liezen, welke ze nu door Japan's optreden
lijden, zouden ze door nieuwe winsten ruim
schoots inhalen.
Abonnementen en Advertentiën voor dit
blad worden aangenomen door don Agent
E. FLIPSE.
32).
Naar het Engelsch van
J. Jefferson Farjeon.
„Ik geloof, dat ik toen de volgende op de
verkiezingslijst was", viel Morley in. „Toen
zij mij wakker hadden gemaakt, was mijn
heer Griddle intusschen ook ontwaakt door
het gerucht, en zoo meenden we, dat het
beter was er met een klein gezelschap op
uit te trekken om te zien wat er aan de
hand was. Wat was dat voor een schot?
En waar is jullie boot? Aan den anderen
kant?"
„Neen, onze boot is gestolen", ant
woordde Lenoard, langzaam. „We vonden
hier iemand aan boord
„Wat zegt u?" riep mijnheer Griddle
scherp. „U vond hier iemand aan boord,
zei u?"
„Ja. Hij was niet normaal, dachten we.
In elk geval, toen we verstoppertje met
hem speelden, sprong hij in de boot en liet
ons hier alleen achter. Truelove vuurde in
het water, om hem aan 't schrikken te ma
ken en te trachten hem terug te doen kee-
ren en dat schot hebt u gehoord, juf
frouw Fyne".
,,'t Is afschuwelijk!" riep Jessica uit, hui
verend. „Wie kan het geweest zijn? Ik zag
een keer licht op het wrak en daarom dacht
ik, dat het schot van het wrak kwam".
„En ik bevestigde dat vermoeden door
te vertellen van die idiote weddenschap met
mijn broer", voegde Beryl eraan toe. „We
konden niet denken, dat het ernstig ge
DE MINISTER VAN WATERSTAAT MEI
VACANTIE.
Naar wij vernemen, is de minister van
waterstaat voor eenige weken met verlof
naar het buitenland vertrokken.
Mr. Dr. S. J. M. VAN GEUNS OVERLEDEN
Gisteren is te Amsterdam op 74-jari-
gen leeftijd overleden mr. dr. S. J. M. van
Geuns, oud procureur-generaal bij het ge
rechtshof te Amsterdam.
Mr. Stevens Jan Matthijs van Geuns werd
op 18 Juli 1864 te 's Gravenhage geboren.
Na aldaar het gymnasium te hebben be
zocht, zette hij zijn studie voort aan de
Leidsche universiteit waar hij in 1888 pro
moveerde in de staatswetenschappen op een
proefschrift: „Het staatstoezicht op de
krankzinnigen" en in de rechtswetenschap
op stellingen.
Zijn rechterlijke loopbaan begon hij in
1892 als ambtenaar van het openbaar mi
nisterie bij het kantongerecht te Zieriksee.
In 1899 werd hij subst. officier van justitie
in Den Haag, in 1912 officier van justitie
te Zieriksee, in 1913 advocaat-generaal te
's Hertogenbosch en in 1916 werd hij in
dezelfde functie overgeplaatst naar de
hoofdstad. In April 1927 werd hij als op
volger van mr. A. A. baron Van der Tetz
benoemd tot procureur-generaal bij het ge
rechtshof te Amsterdam. In 1934 legde hij
deze functie neer.
Mr. Van Geuns legde zich vooral toe op
de bestudeering van psyehiatrisch-juridi-
sche vraagstukken, waarover vele artikelen
in dagbladen en tijdschriften van zijn hand
zijn verschenen.
Over onderwerpen op dit terrein hield hij
tevens herhaaldelijk voordrachten. Voor de
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen
schreef hij een populaire studie over: „Onze
staatsinstellingen in vogelvlucht". Tot drie
malen toe was mr. Van 'Geuns bestuurslid
der Nederlandsche juristenvereeniging. In
1928 werd hij benoemd tot ridder in de orde
van den Nederlandschen Leeuw. De ter
aardebestelling zal geschieden op Donder
dag 19 Januari om twaalf uur op de be
graafplaats van de Nederlandsch Her
vormde Kerk te De Bilt.
Wat mr. Rost van Tonningen ten
laste wordt gelegd.
Zooals bekend, is de justitie er Vrijdag
middag jl. toe overgegaan de pers van het
Nationale Dagblad te Leiden in beslag te
nemen. Dit justitieel ingrijpen vond zijn
oorzaak in eenige hoofdartikelen, welke in
de maand December in genoemd dagblad
verschenen zjjn en welke een beleedigend
karakter zouden dragen.
In de eerste tenlastelegging wordt ver
meld, dat mr. Rost van Tonningen in De
cember 1938 te Leiden en elders in Neder
land opzettelijk de eer en goeden naam
van den minister van justitie, mr. C. M.
J. F. Goseling, heeft aangerand, door op
zettelijk in het nummer van 29 December
1938 van het Nationale Dagblad, hetwelk
in vele exemplaren te Leiden en elders in
Nederland is verspreid, gemelden minister
in een stuk, waarvan het opschift luidde:
„De eer der Nederlandsche jeugd. Vijf
minderjarigen zijn in Oss straffeloos mis
bruikt", ten laste te leggen datgene, wat
nader in de dagvaarding is omschreven.
Dit stuk heeft hij, verdachte, in dat
nummer van dat blad opgenomen of doen
opnemen en hetwelk door hem was opge
steld, althans waarvan de inhoud hem be
kend was, zulks met het kennelijk doel
om daaraan ruchtbaarheid te geven, wor
dende die beleediging genoemden minister
aangedaan gedurende en ter zake de
rechtmatige uitoefening zijner bediening
als minister van justitie.
In de tweede tenlastelegging wordt ver
meld, dat mr. Rost van Tonningen te Lei
den en elders in Nederland op of om
streeks 23 December 1938 zich in het
openbaar bij geschrift opzettelijk in belee-
digenden vorm heeft uitgelaten over den
centralen raad van beroep, zijnde een
openbaar lichaam, althans een openbare
instelling, door opzettelijk in het nummer
van 23 December 1938 van het Nationale
Dagblad op te nemen, althans te doen
opnemen een artikel met opschritf, welke
artikel en opschrift door hem was opge
steld, althans waarvan hij den inhoud ken
de. Als opschrift stond boven de in belee-
digenden vorm gedane uitlating over ge
noemden centralen raad van beroep. „Het
hemeltergend vonnis".
meend was, ofschoon ik er zeker van was,
dat Guy het ook niet was. Ik kon ook niet
gelooven, dat jullie zoo krankzinnig of
moedig zouden zijn om het te doen".
„Een ding begrijp ik niet", zei Morley,
met verslagen stem. „Je zei, dat die andere
vent in jullie boot verdween. Maar hij was
natuurlijk zelf met een boot gekomen?
Waar is die dan?"
„Nergens", antwoordde Leonard. „Naar
het schijnt had hij geen boot, en hoe hij op
het wrak is gekomen is een van de vele
raadselen, waar we hier tegenoverstaan!"
„Misschien zijn u en ik niet de eenige
zwementhousiasten hier in de buurt, mijn
heer Sefton?" opperde Beryl Haines.
„Hemel!" riep Napel eon plotseling, ,,'t Is
Daisy!"
Aller oogen richtten zich vragend op
.hem. Zijn uitroep scheen niet ln het ge
sprek te pas tekomen. Maar Leonard be
greep het en volgde Napoleon's oogen.
,,Bij den hemel het is Daisy!" mom
pelde hij.
„Wie is Daisy?" vroeg Beryl.
„Daar zit je in", antwoordde Napoleon.
„Als je bedoelt, dat dit een boot, als een
madeliefje is, dan kan ik dat niet be
amen
„Doet er niet toe, het is een Daisy-boot,
omdat dat de naam van de boot is!" wierp
Napoleon tegen. „Waar hebben jullie, voor
den duivel, die boot opgepikt? Dat is de
zelfde boot waarin Sefton en ik hierheen
roeiden en waarin die gek verdween!"
De oogen, die hen van beneden af aan
staarden, werden wijd van verbazing. Beryl
huiverde en Valentine Morley draaide
ABNORMAAL HOOGE
TEMPERATUUR.
Mededeeling van het K.N.M.I. in De
Bilt:
In den nacht van 15 op 16 Januari is
omstreeks 3 uur in De Bilt de maximum
temperatuur 13,0 graden Celsius geweest,
en hetzelfde maximum is te ongeveer 13
uur opnieuw waargenomen. Hiermede is
voor Januari de record-temperatuur be
reikt, sedert het begin der waarnemin
gen in 1849. Een gelijk temperatuurmaxi-
mum is op 21 Januari 1899 overdag waar
genomen.
Diamanten huwelijksfeest.
Het echtpaar Adrianus Broere en Corne
lia Ligthart te Lekkerkerk, herdenken he
den, Dinsdag 17 Januari, den dag, waarop
het voor zestig jaar in den echt werd ver
bonden.
VERKEERSONGEVALLEN
NOVEMBER 1938.
De K.N.A.C. schrijft:
De door het Centraal Bureau voor de
Statistiek verstrekte voorloopige gegevens
omtrent het aantal verkeersongevallen
over de maand November 1938 geven een
stijging ten opzichte van het voorgaande
jaar te zien. Daarentegen is het aantal doo-
den en gewonden gelukkig beduidend lager
dan in de vorige maand.
De cijfers voor de laatste zes maanden
met daarachter de overeenkomstige cijfers
van het vorige jaar, zijn als volgt:
omgekomen ernstig gewond
Juni 66 (41) 384 (453)
Juli 71 (47) 401 (390)
Augustus 68 (64) 429 (471)
September 68 (61) 452 (417)
October 90 (47) 408 (404)
November 68 (62) 365 (329)
Het aantal doodelijke slachtoffers in de
groote steden met meer dan 100.000 inwo
ners is sedert vorig jaar gedaald. Hoeveel
der ongelukken binnen de bebouwde kom
men en hoeveel daarbuiten zijn voorgeval
len, is uit de gegevens niet op te maken.
In dit donkere jaargetijde wil de K.N.A.C.
nogmaals een dringend beroep doen op de
weggebruikers om bij nacht, waar eenigs-
zins mogelijk, gebruik te maken van de
parkeerplaatsen of de parkeerbermen, wan
neer men genoodzaakt is op den buitenweg
te stoppen. Waar geen parkeerplaatsen aan
wezig zijn, plaatse men het voertuig in
ieder geval zoo ver mogelijk op den berm
van den weg. Stilstaande voertuigen van
eiken aard vormen op de buitenwegen een
bron van ernstig gevaar.
DE IJSGANG OP HET IJ SSELMEER.
Het IJsselmeer tusschen Stavoren en
Enkhuizen en Medemblik is thans weer
goed bevaarbaar. Zeven schepen zijn giste
ren van Stavoren naar Enkhuizen vertrok
ken, terwijl één schip uit Enkhuizen Sta
voren is binnengeloopen.
Alleen voor de kust van Stavoren ligt nog
een strook licht ijs, het vormt evenwel geen
belemmering voor de scheepvaart.
Het gemeentebestuur van Stavoren heeft
een sleepboot beschikbaar gesteld voor het
uitvaren en binnenhalen van schepen.
Gistermorgen om zeven uur zijn de post
boot „Von Geusau" en het m. s. „Idonea"
beide schepen van de Urker Stoomboot
Maatschappij van Urk naar Kampen ver
trokken met post en passagiers aan boord.
Na een zware reis hebben zij eerst om drie
uur des middags Kampen bereikt.
Urk geïsoleerd
Urk wordt de laatste weken wel op de
proef gesteld. Was het eiland tot voor en
kele dagen vrijwel geheel geisoleerd door
de vorst en derzelver gevolgen, thans zit
het eiland zonder telefonische verbinding.
Zondag heeft nl. de telefoonkabel op het
IJsselmeer het nabij Urk begeven, vermoe
delijk ten oorzake van den zwaren ijsgang.
Heden krijgt Urk een rijkstelefoniezender.
doch het zal nog enkele dagen duren alvo
rens het telefoonverkeer weer normaal kan
geschieden.
DE NATIONALE COLLECTE.
Nu de juiste totaal cijfers bekend zijn
van de op 3 December 1938 gehouden na
tionale inzameling ten behoeve van ver
volgden om geloof en ras, blijkt, dat het
gemiddelde gecollecteerde bedrag in Zee
land 6,8 ent per inwoner bedraagt. Voor
Goes is dit cijfer 8,6 cent. Het totaal be
drag, dat te Goes werd ingezameld is
832. Het hoogste - gemiddelde behaalde
Zieriksee en wel 23 cent. Het laagste cij
fer is 0,2 cent in Koewacht. De opbrengst
per inwoner in Middelburg, Koudekerke,
Soeburg, Vlissingen en Ierseke bedroeg
resp. 8,1, 5, 5,2, 9,2 en 6,3 cent.
RUILING VAN GRONDEN C.A. BIJ DEN
DOMBURGSCHEN WATERGANG.
Op 11 Mei jl. stond de Raad eene som
van 31,000 toe voor het, bij wijze van
werkverschaffing, in orde maken en in
richten van een nieuw militair oefenings
terrein bij den Domburgschen Watergang.
Bjj bedoeld voorstel deelden B. en W.
reeds mede, dat met het Polderbestuur
van Walcheren in onderhandeling te zijn
over een tezelfder tijd, eveneens in werk
verschaffing, uit te voeren verbreeding
en normaliseering van den Domburgschen
Watergang ter plaatse. Het polderbestuur
maakte B. en W. kenbaar de betrokken
werken gaarne door de Heidemaatschappij
krachtens opdracht van het gemeentebe
stuur te zullen zien uitvoeren met een
bijdrage zijnerzijds van 2000 in de kosten.
Op de begrooting dier werken, aanwij
zende een totaal bedrag van 8840, is in-
tuschen ook reeds de goedkeuring van den
Minister van Sociale Zaken verkregen.
Van die som zal dus de Polder de bijko
mende kosten ad 1240 en 760 in de
loonen dragen, terwijl hij voorts zelf, met
behulp van zijn baggermolen, den water
gang op de vereischte diepte zal brengen.
Het plan, waarin voor rond 400 man-
weken arbeid aanwezig is, omvat: ver
breeding van den watergang met onge
veer 6 meter, met gelijktijdige wegneming
van de bochten, waardoor de gemeente in
de toekomst een goeden weg langs het
oefeningsterrein zal kunnen aanleggen.
In werkverschaffing zal de vaste grond
in den watergang allereerst zoo diep mo
gelijk met de hand kunnen worden uitge
graven, waarna de specie wordt vervoerd
naar het gemeente-terrein en aldaar voor
egaliseering gebruikt. Dit laatste zal even
eens kunnen geschieden met de door den
Polder zelf te baggeren specie.
B. en W. zijn voorts met den Polder tot
overeensemming gekomen omtrent een
eenvoudige wijze van beschoeiing, waarbij
voor een groot gedeelte de, als gevolg van
de verbreeding en omlegging van den wa
tergang vrijkomende materialen zullen
kunnen worden gebruikt.
B. en W. meenen, dat het duidelijk zal
zijn, dat de werken, uit te voeren in den
watergang, het noodig maken, dat enkele
grondgedeelten van de gemeente in eigen
dom van den Polder overgaan en omge
keerd. B. en W. hebben zich vereenigd met
het voorstel van den Polder, om die we-
derzijdsche overdrachten, te doen geschie
den op basis van 20 cents per m2. Van
deze gelegenheid maken B. en W. tevens
gebruik er aan te herinneren, dat in het
plan tot aanleg van het nieuwe oefenings
terrein, mede begrepen was het dempen
van den zijtak van den Domburgschen wa
tergang en de, in het verlengde van dien
zijtak liggende slooten, zijtak en slooten
liggen langs den Langeviele-Singel en
zullen na demping van trottoirs worden
voorzien. Een gedeelte dier slooten is
thans nog in eigendom bij W. Pouwelse,
die tot kosteloozen overdracht aan de ge
meente genegen is.
Op grond van een en ander vragen B.
en W. den Raad een crediet van 8840,
het genoemd plan uit te voeren en te be
sluiten tot de noodzakelijke eigendoms
overdrachten.
Verhuring Overwater.
Tot 1 December jl. was de woning „Over
water" met tuin en kweekerij groot 2140
m2 verhuurd tegen 450 en 3880 m2 aan
grenzende grond tegen 50 per jaar, beide
aan J. A. Bakker. Deze vraagt nu de ver
huring voor 4 jaren voort te zetten, waar
toe hp de bevoegdheid heeft. Tegen die
voortzetting zelve hebben B. en W. geen
bezwaar, doch zij zouden overeenkomstig de
bepalingen der nieuwe pachtwet, de wo
ning, met bijvoeging van een klein grond-
gedeelte voor toegangspad en tuintjes, voor
4 jaren willen verhuren tegen 375 's jaars,
een en ander ter totale oppervlakte van
ongeveer 250 m2. Verder zouden zij onge
veer 5770* m2 gemeentegrond voor önbe-
paalden tijd tegen 125 's jaars willen ver
huren.
Verhuring gemeente grond Kleyers-
kerkschen weg.
B. en W. stellen voor in plaats van 400
m2, in het vervolg 2000 m2 grond aan het
Kanaal door Walcheren te verhuren en wel
aan de N.V. v.h. M. L. Polak en Zonen
voor 100 per jaar zulks voor den opslag
van ijzerkrullen. De huur loopt tot 31 Juli
1941.
Scheepvaartstatistiek 1939.
Gedurende 1938 zijn de haven van Goes
binnengevaren 1583 schepen met een in
houd van 166512 ton. Uitgevaren zijn 1569
schepen met een toninhoud van 166530. 't
Vorig jaar bedroegen deze cijfers resp.
1720 met 177516 ton en 1714 met 177118
ton.
LANDBOUWCRISISPOLITIEK.
Waarom zoo en niet anders?
Voor den Chr. Hist. Statenkring Goes,
die Zaterdag jl. onder leiding van ds. P. J.
Steinz vergaderde, sprak over bovenge
noemd onderwerp mr. dr. A. A. van Rhijn,
secretaris-generaal van het Dep. van Eco
nomische Zaken.
Spr. stelde voorop dat bij het moeilijke
vraagstuk der laridbouwcrisispolitiek meer
de toekomst van het verleden moet wor
den voorop gesteld. De regeering heeft
zich altijd aan bepaalde groote lijnen ge
houden, zooals: inperken van het teveel
aan producten, waar dit noodig is; uitbrei
ding van de productie waar dit eveneens
noodig is (granen bv.); noodzakelijke prijs
regeling.
Natuurlijk kleven aan dit werk fouten.
Het is menschenwerk. Toen de landbouw
in 1932 in grooten nood verkeerde waren
er die wel steun maar geen controle en
vrijheidsbeperking wilden. Dit nu is niet
mogelijk.
Het streven is nu de organisaties in te
'schakelen en verantwoordelijkheid te la
ten dragen. Dit zal ongetwijfeld een moei
lijke overgang zijn.
De steunpolitiek der regeering hoe ook
becritiseerd heeft toch, zooals spr. aan
toont op meer dan een punt resultaat ge
had. Daarbij moet natuurlijk worden be
dacht, dat de eene tak van het agrarisch
bedrijf moeilijker te regelen is dan de an
dere.
Het is werkelijk noodzakelijk dat de
verantwoordelijkheid wordt verplaatst
van de overheid naar de organisatie van
belanghebbenden. Anders hebben en hou
den we een Staatsbedrijf. En daartegen
moeten we om principieele redenen op
komen. Spr. acht den tijd rijp om een be
gin te maken met deze overschakeling.
Natuurlijk moet de overheid in het alge
meen belang blijven toezien.
Op deze rede volgde bespreking. De heer
Van Rhijn de sprekers beantwoordende,
wees er op dat een van de oorzaken van
de hooge pachtprijzen is gelegen in de
nieuwe pachtwet.
Als de organisaties de verantwoordelijk
heid dragen zal de overheid toch richtprij
zen vast dienen te stellen zij het met eeni
ge marge. Men moet niet vergeten dat de
Overheid nooit tot taak heeft een bedrijf
tot welstand te brengen, maar alleen het
in stand te houden. De welstandspolitiek
is de taak der organisaties.
De voorzitter dankte den spreker voor
zijn deskundige rede. De vergadering was
ondanks het Koninklijk bezoek aan Zee
land goed bezocht.
TMëtë doetje qoed!
plotseling zijn hoofd om.
„We vonden hem op het strand in Cray-
don", zei Jessica na een korte stilte.
„Is dat die kleine nederzetting van vis-
schershutten, ongeveer 'n halve mijl van
het hotel?" vroeg Leonard.
„Ja. Kent u dat plaatsje?"
„Daar vonden wij de boot ook."
„Gewoonlijk liggen er daar wel een paar
op het strand", knikte Jessica. „Daarom
gingen we daarheen en verkozen deze boot
omdat hij het dichtst bij het water was.
Mijnheer Griddle meende dat iemand de
boot misschien laat gebruikt had, maar wij
kwamen niemand tegen en daar we geen
tijd wilden verspillen, gingen we erin en
stootten af".
„Dat was heel dapper", beweerde Leo
nard. „Maar weet u, u en juffrouw Haines
hadden niet mee moeten komen
„Wij stonden erop", weerlegde Beryl
lachend. „We zaten zoo in angst over onze
twee helden. We weigerden beslist achter
te blijven".
„Nadat u dat schot gehoord hebt, hebt u
er niet aan gedacht de politie te waarschu
wen, naar ik verwacht?" vroeg Leonard.
Hij keek naar Jessica en deze keek hem
aan.
„Ik heb eraan gedacht", zei ze langzaam.
„Het leek me het beste wat ik kon doen
in deze nieuwe omstandigheden".
„Dat geef ik toe. Misschien was het het
beste maar dat komt er nu niet op aan.
Heb je ze gewaarschuwd?"
„Neen, we probeerden het", onderbrak
mijnheer Griddle grimmig. „Maar we kon
den het niet doen".
„Waarom niet?"
Hij haalde de schouders op. „Omdat
iedereen van nacht gek schijnt te zijn. Ie
mand had de draden doorgesneden."
Opnieuw viel er een korte stilte. Het
doorsnijden van de telefoondraden voegde
een nieuwe onaangename gebeurtenis toe
aan de dingen, die dezen nacht reeds ge
schied waren
„Is er iets tegen, dat we nu allemaal te
rug gaan?" opperde Morley plotseling.
„Ik ben gereed", antwoordde mijnheer
Griddle „Maar u doelde op een van de vele
geheimzinnigheden, mijnheer Sefton. Hebt
u nog meer ontdekt op dit wrak?"
„We hebben een doode man gevonden",
antwoordde Napoleon onschuldig. „Hij is
nog hier".
Deze mededeeling veroorzaakte een ware
opschudding in de kleine boot en voor 't
eerst was Leonard werkelijk boos op Napo
leon Truelove.
„Waarom flap je dat er zoo dom uit?"
riep hij uit. Maar zijn toorn was gauw voor
bij. Want Napoleon toonde oprecht berouw.
„Ik ben een dwaas", zei hij benepen.
„Maar ik ben ook zoo gehard
„Een doode man?" riep mijnheer Griddle
opgewonden. „Goede hemel. Wat steekt hier
allemaal achter? Morley, ik geloof, dat we
beter deden even aan boord te gaan."
„Niet beiden", antwoordde Leonard. „Een
van u beiden moet in de boot blijven. Neen,
het is niemand, dien u kent, juffrouw
Fyne", voegde hij er vlug aan toe, toen hij
haar zag. „Wees niet bezorgd".
Ondanks zijn leeftijd, kwam mijnheer
Griddle met een zwaai op 't dek en vroeg
(Ingez. Meded.)
hem de plaats te wijzen, waar de doode man
lag. Morley was blij, dat hij in de boot kon
blijven, en liet geen protest hooren, toen de
drie mannen zich opmaakten om Hun kor
te, lugubere taak te volbrengen. Hy, Mor
ley, maakte van de gelegenheid gebruik om
een nieuwe sigaret aan te steken, die hij
zoo noodig had.
„Waarom geef je er ons ook niet een?"
vroeg Beryl. „Je bent niet de eenige, die
zenuwachtig is".
Intusschen bekeek mijnheer Griddle het
doode lichaam. Hij staarde er lang en ern
stig naar; daarna wendde hij zich tot Leo
nard.
„Nu, wat maakt u hieruit op?" infor
meerde hij kort. „Iets?"
„Bijzonder weinig", antwoordde Leonard.
„Ik geloof, dat we dit de politie moeten
laten uitzoeken".
„De politie? Ja, natuurlijk. Wij zullen
het morgenochtend bekend maken aan
hen".
„Dat zal eerder moeten gebeuren", ant
woordde Leonard rustig. „Zij zullen direct
gewaarschuwd moeten worden".
Mijnheer Griddle fronste de werkbrau-
wen. „Zij kunnen vannacht toch niets be
ginnen".
„Waarschijnlijk niet, maar ik geloof, dat
we hun de kans moeten geven."
„Zij zullen heel dankbaar zijn, voor zoo
ver ik hen ken", riep mijnheer Griddle sar
castisch. „In ieder geval kunnen we hen
vannacht niet meer bereiken. De telefoon
is kapot".
(Wordt vervolgd).