LAATSTE BERICHTEN. GEMENGD NIEUWS. De installatie van burgemeester De Noor. De vergadering van den Volkenbondsraad. duitschland. australië. engeland Een reeks geheimzinnige ontploffingen. 5 italië. De anti-Fransche perscampagne laait weer op. burgerlijken stand. de „monte santo" aan den ketting. Kindje door zijn vader doodgeslagen. ster. 60% 184 186 111 der Ictie- ioen epen twee igen troepen op den Oostelijken oever onder vuur genomen. De luchtaanval op Tsjoengking eischte ongeveer 350 dooden. Uit Tsjoengking wordt gemeld, dat het aantal dooden en gewonden, dat bij den luchtaanval op Zondag door Japansche vliegtuigen gevallen is, wordt geraamd op tusschen de 300 en 400. Een rapport inzake de terug trekking der buitenlandsche vrijwilligers in het linksche Spanje. Practisch is deze terugtrekking een feit gewor den. Gister is in Genève de periodieke win tervergadering van den Volkenbondsraad begonnen. Veel bijzonders staat er niet op de agenda Het begon met de kennisne ming van een rapport der internationale militaire commissie, die er mede belast was de terugtrekking vast te leggen van buitenlandsche vrijwilligers uit het link sche Spanje. Het rapport verklaart, dat op dit oogenblik het aantal buitenlandsche vrijwilligers, die uit het repubdikeinsche Spanje vertrokken zijn, 4.610 bedraagt Het door de commissie gecontroleerde ge tal vertegenwoordigt 47 pet. der in de Ca- talaansche, zone gestationeerde elementen, de eenige zóne, waarin tot dusver evacua ties in den aanvang in vrij snel tempo geschiedden, maar dat zij een vertraging moesten ondergaan, die te wijten is aan den duur der diplomatieke onderhandelin gen (kwesties om de vrijwilligers naar hun land te doen terugkeeren) en dat in den huidigen staat der onderhandelingen de algeheele evacuatie onder oogen ge zien kan worden. Het rapport kondigt aan, dat het ophanden zijnde vertrek van ver dere buitenlandsche combattanten het to taal zou brengen op 6,490. Het rapport verduidelijkt, dat op 1 September jl. de internationale brigades 25,499 officieren, onderofficieren en manschappen omvatten, waarvan 40 pet. vreemdeling was. Ten aanzien van de kwestie der algeheele te rugtrekking der buitenlandsche vrijwilli gers verklaart het rapport: „Onderscheid moet gemaakt worden tusschen algeheele terugtrekking van het front en algeheele terugtrekking uit Spanje. Wat dit laatste betreft, moet uiteraard gewacht worden op de laaste vacuaties. Wat de algeheele terugtrekking van het front aangaat heeft de commissie de overtuiging gekregen, dat de terugtrekkingsoperaties volledig geëin digd zijn. Zij heeft geconstateerd, dat de actie der Spaansche regeering is uitge voerd en dat de uitvoering der maatrege len, vastgelegd in het terugtrekkingsplan, verwerkelijkt is in de lijn der verplichtin gen die door den Spaanschen minister president voor de Volkenbondsassemblee aanvaard zijn". Het rapport goedgekeurd. De Volkenbondsraad heeft zijn goedkeu ring gehecht aan het rapport. De Fransche minister van buitenland sche zaken, Bonnet, legde een verklaring af over de terugtrekking der vrijwilligers, waarbij hij er op wees, dat naast de alge heele terugtrekking van vrijwilligers uit het republiekeinsche deel van Spanje ook ©en algeheele terugtrekking van de buiten landsche strijders uit de zóne van Burgos moet komen. Eerst dan zal men bevrijd zijn van de gevaren voor internationale conflicten uit deze crisis, welker einde allen vurig wenschen; eerst dan zal het mogelijk zijn te spreken over een kalmee ring in het Westen der Middellandsche zee, waar Spanje een essentieel element vormt van den status quo. Voorts wees Bonnet er op, dat Frank rijk Spanje humanitaire hulp blijft geven en om ter beschikking van de duizenden Spaansche vluchtelingen 45,000 ton meel heeft gesteld, terwijl het niets zal nalaten om leed en ellende te verlichten. De Spaansche minister van buitenland sche zaken, Alvarez del Vayo, verklaarde, dat de Spaansche regeering niet alle fa ciliteiten van diplomotieken aard heeft gevonden, welke zij moóht verwachten voor de evacuatie der vrijwillige strijders. Hij besloot zjjn rede als volgt: „De waar heid is thans vastgesteld: het Spaansche leger, voor 100 pet. bestaande uit Span jaarden, strijdt voor de onafhankelijkheid des lands. Het rapport der commissie heeft deze waarheid met zoo'n kracht vastgesteld, dat het onnoodig is er een woord commentaar aan toe te voegen." Bord Halifax aan het woord. Ook de Engelsche minister van buiten landsche zaken 'lord Halifax heeft het woord gevoerd. Hij zeide o.a. dat iedere kwestie, welke Spanje betreft, Groot Bri- tannië ten nauwste raakt. Teneinde het Spaansche volk weder zijn eigen rol te doen vervullen en een einde te maken aan den burgeroorlog, is het, aldus Halifax, noodig, een einde te maken aa? de buitenlandsche inmenging. Intus- schen wil ujting geven aan mijn waar deering yoor het werk der internationale commissie. Mijn land, aldus Halifax, waar deert net door de Spaansche regeering ge nomen initiatief. Halifax en Bonnet keerden gisteravond huiswaarts. In den trein hadden zij gele genheid voor politieke besprekingen. SPIONNEN TERECHTGESTELD. Vanochtend zijn te Berlijn twee spionnen, Heinz Koschan en Gerhard Kersandt. dié door den krijgsraad ter dood veroordeeld waren, terechtgesteld. Koschan was een deserteur, die in het buitenland in contact was getreden met een inlichtingsdienst, terwijl Kersandt door een toeval in aanraking was gekomen met een buitenlandschen inlichtingsdienst en langer dan een jaar, alleen gedreven door den zucht naar geldelijk voordeel, inlichtingen had verstrekt. REGEN MAAKT DEFINITIEF EEN HINDE AAN DE BOSCHBRANDEN. Ami de boschbranden, die Australië de taatste weken zoo geteisterd hebben, zal thans spoedig een einde komen. Gisteren hoert het namelijk den geileden dag ge- i ogend, en er zjjn geen teekenen, dat de regen zal ophouden. Gistermorgen tusschen 6 en 7 uur zijn op verschillende plaatsen in Engeland ont ploffingen voorgevallen: n.l. 2 te Londen en 3 te Manchester. De recherche in beide groote steden is onmiddellijk in samenwer king begonnen om de oorzaken op te spo ren, omdat men niet mag aannemen dat hier van blind toeval sprake is. Omtrent den aard der explosies valt op het oogenblik nog niets mee te deelen. Te Manchester zijn de ontploffingen op het nog stille uur bijna gelijktijdig geweest in de omgeving van Stevenson Square, welk plein in het hart der stad gelegen is. De eerste was zoo hevig, dat het ijzer van de mangaten uit het plaveisel vloog en een vlam van zes meter uit den grond opsteeg. Een stuk ijzer doodde een kruier die op weg was naar het Centraal Station en een ander is later teruggevonden op 200 m af stand op het erf van een gebouw van 5 verdiepingen waar het royaal overgevlogen is. De gasleiding wérd onmiddellijk afge sloten, maar intussehen had het vuur op het plein reeds zulk een omvang bereikt, dat het vijf volle uren geduurd heeft voor de brandweer de vlammen meester was. In de voorsteden van Liverpool, op 55 km afstand, is de slag der eerste ontplof fing duidelijk gehoord, zooals spoedig uit telefonische aanvragen is gebleken. Eenige duizenden ruiten zijn vernield, maar verder is de schade beperkt gebleven tot de hoofd buis van de gasleiding en de politie neemt niet voetstoots aan dat een dergelijke ont ploffing door een eenvoudig lek kan zijn ontstaan. De tweede ontploffing te Londen is ge beurd bij de brug over het kanaal van Har- lesden en aan den bovenbouw van de brug is onbeteekenende schade toegebracht. Niettemin heeft de politie ook hier een zeer minutieus onderzoek ingesteld om mo gelijken samenhang te bewijzen. Ook een ontploffing te Birmingham. Nader wordt gemeld: Behalve de ontploffingen te Londen en Manchester heeft zich ook een ontploffing voorgedaan in de electrische centrale te Birmingham. Er zijn uitgebreide voorzorgs maatregelen genomen. Den geheelen nacht heeft de politie de electrische centrales, de gasfabrieken en de waterleidingen te Lon den, Edinburgh, Birmingham en in de pro vincies bewaakt. Scotland Yard heeft de nasporingen voort gezet, waarbij zij speciale aandacht heeft besteed aan de theorie, dat de verantwoor delijkheid van de aanslagen wel eens zou kunnen gelegen zjjn bij de aanhangers van het illegale Iersche leger. Deze theorie vindt steun in de omstandigheid, dat gister een proclamatie werd uitgegeven door het Iersche republikeinsche leger, waarin een republiek Ierland wordt geëischt. Ook -te Londen zijn verscheurde papieren gevon den, welke op Iersche kwesties betrekking hadden. Stefani meldt uit Rome: De Parijsche correspondenten der Itali- aansehe bladen maken melding van ge ruchten, volgens welke de Fransche regee ring besloten zou hebben eenige divisies van het Fransche leger naar de Catalaan- sche grens te zenden. De desbetreffende be richten worden in de bladen op opvallende wjjze afgedrukt, waarbij men de zeer dui delijke waarschuwing naar voren doet ko men, dat Italië niet zou aarzelen om tegen over een vergrooting van Fransche hulp voor Barcelona onmiddellijke besluiten te nemen. De „Tribuna" schrijft, dat Frankrijk en Europa thans nauwkeurig weten tot welke consequenties iedere „overijlde en provo- ceerende daad van Franschen kant in Span je zou leiden. De oorlog in Spanje, zoo voegt de „Tribuna" hieraan toe, moet zijn logi sche conclusie hebben binnen het kader van de thans strijdende troepen. Zooveel te er ger voor hen, die gewed hebben op de kaart van de nederlaag. Schrijvende over zekere uitlatingen in de Fransche pers, merkt het blad op, dat het gemakkelijker is het Ita- liaansche leger in de dagbladen te belee- digen dan er tegen te strijden op het slag veld. Naar aanleiding van een uitlating in de „Paris Midi" van 14 Januari, welk Fransch blad schreef, dat slechts een dwingende noodzaak de Italiaansche vloot er toe kan brengen de vaderlandsche kust uit het oog te verliezen, publiceeren de Italiaansche bladen voorts heftige replieken. De gene raal der artillerie, Silvio Lucco, heeft den directeur der „Gazetta del Popoio" in Tu rijn zijn Fransche oorlogsonderscheidingen gezonden, met het verzoek het initiatief te nemen om alle Fransche decoraties in te zamelen, teneinde ze op te sturen naar den president der Fransche republiek, „die ze kan uitdeelen onder de laffe lasteraars van het Italiaansche leger". De „Tribuna" schrijft, dat waarlijk de noodzaak voor de Italiaansche marine om de vaderlandsche kust uit het oog te verlie zen, dagelijks dwingender wordt en dat, wanneer Frankrijk een afrekening wil ver haasten, dit zooveel te erger voor Frank rijk is. De „Tevere" schrijft dat het conflict tusschen Italië en Frankrijk geheel gelegen is in een kwestie van posities en dat Frank rijk moet terugwijken naar de positie, die het wordt toegestaan!! 479STE STAATSLOTERIJ. Trekking van Maandag, 16 Januari. 5e klasse le lijst. Hoogste prijzen 1000 19333 Prijzen van 70: 16408 Nieten: 3996 4934 Goes. Bevallen: C. F. van der Straate, geb. West- dorp z. (D.Z. Vlissingen. Van 1216 Januari. Ondertrouwd: J. Smedes 24 j. en M. H, Raêm 26 j. Bevallen: A. E. L. Reijerse, geb. van Die rendonck z. Overleden: G. Meulmeester 78 j. wed. van J., van de Ketterij. (V.C.) 's-HEER-ABTSKERKE. Heden vond de installatie plaats van den heer L A. de Moor als burgemeester dezer gemeente, Het geheele dorp had een feesteiijken aanblik. Van bijna alle huizen wapperden de vlaggen; er waren versieringen aan- gebraent, eerepoorten opgericht. Tegen negen uur werden de feestelijkhe den geopend met volksspelen, die oud en iong op de been brachten. Daarna volg de te ruim eif uur de opstelling van den stoet, die den nieuwen burgemeester aan de grens der gemeente zou afhalen. Er waren een dertigtal ruiters; de auto's met feestcommissie, eere-comité en raadsleden; mooi versierde wagens en het muzieKgezel- schap uit Nisse, dat er met 'n opgewekten marsch de stemming inhield. De ontvangst van den nieuwen burgemeester. Tegen twaalf uur vertrok de stoet naar de grens der gemeente en te omstreeks één uur vond te Baarsdorp bij de hoeve van P. van 't Westende, de ontmoeting plaats met den heer De Moor, die verge zeld was van familieleden en vrienden. „Ons Genoegen" liet het Wilhelmus hooren. De voorzitter der feestcommissie, de hr M. van Liere, sprak hier een kort begroetingswoord. „Als twee vreem den, aldus spr., staan wij tegenover elkan der. 't Zij mij vergund mij voor te stellen als voorzitter van de commissie der feest vierende gemeente 's-Heer-Abtskerke. Mij is als taak opgelegd U mijnheer de burgemeester en mevrouw, hartelijk wel kom in. deze gemeente toe te roepen, U tevens namens de burgerij met Uw benoe ming als burgemeester onzer gemeente, geluk te wenschen. Wij hopen dat de door Hare Majesteit gedane keuze, door U als zoodanig te be noemen, van dien aard moge zijn, dat wij allen ten allen tijde in dankbare herinne ring aan den dag Uwer installatie mogen terugdenken. Wij hebben goede hoop. Goede en gun stige berichten zijn betreffende Uw per soon bij ons binnengekomen, zoodat wij in de beste verwachting de toekomst te ge- moet zien. Ik eindig met een driewerf: „Hoera", leve de burgemeester. Nadat de heer De Moor in wel gekozen woorden dank gezegd had voor de ontvangst, en ook de muziek zich had laten hooren ging het via Baarsdorp en Si- noutskerke weer naar 's-Heer-Abtskerke terug. De stoet maakte nog een rondgang om het dorp, uitgezonderd de auto's met raadsleden, welke laatsten zich naar het gebouw „Iréne" begaven, waar de installa tie-zitting zou plaats vinden. Toen de hr De Moot hier arriveerde werd hij ver welkomd en binnengeleid door wethouder Braam. Ruim half drie werd de raadszitting op de gebruikelijke wijze geopend, waar na voorlezing volgde van de officieele in gekomen stukken, betrekking hebbende op de benoeming en beëediging van den heer I. A. de Moor tot burgemeester van 's- Heer-Abtskerke. Hierna sprak de loco-burgemeester, wet houder Tolh o qk, den nieuwen bur gemeester als volgt toe Installatie-rede, Hartelijk heet ik U welkom als burge meester van onze gemeente. Wij kennen U nog niet maar stellen vertrouwen in hen die U hebebn voorgedragen en be noemd om als hoofd van onze gemeente Uw plaats hier in te nemen. Het verheugd ons zeer, dat U iemand zijt, die krachtens Uw beginselen in onze gemeente past en wanneer de verwachtin gen die wij van U. mogen hebben worden verwezenlijkt dan kan het niet anders of Uw verbljjf in onze gemeente zal ons tot zegen zijn. Van heden af zult U onze vergaderingen leiden en wij twijfelen niet of die leiding zal in goede handen zijn. De financieele toestand van onze ge meente is gelukkig goed. De belastingen zijn in vergelijking met andere gemeenten niet hoog en al zullen er misschien tijden komen, die bijzondere uitgaven vragen, toch hopen wij dat <je belastingen niet zul len moeten worden verhoogd. De verhoudingen in den raad en in het College van B. en W. zijn hier goed en het is mij een behoefte den wensch uit te spre ken, dat dit ook onder Uw leiding zoo mag blijven. Wanneer er op de vergaderingen, die aanstaande zijn soms verschil van mee ning is en die verschillen vinden haar oorsprong in eerlijke overtuiging, dan wil ik U vragen die meening te eerbiedigen en geef U de verzekering, dat ook wij Uw overtuiging zullen eerbiedigen. Zeer zeker zullen er ook vraagstukken aan de orde komen, die een beslissing moeilijk maken, maar U kunt er van ver zekerd zijn dat dan achter U staat een raad, die U zal kunnen en willen steunen. In dezen tijd van werkloosheid en ont wrichting, waarvan onze gemeente geluk kig niet veel te lijden heeft, zullen er toch ook zijn, die recth hebben op steun en hulp; wij hopen dat U voor hen een open oog en oor zult hebben. Ongetwijfeld zult U in de gemeente, die U hebt verlaten, veel liefs hebben achter gelaten. Wij hopen, dat U hier een ge meente zult vinden, die U zal trachten te vergoeden, wat U ginds hebt moeten ach terlaten. Moge het U gegeven zijn deze gemeente te besturen zonder aanziens des persoons en zonder aanzien van politieke partijen. Met de bede dat Gods zegen mag rusten op Uwen arbeid, verklaar ik U geïnstal leerd als burgemeester van de gemeente js-Heer-Abtskerke. Ook U mevrouw De Moor heet ik har telijk welkom. Wees er van overtuigd, dat niets in den weg staat, dat een goed sa menleven onmogelijk zou maken. We ho pen dat U zich in onze gemeente spoedig zult thuis gevoelen en dat U in later tijd met genoegen zult denken aan dezen dag. Rede van den nieuwen burge meester. De heer De Moor beantwoordde deze toespraak met de volgende rede: Hooggeachte wethouders, leden van den Raad en inwoners van deze gemeente! Dames en Heeren! Wanneer het mij vergund is voor de eerste maal het woord te mogen voeren in deze officieele bijeenkomst, gevoel ik allereerst behoefte mijn ootmoedigen dank te orengen aan den Aimacnugen Uou, voor de weldaden, die Hij ons heeft bewe zen, waardoor wij dit grootsche oogenblik mogen beleven. Het achter ons liggende jaar is voor ons gezin een moeilijk jaar geweest door ernstige ziekte van mijn echtgenoote, doch Gode zij dank, is zij thans zoover hersteld, dat zij op dezen heerlijken dag getuige mag zijn van dit hoogtepunt in mijn leven. Eerbiedigen dank breng ik aan H. M. onze geliefde Koningin, die mij in dit ambt heeft willen benoemen; dank ben ik ver schuldigd aan den minister van binnen-» landsche zaken en den heer Commissaris der Koningin in deze provincie, die mij aan H.M. hebben willen voordragen. Het stemt ons tot groote dankbaarheid, dat onze wederzijdsche ouders en naaste familieleden getuige mogen zijn van het geluk van hun kinderen en verwanten; voor onze ouders beteekgnt dit oogenblik- een bekroning van hun opofferende liefde en zorg. Wethouder Tolhoek, ik dank U zeer har telijk voor de vriendelijke woorden, waar mede U mij in het ambt van burgemeester hebt ingeleid. Uw taak als loco-burgemees- ter is niet zwaar geweest; het ambtswerk van burgemeester Van Liere eindigde de zen nacht om 12 uur en was ik in de gemeente aanwezig geweest dan hadden we elkaar als het ware kunnen aflossen. A'ls soldaat heb ik meermalen een aflos sing meegemaakt; het gaf voor den één een heerlijk vooruitzicht van zich ter rust te kunnen begeven; aan den ander stond een verantwoordelijke taak te wachten: het bewaken van de aan zijn zorg toever trouwde zaken. Dit beeld toepasesnde op deze ambts wisseling, staat aan de eene zijde oud burgemeester Van Liere. Hij gaat rusten, maar ik weet, dat het hem moeite kost, omdat hij zich met zijn geheele ziel gaf aan zijn werk. Ondanks zijn hoogen leef tijd moest hij zich inwerken in het admi nistratieve gedeelte van het bestuur der gemeente en het was hem een eer aan zfln opvolger alles in de beste orde over te dragen. Meneer Van Liere, ik dank U recht hartelijk daarvoor. Uw gemeente heeft U reeds zoo spontaan haar erkente lijkheid betuigd, mag ik me daarbij van gan- scher harte aansluiten. Gaarne zeg ik ook den heer Oele dank voor zijn aandeel in het werk; hij heeft mijn voorganger veel goede diensten be wezen. Eenerzijds dus mijn bejaarden voorgan ger; anderzijds de jeugdige opvolger van hem, die zooveel jaren zijn gemeente dien de. Er is zulk een waar spreekwoord, dat zoo echt Zeeuwsch is: „We weten wel wat we hebben, maar niet wat we krijgen." Kan dat ooit beter worden toegepast dan op een nieuwen burgemeester? Inderdaad, maar wil dan ook mij niet kwalijk nemen, als ook ik van mijn kant hetzelfde spreek woord naar voren breng. Achter mij ligegn ruim 10 jaren van ar beid als secretaris van Biggekerke. Het zijn heerlijke jaren geweest, jaren welis waar van hard werken, vooral de laatste als gevolg van de moeilijke tijdsomstan digheden, maar, gesteund door hartelijke waardeering van mijn superieuren, door trouwe medewerking van hen, die mij da gelijks terzijde stonden en door een hechte vriendschap van de zijde mijner gemeen tenaren, is de arbeid me licht gemaakt. Nauwelijks 24 uur geleden nam ik offi cieel afscheid van allen, die me hartelijk lief zijn geworden. Het is gemakkelijk ge weest, maar het doet me buitengewoon goed hier zooveel bekende gezichten te zien en door een schare van Biggekerke- naars uitgeleide te worden gedaan naar mijn nieuwe gemeente. En ik weet, dat heel velen met ons medeleven; ik wil in het bijzonder met dankbaarheid noemen mijn ouden leermeester, den heer Florusse die zoo graag hier had willen zijn, maar door ouderdom en ziekte hiertoe niet in staat is. Zoo sta ik dus voor U, afwachtend wat het nieuwe zal worden. Maar dames en heeren, de ontvangst in deze gemeente is zoo buitengewoon harte lijk en spontaan, zoo echt „goed Zeeuwsch goed rond", dat mijn afwachtende hou ding wel moet overslaan in een volkomen vertrouwen op Uw aller steun en hulp bi; de vervulling van mijn taak. Ik roep daartoe in de eerste plaats Uw medewerking in, heeren wethouders en Raadsleden. De gemeente heeft U tot de verantwoordelijke taak geroepen haar be langen te behartigen. Gij zijt bekend met haar nooden en verlangens; gij zijt de ver trouwensmannen van de burgerij. En sa men moeten wü alles in het werk stellen om haar te dienen, met terzijdestelling van eigen belang en voordeel. Speciaal met U, heeren wethouders, zal ik in nauwe samenwerking moeten arbei den. De dagelijksche zorgen voor de ge meente-huishouding komen in het college van B. en W. een oplossing vragen, ter wijl ons de taak is opgelegd den Raad voor te lichten. Daarom in 't bijzonder hebben we eikaars steun en vertrouwen zoo noo dig, want in zulk een sfeer kunnen alleen goede besluiten worden genomen. Doch ook van U heeren Raadsleden hangt veel af om in onderlinge samenwer king en wederzijdsche waardeering de be langen van de gemeente te behartigen. Er wordt veel geklaagd over de aantasting der autonomie van de gemeentebesturen en inderdaad is er voor de gemeentelijke zelfstandigheid een moeilijke tijd gek'omen De tijdsomstandigheden werken hieraan, in bijzondere mate mede. Maar toch blijft er steeds een groote verantwoordelijkheid op Uw schouders gelegd en ge moet die aandurven en dragen. U daarin te helpen en, waar het noodig is, leiding te geven, zal mij een aangename taak zijn, maar ik kan die taak onmogelijk vervullen zon der Uw hulp en bijstand. De toestand van onze gemeente is, verhouding tot zoovele andere niet ongun stig te noemen. Zeker, de moeilijke econo mische omstandigheden gaan ook onze gemeente niet ongemerkt voorbij, maar van 's-Heer-Abtskerke kan allerminst wor den gezegd, dat haar financieele toestand ernstige zorgen baart. De geesel der werk loosheid striemt hier niet zooals dat het geval is in vrijwel alle plaatsen des lands. De belastingdruk kan, in tegenstelling met zoovele andere gemeenten, matig worden genoemd Men zou bijna p» zjjn te concludeeren, dat het in 's-Heer- Abtskerke een „eldorado" is en dat het meer aan hjü wei u uan uen mg^ng aar gemeente groote borden te plaatsen met het opschrift: „Vestigt U in de Poeh" Afgedacht van mijn afkeer om met der gelijke reclame-objecten het frissche na tuurschoon te bederven, zou ik het ook niet kunnen aanraden, omdat juist dan misschien onze gunstige positie verloren ging. In één der prae-adviezen van de Ned. Vereeniging voor Gemeentebelangen werd aangevoerd, dat opheffing van vele kleine gemeenten de crisis der gemeentelijke zelfstandigheid eer in ongunstigen dan in gunstigen zin zou wenden, omdat blijkens de statistieken vele kleine gemeenten fi nancieel in vrij goede conditie verkeeren. Klein van inwonertal is onze gemeente en dat is ook juist een moeilijkheid, om dat haar belastingcapaciteit dan zoo ge ring is. En daarom is het zaak, het zuinige beheer van vorige jaren, ook in de toe komst voort te zetten. Met alle kracht wil ik daaraan medewerken, doch ik hoop anderzijds voor zeer noodzakelijke uitga ven de medewerking van den Raad te kun nen verkrijgen. Het is bekend, dat' er een sterke macht achter ons staat, die ons in heel veel za ken financieelen steun verleent. Ik spreek hier op het burgerlijk armbestuur, dat in deze gemeente een zeer sterk lichaam is. De goede verstandhouding, die er bestaat tusschen dat bestuur en het gemeentebe stuur, zal ik gaarne bevorderen en in stand houden. Ons korps gemeente-ambtenaren is van zelf niet groot, maar ik weet, dat allen een hooge opvatting hebben van hun plicht. Met hen in goede harmonie samen te werken en ook als zoodanig de gemeen te te dienen, zal ik zeer op prijs stellen. Ten slotte: inwoners van mijn nieuwe gemeente, gij kunt ons allen in onzen ar beid steunen. En bijzonder mezelven be veel ik in Uw gunst aan. In mijn vorige gemeente heb ik me steeds het devies voor oogen gesteld: „De ambtenaar is er voor de gemeente, de gemeente niet voor den ambtenaar". Ik heb daarvan nimmer spijt gehad, steeds heb ik willen dienen en ik wil dat blijven doen. Het zal mij recht aangenaam zijn, als ik U mag helpen en vertrouwen van U zal mogen ontvangen. We zullen graag zoo spoedig mogelijk ons in de gemeente komen vestigen; daar door alleen kan een hechte band ontstaan tusschen U en ons. En, mede namens mijn vrouw, kan ik U verzekeren, dat ons huis te allen tijde voor ieder zal openstaan. Mijn heilig voornemen is, de gemeente s-Heer Abtskerke te dienen met al mijn krachten. f l[ <j Met de bede, dat God mij kracht moge geven om mijn taak te vervullen, aan vaard ik het ambt van burgemeester van s-Heer Abtskerke .i" Men meldt ons uit Vlissingen: Nadat de" reederij van het Italiaansche ss „Monte Santo'' had geweigerd een cau tie van 180,000 te storten, zijn twee marechaussees den geheelen nacht op het ter reede gelegen schip gebleven, waarna de „Monte Santo" hedenmorgen door de sleepbooten „Frankrijk" en „Argus" in de haven is gesleept, en aldaar aan den ket ting is gelegd. De schade van het schip zal op de Kon. Mij. „De Schelde" worden gerepareerd. Gisteravond kreeg de politie te Den Hel der van den gemeente-arts de mededeeling, dat zich in het gezin van de familie Z. in de Eerste Wilhelminadwarsstraat een hui selijk drama had afgespeeld, dat zich als volgt had toegedragen: Toen het gezin, bestaande uit vader, moe der, een kind van bijna twee jaar en een jongentje van drie maanden, zich ter ruste had begeven en de baby begon te schreeu wen, wilde Z. het kind tot zwijgen brengen door het een pak slag te geven. Het kind bleef huilen, waarop Z. in woede ontstak en het kind zoodanig sloeg, dat het stil werd. Het kind bleek echter te zijn over leden. Tegen elf uur waarschuwde de va der den gemeente-arts, die den dood van de baby constateerde. De ouders dischten toen een zoo fantas tisch verhaal omtrent de doodsoorzaak op$ dat de dokter het vermoeden kreeg, dat hier een ernstig misdrijf was gepleegd. Dit vermoeden werd des te sterker, toen de dok ter het misvormde lichaampje onderzocht. Hij waarschuwde terstond het hoofdbureau van politie, waarop de commissaris van po litie, in gezelschap van den inspecteur en eenige rechercheurs, een onderzoek instel den. Dit had tot resultaat, dat de man werd gearresteerd. Hij werd nader aan den tand gevoeld en het gelukte de politie na eenige uren den man tot een bekentenis te bren gen. Hij is daarop in verzekerde bewaring gesteld. De ernst van het drama schijnt niet erg tot hem te zijn doorgedrongen, daar hq zich vrq onverschillig toont. Z. staat als zeer driftig bekend. Zijn vrouw zag zijn drift buien steeds met grooten angst tegemoet. Het lijkje is naar het marine-hospitaal overgebracht, waar sectie zal worden ver richt. MISLUKTE AANSLAG OP OUDEN MAN. Zondagmiddag is te Hulshorst op de Ve- luwe door den 17-jarigen Van O. een aan slag gepleegd op den bejaarden landbouwer De Kroes. De jongen had een straf in een tuchthuis ondergaan wegens mishandeling van De Kroes. Uit wrok hierover heeft h|j den aanslag gepleegd. Tot tweemaal toe heeft de jongen een schot op den ouden man gelost, doch zij troffen geen doel. Daarop is Van O. de bosschen ingevlucht, waar hq zich thans nog schuil houdt. De politie is er nog niet in geslaagd hem aan te houden. H'

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 3