KRONIEK m BAG.
REGHTSZAKEN.
BINNENLAN6.
hoop SUNLIGHT ZEEP
an
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 12 JANUARI 1939. No. 1».
Het Britsche bezoek
aan Rome.
SCHADUWEN AAN DE KUST.
MIDDELBURG.
VLISSINGEN.
WALCHEREN.
Afscheid van burgemeester
Ter Haar,
■freeA
Chamberlain en Halifax vertoeven thans
te Rome. Maar er zullen weinigen zijn, die
hen om dat uitstapje naar het „zonnige Zui
den" benijden.
Immers, politiek gesproken, is het Zuiden
thans allerminst zonnig. Donkere wolken
pakken zich samen, waaruit, naar menigeen
vreest, t'avend of morgen de bliksemstraal
zou kunnen schieten, die Europa in vuur en
vlam zet.
Engeland's minister-president moge kort
geleden zijn optimisme voor de naaste toe
komst hebben geuit, toch zal hij zich wel
bewust zijn van het dreigende gevaar. Maar
Chamberlain wanhoopt niet aan de mo
gelijkheid, die dreiging af te wenden en
het bezoek aan Mussolini ondernomen
vormt een essentieel onderdeel zijner vre
despolitiek.
Volgens een blijkbaar officieuze uiteen
zetting van Britsche zijde, zal het te Rome
meer gaan om een „exploratie" dan om on
derhandelingen. Chamberlain en lord Halli-
fax hebben zich zonder vooropgezette denk
beelden derwaarts begeven; ook hebben zij
geen formeele agenda. Wat de Fransch-Ita-
liaansche betrekkingen aangaat, wordt
niet over een bemiddeling gedacht. Natuur
lijk zou Londen verbetering der „atmos
feer" tusschen Parijs en Rome op prijs stel
len, maar er bestaat bij Chamberlain geen
plan tot tusschenkomst. Frankrijk is daar
beslist tegen gekant, zooals men weet.
Waarschijnlijk zullen de Engelsche staats
lieden hun gastheeren voorts duidelijk ma
ken, welk belang Groot-Brittannië hecht
aan het nakomen van Italië's beloften tot
volledige eerbiediging der Spaansche inte
griteit. Uitdrukkelijk verklaart Reuter's
diplomatieke correspondent, dat toekenning
van oorlogsrechten ondenkbaar is, zoolang
het plan tot terugtrekking der buitenland-
sche vrijwilligers niet wordt uitgevoerd. In-
tusschen zal, daar Mussolini gastheer is,
hoofdzakelijk worden beraadslaagd over
zaken, door hem zelf aan te roeren.
Downingstreet is er blijkbaar op uit, de
beteekenis van Chamberlain's reis vooral
niet te overdrijven. Deze Engelsche houding
vormt een contrast met de opvattingen te
Rome, waar de pers de komende ontmoe
ting tusschen Duce en prime minister als
een wereld-historische gebeurtenis voorstelt.
De Italiaansche eigenliefde schijnt niet wei
nig gestreeld door het feit, dat de regee-
ringschef van het aloude, machtige Groot-
Brittannië op voet van gelijkheid met den
Duce van 't nieuw-Romeinsche imperium
komt praten. Het oponthoud der Britsche
ministers te Parijs werpt een lichte scha
duw op de feestvreugde maar de schaduw is
bereids weg-geredeneerd.
Ook in Duitschland wordt veel aandacht
aan de Britsch-Italiaansche samenkomst
besteed en men is geneigd, Frankrijk's ver
zet tegen Britsche bemiddeling in het ge
schil met Italië niet naar de letter op te
vatten. Chamberlain zal, wanneer hij over
de Engelseh-Italiaansche betrekkingen met
den Duce van gedachten wisselt, dezen laat
ste niet kunnen beletten, Italië's aspiraties,
door Ciano in de Kamer vagelijk aange
duid, wat meer concreet ter tafel te bren
gen. Men plaatst zich te Berlijn op het
standpunt, dat bedoelde aspiraties bij de
Wilhelmstrasse allicht reeds bekend vol
komen gewettigd zijn en de Berlijnsche cor
respondent der N. R. Ct. vermeldde in dit
verband de woorden, door Duitschland's mi
nister van Economische Zaken, Funk, gebe
zigd over oude rijke mogendheden, die arm
en nieuwe arme mogendheden, die rijk zou
den worden! Een politiek, waarop het aan
't Fransch ontleende gezegde: „ontruim die
plaats, want ik wil er gaan zitten", ten vol
le toepasselijk is. De minister in kwestie
heeft zoo juist Rome verlaten, na er vol
gens Reuter speciaal een verhoogde sa
menwerking tusschen de Duitsche en Ita
liaansche autarkieën te hebben besproken.
Ongetwijfeld werd zijn verblijf ginds bizon
der gewaardeerd, want hem is door Koning
Victor Emmanuel de hoogste onderschei
ding toegekend, welke aan buitenlanders
wordt uitgereikt.
Dat Duitschland, hoewel voorloopig op
den achtergrond blijvend, toch Italië „mo-
reelen" steun verleent wat zijn desiderata
in Middellandsche Zee en Afrika betreft,
verbaast uiteraard niemand. Van belang
voor Berlijn is daarbij bovendien, dat zeer
waarschijnlijk ook het probleem der Jood-
sche vluchtelingen ter sprake zal komen, of
reeds is gekomen. Mussolini zou, naar men
Naar het Engelsch van
J. Jefferson Farjeon.
28).
HOOFDSTUK XVI.
Vragen zonder antwoord.
De straal van Leonards electrische zak
lantaarn schoot naar beneden over het
water. In de schaduw van een rots, onge
veer vijftig meter verder, werd er een
kleine zwarte plek door belicht. Die plek
was de Daisy met den nieuwen roeier erin.
„Allemachtig!" gromde Leonard woe
dend. „Nu zijn we, wat je noemt
Een schot weerklonk. Het kwam niet
van de Daisy, maar scheerde het water in
de richting van de boot. Leonard draaide
zich met een kreet om.
„Kijk uit", riep hij.
„Het is in orde", antwoordde Napoleon.
„Dat schot was van mij".
„Wat!" riep Leonard uit, terwijl hij hem
verbaasd aankeek.
„Ja die verrassing heb ik bezorgd",
voegde Napoleon eraan toe, min of meer
beschaamd naar de revolver in zijn hand
kijkende. „Ik houd er niet van, maar ik
dacht, dat het misschien nuttig zou kun
nen zijn. Weet je, als ik dit ding niet in
mijn zak had gehad, geloof ik, dat ik al
eenige malen den moed zou hebben verlo
ren. Het was net voldoende me te helpen,
er weed bovenop te komen.
„Maar waarom heb je in 's hemelsnaam
geschoten?" vroeg Leonard. „Als je van
plan was hem dood te schieten..*...."
weet, een nota van President Roosevelt
over dit onderwerp tamelijk gunstig hebben
ontvangen en in beginsel bereid zijn geble
ken, den „Führer" hieromtrent te polsen.
Totnogtoe zijn alle pogingen, om de z.g. Jo
denkwestie in een voor alle partijen bevre
digenden geest op te lossen, faliekant uit
geloopen. Montagu Norman moet er tijdens
zijn verblijf in de Duitsche hoofdstad zon
der veel resultaat met dr. Schacht over
hebben gesproken en men verwacht nau
welijks eenig heil van de onderhandelingen,
die de Amerikaansche voorzitter der inter-
gouvernementeele commissie, Rublee,
met de toonaangevende instanties komt
voeren. Trouwens, tot voor kort bestond er
bij die instanties zelve allerminst eenstem
migheid over de te volgen gedragslijn. Wan
neer nu Mussolini, na zijn gesprek met am
bassadeur Phillips, een of andere regeling
wist voor te stellen en ook de instemming
van Chamberlain te verwerven, zou er
eenig schot komen in een aangelegenheid,
die Duitschland's betrekkingen met tal van
landen ten zeerste heeft geschaad.
Hoeveel en in welken zin men ook mag
gissen, vast staat wel, dat Spanje een der
hoofdpunten van de besprekingen te Rome
vormt. Naar Reuter te kennen gaf, zou
Chamberlain niet te vinden zijn voor een
toekenning van belligerentenrechten aan
Franco, zoolang de Italianen in diens gele
deren meevechten. Nu is 't merkwaardig,
dat Maandag zich een afgezant van den
rechtschen generalissimus op het Palazzo;
Venezia heeft vervoegd, om een persoon
lijke boodschap van zijn gebieder aan den
Duce te overhandigen. Was het een ver
zoek om meer hulp, nu de linkschen aan 't
Estremadurafront een offensief hebben
ontketend, dat den opmarsch der „nationa-
len" in Catalonië ernstig zou kunnen ver
tragen? Of zond Franco antwoord op een
hem gedane vraag over de mogelijkheid,
het Italiaansche contingent uit de vuurlinie
terug te trekken? Wij weten het niet, no-
teeren alleen de van „zeer bevoegde" zijde
uit Saragossa gedane mededeeling, dat bij
de 352.000 man, die aan de krijgsverrichtin
gen op Catalaansch gebied deelnemen, zich
niet meer dan 16.315 Italianen bevinden. De
Italiaansche generaal Gambara voert dan
ook bevel over een legerkorps, hetwelk in
meerderheid uit Spanjaarden bestaat. En
er zouden slechts een honderdtal Italiaan-,
sche vliegers zijn tegenover 700, waarne
mers en werktuigkundigen meegerekend,
van Spaansche nationaliteit. Jammer ge
noeg wordt niet medegedeeld, hoe 't met
de materiaalsverhouding bij de luchtmacht
staat. Intusschen zijn volgens Barcelona
nog zéér onlangs de gelederen der Italianen
weer eenigszins aangevuld, maar 't is een
openbaar geheim, dat Mussolini's landge-
nooten meer dan genoeg van het avontuur
hebben en niets liever dan een liquidatie de
zer kostbare en bloedige onderneming zou
den begeeren.
Of 't daartoe spoedig komen zal? Men
heeft Chamberlain het plan toegeschreven,
den Duce door een leening en andere fi-
nancieelen bijstand voor een toeschietelij
ker houding op verschillende punten te
winnen. Ook zou de Britsche premier in be
ginsel niet afkeerig zijn van eenige tege
moetkoming aan Italië's wenschen nopens
het Suezkanaal. In dit opzicht zit Rome niet
stil, want bij de onderhandelingen te Cairo
over een Egyptisch-Italiaansch niet-aan-
valspact heeft gezant Mazzolini deze
kwestie andermaal "ter sprake gebracht.
Zonder twijfel ware hierover veel gemakke
lijker te praten, indien de zaak werd losge
maakt uit de sfeer van onrust en dreiging,!
die sedert de kreten „Tunis en Corsica" op
het Apennynsche schiereiland weerklonken
den geheelen internationalen toestand ver
vult en vertroebelt.
VOOR DE 36STE MAAL VEROORDEELD.
De rechtbank te Amsterdam heeft een 41-
jarigen monteur, die reeds 35 maal veroor
deeld is, thans wegens diefstal en oplichting
veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf
met aftrek van de voorloopige hechtenis.
De man heeft zich een groot deel van zijn
leven bezig gehouden met kleine diefstal
letjes, oplichtinkjes en verduisteringen. Nu
heeft hjj een fiets weggenomen en elders
wist hij onder een valsch voorwendsel een
rijwiel uit een-stalling mee te nemen.
„Dat was ik niet", protesteerde Napo
leon. „Ik had alleen maar de bedoeling
hem aan het schrikken te maken. Weetje,
ik houd van die anarchistische methoden.
Ik geloof in het principe van een recht
vaardige verdeeling.
Leonard glimlachte.
„Nu, ik heb er geen bezwaar tegen, dat
je het ding meegenomen hebt", zeide hij,
„maar wees wat voorzichtig er'mee in het
gebruik en, om 's hemels wil, stop het nu
weg! Je zwaait er mee rond alsof het een
doode kat is. We zullen het vooreerst niet
noodig hebben", voegde hij er na een kor
te tusschenpoos grimmig aan toe. „De
eenige mensch aan boord, buiten onszelf,
is al dood".
„Ik hoop het van Harte", antwoordde
Napoleon, toen hij de revolver weer in zijn
zak stak. „Maar het lijkt me niet verstan
dig, er een weddenschap voor aan te
gaan".
Tijdens de korte stilte, die nu volgde,
overzag Lenoard hun toestand. Plotseling
zei hij:
„Laten we ergens gaan zitten en een si
garet opsteken. We zullen hier wel voor
eenige uren vast zitten en we hebben heel
wat om over na te denken."
„Dat is niet kwaad", voegde Napoleon
eraan toe. „Ik ben altijd scherp van ver
stand als ik een sigaret rook. Ik zal hier
op dat uitsteeksel gaan zitten. Jij kunt
misschien op die punt gaan zitten."
„Weet je, Truelove, ik ben blij dat ik
jou bij me heb", zei Leonard, lachend. „Je
bent zoo'n beste kerel in een moeilijk
oogenblik, en je kunt zoo gezellig praten".
H.M. DE KONINGIN NAAR SOESTDIJK.
Men meldt ons van officieele zijde, dat
H.M. de Koningin z;ch gistermiddag voor
een verblijf van enkele dagen naar Soest -
dijk heeft begeven.
ONVERANTWOORDELIJKE GEDOE OF
KWAADWILLIGHEID
Naar aanleiding van het feit, dat het
Duitsche Nieuwsbureau gisteravond een be
richt van den volgenden inhoud heeft ver
spreid:
„Amsterdam, 11 Januari. (D.N.B.). De
vorige week Vrijdagavond is, klaarblijkelijk
van vrij grooten afstand, een schot gelost
op het woonvertrek van de particuliere
woning van den kanselier van het Duitsche
consultaat-generaal in Amsterdam.
Terwijl de Nederlandsche justitie bezig
was met het opsporen van den onbekenden
dader, werd in den nacht van Maandag op
Dinsdag een gelijke aanslag gepleegd op
het werkvertrek van den secretaris in het
Duitsche gezantschap in Den Haag".
Verneemt het A.N.P. het volgende:
In beide in het D.N.B.-bericht genoemde ge
vallen is de ontdekking gedaan, tijdens af
wezigheid van de bewoners, dat een ven
ster doorboord was, vermoedelijk door een
kogeltje uit een zeer klein kaliber schiet
werktuig. In het Haagsche geval is in een
der kamers een kogeltje gevonden.
FAILLISSEMENTSSTATISTIEK.
In 1937 is het aantal faillissemen-.
ten bijzonder sterk gedaald.
Het overzicht van het aantal uitgespro
ken faillissementen, waarmede de zoo juist
verschenen faillissementsstatistiek over 1937
(bewerkt door het centraal bureau voor de
statistiek) aanvangt, leert, dat over een
reeks van jaren, gezien perioden van sterke
stijging van het aantal uitgesproken faillis
sementen, afwisselden met die van belang
rijke daling. Zeer groot was het aantal fail
lissementen in de jaren 1924 (55,6 per
100.000 der gemiddelde bevolking) en 1932
tot en met 1935 (gem. 52,4).
In 1937 is het aantal faillissementen bij
zonder sterk gedaald, n.l. van 4.118 tot
2.888. Per 100.000 inwoners bedroeg het
aantal 33,6 tegen 48,4 in het voorafgegane
jaar.
Uit de specificatie naar economisch-geo-
grafische gebieden blijkt, dat voor 38 van de
42 groepen het cijfer van 1937 gunstiger
was dan dat van 1936. Belangrijke daling
wordt opgemerkt o.a. voor Amsterdam
(1936: 609, 1937: 387). Het Gooi en Ooste
lijk Utrecht (resp. 231 en 163), stad
Utrecht en omstreken (124 en 71), 's-Gra-
venhage en omstreken (402 en 274), Rot
terdam (289 en 163).
Het aantal gefailleerde bedrijven bedroeg
in de jaren 1935 t/m 1937 resp. 3.125, 3.148
en 2.092. Het aantal gefailleerde handels
bedrijven is de laatste jaren bijzonder sterk
gedaald: in 1934 bedroeg het aantal nog
1512 en in 1937 was het aantal 861, d.i. 651,
of 43 pet. lager. Een aanzienlijke vermin
dering was er o.a. ten aanzien van Amster
dam (1936: 191, 1937: 103), 's-Gravenhage
en omstreken (resp. 133 en 83) en Rotter
dam (resp. 99 en 50). Ofschoon het aantal
door insolventie beëindigde faillissementen
betrekkelijk weinig verminderde (van 2.191
tot 2.074), waren de bedragen der baten
en schulden in 1937 belangrijk lager. Het
totaal bedrag der activa bedroeg 5.957.722
of 18.209.965 minder dan in 1936; de pas
siva waren 40.177.610, d.i. 38.356.043
lager.
Aan de preferente crediteuren in de door
insolventie geëindigde faillissementen werd
uitgekeerd een bedrag van 2.111.228 of
49,6 pet. van het totaal hunner vorderin
gen. Voor de concurrente schuldeischers
kwam in totaal 2.417.585 of 6,7 pet. van
hun vorderingen terecht.
In de statistiek over 1937 zijn voorloopige
cijfers van de maand Januari tot en met
November 1938 opgenomen. Samengesteld
was 't aantal faillissementen in deze maan
den 2.341 tegen 2.897 in dezelfde maanden
van 1937.
WAARDEERING VOOR HET
SPOORWEGPERSONEEL.
De directie der Nederlandsche Spoorwe
gen heeft de volgende dienstorder aan het
personeel doen toekomen:
„Nu de periode van strenge koude en van
sneeuwval met de daaraan voor ons bedrijf
verbonden groote moeilijkheden voorbij is,
voelen wij behoefte ons personeel dank te
zeggen voor de voorbeeldige wijze, waarop
het zjjn zware taak in deze dagen heeft
verricht".
„Nee, is 't heuself waar?" vroeg Na
poleon. „Dat moet je eens aan juffrouw
Haines vertellen, wil je? Soms denk ik,
dat zij eraan twijfelt".
Zij zaten stil en een paar seconden later
gloeiden twee brandende sigaretten-eind
jes gezellig.
„Wat zullen wij een gek figuur slaan
tegenover het mannetje in de maan",
merkte Leonard op, terwijl hij zijn ge
dachten een beetje de vrije teugel liet,
toen hij den rook uitblies. „Daar zitten we
nu, pratend en rookend op een stuk ge
beukte oude schuit en beneden ligt een
doode man".
„Ja, 't is een gek geval", antwoordde
Napoleon, in gedachten zijn neus krab
bend. „Eigenlijk moest ik er hevig ver
schrikt door zijn, maar ik heb het gevoel
als of het zoo hoort. Hier zitten we nu,
moederziel alleen met een lijk. Het schip
kan wel bezaaid liggen met dooden. Enfin
we zijn er nu eenmaal!"
„Maar weten we waar we zijn?", vroeg
Leonard. „Laat ons eens het trachten uit
te vinden. Heb je een opschrijfboekje?
Goed! Schrijf dan eens de volgende vragen
op, en dan zullen we de antwoorden zoe
ken".
Napoleon haalde zijn notitieboekje te
voorschijn en keek op de eerste bladzijde.
„Er zijn een heeleboel rijmwoorden op
„Haines", zei hij, „maar wat rijmt er nu op
„Beryl"? Alles wat ik kon bedenken is:
„ferrule", maar de punt van een wandel
stok is nu niet bepaald poëtisch. Doet er
niet toe, zaken gaan voor. Kom voor den
dag met je vragen. Nummer één?"
HET GROENE KRUIS.
Gistermiddag hield de Groene Kruisver-
eeniging haar jaarvergadering in hotel „de
Burg" alhier.
De voorzitter dr. H. Reilingh, kon alleen
bestuursleden in de algemeene vergadering
welkom heeten.
De secretaresse, mej. M. Callenfels
bracht het jaarverslag over het vereeni-
gingsjaar 1 Juli 193730 Juni 1938 uit.
Daaruit bleek, dat het ledental vrijwel sta-
tionnair blijft en ongeveer 2400 bedraagt.
De gebouwen der vereeniging zijn in goe
den staat en het materiaal werd ook nu
weer uitgebreid o.a. door geschonken ver-
plegingsartikelen.
De financiën der vereeniging baren geen
zorg. De secretaresse herinnerde ook aan
de op 6 Februari 1938 ter eere van de ge
boorte van Prinses Beatrix gehouden col
lecte voor steun aan moeders en hun zui
gelingen. De vereeniging kon daardoor
218.54 voor de Vereeniging tot bescher
ming van zuigelingen beschikbaar stellen.
Het jaarverslag werd goedgekeurd en dit
geschiedde ook met de stukken van den
penningmeester, mr. J. F. van Deinse. De
jaarrekening wijst aan in ontvangst
4174.46 en in uitgaaf 1855.54, goed slot
alzoo 2318.92.
De vergadering herkoos als bestuurslid
ds. C. F. Nolte.
De voorzitter deed nog in het kort ver
slag van de te Vlissingen gehouden alge
meene vergadering van de Prov. Vereeni
ging en kon daarna met groote waardee
ring getuigen van den arbeid van den be
heerder van het magazijn.
Er bestaan ook nu weer plannen tot uit
breiding van het aantal aanwezige artike
len.
WILLY DERBY.
Het had voller kunnen zijn in het Schut
tershof, maar toch waren gisteravond nog
vrij velen opgekomen om na een tusschen-
ruimte van enkele jaren de kennismaking
van aangezicht tot aangezicht met Willy
Derby te hernieuwen en niet te volstaan
met hetgeen men op gezette tijden door de
radio van dezen humorist hoort.
Hij heeft de opgekomenen vergast op
een groote verscheidenheid van liederen,
grootendeels van vroolijken aard, al ont
brak ook de ernst niet, waarbij, die waarin
de huidige wereldgebeurtenissen doorsche
merde niet het minste succes mochten boe
ken.
Onder de vroolijke nummers waren er
enkele, die de aanwezigen tot medezingen
noopten, wat begrijpelijkerwijze de stem
ming ten zeerste verhoogde.
Na de pauze heeft de goochelaar Davola
enkele goed geslaagde toeren gebracht en
daarbij goede hulp gehad van een tweetal
personen uit het publiek.
Het slot van den avond was weer voor
Derby zelf, die daarbij vooral ook liederen
van zijn uitgebreid repertoire op verzoek
ten beste gaf. De begeleider deed ook zeer
verdienstelijk werk.
Opbrengst Weldadigheidspostzegels.
De verkoop van we'ldadigheidspostzegels
hier ter stede heeft 2151 opgebracht.
Dalende werkloosheid.
Na de groote stijging der werkloosheid
in onze gemeente de vorige maand, houdt
de daling de laatste paar weken steeds
aan.
Zoo stonden heden als werkzoekenden
ingeschreven 496 personen, tegen de vori
ge week 514.
In de werkverschaffing werden geplaatst
76 personen, waarvan 29 in de plantsoenen.
(Ingez. Med.)
Mutaties personeel Loojlswezen,
Met ingang van 1 Maart a.s. wordt den
2en matroos aan boord betonnings- en ver
lichtingsvaartuigen, F. L. Schwarz eervol
ontslag verleend.
DOMBURG. Het bestuur van de Oranje-
vereeniging besloot om ter gelegenheid van
den eersten verjaardag van Prinses Bea
trix een middag-zaalfeest voor de kinde
ren te organiseeeren.
Aan den avond van den dag zal dan
eerst de jaarvergadering worden gehou
den, waarna het gezelschap van 's middags
voor de ouderen zal optreden.
In verband met het afhuren van dit ge
zelschap, moest de datum worden vastge
steld op 1 Februari a.s.
RITTEM. Woensdagmiddag leidde burge
meester P. W. ter Haar de laatste Raads
vergadering. Ingekomen was een schrijven
van Ged. Staten met de vraag of de Raad
genegen is om zoo noodig de betrekking
van burgemeester en secretaris te combi
neeren en die van secretaris en gemeente
ontvanger te scheiden. Hiervoor was de
Raad wel te vinden.
Daarna hield de burgemeester zijn af
scheidsrede.
Hoewel mijn benoeming tot burgemees
ter van Stavoren op 15 Januari a.s. ingaat,
aldus spr., en ik tevens dan .pas mijn ambts-.
periode als burgemeester der gemeente Rit-
tem afsluit, zoo wil ik toch heden, gezien
den zeer korten tijd die mij nog rest, in het
openbaar afscheid van U nemen.
Ik behoef U niet te zeggen, dat het mij
zwaar valt thans van U allen weg te gaan.
Ruim 7% jaar geleden kwam ik als jeugdig
vrijgezel naar uw stille, doch zoo mooie
dorpje. Nimmer zal ik den dag van mijn
intrede vergeten, 't was een stralende zon
nedag en volgens oud gebruik werd ik in
gehaald, voorafgegaan door een stoet van
stoere Zeeuwsche ruiters en het alom be
kende Rittemsche fanfarecorps. Diep ge
troffen werd ik door de schoonheid van Uw
land en de Walchersche kleederdracht, als
mede de gulle hartelijkheid waarmede gij
allen mij tegemoet kwaamt.
Ik sprak dien dag over de tegenstellingen
tusschen stad en platteland, welke in den
loop der jaren, als gevolg van het snelver
keer, alsmede tengevolge der voortschrij
dende ontwikkeling der techniek, meer en
meer zouden verdwijnen. Reeds gedurende
de 7% jaar dat ik als burgemeester in uwe
gemeente heb mogen werkzaam zijn, heb
ik geleidelijk de opheffing der tegenstellin
gen mogen constateeren. Reeds kort na mijn
intrede mocht ik de electrificatie van de
kom der gemeente, alsmede van die der
aansluitende wegen, zien tot stand komen.
Enkele jaren daarop werd de Rittemsche
straatweg aanmerkelijk verbreed en van
een nieuw klinkerdek voorzien. Ik hoop te
vens, dat in de niet al te verre toekomst,
de gemeente Rittem, tegen een matig ta
rief, op het waterleidingnet Midden Wal
cheren zal kunnen worden aangesloten.
Het ligt niet op mijn weg een verdere
opsomming te geven van wat er in de afge-
loopen 7% jaar is tot stand gekomen. Wel
wil ik even constateeren dat uw gemeente
bestuur steeds een open oog heeft gehad
voor noodzakelijke verbeteringen en hoewel
CX-4X-1-
E M MOOIT
(Ingez. Med.)
„Waar is mijnheer Fyne?" antwoordde
Leonard. „Dat is de. eerste en de belang
rijkste vraag".
„Eén. Waar is mijnheer Fyne?" schreef
Napoleon. „Wat is het antwoord?"
„Tot nu toe, blanco. Ik dacht, dat we
hem achter die gesloten deur zouden vin
den. Ik vertelde je immers, dat ik er ie
mand had hooren ademhalen".
„Ja, en wat ik niet begrijp, is, waarom je
niet dadelijk bij je eerste bezoek die deur
hebt opengesmeten!"
„Daarvoor had ik twee redenen, kerel.
Ik had niets om mee te smijten. En nu,
juffrouw Haines was er bij, en ofschoon zij
een van de moedigste meisjes is die ik
ken
„Daarmee ben ik het volkomen eens".
„Ook leek het mij niet verantwoord haar
aan grooter gevaren bloot te stellen. Ten
slotte wisten we niet, wat er achter de
deur was. En zonder boot en een mijl
zwemmen naar de kust, waren we nu niet
bepaald uitgerust voor netelige omstandig
heden."
„Dat was je zeker niet!" gaf Napoleon
toé. „Ik kan je gezichtspunt eerbiedigen.
Het was goed, wat je deed. Maar kijk eens,
denk je nog, dat het mijnheer Fyne
was, die ademhaalde?"
„Laat ons dat als vraag twee stellen. Wie
was er achter de deur?"
„Wie was er achter de deur", schreef
Napoleon. „We kunnen ook vragen: „Hoe
veel deuren zijn er en hoeveel dingen zijn
er achter?" Hij keek onbehaaglijk om zich
heen. „We kunnen beter onze oogen slui
ten, nu we onze kolossale onwetendheid de-
monstreeren, weet je!"
„Ja, maar ik waak", knikte Leonard.
„Persoonlijk denk ik niet langer dat mijn
heer Fyne achter de deur was. Ik denk nu,
dat het die dwaas was
„Ja, maar wie bracht in dat geval onzen
vriendelijken doode op het tapijt?" viel Na
poleon in de rede.
„Schrijf dat voor nummer drie op. En
eigenlijk kun je half en half het antwoord
er bij schrijven. Een man met een donker
blauw pak aan met een scheur er in en
een knoop er af, bracht het lichaam hier.
We kunnen een klein beetje combineeren.
Een goed gekleede heer is van de rots ge
gooid. De man, die dat deed, is waar
schijnlijk iemand, die op zee vaart".
„Dat is een veronderstelling".
„Maar ik geloof, dat het een goede ver
onderstelling is. Ja, ik ben er bijna zeker
van, Truelove".
Napoleon keek hem strak aan.
„Je houdt iets voor me verborgen!" riep
hij uitdagend.
„Misschien. Maar laten we dat voor het
oogenblik laten rusten
„Waarom?" hield Napoleon aan. „Weet
je, ik kan je nu niet heelemaal volgen. Je
bent zoo zot in deze geschiedenis terecht
gekomen, en vergeef mij, dat ik het zeg
je belangstelling is zoo hevig. Ik denk,
dat het een soort sportiviteit van je is en
ik wil wedden, dat juffrouw Fyne's dank
baar
(Wordt vervolgd).