KRONIEK m BAG. REGHTSZAKEN. BINNENLAN6. hoop SUNLIGHT ZEEP an TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 12 JANUARI 1939. No. 1». Het Britsche bezoek aan Rome. SCHADUWEN AAN DE KUST. MIDDELBURG. VLISSINGEN. WALCHEREN. Afscheid van burgemeester Ter Haar, ■freeA Chamberlain en Halifax vertoeven thans te Rome. Maar er zullen weinigen zijn, die hen om dat uitstapje naar het „zonnige Zui den" benijden. Immers, politiek gesproken, is het Zuiden thans allerminst zonnig. Donkere wolken pakken zich samen, waaruit, naar menigeen vreest, t'avend of morgen de bliksemstraal zou kunnen schieten, die Europa in vuur en vlam zet. Engeland's minister-president moge kort geleden zijn optimisme voor de naaste toe komst hebben geuit, toch zal hij zich wel bewust zijn van het dreigende gevaar. Maar Chamberlain wanhoopt niet aan de mo gelijkheid, die dreiging af te wenden en het bezoek aan Mussolini ondernomen vormt een essentieel onderdeel zijner vre despolitiek. Volgens een blijkbaar officieuze uiteen zetting van Britsche zijde, zal het te Rome meer gaan om een „exploratie" dan om on derhandelingen. Chamberlain en lord Halli- fax hebben zich zonder vooropgezette denk beelden derwaarts begeven; ook hebben zij geen formeele agenda. Wat de Fransch-Ita- liaansche betrekkingen aangaat, wordt niet over een bemiddeling gedacht. Natuur lijk zou Londen verbetering der „atmos feer" tusschen Parijs en Rome op prijs stel len, maar er bestaat bij Chamberlain geen plan tot tusschenkomst. Frankrijk is daar beslist tegen gekant, zooals men weet. Waarschijnlijk zullen de Engelsche staats lieden hun gastheeren voorts duidelijk ma ken, welk belang Groot-Brittannië hecht aan het nakomen van Italië's beloften tot volledige eerbiediging der Spaansche inte griteit. Uitdrukkelijk verklaart Reuter's diplomatieke correspondent, dat toekenning van oorlogsrechten ondenkbaar is, zoolang het plan tot terugtrekking der buitenland- sche vrijwilligers niet wordt uitgevoerd. In- tusschen zal, daar Mussolini gastheer is, hoofdzakelijk worden beraadslaagd over zaken, door hem zelf aan te roeren. Downingstreet is er blijkbaar op uit, de beteekenis van Chamberlain's reis vooral niet te overdrijven. Deze Engelsche houding vormt een contrast met de opvattingen te Rome, waar de pers de komende ontmoe ting tusschen Duce en prime minister als een wereld-historische gebeurtenis voorstelt. De Italiaansche eigenliefde schijnt niet wei nig gestreeld door het feit, dat de regee- ringschef van het aloude, machtige Groot- Brittannië op voet van gelijkheid met den Duce van 't nieuw-Romeinsche imperium komt praten. Het oponthoud der Britsche ministers te Parijs werpt een lichte scha duw op de feestvreugde maar de schaduw is bereids weg-geredeneerd. Ook in Duitschland wordt veel aandacht aan de Britsch-Italiaansche samenkomst besteed en men is geneigd, Frankrijk's ver zet tegen Britsche bemiddeling in het ge schil met Italië niet naar de letter op te vatten. Chamberlain zal, wanneer hij over de Engelseh-Italiaansche betrekkingen met den Duce van gedachten wisselt, dezen laat ste niet kunnen beletten, Italië's aspiraties, door Ciano in de Kamer vagelijk aange duid, wat meer concreet ter tafel te bren gen. Men plaatst zich te Berlijn op het standpunt, dat bedoelde aspiraties bij de Wilhelmstrasse allicht reeds bekend vol komen gewettigd zijn en de Berlijnsche cor respondent der N. R. Ct. vermeldde in dit verband de woorden, door Duitschland's mi nister van Economische Zaken, Funk, gebe zigd over oude rijke mogendheden, die arm en nieuwe arme mogendheden, die rijk zou den worden! Een politiek, waarop het aan 't Fransch ontleende gezegde: „ontruim die plaats, want ik wil er gaan zitten", ten vol le toepasselijk is. De minister in kwestie heeft zoo juist Rome verlaten, na er vol gens Reuter speciaal een verhoogde sa menwerking tusschen de Duitsche en Ita liaansche autarkieën te hebben besproken. Ongetwijfeld werd zijn verblijf ginds bizon der gewaardeerd, want hem is door Koning Victor Emmanuel de hoogste onderschei ding toegekend, welke aan buitenlanders wordt uitgereikt. Dat Duitschland, hoewel voorloopig op den achtergrond blijvend, toch Italië „mo- reelen" steun verleent wat zijn desiderata in Middellandsche Zee en Afrika betreft, verbaast uiteraard niemand. Van belang voor Berlijn is daarbij bovendien, dat zeer waarschijnlijk ook het probleem der Jood- sche vluchtelingen ter sprake zal komen, of reeds is gekomen. Mussolini zou, naar men Naar het Engelsch van J. Jefferson Farjeon. 28). HOOFDSTUK XVI. Vragen zonder antwoord. De straal van Leonards electrische zak lantaarn schoot naar beneden over het water. In de schaduw van een rots, onge veer vijftig meter verder, werd er een kleine zwarte plek door belicht. Die plek was de Daisy met den nieuwen roeier erin. „Allemachtig!" gromde Leonard woe dend. „Nu zijn we, wat je noemt Een schot weerklonk. Het kwam niet van de Daisy, maar scheerde het water in de richting van de boot. Leonard draaide zich met een kreet om. „Kijk uit", riep hij. „Het is in orde", antwoordde Napoleon. „Dat schot was van mij". „Wat!" riep Leonard uit, terwijl hij hem verbaasd aankeek. „Ja die verrassing heb ik bezorgd", voegde Napoleon eraan toe, min of meer beschaamd naar de revolver in zijn hand kijkende. „Ik houd er niet van, maar ik dacht, dat het misschien nuttig zou kun nen zijn. Weet je, als ik dit ding niet in mijn zak had gehad, geloof ik, dat ik al eenige malen den moed zou hebben verlo ren. Het was net voldoende me te helpen, er weed bovenop te komen. „Maar waarom heb je in 's hemelsnaam geschoten?" vroeg Leonard. „Als je van plan was hem dood te schieten..*...." weet, een nota van President Roosevelt over dit onderwerp tamelijk gunstig hebben ontvangen en in beginsel bereid zijn geble ken, den „Führer" hieromtrent te polsen. Totnogtoe zijn alle pogingen, om de z.g. Jo denkwestie in een voor alle partijen bevre digenden geest op te lossen, faliekant uit geloopen. Montagu Norman moet er tijdens zijn verblijf in de Duitsche hoofdstad zon der veel resultaat met dr. Schacht over hebben gesproken en men verwacht nau welijks eenig heil van de onderhandelingen, die de Amerikaansche voorzitter der inter- gouvernementeele commissie, Rublee, met de toonaangevende instanties komt voeren. Trouwens, tot voor kort bestond er bij die instanties zelve allerminst eenstem migheid over de te volgen gedragslijn. Wan neer nu Mussolini, na zijn gesprek met am bassadeur Phillips, een of andere regeling wist voor te stellen en ook de instemming van Chamberlain te verwerven, zou er eenig schot komen in een aangelegenheid, die Duitschland's betrekkingen met tal van landen ten zeerste heeft geschaad. Hoeveel en in welken zin men ook mag gissen, vast staat wel, dat Spanje een der hoofdpunten van de besprekingen te Rome vormt. Naar Reuter te kennen gaf, zou Chamberlain niet te vinden zijn voor een toekenning van belligerentenrechten aan Franco, zoolang de Italianen in diens gele deren meevechten. Nu is 't merkwaardig, dat Maandag zich een afgezant van den rechtschen generalissimus op het Palazzo; Venezia heeft vervoegd, om een persoon lijke boodschap van zijn gebieder aan den Duce te overhandigen. Was het een ver zoek om meer hulp, nu de linkschen aan 't Estremadurafront een offensief hebben ontketend, dat den opmarsch der „nationa- len" in Catalonië ernstig zou kunnen ver tragen? Of zond Franco antwoord op een hem gedane vraag over de mogelijkheid, het Italiaansche contingent uit de vuurlinie terug te trekken? Wij weten het niet, no- teeren alleen de van „zeer bevoegde" zijde uit Saragossa gedane mededeeling, dat bij de 352.000 man, die aan de krijgsverrichtin gen op Catalaansch gebied deelnemen, zich niet meer dan 16.315 Italianen bevinden. De Italiaansche generaal Gambara voert dan ook bevel over een legerkorps, hetwelk in meerderheid uit Spanjaarden bestaat. En er zouden slechts een honderdtal Italiaan-, sche vliegers zijn tegenover 700, waarne mers en werktuigkundigen meegerekend, van Spaansche nationaliteit. Jammer ge noeg wordt niet medegedeeld, hoe 't met de materiaalsverhouding bij de luchtmacht staat. Intusschen zijn volgens Barcelona nog zéér onlangs de gelederen der Italianen weer eenigszins aangevuld, maar 't is een openbaar geheim, dat Mussolini's landge- nooten meer dan genoeg van het avontuur hebben en niets liever dan een liquidatie de zer kostbare en bloedige onderneming zou den begeeren. Of 't daartoe spoedig komen zal? Men heeft Chamberlain het plan toegeschreven, den Duce door een leening en andere fi- nancieelen bijstand voor een toeschietelij ker houding op verschillende punten te winnen. Ook zou de Britsche premier in be ginsel niet afkeerig zijn van eenige tege moetkoming aan Italië's wenschen nopens het Suezkanaal. In dit opzicht zit Rome niet stil, want bij de onderhandelingen te Cairo over een Egyptisch-Italiaansch niet-aan- valspact heeft gezant Mazzolini deze kwestie andermaal "ter sprake gebracht. Zonder twijfel ware hierover veel gemakke lijker te praten, indien de zaak werd losge maakt uit de sfeer van onrust en dreiging,! die sedert de kreten „Tunis en Corsica" op het Apennynsche schiereiland weerklonken den geheelen internationalen toestand ver vult en vertroebelt. VOOR DE 36STE MAAL VEROORDEELD. De rechtbank te Amsterdam heeft een 41- jarigen monteur, die reeds 35 maal veroor deeld is, thans wegens diefstal en oplichting veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf met aftrek van de voorloopige hechtenis. De man heeft zich een groot deel van zijn leven bezig gehouden met kleine diefstal letjes, oplichtinkjes en verduisteringen. Nu heeft hjj een fiets weggenomen en elders wist hij onder een valsch voorwendsel een rijwiel uit een-stalling mee te nemen. „Dat was ik niet", protesteerde Napo leon. „Ik had alleen maar de bedoeling hem aan het schrikken te maken. Weetje, ik houd van die anarchistische methoden. Ik geloof in het principe van een recht vaardige verdeeling. Leonard glimlachte. „Nu, ik heb er geen bezwaar tegen, dat je het ding meegenomen hebt", zeide hij, „maar wees wat voorzichtig er'mee in het gebruik en, om 's hemels wil, stop het nu weg! Je zwaait er mee rond alsof het een doode kat is. We zullen het vooreerst niet noodig hebben", voegde hij er na een kor te tusschenpoos grimmig aan toe. „De eenige mensch aan boord, buiten onszelf, is al dood". „Ik hoop het van Harte", antwoordde Napoleon, toen hij de revolver weer in zijn zak stak. „Maar het lijkt me niet verstan dig, er een weddenschap voor aan te gaan". Tijdens de korte stilte, die nu volgde, overzag Lenoard hun toestand. Plotseling zei hij: „Laten we ergens gaan zitten en een si garet opsteken. We zullen hier wel voor eenige uren vast zitten en we hebben heel wat om over na te denken." „Dat is niet kwaad", voegde Napoleon eraan toe. „Ik ben altijd scherp van ver stand als ik een sigaret rook. Ik zal hier op dat uitsteeksel gaan zitten. Jij kunt misschien op die punt gaan zitten." „Weet je, Truelove, ik ben blij dat ik jou bij me heb", zei Leonard, lachend. „Je bent zoo'n beste kerel in een moeilijk oogenblik, en je kunt zoo gezellig praten". H.M. DE KONINGIN NAAR SOESTDIJK. Men meldt ons van officieele zijde, dat H.M. de Koningin z;ch gistermiddag voor een verblijf van enkele dagen naar Soest - dijk heeft begeven. ONVERANTWOORDELIJKE GEDOE OF KWAADWILLIGHEID Naar aanleiding van het feit, dat het Duitsche Nieuwsbureau gisteravond een be richt van den volgenden inhoud heeft ver spreid: „Amsterdam, 11 Januari. (D.N.B.). De vorige week Vrijdagavond is, klaarblijkelijk van vrij grooten afstand, een schot gelost op het woonvertrek van de particuliere woning van den kanselier van het Duitsche consultaat-generaal in Amsterdam. Terwijl de Nederlandsche justitie bezig was met het opsporen van den onbekenden dader, werd in den nacht van Maandag op Dinsdag een gelijke aanslag gepleegd op het werkvertrek van den secretaris in het Duitsche gezantschap in Den Haag". Verneemt het A.N.P. het volgende: In beide in het D.N.B.-bericht genoemde ge vallen is de ontdekking gedaan, tijdens af wezigheid van de bewoners, dat een ven ster doorboord was, vermoedelijk door een kogeltje uit een zeer klein kaliber schiet werktuig. In het Haagsche geval is in een der kamers een kogeltje gevonden. FAILLISSEMENTSSTATISTIEK. In 1937 is het aantal faillissemen-. ten bijzonder sterk gedaald. Het overzicht van het aantal uitgespro ken faillissementen, waarmede de zoo juist verschenen faillissementsstatistiek over 1937 (bewerkt door het centraal bureau voor de statistiek) aanvangt, leert, dat over een reeks van jaren, gezien perioden van sterke stijging van het aantal uitgesproken faillis sementen, afwisselden met die van belang rijke daling. Zeer groot was het aantal fail lissementen in de jaren 1924 (55,6 per 100.000 der gemiddelde bevolking) en 1932 tot en met 1935 (gem. 52,4). In 1937 is het aantal faillissementen bij zonder sterk gedaald, n.l. van 4.118 tot 2.888. Per 100.000 inwoners bedroeg het aantal 33,6 tegen 48,4 in het voorafgegane jaar. Uit de specificatie naar economisch-geo- grafische gebieden blijkt, dat voor 38 van de 42 groepen het cijfer van 1937 gunstiger was dan dat van 1936. Belangrijke daling wordt opgemerkt o.a. voor Amsterdam (1936: 609, 1937: 387). Het Gooi en Ooste lijk Utrecht (resp. 231 en 163), stad Utrecht en omstreken (124 en 71), 's-Gra- venhage en omstreken (402 en 274), Rot terdam (289 en 163). Het aantal gefailleerde bedrijven bedroeg in de jaren 1935 t/m 1937 resp. 3.125, 3.148 en 2.092. Het aantal gefailleerde handels bedrijven is de laatste jaren bijzonder sterk gedaald: in 1934 bedroeg het aantal nog 1512 en in 1937 was het aantal 861, d.i. 651, of 43 pet. lager. Een aanzienlijke vermin dering was er o.a. ten aanzien van Amster dam (1936: 191, 1937: 103), 's-Gravenhage en omstreken (resp. 133 en 83) en Rotter dam (resp. 99 en 50). Ofschoon het aantal door insolventie beëindigde faillissementen betrekkelijk weinig verminderde (van 2.191 tot 2.074), waren de bedragen der baten en schulden in 1937 belangrijk lager. Het totaal bedrag der activa bedroeg 5.957.722 of 18.209.965 minder dan in 1936; de pas siva waren 40.177.610, d.i. 38.356.043 lager. Aan de preferente crediteuren in de door insolventie geëindigde faillissementen werd uitgekeerd een bedrag van 2.111.228 of 49,6 pet. van het totaal hunner vorderin gen. Voor de concurrente schuldeischers kwam in totaal 2.417.585 of 6,7 pet. van hun vorderingen terecht. In de statistiek over 1937 zijn voorloopige cijfers van de maand Januari tot en met November 1938 opgenomen. Samengesteld was 't aantal faillissementen in deze maan den 2.341 tegen 2.897 in dezelfde maanden van 1937. WAARDEERING VOOR HET SPOORWEGPERSONEEL. De directie der Nederlandsche Spoorwe gen heeft de volgende dienstorder aan het personeel doen toekomen: „Nu de periode van strenge koude en van sneeuwval met de daaraan voor ons bedrijf verbonden groote moeilijkheden voorbij is, voelen wij behoefte ons personeel dank te zeggen voor de voorbeeldige wijze, waarop het zjjn zware taak in deze dagen heeft verricht". „Nee, is 't heuself waar?" vroeg Na poleon. „Dat moet je eens aan juffrouw Haines vertellen, wil je? Soms denk ik, dat zij eraan twijfelt". Zij zaten stil en een paar seconden later gloeiden twee brandende sigaretten-eind jes gezellig. „Wat zullen wij een gek figuur slaan tegenover het mannetje in de maan", merkte Leonard op, terwijl hij zijn ge dachten een beetje de vrije teugel liet, toen hij den rook uitblies. „Daar zitten we nu, pratend en rookend op een stuk ge beukte oude schuit en beneden ligt een doode man". „Ja, 't is een gek geval", antwoordde Napoleon, in gedachten zijn neus krab bend. „Eigenlijk moest ik er hevig ver schrikt door zijn, maar ik heb het gevoel als of het zoo hoort. Hier zitten we nu, moederziel alleen met een lijk. Het schip kan wel bezaaid liggen met dooden. Enfin we zijn er nu eenmaal!" „Maar weten we waar we zijn?", vroeg Leonard. „Laat ons eens het trachten uit te vinden. Heb je een opschrijfboekje? Goed! Schrijf dan eens de volgende vragen op, en dan zullen we de antwoorden zoe ken". Napoleon haalde zijn notitieboekje te voorschijn en keek op de eerste bladzijde. „Er zijn een heeleboel rijmwoorden op „Haines", zei hij, „maar wat rijmt er nu op „Beryl"? Alles wat ik kon bedenken is: „ferrule", maar de punt van een wandel stok is nu niet bepaald poëtisch. Doet er niet toe, zaken gaan voor. Kom voor den dag met je vragen. Nummer één?" HET GROENE KRUIS. Gistermiddag hield de Groene Kruisver- eeniging haar jaarvergadering in hotel „de Burg" alhier. De voorzitter dr. H. Reilingh, kon alleen bestuursleden in de algemeene vergadering welkom heeten. De secretaresse, mej. M. Callenfels bracht het jaarverslag over het vereeni- gingsjaar 1 Juli 193730 Juni 1938 uit. Daaruit bleek, dat het ledental vrijwel sta- tionnair blijft en ongeveer 2400 bedraagt. De gebouwen der vereeniging zijn in goe den staat en het materiaal werd ook nu weer uitgebreid o.a. door geschonken ver- plegingsartikelen. De financiën der vereeniging baren geen zorg. De secretaresse herinnerde ook aan de op 6 Februari 1938 ter eere van de ge boorte van Prinses Beatrix gehouden col lecte voor steun aan moeders en hun zui gelingen. De vereeniging kon daardoor 218.54 voor de Vereeniging tot bescher ming van zuigelingen beschikbaar stellen. Het jaarverslag werd goedgekeurd en dit geschiedde ook met de stukken van den penningmeester, mr. J. F. van Deinse. De jaarrekening wijst aan in ontvangst 4174.46 en in uitgaaf 1855.54, goed slot alzoo 2318.92. De vergadering herkoos als bestuurslid ds. C. F. Nolte. De voorzitter deed nog in het kort ver slag van de te Vlissingen gehouden alge meene vergadering van de Prov. Vereeni ging en kon daarna met groote waardee ring getuigen van den arbeid van den be heerder van het magazijn. Er bestaan ook nu weer plannen tot uit breiding van het aantal aanwezige artike len. WILLY DERBY. Het had voller kunnen zijn in het Schut tershof, maar toch waren gisteravond nog vrij velen opgekomen om na een tusschen- ruimte van enkele jaren de kennismaking van aangezicht tot aangezicht met Willy Derby te hernieuwen en niet te volstaan met hetgeen men op gezette tijden door de radio van dezen humorist hoort. Hij heeft de opgekomenen vergast op een groote verscheidenheid van liederen, grootendeels van vroolijken aard, al ont brak ook de ernst niet, waarbij, die waarin de huidige wereldgebeurtenissen doorsche merde niet het minste succes mochten boe ken. Onder de vroolijke nummers waren er enkele, die de aanwezigen tot medezingen noopten, wat begrijpelijkerwijze de stem ming ten zeerste verhoogde. Na de pauze heeft de goochelaar Davola enkele goed geslaagde toeren gebracht en daarbij goede hulp gehad van een tweetal personen uit het publiek. Het slot van den avond was weer voor Derby zelf, die daarbij vooral ook liederen van zijn uitgebreid repertoire op verzoek ten beste gaf. De begeleider deed ook zeer verdienstelijk werk. Opbrengst Weldadigheidspostzegels. De verkoop van we'ldadigheidspostzegels hier ter stede heeft 2151 opgebracht. Dalende werkloosheid. Na de groote stijging der werkloosheid in onze gemeente de vorige maand, houdt de daling de laatste paar weken steeds aan. Zoo stonden heden als werkzoekenden ingeschreven 496 personen, tegen de vori ge week 514. In de werkverschaffing werden geplaatst 76 personen, waarvan 29 in de plantsoenen. (Ingez. Med.) Mutaties personeel Loojlswezen, Met ingang van 1 Maart a.s. wordt den 2en matroos aan boord betonnings- en ver lichtingsvaartuigen, F. L. Schwarz eervol ontslag verleend. DOMBURG. Het bestuur van de Oranje- vereeniging besloot om ter gelegenheid van den eersten verjaardag van Prinses Bea trix een middag-zaalfeest voor de kinde ren te organiseeeren. Aan den avond van den dag zal dan eerst de jaarvergadering worden gehou den, waarna het gezelschap van 's middags voor de ouderen zal optreden. In verband met het afhuren van dit ge zelschap, moest de datum worden vastge steld op 1 Februari a.s. RITTEM. Woensdagmiddag leidde burge meester P. W. ter Haar de laatste Raads vergadering. Ingekomen was een schrijven van Ged. Staten met de vraag of de Raad genegen is om zoo noodig de betrekking van burgemeester en secretaris te combi neeren en die van secretaris en gemeente ontvanger te scheiden. Hiervoor was de Raad wel te vinden. Daarna hield de burgemeester zijn af scheidsrede. Hoewel mijn benoeming tot burgemees ter van Stavoren op 15 Januari a.s. ingaat, aldus spr., en ik tevens dan .pas mijn ambts-. periode als burgemeester der gemeente Rit- tem afsluit, zoo wil ik toch heden, gezien den zeer korten tijd die mij nog rest, in het openbaar afscheid van U nemen. Ik behoef U niet te zeggen, dat het mij zwaar valt thans van U allen weg te gaan. Ruim 7% jaar geleden kwam ik als jeugdig vrijgezel naar uw stille, doch zoo mooie dorpje. Nimmer zal ik den dag van mijn intrede vergeten, 't was een stralende zon nedag en volgens oud gebruik werd ik in gehaald, voorafgegaan door een stoet van stoere Zeeuwsche ruiters en het alom be kende Rittemsche fanfarecorps. Diep ge troffen werd ik door de schoonheid van Uw land en de Walchersche kleederdracht, als mede de gulle hartelijkheid waarmede gij allen mij tegemoet kwaamt. Ik sprak dien dag over de tegenstellingen tusschen stad en platteland, welke in den loop der jaren, als gevolg van het snelver keer, alsmede tengevolge der voortschrij dende ontwikkeling der techniek, meer en meer zouden verdwijnen. Reeds gedurende de 7% jaar dat ik als burgemeester in uwe gemeente heb mogen werkzaam zijn, heb ik geleidelijk de opheffing der tegenstellin gen mogen constateeren. Reeds kort na mijn intrede mocht ik de electrificatie van de kom der gemeente, alsmede van die der aansluitende wegen, zien tot stand komen. Enkele jaren daarop werd de Rittemsche straatweg aanmerkelijk verbreed en van een nieuw klinkerdek voorzien. Ik hoop te vens, dat in de niet al te verre toekomst, de gemeente Rittem, tegen een matig ta rief, op het waterleidingnet Midden Wal cheren zal kunnen worden aangesloten. Het ligt niet op mijn weg een verdere opsomming te geven van wat er in de afge- loopen 7% jaar is tot stand gekomen. Wel wil ik even constateeren dat uw gemeente bestuur steeds een open oog heeft gehad voor noodzakelijke verbeteringen en hoewel CX-4X-1- E M MOOIT (Ingez. Med.) „Waar is mijnheer Fyne?" antwoordde Leonard. „Dat is de. eerste en de belang rijkste vraag". „Eén. Waar is mijnheer Fyne?" schreef Napoleon. „Wat is het antwoord?" „Tot nu toe, blanco. Ik dacht, dat we hem achter die gesloten deur zouden vin den. Ik vertelde je immers, dat ik er ie mand had hooren ademhalen". „Ja, en wat ik niet begrijp, is, waarom je niet dadelijk bij je eerste bezoek die deur hebt opengesmeten!" „Daarvoor had ik twee redenen, kerel. Ik had niets om mee te smijten. En nu, juffrouw Haines was er bij, en ofschoon zij een van de moedigste meisjes is die ik ken „Daarmee ben ik het volkomen eens". „Ook leek het mij niet verantwoord haar aan grooter gevaren bloot te stellen. Ten slotte wisten we niet, wat er achter de deur was. En zonder boot en een mijl zwemmen naar de kust, waren we nu niet bepaald uitgerust voor netelige omstandig heden." „Dat was je zeker niet!" gaf Napoleon toé. „Ik kan je gezichtspunt eerbiedigen. Het was goed, wat je deed. Maar kijk eens, denk je nog, dat het mijnheer Fyne was, die ademhaalde?" „Laat ons dat als vraag twee stellen. Wie was er achter de deur?" „Wie was er achter de deur", schreef Napoleon. „We kunnen ook vragen: „Hoe veel deuren zijn er en hoeveel dingen zijn er achter?" Hij keek onbehaaglijk om zich heen. „We kunnen beter onze oogen slui ten, nu we onze kolossale onwetendheid de- monstreeren, weet je!" „Ja, maar ik waak", knikte Leonard. „Persoonlijk denk ik niet langer dat mijn heer Fyne achter de deur was. Ik denk nu, dat het die dwaas was „Ja, maar wie bracht in dat geval onzen vriendelijken doode op het tapijt?" viel Na poleon in de rede. „Schrijf dat voor nummer drie op. En eigenlijk kun je half en half het antwoord er bij schrijven. Een man met een donker blauw pak aan met een scheur er in en een knoop er af, bracht het lichaam hier. We kunnen een klein beetje combineeren. Een goed gekleede heer is van de rots ge gooid. De man, die dat deed, is waar schijnlijk iemand, die op zee vaart". „Dat is een veronderstelling". „Maar ik geloof, dat het een goede ver onderstelling is. Ja, ik ben er bijna zeker van, Truelove". Napoleon keek hem strak aan. „Je houdt iets voor me verborgen!" riep hij uitdagend. „Misschien. Maar laten we dat voor het oogenblik laten rusten „Waarom?" hield Napoleon aan. „Weet je, ik kan je nu niet heelemaal volgen. Je bent zoo zot in deze geschiedenis terecht gekomen, en vergeef mij, dat ik het zeg je belangstelling is zoo hevig. Ik denk, dat het een soort sportiviteit van je is en ik wil wedden, dat juffrouw Fyne's dank baar (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5