CpyypEN
ABDIJSIROOP
KRONIEK van den DAG.
BINNENLAND.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 11 JANUARI 1939. No. 9.
Beck's duistere visite op
Berchtesqaden.
SCHADUWEN AAN DE KUST.
MIDDELBURG.
Men tast nog steeds volkomen in het duis
ter omtrent de besprekingen, welke Hitier
de vorige week heeft gevoerd met Beek,
den Poolschen minister van buitenlandsche
zaken. Beck, die eenige weken met vacan-
tie in het Zuiden van Frankrijk had ver
toefd, stapte op zijn terugreis naar War
schau, te München uit den trein, om zich
van daar naar Bechtesgaden te begeven.
Van den Führer moet dit onderhoud zijn
uitgegaan. Hij had Beek uitgenoodigd, hem
te Berchtesgaden te komen bezoeken.
Blijkbaar is men in Duitschland nog al
wat onder den indruk geraakt van de toe
nadering, welke Polen onlangs tot Sovjet-
Rusland ging zoeken. Daarmee toch moet
de onverwachte ontmoeting te Berchtesga
den in verband worden gebracht. Geen en
kele andere omstandigheid, welke de onder
breking van Beck's thuisreis zou kunnen
motiveeren, is voorhanden. De bezoeken
van buitenlandsche staatslieden aan Hitler's
buitengoed hebben in den loop van het vo
rig jaar een bedenkelijken naam gekregen.
Sehuschnigg ging er heen in Februari, en
werd er om zoo te zeggen op de politieke
pijnbank gelegd. Een maand later trokken
de Duitsche' troepen Oostenrijk binnen.
Chamberlain ging er heen, in September;
ook hem werden, zij het niet zoo pijnlijk,
politieke duimschroeven aangelegd. Een
maand later trokken de Duitsche troepen
het Sudetenland binnen.
Welke ervaringen heeft Beek nu op ge
daan, daar in de Beiersche Alpen? Zou het
hem beter vergaan zijn dan den Oosten-
rijkschen kanselier en den Engelschen mi
nister-president? In de Poolsche pers is de
laatste dagen het een en ander gepubliceerd
in verband met de ontmoeting tusschen
Beck en Hitier. Maar niet veel van belang.
Sommige Poolsche bladen meenden te we
ten, dat het onderhoud nogal bevredigend
zou zijn verloopen. Beek zou zekere gerust
stellingen van den Führer ontvangen heb
ben, inzake de Oekraïne.
Men weet dat de Polen zich over de
Oekrainsche kwestie den laatsten tijd zeer
ongerust maken. Duitschland zou van plan
zijn het Zuid-Westelijk deel van Rusland,
dat Oekraïne heet, helpen onafhankelijk
maken. Er is een nationalistische Oekraïn-
sche beweging, welke geleid wordt door po
litieke balingen en haar zetel te Berlijn
heeft. (De verleden jaar te Rotterdam ver
moorde Konovalec was een der hoofdperso
nen). Zij wordt door de Duitsche regeering
gesteund en volgens geruchten, die reeds
maanden de ronde doen, zou dit jaar de
groote poging tot bevrijding der Oekraïne
van het Sovjet-Russische juk gedaan moe
ten worden. De Oekraïne beslaat echter
grooter gebied dan Z. W. Rusland. Een vrij
groot deel van Zuidelijk Polen behoort er
toe, evenals het binnen Tsjecho-Slovaaksch
staatsverband autonoom geworden Roethe-
nië, en men vreest nu te Warschau niet
ten onrechte uiteraard dat de Oekraïn-
sche vrijheidsbeweging ook Polen een be
langrijk gebied zou kunnen komen te kos
ten. De voormannen der Poolsche Oekraï-
ners zijn de laatste jaren steeds actiever ge
worden (hoewel tweespalt hun beweging
verzwakt en de groote massa politiek nog
vrij onverschillig schijnt) en hopen van een
mogelijken ommekeer in de Russische
Oekraïne te profiteeren. Zorg baart de Pool
sche regeering in bijzonder het feit, dat
Roethenië zelfbestuur heeft verkregen, dat
zich hier dus reeds een autonoom Oekraï-
niseh staatje bevindt, van waaruit een ge
welddadige onafhankelijksbeweging voor de
geheele Oekraïne practïsch te ondernemen
is. Dat Duitschland zich voor deze zaak zoo
interesseert kan gemakkelijk verklaard
worden. Duitschland zou als „bescherm
heer" van een onafhankelijken Oekraïnschen
staat optreden (gelijk Japan ten aanzien
van Matsjoekwo) en daarmee als het ware
beslag leggen op den rijkdom der gebieden:
granen en tal van kostbare mineralen. Als
men sommige Poolsche bladen mag geloo-
ven zou Hitier nu verleden week Beek heb
ben willen spreken, louter en alleen om
hem gerust te stellen. Hitier moet o.a. ver
klaard hebben, dat Duitschland wel een
eventueele onafhankelijkheidsbeweging in
Z. W. Rusland wil steunen, doch er nooit
toe zal meewerken, dat ook de Poolsche
Oekraïne daarin betrokken wordt. Ondenk
baar kan men de mogelijkheid van zulk een
verklaring van den Führer niet noemen,
maar zoolang er geen betrouwbare beves
tiging is zal men de desbetreffende berich-
Naar het Engelsch van
J. Jefferson Farjeon.
27).
Maar de vermaning was vriendelijk be
doeld. Zij gingen zoo vlug zij konden ver
der, maar de kant van het water was alleen
te bereiken met voorzichtige stappen langs
een ijzeren ladder. Net als de man met de
baard, staarden zij in het water; en even
eens roerden zij erin met een stok de
zelfde stok die daar nu op den grond lag.
„Ik zie niemand drijven", zei Napoleon
opgewekt. „Maar zij hebben hem natuur
lijk met steenen verzwaard, hè?"
„Dat had ik moeten weten", antwoordde
Leonard. „Ik geloof, dat we er niet goed
aan deden met hier te komen. We zullen
onzen man weer moeten vinden en eens een
hartig woordje met hem moeten spreken".
„Dat kan aardig worden", antwoordde
Napoleon. „Vooruit, kerel!"
Zij gingen weer de ladder op en bereik
ten het dek, waar zij opmerkten, dat de
maneglans helderder was geworden in die
paar minuten. De schaduwen waren nu
korter, want de maan stond nu hooger.
Zij zochten hun weg naar den anderen
kant van het schip, maar zagen geen spoor
van den man, dien zij zochten. Leonard be
dacht juist, dat hij langs een anderen weg
het dek bereikt moest hebben, toen een
scherpen kreet klonk ergens beneden het
dek. Een paar soconden later, terwijl zij
zich voorthaastten, verscheen de man met
de baard en zag er uit, alsof hij ergens voor
KUNSTVEILING TEN BATE -DER
UITGEWEKEN KINDEREN.
Meer dan 50,000 afgedragen.
Op 20 en 21 December werd in de za
len van de firma Frederik Muller en Co.
te Amsterdam een veiling van oude en
moderne schilderijen en antiquiteiten ge
houden, waarvan de opbrengst was voor
het centraal steunfonds voor uitgeweken
kinderen en het opgeld voor het genoot
schap „liefdadigheid naar vermogen."
Behlave twee schilderijen, afgestaan
door H. M. de Koningin en het Prinselijk
paar en drie kunstwerken, beschikbaar
gesteld door den minister van onderwijs,
kunsten en wetenschappen, waren de bij
dragen afkomstig van particulieren en
den kunsthandel.
Het comité van organisatie, bestaande
uit kunsthandelaren, kan thans met dank
baarheid mededeelen, dat alle bemoeiingen
afgeloopen zijn en als resultaat is afge
dragen aan het centraal steunfonds voor
uitgeweken kinderen een bedrag van
50,877 inclusief honderd gulden afzon
derlijk ontvangen, en aan liefdadigheid'
naar vermogen een bedrag van 5,071.
Indien de door het Rijk geheven regi
stratie-rechten alsnog worden gerestitu
eerd, dan zullen die later ook nog worden
afgedragen.
VOOR DE VERVOLGDEN OM GELOOF
OF RAS.
Totale opbrengst nationale col
lecte 473,033,68.
De totale opbrengst van de op Zaterdag
3 December van het vorige jaar gehou
den nationale straatcollecte ten bate van
de vervolgden om geloof of ras bedraagt
naar thans bekend wordt 473,033,68
hetgeen neerkomt op een bedrag van 5,5
cent per inwoner of 25 cent per gezin.
Het Joodsch comité voor bijzondere noo-
den ontvangt van het totaal bedrag 2/5
deel, dus rond 180,000, terwijl het res-
teerende 3/5 deel gelijkelijk zal worden
verdeeld onder het Joodsch kindercomité,
het r.k. vluchtelingencomité en 't protes-
tantsch-christelijk-comité. Deze drie co-
mité's ontvangen dus elk rond 90,000.
Van het totaalbedrag is afgehouden het
geld, dat reeds aan plaatselijke comité s
in de grensstreken is verstrekt..
In totaal is in 1000 van de 1080 Neder-
Iandsche gemeenten gecollecteerd.
De provincie Utrecht bracht op
31,851,28, dat is 6,9 cent per inwoner,
waarmede deze provincie de kroon spant.
De tweede plaats wordt ingenomen door
Zeeland, Zuid-Holland en Fries
land, onderscheidenlijk met 17.306,78,
142,364,39% en 28.535,94%, alle drie
provincies per inwoner 6,8 cent. Daarop
volgen Noord-Holland met 102,343,19
(per inwoner 6,6 cent), Gelderland mor
53,070,14 (per inwoner 5,9 cent), Over-
ijsel met 31,127,98% (per inwoner 5,6
cent), Groningen met 21,637,95 (per
inwoner 5,2 cent), Drente met 5,371,16%
(per inwoner 2,7 cent), Noord-Brabant
met 17,421,11% (per inwoner 1,8 cent),
Limburg met 9,256,58%. (per inwoner
1,6 cent).
Van de gemeenten heeft! Zutfen het
grootste gemiddelde per inwoner, nl. 35,2
cent.
HET VERMISTE
VISSCHERSVAARTUIG TERECHT,
Het Duitsche recherehevaartuig „Von
Hindenburg" heeft gistermiddag om 12
uur het vermiste -vissehersvaartuig uit
Termunten (Gr.) nabij de Knock, de Zuid
westpunt van Oost-Friesland, opgespoord
De twee zoons van schipper Bakker be
vonden zich nog aan boord. Het recherche
vaartuig heeft het schip op sleeptouw ge
nomen naar Termuntenzijl, waar het is
ten dienen te wantrouwen. Immers Hitier
moet beseffen, dat deze verklaring zonder
meer weinig waarde voor Polen heeft en
moeilijk de Poolsche ongerustheid, zou kun
nen wegnemen. Waarschijnlijker achten wij
het daarom, dat - indien de Führer verze
keringen aan Beek heeft gegeven deze
meer houvast zullen bieden dan de Pool
sche pers weet. Er is iets duisters in de
onderhavige ontmoeting te Berchtesgaden;
ons gevoel zegt ons dit. We zijn er daarom
allerminst gerust op, dat er niet een ver
rassing achter vandaan zal komen, welke
binnen afzienbaren tijd nieuwe Europee-
sche consternatie kan verwekken, en dan
nog meer hier in het Westen dan in het
Oosten.
gevlucht was.
Eerst had hij er al geagiteerd uitgezien,
maar nu scheen hij op het kantje van flauw
vallen. Dikke zweetdruppels stonden op zijn
voorhoofd. Zijn oogen keken verwilderd
en zijn lippen beefden.
Toen stond hij plotseling stil en staarde
verward naar Leonard en Napoleon.
„Wat is er?" vroeg Leonard' scherp.
De man antwoordde niet. Hij bleef sta
ren, alsof deze nieuwe beleving hem totaal
van de wijs bracht.
„Beheersch je!" riep Leonard uit. „Wat
is er beneden gebeurd?"
Hij deed een stap naar voren en deze
beweging deed den man uit zijn verdoo-
ving ontwaken. Hij deed een stap zijwaarts
bukte, toen Leonard hem wilde grijpen en
het volgende oogen blik holde hij over het
dek met een ongelooflijke snelheid.
'„Hem achterna!" schreeuwde Leonard
en zij zetten het op een loopen. Maar zij
waren geen tegenpartij voor deze men-
sehelijke antilope, die hun niet alleen sloeg
in vlugheid, maar bovendien in de geluk
kige omstandigheid verkeerde, dat hij den
weg op het schip kende. Hij ontweek hen,
bukte en verdween tenslotte achter een
verhooging op het dek.
„Tracht hem in de war te brengen!"
hijgde Leonard.
„Je kunt me nog meer vertellen, zuchtte
Napoleon.
„Nu, als we toch niets uit hem kunnen
krijgen, laten we dan weer naar beneden
gaan. Hij stoof uit dat onmogelijke hol,
waarin ik vanmiddag geweest ben
„Je bedoelt de plek waar je die gesloten
overgenomen door het vissehersvaartuig
van schipper Ari Kuiper. Deze was gis
terochtend reeds om vijf uur uitgevaren
om assistentie te verleenen.
De „Von Hindenburg had het vermiste
schip reeds om acht uur gistéröcntend ont
dekt, doch kon het door den lagen water
stand niet naderen. IntussChen was ook
het Nederlandsche recherchevaartuig
„Alexander Gogel" in de nabijheid van het
schip gekomen, die echter geen hulp meer
heeft verleend.
Gisterochtend om acht uur was een dei-
jongens van boord gegaan en is over het
ijs naar Riesen geloopen om naar Neder
land te telefoneeren. De verbinding kon
echter moeilijk tot stand worden gebracht,
zoodat de jongen onverrichterzake naar
het schip is teruggekeerd.
Bij de opsporing hebben ook nog Duit
sche vliegtuigen hun medewerking ver
leend, doch deze hadden tot dusver nog
niets gerapporteerd.
Moeilijke vaart door het ijs.
Gistermiddag tegen half vier is een drie
tal motorschepen uit Nijkerk en Amers
foort, de klippermotor „Dankbaarheid" uit
Amersfoort, de „Vertrouwen" van den
beurtschipper Kos uit Huizen en de „Jo
hanna" van den beurtschipper Heimensen
uit Nijkerk, de Oranjesluizen te Schelling-
woude gepasseerd.
Nadat de schepen ongeveer vier uur in
het ijs hadden vastgezeten, slaagden zij er
in Amsterdam te bereiken.
De Harderwijker boot, van de Holland-
Veluwe lijn was gistermorgen om onge
veer acht uur uit Harderwijk vertrokken,
doch deze kon niet door het ijs heenkomen
en is daarom naar Harderwijk terugge
keerd.
GEVAARLIJKE TOCHT OVER HET IJS
NAAR URK.
Gistermiddag om vijf uur zijn de zeven
familieleden van een bejaarde inwoonster
van Urk, die ernstig ziek is, met een ijs-
vlet op Urk aangekomen, na een zeer ge
vaarlijken en vermoeienden tocht over het
ijs. Onder hen bevond zich een vrouw, die
tijdens den tocht door het ijs was gezakt.
Men had haar echter tijdig weten te vatten.
Zij moest op het ijs van droge kleeren wor
den voorzien.
DE BOTEREXPORT NAAR ENGELAND
Het Kamerlid Van der Sluis stelt
vragen aan den minister.
Het Tweede Kamerlid Van der Sluis
heeft aan den minister van economische
zaken de volgende vragen gesteld:
Heeft de minister kennis genomen van
de mededeeling van den voorzitter van de
Friesche Kamer van Koophandel, dat in
1938 de gemiddelde Leeuwarder commissie-
noteering voor de boter 80,3 cent per kg
bedroeg, terwijl de Deensche noteering, in
Hollandsch geld omgerekend, 91,3 cent be
droeg?
Is de minister bereid zijn meening te
geven omtrent het oordeel van vorenge
noemden boter-export, dat de Nederland
sche boter haar goeden naam in Engeland
alleen terug kan krijgen, wanneer voldaan
wordt aan de volgende drie eischen: da
tumstempeling, wederom invoering van
restitutie van de heffing van den dag van
productie en uitvoerverbod voor boter
ouder dan drie weken?
Als de minister de meening van den voor
zitter van de Friesche Kamer van Koop
handel niet deelt, kan hij dan mededeelen,
hoe het betreurenswaardige feit, dat de
Nederlandsche boter op de Engelsche
markt zoo veel minder opbrengt dan de
Deensche, moet worden verklaard?
WETTELIJKE REGELING VAN
TARIEVEN VOOR NOTARISSEN.
In een schrijven aan den voorzitter Van
de Tweede Kamer deelt de minister van
justitie mede, dat hij een commissie heeft
ingesteld, aan welke is opgedragen, een
wettelijke regeling te ontwerpen inzake de
tarieven, welke de notarissen in acht die
nen te nemen bij de vaststelling van het
hun verschuldigde wegens de verrichtin
gen, waartoe zij krachtens wettelijk voor
schrift bevoegd zijn, alsmede wegens die,
welke in hun practijk gebruikelijk zijn, of
daarmede samenhangen.
Van deze commissie is benoemd tot voor
zitter: prof. mr. A. H. M. J. van Kan' te
Gravenhage.
deur gevonden hebt?"
„Ja. Ik ben benieuwd of ik een dwaas
was! Misschien hadden wij daar eerst heen
moeten gaan
Een onaangename, vochtige geur kwam
hen tegemoet toen zij naar beneden gin
gen. Toen zij onderaan het trapje kwamen
richtte Leonard zijn licht in de gang, die
hij nu voor het eerst zag. Bij zijn vorig be
zoek hadden hij en Beryl Haines hun weg
moeten zoeken door de duisternis.
Zij waren in een deel van het schip, dat
te oordeelen naar het uiterlijk voorname
lijk bestemd scheen geweest te zijn voor
de lading, ofschoon het moeilijk was zich
in te denken, dat er ooit een zekere orde
had bestaan tusschen deze verwarde en ge
beukte muren en de afschuwelijk ge
scheurde dekken. Terwijl zij door een gang
wandelden, die zeer sterk helde, bemerk
ten zij, dat de bedompte lucht toenam, en
toen de gang zich verwijdde tot een groote
leege ruimte zagen zij de reden hiervan.
De linkerzijde van de ruimte, die naar be
neden afliep, stond vol water en slechts 'n
betrekkelijk kleine strook aan de rechter
zijde was hoog en droog. Leonard verbaas
de er zich over hoe hij en Beryl het er
goed hadden afgebracht zonder in het wa
ter gevallen te zijn, toen zij geen zaklan
taarn hadden gehad om hen voor te lich
ten.
„Wat een rommel!" mompelde Napoleon
nuchter.
„Nog al erg", antwoordde Leonard. „Ik
wil wedden, dat er een groot gat in den
wand van het schip is beneden die water
lijn". Hij hield even op en voegde er pein
HET 50-JARIG BESTAAN VAN DE
VEREENIGING VOOR INSTRU
MENTALE MUZIEK.
Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan
van de Vereeniging voor Instrumentale
muziek wordt hedenavond, zooals bekend,
een feestconcert gegeven, waaraan Mari-
nus Flipse uit Rotterdam als pianist zijn
medewerking zal verleenen»
Gisterenavond had de groote repetitie
plaats, deze is des middags vooraf gegaan
door een receptie van het bestuur, be
staande uit J. L. A. baron van Ittersum,
voorzitter, mej. dr. H. C. M. Ghijsen, se
cretaresse; mevr. W. van Doorn-Van
Lookeren Campagne, penningmeesteresse,
en de heeren A. van de Kop, bibliothecaris
en J. H. Caro, directeur.
De kleine zaal van de Concert- en Ge
hoorzaal, die voor deze receptie was in
gericht, was o.a. versierd met verschillen
de bloemstukken, nml. van de gemeente
Middelburg, .van de Arnhemsche orkestver-
eeniging; van de Kon. zangvereeniging Tot
Oefening en Uitspanning; van het Middel
burgs Mannenkoor; van het Middelburgsch
Muziekkorps; van jhr. W. Z. en jhr. G. J.
van Teijlingen, Oostkapelle, eere-leden der
vereeniging, die ook een speciaal stuk voor
den heer Caro hadden gezonden; van jhr.
H. A. van Doorn te Koudekerke en van
den heer L. C. Koster, concierge der Con
cert- en. Gehoorzaal.
Aan een zijde van de zaal was een merk
waardige tentoonstelling ingericht van al
lerlei foto's, drukwerken enz., die een
kijkje gaven in het nu afgesloten vijftig
jarig tijdperk der vereeniging.
Van het eerste concert, gegeven te Dom
burg in 1886 in het toenmalige zeer pre-
mentieve badpaviljoen, toen er nog geen
bepaalde vereeniging was opgericht, zijn
bijna alle programma's van de gewone en
ook van de later gegeven populaire con
certen aanwezig en daarnaast verschillen
de foto's van concerten o.a. die gegeven
zijn in de voormalige concertgebouwen aan
den Zuidsingel en Groenmarkt, nu resp.
padvinderslokaal en statenzaal. Voor ieder
die langer dan een 20 jaar te Middelburg
woont, zal het zien van de portretten
van mannen als wijlen den heer Joh. Cleu-
ver, mede oprichter en tot 1921 directeur
van de Vereeniging; en wijlen mr. J. F.
van der Mieden van Opmeer, A. W. Ber
denis van Berlekom en nog enkele ande
ren die zooveel voor het muzikale leven in
het algemeen en voor deze Vereeniging
meer in het bijzonder hebben gedaan, heel
wat herinneringen hebben opgewekt.
De receptie werd het eerst bezocht door
jhr. mr. J. W. Quarles van Ufford, den
Commissaris der Koningin, die daarmede
een getuigenis aflegde van zijn groote be
langstelling voor het muzikale leven in de
hoofdstad.
Van hen, die in den loop der receptie
hun opwachting kwamen maken, noemen
wij verder het gemeentebestuur, en wel den
burgemeester, wethouder Boasson en den
gemeentesecretaris.
De burgemeester, heeft er in zijn toe
spraak o.a. op gewezen, dat het zeker wel
een zeldzaamheid is, dat een plaats van
den omvang als Middelburg, naast de zoo
hoogstaande zangvereeniging „Tot Oefening
en Uitspanning" ook een vereeniging heeft
op instrumentaal gebied, zooals de jubila-
resse. Het verwondert spr. wel eens, dat
in deze gemeente niet de gewoonte be
staat om aan verdienstelijke burgers of aan
vereenigingen een gemeentelijke medaille
uit te reiken. Was die gewoonte er wel, dan
zou deze vereeniging zeker de gouden me
daille gekregen hebben, nu moet het ge
meentebestuur er mede volstaan zijn geluk-
wenschen met het jubileum en de beste
wenschen voor de toekomst aan te bieden.
In zijn antwoord op deze woorden, heeft
de voorz. o.a. zijn waardeering er over uit
gesproken, dat men is gekomen tot verla
ging der belasting op de vermakelijkheden.
De voorzitter der Kon. Zangvereeniging
„Tot Oefening en Uitspanning" de heer M.
A. van der Leijé heeft getuigd van-de groo
te samenwerking die er steeds met de „In
strumentale" heeft bestaan. Spr. vond ge
legenheid terug te gaan in zijn herinnering
tot de oprichting der Vereeniging, aan wier
eerste repetities en concerten hij heeft me
degewerkt, totdat hij zich elders vestigde.
Bij zijn terugkeer in zijn geboortestad heeft
spr. niet meer medegewerkt, maar zich
steeds tot de vereeniging aangetrokken ge
zend aan toe: „Ik zou dat wel eens willen
zien."
„Zien we dan niet genoeg? Ik voor mij
vind van wel. Waar is die deur van je?"
„Een eindje verder op. De gang begint
daarginds weer en de deur is aan den
rechter kant. Ik geloof, dat ik hem al zie.
Vooruit maar".
Zij gingen weer verder en bereikten de
deur. Zij was open.
„Woe", murmelde Napoleon, huiverend.
„Ik ik dacht, dat je zei, dat ze dicht
was".
„Dat was ze ook", antwoordde Leonard
rustig, en hij ging naar binnen.
Op den grond lag een lichaam. Het was
het lichaam van den goed gekleeden heer.
Zij keken er een tijd lang naar zonder
te spreken. Daarop begon Napoleon te
lachen.
„Wat is er zoo leuk?" vroeg Leonard.
i„'Niets", antwoordde Napoleon. f,Daar
om moet ik juist zoo lachen."
„Goed hoor", knikte Leonard. „Logica
van de loopgraven. We moeten het hoofd
koel houden".
Hij keek opnieuw naar het lichaam en
trachtte zijn afschuwelijken tocht na te
gaan van den voet van de rots naar deze
plaats. Maar plotseling bedacht hij zich,
dat dit niet het oogenblik was voor gissin
gen en dat het tijd was om weer naar het
dek terug te gaan.
„Wij moeten ons weer met dien gekken
vent bemoeien", riep hij uit. „De heele
zaak is hopeloos verward en het eenige,
dat we doen kunnen, is hem te pakken en
te zien hem aan het spreken te krijgen".
voeld. Spr. wees er dan op, dat men in wij
len den heer Cleuver een gezamenlijken di
recteur had en na zijn dood gevoelde weer
een „Johan" te moeten hebben.
Het werd toen de heer Caro die nog beide
vereenigingen leidt. Spr. hoopte, dat ook in
de toekomst beide vereenigingen nog veel
zullen samenwerken.
De voorzitter, die ook alle andere schen
kers van bloemen bedankte, deed dit nu de
Zangvereeniging en hoopte wederkeerig op
blijvende samenwerking.
De heer jhr. W. Z. van Teijlingen hield
mede namens zijn broer een toespraak
waarin hij verschillende herinneringen naar
voren bracht en zeide het zich haast niet te
kunnen voorstellen, dat na de 35 jaar, die
men onder leiding van den heer Cleuver
stond, nu de heer Caro reeds weer al 17
jaar den scepter voert. Spr. heeft even
als de beide andere genoemde sprekers bij
zondere hulde gebracht aan de secretares
se voor de samenstelling van het mooie ge
denkschrift en voor de vaak humoristische
wijze, waarop zij dit deed. Ook mevrouw
Van Doorn had speciale hulde in ontvangst
te nemen.
De voorzitter heeft de heeren Van Teij
lingen dank gebracht voor hun medeleven
met de vereeniging en speciaal voor hun be
reidwilligheid ditmaal weder hun plaatsen
in het orkest in te nemen.
Van de verdere bezoekers noemen wij
nog vertegenwoordigers van de Arnhem
sche Orkestvereeniging; van het Middel
burgsch Muziekkorps, van het Middelburgs
Mannenkoor, van de Bachvereeniging, van
het Comité voor het behoud van de Con
certzaal; en vele afzonderlijke personen,
die blijk kwamen geven van hun belangstel
ling in dit gouden feest, en van wie wij nog
willen noemen den oud-voorzitter der ver
eeniging, den heer P. Luteijn, dr. H. van
der Kamp te Domburg; den heer P. J.
Elout, directeur van het zeebad Domburg;
jhr. H. A. van Doorn te Koudekerke en dr.
S. S. Smeding, directeur-hoofdredacteur
van de N.V. De Middelburgsche Courant.
KLEEDING ENZ. VOOR WERKLOOZEN.
Zooals bekend mag worden geacht, is de
B-steun, die zorgde voor voorziening in de
behoefte der werkloozen aan kleeding enz.,
ontbonden en is het werk opgedragen aan
de organen der steunverleening, zulks over
eenkomstig den wensch van den minister.
Binnenkort zullen aan de daarvoor in aan
merking komende personen formulieren
worden toegezonden om na nader onder
zoek over verstrekking van hetgeen wordt
aangevraagd, te kunnen oordeelen.
Het ligt in de bedoeling om te komen
tot verstrekking der goederen via de win
keliers, welke te zijnertijd in het kantoor
Al in oude tijden gebruikten
de geleerden de „Geneescruy-
den", die nog heden bij de
bereiding van Abdijsiroop ge
bruikt worden. Reeds toen en
nu nog steeds zijn deze kruiden
gebruikt ter bestrijding van
hoest, bronchitis en asthma.
Meer nog. de tegenwoordige weten
schap keert zelfs weer terug naar
de genezing door middel van plan
ten en kruiden. Behalve kruiden
extracten bevat Abdijsiroop thans
bovendien „codeïne", de krachtig
ste hoeststillende stof. Deze aldus
versterkte Abdijsiroop verdrijft nu
nog sneller en beter benauwdheid
bij het ademhalen, beklemming
op de borst, hoest en bronchitis.
AKKER 'S v&ist&ikte
tegen hoest, griep, bronchitis, asthma
Flacon 90 ct.. f 1.50, f 2.40. f 4.20. Alom verkrijgbaar
(Ingez. Med.)
„Dan zullen we hard moeten loopen",
antwoordde Napoleon, terwijl hij zich om
draaide. „Het zou me niet verwonderen,
als we tot de ontdekking kwamen, dat hij
in zee was gesprongen. Zeg eens, Sefton,
denk je, dat hij de hand heeft gehad in
daarin?"
„Wie zal het zeggen? Maar twee dingen
spreken in zijn voordeel".
„Wat dan?"
„In de eerste plaats, dat we hem hoor
den schreeuwen). En moordenaars schreeu
wen niet. Alleen hun slachtoffers doen
dat. Het kan zijn, dat hij plotseling dien
dooden man voor zich gezien heeft net
als wij en toen geschrokken is".
„En ten tweede?"
„Hij draagt een donker grijs pak. De
man, dien wij zoeken, heeft een blauwe
serge jas, met een gat erin en een gouden
knoop eraf".
Boven hen scheen de maan. Zij haastten
zich de trap op en keken zorgvuldig het
dek rond. Er was geen teeken van leven.
„Het wordt een beroerde zoekerij",
bromde Leonard.
„Vooral als hij werkelijk over boord is
gesprongen", voegde Napoleon daaraan
toe. „Wat zou je ervan zeggen, als we eens
gingen kijken?"
Zij liepen snel naar de railing van het
schip en keken er over heen. Napoleon gaf
een schreeuw.
„Hemel!" zuchtte hij. „Onze boot is
weg!"
(Wordt vervolgd).
Eenige
der 20
geneeskr.
kruiden