CpyypEN ABDIJSIROOP KRONIEK van den DAG. BINNENLAND. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 11 JANUARI 1939. No. 9. Beck's duistere visite op Berchtesqaden. SCHADUWEN AAN DE KUST. MIDDELBURG. Men tast nog steeds volkomen in het duis ter omtrent de besprekingen, welke Hitier de vorige week heeft gevoerd met Beek, den Poolschen minister van buitenlandsche zaken. Beck, die eenige weken met vacan- tie in het Zuiden van Frankrijk had ver toefd, stapte op zijn terugreis naar War schau, te München uit den trein, om zich van daar naar Bechtesgaden te begeven. Van den Führer moet dit onderhoud zijn uitgegaan. Hij had Beek uitgenoodigd, hem te Berchtesgaden te komen bezoeken. Blijkbaar is men in Duitschland nog al wat onder den indruk geraakt van de toe nadering, welke Polen onlangs tot Sovjet- Rusland ging zoeken. Daarmee toch moet de onverwachte ontmoeting te Berchtesga den in verband worden gebracht. Geen en kele andere omstandigheid, welke de onder breking van Beck's thuisreis zou kunnen motiveeren, is voorhanden. De bezoeken van buitenlandsche staatslieden aan Hitler's buitengoed hebben in den loop van het vo rig jaar een bedenkelijken naam gekregen. Sehuschnigg ging er heen in Februari, en werd er om zoo te zeggen op de politieke pijnbank gelegd. Een maand later trokken de Duitsche' troepen Oostenrijk binnen. Chamberlain ging er heen, in September; ook hem werden, zij het niet zoo pijnlijk, politieke duimschroeven aangelegd. Een maand later trokken de Duitsche troepen het Sudetenland binnen. Welke ervaringen heeft Beek nu op ge daan, daar in de Beiersche Alpen? Zou het hem beter vergaan zijn dan den Oosten- rijkschen kanselier en den Engelschen mi nister-president? In de Poolsche pers is de laatste dagen het een en ander gepubliceerd in verband met de ontmoeting tusschen Beck en Hitier. Maar niet veel van belang. Sommige Poolsche bladen meenden te we ten, dat het onderhoud nogal bevredigend zou zijn verloopen. Beek zou zekere gerust stellingen van den Führer ontvangen heb ben, inzake de Oekraïne. Men weet dat de Polen zich over de Oekrainsche kwestie den laatsten tijd zeer ongerust maken. Duitschland zou van plan zijn het Zuid-Westelijk deel van Rusland, dat Oekraïne heet, helpen onafhankelijk maken. Er is een nationalistische Oekraïn- sche beweging, welke geleid wordt door po litieke balingen en haar zetel te Berlijn heeft. (De verleden jaar te Rotterdam ver moorde Konovalec was een der hoofdperso nen). Zij wordt door de Duitsche regeering gesteund en volgens geruchten, die reeds maanden de ronde doen, zou dit jaar de groote poging tot bevrijding der Oekraïne van het Sovjet-Russische juk gedaan moe ten worden. De Oekraïne beslaat echter grooter gebied dan Z. W. Rusland. Een vrij groot deel van Zuidelijk Polen behoort er toe, evenals het binnen Tsjecho-Slovaaksch staatsverband autonoom geworden Roethe- nië, en men vreest nu te Warschau niet ten onrechte uiteraard dat de Oekraïn- sche vrijheidsbeweging ook Polen een be langrijk gebied zou kunnen komen te kos ten. De voormannen der Poolsche Oekraï- ners zijn de laatste jaren steeds actiever ge worden (hoewel tweespalt hun beweging verzwakt en de groote massa politiek nog vrij onverschillig schijnt) en hopen van een mogelijken ommekeer in de Russische Oekraïne te profiteeren. Zorg baart de Pool sche regeering in bijzonder het feit, dat Roethenië zelfbestuur heeft verkregen, dat zich hier dus reeds een autonoom Oekraï- niseh staatje bevindt, van waaruit een ge welddadige onafhankelijksbeweging voor de geheele Oekraïne practïsch te ondernemen is. Dat Duitschland zich voor deze zaak zoo interesseert kan gemakkelijk verklaard worden. Duitschland zou als „bescherm heer" van een onafhankelijken Oekraïnschen staat optreden (gelijk Japan ten aanzien van Matsjoekwo) en daarmee als het ware beslag leggen op den rijkdom der gebieden: granen en tal van kostbare mineralen. Als men sommige Poolsche bladen mag geloo- ven zou Hitier nu verleden week Beek heb ben willen spreken, louter en alleen om hem gerust te stellen. Hitier moet o.a. ver klaard hebben, dat Duitschland wel een eventueele onafhankelijkheidsbeweging in Z. W. Rusland wil steunen, doch er nooit toe zal meewerken, dat ook de Poolsche Oekraïne daarin betrokken wordt. Ondenk baar kan men de mogelijkheid van zulk een verklaring van den Führer niet noemen, maar zoolang er geen betrouwbare beves tiging is zal men de desbetreffende berich- Naar het Engelsch van J. Jefferson Farjeon. 27). Maar de vermaning was vriendelijk be doeld. Zij gingen zoo vlug zij konden ver der, maar de kant van het water was alleen te bereiken met voorzichtige stappen langs een ijzeren ladder. Net als de man met de baard, staarden zij in het water; en even eens roerden zij erin met een stok de zelfde stok die daar nu op den grond lag. „Ik zie niemand drijven", zei Napoleon opgewekt. „Maar zij hebben hem natuur lijk met steenen verzwaard, hè?" „Dat had ik moeten weten", antwoordde Leonard. „Ik geloof, dat we er niet goed aan deden met hier te komen. We zullen onzen man weer moeten vinden en eens een hartig woordje met hem moeten spreken". „Dat kan aardig worden", antwoordde Napoleon. „Vooruit, kerel!" Zij gingen weer de ladder op en bereik ten het dek, waar zij opmerkten, dat de maneglans helderder was geworden in die paar minuten. De schaduwen waren nu korter, want de maan stond nu hooger. Zij zochten hun weg naar den anderen kant van het schip, maar zagen geen spoor van den man, dien zij zochten. Leonard be dacht juist, dat hij langs een anderen weg het dek bereikt moest hebben, toen een scherpen kreet klonk ergens beneden het dek. Een paar soconden later, terwijl zij zich voorthaastten, verscheen de man met de baard en zag er uit, alsof hij ergens voor KUNSTVEILING TEN BATE -DER UITGEWEKEN KINDEREN. Meer dan 50,000 afgedragen. Op 20 en 21 December werd in de za len van de firma Frederik Muller en Co. te Amsterdam een veiling van oude en moderne schilderijen en antiquiteiten ge houden, waarvan de opbrengst was voor het centraal steunfonds voor uitgeweken kinderen en het opgeld voor het genoot schap „liefdadigheid naar vermogen." Behlave twee schilderijen, afgestaan door H. M. de Koningin en het Prinselijk paar en drie kunstwerken, beschikbaar gesteld door den minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen, waren de bij dragen afkomstig van particulieren en den kunsthandel. Het comité van organisatie, bestaande uit kunsthandelaren, kan thans met dank baarheid mededeelen, dat alle bemoeiingen afgeloopen zijn en als resultaat is afge dragen aan het centraal steunfonds voor uitgeweken kinderen een bedrag van 50,877 inclusief honderd gulden afzon derlijk ontvangen, en aan liefdadigheid' naar vermogen een bedrag van 5,071. Indien de door het Rijk geheven regi stratie-rechten alsnog worden gerestitu eerd, dan zullen die later ook nog worden afgedragen. VOOR DE VERVOLGDEN OM GELOOF OF RAS. Totale opbrengst nationale col lecte 473,033,68. De totale opbrengst van de op Zaterdag 3 December van het vorige jaar gehou den nationale straatcollecte ten bate van de vervolgden om geloof of ras bedraagt naar thans bekend wordt 473,033,68 hetgeen neerkomt op een bedrag van 5,5 cent per inwoner of 25 cent per gezin. Het Joodsch comité voor bijzondere noo- den ontvangt van het totaal bedrag 2/5 deel, dus rond 180,000, terwijl het res- teerende 3/5 deel gelijkelijk zal worden verdeeld onder het Joodsch kindercomité, het r.k. vluchtelingencomité en 't protes- tantsch-christelijk-comité. Deze drie co- mité's ontvangen dus elk rond 90,000. Van het totaalbedrag is afgehouden het geld, dat reeds aan plaatselijke comité s in de grensstreken is verstrekt.. In totaal is in 1000 van de 1080 Neder- Iandsche gemeenten gecollecteerd. De provincie Utrecht bracht op 31,851,28, dat is 6,9 cent per inwoner, waarmede deze provincie de kroon spant. De tweede plaats wordt ingenomen door Zeeland, Zuid-Holland en Fries land, onderscheidenlijk met 17.306,78, 142,364,39% en 28.535,94%, alle drie provincies per inwoner 6,8 cent. Daarop volgen Noord-Holland met 102,343,19 (per inwoner 6,6 cent), Gelderland mor 53,070,14 (per inwoner 5,9 cent), Over- ijsel met 31,127,98% (per inwoner 5,6 cent), Groningen met 21,637,95 (per inwoner 5,2 cent), Drente met 5,371,16% (per inwoner 2,7 cent), Noord-Brabant met 17,421,11% (per inwoner 1,8 cent), Limburg met 9,256,58%. (per inwoner 1,6 cent). Van de gemeenten heeft! Zutfen het grootste gemiddelde per inwoner, nl. 35,2 cent. HET VERMISTE VISSCHERSVAARTUIG TERECHT, Het Duitsche recherehevaartuig „Von Hindenburg" heeft gistermiddag om 12 uur het vermiste -vissehersvaartuig uit Termunten (Gr.) nabij de Knock, de Zuid westpunt van Oost-Friesland, opgespoord De twee zoons van schipper Bakker be vonden zich nog aan boord. Het recherche vaartuig heeft het schip op sleeptouw ge nomen naar Termuntenzijl, waar het is ten dienen te wantrouwen. Immers Hitier moet beseffen, dat deze verklaring zonder meer weinig waarde voor Polen heeft en moeilijk de Poolsche ongerustheid, zou kun nen wegnemen. Waarschijnlijker achten wij het daarom, dat - indien de Führer verze keringen aan Beek heeft gegeven deze meer houvast zullen bieden dan de Pool sche pers weet. Er is iets duisters in de onderhavige ontmoeting te Berchtesgaden; ons gevoel zegt ons dit. We zijn er daarom allerminst gerust op, dat er niet een ver rassing achter vandaan zal komen, welke binnen afzienbaren tijd nieuwe Europee- sche consternatie kan verwekken, en dan nog meer hier in het Westen dan in het Oosten. gevlucht was. Eerst had hij er al geagiteerd uitgezien, maar nu scheen hij op het kantje van flauw vallen. Dikke zweetdruppels stonden op zijn voorhoofd. Zijn oogen keken verwilderd en zijn lippen beefden. Toen stond hij plotseling stil en staarde verward naar Leonard en Napoleon. „Wat is er?" vroeg Leonard' scherp. De man antwoordde niet. Hij bleef sta ren, alsof deze nieuwe beleving hem totaal van de wijs bracht. „Beheersch je!" riep Leonard uit. „Wat is er beneden gebeurd?" Hij deed een stap naar voren en deze beweging deed den man uit zijn verdoo- ving ontwaken. Hij deed een stap zijwaarts bukte, toen Leonard hem wilde grijpen en het volgende oogen blik holde hij over het dek met een ongelooflijke snelheid. '„Hem achterna!" schreeuwde Leonard en zij zetten het op een loopen. Maar zij waren geen tegenpartij voor deze men- sehelijke antilope, die hun niet alleen sloeg in vlugheid, maar bovendien in de geluk kige omstandigheid verkeerde, dat hij den weg op het schip kende. Hij ontweek hen, bukte en verdween tenslotte achter een verhooging op het dek. „Tracht hem in de war te brengen!" hijgde Leonard. „Je kunt me nog meer vertellen, zuchtte Napoleon. „Nu, als we toch niets uit hem kunnen krijgen, laten we dan weer naar beneden gaan. Hij stoof uit dat onmogelijke hol, waarin ik vanmiddag geweest ben „Je bedoelt de plek waar je die gesloten overgenomen door het vissehersvaartuig van schipper Ari Kuiper. Deze was gis terochtend reeds om vijf uur uitgevaren om assistentie te verleenen. De „Von Hindenburg had het vermiste schip reeds om acht uur gistéröcntend ont dekt, doch kon het door den lagen water stand niet naderen. IntussChen was ook het Nederlandsche recherchevaartuig „Alexander Gogel" in de nabijheid van het schip gekomen, die echter geen hulp meer heeft verleend. Gisterochtend om acht uur was een dei- jongens van boord gegaan en is over het ijs naar Riesen geloopen om naar Neder land te telefoneeren. De verbinding kon echter moeilijk tot stand worden gebracht, zoodat de jongen onverrichterzake naar het schip is teruggekeerd. Bij de opsporing hebben ook nog Duit sche vliegtuigen hun medewerking ver leend, doch deze hadden tot dusver nog niets gerapporteerd. Moeilijke vaart door het ijs. Gistermiddag tegen half vier is een drie tal motorschepen uit Nijkerk en Amers foort, de klippermotor „Dankbaarheid" uit Amersfoort, de „Vertrouwen" van den beurtschipper Kos uit Huizen en de „Jo hanna" van den beurtschipper Heimensen uit Nijkerk, de Oranjesluizen te Schelling- woude gepasseerd. Nadat de schepen ongeveer vier uur in het ijs hadden vastgezeten, slaagden zij er in Amsterdam te bereiken. De Harderwijker boot, van de Holland- Veluwe lijn was gistermorgen om onge veer acht uur uit Harderwijk vertrokken, doch deze kon niet door het ijs heenkomen en is daarom naar Harderwijk terugge keerd. GEVAARLIJKE TOCHT OVER HET IJS NAAR URK. Gistermiddag om vijf uur zijn de zeven familieleden van een bejaarde inwoonster van Urk, die ernstig ziek is, met een ijs- vlet op Urk aangekomen, na een zeer ge vaarlijken en vermoeienden tocht over het ijs. Onder hen bevond zich een vrouw, die tijdens den tocht door het ijs was gezakt. Men had haar echter tijdig weten te vatten. Zij moest op het ijs van droge kleeren wor den voorzien. DE BOTEREXPORT NAAR ENGELAND Het Kamerlid Van der Sluis stelt vragen aan den minister. Het Tweede Kamerlid Van der Sluis heeft aan den minister van economische zaken de volgende vragen gesteld: Heeft de minister kennis genomen van de mededeeling van den voorzitter van de Friesche Kamer van Koophandel, dat in 1938 de gemiddelde Leeuwarder commissie- noteering voor de boter 80,3 cent per kg bedroeg, terwijl de Deensche noteering, in Hollandsch geld omgerekend, 91,3 cent be droeg? Is de minister bereid zijn meening te geven omtrent het oordeel van vorenge noemden boter-export, dat de Nederland sche boter haar goeden naam in Engeland alleen terug kan krijgen, wanneer voldaan wordt aan de volgende drie eischen: da tumstempeling, wederom invoering van restitutie van de heffing van den dag van productie en uitvoerverbod voor boter ouder dan drie weken? Als de minister de meening van den voor zitter van de Friesche Kamer van Koop handel niet deelt, kan hij dan mededeelen, hoe het betreurenswaardige feit, dat de Nederlandsche boter op de Engelsche markt zoo veel minder opbrengt dan de Deensche, moet worden verklaard? WETTELIJKE REGELING VAN TARIEVEN VOOR NOTARISSEN. In een schrijven aan den voorzitter Van de Tweede Kamer deelt de minister van justitie mede, dat hij een commissie heeft ingesteld, aan welke is opgedragen, een wettelijke regeling te ontwerpen inzake de tarieven, welke de notarissen in acht die nen te nemen bij de vaststelling van het hun verschuldigde wegens de verrichtin gen, waartoe zij krachtens wettelijk voor schrift bevoegd zijn, alsmede wegens die, welke in hun practijk gebruikelijk zijn, of daarmede samenhangen. Van deze commissie is benoemd tot voor zitter: prof. mr. A. H. M. J. van Kan' te Gravenhage. deur gevonden hebt?" „Ja. Ik ben benieuwd of ik een dwaas was! Misschien hadden wij daar eerst heen moeten gaan Een onaangename, vochtige geur kwam hen tegemoet toen zij naar beneden gin gen. Toen zij onderaan het trapje kwamen richtte Leonard zijn licht in de gang, die hij nu voor het eerst zag. Bij zijn vorig be zoek hadden hij en Beryl Haines hun weg moeten zoeken door de duisternis. Zij waren in een deel van het schip, dat te oordeelen naar het uiterlijk voorname lijk bestemd scheen geweest te zijn voor de lading, ofschoon het moeilijk was zich in te denken, dat er ooit een zekere orde had bestaan tusschen deze verwarde en ge beukte muren en de afschuwelijk ge scheurde dekken. Terwijl zij door een gang wandelden, die zeer sterk helde, bemerk ten zij, dat de bedompte lucht toenam, en toen de gang zich verwijdde tot een groote leege ruimte zagen zij de reden hiervan. De linkerzijde van de ruimte, die naar be neden afliep, stond vol water en slechts 'n betrekkelijk kleine strook aan de rechter zijde was hoog en droog. Leonard verbaas de er zich over hoe hij en Beryl het er goed hadden afgebracht zonder in het wa ter gevallen te zijn, toen zij geen zaklan taarn hadden gehad om hen voor te lich ten. „Wat een rommel!" mompelde Napoleon nuchter. „Nog al erg", antwoordde Leonard. „Ik wil wedden, dat er een groot gat in den wand van het schip is beneden die water lijn". Hij hield even op en voegde er pein HET 50-JARIG BESTAAN VAN DE VEREENIGING VOOR INSTRU MENTALE MUZIEK. Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Vereeniging voor Instrumentale muziek wordt hedenavond, zooals bekend, een feestconcert gegeven, waaraan Mari- nus Flipse uit Rotterdam als pianist zijn medewerking zal verleenen» Gisterenavond had de groote repetitie plaats, deze is des middags vooraf gegaan door een receptie van het bestuur, be staande uit J. L. A. baron van Ittersum, voorzitter, mej. dr. H. C. M. Ghijsen, se cretaresse; mevr. W. van Doorn-Van Lookeren Campagne, penningmeesteresse, en de heeren A. van de Kop, bibliothecaris en J. H. Caro, directeur. De kleine zaal van de Concert- en Ge hoorzaal, die voor deze receptie was in gericht, was o.a. versierd met verschillen de bloemstukken, nml. van de gemeente Middelburg, .van de Arnhemsche orkestver- eeniging; van de Kon. zangvereeniging Tot Oefening en Uitspanning; van het Middel burgs Mannenkoor; van het Middelburgsch Muziekkorps; van jhr. W. Z. en jhr. G. J. van Teijlingen, Oostkapelle, eere-leden der vereeniging, die ook een speciaal stuk voor den heer Caro hadden gezonden; van jhr. H. A. van Doorn te Koudekerke en van den heer L. C. Koster, concierge der Con cert- en. Gehoorzaal. Aan een zijde van de zaal was een merk waardige tentoonstelling ingericht van al lerlei foto's, drukwerken enz., die een kijkje gaven in het nu afgesloten vijftig jarig tijdperk der vereeniging. Van het eerste concert, gegeven te Dom burg in 1886 in het toenmalige zeer pre- mentieve badpaviljoen, toen er nog geen bepaalde vereeniging was opgericht, zijn bijna alle programma's van de gewone en ook van de later gegeven populaire con certen aanwezig en daarnaast verschillen de foto's van concerten o.a. die gegeven zijn in de voormalige concertgebouwen aan den Zuidsingel en Groenmarkt, nu resp. padvinderslokaal en statenzaal. Voor ieder die langer dan een 20 jaar te Middelburg woont, zal het zien van de portretten van mannen als wijlen den heer Joh. Cleu- ver, mede oprichter en tot 1921 directeur van de Vereeniging; en wijlen mr. J. F. van der Mieden van Opmeer, A. W. Ber denis van Berlekom en nog enkele ande ren die zooveel voor het muzikale leven in het algemeen en voor deze Vereeniging meer in het bijzonder hebben gedaan, heel wat herinneringen hebben opgewekt. De receptie werd het eerst bezocht door jhr. mr. J. W. Quarles van Ufford, den Commissaris der Koningin, die daarmede een getuigenis aflegde van zijn groote be langstelling voor het muzikale leven in de hoofdstad. Van hen, die in den loop der receptie hun opwachting kwamen maken, noemen wij verder het gemeentebestuur, en wel den burgemeester, wethouder Boasson en den gemeentesecretaris. De burgemeester, heeft er in zijn toe spraak o.a. op gewezen, dat het zeker wel een zeldzaamheid is, dat een plaats van den omvang als Middelburg, naast de zoo hoogstaande zangvereeniging „Tot Oefening en Uitspanning" ook een vereeniging heeft op instrumentaal gebied, zooals de jubila- resse. Het verwondert spr. wel eens, dat in deze gemeente niet de gewoonte be staat om aan verdienstelijke burgers of aan vereenigingen een gemeentelijke medaille uit te reiken. Was die gewoonte er wel, dan zou deze vereeniging zeker de gouden me daille gekregen hebben, nu moet het ge meentebestuur er mede volstaan zijn geluk- wenschen met het jubileum en de beste wenschen voor de toekomst aan te bieden. In zijn antwoord op deze woorden, heeft de voorz. o.a. zijn waardeering er over uit gesproken, dat men is gekomen tot verla ging der belasting op de vermakelijkheden. De voorzitter der Kon. Zangvereeniging „Tot Oefening en Uitspanning" de heer M. A. van der Leijé heeft getuigd van-de groo te samenwerking die er steeds met de „In strumentale" heeft bestaan. Spr. vond ge legenheid terug te gaan in zijn herinnering tot de oprichting der Vereeniging, aan wier eerste repetities en concerten hij heeft me degewerkt, totdat hij zich elders vestigde. Bij zijn terugkeer in zijn geboortestad heeft spr. niet meer medegewerkt, maar zich steeds tot de vereeniging aangetrokken ge zend aan toe: „Ik zou dat wel eens willen zien." „Zien we dan niet genoeg? Ik voor mij vind van wel. Waar is die deur van je?" „Een eindje verder op. De gang begint daarginds weer en de deur is aan den rechter kant. Ik geloof, dat ik hem al zie. Vooruit maar". Zij gingen weer verder en bereikten de deur. Zij was open. „Woe", murmelde Napoleon, huiverend. „Ik ik dacht, dat je zei, dat ze dicht was". „Dat was ze ook", antwoordde Leonard rustig, en hij ging naar binnen. Op den grond lag een lichaam. Het was het lichaam van den goed gekleeden heer. Zij keken er een tijd lang naar zonder te spreken. Daarop begon Napoleon te lachen. „Wat is er zoo leuk?" vroeg Leonard. i„'Niets", antwoordde Napoleon. f,Daar om moet ik juist zoo lachen." „Goed hoor", knikte Leonard. „Logica van de loopgraven. We moeten het hoofd koel houden". Hij keek opnieuw naar het lichaam en trachtte zijn afschuwelijken tocht na te gaan van den voet van de rots naar deze plaats. Maar plotseling bedacht hij zich, dat dit niet het oogenblik was voor gissin gen en dat het tijd was om weer naar het dek terug te gaan. „Wij moeten ons weer met dien gekken vent bemoeien", riep hij uit. „De heele zaak is hopeloos verward en het eenige, dat we doen kunnen, is hem te pakken en te zien hem aan het spreken te krijgen". voeld. Spr. wees er dan op, dat men in wij len den heer Cleuver een gezamenlijken di recteur had en na zijn dood gevoelde weer een „Johan" te moeten hebben. Het werd toen de heer Caro die nog beide vereenigingen leidt. Spr. hoopte, dat ook in de toekomst beide vereenigingen nog veel zullen samenwerken. De voorzitter, die ook alle andere schen kers van bloemen bedankte, deed dit nu de Zangvereeniging en hoopte wederkeerig op blijvende samenwerking. De heer jhr. W. Z. van Teijlingen hield mede namens zijn broer een toespraak waarin hij verschillende herinneringen naar voren bracht en zeide het zich haast niet te kunnen voorstellen, dat na de 35 jaar, die men onder leiding van den heer Cleuver stond, nu de heer Caro reeds weer al 17 jaar den scepter voert. Spr. heeft even als de beide andere genoemde sprekers bij zondere hulde gebracht aan de secretares se voor de samenstelling van het mooie ge denkschrift en voor de vaak humoristische wijze, waarop zij dit deed. Ook mevrouw Van Doorn had speciale hulde in ontvangst te nemen. De voorzitter heeft de heeren Van Teij lingen dank gebracht voor hun medeleven met de vereeniging en speciaal voor hun be reidwilligheid ditmaal weder hun plaatsen in het orkest in te nemen. Van de verdere bezoekers noemen wij nog vertegenwoordigers van de Arnhem sche Orkestvereeniging; van het Middel burgsch Muziekkorps, van het Middelburgs Mannenkoor, van de Bachvereeniging, van het Comité voor het behoud van de Con certzaal; en vele afzonderlijke personen, die blijk kwamen geven van hun belangstel ling in dit gouden feest, en van wie wij nog willen noemen den oud-voorzitter der ver eeniging, den heer P. Luteijn, dr. H. van der Kamp te Domburg; den heer P. J. Elout, directeur van het zeebad Domburg; jhr. H. A. van Doorn te Koudekerke en dr. S. S. Smeding, directeur-hoofdredacteur van de N.V. De Middelburgsche Courant. KLEEDING ENZ. VOOR WERKLOOZEN. Zooals bekend mag worden geacht, is de B-steun, die zorgde voor voorziening in de behoefte der werkloozen aan kleeding enz., ontbonden en is het werk opgedragen aan de organen der steunverleening, zulks over eenkomstig den wensch van den minister. Binnenkort zullen aan de daarvoor in aan merking komende personen formulieren worden toegezonden om na nader onder zoek over verstrekking van hetgeen wordt aangevraagd, te kunnen oordeelen. Het ligt in de bedoeling om te komen tot verstrekking der goederen via de win keliers, welke te zijnertijd in het kantoor Al in oude tijden gebruikten de geleerden de „Geneescruy- den", die nog heden bij de bereiding van Abdijsiroop ge bruikt worden. Reeds toen en nu nog steeds zijn deze kruiden gebruikt ter bestrijding van hoest, bronchitis en asthma. Meer nog. de tegenwoordige weten schap keert zelfs weer terug naar de genezing door middel van plan ten en kruiden. Behalve kruiden extracten bevat Abdijsiroop thans bovendien „codeïne", de krachtig ste hoeststillende stof. Deze aldus versterkte Abdijsiroop verdrijft nu nog sneller en beter benauwdheid bij het ademhalen, beklemming op de borst, hoest en bronchitis. AKKER 'S v&ist&ikte tegen hoest, griep, bronchitis, asthma Flacon 90 ct.. f 1.50, f 2.40. f 4.20. Alom verkrijgbaar (Ingez. Med.) „Dan zullen we hard moeten loopen", antwoordde Napoleon, terwijl hij zich om draaide. „Het zou me niet verwonderen, als we tot de ontdekking kwamen, dat hij in zee was gesprongen. Zeg eens, Sefton, denk je, dat hij de hand heeft gehad in daarin?" „Wie zal het zeggen? Maar twee dingen spreken in zijn voordeel". „Wat dan?" „In de eerste plaats, dat we hem hoor den schreeuwen). En moordenaars schreeu wen niet. Alleen hun slachtoffers doen dat. Het kan zijn, dat hij plotseling dien dooden man voor zich gezien heeft net als wij en toen geschrokken is". „En ten tweede?" „Hij draagt een donker grijs pak. De man, dien wij zoeken, heeft een blauwe serge jas, met een gat erin en een gouden knoop eraf". Boven hen scheen de maan. Zij haastten zich de trap op en keken zorgvuldig het dek rond. Er was geen teeken van leven. „Het wordt een beroerde zoekerij", bromde Leonard. „Vooral als hij werkelijk over boord is gesprongen", voegde Napoleon daaraan toe. „Wat zou je ervan zeggen, als we eens gingen kijken?" Zij liepen snel naar de railing van het schip en keken er over heen. Napoleon gaf een schreeuw. „Hemel!" zuchtte hij. „Onze boot is weg!" (Wordt vervolgd). Eenige der 20 geneeskr. kruiden

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5