Hf ffitrvtrsttcïufe
mmtmum.
(&GOESCHE COURANT
Restauratie van
Particuliere Oude Gevels.
Prinses Beatrix ingeënt,
Het jjroces is zonder ernstige
reactie verloopen.
RADIOREDE
VAN DEN COMMANDANT VAN HET
VELDLEGER.
WEERBERICHT.
7V
Dagblad. Uifg.N.V. DeMiddelbvrgscheCrt.
Bureauxte MIDDELBURGSt. Pieterstr. 28,
Telefoon Redactie 269, Administratie 139j
te GOES: Turfkade Tel. 17. Postgiro 43255.
Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes
f 2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week
abonnementen in Middelburg en Goes 18 ct.
NUMMER 8. TWEE BLADEN. DINSDAG
10 JAN. 1989. EERSTE BLAD. 182e JAARG.
HIDDELBURGSCHI COURANT
Advertentiën 30 ct per regel, ingezonden
mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager.
Tarief op aanvraag. Familieberichten en
dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine
Advertenties", max. 6 regels, 75 cent, bij
vooruitbetaling. -,Brieven, of adres bureau
v. d. blad" 10 ct extra. Bewijsnummers 5 ct„
Het debat in de vergadering van Provin
ciale Staten van Zeeland over de vraag, of
de provincie wel of niet 40 zou bijdragen
in het herstel van een der belangrijkste in
particuLer bezit zijnde oude gevels van Zie-
riksee, ligt nog maar enkele weken achter
ons.
Het was een vrij belangrijk principieel
debat, draaiende om de vraag, of de over
heid particulieren moet steunen wanneer zij
architectonisch belangrijke oude gebouwen
bezitten en willen herstellen, of niet.
De gemeentesecretaris van Middelburg,
mr, M. v. d. Veur, houdt zich in het Week
blad voor Gemeentebelangen ook met deze
vraag bezig; aanleiding daartoe was hem
de kennisname van de regeling, die onze
Zuidelijke nabuurstad Brugge ter zake ge
troffen heeft. Aan zijn artikel is het vol
gende ontleend:
„Ik verlies niet uit het oog, dat èn Rijk
en gemeenten telken jare in ons land vele
duizenden guldens ten koste leggen aan be
houd en herstel van oude gebouwen, maar
grosso modo gaat het dan altijd om open
bare gebouwen en gebouwen, voor den
eeredienst bestemd, of in eigendom bij bur
gerlijke gemeenten.
Voor particuliere eigendommen echter,
ontbreekt, voor zoover mij bekend, elke
ordenende gemeentelijke regeling.
C.q. is men in voorkomende gevallen aan
gewezen op financieele hulp van lichamen
als de Vereenigingen „Hendrick de Key-
ser", „Heemschut", „Nehalennia", de „Ver-
eeniging tot instandhouding van oude ge
bouwen te Middelburg", de Vereeniging
„Oud Zutphen" e.t.q., daarnevens van oud-
heidminnende Maecaenaten.
Maar..',... die lichamen en particulieren
zitten in moeilijke tijden als deze met hun
financiën ook niet op fluweel!
Primair is natuurlijk deze vraag of men
de instandhouding van schoone en artistie
ke, architectonische overblijfselen van ons
voorafgaande geslachten een algemeen be
lang van eenige orde acht. Doch daarover
behoeven wij niet meer te twisten.
Piëteit alleen zou metterdaad een zwak
ke grond zijn, maar hier is ook de kunst
niet Zoo weinig in geding.
Hoe spreken ons, kinderen van dezen
tijd, nog de oude gebouwen en gevels toe
in gemeenten als Delft, Dordrecht, Elburg,
Hoorn, Middelburg, Vere, Zieriksee en
Zutfeh, om er slechts enkele op te sommen!
Wij beleven er allen cultureele vreugde
aan.
En is men hier in Nederland nog niet
van deze waarden overtuigd, welnu, laat
mij u dan Brugge ten voorbeeld geven".
Hoe nu de Brugsche regeling er uitziet?
De schrijver laat haar in originali volgen.
Wij nemen er enkele stukjes uit over:
voor „herstelling van kunstgevels" kan een
„toelaag" gegeven worden: „De geldelijke
tusschenkomst der stad is gewoonlijk be
paald op 1|3 van het bedrag der kosten be
treffénde de eigenlijke herstelling. Voor de
Markt en den Burg nochtans, bedraagt de
toelage van de herstellingskosten van
den voorgevel".
Deze bijdrage wordt echter niet zoo-maar
gegeven: „De eigenaar moet toestemmen
in het stichten eener erfdienstbaarheid
„non modificandi" op den herstelden ge
velTen titel van wezenlijke erf
dienstbaarheid gelegd op het gebouw, waar
van de gevel hersteld wordt, ten voordeele
der stad Brugge, in hare hoedanigheid van
eigenares der straten en openbare plaat
sen, als heerschende erven aanzien, zullen
de eigenaars zich ontzeggen eenig werk te
verrichten aan de gevels dezer gebouwen,
ze te witten of te schilderen, eenig uithang
bord of opschriftbord er op te plaatsen,
eenig voorwerp er aan te vestigen of te
hangen en, in het algemeen, eenig werk uit
te voeren, dat eene welkdanige verande
ring aan gezegde gevels zou teweegbren
gen, zonder eene uitdrukkelijke en schrif
telijke toelating van het Schepencolle
ge"zoo luidt in het ietwat ouder-
wetsch aandoende Vlaamsch deze lang niet
makke bepaling. Er zij nog bijgevoegd, dat
bij de aanvrage om deze subsidie een plan
1:50 ingediend moet worden, in kleuren, en
dat een dezer teekeningen aan de acte van
erfdienstbaarheid gevestigd blijft.
Mr. Van der Veur gaat dan voort:
„Pasklaar gemaakt voor Nederlandsch
gebruik en in onze taal gesteld, zou een
hulp-regeling voor de gemeenten in ons
vaderland, welke deze materie ter hand
zouden willen nemen, kunnen worden in 't
leven geroepen ongeveer naar het volgende
model.
Regeling nopens de verleening van ge
meentelijke bijdragen in de kosten van her
stel van historische en/of artistieke gevels.
Voor de hierboven vermelde verleening
gelden de volgende bepalingen:
I. Percentage der bijdragen.
De bijdrage beloopt ten hoogste
der kosten van herstel; het percentage
wordt voor elk afzonderlijk geval door bur
gemeester en wethouders vastgesteld.
De uitkeering der bijdrage geschiedt niet
dan nadat de betrokken eigenaar de voor
voldaan geteekende nota's van kosten aan
Burgemeester en Wethouders heeft overge
legd en dat college haar in orde heeft be
vonden en goedgekeurd.
n. Verplichtingen van den eigenaar.
De eigenaar is verplicht:
10. tot inlevering van een verzoek om
"bouwvergunning volgens de voorschriften
der geldende Bouwverordening.
20. tot gelijktijdige indiening van een ver
zoek tot verkrijging van een bijdrage in de
herstellingskosten, vergezeld van een tee-
kening in 2-voud op schaal 1 a 50*), waarop
de tegenwoordige toestand en de nieuw ont-
In het artikel van mr. v. d. Veur staat
1:200, maar dat is een verschrijving Red.
worpene in bijzonderheden zijn aangegeven,
zulks met bijvoeging van:
a. een gespecificeerde begrooting;
b. eene gezegelde verklaring, bij welke hij
zich verbindt om:
A. dadelijk na voltooiing van het herstel,
eene notarieele akte te doen verlijden, bij
welke hij op den herstelden gevel, ten be
hoeve van de gemeente, een erfdienstbaar
heid tot nietwijzigen vestigt, luidende onge
veer als volgt:
„Bij wijze van erfdienstbaarheid ten laste
van het gebouw, welks gevel is hersteld,
verbindt zich de eigenaar tegenover de
Gemeente, als eigenaresse der openbare we
gen, straten en pleinen, aan de gevels van
dat gebouw geenerlei verandering aan te
brengen, hen niet te witten of te schilderen,
daaraan geen uithangbord of bord met op
schrift te bevestigen en, in het algemeen,
elk werk na te laten, hetwelk de gevels in
eenig opzicht duurzaam wijzigt, tenzij na
schriftelijk verkregen toestemming van
Burgemeester en Wethouders".
B. alle kosten ter zake van de notarieele
akte tot vestiging der sub A vermelde erf
dienstbaarheid, geene uitgezonderd, voor
zijne rekening te nemen tot een percentage
van
C. na eventueelen brand, volgens aanwij-
wijzing van Burgemeester en Wethouders
een gedeelte der verzekeringspenningen te
bestemmen voor herstel van de(n) bescha
digde (n) gevel (s)."
„Met opzet heb ik in het hiervoren ge
geven model de percentages van gemeente
lijke bijdrage en notaris-kosten weggelaten,
omdat, zoo vervolgt mr. van der Veur, ik mij
levendig kan voorstellen, dat een gemeente
met deze nieuwe bemoeienis niet direct zoo
ver zou willen gaan als in Brugge.
Uitvoerig behandelt de schrijver dan de
verhouding van zoo'n bijdrage-regeling tot
de, in een aantal Gemeenten vigeerende
monumentenverordeningen en de, aan de
hand daarvan, meestal door Burgemeester
en Wethouders opgemaakte lijst van alle
gebouwen of gedeelten van gebouwen, wel
ke, naar hun oordeel, uit een oogpunt van
geschiedenis of kunst van belang zijn, en
vervolgens het verband van de Woningwet
en de Bouwverordening, die, generaliter ge
sproken, ook een zoogenaamde welstands
bepaling behelzen met dit onderwerp.
Wat den financieelen kant dezer aange
legenheid betreft, besluit mr. V. d. Veur
aldus:
„Op den voorgrond stel ik deze thesis,
dat, wanneer het der gemeenschap werke
lijk ernst is met liefde voor behoud en her
stel van historische bouwwerken, door haar
gezien als artistieke herinneringen aan den
kunstzin van onze voorouders, zij het niet
bij een platonische verklaring kan laten,
doch eenig geldelijk offer heeft te aanvaar
den.
Hierboven zinspeelde ik er reeds op, dat
men met het bijdrage-percentage niet di
rect zoo ver zou behoeven te gaan als in
Brugge. [1/3 tot der kosten.]
De vraag zal gesteld worden of ik nu, in
dezen benarden tijd, niet een onderwerp
heb aangesneden, waaraan financieel niet
is te denken.
Dan past mijnerzijds deze wedervraag:
moeten de Gemeenten, in moeilijke omstan
digheden vele zelfs tot den top bezwaard
door enorme werkloosheidsuitgaven, niet
ook krachtdadig blijven medewerken aan
het behoud van cultureele waarden?
Een ontkennend antwoord daarop vrees
ik niet; want er is periculum in mora.
En het is ook niet aannemelijk te achten,
dat Gedeputeerde Staten en/of de Rijks
commissie van overleg voor de Gemeente-
begrootingen hun sanctie zullen onthouden
aan een bescheiden begin in de door mij
voorgestane richting, zelfs ten aanzien van
Gemeenten, die noodlijdend zijn in optima
forma."
Tot zoover dit artikel in gemeentebelan
gen.
Men zou er van kunnen zeggen, dat het
een gelukkige tusschenvorm is, een nu
eens niet halfslachtig compromis tus-
schen de twee standpunten, waarom de
strijd in Prov. Staten ging.
Want, men zal het zich herinneren, dit
was de kern der zaak: een restauratie steu
nen, het is ons wel en wij zijn bereid, maar
dan een restauratie met garantie, zoowel
voor de doeltreffendheid ervan als voor de
duurzaamheid.
Teneinde die, inderdaad nuttig en noodig
te achten, garanties te erlangen, stond men
op het standpunt, dat het desbetreffende
pand eerst overheidsbezit moest zijn, dan
wel aangekocht moest worden door een
vereeniging of stichting, die zich het voort
durende en ongeschonden behoud van zulke
bouwwerken ten doel stelt.
Wij hebben destijds, bij een zeer belang
rijk object (hotel „De Abdij" te Middel
burg) het denkbeeld aan de hand gedaan
van overname van den eigendom door een
stichting met zulk een doeleinde.
Het blijkt nu, dat ook met de Brugsche
methode van subsidieering met vestiging
eener erfdienstbaarheid, het beoogde doel
bereikt kan worden.
Dat is de hoofdzaak. Als belangrijke bij
komstigheid wijzen wij nog op deze bepa
ling in de Brugge-sche regeling zullen
de eigenaars zich ontzeggen eenige werk
te verrichten aan de gevels dezer gebouwen,
ze te witten of te schilderen, eenig uithang-
of opschriftbord er op te plaatsen, eenig
voorwerp er aan te vestigen of te hangen
en, in het algemeen, eenig werk uit te voe
ren, dat eene welkdanige verandering aan
gezegde gevels zou teweegbrengen, zonder
eene uitdrukkelijke en schriftelijke toela
ting van het Schepencollege"
Wij z(jn zeer voor de vrijheid, maar
zulk een bepaling zouden wij zoo hier en
daar in ons gewest toch wel wenschen...
Het eigenbelang, dat den een ver
blindt, maakt den ander helderziend.
Wij ontvingen uit Den Haag het volgende
communiqué:
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses
Beatrix is op 24 December j.l. door mij te
gen de pokken gevaccineerd. De entpokken
hebben zich goed ontwikkeld en het proces
is behoudens koorts gedurende enkele da
gen zonder ernstige reactie verloopen, zoo
dat de Prinses thans weder volkomen wel
varend is.
Zij ontwikkelt zich lichamelijk en geeste
lijk zoo goed als men op haren leeftijd mag
wenschen.
(get.) Carstens,
kinderarts.
HET PRINSELIJK PAAR BIJ HET
FEEST DER HUZAREN
TE AMERSFOORT.
De viering van het 125-jarig bestaan
van het eerste regiment huzaren te Amers
foort is Maandagmiddag voortgezet met een
cross-county in de buurt van het Haze
water. Doordat Prins Bernhard den
wensch te kennen had gegeven deze cross
te willen meerijden, werd aan dit gedeel
te van het programma de noodige luister
bijgezet. Nog meer won dit nummer der
feestelijkheden aan historische waarde,
toen in den loop van den middag Prinses
Juliana van haar belangstelling blijk gaf
Bij zijn aankomst aan den start werd
de Prins verwelkomd door luit-kolonel M.
R. A. Bisschoff van Heemskerck, com
mandant van het eerste regiment huza
ren.
Het parcours was uitgezet door wacht
meester Kroon, die een half-zware cross
had weten op te bouwen ter lengte van
ongeveer 3 km. Luit.-kolonel M. R. A.
Bisschoff van Heemskerck startte als eer
ste deelnemer met Juliana en in den tijd
van 5 min. 33,2 sec. reed hij het parcours
rond. Na hem volgde ritmeester Cnopius
met Aubépine, die een tijd van 5 min. 36
2/5 sec. maakte.
Prins Bernhard startte als vijfde deel
nemer met den schimmel Bunny. Z.K.H
legde het parcours in 5 min. 26 3/5 sec.
af. Later maakte luitenant Simons den
zelfden tijd, zoodat de Prins de plaats met
hem moest deelen. Luit. Gruppelaar wist
tegen het einde met Patrick een nog
korteren tijd te maken, El. 5 min. 23 sec.
Intusschen was Prinses Juliana, verge
zeld van jkvr. de Brauw, geheel onopge
merkt bij den start gearriveerd. Na de
begroeting door de luit.-kolonels Camer-
ling Helmolt en Bisschoff van eHems-
kerck, werden mevr. Camerling Helmolt
en mevr. Bisschoff van Heemskerck aan
H.K.H. voorgesteld,
Nadat ook de onderofficieren den wed
strijd hadden uitgereden heeft H.K.H. de
prijzen aan de winnaars-officieren uitge
reikt, waarbij Zij den derden prijs aan
haar echtgenoot, die de loting om de
tweede plaats met luit. Simons had ver
loren, ter hand stfelde.
De Prins heeft daarop de prijzen aan
de onderofficieren uitgereikt.
Ter gelegenheid van het 125-jarig
bestaan der landmacht.
Gisteravond heeft de commandant van
het veldleger, luitenant-generaal J. J. G.
baron Van Voorst tot Voorst, voor de N.C.
R.V. een rede gehouden ter herdenking van
den dag, waarop 125 jaar geleden de ko
ninklijke landmacht in haar geheel werd
opgericht.
De commandant van het veldleger sprak
als volgt:
Wie zich zet tot het herdenken van het
geen door de Nederlandsche weermacht te
land in den loop der tijden is verricht, be
hoeft slechts het standaardwerk van prof.
Bosscha na te slaan om uit de vier deelen
daarvan de overtuiging te putten, hoe
„Neerlands heldendaden te land" naast die
ter zee, in strijd, in opoffering en in bloed
hebben bijgedragen tot het aaneensmeden,
louteren, verstevigen en behouden van het
volk van Nederland. En tot de vorming,
niet van een zwakke door het goeddunken
of de genade van anderen geduld rijk, maar
tot een staat, die als een vaste hoeksteen
van Noordwestelijk Europa sedert eeuwen
is opgericht.
Deze historie onzer heldendaden te land
strekt zich uit tot in een grijs verleden,
waarin inval op inval, veldslag op veldslag,
beleg op beleg in verschillende tijdperken,
dus als het ware periodiek, op elkaar volg
den en waarbij naast huurlegers uit den
vreemde, regimenten van Nederlandschen
stam en zelfs de ingezetenen van stad tot
stad met Gods hulp en onder leiding der
Oranje's, een werkzaam aandeel hadden in
de krijgsverrichtingen.
De geschiedenis echter van de koninklijke
landmacht onzer dagen, hoewel nauw ver
want aan die uit de tijden der republiek,
begint met het instellen van het koninkrijk,
na het herwinnen onzer onafhankelijkheid.
Bij de herdenking, zooals deze gister bij
alle 25 er bij betrokken korpsen plaats vond,
gaat onze gedachte derhalve uit naar het
herwinnen onzer onafhankelijkheid. Deze
herdenking heeft echter ook beteekenis
voor het heden en niet alleen voor wat deze
korpsen zelf betreft, maar ook voor U
waarde luisteraars.
De weermacht toch is geen op zich zelf-
staande instelling, maar vormt een inte
greerend, een levend deel van de natie. En
de koninklijke landmacht in het bijzonder
is in den loop der 125 jaren, waarin zij be
staat, te sterker verbonden aan en ver
vlochten met ons volk in al zijn geledingen,
naarmate de lichtingsterkte toenam, de
persoonlijke dienstplicht meer persoonlijke
offers vroeg en de aanvoering in het oor-
logsleger meer en meer in handen van den
reserve-officier en den dienstplichtigen on
derofficieren kwam te liggen.
Zoo ooit dan erkent en gevoelt in onze tij
den het overgrooten gedeelte van ons volk
bestaansrecht en bestaansreden, ja de ver
heven roeping der weermacht.
Met rassche schreden is daarbij alom de
overtuiging doorgedrongen, dat in het bij
zonder het veldleger, door scholing,
oefening en uitrusting en niet 't minst door
sterkte en moderne bewapening en door
den geest die een ieder bezielt, moet kun
nen voldoen aan zijn primaire taak een
schild te vormen tegen hetgeen ons zou
kunnen bedreigen en een zwaard van ge
rechtigheid te zijn in handen der overheid.
Zonder dat zou elke gezagsuiting in tijd van
nood slechts een ijdel gebaar blijken, waar
door een oorlog niet zou kunnen worden
voorkomen, maar zelfs geweld als het ware
zou worden uitgelokt.
„Is dus deze dag in de eerste plaats van
groote beteekenis voor al die schoone regi
menten, die hun herdenking in goede kame
raadschap en saamhoorigheid van officie
ren, onderofficieren, korporaals en soldaten
op waardige wijze vieren, deze dag is niet
zonder belang ook voor U, die in het verle
den het Uwe, in welken vorm ook, hebt bij
gedragen tot wat de weermacht is gewor
den en die in de toekomst ook Uw deel van
de verantwoordelijkheid zult dragen ten
aanzien van hare verdere ontwikkeling.
Want het behoeft in onzen tijd, waar span
ning volgt op spanning en accuut oorlogs
gevaar een ieder nauwelijks drie maanden
geleden voor oogen stond toch niet te wor
den aangetoond, dat de tijden ernstig zijn en
ernstig blijven.
Welke zal de verdere geschiedenis zijn de.
zer regimenten, die, op een schoone traditie
en een eervolle geschiedenis terug ziende,
heden hun herdenkingsfeest vieren? Nie
mand van ons kan het zeggen. Maar dit
staat vast. Het verleden en de houding in
het heden van al deze onderdeelen is er ons
borg voor, dat zij, gedragen door het ver
trouwen van hun Koningin en de liefde van
geheel het volk van Nederland, nimmer
zullen versagen, hun plicht volbrengend
wat ook komen moge.
HET DERDE EN HET VEERTIENDE
REGIMENT INFANTERIE
VIEREN 125-JARIG BESTAAN.
Gisteren vierden ook het derde en het
veertiende regiment infanterie te Bergen
op Zoom hun 125-jarig bestaan. Er be
stond van den kant der burgerij groote
belangstelling, niet het minst tot uiting
komend in de aanbieding van een kost.
baar geschenk, bestaande uit twaalf „die
pe trommels" met volledige uitrusting.
De herdenking is ten deele tweevoudig
gevierd. De beide regimenten hadden ie
der voor zich een programma opgesteld;
maar daarnaast was er een gemeenschap
pelijk programma voorzoover het de hul
diging door de burgerij betrof.
Om acht uur weerklonk in de beide re
gimentskazernes de reveille, onmiddellijk
gevolgd door een korte muzikale maxsch
der regimentskorpsen door de stad- In de
Korenbeurs hield daarop luit. L. Proost
een beknopte lezing over de geschiedenis
van het derde reg. inf.
Tusschen half elf en half twaalf werd
op Plein 13 en op fort „Kijk in de Pot
een militaire inspectie gehouden, waarbij
het moederregiment dat het derde is, pro
fiteerde van het zesde uit Breda. De re
gimentscommandant, de overste F. van
Aelst en J. W. Oosterveen, hielden er kor
te toespraken.
Om half twaalf werd een groot défilé
gehouden op de Groote Markt, waar mi
litaire en burgerlijke autoriteiten voor
het stadhuis hadden plaats genomen. We
merkten o.a, generaal majoor-divisie com'
mandant A. A. van Nijnatten, de comman
dant van de zesde infanterie brigade ko
lonel P. Brueckel uit Breda, de garni-
zoens- en regimentscomandanten, de over
sten A. F. J. M. Drossaerts, F. D.. M. H.
A. van Aelst, J. W. Ooserveen, voorts het
college van B. en W. van Bergen op Zoom
en verschillende raadsleden, het lid van
Ged. Staten, de heer J. Asselbergs, de oud-
garnizoenscomandant, overste Arriens en
de oud-comandant van de zesde infanterie
brigade, kolonel Marthol de Jong,
De beide regimenten maakten een ken
rigen indruk. Van den kant der burgerij
bestond voor het schouwspel groote be
langstelling.
Op het middaguur werd het geschenk
der burgerij aangeboden. De plechtigheid
geschiedde in de bibliotheek van het his
torische Markiezenhof, waar het derde
reg. inf. is gelegerd. Namens het huldi-
gingseomité voerde de heer Joh. C. Assel
bergs het woord. Spr. bood twaalf „diepe
trommels" met volledige uitrusting aan,
Op de trommels was het stadswapen van
Bergen op Zoom aangebracht.
Overste F. van Aelst reageerde er met
een sympathieke gebaar op, Spr. dèelde
mede voor deze gelegenheid een „Markie
zenhof medaille" te hebben laten slaan ter
uitreiking aan burgers en militairen, die
bijzondere verdiensten hebben jegens 3 r.
i. De eerste exemplaren, in zilver geslagen
en voorzien van een persoonlijke opdracht,
werden uitgereikt aan de heeren J. C. As
selbergs, burgemeester nuj. drs. P,. A. F.
Blom, C. Slootmans en Kilsdonk. De
overige comitéleden en kolonel Brueckel
verwierven een bronzen medaille.
Om drie uur boden in het Markiezenhof
de reserve officieren van hetl derde reg.
inf. bij monde van den reserve majoor ir.
A. J. L. Juten een fraai geschilderd por
tret van H. M. de Koningin en van de
hand van den kunstschilder Baardmans
uit Bergen op Zoom, aan het regiment
aan, terwijl tijdens eenzelfde plechtigheid
op het regimentsbureau van het: veertien
de r.i. de reserve officieren bij monde van
Verwachting tot morgenavond:
DE BILT: matige tot zwakke wind uit
W. richtingen, gedeeltelijk bewolkt, weinig
of geen regen, iets kouder,
UKKEL: matige wind uit Z.W. tot W.
richtingen, bewolkte hemel, plaatselijk een
weinig regen of motregen, opklaringen,
mist gedurende den nacht, aanhoudend ma
tige temperatuur met een nachtelijke mi
nimum van ongeveer 5 gr.
Wo II Jan. Zon op: 8 h 08; onder: 16 h
07; licht op: 16 h 37. Maan onder: 10 h
27. L.K.: 11 Jan.
Hoog- en Laagwater te Vlissingen:
Januari.
Hoogwater. Laagwater.
Dinsdag 10 4.14 16.47 11.03 23.08
Woensdag 11 5.07 17.37 11.54
Donderdag 12 5.56 18.30 0.00 12.43
Hoog- en Laagwater te Wemeldinge:
Januari.
Hoogwater. Laagwater.
Dinsdag 10 6.15 18.40 12.00
Woensdag 11 7.03 19.25 0.19 12.52
Donderdag 12 7.44 20.10 1.11 13.43
den res. kapitein W. C. Dekker een zestal
klaroenen met fanions aanboden.
Ten slotte werden druk bezochte reöep-
ties gehouden, waarna de herdenking ver
der in intiemen kring plaats vond.
HET CENTRAAL STATION
TE UTRECHT.
Naar wij van de directie der Nederland
sche Spoorwegen vernemen, kan thans als
vaststaand worden aangenomen, dat de
herbouw van de boven-verdieping van het
Utrechtsche Centraal Station in moderne
stijl zal geschieden, zoodat een harmoni
eus geheel zal worden verkregen.
Reeds is men druk bezig met de uitwer
king der plannen.
DE KWESTIE VAN DE ERFPACHTS-
GRONDEN TE AMSTERDAM.
Een voorstel van wethouder De
Miranda.
Naar wij vernemen, heeft in een gis
ter gehouden vergadering van het colle
ge van B. en W. van Amsterdam, wethou
der De Miranda een voorstel aanhangig
gemaakt om den Raad uit te noodigen uit
zijn midden een commissie te benoemen,
welke tot taak zal hebben te onderzoeken
de wijze, waarop en de omstandigheden
waaronder, in de laatste jaren gronden in
erfpacht zijn uitgegeven of verkocht. Zöo-
als men weet is de wethouder te dezen
opzichte door een dagblad beschuldigd van
bedenkelijke praktijken.
KRUIEND IJS.
Het ijs kruit in het IJsselmeer zoo ge
weldig, dat de verkeersweg Hoorn-Schel
linkhout (de dijk langs de voormalige
Zuiderzee) is moeten worden afgezet, zoo
dat het verkeer gestremd is.
DE „ZEEMEEUW" MET POST VAN URK
NAAR KAMPEN TERUG.
De sleepboot „Zeemeeuw", die gisteren
avond komende uit Kampen aan den kop
van den dijk te Urk heeft vastgemaakt,
om vanochtend den tocht naar de „IJssel-
stroom'1', welke ten Zuiden van het Enk-
huizerzand in het ijs vast zit, voort te zet
ten, is op dringend verzoek van de be
volking van Urk en op uitnoodiging van
de directie der N.V. eerste Urker Stoom
bootmaatschappij vanochtend om zeven
uur met de post naar Kampen terugge
keerd. De boot wordt vanavond laat op
nieuw in Urk verwacht met de post van
den vasten wal. Het ligt in de bedoeling,
dat de sleepboot nu Woensdagochtend
vroeg naar de „ÏJsselstroom" zal vertrek
ken.
De „Von Geusau" heeft moeilijk
heden.
De postboot „Von Geusau" heeft even
eens vanochtend om zeven uur het eiland
verlaten met bestemming Kampen, doch
om half twaalf was de boot nog slechts
3 km gevorderd. Het schip heeft de groot
ste moeite zich door het ijs, dat een dik
te heeft van 20 centimeter, heen te wer
ken.
EEN IJS VLET VAN URK NAAR
KAMPEN VERTROKKEN.
Om zes uur vanochtend is een ijs vlet
van Urk naar Kampen vertrokken, om zes
personen te halen, wier aanwezigheid op
het eiland in verband met een ernstige
ziekte van een bejaard bewoonster, ge-
wenscht is. De vlet werd vanavond tus
schen zes en zeven uur op Urk verwacht.
Aangezien er vele wakken zijn, moet bij
de tocht groote voorzichtigheid in acht
genomen worden en een omweg worden
gemaakt.
DE JOODSCHE VLUCHTELINGEN.
Op de vragen van het Tweede Kamer
lid mevrouw Mackay-Katz betreffende de
terugleiding naar Duitschland van Duitsch-
Joodsche vluchtelingen, die zonder verlof
na een bepaalden datum Nederland zijn
binnengekomen, heeft de minister van jus
titie als volgt geantwoord:
In den laatsten tijd zijn in sommige
groote steden, met name in Amsterdam,
regelmatig Duitsche vreemdelingen, tot
een aanzienlijk aantal, aangetroffen, die
deels afkomstig uit ver van onze grens
verwijderde streken in Duitschland
kort te voren zonder verlof op heimelijke
wijze Nederland waren binnengekomen.
Mede gelet op het groot aantal der reeds
vei leende toelatingen heeft de regeering
daarom in het belang der openbare orde
moeten bepalen, dat bij verdere dergelij
ke binnenkomst terugleiding dient plaats
te hebben, met dién verstande, dat in bij
zondere gevallen, met name wanneer on
middellijk levensgevaar aanwezig moet