Hf ffitrvtrsttcïufe mmtmum. (&GOESCHE COURANT Restauratie van Particuliere Oude Gevels. Prinses Beatrix ingeënt, Het jjroces is zonder ernstige reactie verloopen. RADIOREDE VAN DEN COMMANDANT VAN HET VELDLEGER. WEERBERICHT. 7V Dagblad. Uifg.N.V. DeMiddelbvrgscheCrt. Bureauxte MIDDELBURGSt. Pieterstr. 28, Telefoon Redactie 269, Administratie 139j te GOES: Turfkade Tel. 17. Postgiro 43255. Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes f 2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week abonnementen in Middelburg en Goes 18 ct. NUMMER 8. TWEE BLADEN. DINSDAG 10 JAN. 1989. EERSTE BLAD. 182e JAARG. HIDDELBURGSCHI COURANT Advertentiën 30 ct per regel, ingezonden mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager. Tarief op aanvraag. Familieberichten en dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine Advertenties", max. 6 regels, 75 cent, bij vooruitbetaling. -,Brieven, of adres bureau v. d. blad" 10 ct extra. Bewijsnummers 5 ct„ Het debat in de vergadering van Provin ciale Staten van Zeeland over de vraag, of de provincie wel of niet 40 zou bijdragen in het herstel van een der belangrijkste in particuLer bezit zijnde oude gevels van Zie- riksee, ligt nog maar enkele weken achter ons. Het was een vrij belangrijk principieel debat, draaiende om de vraag, of de over heid particulieren moet steunen wanneer zij architectonisch belangrijke oude gebouwen bezitten en willen herstellen, of niet. De gemeentesecretaris van Middelburg, mr, M. v. d. Veur, houdt zich in het Week blad voor Gemeentebelangen ook met deze vraag bezig; aanleiding daartoe was hem de kennisname van de regeling, die onze Zuidelijke nabuurstad Brugge ter zake ge troffen heeft. Aan zijn artikel is het vol gende ontleend: „Ik verlies niet uit het oog, dat èn Rijk en gemeenten telken jare in ons land vele duizenden guldens ten koste leggen aan be houd en herstel van oude gebouwen, maar grosso modo gaat het dan altijd om open bare gebouwen en gebouwen, voor den eeredienst bestemd, of in eigendom bij bur gerlijke gemeenten. Voor particuliere eigendommen echter, ontbreekt, voor zoover mij bekend, elke ordenende gemeentelijke regeling. C.q. is men in voorkomende gevallen aan gewezen op financieele hulp van lichamen als de Vereenigingen „Hendrick de Key- ser", „Heemschut", „Nehalennia", de „Ver- eeniging tot instandhouding van oude ge bouwen te Middelburg", de Vereeniging „Oud Zutphen" e.t.q., daarnevens van oud- heidminnende Maecaenaten. Maar..',... die lichamen en particulieren zitten in moeilijke tijden als deze met hun financiën ook niet op fluweel! Primair is natuurlijk deze vraag of men de instandhouding van schoone en artistie ke, architectonische overblijfselen van ons voorafgaande geslachten een algemeen be lang van eenige orde acht. Doch daarover behoeven wij niet meer te twisten. Piëteit alleen zou metterdaad een zwak ke grond zijn, maar hier is ook de kunst niet Zoo weinig in geding. Hoe spreken ons, kinderen van dezen tijd, nog de oude gebouwen en gevels toe in gemeenten als Delft, Dordrecht, Elburg, Hoorn, Middelburg, Vere, Zieriksee en Zutfeh, om er slechts enkele op te sommen! Wij beleven er allen cultureele vreugde aan. En is men hier in Nederland nog niet van deze waarden overtuigd, welnu, laat mij u dan Brugge ten voorbeeld geven". Hoe nu de Brugsche regeling er uitziet? De schrijver laat haar in originali volgen. Wij nemen er enkele stukjes uit over: voor „herstelling van kunstgevels" kan een „toelaag" gegeven worden: „De geldelijke tusschenkomst der stad is gewoonlijk be paald op 1|3 van het bedrag der kosten be treffénde de eigenlijke herstelling. Voor de Markt en den Burg nochtans, bedraagt de toelage van de herstellingskosten van den voorgevel". Deze bijdrage wordt echter niet zoo-maar gegeven: „De eigenaar moet toestemmen in het stichten eener erfdienstbaarheid „non modificandi" op den herstelden ge velTen titel van wezenlijke erf dienstbaarheid gelegd op het gebouw, waar van de gevel hersteld wordt, ten voordeele der stad Brugge, in hare hoedanigheid van eigenares der straten en openbare plaat sen, als heerschende erven aanzien, zullen de eigenaars zich ontzeggen eenig werk te verrichten aan de gevels dezer gebouwen, ze te witten of te schilderen, eenig uithang bord of opschriftbord er op te plaatsen, eenig voorwerp er aan te vestigen of te hangen en, in het algemeen, eenig werk uit te voeren, dat eene welkdanige verande ring aan gezegde gevels zou teweegbren gen, zonder eene uitdrukkelijke en schrif telijke toelating van het Schepencolle ge"zoo luidt in het ietwat ouder- wetsch aandoende Vlaamsch deze lang niet makke bepaling. Er zij nog bijgevoegd, dat bij de aanvrage om deze subsidie een plan 1:50 ingediend moet worden, in kleuren, en dat een dezer teekeningen aan de acte van erfdienstbaarheid gevestigd blijft. Mr. Van der Veur gaat dan voort: „Pasklaar gemaakt voor Nederlandsch gebruik en in onze taal gesteld, zou een hulp-regeling voor de gemeenten in ons vaderland, welke deze materie ter hand zouden willen nemen, kunnen worden in 't leven geroepen ongeveer naar het volgende model. Regeling nopens de verleening van ge meentelijke bijdragen in de kosten van her stel van historische en/of artistieke gevels. Voor de hierboven vermelde verleening gelden de volgende bepalingen: I. Percentage der bijdragen. De bijdrage beloopt ten hoogste der kosten van herstel; het percentage wordt voor elk afzonderlijk geval door bur gemeester en wethouders vastgesteld. De uitkeering der bijdrage geschiedt niet dan nadat de betrokken eigenaar de voor voldaan geteekende nota's van kosten aan Burgemeester en Wethouders heeft overge legd en dat college haar in orde heeft be vonden en goedgekeurd. n. Verplichtingen van den eigenaar. De eigenaar is verplicht: 10. tot inlevering van een verzoek om "bouwvergunning volgens de voorschriften der geldende Bouwverordening. 20. tot gelijktijdige indiening van een ver zoek tot verkrijging van een bijdrage in de herstellingskosten, vergezeld van een tee- kening in 2-voud op schaal 1 a 50*), waarop de tegenwoordige toestand en de nieuw ont- In het artikel van mr. v. d. Veur staat 1:200, maar dat is een verschrijving Red. worpene in bijzonderheden zijn aangegeven, zulks met bijvoeging van: a. een gespecificeerde begrooting; b. eene gezegelde verklaring, bij welke hij zich verbindt om: A. dadelijk na voltooiing van het herstel, eene notarieele akte te doen verlijden, bij welke hij op den herstelden gevel, ten be hoeve van de gemeente, een erfdienstbaar heid tot nietwijzigen vestigt, luidende onge veer als volgt: „Bij wijze van erfdienstbaarheid ten laste van het gebouw, welks gevel is hersteld, verbindt zich de eigenaar tegenover de Gemeente, als eigenaresse der openbare we gen, straten en pleinen, aan de gevels van dat gebouw geenerlei verandering aan te brengen, hen niet te witten of te schilderen, daaraan geen uithangbord of bord met op schrift te bevestigen en, in het algemeen, elk werk na te laten, hetwelk de gevels in eenig opzicht duurzaam wijzigt, tenzij na schriftelijk verkregen toestemming van Burgemeester en Wethouders". B. alle kosten ter zake van de notarieele akte tot vestiging der sub A vermelde erf dienstbaarheid, geene uitgezonderd, voor zijne rekening te nemen tot een percentage van C. na eventueelen brand, volgens aanwij- wijzing van Burgemeester en Wethouders een gedeelte der verzekeringspenningen te bestemmen voor herstel van de(n) bescha digde (n) gevel (s)." „Met opzet heb ik in het hiervoren ge geven model de percentages van gemeente lijke bijdrage en notaris-kosten weggelaten, omdat, zoo vervolgt mr. van der Veur, ik mij levendig kan voorstellen, dat een gemeente met deze nieuwe bemoeienis niet direct zoo ver zou willen gaan als in Brugge. Uitvoerig behandelt de schrijver dan de verhouding van zoo'n bijdrage-regeling tot de, in een aantal Gemeenten vigeerende monumentenverordeningen en de, aan de hand daarvan, meestal door Burgemeester en Wethouders opgemaakte lijst van alle gebouwen of gedeelten van gebouwen, wel ke, naar hun oordeel, uit een oogpunt van geschiedenis of kunst van belang zijn, en vervolgens het verband van de Woningwet en de Bouwverordening, die, generaliter ge sproken, ook een zoogenaamde welstands bepaling behelzen met dit onderwerp. Wat den financieelen kant dezer aange legenheid betreft, besluit mr. V. d. Veur aldus: „Op den voorgrond stel ik deze thesis, dat, wanneer het der gemeenschap werke lijk ernst is met liefde voor behoud en her stel van historische bouwwerken, door haar gezien als artistieke herinneringen aan den kunstzin van onze voorouders, zij het niet bij een platonische verklaring kan laten, doch eenig geldelijk offer heeft te aanvaar den. Hierboven zinspeelde ik er reeds op, dat men met het bijdrage-percentage niet di rect zoo ver zou behoeven te gaan als in Brugge. [1/3 tot der kosten.] De vraag zal gesteld worden of ik nu, in dezen benarden tijd, niet een onderwerp heb aangesneden, waaraan financieel niet is te denken. Dan past mijnerzijds deze wedervraag: moeten de Gemeenten, in moeilijke omstan digheden vele zelfs tot den top bezwaard door enorme werkloosheidsuitgaven, niet ook krachtdadig blijven medewerken aan het behoud van cultureele waarden? Een ontkennend antwoord daarop vrees ik niet; want er is periculum in mora. En het is ook niet aannemelijk te achten, dat Gedeputeerde Staten en/of de Rijks commissie van overleg voor de Gemeente- begrootingen hun sanctie zullen onthouden aan een bescheiden begin in de door mij voorgestane richting, zelfs ten aanzien van Gemeenten, die noodlijdend zijn in optima forma." Tot zoover dit artikel in gemeentebelan gen. Men zou er van kunnen zeggen, dat het een gelukkige tusschenvorm is, een nu eens niet halfslachtig compromis tus- schen de twee standpunten, waarom de strijd in Prov. Staten ging. Want, men zal het zich herinneren, dit was de kern der zaak: een restauratie steu nen, het is ons wel en wij zijn bereid, maar dan een restauratie met garantie, zoowel voor de doeltreffendheid ervan als voor de duurzaamheid. Teneinde die, inderdaad nuttig en noodig te achten, garanties te erlangen, stond men op het standpunt, dat het desbetreffende pand eerst overheidsbezit moest zijn, dan wel aangekocht moest worden door een vereeniging of stichting, die zich het voort durende en ongeschonden behoud van zulke bouwwerken ten doel stelt. Wij hebben destijds, bij een zeer belang rijk object (hotel „De Abdij" te Middel burg) het denkbeeld aan de hand gedaan van overname van den eigendom door een stichting met zulk een doeleinde. Het blijkt nu, dat ook met de Brugsche methode van subsidieering met vestiging eener erfdienstbaarheid, het beoogde doel bereikt kan worden. Dat is de hoofdzaak. Als belangrijke bij komstigheid wijzen wij nog op deze bepa ling in de Brugge-sche regeling zullen de eigenaars zich ontzeggen eenige werk te verrichten aan de gevels dezer gebouwen, ze te witten of te schilderen, eenig uithang- of opschriftbord er op te plaatsen, eenig voorwerp er aan te vestigen of te hangen en, in het algemeen, eenig werk uit te voe ren, dat eene welkdanige verandering aan gezegde gevels zou teweegbrengen, zonder eene uitdrukkelijke en schriftelijke toela ting van het Schepencollege" Wij z(jn zeer voor de vrijheid, maar zulk een bepaling zouden wij zoo hier en daar in ons gewest toch wel wenschen... Het eigenbelang, dat den een ver blindt, maakt den ander helderziend. Wij ontvingen uit Den Haag het volgende communiqué: Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix is op 24 December j.l. door mij te gen de pokken gevaccineerd. De entpokken hebben zich goed ontwikkeld en het proces is behoudens koorts gedurende enkele da gen zonder ernstige reactie verloopen, zoo dat de Prinses thans weder volkomen wel varend is. Zij ontwikkelt zich lichamelijk en geeste lijk zoo goed als men op haren leeftijd mag wenschen. (get.) Carstens, kinderarts. HET PRINSELIJK PAAR BIJ HET FEEST DER HUZAREN TE AMERSFOORT. De viering van het 125-jarig bestaan van het eerste regiment huzaren te Amers foort is Maandagmiddag voortgezet met een cross-county in de buurt van het Haze water. Doordat Prins Bernhard den wensch te kennen had gegeven deze cross te willen meerijden, werd aan dit gedeel te van het programma de noodige luister bijgezet. Nog meer won dit nummer der feestelijkheden aan historische waarde, toen in den loop van den middag Prinses Juliana van haar belangstelling blijk gaf Bij zijn aankomst aan den start werd de Prins verwelkomd door luit-kolonel M. R. A. Bisschoff van Heemskerck, com mandant van het eerste regiment huza ren. Het parcours was uitgezet door wacht meester Kroon, die een half-zware cross had weten op te bouwen ter lengte van ongeveer 3 km. Luit.-kolonel M. R. A. Bisschoff van Heemskerck startte als eer ste deelnemer met Juliana en in den tijd van 5 min. 33,2 sec. reed hij het parcours rond. Na hem volgde ritmeester Cnopius met Aubépine, die een tijd van 5 min. 36 2/5 sec. maakte. Prins Bernhard startte als vijfde deel nemer met den schimmel Bunny. Z.K.H legde het parcours in 5 min. 26 3/5 sec. af. Later maakte luitenant Simons den zelfden tijd, zoodat de Prins de plaats met hem moest deelen. Luit. Gruppelaar wist tegen het einde met Patrick een nog korteren tijd te maken, El. 5 min. 23 sec. Intusschen was Prinses Juliana, verge zeld van jkvr. de Brauw, geheel onopge merkt bij den start gearriveerd. Na de begroeting door de luit.-kolonels Camer- ling Helmolt en Bisschoff van eHems- kerck, werden mevr. Camerling Helmolt en mevr. Bisschoff van Heemskerck aan H.K.H. voorgesteld, Nadat ook de onderofficieren den wed strijd hadden uitgereden heeft H.K.H. de prijzen aan de winnaars-officieren uitge reikt, waarbij Zij den derden prijs aan haar echtgenoot, die de loting om de tweede plaats met luit. Simons had ver loren, ter hand stfelde. De Prins heeft daarop de prijzen aan de onderofficieren uitgereikt. Ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan der landmacht. Gisteravond heeft de commandant van het veldleger, luitenant-generaal J. J. G. baron Van Voorst tot Voorst, voor de N.C. R.V. een rede gehouden ter herdenking van den dag, waarop 125 jaar geleden de ko ninklijke landmacht in haar geheel werd opgericht. De commandant van het veldleger sprak als volgt: Wie zich zet tot het herdenken van het geen door de Nederlandsche weermacht te land in den loop der tijden is verricht, be hoeft slechts het standaardwerk van prof. Bosscha na te slaan om uit de vier deelen daarvan de overtuiging te putten, hoe „Neerlands heldendaden te land" naast die ter zee, in strijd, in opoffering en in bloed hebben bijgedragen tot het aaneensmeden, louteren, verstevigen en behouden van het volk van Nederland. En tot de vorming, niet van een zwakke door het goeddunken of de genade van anderen geduld rijk, maar tot een staat, die als een vaste hoeksteen van Noordwestelijk Europa sedert eeuwen is opgericht. Deze historie onzer heldendaden te land strekt zich uit tot in een grijs verleden, waarin inval op inval, veldslag op veldslag, beleg op beleg in verschillende tijdperken, dus als het ware periodiek, op elkaar volg den en waarbij naast huurlegers uit den vreemde, regimenten van Nederlandschen stam en zelfs de ingezetenen van stad tot stad met Gods hulp en onder leiding der Oranje's, een werkzaam aandeel hadden in de krijgsverrichtingen. De geschiedenis echter van de koninklijke landmacht onzer dagen, hoewel nauw ver want aan die uit de tijden der republiek, begint met het instellen van het koninkrijk, na het herwinnen onzer onafhankelijkheid. Bij de herdenking, zooals deze gister bij alle 25 er bij betrokken korpsen plaats vond, gaat onze gedachte derhalve uit naar het herwinnen onzer onafhankelijkheid. Deze herdenking heeft echter ook beteekenis voor het heden en niet alleen voor wat deze korpsen zelf betreft, maar ook voor U waarde luisteraars. De weermacht toch is geen op zich zelf- staande instelling, maar vormt een inte greerend, een levend deel van de natie. En de koninklijke landmacht in het bijzonder is in den loop der 125 jaren, waarin zij be staat, te sterker verbonden aan en ver vlochten met ons volk in al zijn geledingen, naarmate de lichtingsterkte toenam, de persoonlijke dienstplicht meer persoonlijke offers vroeg en de aanvoering in het oor- logsleger meer en meer in handen van den reserve-officier en den dienstplichtigen on derofficieren kwam te liggen. Zoo ooit dan erkent en gevoelt in onze tij den het overgrooten gedeelte van ons volk bestaansrecht en bestaansreden, ja de ver heven roeping der weermacht. Met rassche schreden is daarbij alom de overtuiging doorgedrongen, dat in het bij zonder het veldleger, door scholing, oefening en uitrusting en niet 't minst door sterkte en moderne bewapening en door den geest die een ieder bezielt, moet kun nen voldoen aan zijn primaire taak een schild te vormen tegen hetgeen ons zou kunnen bedreigen en een zwaard van ge rechtigheid te zijn in handen der overheid. Zonder dat zou elke gezagsuiting in tijd van nood slechts een ijdel gebaar blijken, waar door een oorlog niet zou kunnen worden voorkomen, maar zelfs geweld als het ware zou worden uitgelokt. „Is dus deze dag in de eerste plaats van groote beteekenis voor al die schoone regi menten, die hun herdenking in goede kame raadschap en saamhoorigheid van officie ren, onderofficieren, korporaals en soldaten op waardige wijze vieren, deze dag is niet zonder belang ook voor U, die in het verle den het Uwe, in welken vorm ook, hebt bij gedragen tot wat de weermacht is gewor den en die in de toekomst ook Uw deel van de verantwoordelijkheid zult dragen ten aanzien van hare verdere ontwikkeling. Want het behoeft in onzen tijd, waar span ning volgt op spanning en accuut oorlogs gevaar een ieder nauwelijks drie maanden geleden voor oogen stond toch niet te wor den aangetoond, dat de tijden ernstig zijn en ernstig blijven. Welke zal de verdere geschiedenis zijn de. zer regimenten, die, op een schoone traditie en een eervolle geschiedenis terug ziende, heden hun herdenkingsfeest vieren? Nie mand van ons kan het zeggen. Maar dit staat vast. Het verleden en de houding in het heden van al deze onderdeelen is er ons borg voor, dat zij, gedragen door het ver trouwen van hun Koningin en de liefde van geheel het volk van Nederland, nimmer zullen versagen, hun plicht volbrengend wat ook komen moge. HET DERDE EN HET VEERTIENDE REGIMENT INFANTERIE VIEREN 125-JARIG BESTAAN. Gisteren vierden ook het derde en het veertiende regiment infanterie te Bergen op Zoom hun 125-jarig bestaan. Er be stond van den kant der burgerij groote belangstelling, niet het minst tot uiting komend in de aanbieding van een kost. baar geschenk, bestaande uit twaalf „die pe trommels" met volledige uitrusting. De herdenking is ten deele tweevoudig gevierd. De beide regimenten hadden ie der voor zich een programma opgesteld; maar daarnaast was er een gemeenschap pelijk programma voorzoover het de hul diging door de burgerij betrof. Om acht uur weerklonk in de beide re gimentskazernes de reveille, onmiddellijk gevolgd door een korte muzikale maxsch der regimentskorpsen door de stad- In de Korenbeurs hield daarop luit. L. Proost een beknopte lezing over de geschiedenis van het derde reg. inf. Tusschen half elf en half twaalf werd op Plein 13 en op fort „Kijk in de Pot een militaire inspectie gehouden, waarbij het moederregiment dat het derde is, pro fiteerde van het zesde uit Breda. De re gimentscommandant, de overste F. van Aelst en J. W. Oosterveen, hielden er kor te toespraken. Om half twaalf werd een groot défilé gehouden op de Groote Markt, waar mi litaire en burgerlijke autoriteiten voor het stadhuis hadden plaats genomen. We merkten o.a, generaal majoor-divisie com' mandant A. A. van Nijnatten, de comman dant van de zesde infanterie brigade ko lonel P. Brueckel uit Breda, de garni- zoens- en regimentscomandanten, de over sten A. F. J. M. Drossaerts, F. D.. M. H. A. van Aelst, J. W. Ooserveen, voorts het college van B. en W. van Bergen op Zoom en verschillende raadsleden, het lid van Ged. Staten, de heer J. Asselbergs, de oud- garnizoenscomandant, overste Arriens en de oud-comandant van de zesde infanterie brigade, kolonel Marthol de Jong, De beide regimenten maakten een ken rigen indruk. Van den kant der burgerij bestond voor het schouwspel groote be langstelling. Op het middaguur werd het geschenk der burgerij aangeboden. De plechtigheid geschiedde in de bibliotheek van het his torische Markiezenhof, waar het derde reg. inf. is gelegerd. Namens het huldi- gingseomité voerde de heer Joh. C. Assel bergs het woord. Spr. bood twaalf „diepe trommels" met volledige uitrusting aan, Op de trommels was het stadswapen van Bergen op Zoom aangebracht. Overste F. van Aelst reageerde er met een sympathieke gebaar op, Spr. dèelde mede voor deze gelegenheid een „Markie zenhof medaille" te hebben laten slaan ter uitreiking aan burgers en militairen, die bijzondere verdiensten hebben jegens 3 r. i. De eerste exemplaren, in zilver geslagen en voorzien van een persoonlijke opdracht, werden uitgereikt aan de heeren J. C. As selbergs, burgemeester nuj. drs. P,. A. F. Blom, C. Slootmans en Kilsdonk. De overige comitéleden en kolonel Brueckel verwierven een bronzen medaille. Om drie uur boden in het Markiezenhof de reserve officieren van hetl derde reg. inf. bij monde van den reserve majoor ir. A. J. L. Juten een fraai geschilderd por tret van H. M. de Koningin en van de hand van den kunstschilder Baardmans uit Bergen op Zoom, aan het regiment aan, terwijl tijdens eenzelfde plechtigheid op het regimentsbureau van het: veertien de r.i. de reserve officieren bij monde van Verwachting tot morgenavond: DE BILT: matige tot zwakke wind uit W. richtingen, gedeeltelijk bewolkt, weinig of geen regen, iets kouder, UKKEL: matige wind uit Z.W. tot W. richtingen, bewolkte hemel, plaatselijk een weinig regen of motregen, opklaringen, mist gedurende den nacht, aanhoudend ma tige temperatuur met een nachtelijke mi nimum van ongeveer 5 gr. Wo II Jan. Zon op: 8 h 08; onder: 16 h 07; licht op: 16 h 37. Maan onder: 10 h 27. L.K.: 11 Jan. Hoog- en Laagwater te Vlissingen: Januari. Hoogwater. Laagwater. Dinsdag 10 4.14 16.47 11.03 23.08 Woensdag 11 5.07 17.37 11.54 Donderdag 12 5.56 18.30 0.00 12.43 Hoog- en Laagwater te Wemeldinge: Januari. Hoogwater. Laagwater. Dinsdag 10 6.15 18.40 12.00 Woensdag 11 7.03 19.25 0.19 12.52 Donderdag 12 7.44 20.10 1.11 13.43 den res. kapitein W. C. Dekker een zestal klaroenen met fanions aanboden. Ten slotte werden druk bezochte reöep- ties gehouden, waarna de herdenking ver der in intiemen kring plaats vond. HET CENTRAAL STATION TE UTRECHT. Naar wij van de directie der Nederland sche Spoorwegen vernemen, kan thans als vaststaand worden aangenomen, dat de herbouw van de boven-verdieping van het Utrechtsche Centraal Station in moderne stijl zal geschieden, zoodat een harmoni eus geheel zal worden verkregen. Reeds is men druk bezig met de uitwer king der plannen. DE KWESTIE VAN DE ERFPACHTS- GRONDEN TE AMSTERDAM. Een voorstel van wethouder De Miranda. Naar wij vernemen, heeft in een gis ter gehouden vergadering van het colle ge van B. en W. van Amsterdam, wethou der De Miranda een voorstel aanhangig gemaakt om den Raad uit te noodigen uit zijn midden een commissie te benoemen, welke tot taak zal hebben te onderzoeken de wijze, waarop en de omstandigheden waaronder, in de laatste jaren gronden in erfpacht zijn uitgegeven of verkocht. Zöo- als men weet is de wethouder te dezen opzichte door een dagblad beschuldigd van bedenkelijke praktijken. KRUIEND IJS. Het ijs kruit in het IJsselmeer zoo ge weldig, dat de verkeersweg Hoorn-Schel linkhout (de dijk langs de voormalige Zuiderzee) is moeten worden afgezet, zoo dat het verkeer gestremd is. DE „ZEEMEEUW" MET POST VAN URK NAAR KAMPEN TERUG. De sleepboot „Zeemeeuw", die gisteren avond komende uit Kampen aan den kop van den dijk te Urk heeft vastgemaakt, om vanochtend den tocht naar de „IJssel- stroom'1', welke ten Zuiden van het Enk- huizerzand in het ijs vast zit, voort te zet ten, is op dringend verzoek van de be volking van Urk en op uitnoodiging van de directie der N.V. eerste Urker Stoom bootmaatschappij vanochtend om zeven uur met de post naar Kampen terugge keerd. De boot wordt vanavond laat op nieuw in Urk verwacht met de post van den vasten wal. Het ligt in de bedoeling, dat de sleepboot nu Woensdagochtend vroeg naar de „ÏJsselstroom" zal vertrek ken. De „Von Geusau" heeft moeilijk heden. De postboot „Von Geusau" heeft even eens vanochtend om zeven uur het eiland verlaten met bestemming Kampen, doch om half twaalf was de boot nog slechts 3 km gevorderd. Het schip heeft de groot ste moeite zich door het ijs, dat een dik te heeft van 20 centimeter, heen te wer ken. EEN IJS VLET VAN URK NAAR KAMPEN VERTROKKEN. Om zes uur vanochtend is een ijs vlet van Urk naar Kampen vertrokken, om zes personen te halen, wier aanwezigheid op het eiland in verband met een ernstige ziekte van een bejaard bewoonster, ge- wenscht is. De vlet werd vanavond tus schen zes en zeven uur op Urk verwacht. Aangezien er vele wakken zijn, moet bij de tocht groote voorzichtigheid in acht genomen worden en een omweg worden gemaakt. DE JOODSCHE VLUCHTELINGEN. Op de vragen van het Tweede Kamer lid mevrouw Mackay-Katz betreffende de terugleiding naar Duitschland van Duitsch- Joodsche vluchtelingen, die zonder verlof na een bepaalden datum Nederland zijn binnengekomen, heeft de minister van jus titie als volgt geantwoord: In den laatsten tijd zijn in sommige groote steden, met name in Amsterdam, regelmatig Duitsche vreemdelingen, tot een aanzienlijk aantal, aangetroffen, die deels afkomstig uit ver van onze grens verwijderde streken in Duitschland kort te voren zonder verlof op heimelijke wijze Nederland waren binnengekomen. Mede gelet op het groot aantal der reeds vei leende toelatingen heeft de regeering daarom in het belang der openbare orde moeten bepalen, dat bij verdere dergelij ke binnenkomst terugleiding dient plaats te hebben, met dién verstande, dat in bij zondere gevallen, met name wanneer on middellijk levensgevaar aanwezig moet

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 1