Hf irwlttdale y &eetittr0cfye MIDDELBURGSCHE COURANT KEELPIJN i VICKS H0ESTB0NB0NS (&GOESCHE COURANT i Goed zoo, Louw es De verbouwing van hef paleis Soestdijk gereed. BOMEHJUB. Beschrijving van de inrichting m Dagblad. Uitg. N.V. De Middelburgsche Crf. Bureaux: te MIDDELBURG: St. Pieterstr.28, Telefoon Redactie 269, Administratie 139; te GOESTurfkade Tel. 17. Postgiro 43255. Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes f 2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week abonnementen in Middelburg en Goes 18 ct. JAARG. NUMMER TWEE BLADEN. WOENSDAG [-"ST! 4 JAN. 1»». EERSTE BLAD. 188e JAI Advertentiën 30 ct per regel, ingezonden mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager. Tarief op aanvraag. Familieberichten en dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine Advertenties", max. 6 regels, 75 cent, bij vooruitbetaling. „Brieven, of adres bureau v. d. blad" 10 ct extra. Bewijsnummers 5 ct. Met buitengewone instemming hebben wij gisteren de beschouwing van den heer D. Louwes ovèr het Plan-Westhoff geplaatst. Niet in de eerste plaats, omdat zij een verded ging van dat plan bevatte. Tegen gezonde kritiek erop is geen enkel bezwaar. Maar om den geest, die er uit Louwes' artikel sprak. Den geest van aanpakken. Want: daaraan hapert het in Nederland tegenwoordig nog al eens! En: dat moet anders worden, als het weer goed zal worden in ons goede vaderland. Het ernstigste wijsgeerige bezwaar tegen de marxistische leerstellingen is voor ons altijd geweest wij hebben er te dezer plaatse meermalen van getuigd het leer stuk van het historisch-materialisme. En nu moge men dat daar al niet meer laten gelden, althans niet in zijn uiterste ge strengheid, de uit dit historisch-materia lisme voortgesproten denk- en beschou wingswijze der dingen, waarbij de omstan digheden, de voeding en huisvesting en de loonstandaard en wat dies meer zij, zoo van individuen als van naties, toch steeds op den voorgrond worden gesteld, is en blijft ons ernstigste bezwaar tegen de theorie van het gemoderniseerde marxisme. Niet de materie, maar de geest moet vooropgesteld worden. Niet, om gemakkelijk misverstand te voorkomen, dat wij voorstander zouden zijn van geestelijke steenen in plaats van het zoo hoog noodige materieele dagelijk- sche brood: neen, dat allerminst. We heb ben het nu en hier niet over den vakver- eenigingsstrijd, den strijd voor een mensch- waardig bestaan, maar: over de theorie, over den wijsgeerigen grondslag der dingen. En dan geldt voor ons eerst de geest, dan de materie. Eerst, om het nog eenvoudiger te zeggen: de eischen van plicht en geweten, van eer en trouw, van arbeidszin en vlijt en eerlijk heid en toewijding; daarna de eischen van materieelen aard. Nog korter gezegd: eerst de plichten, ten volle. Dan de rechten, óók ten volle. De arbeider is zijn brood waard. De goe de arbeider het goede brood. In elk geval: de wereld leeft, moet leven, uit den geest. Niet uit de materie alleen. Niet uit: loon en arbeidstijd alleen. Oók niet uit: interim-dividend en beurs koersen alleen. Maar uit den geest, die heerscht. En die geest deugt tegenwoordig niet. In ted van opzichten niet. Die geest is oorlogszuchtig bij anderen, teveel ande ren, niet bij ons, maar wij hebben er de lasten van die geest is wantrouwend, te veel wantrouwend nu, zooals hij, kort na den wereldoorlog, te veel van goed vertrou wen op de internationalisatie der dingen was, die geest is, om op ons punt van uit gang terug te komen, te negatief. Véél te negatief. Het is de geest van den- gene, die in de studeerkamerscene van Goethes Faust zegt: „Ich bin der Geist, der stets verneint!" Want wat men, van den eenen kant, als bezwaar tegen het theoretische marxisme moet aanvoeren, dient niet, aan den ande ren kant, ook tegen èen al te materieel in gesteld liberalisme aangevoerd te kunnen worden! Wij moeten uit de ellende van dezen tijd. Wjj kunnen er uit; het is onze vaste overtuiging. De internationale verhoudingen kan Ne derland op z'n eentje niet veranderen. Maar nationaal kunnen wij nog héél veel meer doen dan wij doen. Wij kunnen in elk geval het vraagstuk der werkloosheid wel oplossen. Mits: de vaste wil er is, dat tot iederen prijs te doen. Tot iederen prijs! Want géén prijs is daartoe te hoog: los sen wij het niet op, dan zal het zich zelf wel eens kunnen oplossen op een wijze, die ons daarné zou kunnen doen uitroepen: ach hadden wij destijds het planzus of zoo maar aangenomen! En het is deze geest, die genoeg heeft van het verneinen, van het op alles maar „neen" zeggen, die er uit Louwes' harte- kreet spreekt. Het is tegenwoordig de dood in den pot. Overal heerscht een geest van: Nee! Geld is er in overvloedzooals dat heet. Maar de ondernemingszin ontbreekt veel te vaak. Het is niet voldoende, te constateeren, dat het niet goed gaat: daarmee is men van de verantwoordelijkheid voor de toekomst niet ontheven! Men moet ook middelen en wegen zoeken, om het beter te laten gaan! En dan is eerste eisch: dat men m o- g e 1 rj k e wegen zoekt en gaat. Het is bijvoorbeeld een koud kunstje, om te zeggen: de sociale lasten zijn zoo hoog en de loonen zijn zoo hoog en de hu ren zijn zoo hoog en weet-ik-wat-niet-al is zoo' hoog en dus is er niet met winst te produceeren en dus gaan we maar bij de pakken neerzitten. Maar dat laatste is nu juist de gröote fout. Men moet niet en nimmer, nergens bij de pakken gaan neer-zitten. Dat is altijd fout; dat is den liberaal, die immers den mond vol heeft van de groote waarde van den ondernemerszin de persoonlijkheid van den mensch ook in het bedrijfsleven, van het particulier ini tiatief en wat dies meer zij, driedubbel onwaardig. Als het zus niet kan, dan zóó: maar' Men schrijft ons uit Baarn: Wie thans in het voorbijrijden eén blik werpt op het paleis Soestdijk, de woning van het Prinselijk gezin, zal niet vermoe den, dat daarbinnen groote veranderingen zijn aangebracht. De monumentale, stren ge symmetrie van de architectonische groepeering aan de voorzijde moest bij de verbouwing uiteraard behouden blijven, zoodat de wijziging, welke thans gereed is, in hoofdzaak bepaald moest blijven tot het inwendige van het paleis en de ach terzijde. Het middengedeelte van het Koninklijk Paleis Soestdijk dateert uit de tweede helft van de- 17e eeuw, terwijl dé beide vleugels met de gebogen colonnades in 1815 werden aangebouwd. De verbouwing van het paleis tot woning voor het Prin selijk paar heeft, gelijk men weet, den Baarnschen, di., met het gezicht naar het Paleis toe, den rechtervleugel van dit omvangrijke gebouw omvat. In het te ver bouwen gedeelte waren aanmerkelijke wijzigingen van indeeling noodzakelijk. De Baarnsche vleugel was namelijk als af zonderlijke woning nog niet in gebruik geweest, maar had altijd deel uitgemaakt van het geheel. Zoo wes er bv. in dit ge deelte geen keuken; de trap, welke de verdiepingen verbond, was van zeer on- dergeschikt karakter; de woonvertrekken, gelegen in de rechterhelft van het mid dengebouw (het zg. Anna Paulowna-kwar tier) waren zoodanig ingedeeld, dat het geheel voor het nieuwe doel weinig ge schikt was te achten. De toegang tót de woning geschiedde zonder tochtafsluiting in het midden van een smalle gang. Aan de tuinzijde van het Paleis konden wijzigingen, eventueele aanbouwen of plaatselijke verhoogingen zonder schade aan het geheel worden aangebracht. Van de kansen, welke het gebouw in dit opzicht bood is door de architecten J. de Bie Leu- veling Tjeenk en A. J. van der Steur, dan ook naar behoefte gebruik gemaakt. De nieuwe ingang van de Prinselijke woning is niet in het midden van het hoofdgebouw gelegen. Op de stoep van de zij-ingang ter rechterzijde bemerkt de bin nentredende een nieuw licht bronzen in gangsportaal, dat als tochtafsluiting voor den nieuwen hoofdingang dient. Door dit portaal komt men in een in de lengterich ting van het gebouw loopende gang, welke is ontstaan door verbreeding van de vroe ger aanwezige gangruimte. Rechts wordt deze gang afgesloten door een nieuw aan gebouwd trappenhuis, waardoor het mo gelijk was de nieuwe woning te voorzien van de royale en gemakkelijk begaanbare trap, welke daarin noodig was. In dit trappenhuis komt ook een personenlift, uit, welke «souterrain, hoofdverdieping en eerste verdieping van het Paleis verbindt. Op deze gang komt een aantal aan de tuinzijde gelegen vertrekken uit, te weten, van het midden van het Paleis uit gere kend: de werkkamers van Prins Bernhard en Prinses Juliana, een dienkamer, de eet kamer en de ontvangkamer tevens biblio theek;. Aan de voorzijde ligt aan het einde van de gang de kinderspeelkamer. De kamer van den Prins, De kamer van Prins Bernhard heeft een zoodanige ligging, dat een prachtig uitzicht over den grooten vijver in het park kan worden genoten. Men heeft dit uitzicht door een zeer groot raam met een onverdeelde spiegelruit, welk raam door electrische beweegkracht in den vloer kan wegzakken, zoodat men door een wijde opening een terras kan betreden, dat voor deze kamer en die van Prinses Juliana is aangebouwd. De kamer van Prins Bern hard is ingericht met gebruikmaking van verschillende meubelstukken, die Z.K.H als persoonlijk gewaardeerde eigendommen meebracht. De betimmering van de kamer, in zebrano-hout, is een geschenk van de gezamenlijke burgemeesters der Neder- landsche gemeenten. Lederen clubfauteuils werden aangeboden door de Nederland- sche Maatschappij voor Nijverheid, en Han del. gewerkt moet er worden. Dat geldt in het kleine, dat geldt ook in het groote. En daarbij moet men oog hebben voor de werkelijkheid. Men mag eenvoudig niet blind in het verleden blijven staren, in den goeden ouden tijd, toen er vaak voor hongerloonen gewerkt werd, toen er toch werkeb"k te lange werkdagen waren, toen het werklie- denpersoneel slecht gehuisvest was, enzoo- voorts. Men mag niet jaar in jaar uit blijven treuren en zeuren over den tijd van het bloeiende individualisme en den bloeienden vrijhandel: de werkelijk goede zakenman zit in den tegenwoordig en t ij d'. Ziet den tijd zooals die i s, en werkt daarin, opdat hij, werkende zal eten. Jeremieeren is best: voor de oude man- nekes in het besjeshuis. Maar de gezonde levende mensch van dezen tijd pakt aan. Maakt plannen. Voert die uit. Dwars tegen alle moeilijkheden in. Die geest moet weer vaardig over ons worden. Dat is de geest, die uit Louwes' artikel sprak. En daarom juichen wij het zoo toe. Aanpakken, het een of het ander. Maar niet: de onaanpakbaarheid van al les bewijzen, totdat we in den modder ge stikt zijn! De kamer van de Prinses. De kamer van Prinses Juliana, naast die van Prins Bernhard gelegen, heeft nage noeg hetzelfde uitzicht. Ook hier is een groot, electrisch beweegbaar raam, dat toegang geeft op het terras. Ook deze ka mer is ingericht met gebruikmaking van verschillende objecten, die H.KH. heeft meegebracht. De verdere meubileering, hoofdzakelijk bestaande uit metalen meu belen, is een geschenk van de Leidsche vrouwelijke studenten. Eetzaal en bibliotheek. De inrichting van de eetzaal, die in de rjj volgt, is een geschenk van de bewo ners van Curacao en de overige Neder- landsche Antillen. Deze zaal is in licht kleurig berkenhout betimmerd en voorzien van een wandbespanning van champagne- kleurige moiré-zijde. Het plafond is flauw gewelfd en kan worden beschenen door een indirecte verlichting. Aan de korte wanden zijn twee kieine stuc-reliefs van den beeldhouwer F. J. van Hall aange bracht. Op den langen wand tegenover de drie op den tuin uitziende ramen wordt de aandacht getrokken door een groot geborduurd wandkleed, ontworpen en uit gevoerd door mevrouw Hildegard Bronw Fischer, die dit kleed op geestige wijze versierde met voorstellingen van de flora en fauna der West-Indische eilanden, ge groepeerd om een 17e-eeuwschen West-In- dië-vaarder. In aansluiting op dit wandkleed ont wierp mevrouw BromFischer ook het handgeknoopte vloerkleed, en gaf zij aan wijzingen bij het weven van de gordijnen, welke werden uitgevoerd door mej. K. van der Myll Dekker. De meubelen zijn uitge voerd in notenhout met stoelbekleeding van zwijnsleer. Boven de tafel hangt een bronzen lamp, ontworpen en vervaardigd door de edelsmeden Jan Eloy en Leo Brom. Het volgende vertrek is de ontvangka mer, tevens bibliotheek, die, behalve aan de achterzijde, ook aan den zijkant uit zicht heeft op het park. De betimmering van deze bibliotheek, tin den vorm vein groote, in den wand 'ingebouwde boeken kasten met schuivende spiegelruiten, uit gevoerd in Amerikaansch notenhout, is een deel van het geschenk van de Neder- landsche schooljeugd, die, gelijk reeds vroeger werd medegedeeld, ook het sport- paviljoen met tennisbanen in het park aanbood. De groote zandsteenen schouw met open vuur, die versierd is met een schildering van Charles Eyck, is een ge schenk van de inwoners van Suriname. Het vloerkleed is een effen groen, hand geknoopt Smyrna-tapijt; dë meubels, even als de betimmering in Amerikaansch no tenhout met handgeweven bekleeding van de handweverij ,,'t PaapjeV, zjjri een ge schenk van de Amsterdamsche vrouwen De lichtkroon is van Venetiaansch glas; de gordijnen van Velours d'Utrecht vol gens een patroon van Lion Cachet. Wanneer men de ontvangkamer verlaat staat men weer in de gang, die een effen blauw tapijt heeft, licht grijs, op Zwit- sersch doek geschilderde wanden en een in hout getimmerd plafond in cassetten- verdeeling met vergulde rozetten. De lichtkroon, die voor de hoofdtrap hangt, en de kleinere, daarbij aansluitende licht- ornamenten in de gang zijn van Fransch glaswerk en vervaardigd door den be kenden Franschen kunstenaar Lalique. Een en ander is een geschenk van de Nederlandsche gezanten. De met de hand geknoopte traplooper is een werkstuk van de Baarnsche vrouwen. De bovenverdieping. Wanneer men langs deze hoofdtrap of met de lift naar boven gaat, komt men in de privé-slaapvertrekken van het Prin selijk paar, die aan de tuinzijde zijn gele gen boven eetkamer en ontvangkamer. De kinderslaapkamer met bijbehoorende badkamer en kamer van de verpleegster liggen boven de kinderspelkamer aan de voorzijde. Tn de nabijheid vinden wij nog de huisapotheek, volgens de meest deskun dige voorschriften ingericht: een geschenk van het Nederlandsche Roode Kruis. In den vleugel, die achter de bekende colonnade in kwartronden hoofdvorm aan het hoofdgebouw aansluit, is de indeëling der vertrekken ook aanzienlijk gewijzigd Deze vertrekken hebben nu de bestemming van logeerkamers verkregen. Aan het einde van den vleugel is een groot ver trek ingericht als turnkamer met verschil lende apparaten voor lichamelijke oefe ningen. Op de bovenverdieping bevindt zich nog een appartement voor logé's, de overschie tende ruimte is ingenomen door personeel- verblijven. Aan het einde van den vleugel boven de turnkamer, bevindt zich een zit kamer voor het personeel. Het souterrain is geheel Vioor dienst ruimten in beslag genomen. Onder de stoep voor den hoofdingang bevindt zich de dienstingang, onder controle van een portierskamer, waar ook de telefooncen trale van het paleis wordt bediend. De telefooninstallatie in het paleis werd aan gelegd met gebruikmaking van een tot dat speciale doel bijeengebrachte bijdrage van het personeel der posterijen, telegra fie en telefonie. De keukenafdeeling is van alle moder ne installaties voorzien, terwijl ook hier nog afzonderlijke eet- en zitkamers voor het personeel zijn ingericht. De in het ein- de van den vleugel gelegen warmte-cen- trale voorziet in de behoeften van het Prinselijk kwartier op het gebied van ver warming en warm wafer. Filmzaal. Tenslotte moge nog vermeld worden een afzonderlijke nieuwe aanbouw aan het souterrain, nl. de filmzaal. Door een schen king van den Nederlandschen Bioscoop bond, die aan het Prinselijk paar een volledige moderne geluidsfilminstallatie alsmede de daarbij behoorende inrichting van een filmzaal aanbood, ontstond de noodzakelijkheid, daarvoor een ruimte bij te bouwen, aangezien .in het paleis geen zaal aanwezig was van voldoende afme ting om deze installatie naar behooren te doen functionneeren. Ten einde te vermij den, dat een aanbouw van de betrekkelijk groote afmetingen, die de installatie vroeg, het bestaande gebouw zou ontsieren, werd de filmzaal op het niveau van het souterrain geplaatst en gedeeltelijk onder gronds aangelegd. Dq zaal is met een ver ras afgedekt, dat op het niveau van de hoofdverdieping ligt. Het tapijt, dat ter gelegenheid van het huwelijk van het Prinselijk paar door de Rotterdamsche vrouwen werd vervaardigd, heeft in de filmzaal zijn bestemming gevonden. De overige geschenken zijn over de ver schillende vertrekken verdeeld. Het Nationaal Comité voor de aanbie ding van het huwelijksgeschenk zal op Zaterdag 7 Januari a.s. door het Prinse lijk paar worden ontvangen in den nieuw- gerestaureerden vleugel van het Paleis Soestdijk. H. M. DE KONINGIN BEZOEKT TEN TOONSTELLING VAN FRANSCHE SCHILDERS. H. M. de Koningin heeft hedenochtend een langdurig bezoek gebracht aan de ten toonstelling van Fransche schilders in Pul- chri Studio te Den Haag. De Koningin werd bij aankomst ontvan gen door den Franschen gezantj, baron De Vitrolles, waarna H. M., die zeer veel belangstelling voor de geëxposeerde wer ken toonde, werd rondgeleid door den voorzitter van Pulchri, den heer' Willy Sluiter, en een der organisatoren der ten toonstelling, den heer George de Feure. DR. COLIJN IN ZWITSERLAND. De Nederlandsche minister-president dr. H. Coljjn is te Klosters (Zwitserland) met zijn echtgenoote aangekomen om er gedu rende eenigen tijd te verblijven. EEN HONDERDJARIGE. Maandag 9 Januari zal de weduwe Jo hannes Erné, geboren Pieternella Verrips, wonende te Westbroek (provincie Utrecht) haar lOOsten geboortedag vieren. MEVROUW KOLONEL J. SCHUURMAN— KUVPERS. f - Gisternacht is te Amsterdam na een lang durig lijden overleden mevrouw kolonel J. SchuurmanKuypers, een der pionier-of ficieren van het Leger des Heils in Neder land. Prof. mr. dr. H. W. C. Bordewjjk overleden. In den afgeloopen nacht is ten zijnen huize te Groningen, na een langdurige ziekte, in den ouderdom van 59 jaar over leden prof. mr. dr. H. W. C. Bordewijk, hoogleeraar aan de universiteit te Gro ningen. DE NIEUWE PRESIDENT VAN DEN HOOGEN RAAD. Bij Kon. besluit van 3 Januari 1939 zijn benoemd bij den Hoogen Raad der Neder landen tot president mr. dr. L. E. Visser, thans vice-president van gemelden Raad, en tot vice-president: prof. mr. B. M. Taverne, thans raadsheer in gemelden Raad. De nieuwe president van den Hoogen Raad, mr. dr. L. E. Visser, is 21 Augustus 1871 te Amersfoort geboren. Aan de Utrechtsche universiteit studeerde hij rechts- en staatswetenschap. Na beëin diging van zijn universitaire studie in 1894 vestigde hij zich als advocaat en procureur te Amsterdam. In 1897 werd hij benoemd tot adjunct-commies bij het departement van buitenlandsche zaken. Drie jaar later werd hij bevorderd tot commies en in 1902 werd hij toegelaten als privaat-docent in het volkenrecht aan de gemeentelijke uni versiteit van Amsterdam. Tevens werd hij benoemd tot rechter-plaatsvervanger te Amsterdam. In 1903 werd hij rechter te Rotterdam en in 1911 vice-president van de Rotterdamsche rechtbank. Op 1 Maart 1915 deed hij als raadsheer zijn intrede in den Hoogen Raad der Nederlanden. Sinds 1933 was mr. Visser vice-president van ons hoog ste rechtscollege. Den laatsten tijd presi deerde hij de Kamer voor strafzaken van den Hoogen Raad. Niet alleen op juridisch terrein heeft de heer Visser groote verdiensten. In het Joodsche leven van ons land neemt hij een zeer vooraanstaande plaats in. Zoo is hij o.a. lid van het comité voor bijzondere Joodsche belangen en voorzitter van het Palestina opbouw fonds. ZWARE IJSGANG IN DE OVEKIJSSELSCHE VECHT. Gevaar voor de oude Berkumerbrug. De Overijsselsche Vecht vertoont zwaren ijsgang. Groote hoeveelheden schotsen vul len de rivier en de uiterwaarden, en drijven als een hechte massa stroomaf naar het Zwarte water. De ijsmassa bedreigt de oude houten Ber kumerbrug, een ophaalbrug, waarover het geheele verkeer van Zwolle met centraal Overijsel gaat, en ook de rails van de De- demsvaartsche Stoomtram loopen. Met geweld stroomt het water, dat een stand van vijf meter heeft bereikt, met een verval van 20 c.m. onder de brug door, een ijsmuur van 1 a 2 meter dikte met zich voerende. De brug is reeds dertig centimeter verzakt, waardoor het brug' dek een diepe kuil vertoont. Alle verkeer over de brug is stopgezet. WEERBERICHT. Verwachting tot morgenavond: DE BILT: Aanvankelijk krachtige, later afnemende Z.O. tot Z. wind, betrokken tot zwaar bewolkt, natte sneeuw, later regen, iets zachter. Waarschuwing voor het verkeer: gladde wegen in het geheele land, aanvankelijk het meest in Zeeland. UKKEL: Sterke wind uit Z. tot Z. W. richtingen, zwaar bewolkte tot betrokken hemel, regen gedurende enkele uren, aan houdend matige temperatuur, nachtelijk mi nimum ongeveer 3 graden. Do. 5 Jan. Zon op: 8 h 11; onder: 16 h 00. Licht op: 16 h 30. Maan op: 16 h 07; onder: 7 h 13. L. K.: 12 Januari. Hoog- en Laagwater te Vlissingen: Januari. Hoogwater. Laagwater. Woensdag 4 11.55 6.00 18.22 Donderdag 5 0.16 12.42 6.51 19.12 Vrijdag 6 1.02 13.30 7.45 20.03 Westkapelle is 28 min. en Domburg 23 min. vroeger; Veere 38 min. later. S springtij. Hoog- en Laagwater te Wemeldinge: Januari. Hoogwater. Laagwater. Woensdag 4 1.19 13.45 7.01 19.26 Donderdag 5 2.15 14.39 7.49 20.14 Vrijdag 6 3.05 15.29 8.42 21.04 i vandaag enmorgen verkouden ütooie ooo». Bescherm Uw keel tegen infectie fsT met de beproefde geneeskracht van/7M (Ingez. Med.H Het wordt thans geleid over de nieuwe betonnen Berkumerbrug, die een honderd tal meters stroomafwaarts over de rivier ligt, doch op een veel hooger niveau ge bouwd werd. Stijgt het water nog meer, waarvoor alle kans bestaat, dan zal de oude brug niet behouden kunnen worden. WAT AAN ARMENZORG WORDT GEDAAN. Uit een publicatie, welke door het Cen traal Bureau voor de Statistiek is bewerkt blijkt, dat-In 1936 door de overheid en 8031 instellingen van weldadigheid tezamen 125.1 millien voor maatschappelijk hulp betoon werd uitgegeven. In 1935 bedroegen deze uitgaven 119.5 millioen. De uitgaven voor steun en werkverschaf fing aan valide werkloozen (niet ingevolge de Armenwet) zijn in bovengenoemde be dragen niet inbegrepen. In 1936 werd voor hulp aan valide werkloozen 149.3 millioen uitgegeven. Overigens werd door den Rijksdienst ter uitvoering van de Zuiderzeesteunwet in 1936 o.m. aan 3983 belanghebbenden 1,2 milli oen verstrekt. Voor maatschappelijk hulpbetoon, inge volge de Armenwet verleend, werden in 1936 de navolgende bedragen na aftrek van de terugontvangsten uitgegeven: millioen onderstand met geld en levens behoeften 56- verzorging in gestichten en hofjes 17.5 verpleging in ziekenhuizen 17.1 verpleging van arml. krankzinni gen f 14-9 geneeskundige hulp (buiten zie kenhuizen) 4.4 overige vormen van maatsch. hulpbetoon f U- beheerskosten, armenraden e. a. 4.2 Totaal 125.1 Het totaal der uitgaven voor maatschap pelijk hulpbetoon bedroeg in 1936 ruin» 5.5 millioen of 4.63 procent meer dan in 1935, terwijl de vermeerdering van de be volking 0.97 pet. was. De uitgaven voor onderstand met geld en levensbehoeften in Nederland vermeerderden met pl.m. 6 millioen, terwijl de uitgaven voor onder steuning van behoeftige Nederlanders in het buitenland met bijna 0.9 millioen ver minderden. Voor ziekenhuisverpleging werd ongeveer 0.5 millioen minder uitgege ven, ofschoon het aantal behoeftige ver pleegden in 1936 aanmerkelijk hooger was dan in 1935, hetgeen op bezuiniging wijst. Van het totaal bedrag der uitgaven voor maatschappelijk hulpbetoon in 1936 kwam ruim 80 pet. voor rekening van de overheid. Het aandeel van de kerkelijke en particu liere instellingen van weldadigheid teza men bedroeg bijna 20 pet. Uit onderstaande cijfers blijkt, in welke mate de uitgaven voor de armenverzorging sedert 1879 zijn toegenomen. Per hoofd Jaren Totaal der uit- van de gaven (netto) bevolking 1879 11.9 millioen 3.— 1898 16.3 millioen 3.2 1913 27.6 millioen 4.6 1918 50.5 millioen 7.5 1928 90.1 millioen 11.7 1932 118.2 millioen 14.5 1935 f 119.5 millioen 14.2 1936 125.1 millioen 14.7 De inkomsten van bezittingen der instel lingen van weldadigheid bedroegen in 1936 12.4 millioen (netto), terwijl de opbrengst van collecten e.d. 11.8 millioen was. Aan erfstellingen en legaten werd in 1936 1,5 millioen ontvangen. Het grootste gedeelte van genoemde ontvangsten kwam ten goe de aan de kerkelijke en particuliere instel lingen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 1