is TRIUMPH TRIUMPH WOENSDAG AVOND AVOND DAARBIJ BEHOORT DE BESTE Ic SIGARET KRONIEK van den DAG. ZEELAND. BUITENLAND. KUNST EN WETENSCHAP. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 3 JANUARI 1939. No. 2. MIDDELBURG. VLISSINGEN. WALCHEREN. ZUIDBEVELAND. SCHADUWEN AAN DE KUST. N00RDBEVELAND. AMERIKA'S HANDEL OP CHINA EN DUITSCHLAND. i Duitschland en Hongarije. In Hongarije is den laatsten tijd ontevre denheid ontstaan over de buitenlandsche politiek 'van Duitschland. Het begon al ten tijde van de conferentie van Weenen, waar Von Ribbentrop en Ciano optraden als scheidsrechters in het Hongaarsch-Tsje- choslovaaksche geschil over de Slovaaksche gebieden, welke aan Hongarije zouden moe ten worden afgestaan. De uitspraak viel den Hongaren deerlijk tegen. Zij hadden, zoo- ais men zich zal herinneren, o.m. geheel Roethenië willen hebben en als gevolg daarvan een gemeenschappelijke grens met Polen. Ze kregen van Roethenië echter maar een klein, zij het het vruchtbaarste, deel. Duitschland voelde er niets voor de „Oekraïners", die de meerderheid van de bevolking van Roethenië uitmaken bij Hon garije in te lijven. Een autonoom Roethenië binnen het kader van de nieuwe federa tieve Tsjechoslovaaksche republiek strook- te beter met Hitler's politieke doeleinden: vormende een soort van open deur naar het Oosten. Naderhand ontstonden er enkele inciden ten tusschen Hongaren en Slovaken in de aan Hongarije toegewezen gebieden en toen moest men te Boedapest ervaren, dat de Duïtsche pers de zijde der Slovaken koos. De betrekkingen tusschen de autono me Slovaaksche en de Hongaarsche regee ring zijn onder invloed dier incidenten ta melijk slecht geworden. Aan het misnoe- gen daarover kunnen de Hongaren echter niet de vrije loop laten zooals ze graag zouden willen aangezien Berlijn dat ver moedelijk niet zou gedoogen. Het eigen aardige verschijnsel heeft zich nu voorge daan, dat de Hongaarsche regeering bij de jaarwisseling opnieuw haar trouw aan de as BerlijnRome betuigde, terwijl de Hon gaarsche pers heel voorzichtig en een beetje druilerig, als een boos kind, over het gedrag van den grooten Duitschen vriend pruttelde. Zelfs graaf Bethlen, die jaren lang minister-president van Hongarije is geweest en wellicht nog eens een voorname rol te Boedapest zal spelen, greep naar de pen, om zijn pijnlijk aangedane politieke ge moed te luchten. Voorhands mag men aan deze Hongaar sche ontstemming niet al te veel beteekenis toekennen. Zoolang de huidige regeering te Boedapest aan het bewind blijft, zal Honga rije met een zjjas op de as RomeBerlijn aangesloten blijven. Symptomatisch is de ontstemming echter van zooveel te meer belang. Zij demonstreert n.l. hoe wankel baar politieke vriendschappen in het huidi ge Europa, vooral in midden-Europa, zijn. Dank zij de krachtige buitenlandsche poli tiek van Hitier heeft Hongarije een deel van de gebieden, welke het na den wereld oorlog verloor, teruggekregen. Op het oogenblik, dat dit proces zich voltrek, ver viel echter een van de kwesties, welke een samengaan van Hongarije met het Derde Rijk een soort van natuurlijken politieken grondslag gaven. Het is daardoor thans zeer de vraag geworden, of Hitler's verdere politieke desiderata nog wel in overeen stemming zijn met die van Hongarije. Duitschland stelt zich een overheersching van midden en Zuid-Oost-Europa ten doel Op welke wijze het deze zal trachten te ver wezenlijken, moet de tijd leeren. Maar men kan zich vrijwel geen enkele verwezenlij king voorstellen, welke voor Hongarije aan lokkelijk is. De geografische positie van Hongarije schrijft Duitschland als het ware voor, juist in de eerste plaats Boedapest on der Duitschen invloed te brengen. Naar al le waarschijnlijkheid is dit het wat de Hon garen eigenlijk verontrust. Hoeveel respect ze voor de Duitschers hebben, ze voelen niets voor een Duitsche curateele. Als Hit ler's politiek hun positie in Europa kan ver sterken, willen ze hem graag steunen; maar niet tegen den prijs van verlies van een deel hunner onafhankelijkheid. Op het oogenblik is onmogelijk te voor spellen, hoe de situatie in midden-Europa zich zal ontwikkelen. Het gepruttel in de Hongaarsche pers toont evenwel aan, dat te dezen aanzien althans eenige rekening met mogelijke verrassingen moet worden gehouden. Zulks temeer, nademaal de pril- DE KOMST VAN H. M. DE KONINGIN NAAK y.lGIGI «AND. Het mag nu wel algemeen bekend wor den geacht, dat H. M. de Koningin zich Zaterdag 14 Januari naar Vlissingen zal begeven om aldaar op de werf der Kon. Maatschappij „De Schelde" de laatste be letselen weg te nemen voor de te waterla- ting van de nieuwe mailboot voor de „Zee land", namelijk de „Emma". Het komt ons echter voor, dat men er niet voldoende van doordrongen is, dat er niet alleen te Vlissingen, maar langs den geheelen weg van daar naar Roosendaal gelegenheid zal zijn al is het maar een kor ten groet te brengen aan onze landsvrouwe, want de terugtocht wordt per auto ge maakt. Met name in de steden Middelburg en Goes en ook de verschillende dorpen, zullen ze ker velen zorgen dat met het uitsteken van vlaggen en door het zich met Oranje ge tooid opstellen van ouderen en jongeren we derom de groote aanhankelijkheid der maal bij het overgeven van den dienst een stevige handdruk geven. In bewaring zijn drie mannen, n.l. een dronken man die reeds eenige uren zjjn roes uitslaapt en verder twee vreemdelingen, ditmaal geen Joodsche verschoppelingen die ver van hun vaderland pogen bescher ming in een nieuw vaderland te vinden. De eerste is een Pool, een 24-jarige kerkorga nist, die sinds den avond voor Kerstmis op het bureau verblijft, toen hij met de mail boot uit Engeland terugkeerde, omdat hij aldaar was geweigerd, waar hij gedurende de Kerstdagen concerten zou geven in ker ken. Geld bezat deze Pool niet, zoodat de politie maar weer een oplossing moest zoe ken. JSTa veel geschrijf en getelefoneer, o.a met Engeland, is eindelijk toestemming verleend om Engeland binnen te komen èn zoo arriveerde op Oudejaarsdag aan het po litiebureau een som geld voor de reiskosten nadat zijn brieven om geldelijken bijstand aan vrienden in Polen onbeantwoord waren gebleven. Met Nieuwjaarsdag is hij vijl goe den moed naar Engeland vertrokken. Zijn lotgenoot, een Tsjesch, is 22 jaar oud en geeft voor student te zijn. Deze is eenige dagen na den Pool aangekomen, was even eens in Engeland geweigerd. Geld bezit ook hij niet en naast zjjn moedertaal spreekt hi slechts een weinig Duitsch. Hij had gedacht in Engeland met open armen ontvangen te worden. Nogal erg naif dus. Voorloopig Zeeuwen aan de Koningin en de erkentelijk heid van allen voor Haar belangstelling voor alles wat die Zeeuwen aangaat, ge-1 demonstreerd wordt. SCHADE VOOR DEN BOEK DOOR DE VORST. Nu de dooi eenmaal goed heeft doorge-] werkt, komt het uit welk een groote scha de de land- en de tuinbouwers hebben ge leden door de strenge vorst. Daar het vrij plotseling begon te vriezen en vooral de hevige wind de koude door alles deed door dringen, waren de voorloopige maatregelen j tegen de vorst niet voldoende. Daarbij kwam de Zondag er tusschen, zoodat nog! twee strenge nachten hun invloed hebben doen gelden. En toen men 's Maandags tot| meerdere dekking overging, was het meest- i al te laat. Vele kuilen met aardappels enj mangels zijn aangestoken. Pootaardappe- len, die in andere winters veilig in kistjes! op een zolder in de schuur stonden, blijken nu bevroren te zijn. Heeft de uitgeschoten wintertarwe op zich zelf reeds veel van de vorst geleden,! daarna zijn troepen kraaien gekomen op het ontdooiende land om zich aan het win- j tergroen te goed te doen. Maar vooral hebben de zoogen. groente-1 boeren veel vorstschade. De nog aanwezige groente op het land is voor goed weg, be halve spruiten en prei. De opgeborgen koo ien, wortelen, kroten, rapen, enz., welke groenten anders geregeld de kar moeten vullen of naar de veiling worden gebracht,] zijn door de vorst onbruikbaar geworden. Het noodzakelijk gevolg van het een en ander zal zijn: duurdere groente. Bij Kon. besluit is benoemd tot ridder I in de orde van Oranje-Nassau J. Scheele te Terneuzen, ontvanger-griffier van den Bontepolder. Rijkspostspaarbank. Aan het postkantoor alhier en het daar*] onder behoorende ambtsgebied werd gedu rende de maand December 1938 ingelegd 119.074 en terugbetaald 86.829. Het laat ste door dat kantoor uitgegeven boekje] draagt het nummer 43762. OUD- EN NIEUW OP HET BUREAU VAN POLITIE. Vreemdelingenleed en -vreugde. Twaalf uur. Verwisseling van Oud op Nieuw, verwisseling van politiemannen die uit- en in surveillance gaan en elkaar dit- le Hongaarsche achterdocht jegens Duitsch- land's bedoelingen niet alleen staat. Soortgelijk verschijnselen als in Hongarije heeft men in Polen kunnen waarnemen. De i Poolsche regeering is zelfs nieuw contact met Moskou gaan zoeken, gelijk men weet. En men schijnt zich er te Warschau en Boedapest goed van bewust te zijn, in con gruente omstandigheden te verkeeren: de betrekkingen tusschen deze beide hoofd-1 steden worden steeds nauwer. zal hjj nog wel een tijdje de gast van de politie alhier blijven, daar noch zijn ouders, noch zijn vrienden in zijn land eenig ant woord geven op zijn brieven om geld. Duitschland wil hem alleen doorlaten, wan neer hij een reisbiljet heeft van hier naar zijn woonplaats, doch van den Nederland- schen Staat kan toch niet verwacht wor den dat zij den vreemdeling zulk een biljet zal verschaffen. Het waarheen met deze Tsjesch is dus nog een groot vraagteeken. Welke gedachten zullen deze vreemdelin gen in deze Oudejaarsnacht niet bestormd hebben en onze politie zal zich zeker wel de vraag gesteld hebben: wat zal 1939 ons weer geven te opzichte van verzorging, ondersteuning en het voorthelpen van vreemdelingen, die vaak beroofd van alles, trachten zich elders een nieuw bestaan te verzekeren? EEN SLECHTE INZET. Kort nadat de 12 slagen van de torenklok het nieuwe jaar hadden ingeluid, werd de politie telefonisch gewaarschuwd dat op den Boulevard Bankert een man beweging loos op straat lag. De politie arresteerde ter plaatse een 18- jarigen opvarende van een der in de haven alhier liggende motorschepen. De jongen bleek zoo dronken te zjjn dat hij de straat had aangezien voor de kooi* aan boord van zijn schip. OOSTKAPELLE. Gevonden voorwerpen een vulpenhouder te bevragen bij den ge meenteveldwachter. RAAD VAN DRIEWEGEN. DRIEWEGEN. Vrijdagmiddag vergaderde de Raad dezer gemeente. Afwezig de heer Van Waarde. Voorzitter burgemeester Ort De voorz. deelde mede, dat gedurende de felle koude de werkloozen een kolentoe slag ontvangen hebben van 1.30 instede van 1 zooals gebruikelijk, terwijl er maar een keer per dag gestempeld werd. Daar na werd de voordracht voor hoofd der school ingediend, zooals reeds vermeld is, Het salaris van den gemeentebode werd van 60 op 75 per jaar gebracht, in ver band met de vermeerdering van zijn werk zaamheden. Tot lid van het B. A. werd herbenoemd het aftredende lid J. G. Nieu- wenhuize. Vervolgens kwam aan de orde de vaststelling van een nieuwe instructie voor den gemeente-opzichter, die tevens tot een nadere regeling is getroffen, belast wordt met het bouw- en woningtoezicht. De jaar wedde van den gemeente-opzichter werd bepaald op 50. Benoemd werd de heer S, A. de Regt, technisch ambtenaar van het waterschap Ellewoudsdijk. Tenslotte werd definitief besloten het 20). Naar het Engelsch van J. Jefferson Farjeon. „Het is altijd erg, Luigi, wanneer mjjn personeel zonder verlof weg is. Je hebt me nog niet verteld waar je heen was?" Luigi haalde diep adem. „De fiets de arme mijnheer Anderson, ja", zei h\j. „Ik die voor hem wegbrengen". Weggebracht „Ja". „Maar waarom deed je dat?" „Hij erom vragen". Jessica trok haar wenkbrauwen op en zij trachtte, in overeenstemming met de werk wijze van Leonard, haar verrassing niet te laten merken. „Ik wist niet, dat Anderson weer zooveel beter was, dat hij aan zijn fiets kon den ken" zeide, ze langzaam. „Schreef hij er om?" „Ja, mijnheer Anderson veel beter. Hij mij schrijven". „Aan jou, Luigi? Ken je Anderson dan?" „Hij schrijven aan nieuwe kellner. Si, si. Brief kwam van ziekenhuis. Nee, ik mijn heer Anderson niet kennen, maar hij zegt, nieuwe kellner breng alsjeblieft die fiets naar het dorp hij een plaats noemen ik weet hem en dus ik fiets nemen en geven aan vriend van mijnheer Anderson". Jessica vond dit een tamelijk ingewikkel de gang van zaken. „Ik dacht dat de fiets teveel kapot was om er nog iets aan te hebben," meende ze. „Heel erg kapot", stemde Luigi toe. „Niet goed. Maar hij denken hij gemaakt krijgen en weer rijden als hjj beter is ja". „Zoo, dat is goed, Luigi", zei Jessica. „Je kunt nu gaan. Maar onthoudt dit, alsje blieft. Je moet nooit weer weggaan zonder het te hebben gevraagd. Als je uit wilt gaan op een tijd dat je geen vrijaf hebt, moet je het mij eerst vragen". „Ik erg spijt. Ik denk alleen arme mijn heer Anderson. Dank u wel, juffrouw, ik zal eraan denken. Hij maakte een buiging en verdween. Toen hij het kantoortje verliet botste hij bijna tegen Leonard op. Deze was juist met Napoleon het hotel binnengekomen en ter wijl de laatste den kortsten weg nam naar de conversatiezaal, bleef Leonard achter om een paar woorden met Jessisa te wis selen. „Nu, wat zei hij wel om zich te veront schuldigen?" vroeg hij, toen de kellner uit het gezicht verdwenen was. „Mijnheer Truelove en ik vonden hem in het schuur tje toen we daar binnen wilden gaan, maar we meenden dat het beter was, wanneer u hem zoudt ondervragen"^ Jessica herhaalde het gesprokene en keek toen vragend naar Leonard. „Een- beetje ver gezocht", oordeelde Leo nard. „Maar het kan natuurlijk waar zijn". „Nee, het is natuurlijk niet waar?', ant woordde Jessica Fyne. „Want nog maar tien. minuten geleden heb ik een brief ge kregen, waarin stond, dat Anderson van morgen gestorven is". „Allemachtig!" mompelde Leonard. Hij las den brief, dien zij hem overhandigde „Zoo, dat is wel heel duidelijk, hè?" „Ja, werkelijk overstelpend duidelijk", zeide ze ernstig. „Ik had dien brief ontzet tend graag Luigi onder den neus gewre ven!" „Waarom hebt u dat niet gedaan?" „Omdat ik wist, dat u dat niet goed zoudt vinden." „En heeft u dan zooveel vertrouwen in mijn wijsheid?" „Ik heb de wijsheid van niemand anders om vertrouwen in te hebben. O, wat be teekent dat toch allemaal, mijnheer Sef- ton? Waarom gebeuren toch al die zonder linge dingen? Kunnen we maar rustig blij ven zitten, totdat we het ontdekt hebben? Kunnen er niet meer dingen gebeuren, ter wijl wij zitten te wachten?" Een langen tijd gaf hij geen antwoord. Haar uitbarsting, die niet betrekking had op hem, maar meer het gevolg was van haar gevoel van machteloosheid, had tot gevolg dat hij snel zijn beleid overwoog en de plannen overdacht, die hij bezig was uit te voeren. Drie minuten gingen voorbij. Toen zeide hij: „Wjj zitten niet stil, totdat we onze ont dekking 'gedaan hebben, juffrouw Fyne. Wij werken in de richting van deze ontdek king. Ik hoop, dat u me op mijn woord wilt gelooven. En wat die andere dingen be treft, die nog kunnen gebeuren, daar denk ik ook wel aan en mijn heele werk is erop gericht, te verhinderen dat ze gebeuren, te vermijden dat ze ons overvallen. Ik wil weten, wie de schuldigen zijn en lum schuld nieuwe gemeentehuis te doen bouwen op dezelfde plaats waar het thans bestaande staat. HANSWEERD. De zeemotortjalk thans liggende aan de machinefabriek alhier om zijn motorschade te repareeren, bleek gis termorgen ernstige lekkage te hebben. Met handpompen en het pompbootje Marjo werd het schip lens gepompt. De lekkage te zijn ontstaan aan de buitenboord kraan. IERSEKE. Maandagmorgen was de 11- jarige Arie Zoetewey in een landbouw- schuur aan het schommelen, toen hij op 'n gegeven oogenblik uit den schommel viel en zoo ernstig op den grond terecht kwam, dat geneeskundige hulp moest worden ingeroe pen. Dokter Polderman constateerde een gebroken arm. - Drie schepen geladen met mosselen die hun lading te Tolen moesten lossen kon den vanwege het vele ijs in de Eendracht niet op hun losplaats komen. De IJE 26 geraakte in het ijs bekneld en kreeg een defect aan het roer, de twee andere sche pen zijn onverrichter zake naar Ierseke te rug moeten komen. KAMPERLAND. De Chr. Meisjesvereeni- ging „Dorcas" alhier heeft 137 stuks klee- rén vervaardigd welke aan de behoeftige gezinnen uitgedeeld zijn, terwijl door de jeugdafdeeling dezer vereejniging „Zonne straaltje" 25 stuks kleeren aan Kinderzorg in Middelburg gestuurd kon worden. KAMPERLAND. Alhier is door de meis- jesvereenigingen „Dorcas" en „Zonne straaltje" een gymnastiekclub opgericht onder leiding van mej. S. van Splunter. H. J. EÏÏENNE. Het laatste nummer van de „Delver" het „vrije kunstorgaan" is gewijd aan den beeldhouwer H. J. Etinne, die begin 1914 als leerling van prof. Odé zelfstandig begon te arbeiden en dus thans jubileert: 25 jaar is hij schepper van eigen werk geweest. Het grootste deel van het nummer wordt in beslag genomen door een artikel van dr. Si- bold S. Smeding, behandelde „Etiennes werk in Zeeland". Achtereenvolgens wor den hierin beschreven: de restauratiepen ning Veersche Stadhuis, de legpenning Zeeuwsche Vereeniging voor de luchtvaart, de Zeeuwsche perspenning, het beeld van Karei V in het Middelburgsche stadhuis, het beeld „Afrika" op het Beeldenhuis te Vlissingen, het monument van Koningin Emma, Damplantsoen te Middelburg en het gedenkteeken van Prins Hendrik in den ge vel van de Zeevaartschool te Vlissingen. „Zonder eenigen twijfel, aldus schrijver is het monument van Koningin Emma Etien nes voornaamste werk, in stijl, in omvang en in belangrijkheid. Ik aarzel niet te stel len, dat Etienne zich met dit standbeeld zijn plaats onder de Nederlandsche beeld houwers van naam blijvend veroverd heeft Ik zeg het waarlijk niet omdat 't een goe den vriend van mij betreft dat weet hij zelf zeker wel beter maar voor mij, en voor verschillende tot oordeelen te dezer zake dozijnen malen meer bevoegden dan schr. dezes eveneens dat zegt veel meer staat als een paal boven water, dat het Middelburgsche monument voor Koningin Emma verreweg het beste is van de vier, die momenteel in Nederland staan. Het spreekt vanzelf, dat ik hier niet in het ne gatieve mag adstrueeren, maar in het po sitieve zij dan alleen gezegd, dat de rustig- elegante en toch zoo voorname houding der vorstin, de juiste verhoudingen, zoowel in de figuur zelf als in het geheel, en de goed afgewogen compositie der massa's van het monument, gevoegd bij de lieve, zachte ge laatsuitdrukking èn de uitstekende gelij kenis van de Grootmoeder des Vaderlands, dit beeld vooralsnog tot hèt nationale stand beeld onzer Koningin Emma maken. Men mag het voor den beeldhouwer mis schien betreuren, dat deze zjjn grootste en belangrijkste schepping in de hoofdstad van een betrekkelijk afgelegen provincie staat, wij, die hier wonen en werken, verheugen ons er stillekes over. Wij verheugen er ons dagelijks in, wanneer wij op dien mooien en nog bijkans ongeschonden Dam dat zoo bewijzen „Hun schuld waaraan?" „Komt dat er op het oogenblik iets op aan? Wij weten dat de schuld bestaat. Neemt nu eens Luigi. Hij heeft zoopas te gen u gelogen. Wanneer u hem later den brief zoudt hebben laten zien, zoudt u zijn leugen aan de kaak hebben gesteld, maar niet het doel ervan, en wat zou dat voor nut hebben gehad? Luigi zou waarschijn lijk opnieuw verdwenen zijn en dan voor goed. Luigi is een schakel een schakel in den ketting we moeten hem nu niet uit het oog verliezen". Hij sloot zijn oogen steeds nog met ge sloten oogen ging hij verder: „Natuurlijk weten we iets. We weten, dat Luigi niet wilde hebben, dat wij die fiets onderzochten. Nu, waarom wilde Lui gi niet hebben, dat wij die fiets onderzoch ten?" Hij opende plotseling zijn oogen en keek haar aan. „Misschien was er iets met die fiets, waaruit zou blijken, dat er toch aan geknoeid was. Misschien was dat on geluk van Anderson expres veroorzaakt en onze vriend Luigi was bang, dat de fiets, als die zou worden onderzocht door een be moeizieken nieuwen bezoeker, zijn onple zierig geheim zou openbaren. U zult nu wel inzien, juffrouw Fyne, waarom ik zoo erg graag rustig en stil te werk ga. Ik ben al te veel in het openbaar opgetreden". „Maar waarom zou het ongeluk van An derson expres veroorzaakt zijn?" vroeg ze. „Dat kan ik niet inzien. Hjj was een aar dige, nette man. Ik kan niet gelooven, dat hij vijanden had". HITLER EN MUSSOLINI WISSELEN TELEGRAMMEN. Ter gelegenheid van de jaarwisseling hebben Hitler en Mussolini elkaar felicita tietelegrammen gezonden. Mussolini zegt in zijn telegram: „De samenwerking tusschen onze beide regeeringen en volken heeft in 1938 de proef doorstaan en de wereld ge toond, dat de beide revoluties gezamenlijk opmarcheeren en dit ook in de toekomst zullen doen". DUITSCHLAND EN DE FRANSCH— ITALIAANSCHE SPANNING. Onder het opschrift „de Middellandsche zee en wij" bespreekt de Berlijnsche cor respondent van het Hamburger Fremden- blatt in een opmerkelijk artikel het stand punt van Duitschland ten aanzien van het door de Italiaansche eischen acuut gewor den Middellandsche zee-vraagstuk. De correspondent wijst er op, dat sedert de ontspanning tusschen Rome en Londen ook Djiboeti, Suez en Tunis nauwelijks nog als op zichzelf staande problemen kunnen worden beschouwd. Iedere entente, zelfs de Britsch-Fransche, wordt noodgedwongen verstoord, wanneer door een der beide par tijen toenadering tot stand gebracht wordt met een derde mogendheid, waarmede de andere partij voortdurend in conflict is. Daarom zijn de Fransch-Italiaansche be trekkingen een Europeesche kwestie ge worden, waarvan de terugslag zelfs wordt ondervonden door een land als Duitschland, dat geen directe belangen in de Middelland sche zee kan laten gelden. De aspolltiek vooronderstelt als grondbeginsel van alle buitenlandsche betrekkingen van Duitsch land een houding, die eerlijk begrip voor de rechtvaardigheid der Italiaansche wenschen bepleit. Wanneer men in het buitenland de moeite zou willen nemen de duidelijke en onverbreekbare verplichtingen uit Duitsch- lands vriendschap voor Rome in haar we zen te begrijpen, dan zou ook Duitschlands (Ingez. Med.); standpunt in het Middellandsche zee-vraag- niet aan misvattingen blootstaan. Wie, aldus besluit de correspondent, overtuigd is van de noodzaak van een ont spanning in de Middellandsche zee, die zal inzien, dat zelden met een bot „nooit" ze genrijke resultaten in de geschiedenis be reikt zijn. Repressaillemaatregelen van Washington? De Amerikaansche régeering is voorne mens het Congres gegevens voor te leggen, waaruit blijkt welken omvang de discrimi natie heeft aangenomen jegens dén Ame- rikaanschen handel in het deel van China, dat door de Japanners is bezet en in Duitschland. Het zal afhangen van de kracht der aan den dag tredende gevoelens in het Congres en in het land, wat voor actie hierop zal volgen. De president zal geen gebruik maken van de hem ten dien ste staande bevoegdheden, volgens afdeeling 338 van de wet op de tarieven van 1930, tenzij hij voelt, dat de natie achter hem staat. Wanneer het publiek daartoe mach tiging verleent, is de regeering gereed om repressaillemaatregelen te nemen. Deel 338 van de wet op de tarieven mach tigt den president prohibitieve invoerrech ten te heffen op importen uit elk land, dat een nadeelig onderscheid maakt ten aan zien van den Amerikaanschen handel. Zelfs is de president gemachtigd den invoer te verbieden van goederen uit andere landen, die vervoerd worden met schepen van het betrokken land. Wanneer dan nog de dis criminatie voortgaat, zou de president een embargo kunnen leggen op allen handel met het betrokken land. sprekende en waardige beeld zien van de vorstin, die in het sterk Oranjehevende Zeeland zoo bemind was. We zijn er mee vertrouwd; we leggen er op hoogtijdagen eerbiedig een kransen we beseffen misschien niet eens volledig, welk een bij zonder monument Etienne ons hiermede heeft geschonken." „Wij kunnen niet altijd zeker zijn van onze vijanden, net zoo min als we altijd zeker kunnen zijn van onze vrienden", ant woordde Leonard. „Overigens beweer ik niet, dat Anderson vijanden had. We willen een oogenblik onderstellen, dat hij er geen had. In dat geval was de man, die zijn on geval veroorzaakte, uit op zijn baantje. Het is zeker van belang, dat de man, die zjjn baantje kreeg, zjjn fiets weg maakte". Plot seling, haar bleekheid ontdekkende, veran derde Leonard van toon. „In ieder geval kunt u nu niets anders doen, juffrouw Fyne Mag ik u voorstellen, vroeg naar bed te gaan? En te gaan slapen?" „Ja, ik ben moe", antwoordde ze luste loos. „Als ik mijn boeken bijgewerkt heb, zal ik uw raad opvolgen. Maar het is niet gemakkelijk te slapen". „Het zou me een ontzaglijk genoegen doen", verklaarde hij, toen zij de hand aan nam, die hij haar toestak, „wanneer ik het gevoel mocht hebben, dat u vannacht wat beter zoudt slapen dan u den vorigen nacht gedaan hebt. Tenslotte heeft u nu een vriend erbij onder uw dak". „En de beste vriend, denk ik", antwoord de ze. Daarna, vreezende, dat ze meer ge zegd had dan ze bedoelde, trok ze haar hand tamelijk snel terug en opende een kantoorboek. „Wet te rusten, als ik u niet meer zie", zei hij. „Goedennacht, mijnheer Sefton", ant woordde zty. „En dank u wel". (W«rdt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5