SCHEEPJESWOL
PUROL
KRONIEK van den DACL
BINNENLAND.
ZEELAND*
LANDBOUW.
Voor beter breiwerk
betere wol, dus:
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN VRIJDAG 23 DECEMBER 1938. No. 302.
SCHADUWEN AAN DE KUST.
IJsverm aak
MIDDELBURG.
"ds 0)ol4pocla/{j(arC
Het standpunt van Chamberlain's
tegenstanders.
Het is nu drie maanden geleden dat Ne
ville Chamberlain zich door zyn sensati
oneels vliegtocht naar Berchtesgaden voor
goed een plaats in de geschiedenisboeken
van de toekomst verwierf. De episode is zoo
vol drama, de daad zoo rijk aan verbeel
dingskracht, dat zij voorbestemd is den naam
Chamberlain voor tallooze generaties te
bewaren. Het is misschien het eenige onge
wone wat deze droge nuchtere man ooit
heeft gedaan, maar dit eene is genoeg om
hem zyn plaats onder de groote politiek-
romantische figuren van de geschiedenis te
verzekeren. Zoolang de menschen nog vat
baar blijven voor het dramat sche en avon
tuurlijke in de historie, zoolang zal de naam
Chamberlain blijven leven. Daaraan kan
geen twijfel bestaan.
Aanzienlijk minder zeker is het of de ge
schiedenis zal oordeelen dat de man wiens
naam voorgoed aan het drama van Septem
ber 1938 verbonden zal blijven een werke
lijk groot staatsman was. Daaromtrent
heerschen ook nu, zooals men weet, reeds
scherpe meeningsverschillen. Er is een
groote categorie van menschen, vooral
vrouwen, die elke kritiek op den premier
met de grootste verontwaardiging van de
hand wijzen alsof het heiligschenis was.
Chamberlain is voor hen de man die het
nameloos leed van den oorlog aan de we
reld bespaart heeft, en dat is voor hen
genoeg om hem boven alle kritiek te ver
heffen. Zelfs de minste aanmerking wordt
door hen ondervonden als een bewijs van
„schandelijke ondankbaarheid". Redelijke
discussie met deze lieden is niet mogSlijk.
Zij gelooven in den „man die de vrede gered
heeft" en tegen geloof valt met logische
argumenten niets uit te richten. Dit blind
vertrouwen in de premier is echter aller
minst universeel. Hij heeft in alle kringen
van het Engelsche volk zijn tegenstanders
die even overtuigd niet in hem geloo
ven als zijn aanhangers het wel doen.
Tijdens de emotioneele spanning van de
crisis leek het een oogenblik alsof hij in
derdaad de „vader van zijn volk" zou wor
den; de behoefte aan een leider was toen
zoo groot dat vrijwel het geheele volk, on
geacht partij of stand, bereid scheen hem
zjjn vertrouwen te schenken. Maar nog was
het onmiddellijke gevaar voor oorlog niet
geweken of de onvermijdelijke reactie trad
in en talloozen, die hem een korten tijd
blind gevolgd hadden, wendden zich weer van
hem af. Trouw aan den nationalen leider
moest weer plaats maken voor trouw aan
de partij, en van de nationale eenheid die
in het uur van gevaar gesmeed scheen te
zijn bleef nog slechts de herinnering over.
Drie maanden na Berchtesgaden is de ver
deeldheid onder het Engelsche volk grooter
dan ooit.
Wat is de verklaring van dit wijdver
spreide wantrouwen in „de man die de
vrede gered heeft"? Conservatieve spre
kers plegen het gaarne voor te stellen als
of het verzet tegen Chamberlain uit de
onbevredigde oorlogszucht van zijn tegen
standers voortspruit. Iedereen die het waagt
het buitenlandsch beleid van den premier
te critiseeren wordt prompt voor „warmon
ger" (oorlogsophitser) uitgekreten. Dit is
een even goedkoope als doorzichtige truc
om op de gevoelens van het kiezerspubliek
te werken. Te zeggen dat de critici van
Chamberlain's verzoeningspolitiek de oor
log willen is erger dan dwaasheid, het is
eenvoudig laster. Zij verlangen den vrede
even vurig als de premier en zij critiseeren
hem slechts omdat zij ervan overtuigd zijn
dat de wijze waarop hij dit gemeenschap
pelijk doel nastreeft den vrede eerder inge-
vaar brengt dan hem behoedt. Chamber
lain baseert zijn politiek op de overtuiging
dat hij er met tegemoetkomendheid, vrien
delijkheid en royaliteit in zal slagen de
vriendschap en eerbied van de dictatoren
te winnen. Daarmee begaat hij volgens zijn
critici een kardinale psychologische fout.
Hij begrijpt niet, of wil niet toegeven (want,
terwpl niemand zal willen beweren dat de
premier onintelligent is, moet toch worden
erkend dat hy een uitermate koppig man
is, die een eenmaal ingeslagen weg niet dan
onder de grootste druk zal opgeven), dat
de dictatoren elke tegemoetkomendheid als
een bewijs van zwakheid opvatten en elke
concessie zullen misbruiken om telkens
weer nieuwe en nog verder gaande conces
sies te eischen. Hij wil niet inzien dat de
dictatoren voor zijn prijzenswaardig ideaal
Naar het Engelsch van
J. Jefferson Farjeon.
12).
„Natuurlijk niets!" lachte zij. „U doet
zoo geheimzinnig, dat u allerlei gruwelijke
gedachten by iemand opwekt. Weet u niet,
dat er juist niets zoo verontrustend is als
iets niet te weten, en niets zoo prett g al=
de waarheid?" Zij liet zich langs den ket
ting zakken, totdat ze bij Leonard was
„Daar heb je het nu! Ik dacht nog wel dat
het een bloedvlek was, omdat u zoo ge
heimzinnig deed, en het is maar Er is
iets tegenaan gekomen, hè?"
„Daar lijkt het wel op", knikte Leonard.
i1n?"nheer Sefton, u maakt me ture-
luursch. barstte zo uit. „Ik zie aan uw ge-
dajj ,u er heel wat meer van denkt".
„Misschien z.et u ook meer dan hier te
zien is?"
„Nee, dat niet".
„Nu dan, het interesseerde me werkelijk
een beetje, omdat deze kras er tamelijk
nieuw uitzag."
„Dat bewijst alleen, dat u in uw binnen-
ste nog een heeleboel meer denkt dan u
"C o laat zien. Waarom interesseerde u dat
zoo?"
„Kijk eens hier, juffrouw Haines!" rieD
Leonard uit. „U heeft een verschrikkelijke
manier om iemand een kru sverhoor af te
nemen! Deze kras lijkt wel door een boot
gemaakt te zijn".
„Dat verklaart nog steeds niet uw groote
belangstelling", merkte Beryl ietwat scherp
van een vriendschappelijke internationale
samenleving niets voelen, dat zij even over
tuigde als bekwame spelers van het oude
spel om de macht zijn en dat de veiligheid
en de vrede van het Britsche Rijk derhal
ve gebieden dat het dit gevaarlijke spel
met evenveel ernst en bekwaamheid zal
spelen als de tegenspelers. Met andere
woorden, Engeland mag zich niet langer in
slaap sussen met schoone droomen van
Europeesche verbroedering. Het moet de re
aliteit onbeschroomd onder oogen zien. Het
moet naar verzoening blijven streven, maar
het moet er zich rekenschap van geven dat
een dergelijke verzoening slechts mogelijk
is op de basis van wederzijdsch respect. Een
zoodanig respect zal niet worden verkregen
door te praten oVer idealen van internati
onale samenwerking waar de dictatoren
niets dan minachting voor hebben. Het zai
niet worden verkregen door een politiek
van eenzijdige tegemoetkomendheid en con
cessies, die door de dictatoren slechts als
bewijzen van democratische decadentie wor
den opgevat. Respect zal slechts worden
verkregen door het eenige argument waar
voor de dictatoren vatbaar zijn: macht.
Daarom moet Engeland zich bovenal op de
versterking van zijn machtspositie toeleg
gen. Het moet niet alleen zijn bewapening
veel krachtiger ter hand nemen dan tot nu
toe, het moet de macht ook zoeken in het
winnen van nieuwe bondgenooten, en het
moet last and not least bewijzen dat het het
spel van de dictatoren verstaat door de iet
wat kwispelstaartende houding van zijn
diplomatie en de zoetelijke toon van zijn of-
ficieele uitlatingen te vervangen, niet door
dreigementen, maar een sobere koele zake
lijkheid.
Ziehier zoo kort mogelijk uiteengezet de
positie van Chamberlain's tegenstanders.
Wie maakt uit, of ze gelijk hebben?
geelt ruwe huid
verzacht - geneest
(Ingez. Med.)
DE DUITSCHE DIENSTMEISJES.
Vele kregen aanzegging haar be
trekking tegen 1 Februari op te
zeggen.
In Den Haag hebben vele Duitsche en
Oostenryksche dienstmeisjes bericht gekre
gen, dat zij zich op de kanselarij van het
Duitsche gezantschap moeten aanmelden
met hun pas.
Uit de voor deze oproeping gebruikte
briefkaarten blijkt, dat er voor Amsterdam
dergelijke oproepingen zijn verzonden; in
dit gevoel moeten de meisjes z.ch melden
aan het Duitsche consulaat-generaal.
In verband hiermede heerscht er aan bei
de adressen groote toeloop van meisjes, o.a.
velen, die ver van gesticht zijn over hetgeen
hun boven het hoofd hangt.
Aan degenen, die zich aanmelden, wordt
namelijk meegedeeld, dat zij tegen 1 Febr.
hun betrekking moeten opzeggen. Passen,
die voor langer geldig zijn dan 2 Febr.,
worden op dien datum afgestempeld. Naar
werd meegedeeld, zullen de meisjes, die te
ruggaan, den 2den Febr. met extra-treinen
naar Duitschland worden vervoerd.
Sommige me.sjes verontschuidigden zich
met de mededeeling, dat zij in het huwelijk
zouden treden, waarvan dan bewijs werd
verlangd. Naar het schijnt, zjjn er de laatste
week op het Bevolkingsregister in Den
Haag vele Duitsche meisjes geweest, die
huwelijksplannen bleken te hebben en in
verband hiermee om inlichtingen kwamen.
Op het Bevolkingsregister konden wij hier
over echter geen inlicht ngen krijgen. De
meisjes, die aan het bevel naar Duitschland
terug te keeren geen gevolg geven, verlie
zen hun burgerrecht en worden staatloos.
In verband met de dit jaar gehouden ver
kiezingen hebben de Duitsche autoriteiteu
hier te lande de adressen van alle meisjes,
die aan de stemming hebben deelgenomen,
in handen, want zij hebben destijds een for
mulier met naam en adres moeten invullen.
Op het Du tsche gezantschap verklaarde
men ons over de te nemen maatregelen
geen inlichtingen te kunnen geven.
op. „Waarom zou die kras niet door een
boot gemaakt kunnen zijn? En waarom
zouden er geen menschen hier naar toe
roeien evengoed als er naartoe zwemmen,
zooals wij?"
Een zeemeeuw vloog plotseling op van
een kant van het wrak, die buiten hun ge
zicht lag en verdween met forschen wiek
slag.
„Wat eèn nare schreeuw gaf die vogel",
zei ze, haar vorige gedachten afbrekend.
Leonard antwoordde niet, maar zijn greep
spande zich om den kett.ng.
„Wel", fluisterde Beryl, met een blik
naar hem, „het was die vogel toch wel,
nietwaar?"
HOOFDSTUK VII.
Te midden der schaduwen.
Eenige oogenblikken lang gaf Leonard
Sefton geen antwoord. Zijn oogen waren
omhoog gericht en hij keek op naar den
grimmigen metalen wand aan de onderzij
de waarvan zij hingen. Juffrouw Haines
keek ook omhoog en daarna liet ze haar
blik zakken totdat haar oogen rustten op
haar metgezel.
„Wat gaat u doen?" vroeg ze met zachte
stem. „U gelooft niet, dat het de meeuw
was dat zie ik aan u".
„Ik weet er niets van, juffrouw Ha'nes"
antwoordde hij langzaam. „Eerst dacht ik,
dat het wel zoo was. Maar veronderstel
eens, dat het niet zoo was?"
„Ja, veronderstel eens, dat het niet zoo
was?"
„Nu, we kunnen het er zoo niet bij laten,
wel?" zelde hij. „Ik klim dus even aan
ZWANENBERG 7nafifóctotjnxaA&
(Ingez. Med.)
V.P.R.O.-AVOND.
De groote samenkomst in de Concert
zaal Woensdagavond belegd door de V.P.R.O-
heeft zich in een groot bezoek mogen ver
heugen. Ondanks de koude waren honder
der: opgekomen uit Middelburg, Vlissingen
en Goes en de kilte die zich ook in de zaal
geducht deed voelen, verhinderde niet dat
men ruim 2% uur aandachtig luisterde
naar de sprekers en het koor er de film-
vertooning gadesloeg.
Ds. Borgman uit Middelburg sprak, het
openingswoord, waarin hij er op wees dat
deze avond een groote steun kan zijn voor
de Zeeuwsche afdeelingen. Het gaat om de
waarde van het Vrijzinnig Protestantisme
en bij het zoeken naar een vaste lijn in het
leven kunnen wij den omroep niet missen.
Spr. wekte op het werk van den V.P.R.O.
te helpen dragen.
Ds. B. J. Aris uit Amsterdam daarna het
woord verkrijgende sprak over het genoe
gen dat het persoonlijk contact heeft voor
hem, die altijd voor 'de microfoon spreekt.
De avond zal alleen aan het doel beant
woorden wanneer men inziet dat de V.P.
R.O. door een bepaald beginsel gedragen
wordt. Dat beginsel verbreidt men dan zelfs
met de modernste middelen al is daar in
den beginne wel eenïg pessimisme geweest
om de radio in dienst te stellen van een
zoo'n ernstige zaak. Spr. schetste het ont
staan van den V.P.R.O. en zei, dat de grond
slag het Vrijzinnig Christendom is. Zijn wij
daarvan overtuigd? Niet in theorie maar
in werkelijkheid? Uitvoerig stond spr. stil
bij het contrast dat bestaat tusschen het
leven van alle dag, de wereld, en het leven
dat zjjn bron vindt bij den Bijbel. Met en
kele voorbeelden uit zijn predikanten prae-
tjjk toonde spr. aan, dat de drang om te ge
looven telkens toch blijkt en dat daadwer
kelijk het Christendom beleden wordt. Zij
het dan op een verborgen wijze. Men moet
het Christendom breed zien en bedenken
dat het niet gaat om onszelf, maar om de
wereld. Onbewust werkt het Evangelie
door. Het belang van de radio-omroep is
juist dat men menschen bereikt, die op an
dere wijze vreemd zouden blijven aan het
Vrijzinnig Christendom. Het 'percentage
dat in de Kerk komt is helaas klein.
De radio is nu de groote kans. Men gaat het
Vrijz. Protestantisme daardoor ook anders
zien en volgens spr. moet een ieder die iets
„heeft" aan zijn geloof het werk van den
V.P.R.O. steunen.
Ds. E. D. Spelberg van Hilversum sprak
een kort woord uit de practijk van zijn
veeljarige omroepleiding. Vier jaar geleden
vroeg men hem heel zijn werkkracht te ge
ven aan den V.P.R.O. Veel heeft hij achter
moeten laten, maar spijt heeft hij nooit ge
had van zijn keuze, omdat hij een gemeente
teruggekregen heeft: de V.P.R.O.-gemeente.
Dat is een veel hechtere eenheid dan ooit
gedacht is. Dat merkt spr. niet alleen uit
de vele brieven die hem dagelijks bereiken,
doch meer nog uit allerlei feiten. De V.P.
R.O. wordt gevraagd bij ziekte, huwelijk en
doop. Menschen van geen of ander geloof
komen tot de V.P.R.O. Dit gemeentebesef
blijkt ook b.v. uit het feit dat er 35.000
binnengekomen is voor de Joodsche vluch
telingen en dat de opbrengst voor de Kerst
pakketten-verzending d e dit jaar tot f 7500
gestegen is. Men bedenke ook dat de V.P.
R.O. de eenige omroep is die 't Vrijzinnige
woord uitzendt. Niet alleen in Nederland
maar ook naar Afrika en Amerika. In het
buitenland bestaat dat niet.
Spr. eindigde met een oproep om mede
te helpen de V.P.R.O. te behouden, juist
ook, omdat er enkele donkere wolken zich
samenpakken, die zijn bestaan zouden
kunnen bedreigen.
Na de pauze werd de V.P.R.O.-film ver
toond. Deze film liet in uitstekende en pak
kende beelden iets zien van het interne le
ven van den omroep: de studio, en hoe het
daar toe gaat, de medewerkenden, de Zon
dagsschool van mevr. Spelberg, de techniek
van de zenders, het weekblad „Vrije Ge
luiden" V.P.R.O.-samenkomsten, een kerk
dienst en tot slot de indrukwekkende de
monstratie op „Houtrust" in September van
het vorige jaar. Ds. Spelberg gaf daarbij
een onderhoudende verklaring.
Twee maal op dezen avond trad het a
cappella koor uit Goes op onder leiding van
den heer Tammlnga. Dit koor heeft een
goeden naam en met recht. Het beschikt
over uitstekende stemmen en ook nu zong
het koor de liederen met groote virtuosi
teit die aller bewondering afdwong.
Na een slotwoord van den heer Chr.
Kloosterman uit Goes werd met gemeen
schappelijk gezang besloten.
ZEEUWSCHE LANDBOUW MIJ.
Vergadering dagelijksch bestuur
Kort verslag van de vergadering van
het dagelijksch bestuur der Z.L.M., ge
houden op Maandag 19 December 1938 ir,
het Landbouwhuis te Goes onder voorzit'
terschap van den heer A. I. Leenhouts te
Retranchement.
O.m. kwamen de volgende onderwerpen
in bespreking:
Dankbetuiging mr. Dielenian. Bij
den aanvang der vergadering deelde de
voorzitter mede dat een dankbetuiging was
ingekomen van den heer mr. P. Dieleman
algemeen voorzitter der Z.L.M. voor de
blijken van belangstelling, weke hij ter
gelegenheid van zijn ongesteldheid en 65en
jaardag van de Z L.M. had ontvangen en
zijn beste wenschen uitsprak voorden bloei
van de Z.L.M.
Stichting Landverhuizing Nederland.
De stichting landverhuizing Nederland
heeft zich tot de 3 centrale landbouworga
nisaties gewend met het verzoek mede
werking te verleenen aan het instellen
van een enquête naar het aantal boeren
zoons en landarbeiders, die geen grond
beschikbaar vinden voor het stichten van
een eigen landbouwberijf,- noch ook op
anderer bedrijf voldoende emplooi kun
nen vinden en voor wie derhalve emigra
tie aanbevelenswaardig zou zijn, indien
zich voor hen mogelijkheden bieden in an
dere landen.
Besloten werd het Landbouw-Comité te
wijzen op de wenschelijkheid dezer enqyê-
te te houden met behulp van de gemeen
ten, opdat goede en betrouwbare gegevens
worden verkregen.
Teeltbeperking voor aardappelen.
Het bestuur van een der zusterorganisaties
heeft het Kon. Nederl. Landbouw-Comité
verzocht met klem te blijven aandringen
op verlaging van de teeltheffing van 50
op hoogstens 30.
In verband hiermede sprak het dage
lijksch bestuur als zjjn meening uit dat de
aardappelsteunregeling allereerst prijsre-
gelend dient te zjjn.
Naar het oordeel van het dagelijksch
bestuur zal de oplossing van de moeilijk
heden van het aardappelvraagstuk niet
gezocht moeten worden in verhooging van
de teeltheffing, eerder dient een beperking
van de teelt van aardappelen te worden
uitgevaardigd, terwijl van overheidswege
gelden, voor het uit de markt nemen van
zandaardappelen (denatureeren) dienen
te worden beschikbaar gesteld, zooals dit
ook voor de e.v. erwten en veldboonen
plaats heeft.
Richting landbouwbeleid. Opnieuw
werd de wenschelijkheid bepleit, mede
naar aanleiding van een schrijven van
een der zusterorganisaties, het LanJbouw-
Comité te verzoeken een werkprogramma
samen te stellen waarin de richtlijnen zijn
opgenomen hoe 't landbouwbeleid in Neder
land in de komende jaren moet zijn en
welke belangrijke vraagstukken in ver
band daarmede onder oogen moeten wor
den gezien.
Rijksweg Sint-Filipsland. Mede naar
aanleiding van het verzoek der Z.L M.
heeft de Minister van Waterstaat bepaald,
dat de Rijksweg Sint-FilipslandAnna Ja-
cobapolder is opengesteld voor verkeer
met rij- en voertuigen, geen motorrijwie
len of rijwielen zijnde en voor rij- en
trekdieren.
Het dagelijksch bestuur was voor deze
openstelling, die ook principieel van veel
beteekenis geacht moet worden, zeer er
kentelijk. Voor de betrokkenen is de open
stelling een zeer belangrijke beslissing.
Marttrein. Naar aanleiding van een
desbetreffend verzoek van den krng Oost-
Zuid-Beveland zal de directie van de Ne-
derlandsche Spoorwegen worden verzocht
des Dinsdag de trein welke te 9.44 uur te
Goes aankomt in Krabbendijke te doen
stoppen. Hiermede zullen ongetwijfeld ve
le bezoekers van de markt te Goes wor
den gediend.
Uiencontröle.
Naar aanleiding van klachten welke in
de vergadering van het Hoofdbestuur zijn
geuit omtrent het afkeuren van korten
tjjd tevoren goedgekeurde uien deelt het
Uitvoer-Contröle-Bureau mede dat het al
gemeen bekend mag worden geacht dat de
uien dit seizoen van minder goede kwali
teit zijn wegens het veelvuldig voorkomen
van schimmel aan de wortel en koprot.
Voornamelijk dit laatste euvel is in vele
gevallen zeer moeilijk te constateeren en
wordt naar in de praktijk blijkt, meesten
tijds eerst zichtbaar na verwerking en ver
voer van het product.
Wat de uitvoer controle voor Zeeland be
treft geschiedt de keuring te Vlissingen by
het afgeven van het certificaat, tenzij er
vooraf een verklaring werd verstrekt.
Voor uien via Vlissingen geëxporteerd
worden zeer weinig verklaringen afgege
ven.
Dit jaar is in afwijking met vorige jaren
aan de controleurs van het U.C.B. opdracht
gegeven in de pakloodsen der eommission-
nairs en exporteurs op de verpakking der
uien toe te zien, om zooveel mogelijk te
voorkomen dat afkeuringen in Vlissingen
plaats vinden en dus voor de betrokkenen
financieele nadeelen ontstaan. Garanties
dienaangaande zjjn echter door het U.C.B.
niet gegeven.
Prov. Regelingscommissie voor de paar
denfokkerij.
In verband met het periodiek aftreden
van den heer J. G. v. d. Linde te Kolijns-
plaat als lid van de Provinciale Regelings-
Commissie voor de Paardenfokkerij in Zee
land, besloot het Dagelijksch Bestuur de na
volgende personen ter benoeming aan te
bevelen:
1. J. G. van de Linde en
2. A. Hartog, beiden te Kobjnsplaat.
Lid Vlasstudiecommissie.
De Vlasstudiecommissie heeft het verzoek
der Z.L.M. om een vertegenwoordiger der
Maatschappij in gefioemde commissie te be
noemen, aanvaard. Als zoodanig werd aan
gewezen de heer J. de Waay te Dreischor,
die tevens in de bewerkingscommissie zit
ting zal nemen.
Tolvrijdom brug Tolen.
Het Dagelyksch Bestuur vereenigde zich
geheel met het rapport uitgebracht door
een daartoe door den kring Tolen en Sint-
Filipsland der Z.L.M. ingestelde commissie
om te komen tot tolvrijdom van de Tool-
sche brug.
Voor het verkrijgen van tolvrijdom zal
samenwerking ook in financieel opzicht
verkregen moeten worden tusschen de pol
ders en gemeenten van het eiland Tolen, de
provinciën Zeeland en Noord-Brabant, de
gemeente Bergen op Zoom en het Rijk. Hier
zal een soortgelijke vorm van samenwer
king kunnen worden gevolgd als bij de
Noord-Bevelandsche .brug.
Besloten werd een lxemplaar van het
rapport aan het College van Gedeputeer
de Staten van Zeeland te zenden en een
onderhoud aan te vragen om de in het rap
port ontworpen denkbeelden nader toe te
lichten.
Zegelkosten pachtcontract.
Het verschuldigde zegelrecht, waaraan
pachtcontracten thans zijn onderworpen be-
WED. D. S. VAN SCHUPPEN - VEENENDAAL
(Ingez. Med.)
boord. Denkt u, dat u nog tien minuten
aan dien ketting kunt blijven hangen?"
„Ik ga niet zonder u terug, wanneer u
dat bedoelt", antwoordde het meisje. „Gaat
u maar uw gang en doet u maar net of ik
er niet was".
„Dank u", zeide hij, ofschoon hij wist, dat
hem dat niet mogelijk was. In ieder geval
h.elp de houding van mejuffrouw Haines
hem wat, want daardoor kreeg hij meer
vrijheid.
Hy pakte de ketting stevig vast en gaf
er plotseling een stevigen ruk aan om de
sterkte ervan te beproeven. Zy hield. Toen
begon hy te klimmen, terwijl het meisje,
dat zelf ook zeer sportief was, met bewon
dering naar hem keek. Met drie trekken
wist hy een gebroken reeling te bereiken.
De rest was gemakkelijk.
Verlaten en doode schepen zien er naar
geestig uit. Toen hy weer op zyn beenen
stond keek Leonard rond met een vreemd
beangstigend gevoel van beklemming. Hy
kon z ch niet herinneren ooit iets treuri-
gers en meer spookachtigs gezien te heb
ben. Het schip was met zyn gebroken
schoorsteen, zijn vernielde dek en zyn
scheeve ligging, welke in strijd scheen met
§dle menschelyke wetten en ordeningen, be
roofd van alles wat men er maar kon wen
schen. Het was vol leege gaten, losse vloe
ren, doelllooze paden en gangen die opniets
uitkwamen. Het leek op een stuk been,
waarvarf elk stukje vleesch was afgepikt en
waaraan alle voedende sappen waren ont
trokken. In een der diepe gaten stond wa
ter, vies en groen, onnatuurlijk stil, als het
ware bewaakt door een kwaden genius van
onbewegelykheid, die hier stil rondwaarde
tusschen de weldadige bewegelijkheid van
de zee. Een ijzeren reeling, afgerukt van
een ander deel van het schip, stak brutaal
weg door een glazen dak, gelyk een zwaard
in een slechtpassende scneede. Er waren
planken, waarop niemand liep, patryspoor-
ten, waar niemand door keek. Leonard Sef
ton had een moedig hart, maar hy kon een
rilling niet onderdrukken bij dit beeld van
verlatendheid.
„Tjonge! Wat moet het een storm ge
weest zyn!" mompelde hy.
En toch, terwijl hy dacht aan den storm
en zich zyn nachtelyke woede trachtte voor
te stellen, was hy voortdurend met een
vreemde gedachte bezig. Verklaarde deze
nachtelyke storm alles wat hy hier zag?
Hy verspilde echter geen kostbaren tyd
met vruchtelooze overpeinzingen. Na dit
alles snel in zich opgenomen te hebben,
daalde hy af naar de verblijven der opva
renden en luisterde nauwkeurig. Hij wacht
te of hy een geluid hoorde, dat gelyk was
aan het geschreeuw van een zeemeeuw. Hy
hoorde echter niets, behalve dan het ge
klots van het water tegen de zijden van het
schip en het breken van de golven op de
klippen.
Ja toch, daar was een ander geluid. Zach
te voetstappen achter hem. Hij draaide zich
snel om en keek in de oogen van Beryl
Haines.
„Neem me niet kwalijk", merkte ze op.
„Maar weest u maar niet boos op me. Pan
dora mocht het doosje, waar alle rampen
van de wereld uit kwamen, niet openen
maar ze opende het toch, dus Heeft u
al iets ontdekt?"
Hij schudde zyn hoofd en keerde terug
tot de donkere opening, waarin hy bezig
was te kijken, toen ze hem by zyn bezig
heden had onderbroken. Alles was rustig
beneden hem.
„Een verschrikkelijke plaats is het hier",
verklaarde zy.
„En nu schijnt de zon nog wel", ant
woordde hy.
„Ja. Denk eens aan, hoe het geweest zal
zyn in dien storm!"
„Of vanavond, als de zon onder is".
„Bah, mijnheer Sefton", smeekte ze. „Ik
durf vanavond uit mijn raam vast niet naar
dit wrak te kijken, als u zoo spreekt".
„U zult het wrak uit uw raam niet kun
nen zien, als u vanavond naar bed gaat",
antwoordde hij. „Er is geen maan, om het
te zien".
„O, is die er n!et. Dat is goed! Nu, wat
gaan we nu doen?"
„Ik was juist bezig eens rond te kijken".
„Goed zoo".
„Ik ben er niet zeker van, dat het goed
is. U zou me kunnen volgen".
„Waarom zou ik u niet volgen?"
Ik veronderstel, dat uw besluit vast
staat
„Dat doet het".
„Uitstekend. Maar ik stel één voorwaar
de, juffrouw Haines. Van het moment
waarop wij afdalen in dit naargeestige hol,
staat u onder bevel. Wilt u dat beloven?"
„Ja, kapitein. Als ik iets verkeerd doe,
kunt u my mijn congé geven, als u wilt".
(Wordt vervolgd).