ABDIJSIROOP
NORTH STATE
:tate
M0RTH
Als Uw kind
hoest...
KRONIEK van den MB.
Fijn, 1
dat je om
hebt gedacht!
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 21 DECEMBER 1938. No. 360.
SCHADUWEN AAN DE KUST.
AKKER'S
BWNENL&HP.
BIERVLIET
Practische vijandschap.
Eenigen tijd geleden verscheen in het
grootste nationaal-socialistische Duitsche
dagblad, den „Völkisehen Beobachter" een
artikel getiteld „Integrale Neutralitat en
onderteekend door een onbekenden jurist,
waarin voor het eerst de stelling werd ver
kondigd, dat een staat, die zich neutraal
verklaart, slechts dan als werkelijk neutraal
is te beschouwen, als ook de bevolking in
haar uitingen het neutrale standpunt van
haai' regeering blijkt in te nemen. Is dat
niet het geval, aldus het artikel, dan heeft
éen andere staat, ten opzichte van welken
de officieele neutraliteit is uitgesproken
het volle recht, den „neutralen" als vijan-
digen staat te beschouwen. Met welke con
sequenties? Dat zeide het artikel niet, maar
dat is nu juist het belangrijkste om te we
ten.
Onze Berlijnsche correspondent heeft de
zer dagen getracht daarover inlichtingen
uit bevoegden kring te krijgen. Hem werd
verzekerd dat het nogal sensationeel e
standpunt, in den „Völkisehen Beobachter'
verdedigd, niet als officieel-geïnspireerd
mocht beschouwd worden. Het bleek echter
al spoedig, dat toch blijkbaar zeer invloed
rijke kringen er achter staan, en dat we
hier met een koerswijziging in de Duitsche
politiek ten opzichte van vooral de aan
Duitschland grenzende kleine staten te
doen hebben. De redactie van het blad en
vele andere Duitsche bladen zijn n.l. op het
artikel teruggekomen, en zekere stappen
an de Duitsche regeering zelve o.a. in
Kopenhagen en in Bern wijzen er op, dat de
bijdrage van den onbekenden jurist een
signaal was voor nieuwe dingen, die op
komst zijn.
Men heeft er zich in Berlijn de laatste
jaren in toenemende mate over geërgerd
dat de buitenlandsche pers over het alge
meen allesbehalve ingenomen is met vele
verschijnselen in het Derde Rijk, die nu
imaal dwars tegen de overheersehende
denkbeelden in democratische staten ingaan
en in ons tijdperk van radio, post. telefoon
en telegraaf door staatkundige grenzen niet
meer tegengehouden kunnen worden, maar
als ongewenschte propaganda worden ge
voeld. Talrijke pogingen zijn van Duitsche
zijde gedaan om de critiek in buitenlandsche
bladen tot door het Derde Rijk gewenschte
proportie's terug te brengen. Hitier zelf
heeft in openbare redevoeringen en bij de
besprekingen voor het tot stand komen van
bilaterale overeenkomsten en verklaringen
telkens weer getracht, de buitenlandsche
regieringen er toe te brengen, invloed op
haar pers uit te oefenen met het doel, pers
campagnes, die hij als sabotage van de ge
sloten overeenkomsten beschouwt, te doen
staken en in het algemeen een meer wel
willende en objectieve behandeling van
Duitsche dingen in buitenlandsche bladen
uit,te lokken.
_jicees heeft hij daarbij nauwelijks gehad,
y ^reemde staatslieden hebben voor zoo-
,r "hun landen het beginsel van vrijheid
"jjdrukpers huldigen, steeds geantwoord,
de regeering geen invloed op de pers
heeft en dat men hoogstens „een goed
woordje" kon doen. Nieuwe, vaak voor an
dere volken onverdedigbare, Duitsche maat
regelen hebben dan steeds weer een ver-
erpte persactie in het buitenland uitge-
,jj '■het zij toegegeven, dat die niet altijd
urnen de perken van fatsoenlijke journa-
"?tiek is gebleven) en in de Duitsche landen
-r&best men tandenknarsend vaststellen, dat
men met protesten en verzoeken geen stap
Vêlder was gekomen.
Het ziet er nu naar uit, alsof men nu tot
andere middelen zjjn toevlucht wil gaan
neShen. De Duitsche regeering weet zich
sterk, vooral ten opzichte van aangrenzende
kleine staten, en wil van haar macht blijk
baar in alle opzichten gebruik gaan maken.
De verzekering van een vreemde regeering,
dat de buurstaat „neutraal" is, beteekent
voor een koerswijziging ten opzichte van
dien staat natuurlijk een hinderpaal. Daar
om zoekt men het in een andere richting.
Men gaat van het nieuwe standpunt uit (en
misschien is er tot op zekere hoogte wel
iets voor te zeggen, geeft het althans aan
leiding om over deze dingen eens van ge
dachten te wisselen), dat een neutraliteits-
verklaring van eenige vreemde regeering
slechts dan erkend kan worden, als zjj met
de „volksneutraliteit" samengaat.
Men verzekert in de Duitsche regeerings-
pers nu ongeveer dagelijks, dat dit wat
Zwitserland, Nederland, België en de Scan
dinavische staten aangaat beslist niet het
Naar het Engelsch van
J. Jefferson Farjeon.
geval is. In ons bijzondere geval komt het
eigenlijk hierop neer, dat men thans in
Duitschland zegt: „Als de Nederlandsche
regeering bijv. in de jaarlijksche troonrede
laat verzekeren, dat de verhouding van Ne
derland tot. andere staten, dus ook tot
Duitschland goed en normaal is, als een
Nederlandsche gezant in Berlijn, gelijk dat
onlangs weer is geschied, bij het aanbieden
van zijn geloofsbrieven verzekert, dat Ne
derland de betrekkingen tot Duitschland als
normaal beschouwt en die nog wenscht te
verbeteren, dan hebben zulke verzekeringen
voor ons, Duitschland slechts theoretische
waarde, zoolang de pers, de meeste politieke
partijen en daardoor ook de groote meer
derheid van het Nederlandsche volk voort
gaan met het stoken tegen het Derde Rijk".
Practisch wenschen wij Nederland niet
meer als neutrale mogendheid ten opzichte
van Duitschland te beschouwen maar als...
-vijandige. En wij zullen daarom, ook al be
vinden de twee staten zich niet als in oor
logstoestand de passende consequenties
trekken".
Zeer scherp wordt in de laatste dagen dit
Duitsche standpunt ten opzichte van' Zwit
serland uitgewerkt. Maar men kan er van
verzekerd zijn, dat Nederland ook zijn beurt
krijgt. Duitschland is van meening, dat de
wijze waarop een groot deel van de Neder
landsche pers en tengevolge daarvan ook
het publiek het Derde Rijk beoordeelt,
njet objectief weergeven van feiten des
noods gevolgd door binnen zekere perken
blijvende zakelijke critiek, al lang niets
meer te maken heeft; maar dat in Neder
land met opzet o.a. door het verzwijgen van
positieve Duitsche prestaties en het sensa
tioneel naar voren brengen van vaak niet
op waarheid berustende geruchten ten na-
deele van het Duitsche volk, een stemming
is gekweekt, die aan de Nederlandsche neu
traliteit jegens Duitschland een einde
heeft gemaakt. Zoodat men practisch de
neutraliteitsverklaringen van officieele
Nederlandsche zijde als van geen waarde
meer beschouwt.
De opvatting is nog wel niet van Duit
sche regeeringszijde gegeven, maar het
feit, dat de Duitsche pers ze dagelijks ver
der mag uitspinnen, terwijl het buitenland
weet, dat deze pers niets mag verdedigen,
wat tegen den koers der eigen regeering
ingaat, bewijst voldoende, dat de Wilhelm-
strasse de nieuwe opvatting van neutrali
teit volkomen deelt.
Wat is het gevolg van eer. en ander? Dat
de publicisten en partijpolitici ook in kleine
zg. neutrale staten het thans in de hand
hebben, de verhouding hunner staten tot
het groote Duitschland officieel in gevaar
te brengen met alle consequenties daarvan.
Kweeken zij, naar Duitsche opvatting, een
10).
Zjj aarzelde. „Ik weet het niet", ant
woordde ze. „Die heele geschiedenis is zoo
verbijsterend, dat ik nauwelijks weet, wat
het beste is".
„Laten we de politie een oogenblik uit
schakelen", stelde hij voor, na een oogen
blik nagedacht te hebben. „Ik heb h"et idee,
dat we zonder haar een beetje verder ko
men en ik ben er zeker van, dat u er niet
op gesteld bent, dat ze hier rondhangen. Er
is iets, wat ik u nog niet verteld heb. Onze
verdwenen man is hier vanmiddag ge
weest".
„Wat! Hier?" riep juffrouw Fyne ver
schrikt.
„Ja. Ik heb z'n spoor gevolgd tot aan uw
voordeur en hij moet spoedig na mij hier
gekomen zijn. Nu wie heeft hem ge
zien?"
Juffrouw Fyne sprong op en drukte op
een bel. „Daar zal ik spoedig achter ko
men", zeide ze, en eenige oogenblikken la
ter wendde zij zich tot Luigi.
Neen, Luigi wist van niets. Voor zoover
hjj wist was er niemand gekomen. O, ja, hij
was er heel zeker van. Er bestond niet de
minste twijfel.
Florence, de gedienstige, moest daarna
binnen komen. Zij had ook niet op de bel
gelet. Zjj wist van niemand, die zou zijn
aangekomen. Ach maar er was er toch
loert altijd het gevaar van erger
gevolgen en daarom mag een
hoestje nooit verwaarloosd wor
den. Als Uw kind hoest, geef 't dan
dadelijk AKKER's Abdijsiroop,
bestaande uit extracten van oude
kruiden, welke verzachtend, slijm-
oplossend en genezend werken,
benevens de krachtigste hoest-
bedwingende stof „codeïne". Door
deze veelzijdige werking noemt
men Akker's verstèrkte Abdijsiroop
,,'s-Werelds beste Hoestsiroop".
Tïebst&L&te
tegen hoest, griep, bronchitis, asthma
Flacon 90 et„ f 1.80, f2.40, f4.20. Alom verkrijgbaar
(Ingez. Med.)
een. Ja, natuurlijk, Luigi had aan iemand
den weg gewezen
Luigi werd teruggeroepen. Hij leek een
beetje verward, toen Florence hem aan den
bezoeker van dien middag herinnerde.
„O, ja, ik vergeet!" riep hij berouwvol
uit. „Het is niet belangrijk en ik denken
is niets. Een man ja, die is gekomen, si,
si. Hii komen en vragen den weg. Ik hem
vertellen. Dat is alles".
„Wanneer was dat?" vroeg Leonard.
„Onder de thee".
„En wat voor soort van man was het?"
„O kleine man, heel klein, met kleine
snor. Niet rijk. Arm".
„Zoo", zei Leonard langzaam. Daarna
kwam hij ineens met de plotselinge vraag:
„Waar moest hij heen?"
Twee m-nuten later was Leonard weer
alleen met Jessica Fyne.
„Is u iets opgevallen?" vroeg hij.
„Het viel me op, dat Luigi een langen
tiid noodig had om zich te herinneren, waar
de bezoekers heen moest antwoordde Jes
sica Fyne.
Leonard knikte, en toen vroeg hii vrij
plotseling, hoe laat er gedineerd werd.
„Half acht", antwoordde Jessica.
„En het is nu iets over zessen", peinsde
Leonard. „Denkt u. d«t ik nog tijd heb om
wat te gaan zwemmen?"
Zü keek hem verrast aan.
„Hoe dat, zon? Ja u hebt nog ander
half uur", zeide ze. ..Bent u zoo dol on
zwemmen. m'"nbper Sefton?"
„Ja, en het is er een nracht'ge avonö
voor", antwoordde hij luchtig. „Ik dacht,
anti-Duitsche stemming, dan zal Duitsch
land zich op het standpunt stellen, dat de
diplomatieke betrekkingen met hun staat
zijn afgebroken. Ook al worden ze officieel
gehandhaafd. Dan zal Duitschland dus voor
vriendschappelijke handelingen ten opzichte
van dien anderen staat niet meer te vinden
zijn, handelsbetrekkingen, zoo mogelijk, af
breken, sportieve, cultureele en andere pu
blieke samenwerking weigeren, zoodra
daartoe aanleiding bestaat, kortom een
verkoeling inleiden, die beantwoordt aan
de naar Duitsch nieuw inzicht bestaande si
tuatie van practische vijandschap.
DE „REIGER" IN KAAPSTAD
AANGEKOMEN.
Gistermiddag is het K.L.M.-vliegtuig de
„Reiger" te Kaapstad geland. Hiermede is
het eindpunt van de heenreis bereikt. De
ontvangst te Kaapstaid was zeer hartelijk.
Onder de talrijken die zich naar het vlieg
veld hadden begeven, bevonden zich eenige
honderden Nederlanders. Voorts wordt ge
meld, dat het driedaagsch verblijf in Dur
ban in alle opzichten zeer is geslaagd. Be
manning en passagiers waren daar de gas
ten Van de plaatselijke afdeeling van het
Algemeen Nederlandsch Verbond. Het ge
meentebestuur van Durban bood de beman
ning Maandag een lunch aan, waarbij de
burgemeester van de stad een hartelijke
rede uitsprak. Per auto werden de omstre
ken bezichtigd, waarbij vele interessante
plaatsen, zooals de vallei der duizend heuve
len en eenige kafferkralen werden bezocht.
Het verblijf te Kaapstad zal zes dagen
duren. In dien tijd zal het gezelschap een
groot gedeelte van de Kaapprovincie te zien
krijgen.
Op 26 December wordt de terugreis naar
Nederland aanvaard.
BIJSLAG OP DEN STEUN VERZOCHT.
Door don burgemeester van
Amsterdam.
De burgemeester van Amsterdam dr. W.
de Vlugt heeft het volgende telegram aan
den minister van sociale zaken gezonden:
„Verzoeke met het oog op felle koude,
waardoor uitgaven ondersteunden aanmer
kelijk stijgen, bijslag op ondersteuning
werkloozen, zoomede voor kleine zelfstan
digen en armlastigen met rijksbijdrage in
kosten daarvan".
EEN MOEILIJKE TOCHT OVER HET
BEVROREN IJSELMEER.
Vermiste schippers behouden te
Enkhuizen aangekomen.
Zaterdagmorgen vertrok de beurtschipper
Kamper met het scheepje „IJselstroom'
van Hoorn naar Urk. Reeds dienzelfden
middag had dit beurtscheepje te Urk moe
ten aankomen. Dien dag echter en ook
Zondag vernam mén niets van het scheepje
met de drie opvarenden, schipper Kamer,
en de knechts J. Kiefïe en L. Schenk. Toen
Maandagmorgen nog niets van de IJsel
stroom" te bespeuren viel, vertrokken uit
Urk eenige kleine sleepbooten om een on
derzoek te gaan instellen. Maandagavond
keerden zij echter onverrichterzake terug.
Men vreesde dat het schip tijdens den
storm van Zaternacht was vergaan.
Den piloot van het K.L.M. vliegtuig, dat
Dinsdagmorgen post en levensmiddelen
naar het geïsoleerde Urk zou brengen, werd
verzocht tijdens de vlucht boven het IJsel
meer naar het vaartuig uit te kijken. Tot
groote vreugde der Urkenaren meldde de
piloot gistermorgen, dat hij de „IJsel
stroom" ten Zuiden van Enkhuizen had
ontdekt. Aanstonds werden te Urk pogin
gen beraamd om de opvarenden van het
beurtscheepje te hulp te komen. Echter
"hulp bleek niet meer noodig. De drie op
varenden zjjn gistermiddag half twee, na
een tocht van zes uur over het bevroren
IJselmeer, behouden te Enkhuizen aange
komen.
Schipper L. Kamper met zijn knechts had
den zelf het initiatief genomen om te voet
den vasten wal te bereiken, hetgeen hun
dan ook na een moeilijken tocht is gelukt.
De oorzaak van het niet binnenvallen
van de „IJselstroom" te Urk blijkt gelegen
te zijn in een defect aan den motor, dat
de bemanning Zaterdag noopte in het zicht
van het eiland voor anker te gaan. Zondag
is het schip door den plotsebng opkomen
den ijsgang van zijn anker geslagen en naar
de plaats waar het op het oogenblik ligt,
25 kilometer ten Zuiden van Enkhuizen ge
dreven.
dat ik maar eens naar het oude wrak moest
gaan zwemmen om er een kijkje te ne
men".
HOOFDSTUK VI.
Het wrak.
Hoe vurig Leonard Sefton's voorliefde
voor zwemmen ook was, het was niets in
vergelijking met zijn verlangen om naar 't
wrak te zwemmen, en het trof zeer onge
lukkig voor dat hoofdmotief, dat hij geen
zwempak had en er een moest leenen,
evenals hij al eerder een tennisracket had
moeten leenen. Ziin koffer was nog niet
van het station gekomen, dat een paar kilo
meters verder dag, en in dien tusschentiid
was hij een beetje afhankelijk van de
vriendeliikheid van anderen. De welwillend-
he:d van Guy Haines bezorgde hem een
weirroak en door Guy kwam zijn zuster
Beryl het plan van Leonard te weten.
„Ik ga mee", besloot ze. „I-k heb vandaag
nog maar één keer gezwommen".
„Denkt u, dat het goed is?" vroeg de
ïongeman.
„Goed? Wat bedoelt u?"
Nu. is het niet een beetje overdreven?"
„Overdreven!" antwoordde Beryl verwii-
*"nd. „Gunst, ik zwem hitna eiken middag
moet u weteri! Sommigen van die jonge
monscben, zooals u, hebben de gekste
:deoën'\
Het gaf allemaal niets. Beryl besloot.
dat er geen enkel risico aan was verbonden
„Tk hoon flat bet u met. hindert, wanneer
'i me straks in bot water ziet", zei ze tot
T eonard Tk n»»n haast altijd een tweede
bad om dezen tijd".
KUNSTVEILING TEN BATE VAN HET
CENTRAAL STEUNFONDS VOOR
UITGEWEKEN KINDEREN.
Opbrengst gisteravond ruim
37,000.
Eenige Nederlandsche kunsthandelaren
namen onlangs het initiatief tot het houden
van een kunstveiling te Amsterdam, waar
van de geheele opbrengst zonder eenigen
aftrek ten goede zou komen aan het cen
traal steunfonds voor uitgeweken kinderen.
Vele belangrijke inzendingen, waarbij ook
schenkingen van H. M. de Koningin en het
prinselijk paar, stroomden binnen. Het ini
tiatief was gelukkig en het had de volle
belangstelling van allen, die kunstverzame
laars zijn en kindervrienden tegelijk. In de
groote zaal van het gebouw der firma Fre-
derik Muller en Co. is gisteravond de eerste
zitting van deze tweedaagsche veiling ge
houden. Geen plaats was onbezet en uit het
geheele land waren belangstellenden bijeen
gekomen. Dezen eersten avond brachten
de in veiling gebrachte schilderijen, beeld
houwwerken, teekeningen, etsen, boeken en
autographen een totaal bedrag op van
37.041. Het gebruikelijke opgeld van 10
pet. werd afgestaan aan het genootschap
„Liefdadigheid naar vermogen", zoodat de-
de liefdadige instelling van deze eerste zit
ting een bedrag van bijna 4.000 zal ont
vangen. Bij het totaal bedrag van 37.041
zijn ook gerekend de opbrengsten van de
schilderijen, onderscheidenlijk ten geschen
ke gegeven door H. M. de Koningin en het
prinselijk paar.
Het schilderij, aangeboden door H. M. de
Koningin, vervaardigd door den schilder
Willem Roelofs Jr. en voorstellende een
bloemstilleven (narcissen) werd op Ameri-
kaansche wijze geveild en bracht bij opbod
een bedrag op van 505 daarna werd het
doek bij afslag gemijnd. Nu was de op
brengst 800 een totale opbrengst dus van
1305. Kooper was de heer A. de Vries, die
het schilderij aan het stedelijk museum in
Amsterdam ten geschenke heeft gegven.
Ook het schilderij, aangeboden door het
prinselijk paar, werd op Amerikaansche wij
ze geveild. Eerst bij ophod, later bij af
slag. De opbrengsten waren resp. i.550
en 550 totaal dus 2.100. Kooper was de
heer Kramarsky, die het schilderij, ver
vaardigd door Coba Ritzêma en voorstellen
de een stilleven, eveneens aan het stedeliik
museum in Amsterdam heeft geschonken.
Een schilderij van Jan van Goyen, voorstel
lende een rivierlandschap met reiskoetsen
en voor een herberg, ^gedateerd 1643, bracht
een bedrag op van 5.100. Twee Venetiaan-
sche lagunegezichten van den schilder
Giacomo Guardi 1.000 een winterland
schap van Isaac van Ostade 3.500 een pa
neel, voorstellende een gezicht op de En-
gelsche kerk op het Bagijnhof te Amster
dam van H. P. Schouten 1200 en een doek
van Ant. Vollen, voorstellende een vergul
den vaas met bloemen, 1.000. Dit waren
de grootste bedragen, die dezen avond wer
den genoteerd. Vanavond waren de voor
het mooie doel afgestane antiquiteiten en
kunstvoorwerpen aan de beurt om geveild
te worden.
VRACHTAUTO DOOR TREIN
GEGREPEN.
Een doode en een gewonde.
Op den onbewaakten overweg in den
Veenweg te Nootdorp is gistermiddag eer
zeswielige vrachtauto op weg van Delf?
naar Baarn door den electrischen trein,
welke om 3,23 uur van Gouda naar Den
Haag was vertrokken, gegrepen. De be
stuurder, de 26-jarige J. T. Willcmsen ui?
Baarn werd op slag gedood, de naast hem
in de cabine gezeten Altena, eveneens uit
Baarn, werd ernstig gewond
De trein, die eerst driehonderd meter
vorder tot stilstand kwam, werd aan de
voorzüde ingedeukt, terwijl door de bot
sing de ruiten werden vernield. Hierdoor
liep de machinist aan beide handen klei
ne verwondingen op, welke dadelijk wer
den verbonden.
Van den vrachtwagen, welke met vee
koeken geladen was, werd de tractor na
de aanrijding in een nabijgelegen sloo'
geworpen, terwijl de aanhangwagen over
de rails werd geslingerd en totaai ver
splinterd werd. Over enkele meters wa
ren de dwarsliggers vernield.
De lading van de auto verspreidde zich
over den spoorweg, hetgeen met de over
blijfselen van den vrachtwagen een ob
stakel voor de passeerende treinen vorm
de. Het station Voorburg werd gewaar
schuwd, waar de treinen werden opge
houden tot men met het opruimingswerl.-
gereed was. Dit was omstreeks half zes
Toen kon ook de trein uit Gouda zijn reis
„De zee is vrij", antwoordde Leonard
glimlachend, „natuurlijk zal het mij niet
hinderen".
„Houdt u werkelijk zooveel van zwem
men?" vroeg ze nieuwsgierig. „Och ja, na
tuurlijk, dat moet wel. Ik ben er verzot op".
„Het is een van mjjn meest geliefde spor
ten", zei hij. Hij verzweeg daarbij, dat hij
dezen hartstocht in dit bijzondere geval lie
ver alleen zou willen bevredigen.
Er was een eigen weg van het hotel naar
beneden naar een klein strandje, dat bij
hoog water geheel onder liep en alleen een
rand dooreengesmeten rotsblokken overliet.
Het was de gewoonte van de geoefende
zwemmers uit het hotel, om van deze rots
blokken in zee te duiken, want zoowel aan
de Noord- als aan de Zuidzijde lagen hier
de rotsen een behoorlijk eind van den kant
af. Toen Leonard de kleine baai bereikte,
was de vloed echter nog maar halverwege
opgekomen en op het stukje onbedekt
strand op welks rimpelig oppervlak de
zonnestralen speelden, trof hij juffrouw
Haines, die reeds op hem wachtte. Gewik
keld in een grooten, donkeren badmantel,
zat zij op een rotsblok en keek zij naar de
kleine gekuifde golven, die telkens af en
aanrolden, zich verhieven en ineenstortten.
Zij draaide haar hoofd om, toen hij na
derde, met een openhartigen, eenvoudigen
glimlach.
„Ziet de zee er niet prachtig uit", riep
ze. „Op dezen tijd houd ik van de zee het
meest".
„Ja, de zee is mooi, zei Leonard instem
mend. „Ik begrjjp, dat u een soort expert
In elk opzicht
superieur!
ik
AMERICAN CIGARETTES
1 H AMERICAN
(Ingez. Med.)
voortzetten, echter slechtop kracht van
de achterrJe motoren
De gewonden werden naar het ziekenhuis
Sint Antoniushove te Voorburg overge
bracht.
HET VERBIEDEN
VAN DEN VOETBALWEDSTRIJD
NEDERLAND—DUITSCHLAND.
Verklaring van den burgemeester
van Rotterdam.
Tijdens de algetneene beschouwingen over
de gemeentebegrooting van Rotterdam,
heeft de burgemeester, mr. P. J. Oud, gis
termiddag in den Raad ter zake het verbod
van den voetbalwedstrijd Nederland
Duitschland meegedeeld, dat het hem per
soonlijk niet onaangenaam zou geweest zijn
als de regeering de verantwoordelijkheid
voor het verbod op zich had genomen. Maar
de verantwoordelijkheid voor de orde rust
bij den burgemeester. Dat bewaren van de
orde is niet repressief, doch vooral preven
tief. De burgemeester durfde het doorgaan
niet voor zijn verantwoording nemen, om
dat er incidenten konden ontstaan met
hoogst onaangename gevolgen.
Het onaangenaamste voor spr. was, dat
men bij dengene, die de beslissing nam, mo
tieven veronderstelde, die er niet waren.
Dat is niet in den Raad gebeurd, maar wel
er buiten. Bij het nemen van het besluit is
spr. alleen geleid door zijn zorg voor hand
having der orde. Dat moest eigenlijk over
bodig zijn te zegen. Het zou een burgemees
ter weinig passen zich door andere over
wegingen te laten leiden.
Abonnementen en Advertentiën voor dit
blad worden aangenomen door den Agent
A. OORNELI8.
ben in 't zwemmen?"
„Dat zou ik niet durven beweren", ant
woordde ze aarzelend. „Ik weet alleen, dat
ïk ervan houd. Maar zegt u eens, van wie
heeft u dat?"
„Van mijnheer Morley".
„O, dat begrijp ik wel. Ik heb hem 'n
paar dagen geleden den doodschrik op het
lijf gejaagd, toen ik hem vroeg om met mij
naar dat wrak te zwemmen".
„O, het wrak", zei Leonard, terwijl hij
haar nieuwsgierig aankeek. Bent u zoo ver
gekomen, juffrouw Haines? Het is nogal
ver".
„Dat dacht mijnheer Morley ook!" lachte
Beryl. „Neen, we zijn niet zoo ver gekomen.
Toen we ongeveer halfweg waren, begon hij
er zoo groen uit te zien, dat ik het beter
vond om terug te gaan".
„Ging u met hem mee terug?"
Zij knikte. „Ja, inderdaad. Ik wilde zijn
dood wegens uitputting niet op mijn ge
weten hebben. Hü was er bijna aan toe, toen
we weer aan land kwamen. Zegt u eens
Kunt u het goed?"
„Niet slecht".
„Dat dacht ik al. U ziet er sportief uit.
Denkt u, dat u naar het wrak heen en weer
kunt?"
„Ja dat geloof ik wel", antwoordde
Leonard na een kleine pauze.
„Schitterend!" riep zij uit. „Zullen we 't
dan maar doen?"
„We hebben niet veel tijd meer".
„Dat is erg jammer. Dan zal ik dus maar
alleen moeten gaan".
(Wordt vervolgd).