COURANT COURANT binnenland. De uit Oss verbannen marechaussee in hooier beroep. wwnciale Wertheimer, WEERBERICHT. Prof. Van Bemmelen en prof. Hazewinkel- Suringa toonen aan, dat minister Goseling zijn boekje te buiten ging. EENHEID DOOR DEMOCRATIE, GROOTE OPENBARE PROTEST VERGADERING TEGEN DE JODENVERVOLGING IN DUITSCHL AND DONDERDAG 8 DECEMBER a.s., 's avonds 8,15 uur, St, Joris, M'burg. Sprekers: Mr. G. A. BOON, Oud-lid 2e Kamer, Den Haag. Ds. A. M. BROUWER, Ned. Herv. Pred., Engelen (N.Br.) Ds. P. G. VAN DEN HOOFF, Pred. Geref. Kerk (H.V.), M'burg. (Ing. Med.) Dagblad. Uitg. N.V. De Middelburgsche Crt. Bureaux s te MIDDELBURGSt. Pieterstr. 28, Telefoon Redactie 269, Administratie 139; te GOES: Turfkade Tel. 17. Postgiro43255. Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes f 2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week abonnementen in Middelburg en Goes 18 ct. NUMMER «83. TWEE BLADEN. DONDERDAG m W) 1 DEC. 1938. EERSTE BLAD. 181e JAARG. Advertentiën 30 ct per regel, ingezonden mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager. Tarief op aanvraag. Familieberichten en dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine Advertenties", max. 6 regels, 75 cent, bij vooruitbetaling. „Brieven, of adres bureau v. d. blad"-10 ct extra. Bewijsnummers 5 ct„ H. M. de Koningin voor het winterverblijf naar 's-Gravenhage. Van officieel® zijde 'meldt men ons, dat H. M. de Koningin héden in den loop van den dag te 's-Gravenhage zal terugkeeren en het paleis in het Noordeinde voor het winterverblijf zal betrekken. Twee Fokker T 5 luchtkruisers voor militaire luchtvaart. Gisteren werd door de militaire lucht vaart. een tweetal Fokker T 5 tweemoto- rige luchtkruisers van de Fokkerfabrie ken overgenomen. De beide toestellen werden door de fabrieksvliegers Meinecke en Leegstra voorgevlogen en vervolgens voor de mi litaire luchtvaart door kapitein-vlieger Zegers en luitenant-vlieger Scherpenzeel, nagevlogen, waarna de toestellen werden overgedragen. HERDENKING VAN DEN TERUGKEER ORANJES. Plechtigheden te Scheveningen. Te Scheveningen heeft men gisteren het feit op plechtige wijze herdacht, dat 125 jaar geleden Prins Willem van Oranje na een 19-jarige afwezigheid uit Engeland in ons land is teruggekeerd. Bp de gedenknaald aan den Zeeweg, nabij den vuurtoren, werden gistermiddag drie kransen gelegd n.l. door het Haagsche co mité voor volksfeesten, de stichting Sche veningen tot viering van nationale en oran jegedenkdagen en door de vereemging „de Princevlag". De heer Joh. G. L. Berlott als voorzitter van het hoofdbestuur van de Princevlag en de heer M. den Meijer als voorzitter van de stichting Scheveningen hebben daarbij een toepasselijk woord gesproken. Een vlaggenvendel van de Haagsche af- deeling van de Princevlag heeft aan deze plechtigheid luister bijgezet. Onthulling gedenksteen. Toen Prins Willem op Scheveningen land de, werd hij het eerst ontvangen in de pastorie van ds. Petrus Faassen de Heer, in de Keizerstraat no. 58, waar de Prins na de koude zeereis eenige ververschingen heeft gebruikt. Ter herdenking van dit feit is gisteren in dit gebouw dat thans aan de Chr. Jongemannen Vereeniging behoort een gedenksteen onthuld door burgemees ter De Monchy. De steen, welke ontworpen is door den Scheveningschen architect W. Ch. Kuyper, draagt het opschrift: De Prins van Oranje werd na de landing op 30 November 1813 in dit huis ontvangen. Des avonds hebben de trompetters en het tamboers- en pijperkorps van „de Prince vlag" een taptoe gegeven bij de gedenk naald te Scheveningen. Ook het muziek korps „Juliana" deed zich hooren. Ondanks het slechte weer was er veel belangstelling. Voor de gedenknaald brandde een Oranje- vuurboom, bestaande uit 300 lichtfakkels. In een korte toespraak heeft de voorzit ter van „de Princevlag" de herwinning van onze onafhankelijkheid herdacht. DE GROOTE NATIONALE INZAMELING OP 3 DECEMBER. Di. Gunning voor üe microfoon. Vrijdagavond te 18,55 uur zal de voor zitter van het Nederlandsch Jeugdleiders Instituut, dr. C. P. Gunning, voor de VARA-microfoon spreken. Hij zal dan als besluit van de voorbe reidingen voor de groote nationale inza meling, ten behoeve van de uitgewekenen om geloof of ras, enkele practische mede deelingen doen, welke de plaatselijke comité's en collectanten dienen te weten. Hij zal dan tevens van de gelegenheid gebruik maken, een laatste woord van op wekking voor de groote collecte te spre ken. WIJZIGING BEGROOTING LAND BOUWCRISISFONDS VOOR 1937. Verschenen is een wetsontwerp tot wij ziging van de begrooting van inkomsten en uitgaven van het landbouw-crisisfonds voor 1937. Aan de memorie van toelich ting wordt o.m. ontleend: Evenals in de begrootingen van vorige jaren dienen ook in de begrooting van het landbouw-crisisfonds van 1937 belangrjj- ke wijzigingen, te worden aangebracht °m de oorspronkelijk uitgetrokken bedra den in overeenstemming te brengen met hetgeen, onder invloed van de ^steeds schommelende prijsbewegingen en wissel vallige oogst-resültaten, gebleken is voor de uitvoering der landbouwcrisismaatrege len noodig te zijn. De sedert medio 1936 ingetreden priis- s ijging op de wereldmarkten, voor Ne- n°S geaccentueerd door de ge- y.an, het loslaten van de gouden heeft een zeer grooten invloed -*nancien van het landbouw-crisis- ",'.?eo1ef>ierid en heeft tot een alge- t belangrijke vermindering der %ZZtJ mgen k™nen leiden. nrnrin/-»tio *menkele gevallen waar de kelim grooter bleek dan aanvan- de n to- t eiJifraam(i' is ket noodzakelijk de uitgetrokken steunbedragen te ver- hoogen In verreweg de meeste gevallen kan het oorspronkelijk uitgetrokken be drag aanzienlijk verminderd worden. Als gevolg hiervan konden eenige cri- sisheffingen geheel komen te vervallen, terwpl andere heffingen belangrijk ver laagd konden worden. De gewone dienst voor het jaar 1937 zal uiteindelijk sluiten met een voordee- lig slot van circa 21,000,000. Hierbij dient echter in aanmerking te worden genomen, dat in de jaren 1938 en 1939 nog meerdere steunuitkeeringen moeten worden gedaan, welke op vorige dienst jaren betrekking heben en waarvan de comptabele afwikkeling ten laste van den dienst 1937 niet meer mogelijk zal zijn. Hierdoor zal naar schatting circa 5.000.000 benoodigd zijn. Voorts dient er rekening mee te wor den gehouden, dat uit dit saldo nog steun uitkeeringen voor de melkveehouders in 1938 en 1939 moeten worden gefinancierd, waarvoor eveneens circa 5,000,000 ver- eischt is, terwijl het obligo, dat de regee ring in verband met de voorraadovereen- komst met den graanhandel op zich geno men heeft, op 31 December 1937 op ca. 4.500,000 gewaardeerd moet worden. DE WEER VERWACHTINGEN VAN HET KONINKLIJK NEDERLANDSCH METEOROLOGISCH INSTITUUi. d Met ingang van 1 December zullen eenige veranderingen gebracht worden in de 'overzichten van het weer en in de verwachtingen, die dagélijks op verschil lende wijze vanwege het K.N.I.M. worden bekend gemaakt. De berichten, die op eiken werkdag te 10,50 uur, 12,55 en 17,55 uur met den eigen zender van het K.N.I.M. radio-tele fonisch worden uitgeseind en die men aangeplakt vindt op verschillende plaat sen in ons land op de daarvoor bestemde publicatie-borden en ook aan de tele graafkantoren, blijven onveranderd. In plaats echter van het traditioneele uur van ingang der geldigheid der ver wachting van 19 uur zal de te 10,50 en 12.55 geseinde verwachting geacht wor den in te gaan te omstreeks 16 uur, d.w.z. op het uur van het verschijnen dei- avondbladen. De geldigheidsduur blijft 24 uur. De avondverwachting, die men des mor gens in de bladen vindt, gaat echter eerst den volgenden morgen vroeg in en heeft een geldigheidsduur tot den volgenden avond. Aan het overzicht van het weer in het buitenland dat men in het avondblad vindt, zal een kort overzicht van den weerstoestand in het binnenland te 7,20 's morgens worden toegevoegd. Naast deze min of meer in officieelen vorm gestelde berichten staan de door den algemeenen omroep verspreide be richten. Deze zullen vanaf 1 December op werkdagen vijf, op Zondag twee bedra gen. Zij zullen worden uitgesproken te omstreeks 8.20, 12.15, 18.30 en verder te 20 uur en tusschen 22 en 23 uur, met de laatste serie nieuwsberichten van het A. N. P. Elke mode is tweemaal belachelijk: eens aan haar begin, en eens aan haar einde. I11 de berichten van 8,20, 12,15 en 17,30 uur wordt een verwachting gegeven, voorafgegaan door- een korte schets van de algemeene luchtdrukverdeeling, ter wijl in het tweede bericht enkele bijzon derheden omtrent het weer in Nederland in den vroegen morgen zullen worden medegedeeld. De verwachtng in alle be richten wordt gerekend in te gaan op het uur, waarop men ze hoort en geven, eventueel districtsgewijze gesplitst, respec tievelijk het weer van den dag tot den avond, het weer van den middag, avond en nacht tot aan den volgenden dag om trent den middag, en het weer van den avond, den nacht en dén geheelen volgen den dag tot omstreeks 18 uur. In alle berichten zullen, indien daartoe aanleiding bestaat, waarschuwingen worden gegeven voor het verkeer (gladde wegen en ijzel vorming) en in het voor- en najaar waar schuwingen voor nachtvorst. De verwachting in het bericht van 20 uur zal in den regel gelijkluidend zijn aan die van 18,30. Het bericht geeft ech ter gelegenheid voor nadere waarschu wingen voor incidenteele gevaren, op grond van later ontvangen weerberichten. De reeks wordt gesloten met de ver wachting voor den volgenden dag, die deel uitmaakt van de nieuwsberichten van het A.N.P. en die men den volgen den morgen in de ochtendbladen vindt. Op Zondag blijft de berichtgeving be perkt tot het bericht via den algemeenen omroep te 12,15 en de avondberichten te 20 uur en het late avondbericht van 2 uur. Bij voorkomende gevaren voor het ver keer zal getracht worden een incidenteel bericht te geven via den algemeenen om roep, zoo mogelijk op het gewone uur van 18,30. NOVEMBER GAF SLECHTS 22 UREN ZONNESCHIJN. Volgens het voorloopig overzicht van het weer in November 1938, medegedeeld van het Kon. Ned. Met. Inst. De Bilt, was ge middeld over de vijf hoofdstations in No vember de ochtendtemperatuur 3% graad boven normaal, in de drie decaden resp. 4, 4 en 2% graad boven normaal. De grootste afwijkingen kwamen voor op den tweeden en den veertienden, resp. nor- maal en 8% graad boven normaal. Dagen met temperaturen beneden normaal kwa men niet voor. De gemiddelde dagelijksche maximum temperatuur en het gemiddelde dagelijk sche minimum Waren resp. 3 en 4 graden boven normaal. Te De Bilt werd geen enkele vorstdag waargenomen. De neerslag was in Utrecht, Groningen, Drente, Overijssel, en Gelder land 15 tot 30 procent, boven normaal, ove rigens normaal tot 15 procent erboven en beneden. Te De Bilt werden 22 uren zonneschijn waargenomen tegen 59 uren, normaal. Sedert het begin der waarnemingen in 1899 is zulk een gering aantal uren niet voorgekomen. ENGELSCHE LICHTER DRIJVENDE GEVONDEN. Belgische kotter bij het maken van verbinding in ongereede ge raakt. Gistermiddag trof een Belgisch vis- schersvaartuig op enkele zeemijlen ten Noorden van het lichtschip „Terschellin- gerbank" een Engelschen lichter, zonder opvarenden aan boord, ronddrijvende aan. Twee leden van de bemanning van den Belgischen kotter begaven zich op den lichter en trachtten met behulp van een tros verbinding tusschen beide vaartuigen tot stand te brengen. Nauwelijks was men hierin geslaagd of het touw brak. De tros bleef in den schroef van het Belgi sche visschersschip steken, zoodathet vaartuig niet verder kon varen. Men ver; zocht assistentie van de motorreddingboot „Brandaris" var. de N.Z.H.R.M., welke onmiddellijk is uitgevaren. Later in den middag verscheen een tweede Belgische kotter in de buurt. Deze zou trachten den in het ongereede geraakten kotter op sleeptouw te nemen. De Brandaris heeft de beide leden der bemannig van het Belgische visschersvaartuig, die zich op den Engelschen lchter hadden bevonden, aan boord van den kotter teruggebracht-. De reddingboot blijft in de nabijheid van den kotter. Verwachting tot morgenavond: DE BILT: meest krachtige wind tus schen Z.W. en W„ zwaar bewolkte lucht, Jmfgewisseld met peroden van opklaring, regenbuien met kans op onweer, guur weer. UKKEL: matige tot vrij sterke Z. tot W. wind, plaatselijk windvlagen en elders on weer, tijdelijk bewolkte hemel en regen, toenemende opklaringen, vooral gedurende den nacht, op het laatst van den nacht plaatselijk nevel, aanhoudend matige tem peratuur. Vr 2 Dcc. Zon op. 7 h 50; onder: 15 h 49. Licht cp: 16 h 19. Maan op: 13 h 09 oncier: l b 33. V.M. 7 Dec. Hoog- en Laagwater te Vlissingen: December. Hoogwater. Laagwater. Donderdag 1 7.22 20.16 1.06 13.56 Vrijdag 2 8.38 21.25 2.24 15.09 Zaterdag 3 9.50 22.28 3.39 16.20 Westkapelle is 28 min. en Domburg 23 min. vroeger; Veere 38 min. later. (S springtij.) De Centrale Raad van Beroep te Utrecht heeft heden een aanvang gemaakt met de behandeling in hooger beroep van de be kende zaak van de marechaussee te Oss. Zooals men weet, hebben de zes onder officieren, die tot de brigade van de ko ninklijke marechaussee te Oss hebben be hoord, en die eerst van hun opsporingsbe voegdheid ontheven en vervolgens overge plaatst zijn, in eerste instantie bij het amb tenarengerecht te 's-Gravenhage een klacht aanhangig gemaakt tegen de besluiten en handelingen, welke tot deze ontheffing en overplaatsing hebben geleid. De klacht tegen het ontnemen van de op sporingsbevoegdheid was gericht tegen den minister van justitie, terwijl die betreffen de de overplaatsing zich richtte tegen den inspecteur van het wapen der ko ninklijke marechaussee, kolonel Van Selm. In beide zaken zijn de klagers door het ambtenarengerecht in het ongelijk gesteld, van welke beslissing zij in beroep kwa men. Evenals in eerste instantie werden ook thans de belangen van de marechaussee's bepleit door mr. R. A. James uit Apeldoorn, terwijl ook nu namens den minister van justitie de beroepen werden bestreden door mr. P. Meyes van het departement van ju stitie. Getuigenverhoor. Als een der eerste getuigen werd gehoord de substituut-officier Van den Burgh, die o.a. verklaarde, wat de zaak der beide gees telijken betreft, wel eens te hebben gezegd, dat, wanneer er geen strafvervolging zou plaats hebben, hij het toch wel wenschelijk zou vinden, de feiten aan den bisschop ter kennis te brengen. Van het feit, dat reeds in 1931 een onderzoek tegen pastoor V. geen resultaat had opgeleverd, was getuige niet op de hoogte. Niemand had hem daar van in kennis gesteld. Nadat nog verschillende andere getuigen waren gehoord, waarbij niets bijzonders aan het licht kwam was het woord aan den verdediger. Pleidooi mr. James. Het standpunt van klagers aldus spr. is, in het kort samengevat, het volgende De minister ontkent, dat hij de opsporings bevoegdheid tijdelijk heeft ontnomen, doch dat hij slechts heeft bevolen, dat de brigade tot nader order niet van haar opsporings bevoegdheid gebruik mocht maken. Indien al niet gezegd kan worden dat dit de facto op hetzelfde neerkomt, zoo heeft de minis ter dus in elk geval de uitoefening van de opsporingsbevoegdheid tot nader order op geschort. In dit verband zijn klagers van oordeel, dat de opsporingsbevoegdheid krachtens de wet onafscheidelijk is verbon den aan de functie van onderofficier der marechaussee. Zoolang deze onderofficier in zijn functie niet is geschorst, is hij gerech tigd, ja verplicht, zijn opsporingsbevoegd heid uit te oefenen. Hieruit volgt, dat de algeheele uitoefening van dit rechtstreeks aan de wet ontleende recht hem dus slechts verboden kan worden door middel van schorsing in zijn functie. Aangezien de minister van defensie ge rechtigd is een onderofficier der marechaus see in zijn functie te schorsen, volgt daar uit, dat de minister van justitie niet het recht had om de algeheele uitoefening van een bevoegdheid te verbieden, het rijkspolitiebesluit door middel van den advies van prof. mr. J. M. van Bemmelen, hoogleeraar te Leiden, welk advies reeds aan het ambtenarengerecht is overgelegd. Thans legde pleiter te dezer zake nog een advies over van prof. mr. D. Hazewinkel- Suringa, hoogleeraar te Amsterdam, die ook tot de conclusie kwam, dat de minister van justitie zijn boekje te buiten is gegaan. Prof. Hazewinkel behandelde tevens de vraag, of de minister van justitie krachtens het rijkspolitiebesluit door mddel van den fungeerenden directeur van politie aan de marechaussee bevelen kan doen toekomen, die haar opsporingsbevoegdheid raken. Ook op deze vraag moet het antwoord zeer beslist ontkennend luiden. Tenslotte legde mr. James nog een aan vullende nota over van prof. mr. J. M. van Bemmelen, waarin deze als zijn meening te kennen geeft, dat de conclusie van het ambtenarengerecht, dat de minister van justi tie door zjjn telegram niet in strijd gehandeld zou heb ben, met het wetboek van strafvordering, reeds ter stond met de woorden van de uitspraak van dat ge recht is te bestrijden. Uit die uitspraak blijkt n.l., dat de opsporings bevoegdheid onafscheidelijk aan de militai re functie der marechaussee is verbonden. Zij vormt daarmede een ondeelbaar geheel; m.a.w.: zoolang de klager wachtmeester der marechaussee is, en niet als zoodanig geschorst of ontslagen, kan niemand ook de minister van jus titie niet hem zijn opspo ringsbevoegdheid ontne men, noch voor goed, noch t jj d e 1 ij k. Een bevel om trdelijk geen opsporingsda den te verrichten, is dus duidelijker wijs in strijd met het wetboek van strafvordering, dat zooals het ambtenarengerecht zelf toegeeft de opsporingsbevoegdheid onaf scheidelijk en ondeelbaar koppelt aan de militaire functie. Het ambtenarengerecht geeft zelf ook toe, dat de minister van justi tie niet was „het tot schorsing van klager bevoegd orgaan", indien derhalve, aldus prof. Van Bemmelen, de minister van justi tie den klager niet kon schorsen of ont slaan, kon hij hem ook niet zijn opsporings bevoegdheid ontnemen of tijdelijk de uit oefening daarvan verbieden. Dat het ambtenarengerecht desniettegen staande toch tot een tegenovergestelde con clusie is gekomen, is volgens prof. Van Bemmelen in de eerste plaats een gevolg van het feit, dat het geheel ten onrechte wettelijke en administratieve voorschrif ten op een lijn stelt. Een telegram van den minister, waarbij wordt gelast, dat een ge- heele brigade van de marechaussee „zich heeft te onthouden van ieder opsporingson- derzoek", gaat veel en veel verder dan een regeling nopens werktijden, vacantie, rust tijden en dergelijke en grijpt in in de re geling, welke de wetgever zich heeft voor behouden. Het tweede argument van het ambtena rengerecht, wat men zou kunnen noemen „een beroep op de hiërarchische verhou ding" verdient volgens het advies nog veel ernstiger critiek. Immers terwijl deze ar gumentatie den schijn wekt van inderdaad een argument te zijn miskent ze geheel de kwestie, waarom het hier draait. Het gaat er n.l. heelemaal niet om, of de marechaus see aan het telegram van den minister moest gehoorzamen. Dat heeft de Ossche brigade gedaan! Zij heeft de hiërarchische verhouding geëerbiedigd. Maar het gaat er om, of de minister het bevel mocht geven. En dat kan men nimmer afleiden uit de hiërarchische Verhouding zelf. Omdat een orgaan of persoon bevoegd is tot het geven van bevelen in het algemeen, is daarmee nog niet gezegd, dat zijn bevelen nu ook per se met de wet strooken. Ware het an ders, de geheele bepaling in het wetboek van strafrecht over het onbevoegd gegeven ambtelijk bevel had wel achterwege kun nen blijven. Het feit, dat de minister van justitie het hoofd is van alle vervolgende en opsporende ambtenaren maakt nog. heele maal niet, dat nu ook ieder bevel in over eenstemming is met de wet. En daarom draait het nu juist. Prof. Van Bemmelen betoogt dan verder, dat het bevel van den minister zeer zeker in strijd was met een algemeen voorschrift. Het ambtenarengerecht heeft ontkend, dat de minister tijdelijk art. 1 van het wetboek van strafvordering op zij zette, doch prof. Van Bemmelen komt tot de conclusie, dat de mi nister zulks wel deed. Prof. Van Bemmelen besluit met op te merken, dat het telegram van den minister van justitie in strijd was met algemeene voorschriften van het wetboek van straf vordering en hij legt er nog eens den na druk op, dat door dit bevel als wettig gege ven te erkennen het groote beginsel, dat de strafvordering bij de wet moet worden ge regeld, wordt geschonden, zeer ten nadeele van de achting, die alle Nederlanders, en in het b ij zonder de opspo ringsambtenaren, juistvoor de' wet moeten hebben. Mr. James kwam hierop tot zijn eigenlijk pleidooi. Het motief, dat voor den minister doorslaggevend moest zijn, aldus spr. was: de richtige opsporing van strafbare feiten. Uit het feit dat de minister aan den wacht meester de uitoefening van de opsporings bevoegdheid heeft gegeven, zoodra zij uit Oss weg waren, is echter voor een ieder duidelijk, dat zijn motief niet kan zijn ge weest, de richtige opsporing van strafbare feiten, doch dat het in werkelijkheid is ge weest: de wachtmeesters uit Oss verwijderd te krijgen Inzake de vier mannen is een maatregel getroffen, die niet alleen door betrokkenen als straf werd gevoeld, doch in wezen een straf was, en geen maatregel ter verbete ring en voorkoming van beweerde tekort komingen. Het meest elementaire recht van een ambtenaar die van dergelijke zaken als Hoog- en Laagwater te Wemeldinge: December. Hoogwater. Laagwater. Donderdag 1 9.01 21.46 2.16 14.52 Vrjjdag 2 10.12 22.54 3.32 16.05 Zaterdag 3 11.22 4.44 17.16 „terreur en domheidsmacht", wordt be schuldigd, nl. dat hij daarover gehoord wordt en in staat wordt—gesteld de be schuldigingen zoo mogelijk te weerleggen, is aan de brigade Oss onthouden. Pleiter wees er voorts op, dat de maatregel tegen de -collectiviteit dér brigade is genomen, zonder dat uit de stukken, waarvan de mi nister reeds kennis had genomen, bleek, dat de wachtmeester Tap part noch deel had gehad aan de bewuste opsporingsonderzoe ken. Waar gaat het heen, vroeg pl„ als de adminitsratie een ambtenaar kan treffen, alleen al omdat hij tot een bepaald corps of onderdeel behoort en van wie vaststaat, dat hem ook maar iets kan worden ver weten? Ook om deze reden is de tegen de gansche briga de getroffen maatregel, on geacht ieder aandeel en de beweerde fouten, misbruik van bevoegdheid. PI. eindigde zijn pleidooi met het uit spreken van de hoop, dat hoe de uitspraak ook moge luiden daaruit zal blijken, dat de naam van klagers als goede en betrouwba re opsporingsambtenaren ongerept en onbe vlekt mag blijven heeten. HEVIGE EXPLOSIE IN HOTEL „DE HUT" TE VUGHT. Groote schade aangericht. In het bekende toeristenhotel „De Hut" te Vught heeft zich gistermiddag een he vige explosie voorgedaan, waarbij groote schade werd aangericht. De loodgieter Van Dun uit Vught was in een der achteruit gelegen kamers be zig met het repareeren van de waterlei ding. Hjj maakte hierbij gebruik van een soldeerlamp. Toen hij zich naar den kel der begaf om daar nog eenige werkzaam heden te verrichtten, liet hij de soldeer lamp brandend achter. Kort nadat de loodgieter zich naar be neden had begeven hoorden de bewoners een knal en bleek de soldeerlamp te zijn ontploft hetgeen waarschijnlijk zijn oor zaak vond in een lek in de lamp, waar door gasvorming ontstond. Een begin van brand wisten de bewoners met enkele emmers water te blusschen. Evenwel bleek de ontploffing tot gevolg te hebben gehad, dat aan den achter kant de buitenmuur aan de bovenzijde naar buiten was gedrukt, zoodat deze thans een halve "meter uit het lood hangt. De binnenmuur werd geheel ingedrukt, terwijl de inventaris in een naastgelegen kamer werd vernield. Door den enormen druk was het dak over een lengte van ruim twintig meter en over zes kamers, van de muren ge liefd.- De schade schat men op drieduizend gulden. Zij wordt door verzekering ge dekt. In de kamer waar de ontploffing plaats greep, bevond zich de behanger De Bres- ser. Deze werd van de trap geslingerd en bleef bewusteloos op den vloer liggen. Hij was spoedig weer tot het bewustzijn te ruggekeerd en bleek geen verwondingen te hebben opgeloopen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 1