COURANT
COURANT
binnenland.
De uit Oss verbannen marechaussee in hooier beroep.
wwnciale
Wertheimer,
WEERBERICHT.
Prof. Van Bemmelen en prof. Hazewinkel-
Suringa toonen aan, dat minister Goseling
zijn boekje te buiten ging.
EENHEID DOOR DEMOCRATIE,
GROOTE OPENBARE PROTEST
VERGADERING
TEGEN DE JODENVERVOLGING IN
DUITSCHL AND
DONDERDAG 8 DECEMBER a.s.,
's avonds 8,15 uur, St, Joris, M'burg.
Sprekers:
Mr. G. A. BOON,
Oud-lid 2e Kamer, Den Haag.
Ds. A. M. BROUWER,
Ned. Herv. Pred., Engelen (N.Br.)
Ds. P. G. VAN DEN HOOFF,
Pred. Geref. Kerk (H.V.), M'burg.
(Ing. Med.)
Dagblad. Uitg. N.V. De Middelburgsche Crt.
Bureaux s te MIDDELBURGSt. Pieterstr. 28,
Telefoon Redactie 269, Administratie 139;
te GOES: Turfkade Tel. 17. Postgiro43255.
Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes
f 2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week
abonnementen in Middelburg en Goes 18 ct.
NUMMER «83. TWEE BLADEN. DONDERDAG
m
W)
1 DEC. 1938. EERSTE BLAD. 181e JAARG.
Advertentiën 30 ct per regel, ingezonden
mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager.
Tarief op aanvraag. Familieberichten en
dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine
Advertenties", max. 6 regels, 75 cent, bij
vooruitbetaling. „Brieven, of adres bureau
v. d. blad"-10 ct extra. Bewijsnummers 5 ct„
H. M. de Koningin voor het
winterverblijf naar 's-Gravenhage.
Van officieel® zijde 'meldt men ons, dat
H. M. de Koningin héden in den loop van
den dag te 's-Gravenhage zal terugkeeren
en het paleis in het Noordeinde voor het
winterverblijf zal betrekken.
Twee Fokker T 5 luchtkruisers voor
militaire luchtvaart.
Gisteren werd door de militaire lucht
vaart. een tweetal Fokker T 5 tweemoto-
rige luchtkruisers van de Fokkerfabrie
ken overgenomen.
De beide toestellen werden door de
fabrieksvliegers Meinecke en Leegstra
voorgevlogen en vervolgens voor de mi
litaire luchtvaart door kapitein-vlieger
Zegers en luitenant-vlieger Scherpenzeel,
nagevlogen, waarna de toestellen werden
overgedragen.
HERDENKING VAN DEN TERUGKEER
ORANJES.
Plechtigheden te Scheveningen.
Te Scheveningen heeft men gisteren het
feit op plechtige wijze herdacht, dat 125
jaar geleden Prins Willem van Oranje na
een 19-jarige afwezigheid uit Engeland in
ons land is teruggekeerd.
Bp de gedenknaald aan den Zeeweg, nabij
den vuurtoren, werden gistermiddag drie
kransen gelegd n.l. door het Haagsche co
mité voor volksfeesten, de stichting Sche
veningen tot viering van nationale en oran
jegedenkdagen en door de vereemging „de
Princevlag".
De heer Joh. G. L. Berlott als voorzitter
van het hoofdbestuur van de Princevlag en
de heer M. den Meijer als voorzitter van de
stichting Scheveningen hebben daarbij een
toepasselijk woord gesproken.
Een vlaggenvendel van de Haagsche af-
deeling van de Princevlag heeft aan deze
plechtigheid luister bijgezet.
Onthulling gedenksteen.
Toen Prins Willem op Scheveningen land
de, werd hij het eerst ontvangen in de
pastorie van ds. Petrus Faassen de Heer, in
de Keizerstraat no. 58, waar de Prins na de
koude zeereis eenige ververschingen heeft
gebruikt. Ter herdenking van dit feit is
gisteren in dit gebouw dat thans aan de
Chr. Jongemannen Vereeniging behoort
een gedenksteen onthuld door burgemees
ter De Monchy.
De steen, welke ontworpen is door den
Scheveningschen architect W. Ch. Kuyper,
draagt het opschrift:
De Prins van Oranje
werd na de landing
op 30 November 1813
in dit huis ontvangen.
Des avonds hebben de trompetters en het
tamboers- en pijperkorps van „de Prince
vlag" een taptoe gegeven bij de gedenk
naald te Scheveningen. Ook het muziek
korps „Juliana" deed zich hooren. Ondanks
het slechte weer was er veel belangstelling.
Voor de gedenknaald brandde een Oranje-
vuurboom, bestaande uit 300 lichtfakkels.
In een korte toespraak heeft de voorzit
ter van „de Princevlag" de herwinning van
onze onafhankelijkheid herdacht.
DE GROOTE NATIONALE INZAMELING
OP 3 DECEMBER.
Di. Gunning voor üe microfoon.
Vrijdagavond te 18,55 uur zal de voor
zitter van het Nederlandsch Jeugdleiders
Instituut, dr. C. P. Gunning, voor de
VARA-microfoon spreken.
Hij zal dan als besluit van de voorbe
reidingen voor de groote nationale inza
meling, ten behoeve van de uitgewekenen
om geloof of ras, enkele practische mede
deelingen doen, welke de plaatselijke
comité's en collectanten dienen te weten.
Hij zal dan tevens van de gelegenheid
gebruik maken, een laatste woord van op
wekking voor de groote collecte te spre
ken.
WIJZIGING BEGROOTING LAND
BOUWCRISISFONDS VOOR 1937.
Verschenen is een wetsontwerp tot wij
ziging van de begrooting van inkomsten
en uitgaven van het landbouw-crisisfonds
voor 1937. Aan de memorie van toelich
ting wordt o.m. ontleend:
Evenals in de begrootingen van vorige
jaren dienen ook in de begrooting van het
landbouw-crisisfonds van 1937 belangrjj-
ke wijzigingen, te worden aangebracht
°m de oorspronkelijk uitgetrokken bedra
den in overeenstemming te brengen met
hetgeen, onder invloed van de ^steeds
schommelende prijsbewegingen en wissel
vallige oogst-resültaten, gebleken is voor
de uitvoering der landbouwcrisismaatrege
len noodig te zijn.
De sedert medio 1936 ingetreden priis-
s ijging op de wereldmarkten, voor Ne-
n°S geaccentueerd door de ge-
y.an, het loslaten van de gouden
heeft een zeer grooten invloed
-*nancien van het landbouw-crisis-
",'.?eo1ef>ierid en heeft tot een alge-
t belangrijke vermindering der
%ZZtJ mgen k™nen leiden.
nrnrin/-»tio *menkele gevallen waar de
kelim grooter bleek dan aanvan-
de n to- t eiJifraam(i' is ket noodzakelijk
de uitgetrokken steunbedragen te ver-
hoogen In verreweg de meeste gevallen
kan het oorspronkelijk uitgetrokken be
drag aanzienlijk verminderd worden.
Als gevolg hiervan konden eenige cri-
sisheffingen geheel komen te vervallen,
terwpl andere heffingen belangrijk ver
laagd konden worden.
De gewone dienst voor het jaar 1937
zal uiteindelijk sluiten met een voordee-
lig slot van circa 21,000,000. Hierbij
dient echter in aanmerking te worden
genomen, dat in de jaren 1938 en 1939
nog meerdere steunuitkeeringen moeten
worden gedaan, welke op vorige dienst
jaren betrekking heben en waarvan de
comptabele afwikkeling ten laste van den
dienst 1937 niet meer mogelijk zal zijn.
Hierdoor zal naar schatting circa 5.000.000
benoodigd zijn.
Voorts dient er rekening mee te wor
den gehouden, dat uit dit saldo nog steun
uitkeeringen voor de melkveehouders in
1938 en 1939 moeten worden gefinancierd,
waarvoor eveneens circa 5,000,000 ver-
eischt is, terwijl het obligo, dat de regee
ring in verband met de voorraadovereen-
komst met den graanhandel op zich geno
men heeft, op 31 December 1937 op ca.
4.500,000 gewaardeerd moet worden.
DE WEER VERWACHTINGEN VAN
HET KONINKLIJK NEDERLANDSCH
METEOROLOGISCH INSTITUUi.
d Met ingang van 1 December zullen
eenige veranderingen gebracht worden in
de 'overzichten van het weer en in de
verwachtingen, die dagélijks op verschil
lende wijze vanwege het K.N.I.M. worden
bekend gemaakt.
De berichten, die op eiken werkdag te
10,50 uur, 12,55 en 17,55 uur met den
eigen zender van het K.N.I.M. radio-tele
fonisch worden uitgeseind en die men
aangeplakt vindt op verschillende plaat
sen in ons land op de daarvoor bestemde
publicatie-borden en ook aan de tele
graafkantoren, blijven onveranderd.
In plaats echter van het traditioneele
uur van ingang der geldigheid der ver
wachting van 19 uur zal de te 10,50 en
12.55 geseinde verwachting geacht wor
den in te gaan te omstreeks 16 uur,
d.w.z. op het uur van het verschijnen dei-
avondbladen. De geldigheidsduur blijft 24
uur.
De avondverwachting, die men des mor
gens in de bladen vindt, gaat echter eerst
den volgenden morgen vroeg in en heeft
een geldigheidsduur tot den volgenden
avond.
Aan het overzicht van het weer in het
buitenland dat men in het avondblad
vindt, zal een kort overzicht van den
weerstoestand in het binnenland te 7,20
's morgens worden toegevoegd.
Naast deze min of meer in officieelen
vorm gestelde berichten staan de door
den algemeenen omroep verspreide be
richten. Deze zullen vanaf 1 December op
werkdagen vijf, op Zondag twee bedra
gen. Zij zullen worden uitgesproken te
omstreeks 8.20, 12.15, 18.30 en verder te
20 uur en tusschen 22 en 23 uur, met de
laatste serie nieuwsberichten van het
A. N. P.
Elke mode is tweemaal belachelijk:
eens aan haar begin, en eens aan haar
einde.
I11 de berichten van 8,20, 12,15 en 17,30
uur wordt een verwachting gegeven,
voorafgegaan door- een korte schets van
de algemeene luchtdrukverdeeling, ter
wijl in het tweede bericht enkele bijzon
derheden omtrent het weer in Nederland
in den vroegen morgen zullen worden
medegedeeld. De verwachtng in alle be
richten wordt gerekend in te gaan op
het uur, waarop men ze hoort en geven,
eventueel districtsgewijze gesplitst, respec
tievelijk het weer van den dag tot den
avond, het weer van den middag, avond
en nacht tot aan den volgenden dag om
trent den middag, en het weer van den
avond, den nacht en dén geheelen volgen
den dag tot omstreeks 18 uur. In alle
berichten zullen, indien daartoe aanleiding
bestaat, waarschuwingen worden gegeven
voor het verkeer (gladde wegen en ijzel
vorming) en in het voor- en najaar waar
schuwingen voor nachtvorst.
De verwachting in het bericht van 20
uur zal in den regel gelijkluidend zijn
aan die van 18,30. Het bericht geeft ech
ter gelegenheid voor nadere waarschu
wingen voor incidenteele gevaren, op
grond van later ontvangen weerberichten.
De reeks wordt gesloten met de ver
wachting voor den volgenden dag, die
deel uitmaakt van de nieuwsberichten
van het A.N.P. en die men den volgen
den morgen in de ochtendbladen vindt.
Op Zondag blijft de berichtgeving be
perkt tot het bericht via den algemeenen
omroep te 12,15 en de avondberichten te
20 uur en het late avondbericht van 2
uur.
Bij voorkomende gevaren voor het ver
keer zal getracht worden een incidenteel
bericht te geven via den algemeenen om
roep, zoo mogelijk op het gewone uur
van 18,30.
NOVEMBER GAF SLECHTS 22 UREN
ZONNESCHIJN.
Volgens het voorloopig overzicht van het
weer in November 1938, medegedeeld van
het Kon. Ned. Met. Inst. De Bilt, was ge
middeld over de vijf hoofdstations in No
vember de ochtendtemperatuur 3% graad
boven normaal, in de drie decaden resp. 4,
4 en 2% graad boven normaal.
De grootste afwijkingen kwamen voor op
den tweeden en den veertienden, resp. nor-
maal en 8% graad boven normaal. Dagen
met temperaturen beneden normaal kwa
men niet voor.
De gemiddelde dagelijksche maximum
temperatuur en het gemiddelde dagelijk
sche minimum Waren resp. 3 en 4 graden
boven normaal.
Te De Bilt werd geen enkele vorstdag
waargenomen. De neerslag was in Utrecht,
Groningen, Drente, Overijssel, en Gelder
land 15 tot 30 procent, boven normaal, ove
rigens normaal tot 15 procent erboven en
beneden.
Te De Bilt werden 22 uren zonneschijn
waargenomen tegen 59 uren, normaal.
Sedert het begin der waarnemingen in
1899 is zulk een gering aantal uren niet
voorgekomen.
ENGELSCHE LICHTER DRIJVENDE
GEVONDEN.
Belgische kotter bij het maken
van verbinding in ongereede ge
raakt.
Gistermiddag trof een Belgisch vis-
schersvaartuig op enkele zeemijlen ten
Noorden van het lichtschip „Terschellin-
gerbank" een Engelschen lichter, zonder
opvarenden aan boord, ronddrijvende aan.
Twee leden van de bemanning van den
Belgischen kotter begaven zich op den
lichter en trachtten met behulp van een
tros verbinding tusschen beide vaartuigen
tot stand te brengen. Nauwelijks was men
hierin geslaagd of het touw brak. De
tros bleef in den schroef van het Belgi
sche visschersschip steken, zoodathet
vaartuig niet verder kon varen. Men ver;
zocht assistentie van de motorreddingboot
„Brandaris" var. de N.Z.H.R.M., welke
onmiddellijk is uitgevaren. Later in den
middag verscheen een tweede Belgische
kotter in de buurt. Deze zou trachten den
in het ongereede geraakten kotter op
sleeptouw te nemen. De Brandaris heeft
de beide leden der bemannig van het
Belgische visschersvaartuig, die zich op
den Engelschen lchter hadden bevonden,
aan boord van den kotter teruggebracht-.
De reddingboot blijft in de nabijheid van
den kotter.
Verwachting tot morgenavond:
DE BILT: meest krachtige wind tus
schen Z.W. en W„ zwaar bewolkte lucht,
Jmfgewisseld met peroden van opklaring,
regenbuien met kans op onweer, guur
weer.
UKKEL: matige tot vrij sterke Z. tot W.
wind, plaatselijk windvlagen en elders on
weer, tijdelijk bewolkte hemel en regen,
toenemende opklaringen, vooral gedurende
den nacht, op het laatst van den nacht
plaatselijk nevel, aanhoudend matige tem
peratuur.
Vr 2 Dcc. Zon op. 7 h 50; onder: 15 h
49. Licht cp: 16 h 19. Maan op: 13 h 09
oncier: l b 33. V.M. 7 Dec.
Hoog- en Laagwater te Vlissingen:
December.
Hoogwater. Laagwater.
Donderdag 1 7.22 20.16 1.06 13.56
Vrijdag 2 8.38 21.25 2.24 15.09
Zaterdag 3 9.50 22.28 3.39 16.20
Westkapelle is 28 min. en Domburg 23
min. vroeger; Veere 38 min. later. (S
springtij.)
De Centrale Raad van Beroep te Utrecht
heeft heden een aanvang gemaakt met de
behandeling in hooger beroep van de be
kende zaak van de marechaussee te Oss.
Zooals men weet, hebben de zes onder
officieren, die tot de brigade van de ko
ninklijke marechaussee te Oss hebben be
hoord, en die eerst van hun opsporingsbe
voegdheid ontheven en vervolgens overge
plaatst zijn, in eerste instantie bij het amb
tenarengerecht te 's-Gravenhage een klacht
aanhangig gemaakt tegen de besluiten en
handelingen, welke tot deze ontheffing en
overplaatsing hebben geleid.
De klacht tegen het ontnemen van de op
sporingsbevoegdheid was gericht tegen den
minister van justitie, terwijl die betreffen
de de overplaatsing zich richtte tegen
den inspecteur van het wapen der ko
ninklijke marechaussee, kolonel Van Selm.
In beide zaken zijn de klagers door het
ambtenarengerecht in het ongelijk gesteld,
van welke beslissing zij in beroep kwa
men.
Evenals in eerste instantie werden ook
thans de belangen van de marechaussee's
bepleit door mr. R. A. James uit Apeldoorn,
terwijl ook nu namens den minister van
justitie de beroepen werden bestreden door
mr. P. Meyes van het departement van ju
stitie.
Getuigenverhoor.
Als een der eerste getuigen werd gehoord
de substituut-officier Van den Burgh, die
o.a. verklaarde, wat de zaak der beide gees
telijken betreft, wel eens te hebben gezegd,
dat, wanneer er geen strafvervolging zou
plaats hebben, hij het toch wel wenschelijk
zou vinden, de feiten aan den bisschop ter
kennis te brengen. Van het feit, dat reeds
in 1931 een onderzoek tegen pastoor V.
geen resultaat had opgeleverd, was getuige
niet op de hoogte. Niemand had hem daar
van in kennis gesteld.
Nadat nog verschillende andere getuigen
waren gehoord, waarbij niets bijzonders aan
het licht kwam was het woord aan den
verdediger.
Pleidooi mr. James.
Het standpunt van klagers aldus spr.
is, in het kort samengevat, het volgende
De minister ontkent, dat hij de opsporings
bevoegdheid tijdelijk heeft ontnomen, doch
dat hij slechts heeft bevolen, dat de brigade
tot nader order niet van haar opsporings
bevoegdheid gebruik mocht maken. Indien
al niet gezegd kan worden dat dit de facto
op hetzelfde neerkomt, zoo heeft de minis
ter dus in elk geval de uitoefening van de
opsporingsbevoegdheid tot nader order op
geschort. In dit verband zijn klagers van
oordeel, dat de opsporingsbevoegdheid
krachtens de wet onafscheidelijk is verbon
den aan de functie van onderofficier der
marechaussee. Zoolang deze onderofficier in
zijn functie niet is geschorst, is hij gerech
tigd, ja verplicht, zijn opsporingsbevoegd
heid uit te oefenen. Hieruit volgt, dat de
algeheele uitoefening van dit rechtstreeks
aan de wet ontleende recht hem dus slechts
verboden kan worden door middel van
schorsing in zijn functie.
Aangezien de minister van defensie ge
rechtigd is een onderofficier der marechaus
see in zijn functie te schorsen, volgt daar
uit, dat de minister van justitie niet het
recht had om de algeheele uitoefening van
een bevoegdheid te verbieden,
het rijkspolitiebesluit door middel van den
advies van prof. mr. J. M. van Bemmelen,
hoogleeraar te Leiden, welk advies reeds
aan het ambtenarengerecht is overgelegd.
Thans legde pleiter te dezer zake nog een
advies over van prof. mr. D. Hazewinkel-
Suringa, hoogleeraar te Amsterdam, die
ook tot de conclusie kwam, dat de
minister van justitie zijn
boekje te buiten is gegaan.
Prof. Hazewinkel behandelde tevens de
vraag, of de minister van justitie krachtens
het rijkspolitiebesluit door mddel van den
fungeerenden directeur van politie aan de
marechaussee bevelen kan doen toekomen,
die haar opsporingsbevoegdheid raken.
Ook op deze vraag moet
het antwoord zeer beslist
ontkennend luiden.
Tenslotte legde mr. James nog een aan
vullende nota over van prof. mr. J. M. van
Bemmelen, waarin deze als zijn meening te
kennen geeft, dat de conclusie
van het ambtenarengerecht,
dat de minister van justi
tie door zjjn telegram niet
in strijd gehandeld zou heb
ben, met het wetboek van
strafvordering, reeds ter
stond met de woorden van
de uitspraak van dat ge
recht is te bestrijden. Uit
die uitspraak blijkt n.l., dat de opsporings
bevoegdheid onafscheidelijk aan de militai
re functie der marechaussee is verbonden.
Zij vormt daarmede een ondeelbaar geheel;
m.a.w.: zoolang de klager wachtmeester
der marechaussee is, en niet als zoodanig
geschorst of ontslagen, kan niemand
ook de minister van jus
titie niet hem zijn opspo
ringsbevoegdheid ontne
men, noch voor goed, noch
t jj d e 1 ij k.
Een bevel om trdelijk geen opsporingsda
den te verrichten, is dus duidelijker wijs in
strijd met het wetboek van strafvordering,
dat zooals het ambtenarengerecht zelf
toegeeft de opsporingsbevoegdheid onaf
scheidelijk en ondeelbaar koppelt aan de
militaire functie. Het ambtenarengerecht
geeft zelf ook toe, dat de minister van justi
tie niet was „het tot schorsing van klager
bevoegd orgaan", indien derhalve, aldus
prof. Van Bemmelen, de minister van justi
tie den klager niet kon schorsen of ont
slaan, kon hij hem ook niet zijn opsporings
bevoegdheid ontnemen of tijdelijk de uit
oefening daarvan verbieden.
Dat het ambtenarengerecht desniettegen
staande toch tot een tegenovergestelde con
clusie is gekomen, is volgens prof. Van
Bemmelen in de eerste plaats een gevolg
van het feit, dat het geheel ten onrechte
wettelijke en administratieve voorschrif
ten op een lijn stelt. Een telegram van den
minister, waarbij wordt gelast, dat een ge-
heele brigade van de marechaussee „zich
heeft te onthouden van ieder opsporingson-
derzoek", gaat veel en veel verder dan een
regeling nopens werktijden, vacantie, rust
tijden en dergelijke en grijpt in in de re
geling, welke de wetgever zich heeft voor
behouden.
Het tweede argument van het ambtena
rengerecht, wat men zou kunnen noemen
„een beroep op de hiërarchische verhou
ding" verdient volgens het advies nog veel
ernstiger critiek. Immers terwijl deze ar
gumentatie den schijn wekt van inderdaad
een argument te zijn miskent ze geheel de
kwestie, waarom het hier draait. Het gaat
er n.l. heelemaal niet om, of de marechaus
see aan het telegram van den minister
moest gehoorzamen. Dat heeft de Ossche
brigade gedaan! Zij heeft de hiërarchische
verhouding geëerbiedigd. Maar het gaat er
om, of de minister het bevel mocht geven.
En dat kan men nimmer afleiden uit de
hiërarchische Verhouding zelf. Omdat een
orgaan of persoon bevoegd is tot het geven
van bevelen in het algemeen, is daarmee
nog niet gezegd, dat zijn bevelen nu ook
per se met de wet strooken. Ware het an
ders, de geheele bepaling in het wetboek
van strafrecht over het onbevoegd gegeven
ambtelijk bevel had wel achterwege kun
nen blijven. Het feit, dat de minister van
justitie het hoofd is van alle vervolgende en
opsporende ambtenaren maakt nog. heele
maal niet, dat nu ook ieder bevel in over
eenstemming is met de wet. En daarom
draait het nu juist.
Prof. Van Bemmelen betoogt dan verder,
dat het bevel van den minister zeer zeker
in strijd was met een algemeen voorschrift.
Het ambtenarengerecht heeft ontkend, dat
de minister tijdelijk art. 1 van het wetboek
van strafvordering op zij zette, doch
prof. Van Bemmelen komt
tot de conclusie, dat de mi
nister zulks wel deed.
Prof. Van Bemmelen besluit met op te
merken, dat het telegram van den minister
van justitie in strijd was met algemeene
voorschriften van het wetboek van straf
vordering en hij legt er nog eens den na
druk op, dat door dit bevel als wettig gege
ven te erkennen het groote beginsel, dat de
strafvordering bij de wet moet worden ge
regeld, wordt geschonden, zeer ten
nadeele van de achting, die
alle Nederlanders, en in
het b ij zonder de opspo
ringsambtenaren, juistvoor
de' wet moeten hebben.
Mr. James kwam hierop tot zijn eigenlijk
pleidooi. Het motief, dat voor den minister
doorslaggevend moest zijn, aldus spr. was:
de richtige opsporing van strafbare feiten.
Uit het feit dat de minister aan den wacht
meester de uitoefening van de opsporings
bevoegdheid heeft gegeven, zoodra zij uit
Oss weg waren, is echter voor een ieder
duidelijk, dat zijn motief niet kan zijn ge
weest, de richtige opsporing van strafbare
feiten, doch dat het in werkelijkheid is ge
weest: de wachtmeesters uit
Oss verwijderd te krijgen
Inzake de vier mannen is een maatregel
getroffen, die niet alleen door betrokkenen
als straf werd gevoeld, doch in wezen een
straf was, en geen maatregel ter verbete
ring en voorkoming van beweerde tekort
komingen.
Het meest elementaire recht van een
ambtenaar die van dergelijke zaken als
Hoog- en Laagwater te Wemeldinge:
December.
Hoogwater. Laagwater.
Donderdag 1 9.01 21.46 2.16 14.52
Vrjjdag 2 10.12 22.54 3.32 16.05
Zaterdag 3 11.22 4.44 17.16
„terreur en domheidsmacht", wordt be
schuldigd, nl. dat hij daarover gehoord
wordt en in staat wordt—gesteld de be
schuldigingen zoo mogelijk te weerleggen,
is aan de brigade Oss onthouden. Pleiter
wees er voorts op, dat de maatregel tegen
de -collectiviteit dér brigade is genomen,
zonder dat uit de stukken, waarvan de mi
nister reeds kennis had genomen, bleek, dat
de wachtmeester Tap part noch deel had
gehad aan de bewuste opsporingsonderzoe
ken. Waar gaat het heen, vroeg pl„ als de
adminitsratie een ambtenaar kan treffen,
alleen al omdat hij tot een bepaald corps
of onderdeel behoort en van wie vaststaat,
dat hem ook maar iets kan worden ver
weten? Ook om deze reden is
de tegen de gansche briga
de getroffen maatregel, on
geacht ieder aandeel en de
beweerde fouten, misbruik
van bevoegdheid.
PI. eindigde zijn pleidooi met het uit
spreken van de hoop, dat hoe de uitspraak
ook moge luiden daaruit zal blijken, dat de
naam van klagers als goede en betrouwba
re opsporingsambtenaren ongerept en onbe
vlekt mag blijven heeten.
HEVIGE EXPLOSIE IN HOTEL
„DE HUT" TE VUGHT.
Groote schade aangericht.
In het bekende toeristenhotel „De Hut"
te Vught heeft zich gistermiddag een he
vige explosie voorgedaan, waarbij groote
schade werd aangericht.
De loodgieter Van Dun uit Vught was
in een der achteruit gelegen kamers be
zig met het repareeren van de waterlei
ding. Hjj maakte hierbij gebruik van een
soldeerlamp. Toen hij zich naar den kel
der begaf om daar nog eenige werkzaam
heden te verrichtten, liet hij de soldeer
lamp brandend achter.
Kort nadat de loodgieter zich naar be
neden had begeven hoorden de bewoners
een knal en bleek de soldeerlamp te zijn
ontploft hetgeen waarschijnlijk zijn oor
zaak vond in een lek in de lamp, waar
door gasvorming ontstond. Een begin van
brand wisten de bewoners met enkele
emmers water te blusschen.
Evenwel bleek de ontploffing tot gevolg
te hebben gehad, dat aan den achter
kant de buitenmuur aan de bovenzijde
naar buiten was gedrukt, zoodat deze
thans een halve "meter uit het lood hangt.
De binnenmuur werd geheel ingedrukt,
terwijl de inventaris in een naastgelegen
kamer werd vernield.
Door den enormen druk was het dak
over een lengte van ruim twintig meter
en over zes kamers, van de muren ge
liefd.-
De schade schat men op drieduizend
gulden. Zij wordt door verzekering ge
dekt.
In de kamer waar de ontploffing plaats
greep, bevond zich de behanger De Bres-
ser. Deze werd van de trap geslingerd en
bleef bewusteloos op den vloer liggen. Hij
was spoedig weer tot het bewustzijn te
ruggekeerd en bleek geen verwondingen
te hebben opgeloopen.