NORTH STATE WORTH CTATE f90.- KRONIEK van dm DAG. hebt gedacht! Op Jacht naar Groot Wild In Afrika's Wildernis ZEELAND, Fijn dat je om HFFAf AF STOFZUIGERS TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT <W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 3d NOVEMBER 1938. No. 282. reddeB- MIDDELBURG. GOES. VLISSINGEN. WALCHEREN. I 11 AMERICAN v CIGARETTES HENGELO met onverslijtbaren S.K.A. ROTOR Verkrijgbaar bij Electro Techn. Bureau L. J. van^'t WESTENDE, Gortstraat 21, Middelburg, Telefoon 387 - Chamberlain en de Britsche publieke opinie. De geruchten, dat Chamberlain van plan zou zijn, binnenkort een bezoek aan Mus solini te brengen, zijn thans officieel beves tigd. In de eerste helft van Januari zal hij de reis naar Rome ondernemen: lord Hali fax, de Engelsche minister van buitenl. za ken, vergezelt hem. Eén deel der En'gelsche pers, het conser vatieve deel, toont zich ingenomen met Chamberlain's voornemen; de liberale en socialistische bladen daarentegen vinden, dat de premier beter thuis kon blijven. De „Daily Herald", het grootste orgaan van de arbeiderspartij verkondigt zelfs, dat het be sluit tot het bezoek een zeer goed merk bare onrust in de Engelsche openbare mee ning heeft veroorzaakt. Naar alle waar schijnlijkheid is dat zeer overdreven, maar voor het overige staat wel vast, dat een aanzienlijk deel van het Engelsche volk in derdaad de reis naar Rome afkeurt, of al thans met een zekere wantrouwen en een zekere achterdacht afwacht. Chamberlain's populariteit, die ten tijde van de bijeen komst te München ontzaglijk groot was, heeft de laatste weken vooral onder in vloed van de Jodenvervolging in Duitsch land, welke zijn verzoeningspolitiek leelijk beschadigde, veel te lijden gehad. Een be wijs daarvan is geleverd door een enquête van het „Britsch Institute of Public Opini on". Dit instituut legde dezer dagen aan het Engelsche volk drie vragen voor, wel ke het moest beantwoorden. Op de vraag, of men de vervolging van de Joden in Duitschland een beletsel achtte voor een goede verstandhouding tusschen Engeland en Duitschland, was 73 pet. der antwoorden bevestigend, 15 pet. ontkennend, 12 pet. blanco. De vraag of men was voor een politieke hergroepeering onder leiding van Eden be antwoordde 40 pet. der ondervraagden met ja, 39 pet. met neen, 21 pet. met blanco. Tenslotte luidde op de vraag of men te vreden was met Neville Chamberlain als premier 49 pet. der antwoorden bevestigend, 40 pet. ontkennend, 11 pet. blanco. Toen bij een vorige enquete, in de week van 1015 October, dezelfde vraag gesteld werd, waren de percentages 51, 39 en 10. Hoewel men de beteekenis van deze cij fers gemakkelijk kan overschatten uiteraard heeft maar een klein deel van het Engelsche volk de moeite genomen, om een antwoord in te zenden blijkt er toch wel duidelijk uit, dat de waardeering voor Chamberlain's beleid taant. Van de nationale vreugde-roes, welke hem zoo luidruchtig tegemoet kwam bij zijn terug keer uit München, is niet veel over geble ven. Enkele tusschentijdsche verkiezingen voor het Lagerhuis, welke de laatste weken moesten worden gehouden, toonden even eens aan, dat zich een verschuiving naar links voltrekt in de openbare meehing. De conservatieven leden bij al deze verkiezin gen verliezen. Chamberlain trof het bovendien slecht met de officieele aankondiging van zijn reis, nademaal op denzelfden dag in het Lager huis vragen werden gesteld inzake de ge ruchten, dat Duitschland en Italië opnieuw oorlogsmateriaal en manschappen naar Franco zouden hebben gezonden. De onder minister van buitenlandsche zaken Butler, die deze vragen moest beantwoorden, bleek met m staat de geruchten pertinent te ont kennen. Men dient ze met reserve te bes- schouwen, zoo zeide hij. Uit dit antwoord an geen andere gevolgtrekking voort vloeien dan dat de geruchten inderdaad waarheid bevatten en dat de Engelsche re geering daarvan op de hoogte is. De pu blieke opinie in Groot-Brittannië zal zich nU a-f™™en' of de teru8trekking onlangs van 10.000 Italiaansche „vrijwilligers" uit Spanje, dan werkelijk niet veel anders dan een vertooning is geweest, welke Mussolini aan de inwerkingtreding van het Britsch- italiaansch akkoord moest helpen, en of de Duce thans wellicht reeds bezig is, om franco terug te zenden, wat hij hem voor een korten tijd moest ontnemen. Zoo ja, dan heeft men hier met een nieuw geval van dictatoriale woordbreuk en bedrog te doen, wat Chamberlain dan echter toch niet zou beletten bij den man, die ze pleegt, glimlachend op politieke visite te gaan. nit laat*!ch niet gemakkelijk rt- i slaan: hij zet zijn verzoenings politiek door, ook al heeft hij den politie- ken wind opnieuw tegen. Het wordt echter zoo langzamerhand de vraag, 0f het En gelsche volk hem nog langen tijd de be- id. Als door 'i- i1- b. HUESE, te Goes. we loepen komte? ploteling ^en groot^ antt lope aangerend en blijft verbaasd 80 meter naar ons staan kijken. Ze is slecht zichtbaar, de kop steekt boven het gras uit, doch het lichaam is maar vaag te zien Toch meen ik, dat ik de schoft kari onderscheiden en daarop wordt gemikt. Dat valt niet mee, er is niets om de zware buks op te steunen en dus moet knielend geschoten worden. Op het schot valt het dier om, maar is direct weer op de been cn snelt her bosch in. Op de plek gekomen, zien we bloedsporen; die we volgen. En dan begint een periode, wat op jacht meer voor komt, en die niet bepaald het vroolijkste deel is: een gewond dier te vervolgen. He laas kan niet elk schot direct doodelijk zijn en de dieren in Afrika hebben een bekend sterk weerstandsvermogen. We trekken dus verder op het spoor, zien na een half uur het dier, een waterbok, nog één keer ver tusschen de struiken, maar dan ver dwijnt het en na twee uur zoeken raken onze jagers het spoor bijster en moeten we helaas opgeven. Zonder twijfel heeft het een vleeschwond en kan het zich nog goed oefening van dat doorzettingsvermogen zal toestaan. De. overeenkomst van München heeft niet de verwachte groote ontspanning in Europa gebracht. Het ziet er naar uit dat de inwerkingtreding van het Britseh-Itali- aansch akkoord evenmin een duurzame ver betering van de betrekkingen tusschen Lon den en Rome zal bewerkstelligen. Indien de publieke opinie in Engeland niet heel spoé- dig voor feiten geplaatst wordt, welke den minister-president als het ware kunnen re- habiliteeren, zal ze vermoedelijk haar ge duld verliezen en eischen, dat er andere mannen aan het bewind komen, mannen, die van zich af weten te bijten tegenover Rome en Berlijn. Bij K.B. zijn met ingang van 13 Dec. 1938, benoemd tot dijkgraaf van den Eg- bert-Petruspolder, de heer J. van der Weele Mzn., te Wolfaartsdjjk, en met ingang van 26 Nov. 1938, tot dijkgraaf van den Boonepolder, de heer A. P. Woutersen, te Hoedekenskerke. HUISEIGENAREN, KIJKT UW KELDERLUIKEN NA. Gisteren had een stadgenoote, die met haar dochtertje op een kelderluik stond, het ongeluk te vallen, toen het luik het be gaf, het dochtertje kwam ten deele in het water, dat de kelder vult, terecht. Het liep alles nog vrij goed af, maar het bleek, dat dit kelderluik, juist als gevolg van het onder water staan van den kelder weinig wordt geopend en de liggers blijkbaar juist door de vocht zeer geleden hebben. Een er van was uit de voegen los geraakt. Het moge een les zijn voor anderen, die kelders met water hebben, de kelderluiken goed op tijd na te zien, opdat geen erger ongelukken voorkomen. De politie en de bouwpolitie zullen ter zake ook diligent zijn. DE BAZAAR EN VERLOTING VAN HET ROODE KRUIS. Gisterenavond had het slot plaats Van den bazaar en de verloting ten bate van de Transportcolonne van het Roode Kruis. Daarvoor waren verschillende personen bijeen in de zaal-Den Boer, waar de leider van de transportcolonne, de heer J. C. Lu- dekuse, na een woord van welkom eerst mede deelde, dat de naam van de pop Aldolfine was en het bladwijzer op bladzij de 240 van het boek lag. De naam is gera den, terwijl 250 het dichtst bij 240 geraden is. Hierna had de trekking plaats van 27 prijzen der verloting. Het is hier wel de plaats om er nog even op te wijzen, dat „The Backersband" onder leiding van den heer J. Reijnders, ook Za terdagmiddag belangloos zijn medewerking heeft verleend. B. V. L. Maandag hield de pl. afdeeling van den B. V. L. haar jaarvergadering. De voor zitter mr. R. M. van Dusseldorp opende de bijeenkomst met een toespraak, waar in hij wees op den ernst der tijden. Toen de landstorm werd opgericht aldus spre ker kon men nog zeggen, dat men van het eene jaar in het andere leefde. Thans is dat anders en leeft men van den eenen dag in den anderen. Met angst ziet men dagelijks de krant in. Veel bemoedigends kan hij den landstormers niet vertellen, maar spr. weet, dat hoe de toestanden zich ook mogen ontwikkelen het vader land en kroon zullen kunnen rekenen op de hulp van den B. V. L. Dat is althans een lichtpunt in deze sombere tijden. Daarna reikte spr. de prijzen uit. Overste Bruins, het woord verkrijgende, sprak eerst een enkel woord tegen land- stormer Van Wijkhuize, die wegens den bereikten leeftijd eervol ontslag als land- stormer heeft gekregen. Spr. dankte hem voor zijn trouw gedurende twintig jaar lidmaatschap belangeloos aan de Nederlandsche gemeenschap betoond. Spr. hield hierop een rede over het Indische leger,- die. met .spanning werd gevolgd. „Nederland en Indië één'', dat is een spreuk, die elke Hollander zich steeds meer eigen moet maken. De mannen die Indië groot maakten warén én zijn, nog steeds de mannen van het N.O.I. leger. Hun bracht spr. een hulde. Als Indisch Commandant heeft hij 14 jaar onder Jan Fusilier vertoefden hem lief gekregen. Spr. besloot zijn boeiende rede met de woorden: De Inlander voelt zich even ge lukkig onder de driekleurige vlag als de Nederlander thuis en het Inlandsche meis je en de Inlandsche jongen zingen met evenveel liefde het Wilhelmus in het Ma- leisch als de Hollandsche kinderen in het Nederlandsch. De hr Geijsen dankt spr. en is ervan overtuigd, dat hij ons nader bij ons Indië heeft gebracht. EEN ONEERLIJKE VLUCHTELING. Een slecht propagandist voor hulpverlee ning aan Joodsche vluchtelingen toonde zich een 25-jarige Poolsche Jood, die hier met de mailboot arriveerde, omdat zijn lan ding in Engeland was geweigerd, hoewel hij in het bezit was van een Engelsche visum. Deze man, van beroep teekenaar, bleek in het. bezit te zijn van ruim 15 Engelsche ponden en 150 aan Nederlandsch geld. Hij verklaarde reeds op 22 dezer voor door reis naar Engeland in ons land te zijn toe gelaten, doch eerst Amsterdam en Den Haag bezocht te hebben. Van het Joodsche vluchtelingen comité te Den Haag had hij ruim 15 Engelsche ponden gekregen om toelating in Engeland te vergemakkelijken. Hij heeft zich daarna nog tot een vriend in Amsterdam gewend, van wien hij nog 150 wist los te krijgen. Hij verzweeg daarbij, dat hij geld van het Joodsch vluchtelingen comité had gekregen, wat dus verre van eerlijk is. Ondanks dit geld is hij toch in Engeland geweigerd, zoodat hij thans de gast is ven de politie alhier, die hem in be waring heeft genomen. VERSTEKELINGEN. Het Zweedsche stoomschip „Proolagen", welk schip op weg is van Hamburg naar Zuid-Afriko, kwam alhier op de haven om te bunkeren. Het schip bleek twee verste kelingen aan boord te hebben, een 26-jarige I,eilander en een 23-jarige Pool, die de ka pitein graag kwijt wilde, waarom hij ver zocht deze menschen hier te mogen doen landen. Vanzelfsprekend werd dit door den commissaris van politie geweigerd. De sto waways wilden echter ook gaarne hier aan land gaan en hebben daartoe pogingen aan gewend door uit de hut, waarin -zij waren opgesloten, te breken, waarbij de beman ning van het schip blijk gaf niet ongeneigd te zijn de vluchtelingen te helpen. De ka pitein riep daarop de hulp van de politie in, die daarop de verstekelingen op het bureau in bewaring heeft gesteld. Zoodra het schip gereed zal zijn om te vertrekken, zullen de zwervers weer aan boord worden gebracht. Waar zullen zij tenslotte terecht komen? WAAR HEEN? De commissaris van politie alhier, de heer Gasinjet, wordt telkens opnieuw voor nagenoeg onoplosbare probleemen geplaatst ten aanzien van ongewenschte vreemdeingen. Het zijn meestal Joodsche vluchtelingen, die met de mailboot naar Engeland vertrekken, in de stellige ver wachting dat dit land, bekend om zijn groote gastvrijheid, deze vluchtelingen met open armen zal ontvangen. De teleur stelling is dan ook meestal zeer groot, want meestentijds wordt de landing van deze menschen in Engeland geweigerd. De Zeeland-booten moeten deze teleurge- stelden weer mee terug nemen, waarna ze alhier ter beschikking van de politie worden gesteld, die maar moet zien, ze kwijt te raken. Ook Dinsdagavond bracht de mailboot weer zoo'n teleurgestelde mee terug. Het is een Tsjechische Jodin, een - 28-jarige journaliste aan een modeblad, die kwam uit Weenen. Het meisje bleek in 't bezit van weinig geld te zijn, zoodat- zij de reis kosten naar haar vaderland niet kon be talen. Zij weigert naar Weenen terug te keeren, zoodat zij voorloopig logies op het politiebureau heeft gekregen en de commissaris zich weer het hoofd breekt over de vraag: „Waarheen?" DOMBURG. Als in andere gemeenten is ook hier een comité samengesteld voor een collecte ten bate van de vervolgden van het Joodsche ras, zulks onder eere presidentschap van mevrouw H. A. E. baronesse Van Tuyll van Serooskerken Prisse. De collecte zal niet worden ge houden met speldjes maar met lijsten en busjes. Het comité bestaat uit personen van alle gezindten. In de vergadering van het comité werd het algemeen betreurd, dat waarschijnlijk door het Provinciaal Comité „voor steun aan rasgenooten" reeds circulaires waren verzonden bijna van huis tot huis, waardoor de hulp-actie gebroken wordt en het met enthousiasme opgenomen werk van het comité schade wordt berokkend, al moge dan ook de doelstelling dezelfde zijn. De hoop werd uitgesproken dat Dom burg als geheel zijn deel via het comité zal bijdragen. SINT-LAURENS. Op initiatief van den burgemeester is alhier een comité opge richt, hetwelk een collecte op 3 December a.s. zal organiseeren ten bate van de Jood sche vluchtelingen. Dit comité is als volgt samengesteld: Burgemeester J. W. van 't Hoff, eere-voor- zitter, P. Boon, voorzitter; A. J. Barentsen secretaris; Ph. I. van Dam, penningmees ter; J. Wondergem, -P. Vader Hzn., ds. A. Koning, ds. J. P. Simoons, H. A. de Boer, G. F. Weeda, J. Riemens, J. Gloedbloed, mej. A. Bommeljé-Wisse, mej. E. Boon, W. Davidse, J. de Visser. RAAD VAN SINT-LAURENS. SINT-LAURENS. Dinsdagmiddag verga derde de Raad onder voorzitterschap van burgemeester J. W. van 't Hoff, voltallig. De gemeenterekening 1937 zoomede de begrooting voor het dienstjaar 1939 zijn door Ged. Staten goedgekeurd. Het adres van de Groep Nederland vein het Alg. Ned. Verbond inzake belasting van opschriften in vreemde talen werd voor kennisgeving aangenomen. Op een vraag van den heer R i e m e n s, of er dezen winter evenals vroeger vleesch in blik zal worden ver strekt antwoordde de v o o r z dat dit thans reeds geschiedt door de diaconie der Geref. Kerk en dat onderhandelingen gaan de zijn om het ook van gemeentewege aan werkloozen te verstrekken; hieromtrent is men echter nog niet tot overeenstemming gekomen met het desbetreffende ministerie. In verband met den wensch van den mi nister om de verordening-veldwachters op verschillende punten te wijzigen, werd de bestaande verordening ingetrokken en een nieuwe vastgesteld, waarbij met de opmer kingen van den minister is rekening gehou den. De v o o r z. stelde voor den post op de' begrootingen 1938 en 1939 ten behoeve van den luchtbeschermingsdienst, welke respec tievelijk 25 en 50 groot zijn, te verhoo- gen tot 150 respectievelijk 200. Spr lichtte toe, dat in de spannende dagen in de vorige maanden verschillende aanschaffin gen moesten plaats hebben en dat, zoodra deze dienst geheel georganiseerd is, er nog meer uitgaven zullen volgen. Z.h.st. werd hiertoe besloten. Betreffende de vergoeding bedoeld in ar tikel 101 der Lager-Onderwijswet over 1937 voor de school met den Bijbel stelden B. en W. voor deze te bepalen op 12.86 per leerling, zijnde het gemiddelde van drie ge lijksoortige gemeenten. De v o o r z. deelde mede, dat slechts 12.43 behoeft te worden uitgekeerd, aangezien de school niet meer uitgaven heeft gehad. Wanneer men de kosten van den kweekeling met akte en de aanschaffingskosten van een kachel hier van aftrekt blijkt, dat voor de feitelijke ex ploitatiekosten slechts een bedrag van 9.78 per leerling overblijft, waaruit blijkt, In elk opzicht superieur! (Ingez. Med.) mat nnvprcliifkaron 1 (Ingez. Med.) Ondertusschen is het tien uur geworden en voor ons is de warmte bijna onverdrage- lijk, maar we moeten nog een flink uur tippelen voor we bij ons eerste kamp zijn. Hier staat een vervallen stroohut, waarin onze bedden worden geplaatst en de mug- gennetten worden opgehangen. We zijn vlak bij de Ba Illi, maar kunnen hier niet zwem men, omdat er kwade krokodillen in de buurt zijn. Merkwaardig is, dat deze dieren lang niet altijd gevaarlijk zijn; misschien hangt dit af van den vischstand ter plaatse. In de groote rivier, de Chari, zijn er gedeel ten, waar de inlanders rustig zwemmen en baden, zelfs al zijn er van deze reptielen in de buurt, terwijl bv. bij Bousso een be ruchte plek is waar ze zich zelfs niet ont zien wasschende vrouwen van den kant te sleuren. We brengen den dag door met on ze vermoeide ledematen uit te strekken en te liggen blazen van de hitte (110 Fahren heit in de schaduw). Tegen vijf uur trek ik er echter opuit. Het eerste uur levert niets op, maar dan zie ik een kudde waterbok ken op 100 meter, maar het schot werkt niets uit. Na eenige minuten het zelfde spelletje. De zwarte jagers beginnen beden kelijk te kijken, beginnen te betwijfelen of deze blanke eigenlijk wel schieten kan. Het wordt nog erger als ik vrij spoedig daarna een bok mis, en een wild zwijn, door het schieten in paniek geraakt naar ons toe komt stormen; maar ook deze zwartkiel trekt zich van den kogel niets aan. Mijn jagers zetten een gezicht alsof ze de zaak hopeloos beginnen te vinden; ikzelf ook. Op de schijf joeg ik vrijwel alle schoten op 80 meter in de roos, maar hier kan ik zelfs een dier ter grootte van 'n koe geen kwaad doen. Moeizaam trekken we verder, de zwartjes met een houding van „ja, het moet, maar er is geen aardigheid meer aan". Het begint te schemeren, en op 50 meter trekken vijf waterbokken langzaam over 't pad, ook zeker denkende: dat heer maakt wel lawaai maar het kan geen kwaad. Een blijft zelfs rustig achter een struik staan kijken. Het is een mooie bok, maar hij ver waardigt zich zelfs niet een stap te doen na het schot. In de Afrikaansche wildernis weerklinken eenige kernachtige Holland sche woorden. Harouna biedt me zijn schou der aan om het geweer op te steunen; de bok staat nog te wachten en zakt tot ieders verwondering op het tweede schot ineen. Een der jagers, een reus van een ke rel, snelt reeds weg om te trachten erbij te komen vóór het dier dood is, want vanwege godsdienstige redenen mogen ze alléén eten van een beest, dat met een mes den hals is afgesneden. Heel nauw nemen ze het er echter niet mee, want meermalen verricht ten ze deze ritus als het dier al een uur dood was, en eenmaal waren ze het heele- maal vergeten en deden het pas in het kamp. Nu is het pessimism'1 plotseling verdwe nen; deze blanke doet er wat langer over, maar hij schiet toch wel wat, ze zullen niet van honger omkomen. De kok in het kamp zal tevreden zijn. Het is reeds schemer als we afmarchee- ren; een neger blijft bij het dier en ont steekt een vuur tegen de leeuwen, en ik vraag me af, hoe de dragers hem zullen vinden in den nacht; maar daarvoor is geen nood, want we zijn pas 500 meter op stap of we komen er reeds drie tegen en verderop weer vijf. Ze waren op het schieten afge komen en gingen nu het dier uitslachten om het in stukken te vervoeren. Onze gidsen brachten me nu door deze wildernis, waar alleen kleine paadjes zijn van het wild, in rechte lijn naar het kamp, alhoewel het stikdonker was: hun oriënteeringsvermo- gen grenst aan het wonderbaarlijke. Daar heerschte natuurlijk een feeststemming, bij de zwartjes vanwege de 200 kg vleesch; bij de blanken vanwege de eerste Afrikaansche trofee. Als het vleesch is gearriveerd, koken spoedig de potjes op de houtvuurtjes en het is een schilderachtig gezicht de groepjes erom heen te zien zitten. Ze praten hon derd uit en vertellen elkaar tot in het on eindige de belevenissen van dien dag. De reus blijkt niet bij de aangenomen dragers te behooren, maar het uitstapje op eigen risico mee te maken. Hij hoort hier niet thuis, wat uit zijn lichaamsbouw is op ie maken, maar is uit de Congo komen wan delen, en sluit zich als hij kan bij elke jachtexpeditie aan. Ik heb hem laten blij ven en later als jager geëngageerd, waar van we geen spijt hebben gehad. Zijn naam was: Boidaba, maar wjj noemden hem Tarzan, vanwege zijn athletische figuur. Den volgenden ochtend zijn we voor dag en dauw in de weer: ever de rivier hangt een dikke mist en de zwartjes hebben het erg koud. Ze zien heelemaal grijs van dat een zuinig beheer plaats heeft. Z.h.s. werd het voorstel aangenomen. Betreffende de verordening op het in ge bruik geven van het gemeente-vergaderlo kaal stelden B. en W, voor art, 3 zoodanig te wijzigen, dat de 0.25 per half uur ver goeding voor gebruik na half elf, in het vervolg van 10 uur af zal moeten worden betaald en voorts de gemeentewerkman 20 uit te keeren van de ontvangen huren. De v o o r z. lichtte dit voorstel toe en deelde mede, dat de gemeente-werkman nu reeds gemiddeld vier avonden per week bo ven zijn gewonen werktijd met toezicht, verzorging en sluiting is belast en dat dit zoo goed als zonder vergoeding geschiedt. B. en W. achtten dat deze toestand niet be stendigd mag blijven. Na eenige discussie werd dit voorstel met de stem van den heer Hamelink tegen, aan genomen. De v o o r z. legde een plan tot den bouw van een nieuwe karrenbergplaats over. Spr. deelde mede, dat de thans nog in gebruik lllDti N SSJjihi NSMiii NSlüini i - NSJilOI NSÜITI REINIGT ALLES 00K TRAPPEN EN GANGEN OP ELKE 6US EEN BON VOOR GESCHENKEN (Ingez. Med.) asch, waarin ze zich wentelen vóór ze gaan slapen; een goed afweermiddel tegen de insecten. Spoedig zijn we op stap, want we moeten nog 10 km loopen, waar onze gids een mooie plaats weet. Als we een half uur op weg zijn zien we plotseling een kudde van 20 waterbokken. Ze staan tusschen de strui ken maar onze jagers hebben oogen als valken en er ontsnapt niets aan. Ik kan niet zien of het groote dier, dat het dichtst - bij staat een bok of een geit is, maar we moeten in elk geval wat voor de keuken hebben, want onze karavaan kan eiken dag wel een antilope aan. Op het schot zakt het dier ineen, de kudde stuift weg en als we naar den gevallene toerennen om haar uit haar lijden te verlossen, komt er plotseling een andere teruggerend. Doorzakken op de knie en schieten is het werk van minder dan een seconde en ook deze stort ter aar de. Mijn jagers stooten een vreugdegebrul uit: ze zullen het goed hebben vandaag en hun familie in het dorp zal er van mee feesten. Deze blanke is een merkwaardig heer: eerst alles misschieten en als je dan begint te twijfelen of de expeditie geen hongerexperiment zal worden, wentel je in eens in overvloed. Van blanken kun je nu eenmaal geen hoogte krijgen. We laten Tarzan bij den buit achter, en gaan verder, zien wel nog eenige kleine antilopen maar de hitte zit ons in de beenen en we trach ten zoo gauw mogelijk het tweede kampe ment te bereiken. (Wordt vervolgde

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 5