NORTH STATE
WORTH CTATE
f90.-
KRONIEK van dm DAG.
hebt gedacht!
Op Jacht naar Groot Wild
In Afrika's Wildernis
ZEELAND,
Fijn
dat je om
HFFAf AF STOFZUIGERS
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT <W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 3d NOVEMBER 1938. No. 282.
reddeB-
MIDDELBURG.
GOES.
VLISSINGEN.
WALCHEREN.
I 11 AMERICAN v CIGARETTES
HENGELO
met onverslijtbaren S.K.A. ROTOR
Verkrijgbaar bij Electro Techn. Bureau L. J. van^'t WESTENDE, Gortstraat 21, Middelburg, Telefoon 387
-
Chamberlain en de Britsche
publieke opinie.
De geruchten, dat Chamberlain van plan
zou zijn, binnenkort een bezoek aan Mus
solini te brengen, zijn thans officieel beves
tigd. In de eerste helft van Januari zal hij
de reis naar Rome ondernemen: lord Hali
fax, de Engelsche minister van buitenl. za
ken, vergezelt hem.
Eén deel der En'gelsche pers, het conser
vatieve deel, toont zich ingenomen met
Chamberlain's voornemen; de liberale en
socialistische bladen daarentegen vinden,
dat de premier beter thuis kon blijven. De
„Daily Herald", het grootste orgaan van de
arbeiderspartij verkondigt zelfs, dat het be
sluit tot het bezoek een zeer goed merk
bare onrust in de Engelsche openbare mee
ning heeft veroorzaakt. Naar alle waar
schijnlijkheid is dat zeer overdreven, maar
voor het overige staat wel vast, dat een
aanzienlijk deel van het Engelsche volk in
derdaad de reis naar Rome afkeurt, of al
thans met een zekere wantrouwen en een
zekere achterdacht afwacht. Chamberlain's
populariteit, die ten tijde van de bijeen
komst te München ontzaglijk groot was,
heeft de laatste weken vooral onder in
vloed van de Jodenvervolging in Duitsch
land, welke zijn verzoeningspolitiek leelijk
beschadigde, veel te lijden gehad. Een be
wijs daarvan is geleverd door een enquête
van het „Britsch Institute of Public Opini
on". Dit instituut legde dezer dagen aan
het Engelsche volk drie vragen voor, wel
ke het moest beantwoorden. Op de vraag,
of men de vervolging van de Joden in
Duitschland een beletsel achtte voor een
goede verstandhouding tusschen Engeland
en Duitschland, was 73 pet. der antwoorden
bevestigend, 15 pet. ontkennend, 12 pet.
blanco.
De vraag of men was voor een politieke
hergroepeering onder leiding van Eden be
antwoordde 40 pet. der ondervraagden met
ja, 39 pet. met neen, 21 pet. met blanco.
Tenslotte luidde op de vraag of men te
vreden was met Neville Chamberlain als
premier 49 pet. der antwoorden bevestigend,
40 pet. ontkennend, 11 pet. blanco. Toen bij
een vorige enquete, in de week van 1015
October, dezelfde vraag gesteld werd, waren
de percentages 51, 39 en 10.
Hoewel men de beteekenis van deze cij
fers gemakkelijk kan overschatten
uiteraard heeft maar een klein deel van
het Engelsche volk de moeite genomen,
om een antwoord in te zenden blijkt er
toch wel duidelijk uit, dat de waardeering
voor Chamberlain's beleid taant. Van de
nationale vreugde-roes, welke hem zoo
luidruchtig tegemoet kwam bij zijn terug
keer uit München, is niet veel over geble
ven. Enkele tusschentijdsche verkiezingen
voor het Lagerhuis, welke de laatste weken
moesten worden gehouden, toonden even
eens aan, dat zich een verschuiving naar
links voltrekt in de openbare meehing. De
conservatieven leden bij al deze verkiezin
gen verliezen.
Chamberlain trof het bovendien slecht
met de officieele aankondiging van zijn reis,
nademaal op denzelfden dag in het Lager
huis vragen werden gesteld inzake de ge
ruchten, dat Duitschland en Italië opnieuw
oorlogsmateriaal en manschappen naar
Franco zouden hebben gezonden. De onder
minister van buitenlandsche zaken Butler,
die deze vragen moest beantwoorden, bleek
met m staat de geruchten pertinent te ont
kennen. Men dient ze met reserve te bes-
schouwen, zoo zeide hij. Uit dit antwoord
an geen andere gevolgtrekking voort
vloeien dan dat de geruchten inderdaad
waarheid bevatten en dat de Engelsche re
geering daarvan op de hoogte is. De pu
blieke opinie in Groot-Brittannië zal zich
nU a-f™™en' of de teru8trekking onlangs
van 10.000 Italiaansche „vrijwilligers" uit
Spanje, dan werkelijk niet veel anders dan
een vertooning is geweest, welke Mussolini
aan de inwerkingtreding van het Britsch-
italiaansch akkoord moest helpen, en of de
Duce thans wellicht reeds bezig is, om
franco terug te zenden, wat hij hem voor
een korten tijd moest ontnemen. Zoo ja,
dan heeft men hier met een nieuw geval
van dictatoriale woordbreuk en bedrog te
doen, wat Chamberlain dan echter toch niet
zou beletten bij den man, die ze pleegt,
glimlachend op politieke visite te gaan.
nit laat*!ch niet gemakkelijk
rt- i slaan: hij zet zijn verzoenings
politiek door, ook al heeft hij den politie-
ken wind opnieuw tegen. Het wordt echter
zoo langzamerhand de vraag, 0f het En
gelsche volk hem nog langen tijd de be-
id.
Als
door
'i- i1- b. HUESE, te Goes.
we
loepen komte? ploteling ^en groot^ antt
lope aangerend en blijft verbaasd
80 meter naar ons staan kijken. Ze is slecht
zichtbaar, de kop steekt boven het gras
uit, doch het lichaam is maar vaag te zien
Toch meen ik, dat ik de schoft kari
onderscheiden en daarop wordt gemikt.
Dat valt niet mee, er is niets om de zware
buks op te steunen en dus moet knielend
geschoten worden. Op het schot valt het
dier om, maar is direct weer op de been
cn snelt her bosch in. Op de plek gekomen,
zien we bloedsporen; die we volgen. En dan
begint een periode, wat op jacht meer voor
komt, en die niet bepaald het vroolijkste
deel is: een gewond dier te vervolgen. He
laas kan niet elk schot direct doodelijk zijn
en de dieren in Afrika hebben een bekend
sterk weerstandsvermogen. We trekken
dus verder op het spoor, zien na een half
uur het dier, een waterbok, nog één keer
ver tusschen de struiken, maar dan ver
dwijnt het en na twee uur zoeken raken
onze jagers het spoor bijster en moeten we
helaas opgeven. Zonder twijfel heeft het
een vleeschwond en kan het zich nog goed
oefening van dat doorzettingsvermogen zal
toestaan. De. overeenkomst van München
heeft niet de verwachte groote ontspanning
in Europa gebracht. Het ziet er naar uit dat
de inwerkingtreding van het Britseh-Itali-
aansch akkoord evenmin een duurzame ver
betering van de betrekkingen tusschen Lon
den en Rome zal bewerkstelligen. Indien de
publieke opinie in Engeland niet heel spoé-
dig voor feiten geplaatst wordt, welke den
minister-president als het ware kunnen re-
habiliteeren, zal ze vermoedelijk haar ge
duld verliezen en eischen, dat er andere
mannen aan het bewind komen, mannen,
die van zich af weten te bijten tegenover
Rome en Berlijn.
Bij K.B. zijn met ingang van 13 Dec.
1938, benoemd tot dijkgraaf van den Eg-
bert-Petruspolder, de heer J. van der Weele
Mzn., te Wolfaartsdjjk, en met ingang
van 26 Nov. 1938, tot dijkgraaf van den
Boonepolder, de heer A. P. Woutersen, te
Hoedekenskerke.
HUISEIGENAREN, KIJKT UW
KELDERLUIKEN NA.
Gisteren had een stadgenoote, die met
haar dochtertje op een kelderluik stond,
het ongeluk te vallen, toen het luik het be
gaf, het dochtertje kwam ten deele in het
water, dat de kelder vult, terecht. Het liep
alles nog vrij goed af, maar het bleek, dat
dit kelderluik, juist als gevolg van het
onder water staan van den kelder weinig
wordt geopend en de liggers blijkbaar juist
door de vocht zeer geleden hebben.
Een er van was uit de voegen los geraakt.
Het moge een les zijn voor anderen, die
kelders met water hebben, de kelderluiken
goed op tijd na te zien, opdat geen erger
ongelukken voorkomen.
De politie en de bouwpolitie zullen ter
zake ook diligent zijn.
DE BAZAAR EN VERLOTING VAN HET
ROODE KRUIS.
Gisterenavond had het slot plaats Van
den bazaar en de verloting ten bate van de
Transportcolonne van het Roode Kruis.
Daarvoor waren verschillende personen
bijeen in de zaal-Den Boer, waar de leider
van de transportcolonne, de heer J. C. Lu-
dekuse, na een woord van welkom eerst
mede deelde, dat de naam van de pop
Aldolfine was en het bladwijzer op bladzij
de 240 van het boek lag. De naam is gera
den, terwijl 250 het dichtst bij 240 geraden
is.
Hierna had de trekking plaats van 27
prijzen der verloting.
Het is hier wel de plaats om er nog even
op te wijzen, dat „The Backersband" onder
leiding van den heer J. Reijnders, ook Za
terdagmiddag belangloos zijn medewerking
heeft verleend.
B. V. L.
Maandag hield de pl. afdeeling van den
B. V. L. haar jaarvergadering. De voor
zitter mr. R. M. van Dusseldorp opende
de bijeenkomst met een toespraak, waar
in hij wees op den ernst der tijden. Toen
de landstorm werd opgericht aldus spre
ker kon men nog zeggen, dat men van
het eene jaar in het andere leefde. Thans
is dat anders en leeft men van den eenen
dag in den anderen. Met angst ziet men
dagelijks de krant in. Veel bemoedigends
kan hij den landstormers niet vertellen,
maar spr. weet, dat hoe de toestanden
zich ook mogen ontwikkelen het vader
land en kroon zullen kunnen rekenen op
de hulp van den B. V. L. Dat is althans
een lichtpunt in deze sombere tijden.
Daarna reikte spr. de prijzen uit.
Overste Bruins, het woord verkrijgende,
sprak eerst een enkel woord tegen land-
stormer Van Wijkhuize, die wegens den
bereikten leeftijd eervol ontslag als land-
stormer heeft gekregen. Spr. dankte
hem voor zijn trouw gedurende twintig
jaar lidmaatschap belangeloos aan de
Nederlandsche gemeenschap betoond. Spr.
hield hierop een rede over het Indische
leger,- die. met .spanning werd gevolgd.
„Nederland en Indië één'', dat is een
spreuk, die elke Hollander zich steeds
meer eigen moet maken. De mannen die
Indië groot maakten warén én zijn, nog
steeds de mannen van het N.O.I. leger.
Hun bracht spr. een hulde. Als Indisch
Commandant heeft hij 14 jaar onder Jan
Fusilier vertoefden hem lief gekregen.
Spr. besloot zijn boeiende rede met de
woorden: De Inlander voelt zich even ge
lukkig onder de driekleurige vlag als de
Nederlander thuis en het Inlandsche meis
je en de Inlandsche jongen zingen met
evenveel liefde het Wilhelmus in het Ma-
leisch als de Hollandsche kinderen in het
Nederlandsch.
De hr Geijsen dankt spr. en is ervan
overtuigd, dat hij ons nader bij ons Indië
heeft gebracht.
EEN ONEERLIJKE VLUCHTELING.
Een slecht propagandist voor hulpverlee
ning aan Joodsche vluchtelingen toonde
zich een 25-jarige Poolsche Jood, die hier
met de mailboot arriveerde, omdat zijn lan
ding in Engeland was geweigerd, hoewel hij
in het bezit was van een Engelsche visum.
Deze man, van beroep teekenaar, bleek
in het. bezit te zijn van ruim 15 Engelsche
ponden en 150 aan Nederlandsch geld.
Hij verklaarde reeds op 22 dezer voor door
reis naar Engeland in ons land te zijn toe
gelaten, doch eerst Amsterdam en Den
Haag bezocht te hebben. Van het Joodsche
vluchtelingen comité te Den Haag had hij
ruim 15 Engelsche ponden gekregen om
toelating in Engeland te vergemakkelijken.
Hij heeft zich daarna nog tot een vriend in
Amsterdam gewend, van wien hij nog 150
wist los te krijgen. Hij verzweeg daarbij,
dat hij geld van het Joodsch vluchtelingen
comité had gekregen, wat dus verre van
eerlijk is. Ondanks dit geld is hij toch in
Engeland geweigerd, zoodat hij thans de
gast is ven de politie alhier, die hem in be
waring heeft genomen.
VERSTEKELINGEN.
Het Zweedsche stoomschip „Proolagen",
welk schip op weg is van Hamburg naar
Zuid-Afriko, kwam alhier op de haven om
te bunkeren. Het schip bleek twee verste
kelingen aan boord te hebben, een 26-jarige
I,eilander en een 23-jarige Pool, die de ka
pitein graag kwijt wilde, waarom hij ver
zocht deze menschen hier te mogen doen
landen. Vanzelfsprekend werd dit door den
commissaris van politie geweigerd. De sto
waways wilden echter ook gaarne hier aan
land gaan en hebben daartoe pogingen aan
gewend door uit de hut, waarin -zij waren
opgesloten, te breken, waarbij de beman
ning van het schip blijk gaf niet ongeneigd
te zijn de vluchtelingen te helpen. De ka
pitein riep daarop de hulp van de politie
in, die daarop de verstekelingen op het
bureau in bewaring heeft gesteld. Zoodra
het schip gereed zal zijn om te vertrekken,
zullen de zwervers weer aan boord worden
gebracht. Waar zullen zij tenslotte terecht
komen?
WAAR HEEN?
De commissaris van politie alhier, de
heer Gasinjet, wordt telkens opnieuw
voor nagenoeg onoplosbare probleemen
geplaatst ten aanzien van ongewenschte
vreemdeingen. Het zijn meestal Joodsche
vluchtelingen, die met de mailboot naar
Engeland vertrekken, in de stellige ver
wachting dat dit land, bekend om zijn
groote gastvrijheid, deze vluchtelingen
met open armen zal ontvangen. De teleur
stelling is dan ook meestal zeer groot,
want meestentijds wordt de landing van
deze menschen in Engeland geweigerd.
De Zeeland-booten moeten deze teleurge-
stelden weer mee terug nemen, waarna
ze alhier ter beschikking van de politie
worden gesteld, die maar moet zien, ze
kwijt te raken.
Ook Dinsdagavond bracht de mailboot
weer zoo'n teleurgestelde mee terug. Het
is een Tsjechische Jodin, een - 28-jarige
journaliste aan een modeblad, die kwam
uit Weenen. Het meisje bleek in 't bezit
van weinig geld te zijn, zoodat- zij de reis
kosten naar haar vaderland niet kon be
talen. Zij weigert naar Weenen terug te
keeren, zoodat zij voorloopig logies op
het politiebureau heeft gekregen en de
commissaris zich weer het hoofd breekt
over de vraag: „Waarheen?"
DOMBURG. Als in andere gemeenten is
ook hier een comité samengesteld voor
een collecte ten bate van de vervolgden
van het Joodsche ras, zulks onder eere
presidentschap van mevrouw H. A. E.
baronesse Van Tuyll van Serooskerken
Prisse. De collecte zal niet worden ge
houden met speldjes maar met lijsten en
busjes. Het comité bestaat uit personen
van alle gezindten. In de vergadering van
het comité werd het algemeen betreurd,
dat waarschijnlijk door het Provinciaal
Comité „voor steun aan rasgenooten"
reeds circulaires waren verzonden bijna
van huis tot huis, waardoor de hulp-actie
gebroken wordt en het met enthousiasme
opgenomen werk van het comité schade
wordt berokkend, al moge dan ook de
doelstelling dezelfde zijn.
De hoop werd uitgesproken dat Dom
burg als geheel zijn deel via het comité
zal bijdragen.
SINT-LAURENS. Op initiatief van den
burgemeester is alhier een comité opge
richt, hetwelk een collecte op 3 December
a.s. zal organiseeren ten bate van de Jood
sche vluchtelingen.
Dit comité is als volgt samengesteld:
Burgemeester J. W. van 't Hoff, eere-voor-
zitter, P. Boon, voorzitter; A. J. Barentsen
secretaris; Ph. I. van Dam, penningmees
ter; J. Wondergem, -P. Vader Hzn., ds. A.
Koning, ds. J. P. Simoons, H. A. de Boer,
G. F. Weeda, J. Riemens, J. Gloedbloed,
mej. A. Bommeljé-Wisse, mej. E. Boon, W.
Davidse, J. de Visser.
RAAD VAN SINT-LAURENS.
SINT-LAURENS. Dinsdagmiddag verga
derde de Raad onder voorzitterschap van
burgemeester J. W. van 't Hoff, voltallig.
De gemeenterekening 1937 zoomede de
begrooting voor het dienstjaar 1939 zijn
door Ged. Staten goedgekeurd. Het adres
van de Groep Nederland vein het Alg. Ned.
Verbond inzake belasting van opschriften
in vreemde talen werd voor kennisgeving
aangenomen. Op een vraag van den heer
R i e m e n s, of er dezen winter evenals
vroeger vleesch in blik zal worden ver
strekt antwoordde de v o o r z dat dit
thans reeds geschiedt door de diaconie der
Geref. Kerk en dat onderhandelingen gaan
de zijn om het ook van gemeentewege aan
werkloozen te verstrekken; hieromtrent is
men echter nog niet tot overeenstemming
gekomen met het desbetreffende ministerie.
In verband met den wensch van den mi
nister om de verordening-veldwachters op
verschillende punten te wijzigen, werd de
bestaande verordening ingetrokken en een
nieuwe vastgesteld, waarbij met de opmer
kingen van den minister is rekening gehou
den.
De v o o r z. stelde voor den post op de'
begrootingen 1938 en 1939 ten behoeve van
den luchtbeschermingsdienst, welke respec
tievelijk 25 en 50 groot zijn, te verhoo-
gen tot 150 respectievelijk 200. Spr
lichtte toe, dat in de spannende dagen in de
vorige maanden verschillende aanschaffin
gen moesten plaats hebben en dat, zoodra
deze dienst geheel georganiseerd is, er nog
meer uitgaven zullen volgen. Z.h.st. werd
hiertoe besloten.
Betreffende de vergoeding bedoeld in ar
tikel 101 der Lager-Onderwijswet over 1937
voor de school met den Bijbel stelden B. en
W. voor deze te bepalen op 12.86 per
leerling, zijnde het gemiddelde van drie ge
lijksoortige gemeenten. De v o o r z. deelde
mede, dat slechts 12.43 behoeft te worden
uitgekeerd, aangezien de school niet meer
uitgaven heeft gehad. Wanneer men de
kosten van den kweekeling met akte en de
aanschaffingskosten van een kachel hier
van aftrekt blijkt, dat voor de feitelijke ex
ploitatiekosten slechts een bedrag van
9.78 per leerling overblijft, waaruit blijkt,
In elk opzicht
superieur!
(Ingez. Med.)
mat nnvprcliifkaron 1
(Ingez. Med.)
Ondertusschen is het tien uur geworden
en voor ons is de warmte bijna onverdrage-
lijk, maar we moeten nog een flink uur
tippelen voor we bij ons eerste kamp zijn.
Hier staat een vervallen stroohut, waarin
onze bedden worden geplaatst en de mug-
gennetten worden opgehangen. We zijn vlak
bij de Ba Illi, maar kunnen hier niet zwem
men, omdat er kwade krokodillen in de
buurt zijn. Merkwaardig is, dat deze dieren
lang niet altijd gevaarlijk zijn; misschien
hangt dit af van den vischstand ter plaatse.
In de groote rivier, de Chari, zijn er gedeel
ten, waar de inlanders rustig zwemmen en
baden, zelfs al zijn er van deze reptielen in
de buurt, terwijl bv. bij Bousso een be
ruchte plek is waar ze zich zelfs niet ont
zien wasschende vrouwen van den kant te
sleuren. We brengen den dag door met on
ze vermoeide ledematen uit te strekken en
te liggen blazen van de hitte (110 Fahren
heit in de schaduw). Tegen vijf uur trek ik
er echter opuit. Het eerste uur levert niets
op, maar dan zie ik een kudde waterbok
ken op 100 meter, maar het schot werkt
niets uit. Na eenige minuten het zelfde
spelletje. De zwarte jagers beginnen beden
kelijk te kijken, beginnen te betwijfelen of
deze blanke eigenlijk wel schieten kan. Het
wordt nog erger als ik vrij spoedig daarna
een bok mis, en een wild zwijn, door het
schieten in paniek geraakt naar ons toe
komt stormen; maar ook deze zwartkiel
trekt zich van den kogel niets aan. Mijn
jagers zetten een gezicht alsof ze de zaak
hopeloos beginnen te vinden; ikzelf ook.
Op de schijf joeg ik vrijwel alle schoten op
80 meter in de roos, maar hier kan ik zelfs
een dier ter grootte van 'n koe geen kwaad
doen. Moeizaam trekken we verder, de
zwartjes met een houding van „ja, het
moet, maar er is geen aardigheid meer aan".
Het begint te schemeren, en op 50 meter
trekken vijf waterbokken langzaam over 't
pad, ook zeker denkende: dat heer maakt
wel lawaai maar het kan geen kwaad. Een
blijft zelfs rustig achter een struik staan
kijken. Het is een mooie bok, maar hij ver
waardigt zich zelfs niet een stap te doen na
het schot. In de Afrikaansche wildernis
weerklinken eenige kernachtige Holland
sche woorden. Harouna biedt me zijn schou
der aan om het geweer op te steunen; de
bok staat nog te wachten en zakt tot
ieders verwondering op het tweede schot
ineen. Een der jagers, een reus van een ke
rel, snelt reeds weg om te trachten erbij te
komen vóór het dier dood is, want vanwege
godsdienstige redenen mogen ze alléén eten
van een beest, dat met een mes den hals
is afgesneden. Heel nauw nemen ze het er
echter niet mee, want meermalen verricht
ten ze deze ritus als het dier al een uur
dood was, en eenmaal waren ze het heele-
maal vergeten en deden het pas in het
kamp.
Nu is het pessimism'1 plotseling verdwe
nen; deze blanke doet er wat langer over,
maar hij schiet toch wel wat, ze zullen niet
van honger omkomen. De kok in het kamp
zal tevreden zijn.
Het is reeds schemer als we afmarchee-
ren; een neger blijft bij het dier en ont
steekt een vuur tegen de leeuwen, en ik
vraag me af, hoe de dragers hem zullen
vinden in den nacht; maar daarvoor is geen
nood, want we zijn pas 500 meter op stap of
we komen er reeds drie tegen en verderop
weer vijf. Ze waren op het schieten afge
komen en gingen nu het dier uitslachten om
het in stukken te vervoeren. Onze gidsen
brachten me nu door deze wildernis, waar
alleen kleine paadjes zijn van het wild, in
rechte lijn naar het kamp, alhoewel het
stikdonker was: hun oriënteeringsvermo-
gen grenst aan het wonderbaarlijke. Daar
heerschte natuurlijk een feeststemming, bij
de zwartjes vanwege de 200 kg vleesch; bij
de blanken vanwege de eerste Afrikaansche
trofee.
Als het vleesch is gearriveerd, koken
spoedig de potjes op de houtvuurtjes en het
is een schilderachtig gezicht de groepjes
erom heen te zien zitten. Ze praten hon
derd uit en vertellen elkaar tot in het on
eindige de belevenissen van dien dag. De
reus blijkt niet bij de aangenomen dragers
te behooren, maar het uitstapje op eigen
risico mee te maken. Hij hoort hier niet
thuis, wat uit zijn lichaamsbouw is op ie
maken, maar is uit de Congo komen wan
delen, en sluit zich als hij kan bij elke
jachtexpeditie aan. Ik heb hem laten blij
ven en later als jager geëngageerd, waar
van we geen spijt hebben gehad. Zijn naam
was: Boidaba, maar wjj noemden hem
Tarzan, vanwege zijn athletische figuur.
Den volgenden ochtend zijn we voor dag
en dauw in de weer: ever de rivier hangt
een dikke mist en de zwartjes hebben het
erg koud. Ze zien heelemaal grijs van
dat een zuinig beheer plaats heeft. Z.h.s.
werd het voorstel aangenomen.
Betreffende de verordening op het in ge
bruik geven van het gemeente-vergaderlo
kaal stelden B. en W, voor art, 3 zoodanig
te wijzigen, dat de 0.25 per half uur ver
goeding voor gebruik na half elf, in het
vervolg van 10 uur af zal moeten worden
betaald en voorts de gemeentewerkman 20
uit te keeren van de ontvangen huren.
De v o o r z. lichtte dit voorstel toe en
deelde mede, dat de gemeente-werkman nu
reeds gemiddeld vier avonden per week bo
ven zijn gewonen werktijd met toezicht,
verzorging en sluiting is belast en dat dit
zoo goed als zonder vergoeding geschiedt.
B. en W. achtten dat deze toestand niet be
stendigd mag blijven.
Na eenige discussie werd dit voorstel met
de stem van den heer Hamelink tegen, aan
genomen.
De v o o r z. legde een plan tot den bouw
van een nieuwe karrenbergplaats over. Spr.
deelde mede, dat de thans nog in gebruik
lllDti N
SSJjihi
NSMiii
NSlüini i
- NSJilOI
NSÜITI
REINIGT ALLES
00K TRAPPEN EN GANGEN
OP ELKE 6US EEN BON VOOR GESCHENKEN
(Ingez. Med.)
asch, waarin ze zich wentelen vóór ze gaan
slapen; een goed afweermiddel tegen de
insecten.
Spoedig zijn we op stap, want we moeten
nog 10 km loopen, waar onze gids een
mooie plaats weet. Als we een half uur op
weg zijn zien we plotseling een kudde van
20 waterbokken. Ze staan tusschen de strui
ken maar onze jagers hebben oogen als
valken en er ontsnapt niets aan. Ik kan
niet zien of het groote dier, dat het dichtst -
bij staat een bok of een geit is, maar we
moeten in elk geval wat voor de keuken
hebben, want onze karavaan kan eiken dag
wel een antilope aan. Op het schot zakt het
dier ineen, de kudde stuift weg en als we
naar den gevallene toerennen om haar uit
haar lijden te verlossen, komt er plotseling
een andere teruggerend. Doorzakken op de
knie en schieten is het werk van minder
dan een seconde en ook deze stort ter aar
de. Mijn jagers stooten een vreugdegebrul
uit: ze zullen het goed hebben vandaag en
hun familie in het dorp zal er van mee
feesten. Deze blanke is een merkwaardig
heer: eerst alles misschieten en als je dan
begint te twijfelen of de expeditie geen
hongerexperiment zal worden, wentel je in
eens in overvloed. Van blanken kun je nu
eenmaal geen hoogte krijgen. We laten
Tarzan bij den buit achter, en gaan verder,
zien wel nog eenige kleine antilopen maar
de hitte zit ons in de beenen en we trach
ten zoo gauw mogelijk het tweede kampe
ment te bereiken.
(Wordt vervolgde