HP frwlwiak 1 MIDDELBURGSCHE COURANT HENNING %£&t3VF0gïS£ (&GOESCHE COURANT MORGENMIDDAG binnenland. V AC ANTIEK AARTEN MET KERSTMIS. Het leed der Joodsche vluchtelingen- Drama's aan de grens. „SURNUMERAIR-ONDERWIJZERS." met de kinderera naar een foto laten maken voor VADER'S ST. NICOLAAS WEERBERICHT. (Ingez. Me.d,) KERK EN SCHOOL. MIDDELBURG. DEK STATIONSBRUG GELICHT EN NAAR VLISSINGEN VERVOERD, Dagblad. Uitg. N.V. De Middelburgsche Crt. Bureaux: te MIDDELBURG: St. Pieterstr.28, Telefoon Redactie 269, Administratie 139; te GOESTurfkade Tel. 17. Postgiro 43255. Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes f 2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week abonnementen in Middelburg en Goes 18 ct. 29 NOV. 1988. EERSTE BLAD. 181e JAARG. NUMMER 281. TWEE BLADEN. DINSDAG Advertentiën 30 ct per regel, ingezonden mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager. Tarief op aanvraag. Familieberichten en dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine Advertenties", max. 6 regels, 75 cent, bij vooruitbetaling. „Brieven, of adres bureau v. d. blad" 10 ct extra. Bewijsnummers 5 ct. Wij vernemen, dat de Spoorwegen dit jaar voor liet eerst ook vaeantiekaarten zullen verkrijgbaar stellen ter gelegenheid van Kerstmis en Nieuwjaar en wel van 23 t/m 28 Dec. en#van 31 Dec. t/m 2 Janu ari. Nieuw rijwielachterlicht. De staatscourant bevatte dezer dagen een ministerieele beschikking, waarbij aan de koninklijke metaalsmederij, Hotzo Spannin- ga, te Joure, vergunning verleend wordt, tot fabrikatie en in den handel brengen van een geheel nieuw type rijwielachterlicht, met bajonetlamp. Voor zoover bekend, is dit de eerste bajonet-achterlamp, die door de K.E.M.A. werd goedgekeurd, volgens de veel strengere en onlangs gewijzigde voor schriften. PARATYPHÜS AAN BOORD VAN Hr.Ms. „SUMATRA". Onder de offficieren van Hr. Ms. kruiser „Sumatra", thans liggende te Tanger, heb ben zich eenige gevallen van paratyphus voorgedaan. De zeven patiënten zijn opgenomen in het Italiaansche hospitaal ter plaatse. Hun toestand is gunstig. Hun naaste familiebe trekkingen zijn vanwege het departement van defensie hiervan op de hoogte gesteld. Onder de overige bemanning hebben zich geen verschijnselen van genoemde ziekte vertoond. DEEN SOU TOONEELSTUK TE AMSTERDAM VERBODEN. Naar wij vernemen heeft de burgemees ter van Amsterdam, na lezing der Engel- sche vertaling van het tooneelstuk van den Deenschen auteur Kaj Munk: „Hij zit bij den smeltkroes", als zijn meening te kennen gegeven, bij eventueele opvoering tot verbod van het stuk te moeten over gaan. In Kopenhagen en Stockholm is het werk, waarin stelling wordt genomen te gen de rassenpolitiek, met groot succes opgevoerd. Eenige tooneeldirecties te Amsterdam hadden belangstelling voor het stuk ge toond, doch zich vooraf willen overtuigen van de zienswijze der overheid. vijftig jaar in dienst van de KONINGIN. Bij de verschillende gelegenheden, waar op onze Koningin of Haar kinderen uit rijden en het volk zich verdringt om Hen toe te juchen, bemerkt men tusschen de schittering der veelkleurige uniformen, die den stoet om stuwen, een man, die nauwkeurig toeziet of alles punctueel verloopt. Het is de koetsier-majoor C. v. Eijsbergen in zijn roode uniformjas en wit te pantalon met de hooge laklaarzeh, de steek in de hand, die zijn waakzaam oog over alles Iaat gaan. Deze oude getrouwe hoopt 1 December a.s. het feit te herdenken dat hij, 50 jaar geleden, als 13-jarige knaap de hooge poort van het gebouw der Koninklijke stallen binnentrijd, om zijn loopbaan in dienst van het Hof aan te vangen. Als leerling stalknecht begon de gouden jubi laris. In 1923 werd hij tot koetsier-majoor aangesteld, een zeer verantwoordelijke taak. Van alle belangrijke gebeurtenissen voor ons Vorstelijk Huis in de laatste vijftig jaar, was Van Eijsbergen van nabij ge tuige. Bij de begrafenis van Koning Wil lem III maakte hij deel uit van den stoet, en in 1898, toen Koningin Wilhelmina Haar taak als regeerend Vorstin aanvaardde, reed hij als postillon voor een der rijtui gen die de Koninklijke koets volgden. Ook bij het huwelijk van Koningin Wilhelmi na was hij aanwezig en toen onze Kroon prinses in den echt trad, mende Van Eijs bergen vanaf de hooge bok van de Gou den Koets zijn acht paarden. Zoo heeft deze 63-jarige veel doorleefd maar niet licht zal hij de woelige dagen uit het revolutiejaar 1918 vergeten. En vooral niet den dag waarop 't Koninklijk Gezin naar het Malieveld reed, waar het juichende publiek den koetsier Van Eijs bergen „werkloos" maakte en de stren gen der paarden voor de koets losmaak te en zelf het rijtuig trok. Voor den jubilaris zal de eerste Decem ber, een dag vol herinneringen, een waar- ige afsluiting zijn van deze halve eeuw trouwen dienst aan ons Vorstenhuis. („De Standaard.") DE LICHAMELIJKE OPVOEDING DER JEUGD. Adres van onderwijzers-organisaties. De vereenigmg van leeraren en oniïer- wijzers in de lichamelijke opvoeding in Nederland, de onderwijscentrale, het Np. >^lardS,°h onderwÜzers genootschap, het vnl l'f ^derwijzersverbond, den bond eeni e onderwijzers, de ver- Slgl"g 7an hoofden van scholen in Ne- zersanen ch"stelijke onderwij zers en onderwijzeressen in NedprHnrt de vereeniging voor meer uitgebreid £1 onderwijs en het Nederlandsch Olympifch Comité, hebben een adres gericht aan den Raad van ministers en de Eerste en Twee de Kamer der Staten-Generaal, waarin zij verzoeken in het belang der lichame lijke opvoeding, die maatregelen te wil len nemen of te doen nemen welke voe ren tot het volgende: nnvn^f„Tee,ne invoering der lichamelijke sch^o&n VterPKCht leervak in alle school t/m do eginnen hö de lagere bcaooi t/m de universiteit* b. het onderwijs in de 'lichamelijke oe fening ook m de lagere scholen toe te vertrouwen aan vakonderwijzers in de lichamelijke oefening; sofc0- ,0nderwijs geheel te doen zijn win Cn overheidstaak, zonder af wenteling 0p buitenlandsche instanties; d. tevens maatregelen tc treffen ter bevordering van de lichamelijke opvoe ding en oefening der jeugd in beroep en bedrijf, de werklooze jeugd daaronder begrepen. Op initiatief van het Comité van waak zaamheid van Nederlandsche intellectu- eelen is op Zaterdag en Zondag j.l. aan een deel van de Nederlandsch-Duitsche grens door een commissie, bestaande uit de hee- ren F. J. W. Drion, oud-lid der Tweede Ka mer, mr. dr. G. J. van Heuven Goedhart, hoofdredacteur van het Utrechtsch Nieuws blad, en mr. G. C. M. van Nijnatten te Nij megen, een onderzoek ingesteld naar de praktijk der toelating en afwijzing van Duitsch-Joodsche vluchtelingen door de Ne derlandsche autoriteiten. Aan het door de ze commissie uitgebrachte verslag is het volgende ontleend: „Door mededeelingen van regeeringswe- ge is de indruk gevestigd, dat bij de toe lating van Duitsch-Joodsche vluchtelingen zooveel tegemoetkoming en voortvarend heid zou worden betracht, als met de in achtneming van de uit oeconomische en hy giënische overwegingen onvermijdelijk voortspruitende beperkingen mogelijk is. Men zou op grond hiervan onder meer ver wachten, dat in al die gevallen, waarin niet onmiddellijk op grond van voldoende gege vens tot toelating kan worden besloten, overgegaan zou worden tot tijdelijke deti neering bv. gedurende een week ten einde door een behoorlijk onderzoek een volledig beeld te verkrijgen. Evenwel moet geconstateerd worden dat kennelijk de aan de grensautoriteiten verstrekte in structies met deze voorwaarden van men- schelijke behandeling van vluchtelingen, die, geljjk nader zal blijken, veelal in on middellijk levensgevaar verkeeren, geen re kening houden. Wij laten hier een aantal sprekende ge vallen volgen: 1. Een man, in het bezit van een visum van een ander land, maar zonder een voor dat land geldige verblijfsvergunning, wordt niet toegelaten. Alleen door volhardend ijveren van particuliere zijde werd ten slot te alsnog toelating verkregen. 2. Twee jongens, wier vader zelfmoord had gepleegd en wier moeder zich in Ber lijn bevond, kwamen aan de grens, waar een brief van een in Den Haag wonenden oom op het grenskantoor gereed lag, mel dende, dat deze oom bereid was zich het lot van de beide jongens aan te trekken. Zij werden aanvankelijk teruggezonden, maar dank zij particuliere tusschenkomst kon het bedoelde stuk opgespoord worden, waarna, zij het na uitvoerig onderhandelen, toela ting werd verkregen. Kon in deze gevallen, mede dank zij de voor de vluchtelingen zeer welwillende uit legging van hun instructies door de dienst' doende ambtenaren, toelating worden ver kregen, in vele andere gevallen kon zelfs de uiterste tegemoetkoming van de locale autoriteiten niet tot een zoo gunstige uit komst leiden. 3. Een man, verloofd met een in Enge land wonende vrouw, die voor hem reeds een betrekking in dat land had weten te vinden, werd ondanks langdurig onderhan delen met het departement van justitie naar Duitschland uitgeleid. Hij zag tegen het hem dreigende lot zoozeer op, dat hp bij het Nederlandsche douane-kantoor een re volver vroeg om zich van kant te maken. Den dag daarna vond men dicht bij de Ne derlandsche grens, op Duitsch gebied, een man aan een boom hangen. 4. Een man, wiens vader in het bezit van een industrieel procédé was en die gewei gerd had dit procédé aan de Duitsche auto riteiten te verraden, werd eenige weken in Duitschland door niet-Joden verborgen en kwam langs den normalen weg over de Nederlandsche grens, waar hij werd vastge houden. Binnen 24 uur volgde zijn uitlei ding; bij wijze van uiterste concessie werd hij niet aan de Duitsche politieautoriteiten uitgeleverd, maar gaf men hem gelegen heid via de bosschen zijn „vaderland" bin nen te gaan. 5. Een bejaarde rabbijn die weliswaar geen Engelsche verblijfsvergunning kon toonen, doch wel door brieven aannemelijk kon maken, dat hij in Engeland een werk kring bij Joodsche instellingen zou kunnen verkrijgen, en die bovendien reeds in het bezit was van: a. een Tsjechisch paspoort, hem als Tsjech verleend, b. een spoorkaar- je tot Vlissingen; c. een bootkaart tot Lon den, werd uitgeleid. De man, die om 10 uur 's morgens per trein was gearriveerd, mocht op Nederlandsch grondgebied niet wachten op de telegrafische gevraagde be vestiging van zijn vooruitzicht op een werk kring in Engeland, maar werd na eenige uren oponthoud onverbiddellijk over de grens gezet. Bij zpn uitleiding verzekerde hp onder aanroeping van God, dat zijn te rugkeer in Duitschland zijn dood beteeken- de. Omtrent zijn verder lot is ons niets be kend. 6. Twee mannen, die niet voor onmiddel- pke toelating in aanmerking kwamen, als zijnde met voorzien van een bewijs, dat zij zich m een ander land zouden kunnen ves tigen werd, dank zij de welwillendheid der dienstdoende ambtenaren, toegestaan van 's morgens 10 uur tot 's middags 6 uur op Nederlandsch grondgebied te blijven, waar na hun uitleiding, toen alle onderhandelin gen met Den Haag vruchteloos waren ge bleven, volgde. Overeenkomstig instructie werd in hun passen aangeteekend, dat zij niet waren toegelaten. Een hunner heeft andermaal de grens overschreden, is er in geslaagd tot Amsterdam te komen, waar hij gearresteerd werd om opnieuw uitgeleid te worden. Omtrent hun verder lot weten wij niets. Stel tegen drift, geen drift maar wacht uw tijd en duik de hartstocht is geen kracht maar krachtmisbruik. Beets. 7. Een ruim 80-jarige man, wiens huis was vernield en die aan zware mishandelin gen had blootgestaan men had hern op een stoel gebonden, dien stoel in brand ge stoken en toen de vlammen doofden, hem met een tafelpoot op het hoofd geslagen kon, ofschoon hem was toegestaan zich ten huize van zijn in Nederland wonende kinderen te vestigen, overeenkomstig de in structies niet toegelaten worden, omdat hij geen Duitsch paspoort en geen Duitsch be wijs van goed zedelijk gedrag kon toonen. Hp heeft zich dagenlang in Nederland ver borgen moeten houden en kon eerst te voorschijn komen, toen zpn Nederlandsche advocaat erin geslaagd was in Duitschland de bedoelde stukken te bemachtigen. Wïj hebben vervolgt de commissie alle redenen om overtuigd te zpn van de volstrekte juistheid dezer feiten, ofschoon de namen en andere details uiteraard niet voor publicatie vatbaar zpn. Deze gevallen zijn kenmerkend voor de praktijk der be handeling van Joodsche vluchtelingen slachtoffers van de mishandelingen in het Duitsche rijk door de Nederlandsche overheid. Wie niet beschikt hetzij over een officieele verblijfsvergunning voor een an der land, dan wel over een door een in Ne derland wonende relatie verkregen vesti gingsvergunning voor Nederland zelve slaagt er niet dan bij uitzondering in, toe gang tot ons land te verkrijgen. Van re delijke toepassing van het asylrecht kan dan ook in de laatste weken dé instruc ties zijn naar ons gebleken is telkens op nieuw verscherpt naar onze overtuiging niet meer worden gesproken. De regeering laat doorschemeren, dat zij bereid zou zijn op veel ruimere schaal vluchtelingen ook volwassenen, maar voor al kinderen, toe te laten, indien zij door middel van daartoe in Duitschland georga niseerde transporten hierheen zouden wor den gevoerd. Het behoeft wel geen betoog, en zulks was ook de meening van al onze zegslieden, dat van dergelijke georganiseer de transporten in de naaste toekomst geen sprake kan zijn. Immers van de zijde der Duitsche autoriteiten is medewerking daar toe uitgesloten, en de Joodsche bevolking is door de gewelddadige ontbinding van al le organisaties, die daarbij hulp zouden kunnen bieden, ten dezen tot machteloos heid gedoemd. Kan dus practisch van toelating van vluchtelingen ternauwernood worden ge sproken, terwijl bij handhaving van den be- staanden toestand ook in de naaste toe komst niets zal komen, toch zou zelfs on der deze omstandigheden een veel grooter aantal slachtoffers binnenkomen, indien de regeering ertoe kon besluiten den plaatse lijken autoriteiten en den hun zoo bewon derenswaardig behulpzamen particulieren, Joodsche zoowel als niet-Joodsche, gelegen heid en tijd te geven tot nauwkeurig onder zoek van elk afzonderlijk geval. Daartoe ware een doeltreffend middel het oprichten langs de grens van barakken, waarin allen, die over de grens komen en tot wier onmid dellijke toelating niet kan worden overge gaan, voor enkele dagen onder bewaking zouden kunnen verblijven, tot bij tijd en wijle de daartoe in het leven te roepen co mités in contact met de plaatselijke auto riteiten een onderzoek zullen hebben inge steld. Op deze wijze zou het leed voorko men kunnen worden, dat thans hen treft, die, uit vrees voor uitleiding voordat hun geval tot klaarheid is gebracht, zich soms dagenlang verborgen houden, verteerd door angst voor ontdekking en de gevol gen daarvan. Maar ook zou hiermede het onrecht worden vermeden dat thans hen bedreigt, die deze ongelukkigen bijstand verleenen. „OPENT DE GRENZEN". De heer ir. C. Boeke te Bilthoven heeft in verband met de huidige actie om de grens voor de vluchtelingen te openen, een lied gecomponeerd: De eerste strofe luidt: „opent de grenzen opent ze wijd. neerland sta open voor alles wat lijdt: zoo is het vroeger altijd geweest, zoo is van oudsher de Hollandsche geest". INVOERCONTINGENT VOOR BOTER IN BELGIë. Wij vernemen van bevoegde zijde dat de Belgische regeering voor invoer van boter tot eind December een globaal contingent van in totaal 100.000 kg heeft vastgesteld. Het aandeel van Nederland bedraagt hierin 27% pet. De betreffende hoeveelheid moet uiterlijk 31 December 1938 in België worden inge voerd. Een voorstel van het Tweede Ka merlid Tilanus. Het Tweede Kamerlid de heer Tilanus (c.h.) heeft op de onderwijsbegrooting een amendement ingediend tot aanstelling van surnumerair-onderwijzers. Voorgesteld wordt de omschrijving van artikel 117 als volgt te lezen: Bij voorschot uit te betalen vergoeding voor het jaar 1939 aan de gemeenten ten gevolge van artikel 56 der lager-onderwijs- wet 1920; tegemoetkoming aan gemeenten wegens verlies van rijksvergoeding; ver goeding, te berekenen naar een salaris van 60 per maand, uit te betalen aan de gemeenten voor „surnumerair-onderwij zers'1, beneden den leeftijd van 26 jaar. aangesneld aan openbare lagere scholen zoodra en zoolang gedurende het ajra 1939 een school met een voor rijksvergoe- »ee®eeeee®e®eoe@eeoee (Ingez. Med.) ding in aanmerking komende leerkracht 37 leerlingen telt een school met twee voor rijksvergoeding in aanmerking ko mende leerkrachten 77 leerlingen telt, een school met drie 127, met vier 177; met vijf 227 leerlingen telt en zoo verder voor scholen telkens met een voor rijksvergoe ding in aanmerking komende leerkracht meer en telkens met 50 leerlingen meer. Voorts wordt voorgesteld dezelfde re dactie te volgen in art. 120, ten aanzien van de bijzondere lagere scholen. In de toelichting zegt de voorsteller, dat hij heeft gezocht naar een oplossing, waarbij met strikte handhaving van het door de grondwet geëischte beginsel der financieele gelijkstelling van het openbaar en bijzonder lager onderwijs, en zonder directe wijziging van de leerlingenschaal in de wet en zonder de rijksbegrooting te verhoogen, jonge aktebezitters te werk kunnen worden gesteld, en waarmede zoo wel de scholen als deze jonge onderwij zers worden gebaat. De voorsteller meent, dat door de voor gestelde aanvulling van de beide begro tingsartikelen althans voor het jaar 1939, en zoolang het niet mogelijk is door wij ziging van artikel 28 der lager-onderwijs- wet 1920 meer onderwijzers ter beschik king te stellen, door aanstelling van een surnumerair-onderwijzer aan een school volgens in de ontwerpbegrootingsartikelen aangegeven normen, althans eenige ver zachting van de ongetwijfeld bestaande moeilijkheden wordt verkregen. Hij heeft den naam „surnumerair-onder- wijzer" gekozen, omdat deze naam, zeker beter dan „kweekeling met akte", uit drukt wat deze onderwijzers in feite zijn. Hij heeft gemeend te mogen voorstellen rijksvergoeding te verleenen voor een sur- numeraire leerkracht, tegen een salaris van 60 per maand, voor die scholen, die een zoodanig aantal leerlingen tellen, dat zij geacht kunnen worden in moeilijkheden te geraken. Hij heeft daarbij zooveel mo gelijk de bestaande schaal gevolgd, telkens iets blijvend beneden den in artikel 28 der wet aangegeven bovenkant van de schaal. Hij stelt voor de benoeming tot surnu merair onderwijzers alleen mogelijk te maken voor jonge aktebezitters, met een maximum leeftijd van 25 jaar. Uiteraard geldt dit voorstel opgenomen in de be grooting voor 1939 slechts voor een jaar. Voor 1940 kan het vraagstuk van de leerlingenschaal nader worden bezien De heer Tilanus meent, dat door dit voorstel geen, of althans geen aanzienlij ke vermeerdering van kosten wordt ver oorzaakt. Slechts wordt bereikt, dat meer leerkrachten zij het ook als sur- numeraire onderwijzers met minder salaris worden te werk gesteld. DE STEUNACTIE VAN HET BIOSCOOP- EN FILMBEDRIJF TEN BATE DER JOODSCHE VLUCHTELINGEN. De Nederlandsche Bioscoopbond heeft, zooals men weet, een steunactie op touw gezet ten bate van de vluchtelingen om ras of geloof. Deze actie bestaat hierin, dat de bioscoop directies de ontvangesten, welke de bios coopvoorstellingen van Donderdag 1 De cember a.s. opleveren, zullen afdragen aan het hoofdbestuur van den Nederlandschen Bioscoopbond, terwijl de directies der film maatschappijen eveneens een offer zullen brengen door de hun toekomende filmhuur van den eersten December a.s. ten bate van de vluchtelingen af te staan. Het geheele bedrag, dat het hoofdbestuur van den Ne derlandschen Bioscoopbond op deze wijze van de bioscoop- en filmmaatschappijen zal ontvangen, zal het afdragen aan de drie officieele vluchtelingencomité's, n.l. het Joodsche, het protestantsche en het roomsch-katholieke comité in dezelfde ver houding welke de regeering heeft toege past bij het verlangen van garantiesommen van deze comité's. KETEL KOKEND WATER OMGETROKKEN. Tweeling brandwonden opgeloo- pen. Gistermorgen speelde in een woning in de Pieter Nieuwlandstraat te Am sterdam een tweeling, jongetjes van vjjftien maanden, in de keuken. Toen ze even alleen waren, heeft de een kans ge zien een ketel water om te trekken, waardoor beiden het kokende water over zich heen kregen. Het eene jongetje was er vrij ernstig aan toe, het andere had slechts lichte brandwonden opgeloopen. Beide kinderen zijn ter verpleging naar het O. L. V. gasthuis vervoerd. Verwachting tot morgenavond: DE BILT: aanvankelijk zwakke veran derlijke wind, betrokken tot zwaar be wolkt met plaatselijk mist, weinig of geen regen, later toenemende Z W. tot Z. wind. zwaar bewolkt tot betrokken, toenemende kans op regen, weinig verandering in tem peratuur. UKKEL: zwakke veranderlijke wind, over het algemeen betrokken hemel en ne velig, plaatselijk mist, tijdelijk regen of motregen, later wellicht opklaringen. Wo 30 November. Zon op: 7 h 47: on der: Ï5 h 50. Licht op: 16 h 20. Maan op: 24 h 26; onder: 3 h 50. E.K. 30 Nov. Hoog- en Laagwater te Vlissingen: November. Hoogwater. Laagwater. Dinsdag 29 5.28 18.01 11.55 Woensdag 30 6.21 19.03 0.04 12.46 December. Donderdag 1 7.22 20.16 1.06 13.56 Westkapelle is 28 min. en Domburg 38 min. vroeger; Veere 38 min. later. (S springtij.) Hoog- en Laagwater te Wemeldinge: Dinsdag Woensdag Donderdag November. Hoogwater. 29 7.16 19.42 30 8.05 20.38 December. 1 9.01 21.46 Laagwater. 0.27 12.59 1.14 13.47 2.16 14.52 - id* fficoé aéaMSi eCvtf-iW-£- a aaT J te. Tot gemachtigden in het kiescollege der Ned. Herv. Kerk te Kapelle wer den herkozen de heeren: J. Baijens met 65 stemmen, C. de Jager met 59 stemmen, M. Glas Jz. met 58 stemmen en Jan van Wii> gen met 62 stemmen. ZEELAND. Hedenmorgen te kwart voor zeven ging de schipbrug alhier open voor het doorlaten van twee groote bokken van de N.V. Van der Tak's Bergingsmaatschappij, nml. de „Adelaar" en de „Kolossus II", resp. met een hef- en draagvermogen van 1500 en 2000 ton. De „Adelaar" nam plaats aan het einde van de Stationsbrug aan de zijde van den Blauwen dijk en de „Kolossus" aan het einde aan de zijde van de Loskade. De kabels werden aan de brug die na ge deeltelijke onttakeling alsnog ongeveer 1700 ton weegt, bevestigd. Toen de brug van den spil was losge maakt, gingen de kranen op de bokken aan het werk en zachtjes zag men het gevaarte rijzen tot dat het boven de spil was en nu naar de wal zijde boven de vaargeul werd gezwaaid. De beide bokken manoeuvreerden zoo, dat de brug er tusschen kwam te han gen en zachtjes aan voer men tot voor den Blauwendijk. Hier lagen gemeerd de sleep- booten „Zwitserland" en „Rusland" van de reederij van P. Smit. De „Zwitserland" ging voor den sleep trekken, de „Rusland" werd van achter vast gemaakt om zoo noodig te sturen. Zoo zette deze combinatie, waarbij de hooge kranen van de bokken een in drukwekkend en de menikleur op de ijze ren brug een schilderachtig aanzien aan het geheel gaven, de reis door het kanaal te kwart over negen voort, naar „De Schelde" te Vlissingen. „De Adelaar", die evenals de „Kolossus" reeds Zondag uit Rotterdam was vertrokken, kwam hedenmiddag om het vaste brugdeel, dat aan de zijde van de Loskade ligt, naar Vlissingen over te brengen. Ook dit deel zal goed onder han den worden genomen. Zooals bekend, is op 2 November de brug buiten dienst gesteld en is men toen spoedig begonnen met het sloopen van een deel en het afspuiten van de verf. Men had gedacht na 3 weken de brug naar „De Schelde' te kunnen brengen, het is vier weken gewor den. Wjj vernemen, dat aan den toegang tot de brug aan beide zijden verandering zal worden aangebracht en o.a. de vier daar staande lantaarns buiten gebruik raken. Kan de gemeente niet trachten die op een andere plaats in de stad te plaatsen waar bij wij dan speciaal denker, aan de Nieuwe Brug, waar de verlichting nog al wat te wenschen over laat, vooral ook voor vreem delingen die daar passeeren. VOOR DE JOODSCHE VLUCHTELINGEN. De collecte, gehouden onder de leden der ver. van vrijzinnig hervormden te Middelburg, voor de vluchtelingen uit Duitschland, heeft 322,50 opgebracht. Dit bedrag is overgemaakt aan de Cen trale commissie voor het Vrijz. Protestan tisme te Utrecht.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 1