HEEM AF
f90.-
asr
STOFZUIGERS
KRONIEK van dm DAG.
BINNENLAND.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 16 NOVEMBER 1938. No. 270.
LALINE LESTER'S ROMAN
De Jodenvervolging in
Duitschland,
aissittaoi.
WALCHEREM.
lUIBiEVELA^D
zijn niet alleen stofzuiger, maar ook tapijtreinigei
HENGELO
Verkrijgbaar bij: Electro Techn. Bureau L, J, van't WESTENDE, Gortstraat 21, Middelburg, Telefoon 387
De decreten van de
Fransche regeering
Zaterdag precies een dag voor het ver
strijken van den termijn harer volmachten
jS de Fransche regeering eindelijk op de
proppen gekomen met de wetsdecreten,
welke beoogen Frankrijk uit zijn financieele
en économische moeilijkheden te helpen. Ja
renlang reeds duren deze moeilijkheden,
zooals men weet, en de pogingen van het
kabinet-Daladier, om ze baas te worden, is
niet de eerste. De befaamde Volksfrontre-
geeringen probeerden ze reeds op haar
wijze op te lossen. De resultaten daarvan
waren echter averechts. Frankrijk raakte
er eens zoo diep door in de put.
De minister van financiën Reynaud, die
zeer onlangs de bezwaarlijke portefeuille
van Marchandeau overnam, heeft in een
radiorede een toelichting op de decreten ge
geven. Hij wond er daarbij geen doekjes
om: de toestand is zeer ernstig, verklaarde
hij en het zal minstens drie jaren duren,
voordat er van een volledig herstel sprake
kan zijn. Maar het Fransche volk hoeft toch
allerminst te wanhopen: als het de tanden
op elkaar zet, zal het zijn verschrikkelijke
zorgen te boven komen.
Minister Reynaud heeft de geheele vorige
week gewerkt als een paard. Hij zat des
morgens om acht uur al achter zijn bu
reau, als er nog geen sterveling aanwezig
was. De minister was voor niemand te spre
ken in het kabinet, waar de meubelen
en de muren, ironie van het lot, met goud
zjjn afgezet. Er werden alleen een paar me
dewerkers toegelaten. De decreten, welke
het resultaat van al dezen arbeid zijn, be-
teekenen echter geenszins een omwenteling.
Het overigens wel grootscheepsche plan van
Reynaud, onder te verdeelen in financieele,
fiscale, economische en sociale maatrege
len, is van minder ingrijpenden aard dan
men aanvankelijk heeft gedacht. Wat de
laatstgenoemde rubriek betreft, is welis
waar een verhooging van den arbeidstijd
toegestaan (niet voorgeschreven), doch in
principe blijft de veertigurige werkweek ge
handhaafd. Met de afschaffing echter der
werkweek van vijf dagen wordt een soepe
ler toepassing der wet mogelijk, men kan
langer werken en de overuren worden als
volgt betaald: tot aan 250 uren tien pro
cent, van 250 tot 400 uren vijftien procent
en boven 400 uren vijf-en-twintig procent.
Voorts legt men de laatste hand aan een
statuut inzake staking. Thans reeds is wei
gering van overuren voor de landsverdedi
ging strafbaar. Een crediet van tien millioen
is uitgetrokken voor vakonderwijs aan
werkloozen.
Zoogenoemde orthodoxe maatregelen zijn
die ten aanzien der belastingen; nieuwe di
recte belastingen, opbrengst vier milliard,
nieuwe indirecte belastingen, opbrengst drie
milliard, verhooging der bestaande belas
tingen, opbrengst een milliard.
De herwaardeering van den goudvoor
raad der Fransche bank, die van Algerie
en die der koloniën, zal ongeveer 35 mil
liard opbrengen als men tot basis neemt
170 franken voor een pond sterling. Een
nieuwe overeenkomst nopens de voorschot
ten van de Fransche bank aan den staat is
in voorbereiding.
Op alle uitgaven, ook die aan salarissen,
zal drastisch worden bezuinigd, met name
bij de Parijsche Metro en de autobus, die
wederom duurder worden, en de staats
spoorwegen. Over dit laatste punt liepen
de meeningen van Reynaud en minister De
Monzie nogal uiteen, doch het geschil is
ter elfder ure bijgelegd.
De voornemens met betrekking tot de
economie bepalen zich tot een verlichting
der lasten van bedrijf en onderneming, ver
strekking van credieten, breideling der
vreemde concurrentie, vergemakkelijking
van het handelsverkeer met de koloniën;
fJ beoogen stimuleering van het bedrijfs
leven en stijging der productie met dertig
procent te brengen. Van de hoogere inkom
sten uit meer arbeid verkregen moet tien
procent aan den staat worden afgedragen.
Niet alle bepalingen, vastgelegd in deze
wetsdecreten, kunnen wij opsommen, doch
de genoemde zjjn wel de voornaamste, en
op één der ongenoemde, betrekking heb
bende op de stjjging van het geboortetekort,
hopen we binnenkort terug te komen.
Vooreerst wordt het afwachten, èn op de
commentaren, die niet zullen ontbreken
reeds staat de communistische Humanité
op haar achterste beenen èn op de re
actie bij de politieke partijen. In het bij
zonder ook bij' het vakverbond wordt dei
ning verwacht; het is een publiek geheim,
at 24 uren vóór de onderteekening minis-
59).
Hit het Engelsch door W. A. C.
't mS"16 keerde terug van de galerij voor
waren Ti0"1 te zeSgen, dat allen weg
Vir-nir)™ alve de heer Whitmore de
TaW S36S en de Pages.
voted door*!? Molly verlieten de kamer, ge-
en gingen naar'de^i dr06g'
ÜSeve KlSinLealine' d.ie ,doodsbleek Yfs.
moon Je moet je g7ed
Er terwijl de klok h,u i
men den stoet te for™ 16 Sl°eg' beg0n
organisatietalent en Sf' I
ma'af bïmdsrnefsje geweest^ ^nter.twee
cies hoe 't gaat", z^i freUle I'ttv^
air van gezag. y met een
„Jonker, onthoud nu goed wat
doen", zei de kinderjuffrouw van Molhï
heel Wem zoontje. „U moet netjes den s een
ophouden kijk, zóó". eep
De stoet zette zich in beweging, Laline
met haar arm in dien van den Whitmore.
Een gefluister van bewondering van de
toeschouwers werd hoorbaar toen de stoet
door de kruisgangen schreed; en werkelijk,
een lieflijker bruid had er nooit bestaan.
„Zilver en goud en wit!" fluisterde een
ter Pomaret en minister Reynaud het over
de sociale maatregelen in de decreten het
nog zoo weinig eens waren, dat de laatst
genoemde met aftreding op staanden voet
dreigde. Vandaar het ontbreken misschien
van eenige bepalingen, die eerder reeds wa
ren aangekondigd.
Ofschoon men nog niet gelooft aan het
einde der partijpolitiek, is er na de rede
voering van Reynaud en de afkondiging
der wetsdecreten toch iets veranderd. De
groote meerderheid van het Fransche volk
is thans wel van den ernst van den toestand
doordrongen en bereid mede te werken tot
het herstel. Wellicht krijgt het kabinet-Da
ladier dus een goede kans, een goede kans
vooral om later nog met uitgebreider en
drastischer maatregelen te komen.
Mededeelingen van minister
Colijn in de Tweede Kamer.
Ministerpresident dr. H. Colijn heeft gister
middag in de Tweede Kamer eenige verkla
ringen afgelegd in verband met de Joden
vervolging in Duitschland.
Van den beginne af is de regeering, aldus
spr. direct actief in het vraagstuk der Jo
den opgetreden. Het onderzoek aan de grens
is bespoedigd. Tegen de grens aangedron
gen kindergroepen zijn toegelaten.
Onze berichten zijn, dat het buitenland
zijn grenzen potdicht houdt. België richt
geen kampen in. Dit is officieel geant
woord door iemand, expres daarvoor naar
Brussel gezonden.
Stelt Nederland alleen zijn grenzen open,
dan komt de groote massa der vluchtelin
gen door het open gat. Dat kan niet. Een
of tweemaal honderdduizend vluchtelingen
kunnen we niet toelaten. Waar ligt dan
wel de grens? Zegt men 10.000 of 5000,
dan zjjn er nog zooveel meer achtergeble
ven. De moeilijkheden zijn enorm.
De regeering heeft zich via haar gezan
ten gewend tot Kopenhagen, Londen, Brus
sel, Parijs en Bern om gezamenlijk soelaas
te brengen. Gister was er nog géén ant
woord, telegrafisch is op spoed aangedron
gen.
Er zullen twee barakkenkampen voor
enkele duizenden vluchtelingen worden in
gericht. Maar wat we verder kunnen doen,
hangt van de houding der andere landen
af.
We kunnen niet meer doen, ook in het
belang van de Nederlandsche Joden zeiven.
Sporen van anti-semietisme zjjn er ook in
ons land. Lieten we maar ongelimiteerd
vluchtelingen toe, de stemming hier te lan
de zelve zou een ongunstige kentering on
dergaan.
Een voorstel van den Amsterdam-
schen gemeenteraad.
Bij den aanvang van de vergadering van
den Amsterdamschen Raad van gister, heeft
de voorzitter van de sociaal-democratische
raadsfractie, de heer W. J. Matthijssen
(s.-d.) een voorstel ingediend, dat de bur
gemeester vanwege zijn urgentie, aan de
agenda toevoegde en terstond aan de orde
stelde.
Na een korte discussie, werd het met al-
gemeene stemmen aangenomen.
Het luidt aldus:
De Gemeenteraad van Amsterdam noo-
digt B. en W. uit, te bevorderen, dat, zoo
dra de regeering besluit, tot toelating van
Joodsche vluchtelingen, op groote schaal
huisvesting wordt verschaft, onder meer in
gemeentegebouwen en mede met behulp
van de burgerij in het eerst noodige voor
deze vluchtelingen te voorzien.
OP ELKE BUS EEN BQN VÓÓR OÉSCHENKEN
vatoailA
(Ingez. Med.)
der pachtersvrouwen. „Is ze niet volmaakt
mooi?"
„Wat zal kapitein Lumley gelukkig zjjn!"
zuchtte een andere in verrukking.
De stoet bereikte de deur en verdween in
de kapel. Jack trad zijn bruid tegemoet en
Molly liep voorbij de bruidsmeisjes, om haar
plaats in de kerkbank tegenover den preek
stoel, naast mevrouw Greening, in te ne
men.
Het orgel hield op met spelen en na een
oogenblik stilte nam de geestelijke 't woord.
Laline was zich nu bijna van niets meer
bewust. Vaag hoorde ze den klank der
plechtige woorden, maar de beteekenis er
van ontging haar; zij schenen haar slechts
vreeselijk en dreigend toe. Ze wist, dat ze
aanstonds recht op zou moeten staan en de
woorden, die haar werden voorgezegd, her
halen.
Wilde gedachten doorkruisten haar brein.
Zou ze gaan gillen en zeggen, dat ze dit
niet langer kon vedragen?
David David! Haar dierbare, werke
lijke echtgenoot. Waar was hij dan toch?
Maar was was dat? Een geluid als van
een galoppeerend paard op de steenen van
de kruisgangen? Een verward gemom
pel van stemmen buiten werd hoorbaar bo
ven den rustigen klank van de stem van
den priester.
Dat was onbetamelijk en daarom sprak
hij luider.
„Laat daarom hij, die een rechtma
tige reden kan aanvoeren, waarom zij niet
vereenigd mogen worden, thans spreken...
DE MIST LEGT SCHEEPVAART- EN
LUCHTVERKEER LAM.
Een dikke mist hangt reeds sedert Maan
dagavond over land en zee en is oorzaak
dat het scheepvaartverkeer op de Schelde
nagenoeg geheel gestremd is. Een groot
aantal schepen hebben de veilige reede van
Vlissingen opgezocht, door de ankers te la
ten vallen en wachten vol ongeduld op het
optrekken van den mist, om hun reis te
kunnen vervolgen. Slechts een enkele
waaghals aanvaardt het grooten risico om
door te varen, doch dan betreft het uitslui
tend kleine scheepjes. Het steeds weerkee-
rende, eentonige geluid van de stoomfluit
klinkt dan over het water, terwijl op de
stilliggende schepen een scheepsbel waar
schuwend klingelt om uit de buurt te blij
ven. -r
Toen wij ons te circa één uur gistermid
dag op het uiteinde van het, zgn. roeiers-
hoofd bevonden, had juist de mailboot van
de Maatsch. „Zeeland" de haven verlaten,
voor de reis naar Engeland. Deze schepen
laten zich nu eenmaal niet door mist of
storm weerhouden, doch varen dag in, dag
uit door. Onophoudelijk klonk de waarschu
wende stoomfluit, terwijl van de andere
zjjde eveneens een schip naderde. Het zicht
is hoogstens 20 meter. De mailboot verlaat
dan de kust van Walcheren.
Eenigen tijd later hoorden we plotseling
stemmen uit zee opklinken, ze bleken af
komstig van een visschersscheepje, dat na
dert en langs het hoofd in de visschersha-
ven wilde varen. Plotseling zagen wij het
scheepje vlak voor het hoofd uit de mist
opdoemen, en het zou zeker boven op de
palen zijn gevaren, als een luid roepen van
de wacht op het hoofd, de schipper niet
juist op tijd had gewaarschuwd, spoedig
was het nu van koers veranderd en bereik
te men veilig de haven. De provinciale boo
ten naar Breskens ondervonden weliswaar
hinder van den mist, doch de diensten kon
den geregeld doorgaan. Anders was het met
den dienst op Terneuzen, welke stagnatie
ondervond.
Het vliegveld Vlissingen zat eveneens
dicht, zoodat geen enkel vliegtuig is ver
trokken of gedaald.
Op het oogenblik dat wij dit schrijven,
ziet het er naar uit dat er in de weersge
steldheid voorloopig nog wel geen verande
ring zal komen. De van Engeland komende
mailboot arriveerde gister met circa 2 uur
vertraging op de haven.
DE WERKLOOSHEID.
Deze week stonden in onze gemeente als
werkzoekenden ingeschreven 458 personen,
tegen de vorige week 481; alzoo een ver
mindering van 23.
In de werkverschaffing werden geplaatst
151 personen, waarvan 26 in de plantsoe
nen.
AAGTEKERKE. De kerkeraad der Ned.
Herv. Gemeente heeft besloten het derde
leegstaand schoollokaal der Diaconieschool
voor vergaderlokaal te laten inrichten.
Het ligt in de bedoeling dat voortaan in
dit lokaal de chatechisaties zullen worden
gehouden en dat hier de verschillende ver-
eenigingen zullen vergaderen.
Dinsdagavond hield de Coöp. Kolen-
vereeniging U.A. Aagtekerke en Omstreken
haar jaarvergadering onder leiding van den
heer J. Jobse. Uit het jaarverslag van den
secretaris bleek dat in het afgeloopen boek
jaar waren aangekocht 220,985 kg kolen
etc. en 11000 stuks turf.
Uit het jaarverslag van den penningmees
ter bleek, dat de financieele toestand der
vereeniging goed is, daar er een goed slot
te boeken viel. De aftredende bestuursle
den de heeren G. Wijkhuijs en Joh. Dekker
werden herkozen. Voor het lossen der
brandstoffen te Middelburg gaven zich 9
leden op.
DOMBURG. Dinsdagmorgen is tengevolge
van den mist een garnalenschuit uit Bres
kens BR 1 omhoog gevaren op het strand
(Ingez. Med.)
voor de „Trommel" ten Westen van Dom
burg. Met hoog water is de boot vlot geko
men.
BAKKEET VERBRAND.
KLEVERSKERKE. De bewoners van de
hofstede Waaijenburg waren Maandagavond
reeds ter ruste gegaan toen zij gewekt wer
den door hun knecht met de mededeeling
dat er brand was. Het bleek dat de zoo
genaamde bakkeet welke gelukkig eenige
meters van woonhuis en schuur gelegen is,
in brand stond. Door het knetteren der
vlammen was de knecht op dezen brand
opmerkzaam gemaakt. Dra bleek dat de
bakkeet niet meer te redden was, zoodat
deze geheel afbrandde. Ook een fiets van
den knecht welke in de keet geborgen was,
werd een prooi der vlammen. Op het ter
rein van den brand waren nog aanwezig
de brandmeester en de op Kleverskerke
woonachtige raadsleden de heeren J. Pol
derdijk en J. Janse. Omtrent de oorzaak en
ontstaan van dezen brand tast men nog in
het duister.
RAAD VAN RITTEM.
RITTEM. Maandagmiddag vergaderde de
Raad voltallig onder voorzitterschap van
burgemeester P. W. ter Haar.
Daar in de vorige vergadering, bij de
stemming over het voorstel van den heer
Louwerse om de door B. en W.'voorgestel
de subbsidie aan den B.V.L., afd. Rittem, ten
bedrage van 5 tot 10 te verhoogen, de
stemmen staakten, moest de beslissing toen
worden uitgesteld. De beraadslagingen wer
den thans heropend en het voorstel wordt
met vier stemmen tegen drie stemmen ver
worpen. Tegen het voorstel stemden de
heeren W. Boogaard, J. de Visser, J. Cevaal
en L. Osté.
Op een door den heer M. Kwekkeboom
ingediend verzoek om mededinging naar
het leeghalen van den gemeentelijken asch-
bak werd afwijkend beschikt.
De bijdrage voor het dienstjaar 1939 aan
de Streekplancommissie Walcheren werd
vastgesteld op 28,20.
Tot lid van het Burgerlijk Armbestuur
werd herkozen de heer J. Meliefste.
In de commissie van toezicht op het
agentschap der arbeidsbemiddeling en
werkloosheidsverzekering werden herkozen
de heeren J. Cevaal en S. v. d. Broeke.
Hierop kwam de gemeente-begrooting
1939 in behandeling. De behandeling had
een zeer vlot verloop. De uitkeering, inge
volge art. 55 bis der Lager Onderwijswet
1920, aan de bijzondere Lagere School als
exploitatievergoeding werd vastgesteld op
8 per leerling. Besloten werd het lidmaat
schap van de Provinciale Vereeniging voor
Vreemdelingenverkeer op te zeggen. Na
de artikelsgewijze behandeling werd de be
grooting zonder wijzigingen aangenomen
met een bedrag in ontvangsten en uitgaven
van 15373 en met een post onvoorziene
uitgaven ten bedrage van 110 voor zoo
ver den gewonen dienst .betreft en een be
drag in ontvangsten van 1656 en in uit
gaven van 1650, aldus met een batig slot
van 6.25 voor zooverden kapitaaldienst
betreft.
VAN EEN HOOGTE VAN 7 METER
GEVALLEN.
SOEBURG. Dinsdagmiddag is de onge
veer 30-jarige timmerman, J. de H., uit
deze gemeente, bij het verrichten van werk
zaamheden aan den in aanbouw zijuden
watertoren aan de VI r.«mgschestraat van
zeven meter hoogte gevallen.
Ernstig gewond is de man naar een zie
kenhuis te Vlissingen vervoerd.
KRABBENDIJKE. Maandag werd alhier
in het veilingsgebouw een schietwedstrijd
gehouden door de Plaatselijke afdeeling
van den B.V.L.
Een tafel vol met mooie prijzen noodde
den schutter uit eens bizonder goed hun
best te doen. Er werd dan ook uitstekend
geschoten.
Als gasten waren aanwezig: De burgemees
ter van Krabbendijke en de secretaris der
gewestelijke landstormcommissie Zeeland. Na
afloop van den wedstrijd deelde de burge
meester de prijzen aan de winnaars uit.
Voor alle vijf en dertig deelnemers was er
een prijs, zoodat ieder tevreden was. De
burgemeester wees nog op de dieptreurige
toestanden, die bij onze Oosterburen thans
heerschen. Hier kan zooiets nooit gebeuren
zeide spr., omdat de regeering ten allen tij
de kan beschikken over het apparaat van
den B.V.L. Het is daarom, dat dit instituut
juist in onze dagen zoo'n groote beteekenis
voor ons he.eft. Hij wekte ieder op trouw
te blijven aan de verheven gedachte van
den B.V.L.
Besloten werd in Januari van het vol
gend jaar een grooten propaganda-avond
voor Oostelijk Zuid-Beveland te houden te
Krabbendijke.
Deze avond zal plaats hebben op 23 Janu
ari a.s. in het veilingsgebouw. Vertoond zal
worden de film „Je Maintiendrai".
(Ingez. Med.)
HOOFDSTUK XXXIII.
David galoppeerde met een halsbrekende
snelheid voort, recht op de kapel af. En toe
hjj naderbij kwam, kon hij den bruidsstoet
het huis zien verlaten.
Het paard weigerde de greppel te nemen
en maakte kort keert, waardoor het niet
veel scheelde, of de ruiter was gevallen
maar wanhoop verleent kracht en behen
digheid en David bracht het paard op een
ander punt weer vóór de hindernis, juist
daar, waar hij den toegang kon zien. En
ditmaal bracht 't prachtige dier hem er
veilig over.
't Geluid van paardehoeven kon op 't
zachte grasveld niet worden gehoord en
niemand besefte, dat er een woeste ruiter
in aantocht was. De pachtboeren stonden
met den rug van 't park afgekeerd en aller
oogen waren op'de bruid gevestigd. Eerst
toen de berijder van 't ongezadelde paard,
die gekleed was in een grijs flanellen pak
en geen hoed meer op had, binnen de kruis
gangen kwam en over de steenen kletterde,
schrokken de menschen geweldig. Een paar
vrouwen begonnen te gillen.
David was als de jonge Lochinvar niets
weerhield hem. Hij sprong zóó snel van 't
paard, dat niemand 't hem kon beletten
juist bij de deur van de kapel, die hij met
groote stappen binnenging.
Met 't paard dat steigerde en geheel met
schuim bedekt was, bemoeide hij zich niet.
De tuinman greep 't en leidde 't weg.
Toen drongen de toeschouwers naar vo
ren, om zoo dicht mogelijk bij de deur te
komen, teneinde getuige te zijn van wat
allen voelden, dat een drama zou worden.
„Ik verbied, dat dit huwelijk wordt vol
trokken", zei David met vaste, krachtige
stem, toen hij de treden van den kansel
had bereikt. „Mij is een reden en een recht
matig letsel bekend, waarom 't niet mag
plaats hebben."
De gasten in de banken rekten opgewon
den hun hals om te zien en de kleinste page
begon te huilen, 't Was een en al verwar
ring. Laline wist niets van alles, wat er
gebeurde, want toen ze David's stem, die
als uit de verte tot haar scheen te komen,
hoorde, had ze een gil gegeven en was be
wusteloos in Jack's armen gevallen.
De kinderjuffrouwen en gouvernantes,
die in de meer achterwaarts gelegen ban
ken zaten, waren zoo verstandig dadelijk
naar de aan hun zorg toevertrouwde kinde
ren te gaan. De kleintjes werden met spoed
naar het huis teruggebracht.
Mevrouw Greening en Molly liepen snel
naar Laline en terwijl Molly haar krachte
loos neerhangende hand wreef, wendde me
vrouw Greening zich tot David, die bewe
gingsloos ais een bronzen beeld een eind
boven haar uitstak.
„Hoe durft u deze bruiloft verstoren, ma-
35; joor Lamont!"
De bisschop, die den zegen had moeten
uitspreken, kwam naar voren.
„De gemeente gelieve dit Godshuis te
verlaten", zei hij, zijn oude, magere hand
opheffende. „En laat deze man, die ons is
komen storen, zeggen wat hij te zeggen
heeft".
De gasten maakten plaats voor Jack, die
Laline door de zijbeuk der kapel en verder
door de kruisgangen naar de hall droeg.
Jack liep voort totdat hij 't bewustelooze
meisje op 't bed in haar eigen kamer had
neergelegd.
Celestine was uit de hall reeds daarheen
teruggekeerd. Ze kon bij de plechtigheid,
die ze nu voelde, dat een misdaad was, niet
tegenwoordig zijn.
Ze had de rustverstoring en 't leven,
dat de paardenhoeven maakten, gehoord en
hield haar hand tegen haar hart, toen Jack
de kamer binnenkwam.
„Mijn troetelkind!" riep ze wanhopig uit
wat is er gebeurd?"
„Breng gauw 't fleschje met reukzout
hier" beval Molly die 't hoofd niet verloor
op vastberaden toon.
„Is ze dood?" vroeg Jack in doodsangst.
Iedereen wijdde zijn zorgen aan 't arme
meisje en toen het na eenige minuten de
oogen opende, ging Jack weer terug naar
de kapel.
David en de geestelijke kwamen juist de
deur uit, toen Jack hen ontmoette, en de
twee mannen, die vroeger vrienden waren,
keken elkaar met vlammende blikken aan.
„En nu zul je me antwoorden, schurk!"
zei Jack onstuimig.
(Slot volgt).