WÊm
VOOR DE JEUGD.
Anneke en het kalfje
DE GROTE BRUG
ONS KNUTSELHOEKJE
W 'T KIELZOG VAN DE WEEK.
UIT DE MIDDELBURGSCHE
COURANT VAN VOOR VIJFTIG
JAAR.
Konijntjes op school.
riji
wi
ïl
Als men zich deze week over een Kiel
zog buigt, waarin het leven zijn klanken
stort en zijn beelden reflecteert, ontwaart
men bovenal de herinnering, en een ver
diepen in het verleden. Want in vele landen
zijn zeer velen op bezoek geweest bij hun
dooden. In de felle branding van het leven
staat Allerzielendag als een onaantastbare
rots van stilte. Eén dag in het jaar leven
de levenden met de dooden en met de
herinneringen, waarméde men volgens het
oude spreekwoord niet leven kan. Op on
telbare dooden-akkers hebben tallooze ge
stalten in den grauwen spiegel van het ver
leden geblikt, en door dien spiegel zijn zij
iets deelachtig geworden van hetgeen in
dezen tijd zeldzaam is. Meditatie, en stilte,
en misschien zelfs een diepen blik in zich
zelve.
Allerzielendag in den schemer van het
stervensbereide jaar is een wel bijzondere
dag
Terwijl op de paden in de tuinen der
gestorvenen de stilte en de gedachten over-
heerschten, overheerschten op alle wegen,
die langs de begraafplaatsen leiden, de har
de klanken van het dagelijksche leven.
Want het leven gaat altijd door, en de le
venden laten zich door Allerzielendag hoog
stens even in hun vaart stuiten. Daarom
stijgen uit het kielzog, ondanks den stillen
herdenkingsdag, de geluiden naar boven,
waarmede wij, hun verscheidenheid ten
spijt, zoo goed vertrouwd zijn
In de Haagsche regeeringsgebouwen
gonst het vliegwiel van den regeeringsmo-
tor, die nu zijn hoogste toerental vrijwel be
reikt heeft. In alle afdeelingen van Colijn's
fabriek zijn thans de drijfriemen op de as
sen gespannen. Meneer De Wilde van de
zaal, waar belasting-objecten worden ont
worpen, ploetert onder hoogen druk aan de
reparatie van de dienstmaagt- de hotel- en
winkel-modellen. Meneer Van Boeyen poli
toert aan het Middelburgsche Abdij-hotel,
dat door het stof der publieke belangstel
ling in het ongereede is geraakt; meneer
Steenberghe heeft de bouten voor het nieu
we jeugd-werkloozenkamp in het vuur, en
meneer Slotemaker, wiens baard schuil
gaat in de overall, zoekt alsmaar naar den
eenen sleutel, waarmede het vaderlandsche
spellingkastje, dat op een onbewaakt
oogenblik in het slot is gevallen, weer ge
opend zal kunnen worden
De grijze directeur van de bedrijvige
fabriek heeft dezer dagen in zijn privé-kan-
toor bezoek gehad van niet minder dan ne
gen personen, wier namen in de lage landen
gewicht in de schaal leggen. Zjj hebben hun
bezorgdheid uitgesproken over den finanti-
eelen toestand van het bedrijf, dat op het
eerste gezicht zoo'n welvarenden indruk
maakt, maar dat bij nadere beschouwing
voorzien blijkt te zijn van een aardig dik
zilveren dak.
Negen bezorgde Nederlanders, die weten
wat economie en bedrijfsleer is, hebben zich
vermoedelijk tot tolk gemaakt van duizen
den andere bezorgde vaderlanders, die al
leen maar weten, dat de cijfers op hun be
lasting-biljetten telkens weer stijging on
dergaan.
Met belangstelling wordt uitgezien naar
het antwoord, dat directeur Colijn zal -ge
ven op de offerte van de club der zeer be
zorgden. Zelfs al staat reeds vast, dat die
offerte de bedrijfsleiding geen radicale wij
ziging zal doen ondergaan, en dat zij geen
enkele afdeeling tot verrassende projecten
zal inspireeren
der gebied. Meneer Vogt heeft n.l. weer
eens met de zweep geknald, en als gevolg
daarvan herbergen de lage landen nu voor
eenigen tijd de hooge stukken uit de inter
nationale schaakwereld. Daar meneer Al-
jechin behalvezijn breiende vrouw zijn
twee spinnende poesen mee heeft gebracht,
en omdat de ongepoeste meesters niet van
plan zijn zich daardoor in de wol te laten
wikkelen, kan uit de ontmoeting der riva
len de meest sensationeele verrassing wor
den geboren
neer Willem niet meer of minder dan een
paniek veroorzaakt met behulp van een
hoorspel, waarin de wereld zoo'n beetje aan
het vergaan was. Dit stunt-nummer zal
men den Amerikaanschen manager in vele
Europeesche studio's stellig benijden. Het
beteekent zooiets als een record in draad-
looze sensatie. Maar wij nuchteren en wei
nig eischenden in de lage landen zijn al
lang in de golven over het record van de
Rotterdamsche Corry Kint, die als een vol
wassene in het door alle watersportliefheb
bers tegenwoordig zoo gevreesde Kopenha
gen, de 100 m rugslag van het vaderland
sche etiket voorzag
De vereeniging voor den effectenhan
del schijnt voornemens de vele vaderland
sche oude dames, die in de toekomst ver
moedelijk door zwendelbanken van hun be
zittingen zouden worden beroofd, te be
schermen. De K.N.V.B. zal jong Nederland,
dat tegen den bal wil trappen, de slagen
van den medischen percussie-hamer doen
ondergaan opdat het later minder trappen
van het leven zal krijgen.
Terwijl Ma. Ka. N.V.B. zich voor den al-
geheelen toestand van haar pupillen in
teresseert, legt de Belgische douane zich
speciaal toe op den toestand van Belgische
gebitten. Want een Belgische franc is te
genwoordig wat anders dan een Fransche
dito, en aangezien de Belgische tandartsen
ook moeten leven, kijkt de douanier alle
Belgen, die naar Frankrijk reizen, maar
vooral hen, die uit Frankrijk terug keeren,
terdege in den mond
Kwartiermeester.
44e week 1888.
Door den burgemeester van Middel
burg is benoemd tot agent van politie I. J.
Dubois te Retranchement.
Benoemd tot inspecteur der registratie
le klasse te Middelburg c.a. de heer C. A.
Vriesendorp, thans inspecteur 2e kl. te
Zwolle.
Bij de regeering moet het voornemen
bestaan om voortaan militairen niet meer
dan éénmaal naar de klasse van discipline
te zenden. Zij, die zich daarna slecht blijven
gedragen, zullen met een briefje van ontslag
uit den dienst verwijderd worden.
In de meestoo'f te Borssele zal dit jaar
weer worden gewerkt. Met het drogen en
dorschen zal in de volgende maand een be
gin worden gemaakt. Het vooruitzicht op
instandhouding der inrichting schijnt voor
eerst te zijn verzekerd, daar de aandeelhou
ders besloten hebben de stookplaats te ver
beteren, waaraan natuurlijk buitengewone
onkosten zijn verbonden.
Bedankt voor het beroep naar Velzen,
door den heer G. P. Kruijff, pred. te Dom
burg.
Beroepen te Gameren (Geld.) de heer
J. A. van Boven te O. en W. Souburg.
Volgens een gerucht dat ons ter oore
komt, zou de regeering aan de Staten-Ge-
neraal weldra het voorstel doen, Atjeh te
ontruimen en enkel eene bezetting te hou
den voor den vuurtaren op Poeloe Bras.
door liles Helgers.
Op een mooie Septemberdag kwam boer
Klaas Lutjes 's middags thuis van het land.
„Anna", zei hij tegen zijn vrouw, „ons
koren is gezaaid, maar ik heb weer zo'n
pijn in mijn rug, dat ik bijna niet meer
lopen kan."
„Je hebt natuurlijk weer al het zaad te
gelijk in de zak gedaan en die omgehan
gen. Dat is ook teveel voor je".
„Nee", zei de boer, „dat is het niet. Gis
teren heb ik in de regen gelopen en ben
toen kletsnat geworden en je weet, als ik
nat ben, doen al mijn botjes me pijn!"
„Je moet een warme doek om je rug
binden, als je naar het veld gaat, dat doet
de vrouw van den molenaar ook en het
helpt goed".
„Nee, ik hou me bij mijn eigen genees
middel. Buurman wrijft zijn arm altijd met
brandnetels in tot hij er blaren van heeft!
Ik ben al tevreden, als jij warme kamille
thee voor me maakt en dan kruip ik vlug
in bed. Ach nee, dat kan ik niet doen, want
vanmiddag moeten de koeien naar buiten,
want daar is nog genoeg te eten en we
moeten zuinig zijn met ons hooi in de
schuur voor van de winter."
„Nou", zei Anna, „dan ga ik met de
koeien naar de wei. Of, nee, ik weet iets!
Daar bij de linde spelen een paar kinderen
en Anneke, mijn naamgenootje is er ook bij.
Ze is al zo dikwijls met ons naar het veld
gegaan en ze is flink genoeg met haar tien
jaar om de koeien te kunnen hoeden. Dat
vindt buurvrouw ook vast wel goed". De
boerin liep naar buiten en riep: „Anneke!"
Daar kwam ze al aanlopen. Haar blonde
vlechten dansten om haar hoofd. „Hoor
eens, Anneke", zei de boerin. „Mijn man
heeft weer erge rugpijn en ik heb zelf ook
nog veel te werken. Wil jij met onze koeien
naar de wei gaan?"
Natuurlijk wel, vrouw Lutjes", ant
woordde Anneke. „Ik ga toch ook dikwijls
met onze geiten naar de wei. Ik vind het
zelfs leuk!"
Toen kroop de boer vlug in bed en An
neke ging met de drie koeien op weg. De
boerin bracht haar een eindje weg, maar
toen zei Anneke: „Ga nu maar weer vlug
naar huis, vrouw Lutjes, want ik kan de
weg heel goed alleen vinden. Ik ben al
zo vaak met u meegeweest."
Die avond kwam Anneke zingende te
rug en de drie koeien liepen met hun buik
jes vol achter haar aan. „Het was zó heer
lijk op de wei!" riep Anneke al van verre.
„Hans van boer Nije was er ook en kleine
Tommie van den schoenmaker ook! We
hebben een vuurtje gemaakt en daar aard
appelen in gebakken, zodat we ze konden
eten. O, vrouw Lutjes, mag ik morgen weer
naar de wei?"
„Zeker mag je dat, als moeder het goed
vindt", zei de boerin. „We zijn blij, dat we
zo'n flink meisje hebben, dat ons wil hel
pen!" Anneke hielp nog mee de varkens
en de kalveren te voeren en holde toen
naar huis.
„Moeder", riep ze, „Raad eens, waar ik
geweest ben!"
„Ik weet het al, herderinnetje" zei haar
moeder. „Je bent met de koeien van buur
vrouw naar de wei geweest!"
„Ja, en mag ik er morgen weer heen, als
ik vrij heb?"
„Dat is goed", zei haar moeder. „Vraag
het maar eens aan vader."
Anneke's vader vond het ook meteen
goed en zei: „Ja, zoveel koeien als buur
man moesten wij ook eigenlijk hebben."
„Ik zou met één koe al tevreden zijn",
zei vrouw Boom.
„En ik al met een kalfje", riep Anneke
toen. „Vadertje, wilt u eens een kalfje voor
me kopen?"
„Kindje", zei hij, „daar heeft vader geen
geld voor".
„Maar wij zijn ook met onze twee geiten
al tevreden", troostte zijn vrouw, en daar
na praatten ze er niet meer over.
Van die dag af ging Anneke bijna elke
Van di dag af ging Anneke bijna elke
dag met de koeien van boer Lutjes naar
de wei. Terwijl de dieren graasden, leerde
ze haar-lessen voor school en soms breide
ze aan een kous. Maar het fijnste van alles
vond ze toch om 's avonds in de stal rond
te lopen en de kalfjes te aaien en te stre
len.
„Ach", zei ze op een keer. „Ik wou, dat
vader ook zo'n lief kalfje voor me kon ko
pen, maar hij heeft er nog geen geld voor."
„Zeg, Anna", zei de boer die avond tegen
zijn vrouw, „we hebben zelf geen kinderen
om voor te zorgen, hoe zou je het vinden,
als we Anneke eens een kalfje cadeau ge
ven? Ik weet, dat ze over een maand jarig
is."
„Dat vind ik een goed plan", zei de boer
in. „En Anneke's ouders zullen er ook blij
mee zijn."
Toen het al kouder en kouder werd, en
de weidevelden nat waren, bleef Anneke
met haar koeien thuis. Toen hielp ze de
vriendelijke boerin in huis en in de stallen
mee.
„Ja, Anneke", zei de boer op een keer.
„Nu ben je over een week jarig en wat
denk je nu, dat je van ons krijgt?"
Anneke keek hem verbaasd aan en zei:
„Van U?" De boer moest lachen om haar
ongelovig gezicht en zei toen: „Ja van óns!"
„Ik weet niet", zei Anneke, „misschien
een paar appels ofof chocola!" Nu
lachte de boer nog meer en zei: „Er zijn
toch ook nog andere dingen?" Anneke
haalde verlegen haar schouders op en zei:
„Ikik weet niets meer!"
„Dan moet je het maar afwachten, meis
je", zei de boer vriendelijk. En toen Anneke
op haar verjaardag langs het burenhuis
liep, riep boer Lutjes: „Anneke, kom je
eens kijken, wat er voor cadeautje in onze
stal staat?" Anneke kreeg er een kleur van.
„Een cadeautje, in uw stal?" vroeg ze. Toen
gaf de boer haar een hand en riep de boer
in er ook bij. Met zijn drieën gingen ze
naar de stal en daar zag Anneke een kalfje
staan, met een lint om zijn hals en een
kaartje eraan, waar op stond: „Voor ons
lieve herderinnetje!"
„Het is maar goed, dat het niet regent,
want nu kan je het meteen mee naar huis
nemen", zei de boerin.
„Maarmaar mag ik het dan mee
naar huis nemen?"
„Natuurlijk mag je het mee naar huis
nemen. Ga maar gauw!"
De boerin legde een warme deken over
de rug van het kalfje en zo gingen ze naar
het huis van Annekes ouders.
Toen de nieuwe bewoner naast de geiten
in de stal stond, vergaten die van verbazing
zelfs te blaten.
„Zo'n groot geschenk kunnen we heus
niet aannemen", zei Anneke's moeder.
Maar boer Lutjes weerde af: „Welnee!
Denk er aan, buurvrouw, dat je een ver
jaarscadeau altijd aan moet nemen!" En
vriendelijk groetend gingen boer en boer
in Lutjes weer naar huis. Maar Anneke
was niet uit de stal weg te slaan. Ze bleef
bijna de hele dag bij haar kalfje en ze
voelde zich zo gelukkig, als ze zich nog
nooit gevoeld had.
In Londen is een school, waar een klei
ne dierentuin bij is, zodat de kinderen de
dieren, die ze in de Natuurlijke Historieles
bespreken ook in werkelijkheid kunnen
zien. Natuurlijk zijn er geen leeuwen en
tijgers en ook geen olifanten, maar aardige
kleine dieren zijn er toch wel. Niet alleen
uit Engeland, maar uit alle landen van de
DE GEWEEGBARE OLIFANT.
Er was eens een sigarenkistje. Het was
een bijzonder mooi kistje en er zaten heel
lekkere sigaren in. Eerst stond het in de
winkel, maar toen kwam er een meneer en
die nam het mee naar huis. Hij zette het in
een kast en zo nu en dan maakte hij het
open en nam er een sigaar uit. Die meneer
had een zoon van 11 jaar, Jan heette hij.
Jan had al een paar maal naar het kistje
gekeken en zei: „Vader,' mag ik dat kistje
hebben?"
„Als het leeg is, jongen", antwoordde zijn
vader. Jan kon bijna niet wachten tot het
kistje leeg was. Elke keer, als zijn vader
's avonds op zijn kamer zat te werken, ging
hij naar hem toe en zei: „Vader, is het
kistje al leeg?" Op het laatst begon zijn
vader te lachen en zei: „Nee, meneertje on
geduld, het kistje is nog niet leeg, maar
omdat je het zo erg graag wilt hebben, zal
ik de sigaren, die er nog inzitten, maar in
een andere doos doen."
Zo ging het kistje toen naar de kamer
van Jan. Jan bekeek het van alle kanten,
nam een potlood en begon er op te teke
nen. Hij tekende het figuurtje, dat jullie
hier zien afgebeeld. De romp van een oli
fant, maar zonder de stippellijntjes, die op
de tekening staan. Daarna tekende hij de
voor- en achterpoten en de oren. Toen
zaagde hij alles uit. Met een vijl en met
schuurpapier maakte hij de kanten hele
maal glad. Daarna boorde hij gaten in de
romp en in de poten, zoals jullie ook op de
tekening kunnen zien. Toen verfde hij de
verschillende delen met witte verf en liet
ze goed drogen. Diezelfden dag werden de
delen niet meer droog, maar de volgende
dag ging hij eraan verder. Hij verfde de
ogen in de kop en beschilderde het hele
dier. Toen dat klaar was, schroefde hij met
een paar schroefjes de poten aan de romp
vast en draaide aan de achterkant nog een
paar moertjes om de schroeven. Maar hij
draaide de schroeven niet al te vast, want
de poten en de staart moesten nog goed
kunnen bewegen. Toen alles klaar was,
maakte hij een staart van een koord en
lijmde die aan de romp vast. De schroeven
staken aan de achterkant een beetje ver
uit en daarom kneep hij die stukken met
een tang af.
Zo was eindelijk uit het sigarenkistje de
olifant gemaakt, die jullie op het plaatje
zien staan. Het was een grappig dier ge
worden. Jan keek er trots naar. Maar hij
was nog niet tevreden. Hij wilde nu ook
nog een olifant hebben, die zijn kop kon
bewegen. Alleen de staart, oren en poten
vond hij niet voldoende. Jullie moeten we
ten, dat er een tentoonstelling op de school
van Jan gehouden zou worden van alle
maal dingen, die de jongens en meisjes
zelf gemaakt hadden.
Jan had al een paar aardige dingen ge
maakt en hij had nog een plannetje, maar
hij wilde ook een paar voorwerpen instu
ren, die hij met zijn figuurzaag .gemaakt
had. Daarom maakte hij nu nog een andere
olifant.
Hij begon precies eender. Tekende de
olifant op een dun plankje, maar deze
keer tekende hij de kop apart en dan in
de vorm, die jullie zien afgebeeld en die
de onderste stippellijn volgt. De romp
maakte hij nu twee maal en liet die van
voren langs het bovenste stippellijntje lo
pen. Nu kon hij de kop tussen de beide
romphelften vastschroeven, met dezelfde
schroef, die de poten vast hield. Daardoor
kon de kop nu ook bewegen. Verder maak
te hij deze olifant precies als de vorige. Hij
gebruikte nu grijze emaillelak om te ver
ven en beschilderde hem een beetje an
ders. Maar iedereen kon toch wel zien, dat
de olifanten broertjes waren!
Toen ze allebei klaar waren, nam hij ze
mee naar school en meneer zei, dat hij ze
heel aardig vond en dat ze bij het andere
werk van Jan kwamen te staan.
wereld worden dieren naar de school ge
bracht. In de tuin staan .banken en daar
krijgen de kinderen les, zodat ze de die
ren van vlakbij kunnen zien. Hier zien jul
lie een konijntje, dat heel kalm en tevre
den op de bank van een van de meisjes zit
en daar een lekker hapje krijgt. Je begrijpt,
hoe de dieren verwend worden door alle
kinderen.
OPLOSSINGEN RAADSELS.
De oplossingen van de raadsels der vorige
week zijn:
1. nieuw, koop. Nieuwkoop.
2. steun, Corrie, Haarlem, oog, op, lang.
School.
3. Gouda. Geleen.
4. Laarzenknecht, kam, luistervinken.
5. eerst speelt en dan slaat hij.
een tamboer,
pepernoten.
RAADSELS.
1. Met p doe je het als je op reis gaat,
met b doe je het in de keuken,
met z doe je het in een lift.
2. Wat is het verschil tussen een vlieg
en een mug.
3. Ik ben in het licht
En in je gezicht
Ik zit in een gewicht
En ook in de plicht!
Wat ben ik?
4. Welke hoed zet je niet op je hoofd?
Op welke leien kan je niet schrijven?
tefllJW' LH 1
:o xmmm iaxxraxxx
i-H-zxxxxxEnZ'
fc
M
M
M
YTT TT? TT? YTT
++ixmcmxxzmzz2zo
U'38?—
w
X2XIZXXXXIZXïX3tI22j62XXXXXIHZ
rmxmxmnmmzra
rannxmxHfflcaj
Hier zien jullie een trein, die over een
brug rijdt. Je moet het plaatje eens een
eindje van je af houden, dan zie je het veel
beter. Misschien vind je het niet eens
mooi, maar zal ik eens vertellen, hoe het
gemaakt is? Het is niet getekend, zoals je
vreselijk werk zijn om al die kleine kruis
jes en nulletjes te tekenen. Bovendien zou
iemand, die een trein op een brug moest
tekenen, dat niet met al die grappige fi
guurtjes doen, maar met grote lijnen. Deze
brug is met de schrijfmachine getekend!
schrijfmachine!
Als jullie thuis een schrijfmachine heb
ben, moet je maar eens proberen of 3e het
na kunt „tekenen". Het zal je nog lang niet
meevallen.
1
misschien zult denken, want dat zou een Ja, het is heus waar, met een gewone
ml
Re I
de I
del
hal
gr<|
nel
de
voj
hel
dal
reil
ke:l
larl
sp<|
beil
Dij
vö I
rel
ru
de|
hi(|
gul
op.
vol
dul
dnj
I
totl
is, I
ruil
deil
dejl
Hal
M. I
nirl
geil
lijk H
deil
ko:l
refl
va: I
mei
val
vol
is, I
ee:l
eel
del
vel
gel
or|
br|
leij
sit
zw|
be|
on|
br
op|
tel
bel
vol
bil
tel
tc
st