•ca veWtukkdüjk!
HEENAF
KRONIEK van den DAG.
BINNENLAND.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 2 NOVEMBER 1938. No. 258.
China's weerstandsvermogen.
LALINE LESTER'S ROMAN
MIDDELBURG.
fLISSINGEN.
WALCHEREN.
ZUIDBEVELAND
STOFZUIGER
met den beroem^
den S.K.A. motor
één model
één prijs
Tsjiang Kai-sjek, de generalissimus van
het centrale Chineesche gezag, geeft het
nog niet op. Zooals men gisteren heeft ge
lezen, heeft hij opnieuw een oproep aan het
Chineesche volk gericht, waarin dit volk
wordt bezworen, den geest van verzet le
vendig te houden en waarin de maarschalk
profeteert, dat Japan tenslotte toch versla
gen zal worden.
Tsjiang Kai-sjek is taai, moedig en knap.
Dat heeft zvjn strijd tegen den bmnen-
landschen chaos in China, stryd, die o
hem werd gewonnen, bewezen. Dat bewees
ook zfjn strijd tegen den Japanschen inval
ler. De Japanneezen haten Tsjiang Kai-s;ek,
omdat ze weten, dat hij een geducht tegen-
stander is> misschien de eenige man in Chi-
na, dien 't gros van het Chineesche volk tot
het uiterste zal willen volgen. Toen Han-
kou viel, verkondigden de Japanneezen, dat
het grootste deel van Tsjiang Kai-sjek's
keurtroepen in een val was gesloten en
reddeloos aan vernietiging bloot stond.
Maar hetzelfde hadden ze beweerd ten tijde
van den val van Sjanghai en van dien van
Nanking. Er kwam toen niets van die ko
lossale vernietiging en op grond van deze
ervaring nam men in het buitenland van
het nieuwe bericht over den ondergang der
Chineesche keurbenden cum grano salis
kennis. Ten rechte, zooals spoedig zou blij
ken. Tsjiang Kai-sjek toonde zich ook dit
maal een bekwaam strateeg. Toen de val,
die de Japanners bij Hankou hadden opge
steld, zich sloot, zat er geen enkele Chinees
meer in. De Chineesche generalissimus had
al de troepen, die Hankou verdedigden, tij
dig een ordelijken terugtocht laten volbren
gen. Een eind het Chineesche binnenland in,
ten Westen van Hankou, bevinden ze zich
nu in nieuwe stellingen, met den aanleg
waarvan men weken geleden reeds was be
gonnen.
Tsjiang Kai-sjek heeft meegedeeld, dat
hij den strijd zal kunnen voortzetten, zon
der vrees voor gebrek aan het noodzakelijke
materiaal. Mag men hem gelooven, dan zün
in het Chineesche binnenland reusachtige
voorraden opgeslagen. Wij vermoeden, dat
in deze voorstelling van zaken wel eenige
overdrijving zal schuil gaan. Maar ook dan
nog is het denkbaar, dat China over een
stoffelijk uithoudingsvermogen beschikt, dat
schier onuitputtelijk kan gaan schijnen.
Zulks dan dank zij de hulp van Sovjet-Rus-
land. De mogelijkheid van invoer van oor
logstuig in China is door den val van Kan
ton zeer veel geringer geworden. Versche
pingen direct naar Chineesche havens kun
nen in het geheel niet meer plaats hebben.
Open staan alleen nog de wegen van
Fransch Indo-China en van Sovjet-Rusland
via Buiten-Mongolië naar het Chineesche
binnenland. Verweg de beste en kortste
hiervan zijn de eerstgenoemde, doch naar
alle waarschijnlijkheid zal de Fransche re
geering voorkomen, dat daarvan een in het
oog loopend druk gebruik gemaakt wordt.
Tokio heeft Frankrijk reeds ondubbelzin
nige dreigementen laten hooren. Men weet
te Parijs, dat Tokio in staat is, die dreige
menten in praktijk te brengen. In verband
met den poiitieken toestand in Europa kan
Frankrijk het daar niet op aan laten ko
men. Een gewapend conflict met Japan zou
den Franscnen misschien op het verlies van
geheel Indo-China te staan komen. Zoo
blijft dan tenslotte alleen de Russische weg
open. Voor zoover bekend, is deze alt yd
heel gebrekkig en tijdroovend geweest.
Maar het lijkt ons allerminst onwaarschijn
lijk, dat in het afgeloopen jaar de oorlog
in China duurt reeds meer dan een jaar
de Russen en de Chineezen hem gezamen
lijk heel wat hebben verbeterd en dat thans
van Siberië en Buiten-Mongolië uit een ge
regelde aanvulling van Tsjiang Kai-sjek's
wapenvoorraden kan plaats vinden. De Sov-
jetregeering heeft er alle belang bij, dat
het Chineesche verzet in stand bluft en zal
zich daarvoor zoo noodig groote opofferin
gen getroosten.
Belangrijker dan de vraag, of Tsjiang
Kui-sjek geen gebrek aan oorlogstuig zal
krijgen, blijft daarom voor ons de vraag, oi
het psychisch weerstandsvermogen van het
Chineesche volk sterk genoeg zal blijken,
nu ook Hankau en Kanton gevallen zijn.
Een paar weken geleden verluidde, dat dit
bezig was ineen te storten en zelfs, dat
Tsjiang Kai-sjek den moed geheel verloren
had. Uit den oproep, welke de generalissi
mus eergisteren publiceerde, blijkt, wat dit
laatste betreft, wel anders. Misschien zal in
vervolg van tijd bewezen worden, dat de ge
ruchten over het instortend weerstandsver
Uit het Engelsch door W. A. C.
47).
Op dat oogenblik was ze alleen in de ka
mer. Het eerst viel haar oog op het licht
geelachtige, gestreepte behangselpapier, 't
zware schoorsteengarnituur en de stijve
meubels.
Het venster stond wijd open en ze voelde
de zachte lentelucht binnenkomen.
Waarom gevoelde ze zich toch zoo ter
neer gedrukt? Waar was ze eieenliik?
O ja ze was in 't hotel te Amiens
en ze waren gered. Maar was David niet
vertrokken? Ze moest diep doordenken. Ja,
dat was 't David had haar verlaten.
Toen haar dit te binnen schoot, ging ze
met een ruk in bed overeind zitten en riep
met schelle stem:
„Celestine", maar 't was mevrouw Whit-
more, die binnenkwam en niet haar trou
we Celi.
„O, Laline, we zijn zoo blij, dat je wak
ker bent en weer beter. Ik ga hier even zit
ten, terwijl Celestine wat rust neemt. Maar
je ziet er niet al te best uit, kind. Wil je
wat melk of iets anders hebben?"
Laline wilde maar één ding hebben -
bericht van David, en ze vreesde, dat me
vrouw Whitmore haar dat niet kon geven.
Maar ze was trotsch en niet gewoon haar
geheimen te verklappen, zoodat zij zelfs in
haar zwakken toestand handig genoeg was
om te manoeuvreeren.
„Hoe gaat 't iedereen?" vroeg ze zoo
mogen eveneens op fantasie berustten.
Trouwens ook ten deze is er reeds een ze
kere ervaring. Maanden geleden, toen Nan
king viel, bazuinden de Japanneezen uit,
de genadeslag aan het Chineesche verzet
was toegebracht. Het kan zjjn, dat ze thans
opnieuw het weerstandsvermogen van den
Chinees leelijk onderschatten en over eeni-
gen t\jd tot de ontdekking komen, dat Han
kou en Kanton hun evenmin de zoo be
geerde beslissende overwinning gebracht
hebben als destijds Nanking.
DR. J. G. MEZGER—HERDENKING.
Het Nederlandsche genootschap voor
Heilgymnastiek en Massage organiseert in
verband met den lOOsten e.boortedag van
dr. J. G. Mezger, welke feestelijk herdacht
werd op 22 Augustus te Domburg, een we
tenschappelijke bijeenkomst op 12 en 13
November te Amsterdam in het Amstelho-
tel. In genoemd hotel heeft dr. Mezger van
18701888 als medicus gewerkt en onnoe
melijk veel patiënten behandeld.
VOORBEREIDING VAN KOOPVAARDIJ
OFFICIEREN MET HET OOG OP
OORLOGSGEVAAR.
In verband met de groote gevaren, wel
ke voor ons land in oorlogstijd kunnen
voortvloeien uit een stagnatie van den
aanvoer van levensmiddelen en grondstof
fen over zee, ligt het in het voornemen
van den minister van defensie den officie
ren van de koopvaardij gelegenheid te ge
ven zich vertrouwd te maken mei de
maatregelen, welke bij bedreiging op, on
der of boven water genomen dienen te
worden. Daarom zullen eerlang te Am
sterdam en te Rotterdam cursussen wor
den geopend, waar aan de koopvaardij-of-
ficieren kennis zal worden bijgebracht over
de aanvalsmogelijkheden op zee en van de
afweermiddelen daartegen. Bijzondere aan
dacht zal daarbij besteed worden aan het
varen in convooi en de bescherming tegen
mijnen en gassen. De cursussen zijn voor
die officieren der koopvaardij bestemd, die
reeds alle examens, welke vereischt wor
den voor het bereiken van den hoogsten
rang, afgelegd hebben. Daarnaast ligt het
in het voornemen hen, die zich- voorberei
den voor de voorgeschreven examens voor
hoogeren rang bij de handelsscheepvaart,
in de gelegenheid te stellen een cursus
„handelsbescherming" te volgen bij de be-
staaride centra van zeevaartkundig onder
wijs.
HET TIENJARIG BESTAAN VAN DE
K.N.I.L.M. HERDACHT.
Prins Bernhard tegenwoordig.
In tegenwoordigheid van Prins Bernhard
is gisteren in de aula van het Koloniaal
Instituut te Amsterdam het tienjarig be
staan herdacht van de Kon. Ned. Indische
Luchtvaart Maatschappij. Tot de vele aan
wezigen behoorden behalve de minister-pre
sident dr. H. Colün, de oud-minister van
koloniën, dr. Koningsberger, oud-minister
dr. ir. jhr. Van Lidth de Jeude, oud-minis
ter mr. dr. Deckers, de oud-gouverneur-
generaal van Nederlandsch Indië, mr. D
Foek, de directeur van de luchtvaartdienst
van Ede van der Pais en tal van burger
lijke en militaire autoriteiten.
De voorzitter van den Raad van bestuur
der K.N.I.L.M., de heer E. Enthoven,
heeft een openingswoord gesproken, waar
in hij de totstandkoming van de Mij. rele
veerde, en de beteekenis van het werk der
K.N.I.L.M. uiteenzette.
Na het vertoonen van een herdenkings
film heeft minister dr. H. Colijn het woord
gevoerd. Spr. uitte de waardeering van de
Nederlandsche regeering voor wat de K. N.
I. L. M. in Indië heeft verricht.
(Inz. MedJ
luchtig als ze maar kon. „U zult allen wel
krankzinnig van angst over ons zijn ge
weest."
„Ja, dat waren we zeker en nu zjjn
we zeer verlangend te hooren wat er ge
beurd is."
„Majoor Lamont kan u dat beter ver
tellen dan ik
„Maar die is vertrokken hij ging gis
terenochtend, toen je nog buiten kennis
was. Heel vreemd van hem, vind ik."
Laline stoof op. Ze duldde niet, dat iemand
geringschattend over haar David sprak.
„Hij had natuurlijk zaken te Parijs
en 't liefst spreek ik in der eeuwigheid niet
over dien vreeselijken tijd. U kunt u niet
voorstellen, wat 't beteekent, bijna te zijn
doodgehongerd en in duisternis te zitten.
Voor de- aardigheid gingen we in 't bom
vrije onderkomen om te zien waar Jack en
majoor Lamont gevochten hebben. Een
oude priester wees ons den weg; hij werd
door de ontploffing gedood" toen rilde
ze en sloot haar oogen. „Ik geloof, dat ik
maar weer eens ga probeeren te slapen,
mevrouw Whitmore. U behoeft heusch niet
te blijven om me op te passen; ik ben weer
heelemaal in orde. Zoudt U Celestine naar
me toe willen sturen, indien ze boven
komt?"
Zoodra ze weer alleen in de kamer was,
maakte een gevoel van onrust zich van haar
meester. Wat zou toch in 's hemelsnaam
de bedoeling van dat alles zijn? Ze herin
nerde zich wel, dat David altijd geheimzin
nig was omtrent zijn doen en laten. Maar
wat had hij dan toch te doen? Eens had
Concert in de Nieuwe Kerk.
Het concert, dat gisteravond in; de Nieu
we kerk werd gegeven door Th. C. Fer-
werda, orgel, met medewerking van de da
mes M. LoeffKunst, sopraan en Jo Ree-
ser, alt, bracht voor muziekminnenden in
de gewijde sfeer van het kerkgebouw, ze
ker eenige genotvolle oogenblikken. Een
kort programma, doch rijk aan inhoud
werd ten gehoore gebracht. Voor werken
van Handel en Mendelssohn was een groo
te plaats ingeruimd. Men kon zich daar
over gelukkig prijzen, want de uitvoeren
den gaven een goede wijdingsvolle vertol
king van de liederen dezer componisten.
Vooral de drie werken van Mendelssohn,
die uitmunten door prachtige instrumen
tatie en rijkdom aan melodie zijn altijd een
genot om naar te luisteren. Welk een kun
dig en muzikaal talent bezittend organist
toonde de heer Ferwerda te zijn met de
uitvoering van het adagio. En welke con
trasten werden geschapen door het fijne
adagio en het forsehe machtige slotstuk
Grand Choeur van Guilmant.
Mevr. LoeffKunst is op deze kerkcon-
certen lang geen onbekende meer. Deze
sopraanzangeres met haar heldere frissche
stem en juiste dictie, gaf weder' mooie ver
tolkingen, zooals de aria uit de Messias:
„Ich weiss, dass mein Erlöser lebt"; „Süs-
se Stille" van J. W. Franck en „Vater
uns" van Krebs.
De altzangeres Jo Reeser beschikt over
een geschoolde stem, gepaard aan een juis
te voordracht, welke in de Aria Paulus
van Mendelssohn en in de Zwei Biblische
Lieder van Dvorak wel duidelijk naar vo
ren traden. De zangeressen lieten zich
verder te zamen o.a. hooren in een duet
uit Handel's Judas Maccabaus, in „Das ist
der Tag des Herrn" van Mendelssohn en
in het welbekende „Gloria in excelsis Deo'
van C. van Rennes. Het klonk mooi te
meer daar de begeleiding van den organist,
zoo fijn genuanceerd, zeer te loven was.
Zilveren jubileum.
Gister was het 25 jaar geleden, dat mej.
M. C. van de Visse als beambte van het
Gasthuis in dienst trad.
Dat dit jubileum niet onopgemerkt
voorbij is gegaan, zal ieder begrijpen, die
het werk van mej. Van de Visse in het
Gasthuis kent.
Namens het college van regenten en re
gentessen heeft de voorzitter, de heer De
Ridder, mej. Van de Visse in de directie
kamer gecomplimenteerd en haar een ge
schenk overhandgd.
Het jubileum werd Maandagavond reeds
gevierd door de oudjes van het Gasthuis,
die niet alleen werden getracteerd, doch
tevens werden verrast op een aardige film
voorstelling. Eén der oudjes heeft, namens
de in wonenden, de jubilaresse een geschenk
aangeboden.
UITREIKING VAN MEDAILLES EN
GETUIGSCHRIFTEN VOOR 40- EN 25-
JARIGEN DIENST BIJ „DE SCHELDE".
Gister had de jaarlijksche uitreiking
plaats van medailles, getuigschriften en
gratificatiën voor 40- en 25-jarigen dienst
aan de K. M. „De Schelde" en wel aan 13
ambtenaren, 1 baas en 59 werklieden. De
uitreiking geschiedde door de directie, in
tegenwoordigheid van hoofdambtenaren,
afdeelingschefs, het bestuur der bazenver-
eeniging, het bestuur der arbeiders-verte
genwoordiging, de bazen der fabrieksafdee-
lingen, waaruit werklieden voor een me
daille in aanmerking kwamen, alsmede van
het bestuur der afdeeling Middelburg van
de Ned. Maatschappij voor Nijverheid en
Handel.
Onder het aanbieden van hartelijke ge-
lukwenschen aan de jubilarissen, werden
uitgereikt: de gouden medaille van de
Maatschappij met bijbehoorende gratifica
tie, voor 40-jarigen dienst aan 1 ambtenaar
en 11 werklieden, nl. aan de heeren J. C.
Dommisse, B. C. Baljé, C. Dommisse, W. P.
Fens, G. W. Geeve, J. v. d. Loos, C. Maar-
tense, J. P. Timmerman, A. Tromp, J. L.
Wigard, J. v. Zalen en C. v. Zweeden.
De zilveren medaille met bijbehoorende
gratificatie, voor 25-jarigen dienst werd
uitgereikt aan 12 ambtenaren en 1 baas nl.
aan de heeren: A. A. v. d. Berge, J. Blok
land Visser, C. V. v. d. Eijk, E. Geljon, G.
Huser, M. Izeboud, L. J. Jansen, M. C. J.
Koper, L. Langeraar, P. S. Lenselink, J. A.
Smit, J. H. Verdonk, C. W. Theune.
De zilveren medaille met vereerend ge
tuigschrift van de Ned. Mij. voor Nijverheid
en Handel, en gratificatie van de N.V. Kon.
hij gezegd, dat hü soms verplicht was te
doen wat hij moest, maar dat hü eenmaal
hoopte te doen wat hü kon. Had hü 't een
of andere bevel ontvangen? Maar al was
dit 't geval, waarom haar dan verlaten zon
der een woord achter te laten? Haar David
haar eigen man!
Maar vóór alles moest ze David niet wan
trouwen. Ze betastte haar trouwring. Waar
was de groote saffier gebleven, die haar
vader haar had gegeven? 't Kon haar niet
veel schelen. Wat gaf ze nü om een ring!
Hoe zou iets haar ook kunnen schelen. Da
vid was 't begin en 't einde van haar ho
rizon. Zou die Celestine nooit komen? Moest
ze daar maar bewegingloos en hulpeloos
blijven liggen?
Het zou 't beste zün, maar spoedig naar
hotel Ritz te vertrekken; daar zou zeker
wel een brief voor haar zün of waarschijn
lijk David zelf. Zoo dwaalden haar gedach
ten onophoudelük. Hü had een hekel ge
had aan al de onnoodige drukte, die haar
tante en de Whitmore's maakten dat zal
't geweest zün en, denkende, dat ze wel
spoedig beter zou zün en uit den aard der
zaak naar Parüs zou terugkeeren, was hü
vertrokken.
Misschien was hü bezig met den gezant
de noodige schikkingen te treffen voor hun
burgerlük huwelük. Alles was wel heel
vreemd, maar toch moest ze zich geen ake
lige mogelükheden in haar hoofd halen
alleen maar prettige. Ze zou haar tante of
Jack niets meedeelen omtrent haar huwe
lük met David; dat zouden ze samen doen,
indien ze in Parüs met hem was. Bü die ge
TANDPASTA
(Ingez. Med.)
Mij. „De Schelde", voor 25-jarigen dienst
ontvingen de volgende 48 werklieden: P. v.
Belle, B. v. Belzen, M. Boer, H. Boogaard,
A. Boone, A. L. H. Bos, J. Braat, I. de Bree,
J. Castel J. J. F. Corveleijn, P. J. v. Die-
rendonck, A. v. Egeraat, B. Fleurbaaü, A.
Gillesse,- J. C. Gillissen, W. A. Gillissen
Verschage, J. v. d. Heüden, H. L. v.
Houcke, A. P. Kesteloo, F. Kopmels, J. J.
Lute, J. F. J. Macheels, P. Meeuse, J. Mul
der, S. Nagtegaal, L. de Nooijer, P. Ooms,
J. de Pagter, D. Peeman, D. F. Polderman,
P. Polderman, J. Puü'pe, J. de Regt, B. de
Ridder, G. Schot, H. Siegers, J. Sinke, J.
S. Steendam, A. Steketee, P. Stroo, J.
Sturm, J. Sturm, P. Suurmond, C. Valkier,
L. C. Villée, A. de Visser, A. G. J. Weer-
pas, P. Willeboordse.
In totaal zün tot op heden uitgereikt aan:
322 ambtenaren, bazen en werklieden de
gouden medaille van de K. M. „De Schelde"
voor 40-jarigen dienst; aan 136 ambtenaren
en bazen de zilveren medaille voor 25-jari-
gen dienst; aan 920 werklieden de zilveren
medaille met vereerend getuigschrift van
de Ned. Mij. voor Nüverheid en Handel
voor 25-jarigen dienst en aan 43 ambtena
ren, bazen en werklieden de gratificatie der
Mij. voor 50-jarigen dienst.
De werkloosheid.
Deze week stonden in onze gemeente als
werkzoekenden ingeschreven 484 personen,
de vorige week) 478.
In de werkverschaffing werden geplaatst
154 personen, waarvan 24 in de plantsoe
nen.
AAGTEKERKE. Dinsdagavond vergader
de de vereeniging „Het Groene Kruis" onder
voorzitterschap van burgemeester J. Bosse-
laar. Aanwezig 19 leden. Op voorstel van
het bestuur werd de begrooting voor het
komende dienstjaar vastgesteld op 100.
De aftredende bestuursleden de heeren
J. Birza en P. de Visser werden herkozen,
in de vacature ontstaan door het overlijden
van wijlen J. Moens werd gekozen A. Ver-
hage Cz.
Het salaris van den magazijnmeester-
bode werd onveranderd vastgesteld.
Met ingang van 1 November is be
noemd tot schrüver bij de directe belastin
gen te Terneuzen de heer M. Overweg al
hier.
DOMBURG. De dezer dagen gehouden
collecte voor de blindeninrichting „Wolf-
heze" heeft opgebracht 43.
BAARLAND. Dinsdag is door den Com
missaris der Koningin beëedigd als burge
meester van Baarland, de heer C. J. Vo
gelaar. Daarna heeft de nieuwe burgemees
ter vergezeld van zijne echtgenoote een
bezoek gebracht aan zijn gemeente, en een
bespreking gehouden met het dagelijksch
bestuur. De installatie zal plaats hebben
op Maandag 14 November. Het is- de
wensch van burgemeester Vogelaar zich,
zoo spoedig mogelijk, metterwoon te Baar
land te vestigen.
RAAD VAN BAARLAND.
BAARLAND. Dinsdagavond vergaderde
de Raad; voorzitter de wnd. burgemeester
De Vriend, afwezig de heer De Winter.
Aan de werkloozen zal dezen winter de
gewone brandstoffenbijslag worden gege
ven.
Ingekomen was de uitspraak van het
ambtenarengerecht inzake J. A. Hoogvliet
contra de gemeente. Daar niemand hier
van voorlezing verlangde werd deze voor
kennisgeving aangenomen.
De gemeente-begrooting werd aangebo
den, deze sluit in ontvang en uitgaaf met
25.380, met een post voor onvoorziene uit
gaven van 342. Besloten werd aan de on-
derwüzeres aan de O. L. school mej. Mol,
met ingang van 1 Januari 1938 eervol ont
slag te verleenen, daar het aantal leerlin
gen gedaald is beneden het wettelijk mini
mum-voor twee leerkrachten.
Mej. Mol is genegen als onderwijzeres in
de nuttige handwerken en kweekelinge met
acte kosteloos werkzaam te blijven.
Inzake het voorstel van B. en W. betref
fende den bouw van een nieuw gemeente
huis annex ambtswoning voor den burge
meester informeert de heer D e R ij k of
dachte klopte haar hart onstuimiger met
hem in Parüs! O! hoe heerlük. Ze moest
zorgen, zich niets verontrustends te ver
beelden, aangezien 't toch duidelijk was, dat
geen man, die gedurende vüf dagen haar
echtgenoot was geweest en met wien ze
een vreeselüken dood onder oogen had ge
zien, dadelük nadat ze gered waren, weg
zou gaan met 't opzettelük voornemen haar
voor goed te verlaten.
Dit troostte haar en ze bleef rustig lig-
Toen keerden haar gedachten terug naar
hun eerste huwelüksuren. Ze trilde bü de
herinnering daaraan. Maar toen ze kwam
bü hetgeen er 't laatst was gebeurd, en de
nerinnering, dat ze het bloed uit David's
arm had gezogen, voor haar geest kwam,
gaf ze een korten gesmoorden gil. Kon dat
de reden zün geweest? Had dat misschien
zpn walging opgewekt? Waar was 't bloed
vandaan gekomen? Had hü zün arm ge
schramd of had ze hem in haar krank
zinnigen honger gebeten?
Ze kon het zich niet herinneren alleen
de voorstelling van dat bloed, dat ze had
gedronken, stond haar helder voor den
geest.
Deze gedachte vond ze zoo ontzettend,
dat ze het geen oogenblik alleen kon uit
houden. Ze moest iemand roepen om Jack
te halen. Ze drukte op het electrische knop
je boven haar hoofd en oogenblikkelük
keerde mevrouw Whitmore bü haar terug.
„Ik zou 't zoo prettig vinden, kapitein
Lumley te zien", zei Laline zoo kalm als
ze kon „zoudt u hem willen vragen om bo
ven te komen indien hü in 't hotel is. Ik
den burgemeester is gevraagd of hüzelf een
woning wil bouwen. Dit zag spr. liever. Hü
erkende dat het tegenwoordige gemeente
huis geen gebouw is voor een burgemees
ter-secretaris om in te huizen. De omlig
gende gemeenten hebben echter geen van
allen een ambtswoning.
De heer Traas dacht dat de burge-
rü zich dankbaar voelt nu een eigen burge
meester in de gemeente te krügen, combi
natie met een andere gemeente was voor
velen een schrikbeeld. Het voorstel, in prin
cipe te besluiten tot den bouw van een
nieuw gemeentehuis annex burgemeesters
woning werd, behoudens goedkeuring van
G. S., zonder stemming aangenomen. (De
benoodigde gelden kunnen worden ver
strekt door het werkfonds tegen een rente
van 2 a 2%
Evenzoo het voorstel van B. en W. de
secretarie telefonisch te doen aansluiten.
Het voorstel van B. en W. burgemeester
Vogelaar te benoemen tot onbezoldigd amb
tenaar van den Burgerlijken stand werd
aangehouden tot de volgende vergadering,
daar eerst in een vergadering van B. en W.
een tweetal moet worden opgemaakt.
IERSEKE. De I7-jarige schippersknecht
J. Stobbelaar aan boord van de YE 126,
had het ongeluk op de reeling te vallen en
zich dusdanig te verwonden aan het hoofd
dat de geneeskundige hulp van dokter
Polderman moest worden ingeroepen.
KAPELLE. Onder zeer groote belangstel
ling van de züde van het publiek werd
Maandagmiddag ter aarde besteld, het
stoffelijk overschot van wülen den heer B.
Baas, die meer dan 30 jaren in dienst was
van de Posterüen, het laatst als schrüver
ten kantore te Goes. Aan de groeve werd
het eerst het woord gevoerd door den di
recteur van het kantoor Goes, die den over
ledene schetste als een nauwgezet getrouw
en accuraat persoon, terwül de voorzitter
van de vereeniging van Postpersoneel (alf.
Goes) hem een goed kameraad en vooraan-
staand bestuurslid noemde. Dr. Schmidt be
sloot deze pechtigheid, na de lü'krede, met
het gebruikelüke „Onze Vader". Een drie
tal kransen dekte de baar, een broeder van
den ontslapene dankte voor de laatste eer.
RAAD VAN KRABBENDIJKE.
KRABBENDIJKE. Dinsdagavond verga
derde de Raad voltallig, onder voorzitter
schap van burgemeester jhr. mr. Sandberg
tot Essenburg. B. en W. hebben met ingang
van 1 November 1938 eervol ontslag ver
leend aan mevr. Raaymakers-Bal als on-
derwüzeres der o.l. school. Voorgesteld werd
een kasgeldleening aan te gaan tegen
Ingekomen was een schrüven van den Land-
arbeidersbond om uitsluitend in voorkomen
de gevallen arbeiders uit de gemeente te
werk te stellen. Voorts een schrüven van
den minister van financiën dat de gedemp
te spoorsloot eigendom is van de Ned. Spoor
wegen. Van den heer Jansen Verplanke om
een verwarmd en verlicht lokaal voor de
te houden winter-tuinbouwcursussen (inge
willigd). Van den minister van sociale za
ken was o.a. bericht ingekomen, dat weer
een toeslag voor brandstof kan worden ver
leend van ten hoogste 1 per week volgens
rüksregeling. Aan de Wed. J. van Luük
werd eervol ontslag verleend als schoon
maakster van het gemeentehuis. Aan B. en
W. werd machtiging verleend om een ander
aan te stellen tegen 25 per jaar. Hierna
werd de voorloopige gemeenterekening 1937
vastgesteld. De gewone dienst wüst aan ont
vangsten aan 83272, uitgaven 80104, ba-
Verkrijgbaar bij:
Electro Techn. Bureau
L. J. v. 't WESTENDE,
Gortstraat 21, Middelburg. Telefoon 387,
(Ingez. Med.)
ben nu weer heelemaal beter."
„Zeker, Laline", en na nog heel wat ge
praat, verliet mevrouw Whitmore haar en
dadelük daarop kwam Jack binnen.
„Laline mü'n lieveling!" riep hü met
gebroken stem, „O! hoe dankbaar ben ik,
dat je weer beter bent."
„Ik ben weer heelemaal in orde, Jack",
antwoordde ze vroolük. Haar verklaring
was in tegenstelling met haar zeer bleeke
gelaat en de blauwe kringen onder haar
oogen.
Hij kwam dicht bij 't bed en ging naast
haar zitten.
„Laline, je kunt nooit beseffen, welken
vreeselüken angst ik in die dagen door
staan heb. Ik kan er niet over praten
maar misschien kunt je 't gissen, en hü
kuste haar büna doorzichtige hand.
„Ja, beste Jack, je bent zoo goed en zoo
vriendelük. Heeft majoor Lamont, vóór
hij vertrok, nog eenig bericht achtergela
ten?"
„Neen raar van hem ik heb nog
nooit zoo iets bügewoond David, die daar
zoo maar weggaat! Ik veronderstel, dat hü
een gewichtige afspraak had."
Laline had een gevoel of een üskoude
hand haar hart toekneep. Ze verlangde er
naar, dezen goeden vriend alles te vertel
len, maar ze kon niet. Waarmee zou ze moe
ten beginnen en waar eindigen?
(Wordt vervolgd).