DE MAN TRIUMPH 1 CENT VIRGINIA VAN SMAAK PREFEREERT -'N TRIOMF VAN SMAAK KRONIEK van dan DAG. BINNENLAND. TWBEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE BBDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 29 OCTOBER 1938. No. 255. LALINE LESTER'S ROMAN De obligatiemarkt in discrediet. KERK EN SCHOOL. OOSTBURG a—pwp— Ommekeer in Frankrijk. Frankrijk's huidige minister-president Daladier is van een jonger generatie dan Lloyd George. Daladier vocht in den we reldoorlog mee in de loopgraven, terwpl Lloyd George regeerde. En Daladier heeft zich onmiddellijk na den oorlog niet bezig gehouden met het opstellen van vredes verdragen. Hij kreeg pas goed met die dingen te maken toen hij de a der tot de hoogste sporten had beklommen en ze hun ontbindend werk m ons we relddeel reeds vele jaren hadden verricht. Daladier had laatst kunnen zeggen, tegen een zoo hoogen prijs als Hitier verlangt koopt Frankrijk den vrede niet. Hy had dat kunnen zeggen en het op een oorlog laten aankomen, zonder den last van ge wetenswroeging over een afschuwelijke vergissing in 1919 begaan. Maar hij zeide dat niet. Hij heeft een van de ernstigste misslagen in de vredesverdragen neerge legd, helpen herstellen, en den vrede red den. Zonder twijfel ging het hemniet van harte af: de wijze, waarop de correc tie geschiedde, was allesbehalve eervol voor zjjn land. Maar in tegenstelling tot Lloyd George, die ook geen last van ge wetenswroeging heeft, hoewel hij dat be hoorde te hebben zag Daladier het als zijn verantwoordelijken plicht, door den wrangen appel heen te bijten. Men kan beweren, dat hij eigenlijk geen keus had, toen bleek, dat Groot-Brittannië niet van zins was, de wapenen voor Tsjechoslova- kjje op te nemen. Frankrijk heeft immers geen eigen buitenlandsche politiek meer, moet verzwakt als het is in het kiel zog van John Buil varen. Dan vergeet men echter, dat tijdens het conflict om Tsjechoslovakije Engeland evenmin een keus zou hebben gehad, indien Frankrijk wat het gemakkelijk genoeg kon een oorlog had geforceerd. Het eigenbelang zou Engeland onverbiddelijk voorgeschre ven hebben zich aan de zijde van Frank rijk te scharen. Wij zijn er Daladier dank baar voor, dat hij dit paardemiddel blijk- baar niet eens heeft overwogen. Evenals van dat van Chamberlain was het eenige groote doel van zijn politiek streven het behoud van den vrede. Er behoorde ten slotte veel moed toe, om daarvoor offers te brengen, offers, niet alleen van Tsje choslovakije, maar ook van Frankrijk zelf, dat immers zijn invloed in midden-Europa moest prijs geven,. Daladier heeft op het congres van zijn partij te Marseille de overeenkomst van München overtuigend verdedigd en daar bij onverbloemd de drijverijen der commu nisten aan de kaak gesteld. Zij, de commu nisten, die hem voor „Hitler-knecht" schol den en blijkbaar een oorlog hadden willen ontketenen, hebben tegelijker tijd echter niets nagelaten om Frank rijk ongeschikt voor het voeren van een oorlog te maken. Zij waren het, die de befaamde Volksfrontregeeringen tot een politiek van afbraak noodzaakten, waar door Frankrijk thans aan den rand van een bankroet staat. Daladier schroomde niet, den financieelen en economischen nood van zijn land naar waarheid te schet sen en nog minder, om daarvoor de com munisten grootendeels verantwoordelijk te stellen. Waaraan heeft Frankrijk behoefte, ja wat is noodazkelijk, hard noodzakelijk voor dit land? Dat er een einde komt aan de heele of halve „Volksfronterij", welke veroorzaakte dat er niet meer genoeg ge werkt en geproduceerd wordt, dat de op brengst der belastingen schrikbarend is te- ruggeloopen en de staat zich telkens in nieuwe schulden moet steken, om de even schrikbarend gestegen uitgaven te kunnen doen. Men heeft het laatste jaar ge tracht met allerlei halve maatregelen, den noodlottigen achteruitgang te weerstaan. De praktijk bewees, dat dit vergeefsche moeite is geweest. Halve maatregelen kunen ook hier geen baat brengen. Er zal nu eindelijk radicaal ingegrepen moeten worden; d.w.z. het geheele Fransche volk zal offers moeten brengen om de nationa le huishouding weer op een gezonden ste- vigen grondslag te kunnen zetten; d.w.z., wat de arbeiders aangaat, dat het stelsel van de 40-urige werkweek ,door het Volks- Dit het Engelsch door W. A. C. 44). Zij kwamen omstreeks acht uur, goed in gepakt in reisdekens en overjassen, aldaar aan. David was nog duizelig en half bewus teloos en Laline versuft en ijlende Voor mevrouw Greening was 't een ont zaglijke opluchting, maar ze was er zóó opgewonden door geworden, dat men haar wegens te groote overspanning harer ze nuwen uit de kamer moest verwijderen. Celestine hield echter het hoofd bij elkaar en bracht haar troetelkind naar bed. Met den dokter stond ze over Laline gebogen. Jack was te diep ontroerd om door eenig uiterlijk teeken te toonen, wat hij gevoel de. Zoo was zijn aard, maar zijn hart kromp ineen van bezorgdheid. Wat was daar onder den grond in die vijf dagen tusschen David en zijn Laline ge beurd? Maar 't was nu niet 't oogenblik voor overpeinzingen, 't Eenige, waaraan hij moest denken, was hoe hij er toe kon bij dragen, dat zij beiden weer gezond werden. Fergusson was op zjjn slimme Schotsche manier druk bezig geweest zijn berekenin gen te maken. Hij wist, dat zijn meester het van het allerhoogste gewicht zou achten zijn woord gestand te doen en morgen het einde der zes dagen wanneer hij weer geheel bij bewustzijn was, op het gezantschap te z!jn. Daarom was 't zijn plicht om alles in gereedheid te brengen, opdat zij onverwijld zouden kunnen vertrekken, zoodra majoor front te onzaliger ure doorgezet, overboord dient geworpen. Frankrijk kan zich de luxe van dit stelsel niet permitteeren in een wereld van concurrenten, die er tot dusver niets van moesten hebben. Is Daladier de man, die den ommekeer in Frankrijk zal kunnen bewerkstelligen? Hij heeft blijkens zijn redevoering te Marseille inderdaad aspiraties in die richting en wellicht beschikt hij ook over capaciteiten daartoe. De vraag is echter, of de omstandigheden er reeds rijp voor zijn. Vermoedelijk is het grootste deel van Daladier's partij de radicaal-socialistische voor een straffer regime te vinden. Maar op den linkervleugel staan zonder twijfel nog lieden, wien de oogen voor de kwalijke gevolgen der volksfronterij nog niet zijn opengegaan. Indien zij met de communisten en socialisten zouden willen blijven samenwerken, zijn politieke verwik kelingen denkbaar, welke Daladier tot af treden kunnen nopen. Want dit is nu wel duidelijk gebleken: de regeering aan het hoofd waarvan Daladier staat, heeft voor goed met de Volksfronterij gebroken. Da ladier's verklaring kwam neer op een oor logsverklaring aan de communisten. Van daag of morgen zal de regeering openba ren, welk gebruik ze gaat maken van de volmachten, die het parlement haar on langs toestond. Het lijdt nu geen twïjïel meer, dat de aan te kondigen maatregelen de communisten, mitsgaders de socialisten op hun achtersten zolder zullen brengen. Wij zijn er benieuwd naar, of de radicaal socialisten in dien storm standvastig zullen blijven om samenwerkende met het centrum en rechts Daladier de uitvoe ring van zijn program mogelijk te maken. Ook voor de internationale politiek zou dit van het grootste belang zijn. Een Frankrijk, dat zich regenereert, kan een goede factor worden in de formule voor het behoud van den vrede. Finantieel economisch weekoverzicht. Voorbarige verwachtingen inzake stijging van den rentevoet. Be langstelling voor Amerikaansche fondsen. Weinig bevredigende ontwikkeling in de petroleum-in- dustrie. Het publiek ten onzent heeft zich den laatsten tijd geheel afgewend van de obli- gatiemarkt. De oorzaken daarvan zijn voor namelijk gelegen in bespiegelingen over een ondermijning van de overheidsfinanciën door de zware bewapening in de verschillende landen. Wat ons land betreft, lijkt de vrees, dat het staatscrediet daaronder zal lijden voorloopig nogal overdreven, doch dit neemt niet weg, dat allerlei geruchten, hierop neerkomende, dat de voortgezette uitgaven Voor de landsverdediging een algemeene in- flationistische tendens te weeg zouden bren gen, het publiek er van terug houden om in het algemeen obligaties als belegging te ne men. Voor zoover de toestand thans kan worden beoordeeld, Hjkt de kans, dat de waarde van ons ruilmiddel ten opzichte van andere valuta's zou worden gedeprecieerd uiterst gering en de tendens van de markt is eerder een tegenovergestelde richting. Nog altijd moet het Egalisatiefonds bij tijd en wijle in de markt optreden, teneinde door aankoopen van dollars een stijging van den gulden ten opzichte van deze valuta en van het goud tegen te gaan. Dat neemt niet weg, dat zonder een verdere depreciatie ten op zichte van ander valuta's toch een waarde vermindering van het geld zou kunnen in treden, indien het budget gedurende jaren achtereen zou worden belast met meer dan gewone uitgaven voor de landsverdediging en ander buitengewone doeleinden. Onnoo- dig te zeggen, dat de kwestie voor het oogenblik nog in academisch stadium ver keert, hetgeen niet wegneemt, dat erdoor zulke opvattingen toch plotseling een ver andering in de houding van het publiek kan intreden. Tengevolge van de geringe belangstelling voor obligaties is dan ook de conversiebeweging sinds geruimen tjjd tot staan gekomen en wij hoorden, dat ook de hypotheekbanken slechts zeer matige be dragen aan pandbrieven kunnen plaatsen. De uitgifte van 3-3% pandbrieven van de Nederlandsche Hypotheekbank en de Friesch-Groningsche Hypotheekbank schijnt ook geen onverdeeld succes te zijn. Daarbij komt nog, dat onlangs de bij het Beleggings front aangesloten instellingen besloten heb ben om geen obligaties te koopen, die een rendement geven van minder dan 3% Men mag dus constateeren, dat de daling van den rentevoet voor het oogenblik tot staan is gekomen en nu en dan hoort men zelfs de gedachte opperen, dat binnen af- zienbaren tijd een stijging van den rente voet zou kunnen intreden. Het komt ons echter voor, dat deze mee ning niet voldoende door de feiten wordt gesteund. Er is immers geen sprake van een opneming van de overtollige middelen door het bedrijfsleven of door geldbehoevende lichamen. Evenmin is de kapitaalexport van zulk een omvang, dat hiervan de uit werking op de markt zou zijn te bespeuren. De omvang van de rentelooze saldi bij de Nederlandsche Bank vormt weliswaar geen aanwijzing van de werkelijke bedragen, die voor belegging beschikbaar zijn, maar deze geeft toch wel een beeld van den zeer groo- ten geldovervloed hier te lande. Juist de laatste weken zijn deze saldi weer toege nomen. Het bedrag van de particuliere gel den blijft weliswaar ca. 150 millioen be neden den hoogsten stand, die in den loop van dit jaar werd bereikt, maar het bedrag van ca. 675 millioen is toch op zich zelf van een zoodanigen omvang dat reeds uit een technisch oogpunt van de markt met geen mogelijkheid aan een stijging van den geldkoers op korten termijn kan worden ge- dacht. En het is al weinig waarschijnlijk, dat de rentestand voor beleggingen op lan gen termijn een sterke afwijking zou gaan vertoonen, wat de ontwikkelingsgang be treft vergeleken met de eigenlijke geld markt. Onze conclusie is dan ook, dat men voor loopig geen rekening behoeft te houden met een stijging van de kapitaalrente. Het is opmerkelijk, dat niettegenstaande de geringe koolust voor obligaties op de aandeelenmarkt toch niet kan worden ge sproken van een eenigszins omvangrijke koopbeweging. De eenige afdeeling, waarin een matige belangstelling aan den dag is gelegd, is die van Amerikaansche fondsen. Weliswaar heeft de kapitaalexport, in de zen vorm, zooals wij reeds opmerkten, geen groote proporties aangenomen, maar in verhouding tot den algeheelen omzet van de markt is de affaire toch wel van eenige beteekenis. De oorzaak, dat de bedrijvigheid zich vooral op Amerikaansche fondsen richt, be hoeft op zich zelf geen verwondering te wekken. De berichten over den gang van zaken in de Amerikaansche industrie en de opwaartsche beweging van de conjunctuur daar te lande, geven voldoende aanwijzing om de toekomst eenigszins optimistischer te beoordeelen. Er is een omvangrijk project aangekon digd, waarvan de kosten op 1 milliard worden geraamd en waarvan de voorloopi- ge uitvoering een uitgave van 250 mil lioen zal vergen, welk project is te be schouwen als een belangrijk onderdeel van het bewapeningsprogram, waarop Amerika zich met grooten spoed en energie heeft ge worpen. In dit project zullen de particuliere ondernemingen worden ingeschakeld en er bestaat allen reden om aan te nemen, dat hierdoor de bedrijven in een betere positie zullen komen. 't! Uit hetgeen wij in den aanvang opmerk ten, mag reeds worden afgeleid, dat er op de locale markt zeer weinig is omgegaan. Er waren dan ook weinig indicaties, die tot een vastere stemming of meerdere koop lust hadden kunnen leiden. In de eerste plaats mag in herinnering worden gebracht, dat de ontwikkeling in de petroleumin dustrie den laatsten tijd weinig bevredigend is geweest. De prijzen voor benzine en an dere petroleumproducten met inbegrip van stookolie, zijn tot een laagterecord terug gevallen en er zijn stemmen opgegaan om vooral de productie van geraffineerde olie en benzine te beperken. De cijfers van de Shell Union Oil over het derde kwartaal zijn intusschen weinig bevredigend geweest. Weliswaar kon het kwartaal nog met een winst worden afgesloten, maar deze was bijna de helft minder dan in hetzelfde tijd vak van het vorige jaar, nl. 3.53 millioeen tegen 7.50 millioen. Ook de dividendvoor uitzichten van de Koninklijke worden niet gunstig beoordeeld. Het interimdividend wordt geraamd op 5 en er wordt niet aangetwijfeld, dat de totale uitkeering la ger zal worden dan het vorige jaar, toen in totaal 17 werd uitgekeerd. Men heeft zich vroeger ook groote voorstellingen ge maakt van de winsten uit het distributiebe drijf, maar de kosten daarvan zjjn tamelijk hoog, doordat de service van de pompsta tions technisch vrijwel volmaakt is, maar natuurlijk ook naar evenredigheid groote uitgaven met zich brengt.' In de afdeeling voor industrieele fondsen heeft goede belangstelling bestaan voor aandeelen Fokker, maar dit fonds had toch *>ok weer van winstnemingen te lijden, zoo dat het tijdelijk bereikte niveau van 400 niet gehandhaafd kon blijven. Vrij gunsti ge verwachtingen heeft men van het repa ratiebedrijf in den scheepsbouw. Daardoor worden de vooruitzichten van Wilton-Fyen- oord gunstig beoordeeld. De koers van dit fonds is dan ook weer eenige procenten ge stegen. Het dividend wordt op niet lager dan het vorige jaar geschat nl. 9 en de beurskoers 140. Minder gunstige berichten waren er van de Nederlandsche Wol Mij. die in het af- geloopen jaar de uitwerking van de lage wolprijzen moet hebben ondervonden. Het dividend zal dan waarschijnlijk wel tegen vallen en vermoedelijk niet meer dan 3 bedragen. Het betreft hier een dividend raming, die wij ter beurze hoorden noe men. Een vrij gunstige tendens legden scheep vaartwaarden aan den dag, in het bijzonder Koninklijke Boot en Indische lijnen, deze laatste vermoedelijk in verband met het be richt, dat de maatschappijen een directen dienst van Indië op den Levant zouden openen. In de afdeeling voor cultuuraandeelen viel er iets meer belangstelling voor sui kerwaarden waar te nemen, nu de Nivas de afdoeningen van suiker schijnt te heb ben hervat. Er werd echter tot nu toe geen melding gemaakt van prijsverhooging. Ge woonlijk hebben deze plaats, indien de vraag gedurende eenigen tijd heeft aange houden. Naar men weet is de tegenwoordi ge prijs echt vrij bevredigend te achten en in ieder geval wordt er met winst gewerkt. In de afdeeling voor rubberaandeelen ver keert men in spanning of het uitvoerper- centage voor het eerste kwartaal zal wor den verhoogd. Er zijn reeds verschillende stemmen opgegaan tegen een zoodanigen maatregel.en het prijsniveau is stellig niet van dien aard, dat hiervoor directe aanlei ding bestaat. Aan den anderen kant is de sterke beperking op zich zelf nadeelig voor de producenten en zij zouden niets liever wenschen dan een grooteren uitvoer ge paard gaande met het handhaven van den tegenwoordigen prijs. Zulks zal echter wel niet mogelijk zijn zonder dat het gebruik belangrijk toeneemt. Hierop komt dus alles aan en met spanning ziet men uit naar be richten, dat de verbetering in de automo bielindustrie blijft aanhoudend. In dat geval zou zeer zeker met de mogelijkheid van groote consumptie rekening mogen worden gehouden. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop. 3 Nederland 1937 99%, 99 3 Ned. Indië 1937 99%, 99 Va Philips 235%, 237%, 230%, 233 Kon. Petr. 337%, 329%, 332% A'dam Rubber 237, 240, 237 H.V.A. 473, 474%, 468, 471 Deli Bat. Mij. 232, 225, 226. Deli Mij. 288%, 284%, 285% Senembah 266, 261. Geslaagd voor het machinisten-diploma C: K. Faase te Vlissingen, leerling van de „De Ruyterschool". Abonnementen en Advertentiën voor dit blad worden aangenomen door de Agente Fa. A. J. BRONSWIJK. zoodra u klaar bent". Dit alles werd ten uitvoer gebracht, maar terwijl David in 't warme water lag, be dacht hij, wat hij toch aan Laline zou moe ten laten weten. Zijn eerste woorden tot Fergusson, nadat zij hun schikkingen had den getroffen, waren om te vragen hoe 't haar ging. Fergusson had om acht uur Celestine ont moet, toen ze weer warme melk bracht en ze had gezegd, dat haar meesteres rustig sliep en dat de dokter had gezegd, dat de patiënt onder geen voorwendsel gewekt mocht worden; ze moest uit zich zelf wak ker worden. 't Was David duidelijk dat hij haar niet kon spreken. Dit was verschrikkelijk, maar hij moest zijn plicht doen. Hij zou zich zoo gauw mogelijk aankleeden en terwijl Fer gusson de rekening betaalde, haar schrij ven. Twee maanden was toch niet zoo lang om te wachten. Hij had niet den geringsten twijfel, of ze zou hem vertrouwen en alles begrijpen. HOOFDSTUK XXIV. In 't leven van ons allen zijn er oogen- blikken, waarop het lot dingen laat gebeu ren, die onze plannen met een duivelsche boosaardigheid in de war brengen. Weldra zou zoo'n beschikking van het noodlot Laline en David treffen, juist op 't oogenblik, waarop alles zoo mooi scheen, waarop zij pas aan een vreeseljjken dood waren ontsnapt en waarop 't scheen, dat rij een recht op geluk hadden verworven. TERUGZENDING VAN NEDERLANDSCHE VRIJWILLIGERS UIT SPANJE. De regeering zal zich over 't al gemeen niet tegen hun toelating verzetten. Op de vragen van den heer Vein der Goes van Naters (s.d.) betreffende toela ting in Nederland van door de Spaansche regeering terug te zenden vrijwilligers van Nederlandsche herkomst hebben de minis ters van justitie en van buitenlandsche za ken als volgt geantwoord: De Nederlandsche regeering heeft haar instemming betuigd met de door de non interventie-commissie ontworpen regeling van een aantal kwesties, welke het gewa pend conflict in Spanje tusschen een aan- (Ingez. Med.) tal der in die commissie vertegenwoordig de Europeesche staten had doen rijzen. Een der onderdeelen dezer ontwerp-regeling betrof het vraagstuk van de wijze van te rugtrekken der zg. vrijwilligers uit Spanje. De instemming der Nederlandsche regee ring met deze, door alle bij de non-interven tie-overeenkomst partij zijnde staten aan vaarde ontwerp-regeling brengt niet me de, dat met betrekking tot de toelating van vrijwilligers van Nederlandsche herkomst met name van degenen, die de Spaansche nationaliteit hebben verworven die thans zullen terugkeeren op grond van het eenzijdige besluit van een der in Spanje strijdende partijen, een door genoemde ont werpregeling voorgeschreven gedragslijn zou moeten worden gevolgd. Intusschen zal de regeering voor zoover de eischen van openbare orde en veiligheid van den staat zich daartegen niet verzetten, tegen de toelating van vrijwilligers van Ne derlandsche herkomst geen bezwaar ma ken. DE ZWENDELBANK WIEGERENCK MUSCHTER EN CO. Drie van de vier gearresteerden blijven in bewaring. De beide directeuren van de commandi taire bankvereenïging, Wiegerinck Musch- ter en Co., benevens de directeur van de credietvereeniging „Amsterdam" die geves tigd was in hetzelfde perceel als de com manditaire bankvereeniging, zijn gister voor de raadkamer van de rechtbank te Amsterdam gehoord. De rechtbank heeft de opsluiting in het huis van bewaring voorloopig voor den tijd van dertig dagen bevolen ten opzichte van de beide directeuren van de commanditaire bankvereeniging en van den procuratiehou der B. De vierde gearresteerde, de directeur van de credietvereeniging „Amsterdam", is op vrjje voeten gesteld. DE STORMSCHADE AAN DEN AFSLUITDIJK. Op de vragen van den heer Van der Waerden (s.d.) in verband met de beschadi ging van den afsluitdijk ten gevolge van den storm van 3|4 October j.l. luidt het antwoord van den minister van waterstaat: De schade aan den afsluitdijk van het IJsselmeer, ontstaan tijdens den storm van 3|4 October 1938, heeft zich beperkt tot be schadiging van het binnenbeloop van den dijk beneden den berm, alwaar ongeveer 24.000 vierk. meter glooiing is beschadigd en eenige grond is weggeslagen. Gevaar voor den dijk of voor den op den binnen- berm aanwezigen weg heeft niet bestaan. Bij de in uitvoering zijnde werken voor den N. O.-polder, is de schade weinig be langrijk. Deze bepaalt zich in hoofdzaak tot de op het Zuiden gelegen gedeelten van de tijdelijke verdedigingen aan de polderrijde van den dijk. Aan het gereed zijnde werk, dat na voltooiing van den polder aan den aanval van water zal zijn blootgesteld, is geen schade toegebracht. Tengevolge van de ontstane schade behoeft geen vertra ging in het gereedkomen van de werken te worden gevreesd. Het gemiddelde peil van het IJsselmeer bedroeg tijdens den storm van 3/4 October 1938, 0,03 a 0,04 m— N.A.P., ten gevolge van opwaaiing is toen te Kornwerderzand Het was een hartelijke brief dien hij op dien Mei-ochtend zijn geliefde Laline schreef. Hij sprak haar in zoo weinig mogelijk woorden van zijn liefde en vereering voor haar en zei, dat ze hem volkomen moest vertrouwen en tot hij weer terug was, niemand anders dan Jack iets van hun huwelijk moest ver tellen. „Ik moet iets belangrijks voor ons land ten uitvoer brengen, lieveling", zei hij, „en daarom moet er niet over me worden gesproken en geen belangstelling in me worden getoond". Hij legde haar uit, dat hij twee maanden zou wegblijven en dat ze een brief moest zenden naar 't Grand Hotel te Rome, die hij dan op zijn terugreis zou vinden. Fergusson was beneden nog bezig alles in gereedheid te brengen; daarom belde zijn meester het kamermeisje. Hij had altijd een gevoel had, dat mevrouw Greening iets te gen de vriendschap tusschen haar nicht en hem had en hij verbeeldde zich, dat de ka menier hem ook niet welgezind was. Maar indien hij het kamermeisje een fooi gaf, zou er geen reden bestaan, waarom deze den brief niet onmiddellijk aan Laline zou ter hand stellen. Het levendige Fransche kamermeisje kwam binnen en kreeg haar instructies; ze moest dien brief, zoodra juffrouw Lester wakker was, aan haar zelf geven. Het heele hotel interesseerde zich natuurlijk in hooge mate voor den held en de heldin van zoo'n avontuur, zoodat 't onnoodig was uit te leggen, wie juffrouw Lester was. (Wordt vervolgd). Lamont sterk genoeg was om te reizen. Indien hij den ganschen dag en nacht goed voor hem zorgde en deed, wat de dok ter had voorgeschreven, zouden zij waar schijnlijk den volgenden morgen om tien uur kunnen vertrekken en Parijs op tijd bereiken om zich aan de afspraak te hou den. Fergusson zou den majoor vergezel len tot een bepaald punt, waar deze voor 't oog der menschheid zou verdwijnen. Fergusson was bekend met de belangrijk heid der zending. Daarom zorgde hij dien dag voor zjjn meester als een moeder voor haar zieke kind; hij paste hem op met een vriendelijkheid en een bezorgdheid, waartoe niemand hem met zijn gesloten karakter in staat zou hebben geacht. „We hebben niemand noodig, die hier drukte komt maken", zeide hij en belette zelfs Jack om de kamer binnen te komen Het was beter, dat niemand van 't clubje iets wist van hun vertrek voordat 'dit had plaats gehad. „Hij zou misschien toegeven vanwege 't meisje, nu hij zoo zwak is", overdacht Fer gusson, „maar later 20u hij in staat rijn me te vermoorden, omdat ik hem niet meege nomen had, dood of levend". Daarom week hij niet van zijn plan af en hield de auto met gevuld benzinereservoir voor vertrek gereed. David had een voortreffelijk lichaamsge stel en door de met verstand toegediende, opwekkende middelen, de teugjes melk en kippenbouillon, nam hij zeer spoedig in be terschap toe en viel tegen den avond in een diepen droomloozen slaap. Jack begreep, dat rust 't allerbeste voor hem was en liet hem met Furgusson alleen. De toestand van Laline was ernstiger. Ze leed aan een gevatte kou en aan uit putting en lag den heelen dag in een haast bewusteloozen toestand. Maar de doktoren verzekerden Jack, dat ze morgen waarschijnlijk veel beter zou zijn. Rust, warmte en geschikt voedsel wa ren 't eenige, wat ze noodig had. En zoo brak eindelijk de ochtend van den zesden dag aan. Om negen uur maakte Fer gusson zijn meester wakker. Hij had hem tot het laatste oogenblik laten slapen. 't Was alsof zijn geest van heel ver terug keerde, maar tenslotte wreef hij zijn oogen uit en ging overeind zitten. „Ik geloof, dat ik weer heelemaal in orde ben, Fergusson", zei hij. ,,'t Is me net als of ik eeuwig geslapen heb. Welke dag is 't vandaag?"" Fergusson's gelaat was als een masker. ,,'t Is Dinsdag, de laatste dag van uw ver lof, majoor. Ik dacht, dat u 't noodig zou vinden op tijd aan 't gezantschap te zijn, majoor, en daarom heb ik alles maar klaar gemaakt." David kwam uit zijn bed Dus bij slot van rekening kon hij toch nog de boodschap aan Garcia overbrengen." „Prachtig!" antwoordde hij. „Jij bent er een van de bovenste plank, Fergusson". „Uw bad heb ik in de badkamer in ge reedheid gebracht, majoor, 't Is ver weg. Die Fransche hotels zijn tamelijk armzalige inrichtingen. Ik zal de rekening betalen en de auto gereed houden om te vertrekken,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 5