DE MAN
TRIUMPH
1 CENT
VIRGINIA
VAN SMAAK
PREFEREERT
-'N TRIOMF
VAN SMAAK
KRONIEK van dan DAG.
BINNENLAND.
TWBEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE BBDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 29 OCTOBER 1938. No. 255.
LALINE LESTER'S ROMAN
De obligatiemarkt in discrediet.
KERK EN SCHOOL.
OOSTBURG
a—pwp—
Ommekeer in Frankrijk.
Frankrijk's huidige minister-president
Daladier is van een jonger generatie dan
Lloyd George. Daladier vocht in den we
reldoorlog mee in de loopgraven, terwpl
Lloyd George regeerde. En Daladier heeft
zich onmiddellijk na den oorlog niet bezig
gehouden met het opstellen van vredes
verdragen. Hij kreeg pas goed met die
dingen te maken toen hij de a
der tot de hoogste sporten had beklommen
en ze hun ontbindend werk m ons we
relddeel reeds vele jaren hadden verricht.
Daladier had laatst kunnen zeggen, tegen
een zoo hoogen prijs als Hitier verlangt
koopt Frankrijk den vrede niet. Hy had
dat kunnen zeggen en het op een oorlog
laten aankomen, zonder den last van ge
wetenswroeging over een afschuwelijke
vergissing in 1919 begaan. Maar hij zeide
dat niet. Hij heeft een van de ernstigste
misslagen in de vredesverdragen neerge
legd, helpen herstellen, en den vrede red
den. Zonder twijfel ging het hemniet
van harte af: de wijze, waarop de correc
tie geschiedde, was allesbehalve eervol
voor zjjn land. Maar in tegenstelling tot
Lloyd George, die ook geen last van ge
wetenswroeging heeft, hoewel hij dat be
hoorde te hebben zag Daladier het als
zijn verantwoordelijken plicht, door den
wrangen appel heen te bijten. Men kan
beweren, dat hij eigenlijk geen keus had,
toen bleek, dat Groot-Brittannië niet van
zins was, de wapenen voor Tsjechoslova-
kjje op te nemen. Frankrijk heeft immers
geen eigen buitenlandsche politiek meer,
moet verzwakt als het is in het kiel
zog van John Buil varen. Dan vergeet
men echter, dat tijdens het conflict om
Tsjechoslovakije Engeland evenmin een
keus zou hebben gehad, indien Frankrijk
wat het gemakkelijk genoeg kon een
oorlog had geforceerd. Het eigenbelang
zou Engeland onverbiddelijk voorgeschre
ven hebben zich aan de zijde van Frank
rijk te scharen. Wij zijn er Daladier dank
baar voor, dat hij dit paardemiddel blijk-
baar niet eens heeft overwogen. Evenals
van dat van Chamberlain was het eenige
groote doel van zijn politiek streven het
behoud van den vrede. Er behoorde ten
slotte veel moed toe, om daarvoor offers
te brengen, offers, niet alleen van Tsje
choslovakije, maar ook van Frankrijk zelf,
dat immers zijn invloed in midden-Europa
moest prijs geven,.
Daladier heeft op het congres van zijn
partij te Marseille de overeenkomst van
München overtuigend verdedigd en daar
bij onverbloemd de drijverijen der commu
nisten aan de kaak gesteld. Zij, de commu
nisten, die hem voor „Hitler-knecht" schol
den en blijkbaar een oorlog hadden
willen ontketenen, hebben tegelijker
tijd echter niets nagelaten om Frank
rijk ongeschikt voor het voeren van
een oorlog te maken. Zij waren het, die
de befaamde Volksfrontregeeringen tot een
politiek van afbraak noodzaakten, waar
door Frankrijk thans aan den rand van
een bankroet staat. Daladier schroomde
niet, den financieelen en economischen
nood van zijn land naar waarheid te schet
sen en nog minder, om daarvoor de com
munisten grootendeels verantwoordelijk te
stellen.
Waaraan heeft Frankrijk behoefte, ja
wat is noodazkelijk, hard noodzakelijk
voor dit land? Dat er een einde komt aan
de heele of halve „Volksfronterij", welke
veroorzaakte dat er niet meer genoeg ge
werkt en geproduceerd wordt, dat de op
brengst der belastingen schrikbarend is te-
ruggeloopen en de staat zich telkens in
nieuwe schulden moet steken, om de even
schrikbarend gestegen uitgaven te kunnen
doen. Men heeft het laatste jaar ge
tracht met allerlei halve maatregelen, den
noodlottigen achteruitgang te weerstaan.
De praktijk bewees, dat dit vergeefsche
moeite is geweest. Halve maatregelen
kunen ook hier geen baat brengen. Er zal
nu eindelijk radicaal ingegrepen moeten
worden; d.w.z. het geheele Fransche volk
zal offers moeten brengen om de nationa
le huishouding weer op een gezonden ste-
vigen grondslag te kunnen zetten; d.w.z.,
wat de arbeiders aangaat, dat het stelsel
van de 40-urige werkweek ,door het Volks-
Dit het Engelsch door W. A. C.
44).
Zij kwamen omstreeks acht uur, goed in
gepakt in reisdekens en overjassen, aldaar
aan. David was nog duizelig en half bewus
teloos en Laline versuft en ijlende
Voor mevrouw Greening was 't een ont
zaglijke opluchting, maar ze was er zóó
opgewonden door geworden, dat men haar
wegens te groote overspanning harer ze
nuwen uit de kamer moest verwijderen.
Celestine hield echter het hoofd bij elkaar
en bracht haar troetelkind naar bed. Met
den dokter stond ze over Laline gebogen.
Jack was te diep ontroerd om door eenig
uiterlijk teeken te toonen, wat hij gevoel
de. Zoo was zijn aard, maar zijn hart kromp
ineen van bezorgdheid.
Wat was daar onder den grond in die vijf
dagen tusschen David en zijn Laline ge
beurd? Maar 't was nu niet 't oogenblik
voor overpeinzingen, 't Eenige, waaraan hij
moest denken, was hoe hij er toe kon bij
dragen, dat zij beiden weer gezond werden.
Fergusson was op zjjn slimme Schotsche
manier druk bezig geweest zijn berekenin
gen te maken.
Hij wist, dat zijn meester het van het
allerhoogste gewicht zou achten zijn woord
gestand te doen en morgen het einde
der zes dagen wanneer hij weer geheel
bij bewustzijn was, op het gezantschap te
z!jn. Daarom was 't zijn plicht om alles in
gereedheid te brengen, opdat zij onverwijld
zouden kunnen vertrekken, zoodra majoor
front te onzaliger ure doorgezet, overboord
dient geworpen. Frankrijk kan zich de luxe
van dit stelsel niet permitteeren in een
wereld van concurrenten, die er tot dusver
niets van moesten hebben.
Is Daladier de man, die den ommekeer
in Frankrijk zal kunnen bewerkstelligen?
Hij heeft blijkens zijn redevoering te
Marseille inderdaad aspiraties in die
richting en wellicht beschikt hij ook over
capaciteiten daartoe. De vraag is echter,
of de omstandigheden er reeds rijp voor
zijn. Vermoedelijk is het grootste deel van
Daladier's partij de radicaal-socialistische
voor een straffer regime te vinden.
Maar op den linkervleugel staan zonder
twijfel nog lieden, wien de oogen voor de
kwalijke gevolgen der volksfronterij nog
niet zijn opengegaan. Indien zij met de
communisten en socialisten zouden willen
blijven samenwerken, zijn politieke verwik
kelingen denkbaar, welke Daladier tot af
treden kunnen nopen. Want dit is nu wel
duidelijk gebleken: de regeering aan het
hoofd waarvan Daladier staat, heeft voor
goed met de Volksfronterij gebroken. Da
ladier's verklaring kwam neer op een oor
logsverklaring aan de communisten. Van
daag of morgen zal de regeering openba
ren, welk gebruik ze gaat maken van de
volmachten, die het parlement haar on
langs toestond. Het lijdt nu geen twïjïel
meer, dat de aan te kondigen maatregelen
de communisten, mitsgaders de socialisten
op hun achtersten zolder zullen brengen.
Wij zijn er benieuwd naar, of de radicaal
socialisten in dien storm standvastig zullen
blijven om samenwerkende met het
centrum en rechts Daladier de uitvoe
ring van zijn program mogelijk te maken.
Ook voor de internationale politiek zou
dit van het grootste belang zijn. Een
Frankrijk, dat zich regenereert, kan een
goede factor worden in de formule voor
het behoud van den vrede.
Finantieel economisch
weekoverzicht.
Voorbarige verwachtingen inzake
stijging van den rentevoet. Be
langstelling voor Amerikaansche
fondsen. Weinig bevredigende
ontwikkeling in de petroleum-in-
dustrie.
Het publiek ten onzent heeft zich den
laatsten tijd geheel afgewend van de obli-
gatiemarkt. De oorzaken daarvan zijn voor
namelijk gelegen in bespiegelingen over een
ondermijning van de overheidsfinanciën door
de zware bewapening in de verschillende
landen. Wat ons land betreft, lijkt de vrees,
dat het staatscrediet daaronder zal lijden
voorloopig nogal overdreven, doch dit neemt
niet weg, dat allerlei geruchten, hierop
neerkomende, dat de voortgezette uitgaven
Voor de landsverdediging een algemeene in-
flationistische tendens te weeg zouden bren
gen, het publiek er van terug houden om in
het algemeen obligaties als belegging te ne
men. Voor zoover de toestand thans kan
worden beoordeeld, Hjkt de kans, dat de
waarde van ons ruilmiddel ten opzichte van
andere valuta's zou worden gedeprecieerd
uiterst gering en de tendens van de markt
is eerder een tegenovergestelde richting.
Nog altijd moet het Egalisatiefonds bij tijd
en wijle in de markt optreden, teneinde door
aankoopen van dollars een stijging van den
gulden ten opzichte van deze valuta en van
het goud tegen te gaan. Dat neemt niet weg,
dat zonder een verdere depreciatie ten op
zichte van ander valuta's toch een waarde
vermindering van het geld zou kunnen in
treden, indien het budget gedurende jaren
achtereen zou worden belast met meer dan
gewone uitgaven voor de landsverdediging
en ander buitengewone doeleinden. Onnoo-
dig te zeggen, dat de kwestie voor het
oogenblik nog in academisch stadium ver
keert, hetgeen niet wegneemt, dat erdoor
zulke opvattingen toch plotseling een ver
andering in de houding van het publiek
kan intreden. Tengevolge van de geringe
belangstelling voor obligaties is dan ook de
conversiebeweging sinds geruimen tjjd tot
staan gekomen en wij hoorden, dat ook de
hypotheekbanken slechts zeer matige be
dragen aan pandbrieven kunnen plaatsen.
De uitgifte van 3-3% pandbrieven van de
Nederlandsche Hypotheekbank en de
Friesch-Groningsche Hypotheekbank schijnt
ook geen onverdeeld succes te zijn. Daarbij
komt nog, dat onlangs de bij het Beleggings
front aangesloten instellingen besloten heb
ben om geen obligaties te koopen, die een
rendement geven van minder dan 3%
Men mag dus constateeren, dat de daling
van den rentevoet voor het oogenblik tot
staan is gekomen en nu en dan hoort men
zelfs de gedachte opperen, dat binnen af-
zienbaren tijd een stijging van den rente
voet zou kunnen intreden.
Het komt ons echter voor, dat deze mee
ning niet voldoende door de feiten wordt
gesteund. Er is immers geen sprake van een
opneming van de overtollige middelen door
het bedrijfsleven of door geldbehoevende
lichamen. Evenmin is de kapitaalexport
van zulk een omvang, dat hiervan de uit
werking op de markt zou zijn te bespeuren.
De omvang van de rentelooze saldi bij de
Nederlandsche Bank vormt weliswaar geen
aanwijzing van de werkelijke bedragen, die
voor belegging beschikbaar zijn, maar deze
geeft toch wel een beeld van den zeer groo-
ten geldovervloed hier te lande. Juist de
laatste weken zijn deze saldi weer toege
nomen. Het bedrag van de particuliere gel
den blijft weliswaar ca. 150 millioen be
neden den hoogsten stand, die in den loop
van dit jaar werd bereikt, maar het bedrag
van ca. 675 millioen is toch op zich zelf
van een zoodanigen omvang dat reeds uit
een technisch oogpunt van de markt met
geen mogelijkheid aan een stijging van den
geldkoers op korten termijn kan worden ge-
dacht. En het is al weinig waarschijnlijk,
dat de rentestand voor beleggingen op lan
gen termijn een sterke afwijking zou gaan
vertoonen, wat de ontwikkelingsgang be
treft vergeleken met de eigenlijke geld
markt.
Onze conclusie is dan ook, dat men voor
loopig geen rekening behoeft te houden met
een stijging van de kapitaalrente.
Het is opmerkelijk, dat niettegenstaande
de geringe koolust voor obligaties op de
aandeelenmarkt toch niet kan worden ge
sproken van een eenigszins omvangrijke
koopbeweging. De eenige afdeeling, waarin
een matige belangstelling aan den dag is
gelegd, is die van Amerikaansche fondsen.
Weliswaar heeft de kapitaalexport, in de
zen vorm, zooals wij reeds opmerkten, geen
groote proporties aangenomen, maar in
verhouding tot den algeheelen omzet van
de markt is de affaire toch wel van eenige
beteekenis.
De oorzaak, dat de bedrijvigheid zich
vooral op Amerikaansche fondsen richt, be
hoeft op zich zelf geen verwondering te
wekken. De berichten over den gang van
zaken in de Amerikaansche industrie en de
opwaartsche beweging van de conjunctuur
daar te lande, geven voldoende aanwijzing
om de toekomst eenigszins optimistischer
te beoordeelen.
Er is een omvangrijk project aangekon
digd, waarvan de kosten op 1 milliard
worden geraamd en waarvan de voorloopi-
ge uitvoering een uitgave van 250 mil
lioen zal vergen, welk project is te be
schouwen als een belangrijk onderdeel van
het bewapeningsprogram, waarop Amerika
zich met grooten spoed en energie heeft ge
worpen. In dit project zullen de particuliere
ondernemingen worden ingeschakeld en er
bestaat allen reden om aan te nemen, dat
hierdoor de bedrijven in een betere positie
zullen komen.
't!
Uit hetgeen wij in den aanvang opmerk
ten, mag reeds worden afgeleid, dat er op
de locale markt zeer weinig is omgegaan.
Er waren dan ook weinig indicaties, die tot
een vastere stemming of meerdere koop
lust hadden kunnen leiden. In de eerste
plaats mag in herinnering worden gebracht,
dat de ontwikkeling in de petroleumin
dustrie den laatsten tijd weinig bevredigend
is geweest. De prijzen voor benzine en an
dere petroleumproducten met inbegrip van
stookolie, zijn tot een laagterecord terug
gevallen en er zijn stemmen opgegaan om
vooral de productie van geraffineerde olie
en benzine te beperken. De cijfers van de
Shell Union Oil over het derde kwartaal
zijn intusschen weinig bevredigend geweest.
Weliswaar kon het kwartaal nog met een
winst worden afgesloten, maar deze was
bijna de helft minder dan in hetzelfde tijd
vak van het vorige jaar, nl. 3.53 millioeen
tegen 7.50 millioen. Ook de dividendvoor
uitzichten van de Koninklijke worden niet
gunstig beoordeeld. Het interimdividend
wordt geraamd op 5 en er wordt niet
aangetwijfeld, dat de totale uitkeering la
ger zal worden dan het vorige jaar, toen
in totaal 17 werd uitgekeerd. Men heeft
zich vroeger ook groote voorstellingen ge
maakt van de winsten uit het distributiebe
drijf, maar de kosten daarvan zjjn tamelijk
hoog, doordat de service van de pompsta
tions technisch vrijwel volmaakt is, maar
natuurlijk ook naar evenredigheid groote
uitgaven met zich brengt.'
In de afdeeling voor industrieele fondsen
heeft goede belangstelling bestaan voor
aandeelen Fokker, maar dit fonds had toch
*>ok weer van winstnemingen te lijden, zoo
dat het tijdelijk bereikte niveau van 400
niet gehandhaafd kon blijven. Vrij gunsti
ge verwachtingen heeft men van het repa
ratiebedrijf in den scheepsbouw. Daardoor
worden de vooruitzichten van Wilton-Fyen-
oord gunstig beoordeeld. De koers van dit
fonds is dan ook weer eenige procenten ge
stegen. Het dividend wordt op niet lager
dan het vorige jaar geschat nl. 9 en de
beurskoers 140.
Minder gunstige berichten waren er van
de Nederlandsche Wol Mij. die in het af-
geloopen jaar de uitwerking van de lage
wolprijzen moet hebben ondervonden. Het
dividend zal dan waarschijnlijk wel tegen
vallen en vermoedelijk niet meer dan 3
bedragen. Het betreft hier een dividend
raming, die wij ter beurze hoorden noe
men.
Een vrij gunstige tendens legden scheep
vaartwaarden aan den dag, in het bijzonder
Koninklijke Boot en Indische lijnen, deze
laatste vermoedelijk in verband met het be
richt, dat de maatschappijen een directen
dienst van Indië op den Levant zouden
openen.
In de afdeeling voor cultuuraandeelen
viel er iets meer belangstelling voor sui
kerwaarden waar te nemen, nu de Nivas
de afdoeningen van suiker schijnt te heb
ben hervat. Er werd echter tot nu toe geen
melding gemaakt van prijsverhooging. Ge
woonlijk hebben deze plaats, indien de
vraag gedurende eenigen tijd heeft aange
houden. Naar men weet is de tegenwoordi
ge prijs echt vrij bevredigend te achten en
in ieder geval wordt er met winst gewerkt.
In de afdeeling voor rubberaandeelen ver
keert men in spanning of het uitvoerper-
centage voor het eerste kwartaal zal wor
den verhoogd. Er zijn reeds verschillende
stemmen opgegaan tegen een zoodanigen
maatregel.en het prijsniveau is stellig niet
van dien aard, dat hiervoor directe aanlei
ding bestaat. Aan den anderen kant is de
sterke beperking op zich zelf nadeelig voor
de producenten en zij zouden niets liever
wenschen dan een grooteren uitvoer ge
paard gaande met het handhaven van den
tegenwoordigen prijs. Zulks zal echter wel
niet mogelijk zijn zonder dat het gebruik
belangrijk toeneemt. Hierop komt dus alles
aan en met spanning ziet men uit naar be
richten, dat de verbetering in de automo
bielindustrie blijft aanhoudend. In dat geval
zou zeer zeker met de mogelijkheid van
groote consumptie rekening mogen worden
gehouden.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop.
3 Nederland 1937 99%, 99
3 Ned. Indië 1937 99%, 99 Va
Philips 235%, 237%, 230%, 233
Kon. Petr. 337%, 329%, 332%
A'dam Rubber 237, 240, 237
H.V.A. 473, 474%, 468, 471
Deli Bat. Mij. 232, 225, 226.
Deli Mij. 288%, 284%, 285%
Senembah 266, 261.
Geslaagd voor het machinisten-diploma
C: K. Faase te Vlissingen, leerling van
de „De Ruyterschool".
Abonnementen en Advertentiën voor dit
blad worden aangenomen door de Agente
Fa. A. J. BRONSWIJK.
zoodra u klaar bent".
Dit alles werd ten uitvoer gebracht, maar
terwijl David in 't warme water lag, be
dacht hij, wat hij toch aan Laline zou moe
ten laten weten. Zijn eerste woorden tot
Fergusson, nadat zij hun schikkingen had
den getroffen, waren om te vragen hoe 't
haar ging.
Fergusson had om acht uur Celestine ont
moet, toen ze weer warme melk bracht en
ze had gezegd, dat haar meesteres rustig
sliep en dat de dokter had gezegd, dat de
patiënt onder geen voorwendsel gewekt
mocht worden; ze moest uit zich zelf wak
ker worden.
't Was David duidelijk dat hij haar niet
kon spreken. Dit was verschrikkelijk, maar
hij moest zijn plicht doen. Hij zou zich zoo
gauw mogelijk aankleeden en terwijl Fer
gusson de rekening betaalde, haar schrij
ven. Twee maanden was toch niet zoo lang
om te wachten. Hij had niet den geringsten
twijfel, of ze zou hem vertrouwen en alles
begrijpen.
HOOFDSTUK XXIV.
In 't leven van ons allen zijn er oogen-
blikken, waarop het lot dingen laat gebeu
ren, die onze plannen met een duivelsche
boosaardigheid in de war brengen.
Weldra zou zoo'n beschikking van het
noodlot Laline en David treffen, juist op 't
oogenblik, waarop alles zoo mooi scheen,
waarop zij pas aan een vreeseljjken dood
waren ontsnapt en waarop 't scheen, dat rij
een recht op geluk hadden verworven.
TERUGZENDING VAN
NEDERLANDSCHE VRIJWILLIGERS
UIT SPANJE.
De regeering zal zich over 't al
gemeen niet tegen hun toelating
verzetten.
Op de vragen van den heer Vein der
Goes van Naters (s.d.) betreffende toela
ting in Nederland van door de Spaansche
regeering terug te zenden vrijwilligers van
Nederlandsche herkomst hebben de minis
ters van justitie en van buitenlandsche za
ken als volgt geantwoord:
De Nederlandsche regeering heeft haar
instemming betuigd met de door de non
interventie-commissie ontworpen regeling
van een aantal kwesties, welke het gewa
pend conflict in Spanje tusschen een aan-
(Ingez. Med.)
tal der in die commissie vertegenwoordig
de Europeesche staten had doen rijzen. Een
der onderdeelen dezer ontwerp-regeling
betrof het vraagstuk van de wijze van te
rugtrekken der zg. vrijwilligers uit Spanje.
De instemming der Nederlandsche regee
ring met deze, door alle bij de non-interven
tie-overeenkomst partij zijnde staten aan
vaarde ontwerp-regeling brengt niet me
de, dat met betrekking tot de toelating van
vrijwilligers van Nederlandsche herkomst
met name van degenen, die de Spaansche
nationaliteit hebben verworven die
thans zullen terugkeeren op grond van het
eenzijdige besluit van een der in Spanje
strijdende partijen, een door genoemde ont
werpregeling voorgeschreven gedragslijn
zou moeten worden gevolgd.
Intusschen zal de regeering voor zoover
de eischen van openbare orde en veiligheid
van den staat zich daartegen niet verzetten,
tegen de toelating van vrijwilligers van Ne
derlandsche herkomst geen bezwaar ma
ken.
DE ZWENDELBANK WIEGERENCK
MUSCHTER EN CO.
Drie van de vier gearresteerden
blijven in bewaring.
De beide directeuren van de commandi
taire bankvereenïging, Wiegerinck Musch-
ter en Co., benevens de directeur van de
credietvereeniging „Amsterdam" die geves
tigd was in hetzelfde perceel als de com
manditaire bankvereeniging, zijn gister
voor de raadkamer van de rechtbank te
Amsterdam gehoord.
De rechtbank heeft de opsluiting in het
huis van bewaring voorloopig voor den tijd
van dertig dagen bevolen ten opzichte van
de beide directeuren van de commanditaire
bankvereeniging en van den procuratiehou
der B.
De vierde gearresteerde, de directeur van
de credietvereeniging „Amsterdam", is op
vrjje voeten gesteld.
DE STORMSCHADE AAN DEN
AFSLUITDIJK.
Op de vragen van den heer Van der
Waerden (s.d.) in verband met de beschadi
ging van den afsluitdijk ten gevolge van
den storm van 3|4 October j.l. luidt het
antwoord van den minister van waterstaat:
De schade aan den afsluitdijk van het
IJsselmeer, ontstaan tijdens den storm van
3|4 October 1938, heeft zich beperkt tot be
schadiging van het binnenbeloop van den
dijk beneden den berm, alwaar ongeveer
24.000 vierk. meter glooiing is beschadigd
en eenige grond is weggeslagen. Gevaar
voor den dijk of voor den op den binnen-
berm aanwezigen weg heeft niet bestaan.
Bij de in uitvoering zijnde werken voor
den N. O.-polder, is de schade weinig be
langrijk. Deze bepaalt zich in hoofdzaak tot
de op het Zuiden gelegen gedeelten van de
tijdelijke verdedigingen aan de polderrijde
van den dijk. Aan het gereed zijnde werk,
dat na voltooiing van den polder aan den
aanval van water zal zijn blootgesteld, is
geen schade toegebracht. Tengevolge van
de ontstane schade behoeft geen vertra
ging in het gereedkomen van de werken te
worden gevreesd.
Het gemiddelde peil van het IJsselmeer
bedroeg tijdens den storm van 3/4 October
1938, 0,03 a 0,04 m— N.A.P., ten gevolge
van opwaaiing is toen te Kornwerderzand
Het was een hartelijke brief dien hij op dien
Mei-ochtend zijn geliefde Laline schreef. Hij
sprak haar in zoo weinig mogelijk woorden
van zijn liefde en vereering voor haar en
zei, dat ze hem volkomen moest vertrouwen
en tot hij weer terug was, niemand anders
dan Jack iets van hun huwelijk moest ver
tellen. „Ik moet iets belangrijks voor ons
land ten uitvoer brengen, lieveling", zei hij,
„en daarom moet er niet over me worden
gesproken en geen belangstelling in me
worden getoond". Hij legde haar uit, dat hij
twee maanden zou wegblijven en dat ze
een brief moest zenden naar 't Grand Hotel
te Rome, die hij dan op zijn terugreis zou
vinden.
Fergusson was beneden nog bezig alles in
gereedheid te brengen; daarom belde zijn
meester het kamermeisje. Hij had altijd een
gevoel had, dat mevrouw Greening iets te
gen de vriendschap tusschen haar nicht en
hem had en hij verbeeldde zich, dat de ka
menier hem ook niet welgezind was. Maar
indien hij het kamermeisje een fooi gaf, zou
er geen reden bestaan, waarom deze den
brief niet onmiddellijk aan Laline zou ter
hand stellen.
Het levendige Fransche kamermeisje
kwam binnen en kreeg haar instructies; ze
moest dien brief, zoodra juffrouw Lester
wakker was, aan haar zelf geven. Het heele
hotel interesseerde zich natuurlijk in hooge
mate voor den held en de heldin van zoo'n
avontuur, zoodat 't onnoodig was uit te
leggen, wie juffrouw Lester was.
(Wordt vervolgd).
Lamont sterk genoeg was om te reizen.
Indien hij den ganschen dag en nacht
goed voor hem zorgde en deed, wat de dok
ter had voorgeschreven, zouden zij waar
schijnlijk den volgenden morgen om tien
uur kunnen vertrekken en Parijs op tijd
bereiken om zich aan de afspraak te hou
den. Fergusson zou den majoor vergezel
len tot een bepaald punt, waar deze voor
't oog der menschheid zou verdwijnen.
Fergusson was bekend met de belangrijk
heid der zending. Daarom zorgde hij dien
dag voor zjjn meester als een moeder voor
haar zieke kind; hij paste hem op met een
vriendelijkheid en een bezorgdheid, waartoe
niemand hem met zijn gesloten karakter in
staat zou hebben geacht.
„We hebben niemand noodig, die hier
drukte komt maken", zeide hij en belette
zelfs Jack om de kamer binnen te komen
Het was beter, dat niemand van 't clubje
iets wist van hun vertrek voordat 'dit had
plaats gehad.
„Hij zou misschien toegeven vanwege 't
meisje, nu hij zoo zwak is", overdacht Fer
gusson, „maar later 20u hij in staat rijn me
te vermoorden, omdat ik hem niet meege
nomen had, dood of levend".
Daarom week hij niet van zijn plan af en
hield de auto met gevuld benzinereservoir
voor vertrek gereed.
David had een voortreffelijk lichaamsge
stel en door de met verstand toegediende,
opwekkende middelen, de teugjes melk en
kippenbouillon, nam hij zeer spoedig in be
terschap toe en viel tegen den avond in een
diepen droomloozen slaap.
Jack begreep, dat rust 't allerbeste voor
hem was en liet hem met Furgusson alleen.
De toestand van Laline was ernstiger.
Ze leed aan een gevatte kou en aan uit
putting en lag den heelen dag in een haast
bewusteloozen toestand.
Maar de doktoren verzekerden Jack, dat
ze morgen waarschijnlijk veel beter zou
zijn. Rust, warmte en geschikt voedsel wa
ren 't eenige, wat ze noodig had.
En zoo brak eindelijk de ochtend van den
zesden dag aan. Om negen uur maakte Fer
gusson zijn meester wakker. Hij had hem
tot het laatste oogenblik laten slapen.
't Was alsof zijn geest van heel ver terug
keerde, maar tenslotte wreef hij zijn oogen
uit en ging overeind zitten.
„Ik geloof, dat ik weer heelemaal in orde
ben, Fergusson", zei hij. ,,'t Is me net als
of ik eeuwig geslapen heb. Welke dag is 't
vandaag?"" Fergusson's gelaat was als een
masker.
,,'t Is Dinsdag, de laatste dag van uw ver
lof, majoor. Ik dacht, dat u 't noodig zou
vinden op tijd aan 't gezantschap te zijn,
majoor, en daarom heb ik alles maar klaar
gemaakt."
David kwam uit zijn bed Dus bij slot van
rekening kon hij toch nog de boodschap aan
Garcia overbrengen."
„Prachtig!" antwoordde hij. „Jij bent er
een van de bovenste plank, Fergusson".
„Uw bad heb ik in de badkamer in ge
reedheid gebracht, majoor, 't Is ver weg.
Die Fransche hotels zijn tamelijk armzalige
inrichtingen. Ik zal de rekening betalen en
de auto gereed houden om te vertrekken,