Met Ivorol een
van fmond en tanden,
super reiniging
KRONIEK van den DAS,
Een dag als gast bij de
Koloniale Reserve.
gespecialiseerde
behandelingen
mm
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE M1DDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 18 OCTOBER 1938. No. 245.
TR.
LALINE LESTER'S ROMAN
MIDDELBURG.
WALCHEREN.
ZUIDBEVELAND
ISHH
zag'
oud-
Uren,
ndel
:zms
van
I) le
1500.
:ven
ken,
A.,
'88
sa
orst
lon-
135»
5X
r-
Jilt,
|m.
}d-
P'
|e-
rr"
tr-
lf-
I).
n
Ie
It
Onverzadigbaar
Eden en Churchill zijn het antwoord niet
schuldig gebleven op de scheldende tirades,
welke Hitier Zondag voor een week, in een
redevoering te Saarbrücken, voor hen en
Duff Cooper, den afgetreden Britschen mi
nister van marine, voorradig bleek te heb
ben. Misschien schiet Duff Cooper een dezer
dagen ook nog uit zijn oratorischen slof.
Eden, ex-minister van buitenl. zaken,
heeft een politieken kruistocht door Groot-
Brittannië op touw gezet. Hij vertelt het
Engelsche volk telkens hetzelfde: dat Enge
land zich sterk moet maken, dat het zijn
herbewapening nog aanzienlijk dient te ver
snellen, omdat op het woord van den Duit-
schen Führer toch geen staat te maken is,
en h« maar voor één ding respect heeft:
militaire kracht.
Churchill, ex-minister van financiën, hield
Zondag een radioredevoering, welke bestemd
was voor het Amerikaansche volk. Hij deed
een beroep op dit volk: om samen met het
Engelsche en indien mogelijk alle de
mocratische volkeren een hechte en strijd
bare gemeenschap tegen de tirannie van
onzen tijd te gaan vormen. Het was een pa
thetisch beroep, dat naar alle waarschijn
lijkheid in Duitschland veel indruk heeft
gemaakt: Hitier pleegt in denzelfden stijl,
met aanwending van wat meer grofheden,
te oreeren.
Des Führers rede te Saarbrücken en de
toespraken van Eden en Churchill bewijzen,
dat de besprekingen te München de politie
ke haat en de internationale tegenstellin
gen in Europa geenszins hebben doen ver
dampen. In den roes van vreugde over het
behoud van den vrede, waren er duizenden
en duizenden, die een paar weken geleden
meenden, dat alle domme politieke narig
heid nu zou verdwijnen, dat ons werelddeel
aan het begin van een nieuwe verdraag
zame samenleving stond. Zij zijn leelijk ont
nuchterd en sommigen hunner slaan als
gevolg daarvan op het oogenblik weer te
veel naar den anderen kant door: de over
eenkomst van München was niets anders
dan uitstel van executie, beweren ze thans;
eenmaal zal, wat nu voorkomen werd, er
toch van moeten komen.
Wij hebben een dag of tien geleden op
deze plaats uiteengezet, dat de gevolgen van
de Tsjechoslovaaksche offerande nog lang
niet waren te overzien. Dat geldt ook thans
nog. Alle conclusies, welke uit de overeen
komst van München worden getrokken, zijn
op zijn minst voorbarig. Het eenige hou
vast, dat de overeenkomst ten aanzien van
de toekomst van Europa geeft, is, dat ze
ernstige fouten, welke in 1919 te Versailles
werden begaan, corrigeert. En dat op zich
zelf beteekent zonder meer winst; ook al
wil men dan nog zooveel rekening houden
met de nu niet bepaald elegante wijze,
waarop de correctie plaats greep. Wat dat
betreft mag men, dunkt ons, vooral niet
vergeten, dat fouten, als te Versailles ge
maakt, nu eenmaal niet anders dan met
aanwending van min of meer gewelddadige
methoden te verbeteren schijnen.
Hitier zal te eeniger tijd weer met eischen
komen, zoo heeft men de laatste dagen her
haaldelijk vernomen. Want een dictator kan
van het „dynamisme", waarop zijn tirannie
jféitelgk gebaseerd is, nooit afstand doen.
Dergelijke uitspraken zijn frasen, waaraan
men niet veel beteekenis hoeft toe te ken
nen. Eischen, als Hitier tot dusver stelde
en ingewilligd kreeg, zijn immanent aan een
zoo dwaze samenleving als het Europa na
den wereldoorlog. Anders gezegd: die
eischen lagen als het ware al gereed in de
vredesverdragen. Natuurlijk beteekent dit
op zichzelf allerminst, dat Hitier, zoodra de
voorraad is uitgeput, een mak en bevredigd
staatsmannetje zal worden, maar het
gaat o.i. nog minder aan, om klakkeloos te
beweren, dat hij van het eischen nooit ge
noeg zal krijgen en derhalve te eeniger tijd
per se een nieuwen wereldoorlog moet ver
oorzaken.
Wat de toekomst voor onze Europeesehe
samenleving in petto heeft, kan geen
mensch weten. Voor onbekookt optimisme,
als in de dagen onmiddellijk na de over
eenkomst van München is zeer zeker geen
reden. Er is echter evenmin reden voor het
zwartgallig pessimisme, afkomstig van de
genen, die Hitier en zijn Derde Rijk haten
en uit dien hoofde door zijn jongste succes
zeer onaangenaam getroffen werden.
Uit het Engelsch door W. A. C.
34).
Toen ging hij in den satijnen stoel zitten
en nam haar op zijn schoot. Hoop vervulde
hun harten. Zelfs trots het constante neer
storten van aarde van boven, dat opschie
ten moeilpk maakte en al zijn oorspronke
lijke, hoopvolle berekeningen, wat den tgd
betrof, in <je war stuurde, moest hij na een
half uur de trap hebben bereikt.
De sigaretten schenen geurende wolkjes
ruri* i,arathis. Hoe verkwikkend! Hoe heer
lijk. David's hersens schenen helder als
kristal.
Een lichtstraal trof het diamanten mono
gram op Laline's etui.
„Is t niet ongelooflijk, dat menschen uit
vrijen wil in de diepten der aarde gaan om
dat te vinden? en goud! Ik geloof, dat ik
nooit meer iets zal wenschen te zien, dat
uit een mijn komt en jij
Laline huiverde.
„Neen, nooit meer. God schijnt alleen te
kunnen bestaan in zonlicht en onder den
blauwen hemel".
„Laten we kalm blijven, schat. Kom bij
me en kus me. We moeten onze zinnen bij
elkaar houden".
David fluisterde ze; een vreemde
hartstocht, misschien een herinnering aan
een vroeger bestaan lag er in haar oogen.
„Wat kan dood of leven of wat ook ons
eigenlijk schelen. Ik wil dicht bg je zijn.
Ik wensch niet, dat er iets tusschen ons
is. Ik wil mijn wang tegen jouw wang voe
len".
Tijdens hun proeftijd te Nijme
gen worden de jongens voortdu
rend geobserveerd Een zorg
vuldige selectie.
(Van onzen b ij zonderen
correspondent.
Nijmegen, October.
Over de binnenplaats van de kazerne der
koloniale reserve daveren commando's.
„Geeft acht!" „Met vieren rechts uit de
flank, marsch!" „Afdeelinghalt!" „Op
de plaatsrust!"
De klassecommandanten leeren hun dis
cipelen de eerste beginselen van hetgeen
een soldaat, en zeker een koloniaal soldaat,
dient te kennen: behoorlijk marcheeren.
Elders, in ruime klasselokalen, komt de
theorie aan de beurt: de rangen en graden
in de eerste plaats, de grondbeginselen van
het Maleisch, de hierachische weg van a
tot z.
„Wat zijn de onderscheidingsteekenen
van een generaal-majoor der infanterie?"
„Hoe spreekt men een kapitein-luitenant
ter zee aan?" „Welke zijn de verplichtingen
van den wachtcommandant?" „Hoe is de
naam van den commandant der Koloniale
Reserve?"
Commandant van de koloniale reserve is
thans de overste J. Slagter, die ons in de
gezellige onderofficierscantine het een en
ander gaat vertellen over de opleiding van
„Jan Fuselier", den koloniaal, die momen
teel wel in een heel wat gunstiger daglicht
is komen te staan, dan enkele tientallen ja
ren geleden, toen nu juist niet het puikje
der natie „teekende voor Indië". Uitgezon
den wordt tegenwoordig een zorgvuldig ge
selecteerd, medisch getest, psychologisch
onderzocht en met de beste voornemens be
zield contingent, waarvan men niet behoeft
te vreezen, dat het in Indië in grooter ge
tale de hospitalen en de cellen dan de ka
zernes zal bevolken.
De koloniale reserveeen welgetraind
corps, graag geziene verschijning bij alle
wandelmarschen in den lande, met een op-
gewekten corpsgeest onder handhaving van
een voorbeeldige discipline.
Overste Slagter vertelt: „In de bijna
drie maanden, dat wij de jongens, vóór zij
naar Indië worden uitgezonden, hier in
Nijmegen in de kazerne hebben, doen wij
eigenlijk niets anders dan ze voortdurend èn
medisch èn uit militair oogpunt bekijken.
Natuurlijk zijn zij al gekeurd, maar daar
mee is de zaak niet afgeloopen, voortdurend
blijven ze onder controle van den dokter.
Ook de onderofficieren-klassecommandan
ten en de onmiddellijk boven hen gestelde
officieren observeeren nauwlettend hun
leerlingen, en op uniforme kaarten worden
hun bevindingen geregistreerd. Zoo krijgen
wij van eiken soldaat een massa gegevens,
en op grond van die gegevens kan ik na
ongeveer 2% maand beoordeelen, of de jon
gens voor uitzending naar Indië in aanmer
king komen. Ze maken in Nijmegen dus een
proeftijd door, en pas als ze de loopplank
van de mailboot opgaan, zijn de jongens
er zeker van, dat hun proeftijd is ge
slaagd".
„Krijgt u veel aanvragen van jongelui,
die dienst willen nemen bij de koloniale re
serve?"
„Massa's! En denk niet dat het allemaal
desperado's zijn. Allerminst! Het gros der
jongens komt uit een goed milieu, en velen
hebben een behoorlijke opleiding genoten.
In het tijdvak van 1 Augustus 1937 tot 31
Juli 1938 hebben zich schriftelijk aangemeld
19.166 candidaten. Hiervan zijn er voor de
keuring opgeroepen 4674, en van dit aan
tal werden er ruim 1600 goedgekeurd. De
ze 1600 jongens kwamen dus in Nijmegen
in dienst, maar in hun proeftijd werden er
nog 468 naar huis teruggezonden, op grond
van latere afkeuring, op grond van niet-
voldoen, op eigen verzoek of anderzins. Zoo
bleven er dus nog geen 1200 manschappen
over, die de loopplank betraden. U ziet, dat
er wel een geweldige selectie wordt toege
past".
Het medisch onderzoek.
Tot zoover de uiteenzetting van 'overste
Slagter. De officier van gezondheid le klas
se, dr. A. J. Huart, deelde ons vervolgens
nog enkele interessante bijzonderheden me
de over de wijze, waarop de soldaten me
disch worden getest. Het is de verdienste
van dr. Van Lienden geweest, dat hij aan
het vroegere systeem van éénmaal keuring,
HOOFDSTUK XVII.
Het was al laat op dien Zaterdagavond,
toen David er voor zorgde, dat Laline zon
der hem ging rusten. Hij begreep, dat hij,
zoolang zijn krachten het uithielden, moest
blijven doorwerken. Toen hij dan ook drie
nieuwe kaarsen had aangestoken en op de
tafel had geplaatst, keerde hij, na haar te
hebben toegedekt en gekust, naar 't neven-
vertrek tenug.
Om hem gerust te stellen, had Laline
net gedaan of ze slaap had en sloot, voor
hij haar verliet, gehoorzaam haar grijze
oogen.
Het was haar soms zoo moeilijk haar
tranen te bedwingen; om een nietigheid had
ze kunnen huilen, maar al werd haar klei
ne lichaam zwakker, haar geest werd ster
ker. Nooit was ze vroeger, in haar leven
van veiligheid en verzorgd worden, zoo
zacht en uiterlijk zoo evenwichtig geweest
als thans, nu ze honger leed, 't koud had en
vreeselijke dood zoo nabij was. Haar eenige
gedachte was niet geconcentreerd op leven
maar op hetgeen 't beste voor David zou
zijn.
Eindelijk begon ze ergen honger te krij
gen 't werd een akelig, knagend gevoel.
Als ze met haar oogen dicht lag, kreeg ze
neiging op te staan en de laatste plak cho
colade, die bestemd was voor morgen
Zondag te stelen, 't Was of een kracht,
die sterker was dan ze ooit gekend had,
haar steeds meer naar de kast trok.
Ze vocht er tegen een gevoel van pgn
begon in haar hoofd te komen en ze ver
beeldde zich klokken te hooren luiden.
Met een ruk ging ze overeind zitten en
en verder geen controle meer, een einde
heeft gemaakt. Thans worden de jongens
gedurende 2% maand voortdurend geobser
veerd, en ten slotte nog aan een eindkeu-
ring onderworpen. Voor een psychologische
typeering van de jongelui gaan wij daarbij
uit van een systeem der Groningsche hoog
leeraren Hymans en Wiersma, die een in
deeling in acht temperamenten maakten,
steunend op drie grondfuncties. Deze grond-
functies zp'n: activiteit, emotionaliteit en de
primaire functie, waar tegenover dan staan
niet-activiteit, niet-emotionaliteit en de se
cundaire functie. Het aanwezig zgn of het
ontbreken van een of meer van deze drie
grondfuncties geeft aanleiding tot een in
deeling der soldaten in acht typen: Fleg
matisch, sanguinisch gepassioneerd, chole
risch, apaath, sentimenteel, nerveus en
amorph. De rangschikking dezer typen is
naar hun bruikbaarheid voor den militairen
dienst, de flegmatici staan nummer één, de
amorphe candidaten maken de, slechtste
kans. Deze indeeling, is natuurlijk het werk
van een officier van gezondheid. Maar ook
de klasse-commandant moet zijn mannetjes
beoordeelen. Uit een opsomming van 24
eigenschappen moet hij onderstrepen dege
nen, welke op eiken man afzonderlijk* van
toepassing zijn, bijvoorbeeld: de man is
zwaartillend, óf luchthartig, hij is zelfstaiv-
dig, óf een naprater, hij is netjes, óf slordig,
hij is zakelijk, öf breedsprakig, hij is be
weeglijk, óf kalm, hij is resoluut, óf beslui
teloos.
Zoo zijn verschillende van elkaar onaf
hankelijke beoordeelaars aan het werk, om
gedurende de 2% maand, dat de soldaat in
Nijmegen vertoeft, een zoo diep mogelijke
studie te maken van zijn karakter-eigen
schappen. Het is duidelijk, dat men op die
manier een veel nauwer contact met de
manschappen krijgt, dan vroeger het ge
val was.
Wat de physieke hoedanigheid betreft,
daarbij wordt ook gebruik gemaakt van de
Pignet Index, waarbij men van het getal
dat de lengte van den soldaat aangeeft, af
trekt de som van zijn gewicht in kilo's en
zijn borstomvang. Wie een negatieve index
heeft, wordt vrijwel nimmer goedgekeurd,
en een index hooger dan 35, is evenmin aan
bevelenswaardig. Het liefst heeft men jon
gelui met een index tusschen de 10 en 30".
Een kijkje achter de schermen.
„Gaat u nu maar eens overal waar u
wilt, een kijkje nemen", zoo noodigde de
overste Slagter ons uit. „Loopt u binnen
waar u wilt, u heeft overal vrij toegang!"
Een invitatie, waarvan wij gaarne ge
bruik hebben gemaakt. Wij dwaalden door
de groote kazernegebouwen, namen een
kijkje in de propere slaapzalen, luisterden
naar de klasse-commandanten, die theo
rie gaven, bewonderden de ferme pas,
waarmee de secties over de binnenplaats
marcheerden, overvielen de koks, die juist
hun rijst met sambal en een vischje aan
het bereiden waren want reeds in Hol
land worden de jongens vertrouwd ge
maakt metede geneugten ende verras
singen van de Indische rijsttafel. Wij kre
gen inzage van de menu's: voor het ont
bijt 3% ons wittebrood met thee, des mid
dags 3% ons bruinbrood met 1% ons worst
of kaas, en koffie des avonds rijst met he-
ché dan wel erwtensoep met worst of
roode kool met rundvleesch, of stampot
van zuurkool met braadworst
Dank aan Aalsmeer.
Aan de gemeenschappelijke rijsttafel,
welke in het gebouw van de koloniale re
serve aan de persvertegenwoordigers werd
aangeboden, heeft namens den minister van
koloniën, de heer J. J. de Jongh, dank ge
bracht aan den burgemeester van Aals
meer, den heer J. Kastelein, die eveneens
deze persconferentie bijwoonde, voor de
voortreffelijke wijze waarop de kolonale
reserve tijdens haar detacheering aldaar
ontvangen en gehuisvest is geworden.
Spreker noemde dit een lichtend voorbeeld
van gemeenschapszin.
Des middags vond eveneens in de ka
zerne de vertooning plaats van de nieu
we film van het leger in Indië, samenge
steld door de Inef. Deze rolprent die een
zeer interessant en volledig beeld geeft
van het leven van den soldaat in Indië, en
bovendien tal van pittoreske opnamen be
vat uit ons schoone Insulinde, wordt op
aanvraag bij' den commandant van de ko-
mm ViCKS
VA-TRO-mt.
VOORKOMT vele verkoudheden
Êii»*5' Een paar druppels in de neus-
gaten bij het eerste niezen.
p|| VvSüS
1^5 Mf EINDIGT vlug verkoudheden
Wrijf deze verdampende
,Qi\zalf °P 'cee'> borst en rug.
(Ingez. Med.)
IN GEBRIJIKGEVIN G SCHOOLLOKAAL.
B. en W. stellen den Raad voor aan de
Middelburgsche Voetbal- en Athletiekver-
eeniging „Middelburg" overeenkomstig
haar verzoek om beschikbaarstelling van
een der gymnastieklokalen, af te staan het
gymnastieklokaal van school A aan de Ver-
werijstraat voor Maandag- en Woensdag
avond van 7 tot 9.30 gedurende de maan
den October 1938 tot en met Maart 1939,
tegen 1.50 per keer.
VOOR VERLAGING DER
LEERLINGENSCHAAL.
Op een twaalftal plaatsen in ons land
worden door de samenwerkende onderwij-
zersórganisaties vergaderingen voorbereid
in verband met de actie inzake de leerlin-
genschaal.
Een dezer vergaderingen zal op Zaterdag
12 November in St. Joris alhier plaats heb
ben onder leiding van den heer W. Spin-
naaij, die zitting heeft in het comité voor
het N.O.G.
Als sprekers zullen optreden de heeren
A. P. Jungcurt uit Den Haag voor de Ver-
eeniging van Chr. Onderwijzers en P. W.
van der Sluijs uit Amsterdam voor den
Bond van Nederlandsche onderwijzers.
BEEN GEBROKEN.
Aan twee inwoners van deze gemeente is
gisteren een ongeluk overkomen bij hun
werkzaamheden.
Het eene ongeluk had plaats bij de uit
voering van werkzaamheden voor de Ned.
Heidemaatschappij achter de puinplaats bij
den Nieuwlandschen weg. Bij het lossen
van rails kwam een rail te glijden en trof
den werkman L. Groenenberg op zijn been.
Met een gebroken been is de man op me
disch advies naar het gasthuis overge
bracht.
Het tweede ongeluk had plaats bij werk
zaamheden voor den houthandel v.h. Al
berts Lzn Co. aan de haven te Vlissingen,
waar greenhard balken voor deze firma
werden gelost. Hier ging een der balken
ook aan het glijden met gevolg, dat de
werkman J. Minnaard uit Middelburg den
balk op zijn been kreeg en dit lichaamsdeel
brak. Hij moest ook naar het ziekenhuis
worden vervoerd.
VREEMDE TALEN OP WINKELS ENZ.
Naar aanleiding van het om advies in
hunne handen gesteld rondschrijven van
het Bestuur van groep Nederland van het
Algemeen Nederlandsch Verbond, houden
de verzoek in vreemde talen gestelde op
schriften op winkels enz., aan eene belas
ting te willen onderwerpen, berichten B. en
W. het volgende.
Krachtens art. 277 der gemeentewet, het
welk een belasting op openbare aankondi
gingen, die niet door middel van tijdschrif
ten of nieuwsbladen worden gedaan, moge-
loniale reserve gratis aan vereenigingen
e.d. in bruikleen gegeven, mits zij door
deskundig personeel wordt gedraaid. Be
schikt men niet over deskundigen, dan is
men in Nijmegen bereid, een operateur
te zenden, op kosten van den aanvrager.
lijk maakt, zouden ook reclame-opschriften
kunnen worden belast. Dit beteekent vol
gens de meening van B. en W. echter niet,
dat voor bepaalde reclame-opschriften, te
weten die in een vreemde taal, een speciale
heffing zou mogen worden ingevoerd. B.
en W. verwachten te dier zake een onthou
ding van goedkeuring. Maar, ook al ware
dit anders, zoo zou een dergelijke heffing
in de praktijk tot vele moeilijkheden leiden.
Tot moeilijkheiden, omdat talrijke woorden,
uit vreemde talen overgenomen, hier te
lande in die mate burgerrecht hebben ver
kregen, dat men hen niet meer als vreem
de woorden aanvoelt. En juist zulke woor
den plegen veelal als reclame-opschrift te
worden gebezigd. Ten overvloede deelen B.
en W. nog mede, dat voor zoover zij heb
ben kunnen nagaan, in geen enkele ge
meente een heffing als de verzochte be
staat.
DOMBURG. Al de straten in onze ge
meente, en het zijn er vele, zijn voorzien
van klinkerbestrating, met uitzondering van
de Kerkstraat, dewelke, niettegenstaande
haar weidschen naam, een aarden pad is.
Echter ook deze straat zal weldra haar
bestrating krijgen; klinkers zijn reeds aan
wezig. Het ligt in de bedoeling de straat
te leggen als verbinding tusschen de Zuid
straat en Stationstraat, terwijl een klinker
pad gelegd zal worden van de Markt naar
de nieuwe straat langs de muziektent.
Dit werk zal in werkverschaffing worden
uitgevoerd. Tot op heden zijn er echter
nog weinigen die in werkverschaffing kun
nen worden opgenomen, zoodat daar nog
het wachten op is.
Woensdag zal de Raad vergaderen en
wel des avonds om 8 uur. Punten van be
handeling: Vaststelling vergoeding Bijz. La
gere school. Voorloopige vaststelling reke
ning waterleidingbedrijf 1937.
HANSWEERD. De heer J, Westland,
sluisknecht te Vere, is met ingang van 16
October overgeplaatst naar hier.
KLOETINGE. Gistermiddag reed uit de
richting Goes over den Kapelschen weg
nabij den Oostweg de autobus uit Ierseke^
gevolgd door een trailer van C. Westdorp
uit Goes, bestuurd door den heer Sinke uit
Goes. Toen de autobus voor een tegenligger^
een vrachtauto uit Middelburg moest in
houden, kon de zwaar beladen trailer niet
vlug genoeg remmen en had hij de keus
tusschen een aanrijding met de autobus ol
met de Middelburgsche vrachtauto. Geheel
links van den weg trachtte hij de vracht
auto te passeeren, waarbij de heer K. uit
Kloetinge met zijn zoontje rakelings werden
voorbij gereden, met het gevolg dat hij te
gen de vrachtauto aanbotste en deze flink
beschadigde. Het rechter wiel. werd van de
vrachtauto afgereden. Persoonlijke ongeluk
ken kwamen niet voor.
KLOETINGE. Donderdag a.s. des avonds
6 uur vergadert de Raad. Aan de orde ko
men o.a. een voorstel om met den heer W.
F. den Herder te Goes een overeenkomst
aan te gaan omtrent het gebruik van een
lijkwagen voor 12 per keer en met den
want het actieve zelfreinigend schuim dringt tot in de meest verborgen schuilhoekjes waar gewone tandpasta niet komt.
Tube 60-40-25 ct,
(Ingez. Med.)
luisterde en luisterde, maar ze hoorde
niets dan 't geluid van David's graven. Ze
kon hem van hieruit niet zien, want hij
was een paar meter in den tunnel, dien hij
had gemaakt.
Ze doorzocht met haar blik de in donker
gehulde hoeken van 't vertrek. Wat was
dat voor een raar ding, dat daar aan de
andere zijde van de sofa scheen te kruipen?
't Leek op een kabouterachtig gedrocht!
Ze klappertandde en transpiratie drup
pelde van haar voorhoofd op haar hand,
toen ze de deken vastgreep.
Ze kon 't niet uithouden.
Ze moest en zou opstaan, om naar dat
schepsel te gaan kijken en 't tegemoet te
treden. Alles was beter dan deze angst
een angst, die haar vermoordde.
Haar bevende, slechts in ragfijne, zijden
kousen gestoken voetjes, raakten den
grond. Haar linker groote teen stak door
een gat in de kous en vertoonde den glim-
menden, rosen nagel. Tegen de vochtige
koude, die haar geheele lichaam deed ver
kleumen, had ze David's jas aangetrokken.
De kaarsen waren op de tafel vastgeplakt
en zonder even te wachten, om er een los
te maken, verzamelde ze al haar moed en
wankelde voort tot een paar pas van de
sof. Een ander, veel langer gedrocht scheen
zich naar haar op te heffeq. 't Bewoog zich!
Hoe zou ze nog wegkomen!
Een krankzinnige angst maakte zich van
haar meester, maar haar wil hield stand.
Nog een pas voorwaarts en toen merkte ze
met een bijna angstig gevoel van verlich
ting, dat 't slechts de schaduw was van
haar zelf en van den blauw satijnen stoel,
die door de opstelling van de kaarsen daar
werd geworpen. Daardoor waren de ka
bouterachtige wezens in 't leven geroepen
en hadden zoo reëel geschenen. Een levend
beest, dat 't op haar gemunt had.
Een seconde verloor ze haar zelfbeheer-
sching en liet plotseling een scherp lachen
hooren.
David hoorde de echo er van in zijn twee
en een halve meter langen tunnel en 't
scheen hem 't vreeselijkste geluid, dat hij
ooit had gehoord.
Wat was 't waar kwam 't vandaan?
Hij wierp zijn schop weg en ging zoo snel
hij maar kon naar de huiskamer terug,
maar toen hij daar kwam, had Laline de
slaapplaats weer bereikt en trok de deken
over zich heen.
„O! David!" riep ze, toen ze zijn bleeke
gezicht zag. „Ik ik had een allerbe-
lachelijksten droom maak je maar niet
ongerust over me ik moest er zoo harte
lijk om lachen! Ik zal 't je vertellen, als je
naar bed gaat. Maar ga nu met je werk
voort. Hoe laat is t?"
Om zijn bezorgdheid voor haar af te lei
den, begon ze weer ingehouden te lachen
en ging behaaglijk onder de deken liggen.
David begon zoo'n beetje te begrijpen
al behelsden haar woorden een volmaakt
natuurlijke verklaring dat ze zich voor
hem dapper hield tranen sprongen hem
in de oogen.
Hij kwam naar haar toe en knielde bij de
slaapplaats neer.
„Mijn lieveling. Mijn lief, rein har
tje..." fluisterde hij met gebroken, heesche
stem. Maar dadelijk was hg zich zelf weer
meester. Hij mocht niet toegeven, aan
welke ontroering ook; dat zou hen beiden
uit hun evenwicht brengen.
Hg keek op zijn horloge, dat op de tafel
lag.
,,'t Is één uur", zei hij eenigszins kort af,
want 't drong tot hem door, dat de vierde
dag de laatste, waarop zij nog voedsel
hadden was aangebroken.
Laline glimlachte vriendelijk tegen hem
en zich voorover buigende, kuste ze zijn
ruwe, zwarte en ongeschoren gezicht.
Toen ze hem aanraakte, voelde hij, dat
heur haar heelemaal -nat was en hij be
greep dat ze vreeselijke angsten had door
staan. Het scheen hem of er iets in zijn
binnenste werd dichtgesnoerd, dat zich
daarna weer uitzette. Weer kreeg hij tra
nen in zijn oogen, maar beheerschte zich.
Hij mocht niet toegeven aan zijn gevoel.
Hoop bezielde hem bijna was hij klaar
met graven, want zelfs al had hg zich mis
rekend wat de plaats van de trap betrof, hij
groef nog steeds in lossen grond en niet
in den ouden, ongeroerden als hij dus
naar boven werkte, moest hij er wel uit
komen.
Hij boog zich over Laline, stopte haar
weer in en kuste haar innig.
„Mijn lieveling mijn lief, dapper
vrouwtje", fluisterde hg.
Toen verliet hg haar.
(Wordt vervolgd,».