Met Ivorol een van fmond en tanden, super reiniging KRONIEK van den DAS, Een dag als gast bij de Koloniale Reserve. gespecialiseerde behandelingen mm TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE M1DDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 18 OCTOBER 1938. No. 245. TR. LALINE LESTER'S ROMAN MIDDELBURG. WALCHEREN. ZUIDBEVELAND ISHH zag' oud- Uren, ndel :zms van I) le 1500. :ven ken, A., '88 sa orst lon- 135» 5X r- Jilt, |m. }d- P' |e- rr" tr- lf- I). n Ie It Onverzadigbaar Eden en Churchill zijn het antwoord niet schuldig gebleven op de scheldende tirades, welke Hitier Zondag voor een week, in een redevoering te Saarbrücken, voor hen en Duff Cooper, den afgetreden Britschen mi nister van marine, voorradig bleek te heb ben. Misschien schiet Duff Cooper een dezer dagen ook nog uit zijn oratorischen slof. Eden, ex-minister van buitenl. zaken, heeft een politieken kruistocht door Groot- Brittannië op touw gezet. Hij vertelt het Engelsche volk telkens hetzelfde: dat Enge land zich sterk moet maken, dat het zijn herbewapening nog aanzienlijk dient te ver snellen, omdat op het woord van den Duit- schen Führer toch geen staat te maken is, en h« maar voor één ding respect heeft: militaire kracht. Churchill, ex-minister van financiën, hield Zondag een radioredevoering, welke bestemd was voor het Amerikaansche volk. Hij deed een beroep op dit volk: om samen met het Engelsche en indien mogelijk alle de mocratische volkeren een hechte en strijd bare gemeenschap tegen de tirannie van onzen tijd te gaan vormen. Het was een pa thetisch beroep, dat naar alle waarschijn lijkheid in Duitschland veel indruk heeft gemaakt: Hitier pleegt in denzelfden stijl, met aanwending van wat meer grofheden, te oreeren. Des Führers rede te Saarbrücken en de toespraken van Eden en Churchill bewijzen, dat de besprekingen te München de politie ke haat en de internationale tegenstellin gen in Europa geenszins hebben doen ver dampen. In den roes van vreugde over het behoud van den vrede, waren er duizenden en duizenden, die een paar weken geleden meenden, dat alle domme politieke narig heid nu zou verdwijnen, dat ons werelddeel aan het begin van een nieuwe verdraag zame samenleving stond. Zij zijn leelijk ont nuchterd en sommigen hunner slaan als gevolg daarvan op het oogenblik weer te veel naar den anderen kant door: de over eenkomst van München was niets anders dan uitstel van executie, beweren ze thans; eenmaal zal, wat nu voorkomen werd, er toch van moeten komen. Wij hebben een dag of tien geleden op deze plaats uiteengezet, dat de gevolgen van de Tsjechoslovaaksche offerande nog lang niet waren te overzien. Dat geldt ook thans nog. Alle conclusies, welke uit de overeen komst van München worden getrokken, zijn op zijn minst voorbarig. Het eenige hou vast, dat de overeenkomst ten aanzien van de toekomst van Europa geeft, is, dat ze ernstige fouten, welke in 1919 te Versailles werden begaan, corrigeert. En dat op zich zelf beteekent zonder meer winst; ook al wil men dan nog zooveel rekening houden met de nu niet bepaald elegante wijze, waarop de correctie plaats greep. Wat dat betreft mag men, dunkt ons, vooral niet vergeten, dat fouten, als te Versailles ge maakt, nu eenmaal niet anders dan met aanwending van min of meer gewelddadige methoden te verbeteren schijnen. Hitier zal te eeniger tijd weer met eischen komen, zoo heeft men de laatste dagen her haaldelijk vernomen. Want een dictator kan van het „dynamisme", waarop zijn tirannie jféitelgk gebaseerd is, nooit afstand doen. Dergelijke uitspraken zijn frasen, waaraan men niet veel beteekenis hoeft toe te ken nen. Eischen, als Hitier tot dusver stelde en ingewilligd kreeg, zijn immanent aan een zoo dwaze samenleving als het Europa na den wereldoorlog. Anders gezegd: die eischen lagen als het ware al gereed in de vredesverdragen. Natuurlijk beteekent dit op zichzelf allerminst, dat Hitier, zoodra de voorraad is uitgeput, een mak en bevredigd staatsmannetje zal worden, maar het gaat o.i. nog minder aan, om klakkeloos te beweren, dat hij van het eischen nooit ge noeg zal krijgen en derhalve te eeniger tijd per se een nieuwen wereldoorlog moet ver oorzaken. Wat de toekomst voor onze Europeesehe samenleving in petto heeft, kan geen mensch weten. Voor onbekookt optimisme, als in de dagen onmiddellijk na de over eenkomst van München is zeer zeker geen reden. Er is echter evenmin reden voor het zwartgallig pessimisme, afkomstig van de genen, die Hitier en zijn Derde Rijk haten en uit dien hoofde door zijn jongste succes zeer onaangenaam getroffen werden. Uit het Engelsch door W. A. C. 34). Toen ging hij in den satijnen stoel zitten en nam haar op zijn schoot. Hoop vervulde hun harten. Zelfs trots het constante neer storten van aarde van boven, dat opschie ten moeilpk maakte en al zijn oorspronke lijke, hoopvolle berekeningen, wat den tgd betrof, in <je war stuurde, moest hij na een half uur de trap hebben bereikt. De sigaretten schenen geurende wolkjes ruri* i,arathis. Hoe verkwikkend! Hoe heer lijk. David's hersens schenen helder als kristal. Een lichtstraal trof het diamanten mono gram op Laline's etui. „Is t niet ongelooflijk, dat menschen uit vrijen wil in de diepten der aarde gaan om dat te vinden? en goud! Ik geloof, dat ik nooit meer iets zal wenschen te zien, dat uit een mijn komt en jij Laline huiverde. „Neen, nooit meer. God schijnt alleen te kunnen bestaan in zonlicht en onder den blauwen hemel". „Laten we kalm blijven, schat. Kom bij me en kus me. We moeten onze zinnen bij elkaar houden". David fluisterde ze; een vreemde hartstocht, misschien een herinnering aan een vroeger bestaan lag er in haar oogen. „Wat kan dood of leven of wat ook ons eigenlijk schelen. Ik wil dicht bg je zijn. Ik wensch niet, dat er iets tusschen ons is. Ik wil mijn wang tegen jouw wang voe len". Tijdens hun proeftijd te Nijme gen worden de jongens voortdu rend geobserveerd Een zorg vuldige selectie. (Van onzen b ij zonderen correspondent. Nijmegen, October. Over de binnenplaats van de kazerne der koloniale reserve daveren commando's. „Geeft acht!" „Met vieren rechts uit de flank, marsch!" „Afdeelinghalt!" „Op de plaatsrust!" De klassecommandanten leeren hun dis cipelen de eerste beginselen van hetgeen een soldaat, en zeker een koloniaal soldaat, dient te kennen: behoorlijk marcheeren. Elders, in ruime klasselokalen, komt de theorie aan de beurt: de rangen en graden in de eerste plaats, de grondbeginselen van het Maleisch, de hierachische weg van a tot z. „Wat zijn de onderscheidingsteekenen van een generaal-majoor der infanterie?" „Hoe spreekt men een kapitein-luitenant ter zee aan?" „Welke zijn de verplichtingen van den wachtcommandant?" „Hoe is de naam van den commandant der Koloniale Reserve?" Commandant van de koloniale reserve is thans de overste J. Slagter, die ons in de gezellige onderofficierscantine het een en ander gaat vertellen over de opleiding van „Jan Fuselier", den koloniaal, die momen teel wel in een heel wat gunstiger daglicht is komen te staan, dan enkele tientallen ja ren geleden, toen nu juist niet het puikje der natie „teekende voor Indië". Uitgezon den wordt tegenwoordig een zorgvuldig ge selecteerd, medisch getest, psychologisch onderzocht en met de beste voornemens be zield contingent, waarvan men niet behoeft te vreezen, dat het in Indië in grooter ge tale de hospitalen en de cellen dan de ka zernes zal bevolken. De koloniale reserveeen welgetraind corps, graag geziene verschijning bij alle wandelmarschen in den lande, met een op- gewekten corpsgeest onder handhaving van een voorbeeldige discipline. Overste Slagter vertelt: „In de bijna drie maanden, dat wij de jongens, vóór zij naar Indië worden uitgezonden, hier in Nijmegen in de kazerne hebben, doen wij eigenlijk niets anders dan ze voortdurend èn medisch èn uit militair oogpunt bekijken. Natuurlijk zijn zij al gekeurd, maar daar mee is de zaak niet afgeloopen, voortdurend blijven ze onder controle van den dokter. Ook de onderofficieren-klassecommandan ten en de onmiddellijk boven hen gestelde officieren observeeren nauwlettend hun leerlingen, en op uniforme kaarten worden hun bevindingen geregistreerd. Zoo krijgen wij van eiken soldaat een massa gegevens, en op grond van die gegevens kan ik na ongeveer 2% maand beoordeelen, of de jon gens voor uitzending naar Indië in aanmer king komen. Ze maken in Nijmegen dus een proeftijd door, en pas als ze de loopplank van de mailboot opgaan, zijn de jongens er zeker van, dat hun proeftijd is ge slaagd". „Krijgt u veel aanvragen van jongelui, die dienst willen nemen bij de koloniale re serve?" „Massa's! En denk niet dat het allemaal desperado's zijn. Allerminst! Het gros der jongens komt uit een goed milieu, en velen hebben een behoorlijke opleiding genoten. In het tijdvak van 1 Augustus 1937 tot 31 Juli 1938 hebben zich schriftelijk aangemeld 19.166 candidaten. Hiervan zijn er voor de keuring opgeroepen 4674, en van dit aan tal werden er ruim 1600 goedgekeurd. De ze 1600 jongens kwamen dus in Nijmegen in dienst, maar in hun proeftijd werden er nog 468 naar huis teruggezonden, op grond van latere afkeuring, op grond van niet- voldoen, op eigen verzoek of anderzins. Zoo bleven er dus nog geen 1200 manschappen over, die de loopplank betraden. U ziet, dat er wel een geweldige selectie wordt toege past". Het medisch onderzoek. Tot zoover de uiteenzetting van 'overste Slagter. De officier van gezondheid le klas se, dr. A. J. Huart, deelde ons vervolgens nog enkele interessante bijzonderheden me de over de wijze, waarop de soldaten me disch worden getest. Het is de verdienste van dr. Van Lienden geweest, dat hij aan het vroegere systeem van éénmaal keuring, HOOFDSTUK XVII. Het was al laat op dien Zaterdagavond, toen David er voor zorgde, dat Laline zon der hem ging rusten. Hij begreep, dat hij, zoolang zijn krachten het uithielden, moest blijven doorwerken. Toen hij dan ook drie nieuwe kaarsen had aangestoken en op de tafel had geplaatst, keerde hij, na haar te hebben toegedekt en gekust, naar 't neven- vertrek tenug. Om hem gerust te stellen, had Laline net gedaan of ze slaap had en sloot, voor hij haar verliet, gehoorzaam haar grijze oogen. Het was haar soms zoo moeilijk haar tranen te bedwingen; om een nietigheid had ze kunnen huilen, maar al werd haar klei ne lichaam zwakker, haar geest werd ster ker. Nooit was ze vroeger, in haar leven van veiligheid en verzorgd worden, zoo zacht en uiterlijk zoo evenwichtig geweest als thans, nu ze honger leed, 't koud had en vreeselijke dood zoo nabij was. Haar eenige gedachte was niet geconcentreerd op leven maar op hetgeen 't beste voor David zou zijn. Eindelijk begon ze ergen honger te krij gen 't werd een akelig, knagend gevoel. Als ze met haar oogen dicht lag, kreeg ze neiging op te staan en de laatste plak cho colade, die bestemd was voor morgen Zondag te stelen, 't Was of een kracht, die sterker was dan ze ooit gekend had, haar steeds meer naar de kast trok. Ze vocht er tegen een gevoel van pgn begon in haar hoofd te komen en ze ver beeldde zich klokken te hooren luiden. Met een ruk ging ze overeind zitten en en verder geen controle meer, een einde heeft gemaakt. Thans worden de jongens gedurende 2% maand voortdurend geobser veerd, en ten slotte nog aan een eindkeu- ring onderworpen. Voor een psychologische typeering van de jongelui gaan wij daarbij uit van een systeem der Groningsche hoog leeraren Hymans en Wiersma, die een in deeling in acht temperamenten maakten, steunend op drie grondfuncties. Deze grond- functies zp'n: activiteit, emotionaliteit en de primaire functie, waar tegenover dan staan niet-activiteit, niet-emotionaliteit en de se cundaire functie. Het aanwezig zgn of het ontbreken van een of meer van deze drie grondfuncties geeft aanleiding tot een in deeling der soldaten in acht typen: Fleg matisch, sanguinisch gepassioneerd, chole risch, apaath, sentimenteel, nerveus en amorph. De rangschikking dezer typen is naar hun bruikbaarheid voor den militairen dienst, de flegmatici staan nummer één, de amorphe candidaten maken de, slechtste kans. Deze indeeling, is natuurlijk het werk van een officier van gezondheid. Maar ook de klasse-commandant moet zijn mannetjes beoordeelen. Uit een opsomming van 24 eigenschappen moet hij onderstrepen dege nen, welke op eiken man afzonderlijk* van toepassing zijn, bijvoorbeeld: de man is zwaartillend, óf luchthartig, hij is zelfstaiv- dig, óf een naprater, hij is netjes, óf slordig, hij is zakelijk, öf breedsprakig, hij is be weeglijk, óf kalm, hij is resoluut, óf beslui teloos. Zoo zijn verschillende van elkaar onaf hankelijke beoordeelaars aan het werk, om gedurende de 2% maand, dat de soldaat in Nijmegen vertoeft, een zoo diep mogelijke studie te maken van zijn karakter-eigen schappen. Het is duidelijk, dat men op die manier een veel nauwer contact met de manschappen krijgt, dan vroeger het ge val was. Wat de physieke hoedanigheid betreft, daarbij wordt ook gebruik gemaakt van de Pignet Index, waarbij men van het getal dat de lengte van den soldaat aangeeft, af trekt de som van zijn gewicht in kilo's en zijn borstomvang. Wie een negatieve index heeft, wordt vrijwel nimmer goedgekeurd, en een index hooger dan 35, is evenmin aan bevelenswaardig. Het liefst heeft men jon gelui met een index tusschen de 10 en 30". Een kijkje achter de schermen. „Gaat u nu maar eens overal waar u wilt, een kijkje nemen", zoo noodigde de overste Slagter ons uit. „Loopt u binnen waar u wilt, u heeft overal vrij toegang!" Een invitatie, waarvan wij gaarne ge bruik hebben gemaakt. Wij dwaalden door de groote kazernegebouwen, namen een kijkje in de propere slaapzalen, luisterden naar de klasse-commandanten, die theo rie gaven, bewonderden de ferme pas, waarmee de secties over de binnenplaats marcheerden, overvielen de koks, die juist hun rijst met sambal en een vischje aan het bereiden waren want reeds in Hol land worden de jongens vertrouwd ge maakt metede geneugten ende verras singen van de Indische rijsttafel. Wij kre gen inzage van de menu's: voor het ont bijt 3% ons wittebrood met thee, des mid dags 3% ons bruinbrood met 1% ons worst of kaas, en koffie des avonds rijst met he- ché dan wel erwtensoep met worst of roode kool met rundvleesch, of stampot van zuurkool met braadworst Dank aan Aalsmeer. Aan de gemeenschappelijke rijsttafel, welke in het gebouw van de koloniale re serve aan de persvertegenwoordigers werd aangeboden, heeft namens den minister van koloniën, de heer J. J. de Jongh, dank ge bracht aan den burgemeester van Aals meer, den heer J. Kastelein, die eveneens deze persconferentie bijwoonde, voor de voortreffelijke wijze waarop de kolonale reserve tijdens haar detacheering aldaar ontvangen en gehuisvest is geworden. Spreker noemde dit een lichtend voorbeeld van gemeenschapszin. Des middags vond eveneens in de ka zerne de vertooning plaats van de nieu we film van het leger in Indië, samenge steld door de Inef. Deze rolprent die een zeer interessant en volledig beeld geeft van het leven van den soldaat in Indië, en bovendien tal van pittoreske opnamen be vat uit ons schoone Insulinde, wordt op aanvraag bij' den commandant van de ko- mm ViCKS VA-TRO-mt. VOORKOMT vele verkoudheden Êii»*5' Een paar druppels in de neus- gaten bij het eerste niezen. p|| VvSüS 1^5 Mf EINDIGT vlug verkoudheden Wrijf deze verdampende ,Qi\zalf °P 'cee'> borst en rug. (Ingez. Med.) IN GEBRIJIKGEVIN G SCHOOLLOKAAL. B. en W. stellen den Raad voor aan de Middelburgsche Voetbal- en Athletiekver- eeniging „Middelburg" overeenkomstig haar verzoek om beschikbaarstelling van een der gymnastieklokalen, af te staan het gymnastieklokaal van school A aan de Ver- werijstraat voor Maandag- en Woensdag avond van 7 tot 9.30 gedurende de maan den October 1938 tot en met Maart 1939, tegen 1.50 per keer. VOOR VERLAGING DER LEERLINGENSCHAAL. Op een twaalftal plaatsen in ons land worden door de samenwerkende onderwij- zersórganisaties vergaderingen voorbereid in verband met de actie inzake de leerlin- genschaal. Een dezer vergaderingen zal op Zaterdag 12 November in St. Joris alhier plaats heb ben onder leiding van den heer W. Spin- naaij, die zitting heeft in het comité voor het N.O.G. Als sprekers zullen optreden de heeren A. P. Jungcurt uit Den Haag voor de Ver- eeniging van Chr. Onderwijzers en P. W. van der Sluijs uit Amsterdam voor den Bond van Nederlandsche onderwijzers. BEEN GEBROKEN. Aan twee inwoners van deze gemeente is gisteren een ongeluk overkomen bij hun werkzaamheden. Het eene ongeluk had plaats bij de uit voering van werkzaamheden voor de Ned. Heidemaatschappij achter de puinplaats bij den Nieuwlandschen weg. Bij het lossen van rails kwam een rail te glijden en trof den werkman L. Groenenberg op zijn been. Met een gebroken been is de man op me disch advies naar het gasthuis overge bracht. Het tweede ongeluk had plaats bij werk zaamheden voor den houthandel v.h. Al berts Lzn Co. aan de haven te Vlissingen, waar greenhard balken voor deze firma werden gelost. Hier ging een der balken ook aan het glijden met gevolg, dat de werkman J. Minnaard uit Middelburg den balk op zijn been kreeg en dit lichaamsdeel brak. Hij moest ook naar het ziekenhuis worden vervoerd. VREEMDE TALEN OP WINKELS ENZ. Naar aanleiding van het om advies in hunne handen gesteld rondschrijven van het Bestuur van groep Nederland van het Algemeen Nederlandsch Verbond, houden de verzoek in vreemde talen gestelde op schriften op winkels enz., aan eene belas ting te willen onderwerpen, berichten B. en W. het volgende. Krachtens art. 277 der gemeentewet, het welk een belasting op openbare aankondi gingen, die niet door middel van tijdschrif ten of nieuwsbladen worden gedaan, moge- loniale reserve gratis aan vereenigingen e.d. in bruikleen gegeven, mits zij door deskundig personeel wordt gedraaid. Be schikt men niet over deskundigen, dan is men in Nijmegen bereid, een operateur te zenden, op kosten van den aanvrager. lijk maakt, zouden ook reclame-opschriften kunnen worden belast. Dit beteekent vol gens de meening van B. en W. echter niet, dat voor bepaalde reclame-opschriften, te weten die in een vreemde taal, een speciale heffing zou mogen worden ingevoerd. B. en W. verwachten te dier zake een onthou ding van goedkeuring. Maar, ook al ware dit anders, zoo zou een dergelijke heffing in de praktijk tot vele moeilijkheden leiden. Tot moeilijkheiden, omdat talrijke woorden, uit vreemde talen overgenomen, hier te lande in die mate burgerrecht hebben ver kregen, dat men hen niet meer als vreem de woorden aanvoelt. En juist zulke woor den plegen veelal als reclame-opschrift te worden gebezigd. Ten overvloede deelen B. en W. nog mede, dat voor zoover zij heb ben kunnen nagaan, in geen enkele ge meente een heffing als de verzochte be staat. DOMBURG. Al de straten in onze ge meente, en het zijn er vele, zijn voorzien van klinkerbestrating, met uitzondering van de Kerkstraat, dewelke, niettegenstaande haar weidschen naam, een aarden pad is. Echter ook deze straat zal weldra haar bestrating krijgen; klinkers zijn reeds aan wezig. Het ligt in de bedoeling de straat te leggen als verbinding tusschen de Zuid straat en Stationstraat, terwijl een klinker pad gelegd zal worden van de Markt naar de nieuwe straat langs de muziektent. Dit werk zal in werkverschaffing worden uitgevoerd. Tot op heden zijn er echter nog weinigen die in werkverschaffing kun nen worden opgenomen, zoodat daar nog het wachten op is. Woensdag zal de Raad vergaderen en wel des avonds om 8 uur. Punten van be handeling: Vaststelling vergoeding Bijz. La gere school. Voorloopige vaststelling reke ning waterleidingbedrijf 1937. HANSWEERD. De heer J, Westland, sluisknecht te Vere, is met ingang van 16 October overgeplaatst naar hier. KLOETINGE. Gistermiddag reed uit de richting Goes over den Kapelschen weg nabij den Oostweg de autobus uit Ierseke^ gevolgd door een trailer van C. Westdorp uit Goes, bestuurd door den heer Sinke uit Goes. Toen de autobus voor een tegenligger^ een vrachtauto uit Middelburg moest in houden, kon de zwaar beladen trailer niet vlug genoeg remmen en had hij de keus tusschen een aanrijding met de autobus ol met de Middelburgsche vrachtauto. Geheel links van den weg trachtte hij de vracht auto te passeeren, waarbij de heer K. uit Kloetinge met zijn zoontje rakelings werden voorbij gereden, met het gevolg dat hij te gen de vrachtauto aanbotste en deze flink beschadigde. Het rechter wiel. werd van de vrachtauto afgereden. Persoonlijke ongeluk ken kwamen niet voor. KLOETINGE. Donderdag a.s. des avonds 6 uur vergadert de Raad. Aan de orde ko men o.a. een voorstel om met den heer W. F. den Herder te Goes een overeenkomst aan te gaan omtrent het gebruik van een lijkwagen voor 12 per keer en met den want het actieve zelfreinigend schuim dringt tot in de meest verborgen schuilhoekjes waar gewone tandpasta niet komt. Tube 60-40-25 ct, (Ingez. Med.) luisterde en luisterde, maar ze hoorde niets dan 't geluid van David's graven. Ze kon hem van hieruit niet zien, want hij was een paar meter in den tunnel, dien hij had gemaakt. Ze doorzocht met haar blik de in donker gehulde hoeken van 't vertrek. Wat was dat voor een raar ding, dat daar aan de andere zijde van de sofa scheen te kruipen? 't Leek op een kabouterachtig gedrocht! Ze klappertandde en transpiratie drup pelde van haar voorhoofd op haar hand, toen ze de deken vastgreep. Ze kon 't niet uithouden. Ze moest en zou opstaan, om naar dat schepsel te gaan kijken en 't tegemoet te treden. Alles was beter dan deze angst een angst, die haar vermoordde. Haar bevende, slechts in ragfijne, zijden kousen gestoken voetjes, raakten den grond. Haar linker groote teen stak door een gat in de kous en vertoonde den glim- menden, rosen nagel. Tegen de vochtige koude, die haar geheele lichaam deed ver kleumen, had ze David's jas aangetrokken. De kaarsen waren op de tafel vastgeplakt en zonder even te wachten, om er een los te maken, verzamelde ze al haar moed en wankelde voort tot een paar pas van de sof. Een ander, veel langer gedrocht scheen zich naar haar op te heffeq. 't Bewoog zich! Hoe zou ze nog wegkomen! Een krankzinnige angst maakte zich van haar meester, maar haar wil hield stand. Nog een pas voorwaarts en toen merkte ze met een bijna angstig gevoel van verlich ting, dat 't slechts de schaduw was van haar zelf en van den blauw satijnen stoel, die door de opstelling van de kaarsen daar werd geworpen. Daardoor waren de ka bouterachtige wezens in 't leven geroepen en hadden zoo reëel geschenen. Een levend beest, dat 't op haar gemunt had. Een seconde verloor ze haar zelfbeheer- sching en liet plotseling een scherp lachen hooren. David hoorde de echo er van in zijn twee en een halve meter langen tunnel en 't scheen hem 't vreeselijkste geluid, dat hij ooit had gehoord. Wat was 't waar kwam 't vandaan? Hij wierp zijn schop weg en ging zoo snel hij maar kon naar de huiskamer terug, maar toen hij daar kwam, had Laline de slaapplaats weer bereikt en trok de deken over zich heen. „O! David!" riep ze, toen ze zijn bleeke gezicht zag. „Ik ik had een allerbe- lachelijksten droom maak je maar niet ongerust over me ik moest er zoo harte lijk om lachen! Ik zal 't je vertellen, als je naar bed gaat. Maar ga nu met je werk voort. Hoe laat is t?" Om zijn bezorgdheid voor haar af te lei den, begon ze weer ingehouden te lachen en ging behaaglijk onder de deken liggen. David begon zoo'n beetje te begrijpen al behelsden haar woorden een volmaakt natuurlijke verklaring dat ze zich voor hem dapper hield tranen sprongen hem in de oogen. Hij kwam naar haar toe en knielde bij de slaapplaats neer. „Mijn lieveling. Mijn lief, rein har tje..." fluisterde hij met gebroken, heesche stem. Maar dadelijk was hg zich zelf weer meester. Hij mocht niet toegeven, aan welke ontroering ook; dat zou hen beiden uit hun evenwicht brengen. Hg keek op zijn horloge, dat op de tafel lag. ,,'t Is één uur", zei hij eenigszins kort af, want 't drong tot hem door, dat de vierde dag de laatste, waarop zij nog voedsel hadden was aangebroken. Laline glimlachte vriendelijk tegen hem en zich voorover buigende, kuste ze zijn ruwe, zwarte en ongeschoren gezicht. Toen ze hem aanraakte, voelde hij, dat heur haar heelemaal -nat was en hij be greep dat ze vreeselijke angsten had door staan. Het scheen hem of er iets in zijn binnenste werd dichtgesnoerd, dat zich daarna weer uitzette. Weer kreeg hij tra nen in zijn oogen, maar beheerschte zich. Hij mocht niet toegeven aan zijn gevoel. Hoop bezielde hem bijna was hij klaar met graven, want zelfs al had hg zich mis rekend wat de plaats van de trap betrof, hij groef nog steeds in lossen grond en niet in den ouden, ongeroerden als hij dus naar boven werkte, moest hij er wel uit komen. Hij boog zich over Laline, stopte haar weer in en kuste haar innig. „Mijn lieveling mijn lief, dapper vrouwtje", fluisterde hg. Toen verliet hg haar. (Wordt vervolgd,».

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 5