KRONIEK van den DAG. ZEELAND, ONDER KASTEN EN BEDDEN HEEMAF STOFZUIGER BINNENLAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 12 OCTOBER 1938. No. 240. KERK EN SCHOOL. MIDDELBURG. WALCHEREN. kunt' U gemakke lijk stofzuigen met dit mondstuk. SCHARNIEREND Verkrijgbaar bij: Electro Tech*. Bur. L. J. VAN 't WESTENDE, LALINE LESTER'S ROMAN tusschen de Luxemburgsche en de Neder- landsche vlag ligt in de kleur van bet blauw der derde baan; bij. de Luxembur gers is die namelijk hemelsblauw en bij de Nederlanders van Koningin Wilhelmina donkerblauw. En het blauw der rood-wit- blauwe driekleuren, uitgestoken ter eere onzer Luxemburger vrienden, was een somber blauw Tot zoover dit bericht van de „l'Eclair de l'Est". Voorzoover het de Luxemburgsche vlag betreft, worde er nog aan toe gevoegd, dat deze niet vaal-blauw tot derde baan heeft, zooals de vroegere oranje-blanje- bleu-vlaggen in Nederland, maar gewoon zuiver-heraldisch blauw. Zooals de Nederlandsche vlaggen, afge scheiden van eiken „vlaggenstrijd", in elk geval ook behoorden te hebben DE WERKLOOSHEID. De directeur van den rijksdienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbemid deling deelt mede, dat blijkens hem door het centraal bureau voor de statistiek ver strekte voorloopige gegevens in de week 19 t/m 24 September 1938 bij gesubsidieerde vereenigingen met werkloozenkas waren aangesloten 566.010 personen (waaronder 75.107 landarbeiders). Van de 490.903 verzekerden buiten de landarbeiders was het werkloosheidspercen tage 21,9 (in de vorige verslagweek 5 t/m 10 September 1938, was dit percentage 22,2). In de tweede verslagweek van September was het werkloosheidspercentage voor ver zekerden (zonder landarbeiders) in de laat ste jaren als volgt: 1932: 26,7; 1933: 24,1; 1934: 25,6; 1935: 30,2; 1936: 30,7; 1937: 23,5; 1938: 21,9; Op 10 September 1938 waren bij de orga nen der openbare arbeidsbemiddeling inge schreven 320.404 werkzoekenden, waarvan er 302.884 werkloos waren (nl. 289.469 man nen en 13.415 vrouwen). Blijkens opgave van den directeur-gene raal voor de werkverschaffing en steunver- leening bedroeg op 24 September 1938 het aantal tewerkgestelde werkloozen 44.432 en het aantal gesteunde werkloozen 128.498, tezamen 172.930 verzorgden (voorloopge cij fers). Het verschil tusschen het aantal inge schreven werkloozen en het aantal ver zorgden wordt in de eerste plaats verklaard, doordat onder het aantal verzorgden (dit zijn in hoofdzaak kostwinners van gezin nen) de werklooze gezinsleden niet worden medegeteld. Deze zijn echter wel als werk zoekende bij een arbeidsbeurs ingeschreven. In de tweede plaats bevinden zich onder de ingeschrevenen een aantal verzekerden, die uitkeering genieten uit een werkloozen kas. Dit aantal is thans nog niet op te ge ven. In de derde plaats zijn een aantal werk loozen in cultureelen zorg (cursussen en kampen). Hun aantal bedroeg in Augustus 12.669. Tot tijdelijk onderwijzeres aan de openbare school te Borsele is benoemd mej. C. M. Slot te Vlissingen. Voor het examen voor 't politiediploma slaagde o.a. de heer M. Marinusse, mare chaussee te Hansweerd. DE KRIJGER WILDTUIN-FILM. Nadat gistermorgen en -middag reeds een viertal voorstellingen voor de school gaande jeugd waren gegeven, draaide gis terenavond voor een in flinke getale op gekomen publiek in het Schuttershof de film, die opgenomen is in den Kruger Wild- tuin, het bekende natuur reservaat in Zuid-Afrika een stichting van „Oom Paul". Deze smalfilms doen zeker niet in de laatste plaats zien en gevoelen welk een onverschrokkenheid noodig is geweest om den koning van het woud en tallooze soor ten van wilde en niet-wilde dieren te be naderen in hun natuurstaat, waarin zl hier leven. Na een interessante reis van Pretoria tot aan den wildtuin, maakt men achter eenvolgens kennis met tal van dieren, als de rooibokken, de wamba, de apen, nijl paarden, vlakvarkens, giraffen, verschil lende soorten vogels, bokken, jakhalzen wilde honden, luipaarden, bavianen, kro kodillen, zebra's, buffels, olifanten en ten slotte de leeuwen, waarvan de opnamen al bijzonder goed zijn geslaagd, o.a. geldt dit voor het gevecht met een vlakvarken en het verscheuren daarvan door de wel pen en de leeuwin. De film, die morgen te Goes loopt, werd op duidelijke en heldere wijze toegelicht. WEER EEN STORING, DOCH MAAR KORT. Gistermiddag tegen 5 uur ontstond we der een storing in den stroomlevering door een defect in de centrale der PZEM te Vlissingen. Het duurde ditmaal ongeveer een kwartier. Voor Middelburg kwam er nog een onderbreking van de waterlevering doordat het reservoir van den watertoren tijdelijk wegens schilderswerkzaamheden buiten gebruik is en het water uit den reinwaterkelder met een electrische pomp in de leiding wordt gebracht. Zoo gezegd een en ander liep weer ispoedig normaal Wat de waterlevering betreft, deze had na korten tijd ook zonder electrischen stroom weer kruinen plaats hebben, na melijk door het in werking brengen van de stoommachine bij de prise d'eau. RAAD VAN AAGTEKERKE. Begrooting vastgesteld. AAGTEKERKE. Dinsdag vergaderde de Raad voltallig onder leiding van burgemees ter J. Bosselaar, die dankte voor de belang stelling die hij had ondervonden bij het overlijden van zijn vader den heer S. Bos selaar, oud-wethouder. Hij herdacht deze in zijn kwaliteit van wethouder. Vele jaren heeft hij de gemeente gediend. Een verzoek van het Alg. Ned. Verbond i.z. opschriften in vreemde talen werd voor kennisgeving aangenomen. Van de winkeliers in de gemeente was een verzoek ingekomen om een zgn. vent- verbod in te stellen. De heer Kodde voelde zeer veel voor zulk een verbod, den winkeliers wordt door venters concurrentie aangedaan en wanneer personen uit Aagte kerke in andere gemeenten willen venten moeten zij ook betalen. De v o o r z. meen aan'do buis bevestigd, zoodat de zuigmond altijd aansluit. Eén van die practische voordee- len, waardoor de Heemaf zoo prettig is in het ge bruik. Maar. de voor naamste bijzonderheid is de Heemai Stofzuiger motor. de eenige met 'constant toerental. Vraagt een demonstratie aanl Gortstraat 21, Middelburg, Telefoon 387, (Ingez. Med.) De gevaren van Chamberlain's B \Zpolitiek. De Engelschen, die van den beginne af niets dan critiek hebben gehad op de over- •eenkomst van München, mannen als Duff Cooper, Eden en Churchill zijn er van over tuigd, dat de politiek van Chamberlain Engeland reeds in een uiterst gevaarlijke positie bracht. Zij baseeren zich daarbij op de overweging dat Duitschland door de ver deeling van Tsjechoslovakije een geweldige stap vooruit heeft gedaan naar een Duitsche opperheerschappij in Europa. Niet alleen heeft de cessie der Sudeten-Duitsche gebie den het Derde Rijk strategisch, economisch en militair geweldig versterkt, maar ook schijnt het welhaast onvermijdelijk dat de andere kleine mogendheden in Centraal en Oost-Europa zich na de ervaring van de laatste weken gedwongen zullen voelen hun vertrouwen in Engeland en Frankrijk op te geven en betrekkelijke veiligheid te zoeken door een politieke en economische toenade ring tot Duitschland na te streven. De Duit sche macht zou zoodoende tot de Zwarte Zee doordringen, Duitschland zou beschikking krijgen over de wapenfabrieken in Tsjecho slovakije, het graan van Hongarije en de petroleum van Roemenië, en het zou daar mee in tijd van oorlog vrijwel immuun wor den voor Engelands meest doeltreffende wapen: de blokkade. Volgens dezen gedachtengang had Enge land het derhalve nooit zoo ver mogen laten komen, en had het tot elke prijs zijn 250- jaar lange traditie moeten handhaven, de traditie die het Engeland verbiedt het ont staan van een overheerschende mogendheid op het Europeesche vasteland toe te staan. Het is juist omdat de Engelsche regeering in München met deze traditie gebroken schijnt te hebben, dat de critici van de re geering de toekomst voor Engeland en Frankrijk zoo uitermate somber inzien. Het moet toegegeven worden dat het ant woord van de regeering op deze kritiek weinig overtuigend is. Niemand zal willen ontkennen dat het behoud van den vrede bijna elke opoffering waard is. Maar het is hoogst gevaarlijk zich te ontveinzen wat de prijs is, dien men voor den vrede heeft be taald en welke consequenties daaruit zullen voortvloeien. Dit is echter juist wat de re geering schijnt te doen. Zij beroept zich er op dat de vrede de opoffering van Tsjecho slovakije waard was, wat ook haar critici nauwelijks kunnen ontkennen, maar zij schijnt te weigeren in te zien wat de waar schijnlijke gevolgen van deze opoffering zullen zijn. Zij spreekt over nieuwe moge lijkheden voor een Europeesche verbroede ring, en gevoelt oogenschijnlijk geen vrees dat Duitschland een dergelijke verbroede ring slechts op zijn eigen voorwaarden zou willen, en dat het zijn zoo aanzienlijk ver sterkte positie zal gebruiken om steeds nieu we eischen te stellen en het programma van „Mein Kampf" punt voor punt tot uitvoer te brengen. Wij zeggen met opzet dat de re geering ervan schijnt overtuigd te zijn dat Duitschlands groeiende macht geen gevaren voor Engeland inhoudt. Er is namelijk reden te gelooven dat zij in werkelijkheid maar al te goed weet dat de appetijt van het Derde Rijk nog niet verzadigd is. Als zij het niet temin niet noodig heeft geacht, de Duitsche expansie aan de Tsjechische grens halt toe tè roepen en als zij ook, zooals zij nu ver kondigt, een verbroedering met dit expansi onistische Duitschland mogelijk en wen- schelijk acht, wordt men welhaast tot de conclusie gedwongen dat haar gedachten- gang in de richting gaat van een Anglo- Duitsche toenadering, waarbij het Duitsche gevaar van het Britsche rijk zou moeten worden afgewend door het elders vrij baan te geven. Kortom, er is reden te vreezen dat zij overhelt tot het idee van een of an dere vorm van een vier-mogendheden-pact, een verbond dus van Engeland, Duitschland, Frankrijk en Italië, dat ons werelddeel naar hartelust zou kunnen ringelooren. Het precedent voor een dergelijke alge- heele heroriëntatie van het Engelsch beleid is door München reeds geschapen. Cham berlain heeft hij vroegere gelegenheden reeds te verstaan gegeven, dat hij in het stelsel van een Europeesche viermanschap veel heil voor den vrede zag. Het is voorts bekend dat hij Ruslands deelname aan de Europeesche politiek met achterdocht be schouwt. Tenslotte zijn er nu reeds invloed rijke Engelsche bladen, zooals de „Sunday Times", die onomwonden op een viermo- gendheden-pact en de daarmee vrijwel on vermijdelijk samenhangende verdeeling van Europa in een Oostelijke en een Westelijke invloedssfeer, aandringen. Al deze teekenen zouden erop kunnen wijzen dat de Engelsche politiek in de naaste toekomst een funda- menteele verandering zou kunnen onder gaan. Het is daarom voor de kleine landen, ook voor Nederland, van het grootste be lang om de ontwikkeling van Engelands touitenlandsch beleid in de naaste toekomst zorgvuldig gade te slaan. De Engelschen hebben er een handje van, om van ander mans leer riemen te snijden. Er gingen den laatsten tijd al weer stemmen in Engeland op, om Duitschland's koloniale behoefte te vreden te stellen, niet alleen met een terug gave van voormalige Duitsche koloniën, maar ook met offers van zekere kleine mo gendheden, die rijke overzeesche gewesten bezitten. DE ORGANISATIE VAN DE RIJKSPOLITIE. Een territoriale taakverdeeling tus schen Marechaussee en Rijksveld- wacht? Gedurende de laatste dagen trekt het de aandacht, dat aan verschillende grens posten aan de Brabantsch-Belgische grens de grenscontrole ten zeerste is verscherpt. Niet alleen het binnenkomende, doch ook het uitgaande verkeer wordt door de Kon. Marechaussee nauwkeurig gecontro leerd en geregistreerd, terwijl verschillen de met de grensbewaking belaste autori teiten de controle telkenmale inspecteeren. De scherpe controle gaat dag en nacht door en in verband daarmee zijn verschil lende grensbrigades ten zeerste versterkt met personeel van verder in het binnen land gelegen brigaden. De Marechaussee alleen in het grensgebied? Naar de N.R.C. van doorgaans welinge lichte zijde verneemt, betreft het hier een proefneming in verband met plannen der Regeering tot een scherp gescheiden dislocatie van marechaussee en Rijksveld- wacht, door welke dislocatie tevens de taak van het Wapen der Koninklijke Mare chaussee ingrijpend zou worden gewijzigd. Het voornemen zou nl. zijn de mare chaussee in de toekomst alleen in de grens streken dienst te laten doen en wel ten Zuiden van de spoorlijn Bergen op Zoom, Roosendaal, Breda, Tilburg, Den Bosch, Eindhoven, Venlo en ten Oosten van de spoorlijn Venlo, Nijmegen, Zutphen, De venter, Zwolle, Assen, Groningen. Ten N. en ten W. van den spoorlijn wordt de dienst, thans door de marechaus see verricht, dan overgenomen door de Rijksveldwacht, die een nog meer militair karakter zal krijgen en in de vrijkomende marechausse-kazernes zal worden gehuis vest. In het Zuiden en Oosten des lands zul len, wanneer deze plannen doorgaan, ver schillende nieuwe marechaussee-brigades worden opgericht, waarvan de kosten thans nader onder het oog worden gezien. De scherpe grensbewaking van het oogenblik is bedoeld als een proefneming om na te gaan, hoe sterk hij een intensie ve grenscontrole de brigades moeten zijn. Protesten uit het binnenland? Tevens verneemt de N.R.C. echter,dat thans, tijdens de proefneming reeds eenige burgemeesters, uit wier gemeenten tijde lijk marechaussees zijn vertrokken voor de bovenbedoelde versterking der grensbriga des, requesten aan de regeering hebben gezonden de plannen niet tot uitvoering te brengen, aangezien zij ook in de toekomst een marechaussee-brigade prefereeren bo ven rijksveldwacht. GELIJK EN TOCH VERSCHILLEND. De Nederlandsche en de Luxem burgsche vlag. Herhaaldelijk is er van den kant der vlaggen- en wapenkundigen in de Neder landsche pers op gewezen, dat de onderste baan van onze nationale vlag, blauw ge- heeten in werkelijkheid dichter bij het zwart komt. Dat dit feit tot ver over onze grenzen opvalt, bewijst de volgende aan haling uit het Fransche dagblad „l'Eclair de l'Est" (Nancy). Er is daar onlangs een Fransch-Luxemburgsche vriendschapsbe- tooging gehouden, waarbij een der gebou wen versierd was met Fransche en Luxem burgsche vlaggen. Althans, zoo schijft het blad, dat was de bedoeling. Maar, zoo ver zekerde een deskundige aan het Fransche blad, het waren geen Luxemburgsche, doch Nederlandsche vlaggen, die er naast de Fransche woeien, want,het verschil om mij te blijven liefhebben. Hoe zou zoo'n lieveling als jij bent, kunnen houden van een zwarten, ongeschoren bruut als ik „Daar houd ik van", en ze wreef met een fijn vingertje over zijn ruwe gezicht: ,,'t ziet er zoo sterk uit". „Veel te sterk", lachte hij. „Vanaf mor gen zal ik er als een echte roover uit zien „Het kan me niets schelen hoe je er uit ziet zoolang we niet verlost zijn, kan 't me ook niet schelen of je een afschuwelijken baard laat staan. Je bent mijn David en de rest is me onverschillig". Toen David en Laline geheel gereed wa ren, gingen ze „ontbijten" en met groot ceremonieel verdeelde David hun dagrant soenen in twee helften voor ieder. „Ontbijt en avondeten", zei hij vroolijk. „We zullen net doen alsof we een diëet volgen en niet mogen lunchen. Laline keek hem bedroefd aan en hij sloeg zijn arm om haar heen; de sofa had den zij bij de tafel geplaatst. „Je bent 1 dapperste, liefste, kleine vrouwtje, dat er bestaat", en hij kuste haar. „Mijn schat we moeten trachten er maar niet aan te denken. Zo .di'a je dat stukje chocolade op hebt, moet je me konn 1 helpen." In weerwil van zich zelf had ze tranen in haar oogen gekregen, maar ze ver mande zich. „Natuurlijk zal ik dat doen." Vastberaden gingen ze aan het werk in de richting, waar David wist, dat de trap was. Hij zou graven en zij de losse aarde wegscheppen, op zij van het graf van den priester. Maar na een uur meende David, omdat ze zoo stil was, dat ze erg moe werd, ze was zoo ongewoon aan welken arbeid ook. Bovendien zonk hem 't hart in de schoe nen, want hoe harder hij groef, des te meer losgeraakte aarde stortte er van boven in en 't scheen of hij niet opschoot. „Lieveling, nu moet je gaan rusten", zei hij vol teederheid. „Ik moet eenige op metingen doen en zal je later weer wek ken Laline trachtte hem te overreden dat ze bij hem zou blijven, maar hij wilde er niet van hooren. Neen, ze moest een uur gaan slapen. Hij nam haar in zijn armen en droeg haar naar 't andere vertrek, waar hij haar in hun slaaphokje neer legde. Toen haalde hij de kaars en keek naar haar. Ze was erg bleek; het ruwe handvat van de schop had haar teere vingers ontveld en een hartstochtelijk ge voel van teederheid doorvoer David, toen hij haar kuste. Hij zou bij haar blijven en haar vertroetelen en streelen, totdat ze in slaap was gevallen. Arm klein ding! Hij haalde den stoel, ging naast haar zitten, vertelde haar allerlei verhalen, kuste haar oogleden en monterde haar door zijn moed en opgewektheid weer op. En eindelijk, dronken vein zijn woorden van liefde en zijn liefkoozingen, voelde ze dat 't haar eigenlijk niet veel zou kunnen schelen, indien zij moesten sterven. Ze was volmaakt gelukkig. Maar toen ze rustig sliep en David weer aan 't werk ging, was 't hem of er een gewicht aan zijn dappere hart hing, dat dit naar beneden trok. de dat juist de groote concurrenten van de winkeliers, de groote winkels uit de steden, niet door deze verordening getroffen wor den. De heer Wisse achtte het nog niet zoo verkeerd, dat er concurrentie bleef, hij vroeg of er ook klachten gekomen waren over de venters. De heer P. deVisser was van meening dat, wanneer alle winke liers dit vragen er geen reden is om dit verbod niet uit te vaardigen, hoewel hij meende, dat het met de benadeeling der winkeliers niet zoo'n vaart loopt. De heer C. deVisser achtte vaststelling van zulk een verbod niet gewenscht. Tenslotte werd met 6 tegen 1 stem, die van den heer C. de Visser besloten tot het instellen van een verbod tot venten, waarvan B. en W. ontheffing kunnen verleenen. De leges voor de te verleenen vergun ningen werden vastgesteld op 0.25 per dag 0.50 per week, 1 per maand en 3 per jaar. Een verzoek van B. Dekker om verlaging van schoolgeld werd afgewezen. Besloten werd voor het maken van een rioleering tusschen de huizen van de heeren S. Min- derhoud en J. Hugensé de noodige buizen te geven onder voorwaarde dat de riolee ring door belanghebbenden, onder toezicht van den bouwkundigen opzichter, wordt ge maakt. De vergoeding in 1939 toe te kennen voor de exploitatie vergoeding van de Bijz. scho len werd bepaald op 10 per leerling. Vervolgens kwam in behandeling de ge- meentebegrooting voor 1939. De heer Kod- d e was van meening dat het onderhoud van den Kloosterweg, door het verminderde verkeer minder zou kosten, hij vroeg ver der inlichtingen omtrent de jaarwedde van den gemeenteopzichter. De heer W. de Visser vroeg inlichtingen omtrent de post luchtbescherming. De begrooting werd daarna vastgesteld in ontvang en uitgaaf gewonen dienst op 14690, met een bedrag aan onvoorzien van f 961 wat betreft den ka- pitaaldienst op 500 in ontvang en uitgaaf Nadat nog enkele inlichtingen gevraagd wa ren over onderhoud van wegen, die door den v o o r z. werden beantwoord, werd de vergadering gesloten. RAAD VAN SEROOSKERKE. Begrooting vastgesteld. SEROOSKERKE. Dinsdagmiddag verga derde de Raad onder voorzitterschap van burgemeester P. Dregmans, voltallig. Een voorstel van B. en W. om den kos- tenden prijs per leerling der bijzondere la gere scholen in deze gemeente voor 1936 vast te stellen op 9.59 werd aangenomen. Op een verzoek van E. de Visser om medewerking te verleenen bij de verhar ding van den Huismansweg, werd op voor stel van B. en W. op de betreffende voor waarden z.h.s. goedgekeurd. Eveneens een voorstel van B. en W. tot wijziging van de verordening regelende de eischen van benoembaarheid en de bezol diging van den veldwachter in deze ge meente. Op voorstel van B. en W. werd een in gekomen adres van Abr. Melse e.a. waar in werd verzocht het Molenpad te onttrek ken aan het openbaar verkeer teruggezon den naar B. en W. De Voor z. deel de mede, dat B. en W. zullen onderzoe ken of nog meer openbare voetpaden zul len kunnen worden geschrapt, terwijl als- dien de wettige weg publiceeren, gele genheid voor bezwaren indienen, enz. zal worden gevolgd, dit werd z.h.s. goedge keurd. Hierna werd de gemeentebegrooting 1939 in behandeling genomen. Algemeene be schouwingen werden niet gehouden. De V o o r z. las de begrooting artikelsge- wijze voor, waarna deze zonder eenige wijziging werd vastgesteld. Bij de rondvraag vroeg de heer J o b- s e boomen te rooien biji de Parochieput in verband met de waterverontreiniging in die put. De V o o r z. zeide onderzoek van B. en W. toe. SOEBURG. Meldden wij onlangs als een zeldzaamheid, dat de Rittem een varken een 14-tal jongen ter wereld bracht, in West-Soeburg heeft een varken van den hr. Van Leeuwen het record verbeterd door aan 15 kleine krulstaarten het levenslicht te geven. Opdat elk der kleinen zijn recht matig deel van de moedermelk zou krijgen, wordt om beurt de helft van hen bij de moeder toegelaten. Als alle vijftien jonge varkens zoo groot mogen worden, dat zij gespeend kunnen worden, is het voor den eigenaar een bui tenkansje; want de biggen zijn tegenwoor dig duur. Wat zou hij moeten beginnen als 't hem niet gelukte een uitweg te graven als hij haar zou moeten doodschieten? Want haar een langzamen dood te zien sterven, zou meer zijn, dan hij kon verdragen. Dat beetje chocolade en water zou vol doende zijn om hen vier dagen in leven te houden en dan Maar hij moest slagen en met fris- schen moed zette hij den arbeid voort. Uitputting was oorzaak dat Laline ver scheidene uren achtereen sliep. De lucht was koud en tamelijk frisch; David voelde die opwaaien uit het gat in den Noorde lijken hoek. Hij was nu zoo wat negen de cimeter gevorderd en hij dacht, dat als li# nog ruim een meter verder was, hij dan wel 't raamwerk van den verspreden door gang zou hebben bereikt. Indien de rond houten, die op zij een van boven den door gang stutten, niet waren ingestort, zou hij zeker binnen vier dagen tot den trap hebben uitgegraven. Indien de rondhouten niet waren inge stort! Dat was een verontrustende gedachte. In den oorlog had hij meermalen in zeer moeilijke omstandigheden verkeerd, meer malen een bloedbad meegemaakt en dik wijls tijden van opwinding doorleefd toch had hij toen nooit aan eigen leven ge dacht. Maar de langzame pijniging door den honger, den dorst en de hopeloosheid dat was heel wat anders en dan daarbij te zien, dat 't wezen, dat je 't liefst op aarde is, on der je oogen wegkwijnt daarvoor zouden inderdaad stalen zenuwen noodig zijn. (Wordt vorrolgd). Uit het Engelsch door W. A. C. 29). Hij ging aan 't rekenen. Indien zij eiken dag een plak opaten, zou er voor vier dagen chocolade zijn en er wa ren zeker wel vier glazen water per hoofd in de kruik als 't niet meer was. Zij had den genoeg kaarsen om gedurende dien tijd voortdurend licht te laten branden en dan had hij nog zijn electrische zaklantaarn. Zijn luciferdoos was ook vol. Toen stak hij zijn hand in zijn zak en tastte naar zijn kleine revolver voor zes patronen. Ja, ze was geladen. Op den vijfden dag zou hij, indien hij geen uitweg zou kunnen vinden en er van buiten geen hulp was gekomen, Laline doodschieten en dan zelfmoord plegen. Tot dan was er vreugde en arbeid. Maar de gedachte aan vreugde dreef boven, want hij hoorde zijn vrouwtje zich bewegen en met reuzenschreden ging hij naar haar toe. In volkomen duisternis is er geen ver schil tusschen dag en nacht, maar toen zij den volgenden ochtend, nog in eikaars ar men liggende, wakker werden, was 't op David's horloge zeven uur. De tweede van zijn zes dagen vacantie was begonnen. Hoewel beiden wisten, dat een waarschijn lijke dood hun voor de boeg stond, waren hun gedachten bij 't ontwaken vol vrede. Vol teederheid en liefde ontwaakten zij op hun stroolegger met 't harde kussen, terwijl 't armoedige kleed als dek over hen lag maar zij waren geweldig hongerig, want hun avondeten had voor ieder bestaan uit een plak chocolade met een klein glaasje water als feestdrank. David had behalve de kruik water en de kaarsen nog andere dingen gevonden: een opgevouwen deken en een schone kussen sloop. Dit schenen kostbare huwelijksca- deaux, waarover zij, toen zij hun toed op maakten, hartelijk lachten. Laline was lief en opgewekt en zei, dat ze, net als kinde ren, huishoudentje speelden. De eerste dag van hun huwelijk moest aan arbeid worden besteed ijverig gra ven. Veel tijd aan hun toilet konden ze niet besteden, want z\j hadden noch een bad, noch borstels David bezat slechts een zakkam. Hij stond er op, Laline's kamenier te zijn en haar goudblonde krullen uit te kammen. Dit vonden zij bijzonder amusant. „Feeëngoud", noemde hij de glinsterende krullen, waarin hij zijn gezicht begroef. „Mijn snoezig vrouwtje, wat ben je toch mooi. Wat was ik op die vervelende boot toch krankzinnig en blind, om niet te be seffen, dat je mü toebehoorde en om niet dadelijk beslag op je te leggen". „Niets dan aanmatiging! Ik wist van 't eerste oogenblik af, dat je van mij was". „Je was dus al besloten me te scalpeeren, kleine Iod'aansche!" „Ja, aanvankelijk was dat mijn plan, maar spoedig o, zoo spoedig, David had ik je liefgekregen en hoe ontzaglijk, ik je nu liefheb, kan ik je niet zeggen". Hij trok haar naar zich toe. „Voel eens", zei hij, haar zachte hand palmen op zijn gezicht drukkende. „Het zal, geloof ik, heel wat liefde van je eischen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 5