KRONIEK van den DAG.
ZEELAND,
ONDER
KASTEN
EN
BEDDEN
HEEMAF STOFZUIGER
BINNENLAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 12 OCTOBER 1938. No. 240.
KERK EN SCHOOL.
MIDDELBURG.
WALCHEREN.
kunt' U gemakke
lijk stofzuigen met
dit mondstuk.
SCHARNIEREND
Verkrijgbaar bij:
Electro Tech*. Bur. L. J. VAN 't WESTENDE,
LALINE LESTER'S ROMAN
tusschen de Luxemburgsche en de Neder-
landsche vlag ligt in de kleur van bet
blauw der derde baan; bij. de Luxembur
gers is die namelijk hemelsblauw en bij de
Nederlanders van Koningin Wilhelmina
donkerblauw. En het blauw der rood-wit-
blauwe driekleuren, uitgestoken ter eere
onzer Luxemburger vrienden, was een
somber blauw
Tot zoover dit bericht van de „l'Eclair de
l'Est". Voorzoover het de Luxemburgsche
vlag betreft, worde er nog aan toe gevoegd,
dat deze niet vaal-blauw tot derde baan
heeft, zooals de vroegere oranje-blanje-
bleu-vlaggen in Nederland, maar gewoon
zuiver-heraldisch blauw.
Zooals de Nederlandsche vlaggen, afge
scheiden van eiken „vlaggenstrijd", in elk
geval ook behoorden te hebben
DE WERKLOOSHEID.
De directeur van den rijksdienst der
werkloosheidsverzekering en arbeidsbemid
deling deelt mede, dat blijkens hem door
het centraal bureau voor de statistiek ver
strekte voorloopige gegevens in de week
19 t/m 24 September 1938 bij gesubsidieerde
vereenigingen met werkloozenkas waren
aangesloten 566.010 personen (waaronder
75.107 landarbeiders).
Van de 490.903 verzekerden buiten de
landarbeiders was het werkloosheidspercen
tage 21,9 (in de vorige verslagweek 5 t/m
10 September 1938, was dit percentage
22,2).
In de tweede verslagweek van September
was het werkloosheidspercentage voor ver
zekerden (zonder landarbeiders) in de laat
ste jaren als volgt: 1932: 26,7; 1933: 24,1;
1934: 25,6; 1935: 30,2; 1936: 30,7; 1937: 23,5;
1938: 21,9;
Op 10 September 1938 waren bij de orga
nen der openbare arbeidsbemiddeling inge
schreven 320.404 werkzoekenden, waarvan
er 302.884 werkloos waren (nl. 289.469 man
nen en 13.415 vrouwen).
Blijkens opgave van den directeur-gene
raal voor de werkverschaffing en steunver-
leening bedroeg op 24 September 1938 het
aantal tewerkgestelde werkloozen 44.432 en
het aantal gesteunde werkloozen 128.498,
tezamen 172.930 verzorgden (voorloopge cij
fers).
Het verschil tusschen het aantal inge
schreven werkloozen en het aantal ver
zorgden wordt in de eerste plaats verklaard,
doordat onder het aantal verzorgden (dit
zijn in hoofdzaak kostwinners van gezin
nen) de werklooze gezinsleden niet worden
medegeteld. Deze zijn echter wel als werk
zoekende bij een arbeidsbeurs ingeschreven.
In de tweede plaats bevinden zich onder
de ingeschrevenen een aantal verzekerden,
die uitkeering genieten uit een werkloozen
kas. Dit aantal is thans nog niet op te ge
ven.
In de derde plaats zijn een aantal werk
loozen in cultureelen zorg (cursussen en
kampen). Hun aantal bedroeg in Augustus
12.669.
Tot tijdelijk onderwijzeres aan de
openbare school te Borsele is benoemd mej.
C. M. Slot te Vlissingen.
Voor het examen voor 't politiediploma
slaagde o.a. de heer M. Marinusse, mare
chaussee te Hansweerd.
DE KRIJGER WILDTUIN-FILM.
Nadat gistermorgen en -middag reeds
een viertal voorstellingen voor de school
gaande jeugd waren gegeven, draaide gis
terenavond voor een in flinke getale op
gekomen publiek in het Schuttershof de
film, die opgenomen is in den Kruger Wild-
tuin, het bekende natuur reservaat in
Zuid-Afrika een stichting van „Oom Paul".
Deze smalfilms doen zeker niet in de
laatste plaats zien en gevoelen welk een
onverschrokkenheid noodig is geweest om
den koning van het woud en tallooze soor
ten van wilde en niet-wilde dieren te be
naderen in hun natuurstaat, waarin zl
hier leven.
Na een interessante reis van Pretoria
tot aan den wildtuin, maakt men achter
eenvolgens kennis met tal van dieren, als
de rooibokken, de wamba, de apen, nijl
paarden, vlakvarkens, giraffen, verschil
lende soorten vogels, bokken, jakhalzen
wilde honden, luipaarden, bavianen, kro
kodillen, zebra's, buffels, olifanten en ten
slotte de leeuwen, waarvan de opnamen
al bijzonder goed zijn geslaagd, o.a. geldt
dit voor het gevecht met een vlakvarken
en het verscheuren daarvan door de wel
pen en de leeuwin.
De film, die morgen te Goes loopt, werd
op duidelijke en heldere wijze toegelicht.
WEER EEN STORING, DOCH
MAAR KORT.
Gistermiddag tegen 5 uur ontstond we
der een storing in den stroomlevering door
een defect in de centrale der PZEM te
Vlissingen. Het duurde ditmaal ongeveer
een kwartier. Voor Middelburg kwam er
nog een onderbreking van de waterlevering
doordat het reservoir van den watertoren
tijdelijk wegens schilderswerkzaamheden
buiten gebruik is en het water uit den
reinwaterkelder met een electrische pomp
in de leiding wordt gebracht. Zoo gezegd
een en ander liep weer ispoedig normaal
Wat de waterlevering betreft, deze had
na korten tijd ook zonder electrischen
stroom weer kruinen plaats hebben, na
melijk door het in werking brengen van
de stoommachine bij de prise d'eau.
RAAD VAN AAGTEKERKE.
Begrooting vastgesteld.
AAGTEKERKE. Dinsdag vergaderde de
Raad voltallig onder leiding van burgemees
ter J. Bosselaar, die dankte voor de belang
stelling die hij had ondervonden bij het
overlijden van zijn vader den heer S. Bos
selaar, oud-wethouder. Hij herdacht deze in
zijn kwaliteit van wethouder. Vele jaren
heeft hij de gemeente gediend.
Een verzoek van het Alg. Ned. Verbond
i.z. opschriften in vreemde talen werd voor
kennisgeving aangenomen.
Van de winkeliers in de gemeente was
een verzoek ingekomen om een zgn. vent-
verbod in te stellen. De heer Kodde
voelde zeer veel voor zulk een verbod, den
winkeliers wordt door venters concurrentie
aangedaan en wanneer personen uit Aagte
kerke in andere gemeenten willen venten
moeten zij ook betalen. De v o o r z. meen
aan'do buis bevestigd,
zoodat de zuigmond
altijd aansluit. Eén van
die practische voordee-
len, waardoor de Heemaf
zoo prettig is in het ge
bruik. Maar. de voor
naamste bijzonderheid
is de Heemai Stofzuiger
motor. de eenige met
'constant toerental.
Vraagt een demonstratie
aanl
Gortstraat 21, Middelburg, Telefoon 387,
(Ingez. Med.)
De gevaren van Chamberlain's
B \Zpolitiek.
De Engelschen, die van den beginne af
niets dan critiek hebben gehad op de over-
•eenkomst van München, mannen als Duff
Cooper, Eden en Churchill zijn er van over
tuigd, dat de politiek van Chamberlain
Engeland reeds in een uiterst gevaarlijke
positie bracht. Zij baseeren zich daarbij op
de overweging dat Duitschland door de ver
deeling van Tsjechoslovakije een geweldige
stap vooruit heeft gedaan naar een Duitsche
opperheerschappij in Europa. Niet alleen
heeft de cessie der Sudeten-Duitsche gebie
den het Derde Rijk strategisch, economisch
en militair geweldig versterkt, maar ook
schijnt het welhaast onvermijdelijk dat de
andere kleine mogendheden in Centraal en
Oost-Europa zich na de ervaring van de
laatste weken gedwongen zullen voelen hun
vertrouwen in Engeland en Frankrijk op te
geven en betrekkelijke veiligheid te zoeken
door een politieke en economische toenade
ring tot Duitschland na te streven. De Duit
sche macht zou zoodoende tot de Zwarte Zee
doordringen, Duitschland zou beschikking
krijgen over de wapenfabrieken in Tsjecho
slovakije, het graan van Hongarije en de
petroleum van Roemenië, en het zou daar
mee in tijd van oorlog vrijwel immuun wor
den voor Engelands meest doeltreffende
wapen: de blokkade.
Volgens dezen gedachtengang had Enge
land het derhalve nooit zoo ver mogen laten
komen, en had het tot elke prijs zijn 250-
jaar lange traditie moeten handhaven, de
traditie die het Engeland verbiedt het ont
staan van een overheerschende mogendheid
op het Europeesche vasteland toe te staan.
Het is juist omdat de Engelsche regeering
in München met deze traditie gebroken
schijnt te hebben, dat de critici van de re
geering de toekomst voor Engeland en
Frankrijk zoo uitermate somber inzien.
Het moet toegegeven worden dat het ant
woord van de regeering op deze kritiek
weinig overtuigend is. Niemand zal willen
ontkennen dat het behoud van den vrede
bijna elke opoffering waard is. Maar het is
hoogst gevaarlijk zich te ontveinzen wat de
prijs is, dien men voor den vrede heeft be
taald en welke consequenties daaruit zullen
voortvloeien. Dit is echter juist wat de re
geering schijnt te doen. Zij beroept zich er
op dat de vrede de opoffering van Tsjecho
slovakije waard was, wat ook haar critici
nauwelijks kunnen ontkennen, maar zij
schijnt te weigeren in te zien wat de waar
schijnlijke gevolgen van deze opoffering
zullen zijn. Zij spreekt over nieuwe moge
lijkheden voor een Europeesche verbroede
ring, en gevoelt oogenschijnlijk geen vrees
dat Duitschland een dergelijke verbroede
ring slechts op zijn eigen voorwaarden zou
willen, en dat het zijn zoo aanzienlijk ver
sterkte positie zal gebruiken om steeds nieu
we eischen te stellen en het programma van
„Mein Kampf" punt voor punt tot uitvoer te
brengen. Wij zeggen met opzet dat de re
geering ervan schijnt overtuigd te zijn dat
Duitschlands groeiende macht geen gevaren
voor Engeland inhoudt. Er is namelijk reden
te gelooven dat zij in werkelijkheid maar al
te goed weet dat de appetijt van het Derde
Rijk nog niet verzadigd is. Als zij het niet
temin niet noodig heeft geacht, de Duitsche
expansie aan de Tsjechische grens halt toe
tè roepen en als zij ook, zooals zij nu ver
kondigt, een verbroedering met dit expansi
onistische Duitschland mogelijk en wen-
schelijk acht, wordt men welhaast tot de
conclusie gedwongen dat haar gedachten-
gang in de richting gaat van een Anglo-
Duitsche toenadering, waarbij het Duitsche
gevaar van het Britsche rijk zou moeten
worden afgewend door het elders vrij baan
te geven. Kortom, er is reden te vreezen
dat zij overhelt tot het idee van een of an
dere vorm van een vier-mogendheden-pact,
een verbond dus van Engeland, Duitschland,
Frankrijk en Italië, dat ons werelddeel naar
hartelust zou kunnen ringelooren.
Het precedent voor een dergelijke alge-
heele heroriëntatie van het Engelsch beleid
is door München reeds geschapen. Cham
berlain heeft hij vroegere gelegenheden
reeds te verstaan gegeven, dat hij in het
stelsel van een Europeesche viermanschap
veel heil voor den vrede zag. Het is voorts
bekend dat hij Ruslands deelname aan de
Europeesche politiek met achterdocht be
schouwt. Tenslotte zijn er nu reeds invloed
rijke Engelsche bladen, zooals de „Sunday
Times", die onomwonden op een viermo-
gendheden-pact en de daarmee vrijwel on
vermijdelijk samenhangende verdeeling van
Europa in een Oostelijke en een Westelijke
invloedssfeer, aandringen. Al deze teekenen
zouden erop kunnen wijzen dat de Engelsche
politiek in de naaste toekomst een funda-
menteele verandering zou kunnen onder
gaan. Het is daarom voor de kleine landen,
ook voor Nederland, van het grootste be
lang om de ontwikkeling van Engelands
touitenlandsch beleid in de naaste toekomst
zorgvuldig gade te slaan. De Engelschen
hebben er een handje van, om van ander
mans leer riemen te snijden. Er gingen den
laatsten tijd al weer stemmen in Engeland
op, om Duitschland's koloniale behoefte te
vreden te stellen, niet alleen met een terug
gave van voormalige Duitsche koloniën,
maar ook met offers van zekere kleine mo
gendheden, die rijke overzeesche gewesten
bezitten.
DE ORGANISATIE VAN DE
RIJKSPOLITIE.
Een territoriale taakverdeeling tus
schen Marechaussee en Rijksveld-
wacht?
Gedurende de laatste dagen trekt het
de aandacht, dat aan verschillende grens
posten aan de Brabantsch-Belgische grens
de grenscontrole ten zeerste is verscherpt.
Niet alleen het binnenkomende, doch
ook het uitgaande verkeer wordt door de
Kon. Marechaussee nauwkeurig gecontro
leerd en geregistreerd, terwijl verschillen
de met de grensbewaking belaste autori
teiten de controle telkenmale inspecteeren.
De scherpe controle gaat dag en nacht
door en in verband daarmee zijn verschil
lende grensbrigades ten zeerste versterkt
met personeel van verder in het binnen
land gelegen brigaden.
De Marechaussee alleen in het
grensgebied?
Naar de N.R.C. van doorgaans welinge
lichte zijde verneemt, betreft het hier
een proefneming in verband met plannen
der Regeering tot een scherp gescheiden
dislocatie van marechaussee en Rijksveld-
wacht, door welke dislocatie tevens de taak
van het Wapen der Koninklijke Mare
chaussee ingrijpend zou worden gewijzigd.
Het voornemen zou nl. zijn de mare
chaussee in de toekomst alleen in de grens
streken dienst te laten doen en wel ten
Zuiden van de spoorlijn Bergen op Zoom,
Roosendaal, Breda, Tilburg, Den Bosch,
Eindhoven, Venlo en ten Oosten van de
spoorlijn Venlo, Nijmegen, Zutphen, De
venter, Zwolle, Assen, Groningen.
Ten N. en ten W. van den spoorlijn
wordt de dienst, thans door de marechaus
see verricht, dan overgenomen door de
Rijksveldwacht, die een nog meer militair
karakter zal krijgen en in de vrijkomende
marechausse-kazernes zal worden gehuis
vest.
In het Zuiden en Oosten des lands zul
len, wanneer deze plannen doorgaan, ver
schillende nieuwe marechaussee-brigades
worden opgericht, waarvan de kosten
thans nader onder het oog worden gezien.
De scherpe grensbewaking van het
oogenblik is bedoeld als een proefneming
om na te gaan, hoe sterk hij een intensie
ve grenscontrole de brigades moeten zijn.
Protesten uit het binnenland?
Tevens verneemt de N.R.C. echter,dat
thans, tijdens de proefneming reeds eenige
burgemeesters, uit wier gemeenten tijde
lijk marechaussees zijn vertrokken voor de
bovenbedoelde versterking der grensbriga
des, requesten aan de regeering hebben
gezonden de plannen niet tot uitvoering te
brengen, aangezien zij ook in de toekomst
een marechaussee-brigade prefereeren bo
ven rijksveldwacht.
GELIJK EN TOCH VERSCHILLEND.
De Nederlandsche en de Luxem
burgsche vlag.
Herhaaldelijk is er van den kant der
vlaggen- en wapenkundigen in de Neder
landsche pers op gewezen, dat de onderste
baan van onze nationale vlag, blauw ge-
heeten in werkelijkheid dichter bij het
zwart komt. Dat dit feit tot ver over onze
grenzen opvalt, bewijst de volgende aan
haling uit het Fransche dagblad „l'Eclair
de l'Est" (Nancy). Er is daar onlangs een
Fransch-Luxemburgsche vriendschapsbe-
tooging gehouden, waarbij een der gebou
wen versierd was met Fransche en Luxem
burgsche vlaggen. Althans, zoo schijft het
blad, dat was de bedoeling. Maar, zoo ver
zekerde een deskundige aan het Fransche
blad, het waren geen Luxemburgsche, doch
Nederlandsche vlaggen, die er naast de
Fransche woeien, want,het verschil
om mij te blijven liefhebben. Hoe zou zoo'n
lieveling als jij bent, kunnen houden van
een zwarten, ongeschoren bruut als ik
„Daar houd ik van", en ze wreef met een
fijn vingertje over zijn ruwe gezicht: ,,'t
ziet er zoo sterk uit".
„Veel te sterk", lachte hij. „Vanaf mor
gen zal ik er als een echte roover uit
zien
„Het kan me niets schelen hoe je er uit
ziet zoolang we niet verlost zijn, kan 't
me ook niet schelen of je een afschuwelijken
baard laat staan. Je bent mijn David en
de rest is me onverschillig".
Toen David en Laline geheel gereed wa
ren, gingen ze „ontbijten" en met groot
ceremonieel verdeelde David hun dagrant
soenen in twee helften voor ieder.
„Ontbijt en avondeten", zei hij vroolijk.
„We zullen net doen alsof we een diëet
volgen en niet mogen lunchen.
Laline keek hem bedroefd aan en hij
sloeg zijn arm om haar heen; de sofa had
den zij bij de tafel geplaatst.
„Je bent 1 dapperste, liefste, kleine
vrouwtje, dat er bestaat", en hij kuste
haar. „Mijn schat we moeten trachten
er maar niet aan te denken. Zo .di'a je
dat stukje chocolade op hebt, moet je me
konn 1 helpen."
In weerwil van zich zelf had ze tranen
in haar oogen gekregen, maar ze ver
mande zich.
„Natuurlijk zal ik dat doen."
Vastberaden gingen ze aan het werk in
de richting, waar David wist, dat de trap
was. Hij zou graven en zij de losse aarde
wegscheppen, op zij van het graf van den
priester.
Maar na een uur meende David, omdat
ze zoo stil was, dat ze erg moe werd, ze
was zoo ongewoon aan welken arbeid ook.
Bovendien zonk hem 't hart in de schoe
nen, want hoe harder hij groef, des te
meer losgeraakte aarde stortte er van
boven in en 't scheen of hij niet opschoot.
„Lieveling, nu moet je gaan rusten", zei
hij vol teederheid. „Ik moet eenige op
metingen doen en zal je later weer wek
ken
Laline trachtte hem te overreden dat
ze bij hem zou blijven, maar hij wilde er
niet van hooren. Neen, ze moest een uur
gaan slapen. Hij nam haar in zijn armen
en droeg haar naar 't andere vertrek,
waar hij haar in hun slaaphokje neer
legde. Toen haalde hij de kaars en keek
naar haar. Ze was erg bleek; het ruwe
handvat van de schop had haar teere
vingers ontveld en een hartstochtelijk ge
voel van teederheid doorvoer David, toen
hij haar kuste. Hij zou bij haar blijven en
haar vertroetelen en streelen, totdat ze
in slaap was gevallen. Arm klein ding!
Hij haalde den stoel, ging naast haar
zitten, vertelde haar allerlei verhalen,
kuste haar oogleden en monterde haar
door zijn moed en opgewektheid weer op.
En eindelijk, dronken vein zijn woorden
van liefde en zijn liefkoozingen, voelde ze
dat 't haar eigenlijk niet veel zou kunnen
schelen, indien zij moesten sterven. Ze
was volmaakt gelukkig.
Maar toen ze rustig sliep en David weer
aan 't werk ging, was 't hem of er een
gewicht aan zijn dappere hart hing, dat
dit naar beneden trok.
de dat juist de groote concurrenten van de
winkeliers, de groote winkels uit de steden,
niet door deze verordening getroffen wor
den. De heer Wisse achtte het nog niet
zoo verkeerd, dat er concurrentie bleef, hij
vroeg of er ook klachten gekomen waren
over de venters. De heer P. deVisser
was van meening dat, wanneer alle winke
liers dit vragen er geen reden is om dit
verbod niet uit te vaardigen, hoewel hij
meende, dat het met de benadeeling der
winkeliers niet zoo'n vaart loopt. De heer
C. deVisser achtte vaststelling van
zulk een verbod niet gewenscht. Tenslotte
werd met 6 tegen 1 stem, die van den heer
C. de Visser besloten tot het instellen van
een verbod tot venten, waarvan B. en W.
ontheffing kunnen verleenen.
De leges voor de te verleenen vergun
ningen werden vastgesteld op 0.25 per dag
0.50 per week, 1 per maand en 3 per
jaar.
Een verzoek van B. Dekker om verlaging
van schoolgeld werd afgewezen. Besloten
werd voor het maken van een rioleering
tusschen de huizen van de heeren S. Min-
derhoud en J. Hugensé de noodige buizen
te geven onder voorwaarde dat de riolee
ring door belanghebbenden, onder toezicht
van den bouwkundigen opzichter, wordt ge
maakt.
De vergoeding in 1939 toe te kennen voor
de exploitatie vergoeding van de Bijz. scho
len werd bepaald op 10 per leerling.
Vervolgens kwam in behandeling de ge-
meentebegrooting voor 1939. De heer Kod-
d e was van meening dat het onderhoud
van den Kloosterweg, door het verminderde
verkeer minder zou kosten, hij vroeg ver
der inlichtingen omtrent de jaarwedde van
den gemeenteopzichter. De heer W. de
Visser vroeg inlichtingen omtrent de
post luchtbescherming. De begrooting werd
daarna vastgesteld in ontvang en uitgaaf
gewonen dienst op 14690, met een bedrag
aan onvoorzien van f 961 wat betreft den ka-
pitaaldienst op 500 in ontvang en uitgaaf
Nadat nog enkele inlichtingen gevraagd wa
ren over onderhoud van wegen, die door
den v o o r z. werden beantwoord, werd de
vergadering gesloten.
RAAD VAN SEROOSKERKE.
Begrooting vastgesteld.
SEROOSKERKE. Dinsdagmiddag verga
derde de Raad onder voorzitterschap van
burgemeester P. Dregmans, voltallig.
Een voorstel van B. en W. om den kos-
tenden prijs per leerling der bijzondere la
gere scholen in deze gemeente voor 1936
vast te stellen op 9.59 werd aangenomen.
Op een verzoek van E. de Visser om
medewerking te verleenen bij de verhar
ding van den Huismansweg, werd op voor
stel van B. en W. op de betreffende voor
waarden z.h.s. goedgekeurd.
Eveneens een voorstel van B. en W. tot
wijziging van de verordening regelende de
eischen van benoembaarheid en de bezol
diging van den veldwachter in deze ge
meente.
Op voorstel van B. en W. werd een in
gekomen adres van Abr. Melse e.a. waar
in werd verzocht het Molenpad te onttrek
ken aan het openbaar verkeer teruggezon
den naar B. en W. De Voor z. deel
de mede, dat B. en W. zullen onderzoe
ken of nog meer openbare voetpaden zul
len kunnen worden geschrapt, terwijl als-
dien de wettige weg publiceeren, gele
genheid voor bezwaren indienen, enz.
zal worden gevolgd, dit werd z.h.s. goedge
keurd.
Hierna werd de gemeentebegrooting 1939
in behandeling genomen. Algemeene be
schouwingen werden niet gehouden. De
V o o r z. las de begrooting artikelsge-
wijze voor, waarna deze zonder eenige
wijziging werd vastgesteld.
Bij de rondvraag vroeg de heer J o b-
s e boomen te rooien biji de Parochieput
in verband met de waterverontreiniging
in die put.
De V o o r z. zeide onderzoek van B.
en W. toe.
SOEBURG. Meldden wij onlangs als een
zeldzaamheid, dat de Rittem een varken
een 14-tal jongen ter wereld bracht, in
West-Soeburg heeft een varken van den hr.
Van Leeuwen het record verbeterd door
aan 15 kleine krulstaarten het levenslicht
te geven. Opdat elk der kleinen zijn recht
matig deel van de moedermelk zou krijgen,
wordt om beurt de helft van hen bij de
moeder toegelaten.
Als alle vijftien jonge varkens zoo groot
mogen worden, dat zij gespeend kunnen
worden, is het voor den eigenaar een bui
tenkansje; want de biggen zijn tegenwoor
dig duur.
Wat zou hij moeten beginnen als 't hem
niet gelukte een uitweg te graven als
hij haar zou moeten doodschieten? Want
haar een langzamen dood te zien sterven,
zou meer zijn, dan hij kon verdragen.
Dat beetje chocolade en water zou vol
doende zijn om hen vier dagen in leven te
houden en dan
Maar hij moest slagen en met fris-
schen moed zette hij den arbeid voort.
Uitputting was oorzaak dat Laline ver
scheidene uren achtereen sliep. De lucht
was koud en tamelijk frisch; David voelde
die opwaaien uit het gat in den Noorde
lijken hoek. Hij was nu zoo wat negen de
cimeter gevorderd en hij dacht, dat als li#
nog ruim een meter verder was, hij dan
wel 't raamwerk van den verspreden door
gang zou hebben bereikt. Indien de rond
houten, die op zij een van boven den door
gang stutten, niet waren ingestort, zou
hij zeker binnen vier dagen tot den trap
hebben uitgegraven.
Indien de rondhouten niet waren inge
stort!
Dat was een verontrustende gedachte.
In den oorlog had hij meermalen in zeer
moeilijke omstandigheden verkeerd, meer
malen een bloedbad meegemaakt en dik
wijls tijden van opwinding doorleefd
toch had hij toen nooit aan eigen leven ge
dacht. Maar de langzame pijniging door den
honger, den dorst en de hopeloosheid dat
was heel wat anders en dan daarbij te zien,
dat 't wezen, dat je 't liefst op aarde is, on
der je oogen wegkwijnt daarvoor zouden
inderdaad stalen zenuwen noodig zijn.
(Wordt vorrolgd).
Uit het Engelsch door W. A. C.
29).
Hij ging aan 't rekenen.
Indien zij eiken dag een plak opaten, zou
er voor vier dagen chocolade zijn en er wa
ren zeker wel vier glazen water per hoofd
in de kruik als 't niet meer was. Zij had
den genoeg kaarsen om gedurende dien tijd
voortdurend licht te laten branden en
dan had hij nog zijn electrische zaklantaarn.
Zijn luciferdoos was ook vol.
Toen stak hij zijn hand in zijn zak en
tastte naar zijn kleine revolver voor zes
patronen. Ja, ze was geladen.
Op den vijfden dag zou hij, indien hij
geen uitweg zou kunnen vinden en er van
buiten geen hulp was gekomen, Laline
doodschieten en dan zelfmoord plegen. Tot
dan was er vreugde en arbeid. Maar de
gedachte aan vreugde dreef boven, want hij
hoorde zijn vrouwtje zich bewegen en
met reuzenschreden ging hij naar haar toe.
In volkomen duisternis is er geen ver
schil tusschen dag en nacht, maar toen zij
den volgenden ochtend, nog in eikaars ar
men liggende, wakker werden, was 't op
David's horloge zeven uur. De tweede van
zijn zes dagen vacantie was begonnen.
Hoewel beiden wisten, dat een waarschijn
lijke dood hun voor de boeg stond, waren
hun gedachten bij 't ontwaken vol vrede.
Vol teederheid en liefde ontwaakten zij
op hun stroolegger met 't harde kussen,
terwijl 't armoedige kleed als dek over hen
lag maar zij waren geweldig hongerig,
want hun avondeten had voor ieder bestaan
uit een plak chocolade met een klein
glaasje water als feestdrank.
David had behalve de kruik water en de
kaarsen nog andere dingen gevonden: een
opgevouwen deken en een schone kussen
sloop. Dit schenen kostbare huwelijksca-
deaux, waarover zij, toen zij hun toed op
maakten, hartelijk lachten. Laline was lief
en opgewekt en zei, dat ze, net als kinde
ren, huishoudentje speelden.
De eerste dag van hun huwelijk moest
aan arbeid worden besteed ijverig gra
ven.
Veel tijd aan hun toilet konden ze niet
besteden, want z\j hadden noch een bad,
noch borstels David bezat slechts een
zakkam. Hij stond er op, Laline's kamenier
te zijn en haar goudblonde krullen uit te
kammen. Dit vonden zij bijzonder amusant.
„Feeëngoud", noemde hij de glinsterende
krullen, waarin hij zijn gezicht begroef.
„Mijn snoezig vrouwtje, wat ben je toch
mooi. Wat was ik op die vervelende boot
toch krankzinnig en blind, om niet te be
seffen, dat je mü toebehoorde en om niet
dadelijk beslag op je te leggen".
„Niets dan aanmatiging! Ik wist van 't
eerste oogenblik af, dat je van mij was".
„Je was dus al besloten me te scalpeeren,
kleine Iod'aansche!"
„Ja, aanvankelijk was dat mijn plan, maar
spoedig o, zoo spoedig, David had ik
je liefgekregen en hoe ontzaglijk, ik je
nu liefheb, kan ik je niet zeggen".
Hij trok haar naar zich toe.
„Voel eens", zei hij, haar zachte hand
palmen op zijn gezicht drukkende. „Het
zal, geloof ik, heel wat liefde van je eischen