ROOK TRIUMPH VOOR DEN PRIJS 1 CENT VIRGINIA TOPPRESTATIE zeeland. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 8 OCTOBER 1938. No. 237 KR0N3ESC van den DAG. LALINE LESTER'S ROMAN "P'' sofTa z|et er ook ontzaglijk voornaam De vredesroes ter beurze uitgewerkt. iüHfEGLANP, VLISSINSEN. Engeland, Italië en de Spaansche burgeroorlog. Lord Perth, de Britsche ambassadeur te Rome. heeft deze week verscheidene malen met den Italiaanschen minister van bui- tenlandsche zaken, graaf Ciano, bespre kingen gevoerd. Dit contact was een uit vloeisel van de conferentie van München. Zooals men weet hopen sommige staats lieden o.a. minister Chamberlain dat te München de grondslag gelegd zal bla ken van een pacificatie van Europa, wel ke in eerste instantie tot uiting zal moe ten komen in voortgezet overleg tusschen de vier groote mogendheden en als re sultaat daarvan betere verstandhoudin gen. De besprekingen tusschen lord Perth en graaf Ciano vormen dus een onderdeel van het overleg. Gelijk men zich zal herinneren, werd in de lente van dit veelbewogen jaar het be faamde Britsch-Italiaansche acoord geslo ten, dat de vijandschap tusschen Londen en Rome in vriendschap moest doen ver- keeren. Tot op den dag van vandaag bleef dit acoord echter een wassen neus: de in werkingtreding er van werd verhinderd door de ontwikkeling van den burgeroor log in Spanje. Toen men heb sloot, dacht men te Londen, zoowel als te Rome dat het met den strijd op het Iberisch schiereiland op zijn eind liep: de zege van Franco scheen nabij. En Mussolini had be loofd, er dan een bewijs van te zullen ge ven, dat Spanje niet een vazal van Italië zou worden.' Van dit bewijs hing de inwer kingtreding af. De Engelsche .regeering zou het accoord pas ter ratificatie aan het parlement kunnen voorleggen, indien zij vermocht aan te toonen, dat men Italië's bedoelingen niet hoefde te vreezen. De heeren vergisten zich echter ten aanzien van de ontwikkeling op het Iberisch schiereiland. De weerstand van het link- sche Spanje nam opeens weer aanzienlijk toe en op het oogenblik is van een duide lijk overwicht van Franco eigenlijk geen sprake meer. Mussolini werd hierdoor de gelegenheid ontnomen, om zijn bewijs von goeden wil af te leggen. Hij kon er zelfs niet meer aan denken, om bv. een paar duizend Italiaansche „vrijwilligersuit Spanje terug te trekken. Elke verzwak king van Franco's troepen had funeste gevolgen voor de rechtsche zaak in Span je kunnen hebben. De verstandhouding tusschen Rome en Londen was intusschen toch wel iets ver beterd. Zoo staakte o.a. de zender van Bari zijn anti-Engelsche uitzendingen in de Arabische taal en de Italiaansche' pers ging niet meer zoo nijdig en kwaadaardig te gen Groob-Brittannië te keer. Maar van hartelijke betrekkingen kon natuurlijk geen sprake zijn, zoolang de inwerking treding van het gesloten acoord op zich liet en nog laat wachten. Blijkbaar wordt er thans gewerkt aan een uitweg uit de betrekkelijke impasse. De conferentie te München moet het ijs tusschen Chamberlain en Mussolini per soonlijk gebroken hebben. Zij moeten bei den zeer openhartig zijn geweest en tot de overtuiging zijn gekomen, dat Engeland en Italië met een beetje goeden wil we- derzijdsch de vroegere vriendschap kun nen herstellen. Lord Perth en graaf Cia no nu hebben deze week gesproken over de stappen, welke ondernomen dienen te worden, om alsnog in het huidige stadium de inwerkingtreding van het accoord te bewerkstelligen. Het heet, dat het uit gangspunt daartoe zou zijn een terugtrek king van 10.000 Italiaansche „vrijwilli gers" uit Spanje. Indien dit geschiedde, zou de Engelsche regeering de -overeen komst kunnen laten ratificeeren en dan zou Engeland op zijn beurt de verovering van Abessynië erkennen ende Engel sche geldmarkt credieten aan Italië kun nen verstrekken. Zoo stelt men zich voor, dat alles pais en vrêe zal worden. Volgens de berichten van sommige En gelsche bladen, zou er zelfs reeds een re geling getroffen zijn o.ver de terugtrek king der 10.000 Italiaansche vrijwilligers. Zooals men weet, heeten de linkschen reeds bezig, al de buitenlanders-, die in hun gelederen strijden, naar huis terug te sturen, althans van de fronten te verwij- Uit het Engelsch door W. A. C. 26). f6-1 ine lachend. „Stond die ook in je paleis?" „Ne endie moet hier altijd hebben ge- aan, maar op üe een of andere manier voel ik, dat t onderkomen, waarin wij wa ren, daar achter die opening lag. Ik weet, da. het rechts van de trap was, zoodra wij beneden varen en de eerwaarde vader zei, dat hij den stoel daar had weggehaald". "Dus door de deur, die we versperd za gen", opperde Laline, „o! laten we dan eens door 't gordijn gaan kijken!" Op dit oogenblik begon de priester weer te spreken en David ging beleefdheidshalve naar hem toe. Laline ging buiten den licht- zegel van de electrische lantaarn, terwijl waa taar eigen kaars droeg, alleen voor goed op6n lichtte het g0I,dÜn van zakken- DlaatsWwanlg-ryerIangend om de werkelijke zoeken In L id was geweest- te onder was 7P nnnii zorgvuld'g bewaakte leven ppvaarliiks tv" aanraking geweest met iets fewpprf °°rlog was een nachtmerrie fman arover ze in couranten had ge- j maar die niet meer werkelijken in- df"^ op haar had gemaakt dan een come- hic-r-°0r;> ing-j het onverstandig was 'r, ,tZOnC'°r glds een pas te verzetten, was nooit m haar hoofd opgekomen Het licht van David's zaklantaarn was Ftnantieel weekoverzicht. Gereserveerde beoordeelingen der politieke vooruitzichten. Her vatting der haussebeweging in Wallstreet De Amsterdam- sche beurs werd er door meege sleept. In beleggingswaarden gaat weinig om. In het beeld, dat de fondsenmarkt thans biedt, vindt men bijzonder weinig sporen terug van de stormen, die in de laatste we ken over de beurs hebben gejaagd. De „vre desroes", dié de koersen aan het eind van de vorige week met sprongen omhoog had gedreven, is geleidelijk uitgewerkt en met het ontwaken is het besef gekomen, dat men zich nog altijd in een wereld bevindt, waarin maar bitter weinig veranderd is. Er zijn nog maar weinig optimisten over, die aan een „overwinning der democratie" in dezen, niet gevoerden oorlog, gelooven. Langzamerhand wint het onbehaaglijke ge voel veld, dat men zich in het eerste en thousiasme over het behoud van den vre de er toe heeft laten verleiden, den prijs, dien deze gekost heeft, te onderschatten. Allerlei vragen, waarvoor men nog eerst de oogen had gesloten, komen zich thans weer aandienen, zonder dat een bevredi gend antwoord er op kan worden gegeven Wat zal het uiteindelijke lot zijn van den uit elkaar getrokken Tsjechischen Staat en welke gevolgen, ook in economisch opzicht, zal dit voor het overige Europa hebben? Op welk object zal de stellig nog niet ver zadigde eetlust van den overwinnaar zich thans gaan richten? Spoedig zal de kwestie van teruggave der koloniën met alle hier uit vermoedelijk voortvloeiende complica ties onder de oogen moeten worden gezien. De positie der kleinere Midden-Europeesche en der Balkanstaten kan ook niet zonder zorg worden beschouwd. Zoo blijft dan de politieke toekomst, al zijn dan ook de onmiddellijke gevaren afge wend, vol van onzekerheid. De vermindering in de toevloeiing van buitenlandsch kapitaal naar de Ver. Staten is niet van invloed geweest op den omvang van zaken in Wallstreet. Wij wezen er reeds eerder op dat dit kapitaal toch geen belegging op de fondsenmarkt had gezocht; zelfs wanneer de begonnen repatriëering verderen voortgang mocht maken, zou hier van ter beurze weinig te bemerken zijn. De reeds in de vorige week ingezette koersstijging heeft aanvankelijk in een veel kalmer tempo verdere vorderingen ge maakt, maar daarna heeft op de New Yorltsche beurs de hausse-beweging weer zeer krachtig om zich heen gegrepen. Men is blijkbaar van meening, dat het tempo van de economische verbetering het thans bereikte koerspeil, dat voor verschillende fondsen een recordstand aangeeft, inder daad ten volle wettigt. De voor den herfst tegemoetgeziene opleving is door den in vloed van de Europeesche politieke crisis blijkbaar slechts vertraagd en men houdt er thans rekening mee, dat de eigenlijke deren. Negrin de Spaansche minister-pre sident, kondigde dit onlangs officieel te Genève aan. Ook onder invloed daarvan, zegt men, moet Franco nu wel iets doen. De redenenering is ons niet duidelijk, maar dat doet er minder toe. Als Franco het maar doet. Te Londen schijnt nu ook de hoop op de mogelijkheid van minnelijk overleg tusschen links en rechts in Spanje weer levendiger te zijn geworden. Het Spaan sche volk zou zoo langzamerhand meer dan genoeg van den strijd hebben en zoo wel te Barcelona als te Burgos zou men erkennen, dat een beslissing door de wa penen nog heel lang op zich kan laten wachten. Vermoedelijk is deze hoop de -uiting van een ietwat lichtvaardig opti misme, maar als Italië en Engeland het eens mochten worden, kan men nooit weten, wat er gebeurt. Hoop, ook licht vaardige hoop, doet tenslotte leven. zoo krachtig, dat alles wat zich buiten haar lichtbundel bevond, donker was, zoodat hij niet zag, waarheen Laline zich begaf totdat hij 't licht in haar richting liet schijnen, en, ziende, dat ze door 't gordijn was geloopen, riep hjj uit: „Ga geen pas meer vooruit, Laline je mag daar niet alleen in". „Denk je dat ik bang ben?" vroeg ze hem lachend. „Kom maar eens kijken; deze is niet half zoo prachtig!" Hij liep naar de opening met een vreemd gevoel van angst in het hart, maar voor dat hij de drie passen had afgelegd, die hem van de deur scheidden, had er een oorver- doovende ontploffing plaats. Een menschelijk lichaam werd met kracht tegen hem aangeslingerd en beiden vielen verdoofd op den grond. Na eënige oogenblikken van versuftheid in de verstikkende lucht, kwam hij weer bij. Zijn electrische lantaarn lag op eenigen afstand van hem op den grond en verspreid de daar haar licht, waardoor hfj zag, dat 't Laline was, die daar lag. Was ze dood? O, hemel! Hij werd nu weer helder van geest, raapte de lantaarn op en liet het licht op 't slanke lichaam schijnen. Neen, ze was niet dood. Ze ging over eind zitten en keek hem met verschrikte oogen aan. „Ik struikelde over het beschuitblik. O! wat is er toch gebeurd?" Altaar en kruisbeeld waren tegelijk met het ineenstorten van den wand, gevallen en zaken„boom" niet lang meer op zich zal laten wachten. Het nieuws uit het Amerikaansche za kenleven blijft zeer bemoedigend. Het in dexcijfer der industriëele productie, opge maakt door den Federal Reserve Board, steeg over September tot 88 van het gemiddelde van 1925/26 tegen 83 in Augustus, doch 117 een jaar geleden. Men hoopt evenwel, dat de industrieëele bedrijvigheid vóór het einde van Novem ber a.s. het niveau van het overeenkomsti ge tijdstip van het vorige jaar weer zal heb ben bereikt. De staalindustrie werkte in het begin dezer week op bijna 48 van haar capaciteit, tegen 46.7 een week geleden en 66.1 in dezelfde week van het vorige jaar. Hoopgevend zijn de groote bestellingen, die reeds door de automobielnijverheid zijn geplaatst, en waarvan die van Ford op 50.000 ton staal de belangrijkste was. Ver moedelijk zullen nog verdere groote orders voor de productie der modellen 1939 volgen. Een gunstig verschijnsel is het, dat door de onverwacht omvangrijke zomerverkoopen de voorraden bij de hahdelaren zijn opge ruimd endat de afzet in den kleinhandel zeer bevredigend blijft. De automobielpro ductie zal in October'Tian ook wel een ver dere toeneming te zien geven en hierop baseert men weder gunstige ramingen van de in het vierde kwartaal van dit jaar door de automobielmijen te behalen financiëele resultaten. Voor zeven leidende automobiel concerns, uitgezonderd Ford, maar met in begrip van de General Motors en Chrysler, worden de winsten voor het vierde kwar taal geraamd op 40 a 50 millioen dollars, tegen 39 millioen in de eerste negen maan den van dit jaar en 65 millioen in de laat ste drie maanden van 1937. Het Nederlandsche publiek, dat aanvan kelijk eenigszins sceptisch heeft gestaan te genover de lang van te voren aangekondig de opleving in de Ver. Staten, heeft zich door de jongste gunstige publicaties er toe laten verleiden, zijn belangen in Ameri kaansche fondsen aanmerkelijk uit te brei den. Het viel dan ook op, dat de omzetten in de Amerikaansche afdeeling der Amster- damsche beurs in de tweede helft der week sterk zijn toegenomen, terwijl de koersen zich ten volle aansloten bij de verbetering, die Wallstreet te zien gaf. In de locale hoeken was de affaire, ver geleken met de hausse-dagen der vorige week, aanvankelijk belangrijk teruggegaan. Later trad echter in aansluiting op de her leving in de Amerikaansche afdeeling, nieu we vraag naar voren, waardoor de koersen nog verder aantrokken. Tijdelijk bestond er ook van Fransche zijde eenige belangstel ling voor de ook op de Parijsche beurs of ficiéél verhandelde Nederlandsche aandee- len, Philips', Koninklijke Petroleum en Am sterdam-Rubber. Toen de vrees voor een verdere devaluatie van den franc en daar mede de Fransche kapitaalvlucht vermin derde, ontbrak deze stimulans, maar daar voor in de plaats kwam de kooplust van de zijde van Nederlandsche beleggers. Het prijsherstel, dat de productenmark- ten na de scherpe inzinking tijdens de poli tieke crisis te zien geven, is weliswaar reeds in de noteeringen op de cultuurafdee- lingen verdisconteerd, maar toch werden ook deze fondsen door de algemeene verbe tering meegesleept. De rubber is verder tot ca. 8% d. opgeloopen, maar de Ned. Indi sche rubberproducenten hebben het nadeel van den lageren Pondenkoers. De beleggingsmarkt heeft thans weer hetzelfde stille verloop als vóór de jongste heftige beweging. Het materiaal, dat des tijds tengevolge van oorlogsvrees op de markt is geworpen, is grootendeels opge nomen door de Rijksfondsen, die altijd be hoefte aan beleggingsmateriaal hebben. Het wordt door deze, en trouwens ook door de andere beleggers, die de stukken tegen betrekkelijk lage koersen hebben verwor ven, vastgehouden en het gevolg hiervan is, dat er heel weinig materiaal verkrijgbaar is. Af te wachten blijft, of door de jongste gebeurtenissen de conversie-beweging ver langzaamd is, waarbij valt op te merken, dat de noteeringen van Nederlandsche en Ned. Indische staatsfondsen, ondanks het krachtige koersherstel toch niet weer het hoogste niveau van dit jaar bereikt hebben. lagen onder een hoop losse aarde, terwijl 't hoofd van den armen priester uit dien hoop te voorschijn stak. Hij kermde en keek met wijd geopende oogen. Met een gevoel van ontzetting drong 't tot David's nog half versufte hersens door, dat de toegang tot de trap verdwenen was. Zij waren levend begraven. Diep in een bomvrij onderkomen levend begraven! en op zoo'n verlaten punt, zoo ver van waar menschen woonden, dat als er ooit hulp van buiten kwam, die wel te laat zou komen. Het verschrikkelijke van den toestand liet een seconde zijn hart stilstaan maar hij bleef zijn zenuwen meester. Hij plaatste de electrische zaklantaarn op de tafel, die hij weer overeind had gezet, boog zich over Laline, en tilde haar in zijn armen van den grond op. Hij droeg haar naar de sofa, die onbe schadigd tegen den tegenoverliggenden wand stond en legde haar er op neer. „O! wat is er gebeurd!" gilde ze wild. „Ik moet den ouden priester helpen", zei David vriendelijk. „Blijf hier liggen", wees maar niet bang, mijn lief meisje". Maar ze klemde zich, half gek van angst, aan hem vast. Toen ze den priester zag, liet ze zijn ar men echter los en liet zich weer op de sofa vallen. De oude man lag slechts onder lossen grond en 't gelukte David spoedig hem daaronder uit te halen en op de been te helpen. Hij had geen letsel gekregen, zei hij, Dit geldt met name voor dfe 2%. N.W.S., die met een noteering van ca. 86 nog ver verwijderd is van den recordstand van 91%. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop Anaconda Copp 25%28% Bethlehem Steel 44%47% Philips' 240—236—249% Unilever 150145149% Kon. Petroleum 345346342%350 A'dam-Rubber 235—239%—235%— 244 Hessa Rubber 126140 Serbadjadi 115—117—112%—119% H.V.A. 466475471480 Javasche Cult. 170180 Deli Bat. Mij. 223—231—225%—230% Deli My. 288—292—285%—292 3 Nederland '37 100—100% 3 Ned. Indië 100%—100%—100% Opbrengsten P.T.T. In de maand Augustus bedroegen de op brengsten van de posterijen, telegrafie, tele fonie en postcheque- en girodienst in totaal 6.092.060, hetgeen 522.115 meer is dan in 1937. Van Januari tot en met Augustus van dit jaar bedroegen de totaal opbrengsten der P.T.T. 48.181.907. Dit is 206.023 meer dan in dezelfde periode van het vo rig jaar. Einde geldigheidsduur kinderzegels-1933. De kinderpostzegels uitgegeven in 1933, waarop een kind, een lichtende ster dra gend, is afgebeeld, worden, overeenkomstig de voor deze uitgifte geldende regelen, met ingang van 1 Januari 1939 buiten gebruik Jjesteld. Van dien datum af zijn deze zegels voor de frankeering derhalve waardeloos. DR. IR. G. L. F. PHILIPS. De stichter van het Philips-con cern wordt a.s. Zondag 80 jaar. Dr. ir. G. L. F. Philips, die in 1891 met zijn vader Frederik Philips als geldgever, de firma Philips Co. te Eindhoven op richtte, werd op 9 October 1858 te Zaltbom- mel geboren. Na de H. B. S. te Zaltbommel en te Arnhem bezocht te hebben, studeerde hij aan de Technische Hoogeschool te Delft waar hij in 1883 het diploma van werktuig kundig ingenieur behaalde. Als student had dr. ir. G. L. F. Philips reeds groote belangstelling voor de chemie. In een eigen laboratorium te Zaltbommel en te Amsterdam werden destijds al door hem proeven genomen voor de vervaardi ging van kooldraadlampen. Dit leidde in 1891 tot de oprichting van een gloeilampen fabriek te Eindhoven onder de firma Phi lips en Co., waartoe een kleine leegstaande bukskinfabriek werd aangekocht, waarin onder leiding van ir. G. L. F. Philips met de fabricage van kooldraadgloeilampen werd begonnen. De zaken gingen de eerste 3 jaren lang niet rooskleurig, zoodat men bijna ertoe was overgegaan de fabriek weer te sluiten. In 1894 werd voor het eerst zonder verlies gewerkt. In 1895 werd de broeder van ir. Gerard Philips, de heer A. F. Philips, thans presi dent-directeur van het Philips-concern, als commercieel leider in de firma opgenomen, zoodat ir. Gerard Philips zich geheel aan de technische ontwikkeling van de gloei lamp kon wijden. De firma Philips Co werd in 1912 om gezet in de N.V. Philips-Gloeilampenfabrie- ken met een kapitaal van 6.000.000. Sinds dien werd het kapitaal eenige malen ver hoogd, het bedraagt thans ca. 68.000.000. Naast een steeds grootere productie van gloeilampen, heeft de fabricage van radio- en andere electro-technische artikelen me de tot de groote expansie dezer onderne ming bijgedragen. De Senaat van de Technische Hooge school te Delft verleende in 1917 aan ir. G. L. F. Philips het doctoraat honoris causa in de technische wetenschappen. Begin 1922 trok hij zich als directeur uit de zaken tg- rug; als commissaris neemt dr. ir. G. L. F. Philips nog steeds actief deel aan den gang van zaken van het Philips-bedrijf. De huidige omvang van het Philips-Con cern getuigt niet alleen van durf en onder nemingsgeest, maar ook van het destijds zeer juiste inzicht van dr. ir. G. L. F. Phi- hoewel hij, tusschen zijn woorden door, on bewust kreunde. David bracht hem naar den blauw satij nen stoel, waarin hij een oogenblik ineen gezakt bleef zitten toen stond hij plotse ling op. Zijn crucifix en zijn kandelaar! Waar waren die gebleven? Het kruisbeeld lag nog bij de andere overblijfselen, maar de kandelaar lag aan de andere zijde van 't vertrek; de kaarsen lagen over den grond verspreid. David vond zijn doos lucifers en na twee kaarsen te hebben opgeraapt, stak hij die aan, zoodat zij wat meer konden zien. De helft van den wand, die naar het ne- venvertrek leidde, was ingestort, zoodat de ruimte nu tweemaal zoo groot was. En zie de rook trok op geheimzinnige wijze weg. Waarheen? Dat moest hij ont dekken,' want misschien lag in die richting hun redding. De verstikkende lucht maakte hen allen onpasselijk en duizelig. David begreep da delijk, dat het maar een heel kleine bom moest zijn geweest, anders zouden zij in stukken zijn gevlogen. De aarden wand tus schen beiden vertrekken had hen eeniger- mate beschermd en als door een wonder was Laline door de deur teruggeworpen. Het zakkengoed, dat als gordijn had ge diend, lag nu vlak bij de sofa. Doodsangst was er in de oogen van 't arme meisje te lezen, toen David bij haar terugkwam. Haar gelaat was grauw en ze had een bloedvlek, als gevolg van een schram, op een harer wangen. Hij veegde lips in de toekomstige ontwikkeling van het verlichtingsbedrijf. Het is ongetwijfeld aller wensch, dat nij nog vele jaren getuige moge zijn van den bloei dezer door hem in het leven geroepen belangrijke nationale in dustrie. DE VRIJWILLIGE BIJDRAGEN VOOR DE VERSTERKING DER DEFENSIE. Voor de versterking der defensie zijn als nog enkele bedragen ontvangen. In totaal werd thans ontvangen 134.780. [Ingez. Med.) Dr. Henri Polak ontvangt Belgische onderscheiding. Z. M. de Koning der Belgen heeft dr. Henri Polak te Laren (N.H.) benoemd tot officier in de Kroonorde van België. DE VRIJE JEUGDVORMING EN 1933. Bij de rijksuitgeverij verscheen de sta tistiek van de vrije jeugdvorming 1938. Dit is het tweede, door het Centraal Bu reau voor de Statistiek samengestelde overzicht van de Nederlandsche Jeugdbe weging. Het bureau is met deze nieuwe uitgave de eerste editie had betrekking op 1937 weer een belangrijken stap ge vorderd op den weg naar een volledige weergave van hetgeen er in ons land op het onderhavige terrein geschiedt. De pu blicatie geeft een overzicht van het werk van 40 organisaties, welke tien dienste van de jeugdvorming werkzaam zijn, terwijl van 212 landelijke en plaatselijke eigenlijke jeugdorganisaties gegevens worden ver strekt. De groote beteekenis van de jeugdbeweging moge o.a. blijken uit het totaal aantal leden van de zooeven ge noemde jeugdorganisaties, hetwelk op 1 Januari 1938 687.500 bedroeg. VREDES-AVOND. Het Vlissingsche Vredes-Comité hield Vrijdagavond in het Concertgebouw een herdenkings- en bezinningsbijeenkomst. Ondanks het zeer ongunstige weer, mocht de voorzitter, de heer J. L Verhagen een tamelijk flink bezette tzaal het welkom toeroepen. Spr. bracht deze belangstelling in verband met de buitengewone omstan digheden, waarin wij de vorige week heb ben geleefd. Het doel van dezen avond was, zich rekenschap te geven van wat ons in de toekomst te doen staat,. Een Europa, waarin we doorgaan met het be wapenen, zooals de laatste jaren, maar tenslotte in eêh oorlog geraken. Volgens spr. moet men komen tot een ronde tafel conferentie. We hebben kunnen constat'eeren dat geen der volkeren den, oorlog wil. Spr. bracht eerbiedige hulde aan Benesj en Chamberlain, als de mannen die den vre de hebben gered. Als eerste spreker trad op mr. H. L. van Zanten, die aanving met de vraag of het niet te vroeg is voor een herinnerings avond, te vroeg, omdat men weliswaar overtuigd is dat de vrede gered is, doch omdat men toch niet weet wat precies is geschied. Anderzijds is het wellicht echter reeds te laat voor dezen avoijd, omdat men het oorlogsgevaar, waarvoor men 10 dagen geleden nog gehuiverd heeft, nagenoeg heeft laten vervagen. Hij die zegt dat Chamberlain de vorige week verkeerd heeft gedaan, die gun ik deze critiek, al dus spr., mits hij bereid was zelf ten oor log te trekken of zijn zoon of vader in den oorlog te laten gaan. Kan het ooit recht zijn om de wereld te laten vergaan in een zee van bloed en wat heeft men er aan als op deze wijze recht wordt gedaan? Er bestaat alle reden om Chamberlain en Benesj dankbaar te zijn. Voor Mussolini heeft spr. minder eerbied, omdat deze staatsman reeds meermalen be wezen heeft niet vies te zijn voor het grij pen naar de wapens. Spr. gaf vervolgens een overzicht van de motieven van Hitier om het Sudeten- Duitsche gebied bij Duitsehland te voegen. Spr. noemt dit geschil een belangen- en dus geen gevoels-geschil. Het feit dat deze Sudeten-Duitschers, volksgenooten van Hitier zijn, is niet de hoofdzaak geweest, doch Hitier moest meer volk, meer gebied en meer welvaartsbronnen hebben. Spr. wijst dan op het falen van artikel 19 van die met zijn zakdoek heel voorzichtig af. Treurig klemde ze zich aan hem vast en begon, toen ze naar den hoop aarde wees, waar eens de toegang tot de trap was ge weest, weer te gillen. „O! red me! r'ed me! Ik wil nog niet ster ven! We zijn levend begraven we zullen stikken en van honger en gebrek omko men!" Met de grootste teederheid hield hij haar tegen zich aan, alsof ze een kind was. „Laline, tracht niet zoo bang te zijn. Lie veling, er is zeker nog wel een weg om hier uit te komen. Beef niet zoo, meisjelief". De flinkheid van zijn toon gaf haar weer vertrouwen en bracht haar weer tot haar zelf. David hield haar in zijn armen en streelde heur haar. Haar hoed was verdwenen. Hjj trachtte de aarde, die gelukkig droeg was, uit haar kleeren te krijgen. Nu begon ze stil te huilen en de priester sprak: „Het is Gods wil, mijne kinderen", en zijn stem klonk als van ver weg. Dit maakte Laline angstig. Gods wil, dat zij zouden sterven! O! waarom was ze ook door dat gordijn gegaan en had ze David uitgelachen, toen hij haar zei terug te kee- ren? Ze was over iets gestruikeld en toen was de slag gekomen die vreeselijke slag. Ze deed alle moeite haar verstand bijeen te houden en zich te beheerschen maar een paniek maakte zich van haar meester, ze sprong van de sofa op en begon snel heen en weer te loopen, terwijl ze gilde: (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 5