ROOK
TRIUMPH
VOOR
DEN PRIJS
1 CENT
VIRGINIA
TOPPRESTATIE
zeeland.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 8 OCTOBER 1938. No. 237
KR0N3ESC van den DAG.
LALINE LESTER'S ROMAN
"P'' sofTa z|et er ook ontzaglijk voornaam
De vredesroes ter beurze
uitgewerkt.
iüHfEGLANP,
VLISSINSEN.
Engeland, Italië en de
Spaansche burgeroorlog.
Lord Perth, de Britsche ambassadeur te
Rome. heeft deze week verscheidene malen
met den Italiaanschen minister van bui-
tenlandsche zaken, graaf Ciano, bespre
kingen gevoerd. Dit contact was een uit
vloeisel van de conferentie van München.
Zooals men weet hopen sommige staats
lieden o.a. minister Chamberlain dat
te München de grondslag gelegd zal bla
ken van een pacificatie van Europa, wel
ke in eerste instantie tot uiting zal moe
ten komen in voortgezet overleg tusschen
de vier groote mogendheden en als re
sultaat daarvan betere verstandhoudin
gen. De besprekingen tusschen lord Perth
en graaf Ciano vormen dus een onderdeel
van het overleg.
Gelijk men zich zal herinneren, werd in
de lente van dit veelbewogen jaar het be
faamde Britsch-Italiaansche acoord geslo
ten, dat de vijandschap tusschen Londen
en Rome in vriendschap moest doen ver-
keeren. Tot op den dag van vandaag bleef
dit acoord echter een wassen neus: de in
werkingtreding er van werd verhinderd
door de ontwikkeling van den burgeroor
log in Spanje. Toen men heb sloot, dacht
men te Londen, zoowel als te Rome
dat het met den strijd op het Iberisch
schiereiland op zijn eind liep: de zege van
Franco scheen nabij. En Mussolini had be
loofd, er dan een bewijs van te zullen ge
ven, dat Spanje niet een vazal van Italië
zou worden.' Van dit bewijs hing de inwer
kingtreding af. De Engelsche .regeering
zou het accoord pas ter ratificatie aan het
parlement kunnen voorleggen, indien zij
vermocht aan te toonen, dat men Italië's
bedoelingen niet hoefde te vreezen. De
heeren vergisten zich echter ten aanzien
van de ontwikkeling op het Iberisch
schiereiland. De weerstand van het link-
sche Spanje nam opeens weer aanzienlijk
toe en op het oogenblik is van een duide
lijk overwicht van Franco eigenlijk geen
sprake meer. Mussolini werd hierdoor de
gelegenheid ontnomen, om zijn bewijs von
goeden wil af te leggen. Hij kon er zelfs
niet meer aan denken, om bv. een paar
duizend Italiaansche „vrijwilligersuit
Spanje terug te trekken. Elke verzwak
king van Franco's troepen had funeste
gevolgen voor de rechtsche zaak in Span
je kunnen hebben.
De verstandhouding tusschen Rome en
Londen was intusschen toch wel iets ver
beterd. Zoo staakte o.a. de zender van
Bari zijn anti-Engelsche uitzendingen in de
Arabische taal en de Italiaansche' pers ging
niet meer zoo nijdig en kwaadaardig te
gen Groob-Brittannië te keer. Maar van
hartelijke betrekkingen kon natuurlijk
geen sprake zijn, zoolang de inwerking
treding van het gesloten acoord op zich
liet en nog laat wachten.
Blijkbaar wordt er thans gewerkt aan
een uitweg uit de betrekkelijke impasse.
De conferentie te München moet het ijs
tusschen Chamberlain en Mussolini per
soonlijk gebroken hebben. Zij moeten bei
den zeer openhartig zijn geweest en tot de
overtuiging zijn gekomen, dat Engeland
en Italië met een beetje goeden wil we-
derzijdsch de vroegere vriendschap kun
nen herstellen. Lord Perth en graaf Cia
no nu hebben deze week gesproken over
de stappen, welke ondernomen dienen te
worden, om alsnog in het huidige stadium
de inwerkingtreding van het accoord te
bewerkstelligen. Het heet, dat het uit
gangspunt daartoe zou zijn een terugtrek
king van 10.000 Italiaansche „vrijwilli
gers" uit Spanje. Indien dit geschiedde,
zou de Engelsche regeering de -overeen
komst kunnen laten ratificeeren en dan
zou Engeland op zijn beurt de verovering
van Abessynië erkennen ende Engel
sche geldmarkt credieten aan Italië kun
nen verstrekken. Zoo stelt men zich voor,
dat alles pais en vrêe zal worden.
Volgens de berichten van sommige En
gelsche bladen, zou er zelfs reeds een re
geling getroffen zijn o.ver de terugtrek
king der 10.000 Italiaansche vrijwilligers.
Zooals men weet, heeten de linkschen
reeds bezig, al de buitenlanders-, die in
hun gelederen strijden, naar huis terug te
sturen, althans van de fronten te verwij-
Uit het Engelsch door W. A. C.
26).
f6-1 ine lachend. „Stond die ook in
je paleis?"
„Ne endie moet hier altijd hebben ge-
aan, maar op üe een of andere manier
voel ik, dat t onderkomen, waarin wij wa
ren, daar achter die opening lag. Ik weet,
da. het rechts van de trap was, zoodra wij
beneden varen en de eerwaarde vader zei,
dat hij den stoel daar had weggehaald".
"Dus door de deur, die we versperd za
gen", opperde Laline, „o! laten we dan eens
door 't gordijn gaan kijken!"
Op dit oogenblik begon de priester weer
te spreken en David ging beleefdheidshalve
naar hem toe. Laline ging buiten den licht-
zegel van de electrische lantaarn, terwijl
waa taar eigen kaars droeg, alleen voor
goed op6n lichtte het g0I,dÜn van zakken-
DlaatsWwanlg-ryerIangend om de werkelijke
zoeken In L id was geweest- te onder
was 7P nnnii zorgvuld'g bewaakte leven
ppvaarliiks tv" aanraking geweest met iets
fewpprf °°rlog was een nachtmerrie
fman arover ze in couranten had ge-
j maar die niet meer werkelijken in-
df"^ op haar had gemaakt dan een come-
hic-r-°0r;> ing-j het onverstandig was
'r, ,tZOnC'°r glds een pas te verzetten, was
nooit m haar hoofd opgekomen
Het licht van David's zaklantaarn was
Ftnantieel
weekoverzicht.
Gereserveerde beoordeelingen der
politieke vooruitzichten. Her
vatting der haussebeweging in
Wallstreet De Amsterdam-
sche beurs werd er door meege
sleept. In beleggingswaarden
gaat weinig om.
In het beeld, dat de fondsenmarkt thans
biedt, vindt men bijzonder weinig sporen
terug van de stormen, die in de laatste we
ken over de beurs hebben gejaagd. De „vre
desroes", dié de koersen aan het eind van
de vorige week met sprongen omhoog had
gedreven, is geleidelijk uitgewerkt en met
het ontwaken is het besef gekomen, dat
men zich nog altijd in een wereld bevindt,
waarin maar bitter weinig veranderd is. Er
zijn nog maar weinig optimisten over, die
aan een „overwinning der democratie" in
dezen, niet gevoerden oorlog, gelooven.
Langzamerhand wint het onbehaaglijke ge
voel veld, dat men zich in het eerste en
thousiasme over het behoud van den vre
de er toe heeft laten verleiden, den prijs,
dien deze gekost heeft, te onderschatten.
Allerlei vragen, waarvoor men nog eerst
de oogen had gesloten, komen zich thans
weer aandienen, zonder dat een bevredi
gend antwoord er op kan worden gegeven
Wat zal het uiteindelijke lot zijn van den
uit elkaar getrokken Tsjechischen Staat en
welke gevolgen, ook in economisch opzicht,
zal dit voor het overige Europa hebben?
Op welk object zal de stellig nog niet ver
zadigde eetlust van den overwinnaar zich
thans gaan richten? Spoedig zal de kwestie
van teruggave der koloniën met alle hier
uit vermoedelijk voortvloeiende complica
ties onder de oogen moeten worden gezien.
De positie der kleinere Midden-Europeesche
en der Balkanstaten kan ook niet zonder
zorg worden beschouwd.
Zoo blijft dan de politieke toekomst, al
zijn dan ook de onmiddellijke gevaren afge
wend, vol van onzekerheid.
De vermindering in de toevloeiing van
buitenlandsch kapitaal naar de Ver. Staten
is niet van invloed geweest op den omvang
van zaken in Wallstreet. Wij wezen er
reeds eerder op dat dit kapitaal toch geen
belegging op de fondsenmarkt had gezocht;
zelfs wanneer de begonnen repatriëering
verderen voortgang mocht maken, zou hier
van ter beurze weinig te bemerken zijn.
De reeds in de vorige week ingezette
koersstijging heeft aanvankelijk in een veel
kalmer tempo verdere vorderingen ge
maakt, maar daarna heeft op de New
Yorltsche beurs de hausse-beweging weer
zeer krachtig om zich heen gegrepen. Men
is blijkbaar van meening, dat het tempo
van de economische verbetering het thans
bereikte koerspeil, dat voor verschillende
fondsen een recordstand aangeeft, inder
daad ten volle wettigt. De voor den herfst
tegemoetgeziene opleving is door den in
vloed van de Europeesche politieke crisis
blijkbaar slechts vertraagd en men houdt
er thans rekening mee, dat de eigenlijke
deren. Negrin de Spaansche minister-pre
sident, kondigde dit onlangs officieel te
Genève aan. Ook onder invloed daarvan,
zegt men, moet Franco nu wel iets doen.
De redenenering is ons niet duidelijk, maar
dat doet er minder toe. Als Franco het
maar doet.
Te Londen schijnt nu ook de hoop op
de mogelijkheid van minnelijk overleg
tusschen links en rechts in Spanje weer
levendiger te zijn geworden. Het Spaan
sche volk zou zoo langzamerhand meer
dan genoeg van den strijd hebben en zoo
wel te Barcelona als te Burgos zou men
erkennen, dat een beslissing door de wa
penen nog heel lang op zich kan laten
wachten. Vermoedelijk is deze hoop de
-uiting van een ietwat lichtvaardig opti
misme, maar als Italië en Engeland
het eens mochten worden, kan men nooit
weten, wat er gebeurt. Hoop, ook licht
vaardige hoop, doet tenslotte leven.
zoo krachtig, dat alles wat zich buiten haar
lichtbundel bevond, donker was, zoodat hij
niet zag, waarheen Laline zich begaf
totdat hij 't licht in haar richting liet
schijnen, en, ziende, dat ze door 't gordijn
was geloopen, riep hjj uit:
„Ga geen pas meer vooruit, Laline
je mag daar niet alleen in".
„Denk je dat ik bang ben?" vroeg ze hem
lachend. „Kom maar eens kijken; deze is
niet half zoo prachtig!"
Hij liep naar de opening met een vreemd
gevoel van angst in het hart, maar voor
dat hij de drie passen had afgelegd, die hem
van de deur scheidden, had er een oorver-
doovende ontploffing plaats.
Een menschelijk lichaam werd met
kracht tegen hem aangeslingerd en beiden
vielen verdoofd op den grond.
Na eënige oogenblikken van versuftheid
in de verstikkende lucht, kwam hij weer
bij. Zijn electrische lantaarn lag op eenigen
afstand van hem op den grond en verspreid
de daar haar licht, waardoor hfj zag, dat
't Laline was, die daar lag.
Was ze dood? O, hemel! Hij werd nu
weer helder van geest, raapte de lantaarn
op en liet het licht op 't slanke lichaam
schijnen.
Neen, ze was niet dood. Ze ging over
eind zitten en keek hem met verschrikte
oogen aan.
„Ik struikelde over het beschuitblik. O!
wat is er toch gebeurd?"
Altaar en kruisbeeld waren tegelijk met
het ineenstorten van den wand, gevallen en
zaken„boom" niet lang meer op zich zal
laten wachten.
Het nieuws uit het Amerikaansche za
kenleven blijft zeer bemoedigend. Het in
dexcijfer der industriëele productie, opge
maakt door den Federal Reserve Board,
steeg over September tot 88 van het
gemiddelde van 1925/26 tegen 83 in
Augustus, doch 117 een jaar geleden.
Men hoopt evenwel, dat de industrieëele
bedrijvigheid vóór het einde van Novem
ber a.s. het niveau van het overeenkomsti
ge tijdstip van het vorige jaar weer zal heb
ben bereikt. De staalindustrie werkte in het
begin dezer week op bijna 48 van haar
capaciteit, tegen 46.7 een week geleden
en 66.1 in dezelfde week van het vorige
jaar.
Hoopgevend zijn de groote bestellingen,
die reeds door de automobielnijverheid zijn
geplaatst, en waarvan die van Ford op
50.000 ton staal de belangrijkste was. Ver
moedelijk zullen nog verdere groote orders
voor de productie der modellen 1939 volgen.
Een gunstig verschijnsel is het, dat door de
onverwacht omvangrijke zomerverkoopen
de voorraden bij de hahdelaren zijn opge
ruimd endat de afzet in den kleinhandel
zeer bevredigend blijft. De automobielpro
ductie zal in October'Tian ook wel een ver
dere toeneming te zien geven en hierop
baseert men weder gunstige ramingen van
de in het vierde kwartaal van dit jaar door
de automobielmijen te behalen financiëele
resultaten. Voor zeven leidende automobiel
concerns, uitgezonderd Ford, maar met in
begrip van de General Motors en Chrysler,
worden de winsten voor het vierde kwar
taal geraamd op 40 a 50 millioen dollars,
tegen 39 millioen in de eerste negen maan
den van dit jaar en 65 millioen in de laat
ste drie maanden van 1937.
Het Nederlandsche publiek, dat aanvan
kelijk eenigszins sceptisch heeft gestaan te
genover de lang van te voren aangekondig
de opleving in de Ver. Staten, heeft zich
door de jongste gunstige publicaties er toe
laten verleiden, zijn belangen in Ameri
kaansche fondsen aanmerkelijk uit te brei
den. Het viel dan ook op, dat de omzetten
in de Amerikaansche afdeeling der Amster-
damsche beurs in de tweede helft der week
sterk zijn toegenomen, terwijl de koersen
zich ten volle aansloten bij de verbetering,
die Wallstreet te zien gaf.
In de locale hoeken was de affaire, ver
geleken met de hausse-dagen der vorige
week, aanvankelijk belangrijk teruggegaan.
Later trad echter in aansluiting op de her
leving in de Amerikaansche afdeeling, nieu
we vraag naar voren, waardoor de koersen
nog verder aantrokken. Tijdelijk bestond er
ook van Fransche zijde eenige belangstel
ling voor de ook op de Parijsche beurs of
ficiéél verhandelde Nederlandsche aandee-
len, Philips', Koninklijke Petroleum en Am
sterdam-Rubber. Toen de vrees voor een
verdere devaluatie van den franc en daar
mede de Fransche kapitaalvlucht vermin
derde, ontbrak deze stimulans, maar daar
voor in de plaats kwam de kooplust van de
zijde van Nederlandsche beleggers.
Het prijsherstel, dat de productenmark-
ten na de scherpe inzinking tijdens de poli
tieke crisis te zien geven, is weliswaar
reeds in de noteeringen op de cultuurafdee-
lingen verdisconteerd, maar toch werden
ook deze fondsen door de algemeene verbe
tering meegesleept. De rubber is verder tot
ca. 8% d. opgeloopen, maar de Ned. Indi
sche rubberproducenten hebben het nadeel
van den lageren Pondenkoers.
De beleggingsmarkt heeft thans weer
hetzelfde stille verloop als vóór de jongste
heftige beweging. Het materiaal, dat des
tijds tengevolge van oorlogsvrees op de
markt is geworpen, is grootendeels opge
nomen door de Rijksfondsen, die altijd be
hoefte aan beleggingsmateriaal hebben.
Het wordt door deze, en trouwens ook door
de andere beleggers, die de stukken tegen
betrekkelijk lage koersen hebben verwor
ven, vastgehouden en het gevolg hiervan is,
dat er heel weinig materiaal verkrijgbaar
is. Af te wachten blijft, of door de jongste
gebeurtenissen de conversie-beweging ver
langzaamd is, waarbij valt op te merken,
dat de noteeringen van Nederlandsche en
Ned. Indische staatsfondsen, ondanks het
krachtige koersherstel toch niet weer het
hoogste niveau van dit jaar bereikt hebben.
lagen onder een hoop losse aarde, terwijl 't
hoofd van den armen priester uit dien hoop
te voorschijn stak. Hij kermde en keek met
wijd geopende oogen.
Met een gevoel van ontzetting drong 't
tot David's nog half versufte hersens door,
dat de toegang tot de trap verdwenen was.
Zij waren levend begraven. Diep in een
bomvrij onderkomen levend begraven!
en op zoo'n verlaten punt, zoo ver van
waar menschen woonden, dat als er ooit
hulp van buiten kwam, die wel te laat zou
komen.
Het verschrikkelijke van den toestand
liet een seconde zijn hart stilstaan maar
hij bleef zijn zenuwen meester. Hij plaatste
de electrische zaklantaarn op de tafel, die
hij weer overeind had gezet, boog zich over
Laline, en tilde haar in zijn armen van den
grond op.
Hij droeg haar naar de sofa, die onbe
schadigd tegen den tegenoverliggenden
wand stond en legde haar er op neer.
„O! wat is er gebeurd!" gilde ze wild.
„Ik moet den ouden priester helpen", zei
David vriendelijk. „Blijf hier liggen", wees
maar niet bang, mijn lief meisje".
Maar ze klemde zich, half gek van angst,
aan hem vast.
Toen ze den priester zag, liet ze zijn ar
men echter los en liet zich weer op de sofa
vallen.
De oude man lag slechts onder lossen
grond en 't gelukte David spoedig hem
daaronder uit te halen en op de been te
helpen. Hij had geen letsel gekregen, zei hij,
Dit geldt met name voor dfe 2%. N.W.S.,
die met een noteering van ca. 86 nog ver
verwijderd is van den recordstand van 91%.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop
Anaconda Copp 25%28%
Bethlehem Steel 44%47%
Philips' 240—236—249%
Unilever 150145149%
Kon. Petroleum 345346342%350
A'dam-Rubber 235—239%—235%— 244
Hessa Rubber 126140
Serbadjadi 115—117—112%—119%
H.V.A. 466475471480
Javasche Cult. 170180
Deli Bat. Mij. 223—231—225%—230%
Deli My. 288—292—285%—292
3 Nederland '37 100—100%
3 Ned. Indië 100%—100%—100%
Opbrengsten P.T.T.
In de maand Augustus bedroegen de op
brengsten van de posterijen, telegrafie, tele
fonie en postcheque- en girodienst in totaal
6.092.060, hetgeen 522.115 meer is dan
in 1937. Van Januari tot en met Augustus
van dit jaar bedroegen de totaal opbrengsten
der P.T.T. 48.181.907. Dit is 206.023
meer dan in dezelfde periode van het vo
rig jaar.
Einde geldigheidsduur kinderzegels-1933.
De kinderpostzegels uitgegeven in 1933,
waarop een kind, een lichtende ster dra
gend, is afgebeeld, worden, overeenkomstig
de voor deze uitgifte geldende regelen, met
ingang van 1 Januari 1939 buiten gebruik
Jjesteld. Van dien datum af zijn deze zegels
voor de frankeering derhalve waardeloos.
DR. IR. G. L. F. PHILIPS.
De stichter van het Philips-con
cern wordt a.s. Zondag 80 jaar.
Dr. ir. G. L. F. Philips, die in 1891 met
zijn vader Frederik Philips als geldgever,
de firma Philips Co. te Eindhoven op
richtte, werd op 9 October 1858 te Zaltbom-
mel geboren. Na de H. B. S. te Zaltbommel
en te Arnhem bezocht te hebben, studeerde
hij aan de Technische Hoogeschool te Delft
waar hij in 1883 het diploma van werktuig
kundig ingenieur behaalde.
Als student had dr. ir. G. L. F. Philips
reeds groote belangstelling voor de chemie.
In een eigen laboratorium te Zaltbommel
en te Amsterdam werden destijds al door
hem proeven genomen voor de vervaardi
ging van kooldraadlampen. Dit leidde in
1891 tot de oprichting van een gloeilampen
fabriek te Eindhoven onder de firma Phi
lips en Co., waartoe een kleine leegstaande
bukskinfabriek werd aangekocht, waarin
onder leiding van ir. G. L. F. Philips met
de fabricage van kooldraadgloeilampen
werd begonnen.
De zaken gingen de eerste 3 jaren lang
niet rooskleurig, zoodat men bijna ertoe
was overgegaan de fabriek weer te sluiten.
In 1894 werd voor het eerst zonder verlies
gewerkt.
In 1895 werd de broeder van ir. Gerard
Philips, de heer A. F. Philips, thans presi
dent-directeur van het Philips-concern, als
commercieel leider in de firma opgenomen,
zoodat ir. Gerard Philips zich geheel aan
de technische ontwikkeling van de gloei
lamp kon wijden.
De firma Philips Co werd in 1912 om
gezet in de N.V. Philips-Gloeilampenfabrie-
ken met een kapitaal van 6.000.000. Sinds
dien werd het kapitaal eenige malen ver
hoogd, het bedraagt thans ca. 68.000.000.
Naast een steeds grootere productie van
gloeilampen, heeft de fabricage van radio-
en andere electro-technische artikelen me
de tot de groote expansie dezer onderne
ming bijgedragen.
De Senaat van de Technische Hooge
school te Delft verleende in 1917 aan ir. G.
L. F. Philips het doctoraat honoris causa in
de technische wetenschappen. Begin 1922
trok hij zich als directeur uit de zaken tg-
rug; als commissaris neemt dr. ir. G. L. F.
Philips nog steeds actief deel aan den gang
van zaken van het Philips-bedrijf.
De huidige omvang van het Philips-Con
cern getuigt niet alleen van durf en onder
nemingsgeest, maar ook van het destijds
zeer juiste inzicht van dr. ir. G. L. F. Phi-
hoewel hij, tusschen zijn woorden door, on
bewust kreunde.
David bracht hem naar den blauw satij
nen stoel, waarin hij een oogenblik ineen
gezakt bleef zitten toen stond hij plotse
ling op. Zijn crucifix en zijn kandelaar!
Waar waren die gebleven?
Het kruisbeeld lag nog bij de andere
overblijfselen, maar de kandelaar lag aan
de andere zijde van 't vertrek; de kaarsen
lagen over den grond verspreid.
David vond zijn doos lucifers en na twee
kaarsen te hebben opgeraapt, stak hij die
aan, zoodat zij wat meer konden zien.
De helft van den wand, die naar het ne-
venvertrek leidde, was ingestort, zoodat de
ruimte nu tweemaal zoo groot was.
En zie de rook trok op geheimzinnige
wijze weg. Waarheen? Dat moest hij ont
dekken,' want misschien lag in die richting
hun redding.
De verstikkende lucht maakte hen allen
onpasselijk en duizelig. David begreep da
delijk, dat het maar een heel kleine bom
moest zijn geweest, anders zouden zij in
stukken zijn gevlogen. De aarden wand tus
schen beiden vertrekken had hen eeniger-
mate beschermd en als door een wonder
was Laline door de deur teruggeworpen.
Het zakkengoed, dat als gordijn had ge
diend, lag nu vlak bij de sofa.
Doodsangst was er in de oogen van 't
arme meisje te lezen, toen David bij haar
terugkwam. Haar gelaat was grauw en ze
had een bloedvlek, als gevolg van een
schram, op een harer wangen. Hij veegde
lips in de toekomstige ontwikkeling van het
verlichtingsbedrijf. Het is ongetwijfeld aller
wensch, dat nij nog vele jaren getuige moge
zijn van den bloei dezer door hem in het
leven geroepen belangrijke nationale in
dustrie.
DE VRIJWILLIGE BIJDRAGEN VOOR
DE VERSTERKING DER DEFENSIE.
Voor de versterking der defensie zijn als
nog enkele bedragen ontvangen. In totaal
werd thans ontvangen 134.780.
[Ingez. Med.)
Dr. Henri Polak ontvangt Belgische
onderscheiding.
Z. M. de Koning der Belgen heeft dr.
Henri Polak te Laren (N.H.) benoemd tot
officier in de Kroonorde van België.
DE VRIJE JEUGDVORMING EN 1933.
Bij de rijksuitgeverij verscheen de sta
tistiek van de vrije jeugdvorming 1938.
Dit is het tweede, door het Centraal Bu
reau voor de Statistiek samengestelde
overzicht van de Nederlandsche Jeugdbe
weging. Het bureau is met deze nieuwe
uitgave de eerste editie had betrekking
op 1937 weer een belangrijken stap ge
vorderd op den weg naar een volledige
weergave van hetgeen er in ons land op
het onderhavige terrein geschiedt. De pu
blicatie geeft een overzicht van het werk
van 40 organisaties, welke tien dienste van
de jeugdvorming werkzaam zijn, terwijl
van 212 landelijke en plaatselijke eigenlijke
jeugdorganisaties gegevens worden ver
strekt. De groote beteekenis van de
jeugdbeweging moge o.a. blijken uit het
totaal aantal leden van de zooeven ge
noemde jeugdorganisaties, hetwelk op 1
Januari 1938 687.500 bedroeg.
VREDES-AVOND.
Het Vlissingsche Vredes-Comité hield
Vrijdagavond in het Concertgebouw een
herdenkings- en bezinningsbijeenkomst.
Ondanks het zeer ongunstige weer, mocht
de voorzitter, de heer J. L Verhagen een
tamelijk flink bezette tzaal het welkom
toeroepen. Spr. bracht deze belangstelling
in verband met de buitengewone omstan
digheden, waarin wij de vorige week heb
ben geleefd. Het doel van dezen avond
was, zich rekenschap te geven van wat
ons in de toekomst te doen staat,. Een
Europa, waarin we doorgaan met het be
wapenen, zooals de laatste jaren, maar
tenslotte in eêh oorlog geraken. Volgens
spr. moet men komen tot een ronde tafel
conferentie. We hebben kunnen constat'eeren
dat geen der volkeren den, oorlog wil. Spr.
bracht eerbiedige hulde aan Benesj en
Chamberlain, als de mannen die den vre
de hebben gered.
Als eerste spreker trad op mr. H. L.
van Zanten, die aanving met de vraag of
het niet te vroeg is voor een herinnerings
avond, te vroeg, omdat men weliswaar
overtuigd is dat de vrede gered is, doch
omdat men toch niet weet wat precies is
geschied. Anderzijds is het wellicht echter
reeds te laat voor dezen avoijd, omdat men
het oorlogsgevaar, waarvoor men 10 dagen
geleden nog gehuiverd heeft, nagenoeg
heeft laten vervagen. Hij die zegt dat
Chamberlain de vorige week verkeerd
heeft gedaan, die gun ik deze critiek, al
dus spr., mits hij bereid was zelf ten oor
log te trekken of zijn zoon of vader in den
oorlog te laten gaan.
Kan het ooit recht zijn om de wereld te
laten vergaan in een zee van bloed en wat
heeft men er aan als op deze wijze recht
wordt gedaan? Er bestaat alle reden om
Chamberlain en Benesj dankbaar te zijn.
Voor Mussolini heeft spr. minder eerbied,
omdat deze staatsman reeds meermalen be
wezen heeft niet vies te zijn voor het grij
pen naar de wapens.
Spr. gaf vervolgens een overzicht van
de motieven van Hitier om het Sudeten-
Duitsche gebied bij Duitsehland te voegen.
Spr. noemt dit geschil een belangen- en
dus geen gevoels-geschil. Het feit dat deze
Sudeten-Duitschers, volksgenooten van
Hitier zijn, is niet de hoofdzaak geweest,
doch Hitier moest meer volk, meer gebied
en meer welvaartsbronnen hebben. Spr.
wijst dan op het falen van artikel 19 van
die met zijn zakdoek heel voorzichtig af.
Treurig klemde ze zich aan hem vast en
begon, toen ze naar den hoop aarde wees,
waar eens de toegang tot de trap was ge
weest, weer te gillen.
„O! red me! r'ed me! Ik wil nog niet ster
ven! We zijn levend begraven we zullen
stikken en van honger en gebrek omko
men!"
Met de grootste teederheid hield hij haar
tegen zich aan, alsof ze een kind was.
„Laline, tracht niet zoo bang te zijn. Lie
veling, er is zeker nog wel een weg om hier
uit te komen. Beef niet zoo, meisjelief".
De flinkheid van zijn toon gaf haar weer
vertrouwen en bracht haar weer tot haar
zelf.
David hield haar in zijn armen en streelde
heur haar. Haar hoed was verdwenen. Hjj
trachtte de aarde, die gelukkig droeg was,
uit haar kleeren te krijgen. Nu begon ze
stil te huilen en de priester sprak:
„Het is Gods wil, mijne kinderen", en zijn
stem klonk als van ver weg.
Dit maakte Laline angstig. Gods wil, dat
zij zouden sterven! O! waarom was ze ook
door dat gordijn gegaan en had ze David
uitgelachen, toen hij haar zei terug te kee-
ren? Ze was over iets gestruikeld en toen
was de slag gekomen die vreeselijke slag.
Ze deed alle moeite haar verstand bijeen
te houden en zich te beheerschen maar
een paniek maakte zich van haar meester,
ze sprong van de sofa op en begon snel heen
en weer te loopen, terwijl ze gilde:
(Wordt vervolgd).